NIEUWS VOOR ONS
Raadsels
1 VAN KABOUTER FLIP EN ZIJN VRIENDJE WIP M
Hagedisje gaat naar
school.
De voorbode van
Sinterklaas.
NOVEMBER 1935
PAG. 7
Nieuwe Raadsels.
rr .lüTTFRTJË ZATERDAG 9
jT gST BINNENLAND
Professor Hugo de Vries.
pe vorige week heeft men een gedenk-
teea geplaatst in het huis, waar Professor
Lgo de Vries gewoond heeft. Op de zeer
^voudige steen staat gebeiteld:
Hier woonde en werkte
HUGO DE VRIES
18841916.
professor Hugo de Vries was een groot
plantkundige. Hij werd 18 Februari 1848
te Haarlem geboren en stierf 21 Mei van
dit jaar. Hij is dus 87 jaar oud geworden,
NederlandDenemarken 80.
Dat het Nederlandse elftal van het
Deense gewonnen heeft met 3—0, wisten
jullie zeker al. Toch wil ik het hier nog
even melden, want zo'n belangrijk nieuwtje
behoort toch ook in ons hoekje, niet waar,
jongens
EuweAljechin.
En nu we het toch over wedstrijden
hebben, moeten we ook even melding ma
ken van de stand van de wedstrijd om het
wereldkampioenschap schaken.
Euwe houdt zich kranig!
St. Maarten (11 November).
Hoe het feest in Midden-Europa gevierd
wordt. Optochten en smulpartijen.
Elk jaar, wanneer October ten einde
loopt, heerscht er een zekere bedrijvigheid
onder de jeugd. Dan worden de fakkels
en stoklantaarns beplakt met gekleurd
papier, de lampions worden te voorschijn
gehaald en zoo noodig hersteld en de St.
Maarten-liedjes worden weer eens gere
peteerd. St. Maarten is een echt kinder
feest, zooals St. Nicolaas dat bij ons is.
Vooral aan den Neder-Rijn wordt het ge
vierd, ook wel in Miden-Duitschland, maar
daar is het meer een feest ter eere van
Maarten Luiker, die op 11 November ge
boren is en naar St. Maarten genoemd
werd.
Het is de gewoonte om op St. Maarten
ganzen te eten. Er zijn verschillende
legenden in omloop, die ons verhalen,
waarom men ganzen op St. Maarten eet.
Een ervan vertelt, dat St. Maarten, toen
hij geen bisschop wilde worden, zich in
een ganzestal verstopte. Hij werd toen ver
raden door het verschrikte gesnater van
de ganzen. Een der liedjes die op St.
Maarten gezongen worden, luidt als volgt:
Un dieweil das Gickgack-Lied
Diesen heil' gen Mann verriet,
Leiden drum om Martinstage
Alle Ganze grosze Plage.
Dasz ein strenges Todesrecht
Geh'n musch über ihr Geschlecht.
Een andere legende zegt, dat de ganzen
elk jaar dit lot moeten ondergaan, omdat
rij St. Maarten door hun luid gesnater bij
het gebed gestoord hadden. Het waar
schijnlijkste is echter, dat de menschen
Op 't ogenblik, dat we dit schrijven, is
de stand 7Yx7%.
UIT BET BUITENLAND
De stiqjd in Abessinië.
De Italianen schijnen langzamerhand
verder Abessinië binnen te rukken. De
strijd gaat nu hoofdzakelijk om Makkalé,
in 't noorden van Abessinië. (Zoek die
plaats maar even op). Men vermoedt, dat
de Italianen ook deze plaats wel zullen
veroveren, en hoogstwaarschijnlijk, als
jullie dit lezen, is het al gebeurd. Dat is
wel droevig nieuws, hè?
Koning George H.
Dat men in Griekenland weer een Ko
ning wilde hebben, heb ik jullie al verteld.
Koning George II, die in Londen woonde,
wilde wel naar Griekenland terugkeren,
maar hij wilde, dat er eerst een stemming
zou gehouden worden, of de mensen in
Griekenland voor of tegen den Koning wa
ren.
Nu uit de stemming gebleken is, dat
bijna alle Grieken den Koning weer gaarne
op de troon wilde hebben, zal George II
vermoedelijk op 17 November zijn intocht
te Athene (de hoofdstad van Griekenland)
houden.
deze „legenden" zelf verzonnen hebben om
als excuus te dienen voor het nuttigen
van een gans in den herfst, want zelfs
de Oude Romeinen, lang vóór St. Maarten
bestond, wisten een gebraden gans op de
juiste waarde te schatten.
Nergens wordt St. Maarten gevierd ars
in Düsseldorf. Reeds 's morgens vroeg op
10 November begint de vroolijke onrust.
Overal in de straten weerklinken uit hel
dere kinderkelen, de St. Maartenliedjes,
zooals: „St. Martin ritt durch Schnee und
Wald" en Laszt uns froh und munter sein
und uns heit kindlieh freu'n."
Wanneer de duisternis over de stad valt,
en het verkeer minder wordt, begint het
tooverachtige kinderfeest. Geen venster
blijft onverlicht, overal branden duizenden
fakkels. Het stadhuis is met lampions ver
sierd en de geweldige Jan Wellem op zijn
voetstuk is omgeven door een menigte
lichtjes. In de buurt van de St. Lambertus
met zijn scheeven toren, vormt zich een van
de oudste en beroemste der St Maarten
optochten. De kinderen scharen zich in
het gelid met hun stoklantaarns en fak
kels, waaraan ze zoo vlijtig gewerkt heb
ben en vooraan loopt de heraut met zijn
knechts en de muziek.
Maar de hoofdpersoon van den stoet is
toch St. Maarten zelf, hoog te paard ge
zeten, met een golvenden baard, mijter en
staf.
De menschen staan dicht opeen in de
nauwe straatjes van het oude stadsge
deelte.
Na den ommegang wachten thuis de ver
rassingen: suikerwerk, volgens het oude
recept gebakken boekweitepannekoeken,
poffertjes en dergelijke lekkernijen. Waar
het eenigszins betaald kan worden, ver
schijnt een knappend gebraden St. Maar
tengans op tafel, zooals hij in de restau
rants, hotels, clubs enz. verschijnt.
In Midden-Duitschland worden ook op
tochten gehouden, zij het dan in kleineren
omvang. In Erfurt trekken de kinderen
natuurlijk met fakkels en lampions en
vrome liederen zingend, naar het Dom
plein, waar zij zich voor de beroemde trap,
die naar den Dom en de Severikerk voert,
opstellen. Daar zingen ze gezamenlijk
„Martin ist ein braver Mannen an
dere liederen.
Dan treedt een pauze in, vóórdat de
„Maria Gevriosa", de grootste klok van
den Erfurter Dom, haar metalen gezang
begint Als de laatste tonen weggestorven
zijn, zingen de koren geestelijke liederen.
Tot slot weerklinkt het gezamenlijk ge
zang van „Ein fester Burg is unser Gott".
Maar het beviel hem niet erg
En hoe hij burgemeester
van het Hagedissendorp
werd.
door
Else Ekkers—De Vries.
Op de stoep van de school lag Hage
disje. Hij vond het daar echt lekker. De
zon scheen zo fijn warm!
Binnen hoorde hij de kinderen liedjes
zingen.
Hagedisje vond, dat het mooie liedjes
waren, net zo vrolijk als de zonneschijn.
„Ze hebben zeker veel plezier!" dacht
Hagedisje. „Erg veel plezier," herhaalde
hij.
Zijn oogjec draaiden in het rónd.
Woeps! Hij sprong opeens op en glipte
door de deur naar binnen.
De kinderen waren net klaar met zin
gen, toen Hagedisje binnenkwam.
„Wat wil jij doen?" vroeg de juffrouw.
„Ik dacht, dat het hier wel prettig
was," zei Hagedisje.
„Vraag dat maar eens aan de kinderen,
of zij het niet prettig vinden!" zei de
juffrouw.
„Vinden jullie het hier prettig?" vroeg
Hagedisje nu aan de k'_.is.
„Nou!!" riepen die ailemaal tegelijk.
„Dan wil ik ook naar school gaan," be
sloot Hagedisje.
„Goed," zei de juffrouw. „Waar wil je
zitten
Hagedisje ging naar een bank toe, die
helemaal achter in de klas stond, tegen
de muur aan. Een zonnestraaltje viel er
dwars over.
„Hier is het lekker!" vond Hagedisje,
en ging in het streepje zon liggen. Zijn
oogjes keken scherp naar de juffrouw.
„Nu gaan we schrijven," zei die.
„Schrijven?" vroeg Hagedisje verbaasd.
Daar had hij nog nooit van gehoord.
„Wat is dat?"
„Schrijven is zó," zei de juffrouw, en
nam een stuk krijt waarmee ze op het
bord letters maakte.
„Wat is dat?" yroeg Hagedisje weer.
„Schrijven!"
De juffrouw gaf hem een potlood in
zijn pootje en een stuk papier legde ze
voor hem neer.
„Kijk, nu moet je zo doen," en ze nam
zijn koude, glibberige pootje en wees hem,
hoe hij een A moest maken.
„Nu moet je het zelf doen," zei ze toen.
Zij ging weg, en keek dan eens bij het
ene kind, dan weer bij het andere.
Hagedisje deed erg zijn best, maar het
lukte niet hard.
Toen de Juffrouw weer bij hem kwam,
had hij het potlood niet meer in zijn
pootje! Nee, hij had er zijn staart om ge
slingerd!
„Wat doe je nou?" vroeg de juffrouw.
„Ik schrijf!" zei Hagedisje trots Er
stonden allemaal rare figuren op het pa
pier.
(Solt volgt.)
Oplossing vorige raadsels.
L
Johan van Oldenbarnevelt. Brood, Han-
nover, vaart, deel, jol, hond, naald.
II.
Meter, veter, beter, Peter.
III.
De spijkers van schoenen.
Goede oplossingen ontvangen van:
Piet T.; Atie S.; Fietje K.; Zilver
schoon; Geertje de V.; Time en Beppie V.;
Johanna K.; IJsbrand S.; Johan en Corne-
lis L., Bram S., Truida H., Harm L., Frouk-
je Z.; Nellie N., Sient^e N., Jac. P. N., Ca-
trien R., Beb R., Maartje T., Jopie K.,
Henk K., Rie de K., Marie B., Tom ,T.
Piet H., Bertha en Gilles H., Jan D., Maar
tje St., Henk T., Marie H., Ne.de H., Lena
v. Z. Stientje B., Lena H., J. L., Jannie de
V., Jan B., Coba V., Nellie K., Teetje B.,
Marietje v. G., Catrien W., Annie H., Johan
na B., Cees v. d. P. Breezand; Kees D., Ver-
geetmijniet, Fia v. B., Ria W., Louis Sch.,
Joosje D., W. v. W., Hennie H., Piet Z.,
Annie Sch., Jeanne G., Henk B., Tineke
W., Tiny B., jack D., Annie E., Martha du
P., Simon du P., Harry du P., Annie, Kor-
rie, Truusje B., Dickje T., Dientje de G.,
Dieuwertje de W., Fransje van E., Come-
lis V., Marietje v. d. P., Harmpje de V.,
Jantje de V., Antje M., Joop v. B., Piet
D., Mies H., Marietje R., Martha R., Adrie
M., Joop K., Corrie de H., Annie J., Dientje
v. M.
i.
Zie je hieronder die rijen kruisjes staan?
Die moet je opvullen met letters, die woor
den moeten vormen, waarvan de beteeke-
nissen ook hieronder staan.
Wanneer je dan de goede woorden ge
vonden hebt, zul je zien dat de'eerste let
ter van het eerste woord, de tweede letter
van het tweede woord, de derde letter van
het derde woord, enzovoorts, de naam
vormen van de hoofdstad van een Euro
pees land.
xxxxx de zoon van een koning,
xxxxx vrouwelijk familielid,
xxxxx scheur, bijvoorbeeld in een kopje,
xxxxx knolgewasje, rood van boven en
wit van onder,
xxxxx iemand uit Pruisen.
Karei de Groote bezat
een prachtige spiegel, die
je hiernaast ziet staan. De
lijst was bezet met allemaal
prachtige diamanten, aan
elke kant waren er twaalf.
Een knecht die de spiegel
schoon moest maken, stal
vier diamanten. En toch
bleven er aan elke kant van de lijst twaalf
diamanten. Hoe heeft de knecht dat nu aan
gelegd
't Lijkt moeilijk, hè, maar als je goed
kijkt, is het heus makkelijk te vinden.
II.
245. „Stap maar op," nodigde Peter
rijn vrienden uit. Met een grote knoestige
gomtak duwde Peter het primitieve vaar-
'UlS van de wal en weldra nam de over-
°cht een aanvang. Langzaam dreef het
Primitieve vaartuig naar de overkant.
246. Toen ze bijna de andere kant be
reikt hadden, wilde Peter met een flinke
sprong op het land wippen. Helaas, de
afstand was nog te groot en pardoes tui
melde hij in het water. Gelukkig kon hij
gauw op de kant krabbelen, maar wat zag
hij eruit. Hij was kletsnat. Het water droop
uit zijn kleren. Het huilen stond hem nader
dan het lachen.
247. Doch Flip was spoedig klaar om
zijn vriendje te helpen. Met Wip zocht hij
wat droge takjes en bladeren bij elkaar en
weldra hadden ze een flinke berg droog
materiaal. Nu zochten zij nog een paar
vuursteentjes.
248. Nadat Flip deze tegen elkaar had
geslagen sprongen er vonken uit en het
droge hout vatte weldra vlam. Een heerlijk
vuurtje ontstond, waarbij Peter zijn natte
kleren kon drogen. Behagelijk zaten ze bij
elkaar.