Buitenlandsch Overzicht.
1 HEROPENING 1
Taptoe
S. KROM nv
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
BINNENLAND
No 7675
EERSTE BLAD
ZATERDAG 16 NOVEMBER 1935
63ste JAARGANG
Thom Denys. f
Het optreden van melk-
controleurs.
Stagnatie in den afkoop
van tollen
Iweede Kamer.
FILIAAL VERVERIJ en CHEM. WASSCHERIJ
KEIZERSTRAAT 31. TELEFOON 473
tijdelijk nu chem. reinigen:
HEERENCOSTUUMSf 2.—
MANTELS en JASSEN,2.-
JAPONNEN vanaf1.50
Alles nu naar krom.
Moeilijkheden bij een Kassiers
kantoor te Barneveld.
Het ongeluk op de pont te
Velsen.
DRAlSlfl Avan VALKEMBURG'S-'
EiPÉp: BlË zoo góed vóór 't leer!
Abonnement per 3 maanden by vooruitbet.: Heldersche Courant 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wleringen en Texel 1.65; binnenland 2.
Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overige
landen 3.20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct.
Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.—. Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIE Nl
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) by vooruitbetaling
10 ct. per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct per regel,
minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct
per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
De Italianen wreken zich op Engelandde onlusten in Egypte
aan hen te wijten. De Duitsche sanctie'maatregelen. Een
gemeenschappelijk antwoord op de Italiaansche nota van protest?
Italiaansch
gestook tegen
Engeland
De Italianen zijn zeer
verbitterd op Engeland.
Zij schrijven het heele
optreden van Genève met
al de gevolgen daarvan,
toe aan Albion en zy
hebben geen goed woord meer voor hun
vroegere vrienden. Integendeel, waar zy kun
nen zullen zij Engeland benadeelen en de ge
beurtenissen van de laatste dagen in Egypte,
waarover we ook, heden weer, elders in dit
nummer, verschillende berichten opnemen, is
hoogst waarschijnlijk het gevolg van hun
anti-Britsche propaganda in Egypte. Men be
grijpt, dat de verstandhouding tusschen beide
landen daardoor niet beter wordt.
De anti-Engelsche propaganda der Italia
nen in Egypte was voor Londen reeds lang
een groote bron van ergenis en zelfs van be
kommering, schrijft de Nw. Rott. Crt. in een
artikel, naar aanleiding van de relletjes. Men
maakte er naar buiten geen ophef van, maar
in werkelijkheid was zij een element van be-
teskenis voor de doortastendheid, waarmede
de Engelschen te Genève te werk gingen, en
voor den ijver, waarmede zij zich het mari
tiem overwicht in de Middellandsche zee ver
zekerden.
Mag men de Engelsche verhalen daarover
gelooven, dan vormde deze propaganda op
zich zelf een veldtocht tegen het Britsche
rijk, en werd zij op zeer uitgebreide schaal
en met ruime middelen gevoerd. Men scheen
er niet zooveel minder beteekenis aan te
hechten dan aan de concentratie van Itali
aansche troepen in Libye.
Of de ongeregeldheden, die nu in Egypte
uitgebarsten zijn, enkel een gevolg zijn van
die Italiaansche propaganda kunnen wij niet
uitmaken, maar te Londen zal men dat als
vaststaande aannemen. Zy zullen nu zeker
voor de houding van Engeland in het Abes-
sijnsche conflict stellig van niet minder be
lang worden, dan de aanwezigheid van een
overtallige divisie in Libye. Voor het succes
der besprekingen tusschen Mussolini en Sir
Eric Drummond zullen zy allerminst bevor
derlijk zijn.
Gistermorgen kon men reeds den indruk
krijgen, dat het bericht over hun jongste
onderhoud wranger was dan gewoonlijk, en
het vriendelijke optimisme ontbeerde, waaraan
wij in de berichtgeving over deze totnogtoe
onvruchtbaar gebleven besprekingen gewend
waren geraakt.
Het aanhangig conflict heeft betrekking
tot bittere Egyptische grieven. Engeland
heeft Egypte steeds uit den Volkenbond
weten te houden, waar het toch zeker niet
minder thuis hoorde dan b.v. Britsch-Indië.
Engeland wilde nu eenmaal niet in zyn vrij
heid van handelen in het, voor het Britsche-
Rijk zoo vitale gebied van Suez worden be
lemmerd. Daar wilde het niet aan anderen
recht van meespreken geven. Engeland ver
hinderde daarom de toelating van Abessinlë
in den Volkenbond toen Frankryk die voor
het eerst voorstelde, juist omdat het geloofde,
dat Egypte daarin een aanleiding zou zien,
om met te meer aandrang zyn eigen toelating
te verlangen. Deze strijd wordt nu weer in al
zijn geledingen actueel.
Berlijn heeft dezer
Berlijn en de dagen een lijst van arti-
sancties helen gepubliceerd,
waarvan de uitvoer
naar Italië verboden zal
zijn. In ons vorig nummer hebben wy een
opsomming van de voor uitvoer verboden
artikelen gegeven.
Wy weten heel goed, zegd de Nw. Rott.
Crt. dat dit verbod niet tegen Italië
alleen gericht is, en slechts „toevallig" har
monieert met de maatregelen van de leden
de coördinatie-commissie van Genève, maar
heelemaal zonder samenhang daarmede
lijkt ons het geval nu eenmaal niet!
Genève heeft te Berlyn, te Washington en
te Tokio, mededeeling gedaan van zyn be
raamde actie, in de hoop op samenwerking.
Nu maakte dr. Krauel, de Duitsche consul-
generaal te Genève, op het secretariaat van
den Volkenbond, waarmede Duischland niets
meer te maken wil hebben, juist gisteren
een beleefdheidsvisite, daarbij mededeeling
doende van de kersversche besluiten van Ber
lijn. Dr. Krauel staat in goede persoonlijke
betrekkingen tot allerlei leden van het secre
tariaat; ook dezen keer zal hij zich niet over
de ontvangst te beklagen hebben gehad.
Men zou kunnen concludeeren, dat Ber
lyn sneller dan Parijs uitgemaakt heeft dat
het nuttiger nog is, Engeland te vriend te
houden dan Italië, als nu eenmaal een keuze
onvermijdelijk is. Mocht Mussolini nog ge
loofd hebben aan mogelijkheden met
Duitschland, dan moet dat nu voorbij zijn.
En Parijs kan, door dit besluit van Berlijn,
dat niet op Duitsch gevaar wijst, een hart
onder den riem zijn gestoken.
De Italiaansche
nota van
protest.
Het wordt Italië niet
gemakkelijk gemaakt.
De mogendheden, die nu
eenmaal a gezegd heb
ben, laten daarop ook
b volgen. Zoo zal de
verwachting van Italië, dat het van ieder
der sanctie-uitvoerende mogendheden een
afzonderlyk antwoord zou krygen op zyn
nota van protest, wel ijdele hoop blijken.
Niet afzonderlyk, maar collectief, gemeen
schappelijk antwoorden heeft Engeland ge
zegd. Het toepassen der sancties is maar
niet een liefhebberij van verschillende mo
gendheden afzonderlijk, maar een besluit
van den Volkenbond, dus behoort ook de
Volkenbond te antwoorden op een protest
nota van Italië. De andere mogendheden
schijnen er ook zoo over te denken en dus
zal men wel een gemeenschappelijk ant
woord naar Rome sturen. Mussoloni's tak-
tiek om de eenheid te breken is dus mislukt.
In een officieel communiqué van de Abes-
synsche regeering wordt als volgt geant
woord op de Italiaansche nota van protest
aan de mogendheden:
De regeering van Abessinië bevestigt, dat
de Italiaansche legers, die beweren een be
schavingszending te vervullen, als moorde
naars optreden van de burgerbevolking, in
het bizonder vrouwen en kinderen. De be
wering dat 16,000 slaven op ons gebied in
vrijheid zyn gesteld is een klaarblykelyke
leugen, aangezien in geheel Tigré, dat de
Italianen nog slechts ten deele bezetten,
nog geen 16,000 slaven zyn. De Abessijnsche
regeermg vraagt de mogendheden de val-
sche berichten van de Italiaansche propa
ganda te wantrouwer en ook de valsehe be
richten over overwinningen.
Het regeering-communique verklaart ver
der nog, daf het niet aan de regeering van
Abessinië is critiek te leveren op de proce
dure van den Volkenbond. De regeering ver
klaart bovendien, dat de Italiaansche be
richten over onde-werping van Abessijnsche
stamhoofden onjuist is.
Het langzame en voorzichtige optreden van
de Italiaansche troepen in de gebieden welke
ontbloot zijn van Abessijnsche troepen en de
dagelijksche luchtbombardement spreken
deze berichten reeds voldoende tegen.
Donderdagavond is de bekende zanger
Thom Denys, na een lijden van slechts enkele
weken, ontslapen.
Thomas Johannes Denys werd 3 Januari
1877 tq Schagen geboren en is dus slechts 58
jaar geworden.
Hij studeerde muziek aan het Amsterdam-
sche Conservatorium, waar hij van Cornelie
van Zanten onderricht in den zang ontving.
Ontelbare malen heeft Denijs in binnen- en
buitenland in de Matthauspassion en Beetho-
vens Negende symphonie gezongen.
In deze partijen heeft Denys zich zelf een
monument opgericht. (Nw. RoK. Crt.)
Naar aanleiding van klachten, welke inder
tijd bij den Minister van Landbouw en Vis-
scherij o.a. door de Hollandsche Maatschappij
van Landbouw zyn ingediend over het optreden
van melkcontroleurs te Zoetermeer en omstre
ken, is zooals reeds eerder is medegedeeld,
een uitgebreid onderzoek ingesteld.
Van het resultaat van dit onderzoek kan
thans worden medegedeeld, dat de omstandig
heden zich anders hebben toegedragen, dan
viel op te maken uit het schrijven, dat door
bemiddeling van de Hollandsche Maatschappij
aan den Minister werd toegezonden. Van het
hengelen en kaartspelen, is komen vast te
staan, dat dit buiten de diensturen is geschied,
terwijl het biljartspel terstond werd gestaakt
wanneer een veehouder geholpen diende te
worden.
Toegegeven moet worden, dat het aantal
uitgezonden controleurs ruim is geweest, het
geen geschiedde om te bereiken dat de vee
houders zoo snel mogelijk zouden worden
geholpen. Den controleurs is niets anders te
verwijten, dan dat zij niet onder alle omstan
digheden met de noodige takt zijn opgetreden,
waarover zij ernstig zijn onderhouden.
Wanneer niettemin een tweetal controleurs
als gevolg van dit onderzoek is ontslagen, dan
houdt dit dan ook voor den één in het geheel
niet en voor den ander slechts ten deele; Ver
band met de in voormeld schrijven geuite
klachten.
In twee en een half jaar één tol
afgekocht.
De K.N.A.C. heeft zich met een adres tot
de ministers van waterstaat en van binnen-
landsche zaken gericht, waarin er op wordt
aangedrongen, het afkoopen van tollen, zoo
wel van de gemeentelijke belastingtollen ais
van de tollen waar gelden worden geheven
krachtens bestaande concessies en octrooien,
met kracht te bevorderen.
In het uitvoerige adres wordt gezegd, dat
sinds 1927 op de verschillende begrootingen
in totaal 1.520.000 werd uitgetrokken, welke
zouden moeten worden besteed voor het af
koopen van tollen.
In den loop der jaren werd echter slechts
502.830.32, dus nog geen derde gedeelte van
de beschikbaar gestelde gelden voor dit doel
gebruikt. Vooral de laatste jaren is er in het
afkoopen van tollen een ernstige stagnatie
ontstaan. In het tijdvak van 1 Mei 1933 tot
1 November 1935 werd slechts één tol afge
kocht, terwijl de beschikbaar gestelde gelden
bij lange na niet werden verwerkt.
WILLEM ENGELBERG ALS
„VIJAND DER DUITSCHE MUZIEK".
Dezer dagen is te Miinchen van de hand
van Christa Maria Rock en Hans Brückner
een boek verschenen „Das musikalische Juden-
A. B. C.". In de voorrede van dit, ongeveer 250
pagina's tellende, werk wordt medegedeeld,
dat het in de bedoeling ligt, „onze Duitsche
muziek terug te brengen tot de Duitsche geest
en tot onze door afstamming verkregen aard".
Behalve een aantal bijzonderheden over eenige
bekende componisten als Meyerbeer, Mendels-
sohn-Bartholdy, Offenbach e.a. en een lijst van
pseudoniemen (Jtldische Tarnungen") bevat
deze verzameling een alphabetische ljjst van
componisten, musici e.a., wier geest of wer
ken voor het Duitsche muziekleven nadeelig
worden geacht.
Zoo treffen wij op pag. 178 van de naamlijst
het volgende aanMengelberg, Josef, Willem,
geb. 1871 te Utrecht. Componist en Dirigent
te Amsterdam. Vriend van den Jood Gustav
Mahler.
Bezwaren tegen verhooging omzet
belasting.
In de zitting van Donderdag van de Tweede
Kamer is aan de orde gesteld het wetsontwerp
tot heffing van opcenten op enkele belastingen
ter versterking van de inkomsten van het
W erkloosheidssubsidief onds.
De heer Van den Tempel (s.d.) oppert
bezwaren tegen het wetsontwerp, dat de posi
tie van het Werkloosheidssubsidiefonds ver
zwakt.
De rijksmiddelen moeten worden versterkt,
dan behoeft de rijksbijdrage niet achteruit te
gaan.
De voorgestelde verhooging van de omzet
belasting ontmoet bij spr. bezwaar. Men moet
deze belasting niet herhaaldelijk wijzigen.
Kan er niet in plaats van de voorgestelde
verhooging een belasting van Nederlanders in
den vreemde worden ingevoerd?
De heer De Geer (c.-h.) sluit zich aan bij
de heeren Teulings en Van den Tempel, wat
betreft hun bezwaren tegen de samenkoppeling
van de voorgestelde nieuwe heffingen en het
Werkloosheidssubsidiefonds.
De minister zal de verhooging der omzet
belasting nu wel intrekken. Spr. zal gaarne
er aan medewerken, dat dit geschiedde.
Zijn fractie stemt tegen de verhooging der
Omzetbelasting, omdat deze het bedrijfsleven
zou drukken en haar doel de verkrijging
van een bepaald bedrag niet zal bereiken.
Minder bezwaarlyk ware een verhooging
invoerrechten.
Spr. dient een amendement in om te be
palen, dat de verbruikscoöperaties zullen zijn
vrijgesteld van de verhooging der dividend- en
tantièmebelasting.
De heer Kersten (s.g.) zet uiteen waar
om zyn fractie tegen het wetsontwerp zal
stemmen.
De heer B i e r e m a (lib.) kan evenmin als
de heer De Geer zien, dat er een verband be
staat tusschen de voorgestelde belastingver-
hooging en de werkloosheid. Hij keurt af, dat
de verhoogde heffingen zullen geschieden voor
het werkloosheidssubsidiefonds.
De heer Vervoorn (p.b.) oppert bezwa
ren tegen de verhooging der successiebelas
ting, speciaal wat kleine nalatenschappen be
treft.
De heer Schouten (a.r.) nu de minister
zoo tegemoetkomend is geweest erin te be
rusten, dat de verhooging der Omzetbelasting
niet tot stand komt, acht spr. zich niet ge
rechtigd, tegen de andere voorstellen te stem
men, maar als er onverhoopt weer een gat in
de begrooting biykt te bestaan, zal dit moeten
worden gedicht, niet door belastingverhooging,
maar door bezuiniging.
Minister Oud betoogt, dat werkloosheids-
zorg primair gemeente taak is.
Aan de bestemming der voorgestelde belas
tingverhooging voor dit fonds is in de Kamer
geen goed woord gewjjd. Nu is verzwaring
van heffing noodzakelijk ais de regeering haar
sociale taak zal kunnen bljjven vervullen.
Hieruit blijkt het nauwe verband tusschen de
belastingverhooging en het fonds.
Spr. neemt art. 6 van het wetsontwerp,
waarin wordt bepaald, dat de opbrengst van
de belastingverhoogingen wordt toegevoegd
aan de inkomsten van het werkloosheids
subsidiefonds, terug. Hij brengt een overeen
komstige wijziging in de considerans aan.
Daar er in de Kamer geen goed woord over
de verhooging der omzetbelasting is gezegd,
neemt spr. deze verhooging terug.
Bij de artikelsgewyze behandeling komt aan
de orde het amendement-De Visser.
Minister Oud bestrydt het amendement.
De heer Van den Tempel (s.d.) be
strijdt het amendement, daar men over deze
zaak niet incidenteel kan beslissen en zij niet
is voorbereid.
De Kamer verwerpt het amendement met
72 tegen 7 stemmen. Voor de c.p., en de
heeren Van Houten, Sneevliet en Arts.
De Kamer keurt het wetsontwerp goed met
56 tegen 24 stemmen.
Voortgegaan werd met de behandeling van
de begrooting van Binnenlandsche Zaken.
De heer Vervoorn (platteland) verzet
zich tegen een verkeerde samenvoeging van
gemeenten, die een geheel verschillend karak
ter hebben.
De heer Westerman (n.h.) zegt, dat de
minister bij zijn optreden tegen de gemeen
ten op weg is naar gezonde publiekrechtelijke
verhoudingen, naar bezuiniging en efficiency.
De heer Krijger (c.h.) bespreekt de hef
fing van de zware rechten van de binnen
scheepvaart.
De heer Boon (lib.) bespreekt den toe
stand te Tilburg tijdens de staking. Het is
daar niet zoo rustig toegegaan, als de minis
ter meent. Communisten hebben invloed ge
oefend.
De heer Van Houten (c.d.) bestrijdt de
subsidies voor burgerwacht en vri)willigen
landstorm.
Hy keurt 's ministers optreden tegenover
de gemeenten af.
De heer Drop (s.d.) klaagt over de zware
scheepvaartrechten.
De heer IJsselmuiden (r.k.) bepleit
een beter optreden van de regeering tegen
over de gemeenten met het oog op de verhou
ding tusschen wat voor rente en aflossing
van leeningen is bestemd en de andere ge
meentelijke uitgaven.
De heer Duymaer van Twist (a.r.)
bepleit de belangen der schippers en verde
digt burgerwacht en vrywilligen landstorm
tegen critiek, hierop door den heer Van
Houten geoefend.
De heer Van den Heuvel (a.r.) wil de
sociaal-democraten slechts behoeden voor con
flicten, waarin zij als burgemeester zouden
kunnen worden geplaatst
De heer Wijnkoop (c.p.) klaagt, dat de
politie de terreur beschermt van de N.S.B.-ers
in Duindorp te 'sGravenhage en dat het in
Tilburg ondanks de staking volkomen rustig
is geweest.
De heer Van Dis (s.g.) klaagt over ver
volging van vrouwen, die om des gewetens wil
niet aan de stemming hebben deelgenomen.
Minister De Wilde gaat nog op diverse
opmerkingen in.
De zaak op het kassierskantoor van den
heer G. K. te Barneveld schynt in de war
te zyn. Vele menschen, die er hun geld heb-
iben gebracht, kunnen het niet terugkrijgen
en hebben een aanklacht tegen den bankier
ingediend. Na hier eenige dagen onder politie
bewaking te hebben gestaan is de kassier te
Utrecht, waarheen hy zich begeven had,
thans gearresteerd. Alle op het kantoor be
trekking hebbende boeken en bescheiden zijn
in beslag genomen.
Het vonnis bevestigd.
Het gerechtshof te Amsterdam heeft be
vestigd het vonnis der Haarlemsche recht
bank, waarbij de voormalige gezagvoerder
pontwachter op de pont te Velsen wegens
het veroorzaken van dood door schuld veroor
deeld was tot 2 maanden hechtenis.
Tengevolge van de onachtzaamheid van
den pontwachter is op 10 Augustus 1934 een
auto van de pont in het kanaal gestort,
waardoor twee menschen om het leven zyn
gekomen.
SCHOEN CRÈME Groote doos 10 ets. Extra groote doos 15 ets.
FEUILLETON
MARINEROMAN
door
W I L L I A R I S
31)
Maar dat begrijpt ze niet. 't Is hier toch
ook goed, zegt ze dan.
Ik zou het ook dolgraag willen, dat be-
giyp u, dan had ik wat meer aanspraak.
u 6b ik mijn schoonvader nog, waarmee
rk over Holland of Engeland kan praten,
maar h.j wordt oud en het zal niet lang
meer duren of ik ben hier alleen als blanke.
Niet dat ik klaag hoor! Ik heb er nog steeds
geen spijt van dat ik hier gebleven ben want
ik houd nog altijd evenveel van myn Mary
en ze heeft me nu vijf kinderen geschonken
dus in dat alles ben ik erg gelukkig, maar
men wil toch wel graag weer eens metland-
genooten, of tenminste blanken, omgaan ook.
Enfin ik heb gehoord dat er plannen be
staan om hier een kleinen zendingspost te
stichten en nu hoop ik maar dat die door
gaan. Dan kunnen mijn kinderen ook wat
leeren, want ik geloof niet dat ik kans zie
om hen voldoende onderwijs te geven, daar
ben ik te lomp voor. Dat merkt u zeker wel
aan mijn schrijven, want ik spring van den
hak op den tak. En nu beste vriend, dank ik
u nogmaals hartelijk, ook uit naam van m(jn
vrouw en mjjn schoonvader, voor uw trouwe
vriendschap. Zonder u zou ik evenals onze
andere makkers daar ergens op den zee
bodem liggen.
Wij hopen dat het kleed en de foto u zul
len bevallen en dat u met vrouw en kind
nog heel lang en in goede gezondheid van uw
pensioen mag genieten.
Ik hoop dat dit pakje goed overkomt en
dat u spoedig terugschrijft.
Verder weet ik geen nieuws meer dus
eindig ik met de allerhartelijkste groeten
van mijn schoonvader, mijn vrouw en kinde
ren en van mij
uw vriend,
J. Roelofs.
Wim kon een glimlach niet onderdrukken
toen h(j het epistel gelezen had.
„Een brave jongen," fluisterde hy.
Gaarne had hy nu willen vertellen van
Jan en het mooie eiland met zijn bewoners,
doch hij hield zich streng aan de voorschrif
ten van den dokter en sprak niet. want hy
wilde liefst weer zoo vlug mogelijk genezen
zijn.
Frank en Greta waren juist vertrokken toen
er weer bezoek kwam.
Het was de officiersvrouw met haar kin
deren en het nichtje, die door Wim uit het
brandende huis gered waren.
Zij vroeg even binnen gelaten te worden
daar ze zoo gaarne haar redder persoonlyk
wilde bedanken. Jo stond het toe maar ver
zocht haar tiet kort te maken daar haar
man dien morgen reeds teveel opwinding
had gehad.
De vrouw begreep wel dat rust hier het
beste was. Zy bracht enkele woorden van
dank uit, waarna zij met een hartelyken hand
druk afscheidnam en met de belofte van
later, als hy weer wat beter was, nog wei
eens terug te komen, ging ze heen.
Nadat Wim den brief nogeens doorgelezen
had sliep hy weer in.
Maar het was een onrustige sluimering.
Hy begon in zijn bed te woelen en on
samenhangende klanken kwamen zoo nu en
dan over zyn lippen, terwyl zijn bleek gelaat
kleur begon te vertoonen. Jo sloeg dit met
angstige bezorgheid gade en ze zag onmind-
delijk het ernstige van zijn toestand in.
Snel besloten zei ze: „Moeder, blyft u by
hem dan ga ik dadelyk den dokter roepen."
Zoo vlug als ze kon liep ie naar het huis
van den arts, dat gelukkig niet veraf was.
Onmiddellyk ging hij met haar mede.
Ruim drie dagen lag de zieke in een
hevige koorts die hem totaal sloopte. Voort
durend bleef de thermometer bij de 40°. De
dokter had hem op het bed moeten vast
binden, want hij was reeds een keer over
eind gevlogen en had toen wild om zich
heen geslagen. Soms ylde hy en dan sprak
hy allerlei wartaal over zyn vriend Jan en
over het mooie kleed en een enkele maal
riep hy: „houdt goeden moed, liefste!" ter
wijl hij soms fluisterde: „J. V. for ever."
Het sneed Jo door de ziel dit alles te
moeten aanhooren terwyl ze wanhopig
trachtte hem te kalmeeren.
Al deze dagen was ze geen moment by
hem vandaan geweest, geen oogenblik had ze
geslapen sinds dien vroolyken Zondagmorgen.
De dokter waarschuwde haar, dat ze zelf
ziek zou worden als zy zich geen rust gunde,
maar ze liet hem praten en bleef op haar
post. Zij had geen behoefte aan rust of
voedsel en ze voelde zich in staat om, als
het moest, nog veel langer by hem te staan.
Ging het niet om het behoud van den ge
liefden man, die haar levensgeluk was? Zou
zy nu van hem wyken, nu hy haar het meest
noodig had?
Geen oogenblik dacht ze er aan te gaan
rusten. Steeds in zijn benauwdheid riep hy
om haar en dan wilde zij gereed staan.
Hoewel de dokter haar bewonderde om het
geweldige uithoudingsvermogen, dat zy toon
de te bezitten, wees hij haar erop, dat geen
enkel mensch, die onrust, die verschrikkelyke
spanning zoolang kan volhouden zonder na-
deelige gevolgen daarna te ondervinden.
Maar geen zacht woord, geen streng verwyt
ook hielp.
Wim was nog slechts een schim van wat
hij geweest was. De zware koortsen hadden
hem vermagerd tot een geraamte en hy
was zoo verzwakt, dat hij niet meer in
staat was een hand op te heffen.
Het was aandoenlijk om te zien, wat er
was overgebleven van den eens zoo sterken
man.
De dokter kon een traan niet weerhouden
en beet op de lippen in machteloosheid als
hij zag, dat ook hier de wetenschap te kort
schoot. Hoe gaarne had hij dit leven willen
redden om daarmede ook de wanhoop te we
ren uit dit gezin.
Doch zonder te kunnen ingrypen moest hy
toezien, dat het leven langzaam wegebde uit
dit uitgeputte lichaam.
Geen middelen, geen kunst baatte hier
meer.
Eindelijk minderde de koorts, maar de
dokter, die den patiënt nauwlettend gadesloeg
en voortdurend zyn polsslag controleerde,
wist dat dit het begin van het einde was.
De zieke werd heel rustig en sluimerde in.
Met een zucht van verlichting zette Jo zich
neer by het bed, maar als ze het verwrongen
gezicht van den dokter gezien had toen hij
het huis verliet, had ze reeds geweten wat
haar te wachten stond.
Wim had eenige uren geslapen toen hy de
oogen weer opsloeg en met tameiyk helderen
blik de kamer inkeek.
Zij vrouw zat nog aan zyn bed, maar zy
had de armen op den bedrand gelegd en was
met het hoofd daarop in slaap gevallen. Door
overmatige inspanning der laatste dagen
had ze geen weerstand meer kunnen bieden
aan de verleiding om heel eventjes maar het
moede hoofd te laten rusten, een oogen
blikje slechts de oogen te sluiten. Doch de
natuur eischte haar rechten en tegen haar
wil viel ze in slaap.
Wim voelde dat zyn krachten totaal uit
geput waren en dat zyn einde naderde.
Een traan welde op in zyn oogen toen hy
zijn vrouw zag zitten, door vermoeidheid in
geslapen. Moest dit nu het einde zyn?
Moest hy vrouw en kind alleen achterlaten,
nu, nu hij zyn pensioen verdiend had en hy
eindelijk rustig thuis kon biyven om met
hen samen te genieten van het gezinsleven,
dat hij zoolang had moeten ontberen.
Zouden dan al die mooie luchtkasteelen,
dit ze gebouwd hadden ineenstorten, al die
heeriyke toekomstplannen op niets uttloopen?
Met teederen )llv vol eindelooze droefheid,
keek hy naar zyn lieveling, die daar zoo
rustig sliep, nog onbewust van de snel na
derende scheiding. Met inspanning van alle
krachten hief hy zyn arm op en streek zacht
met de hand over het haar van zyn vrouw.
Door die beweging werd zy wakker en
keek ze met verschrikten blik op om hem da-
deiyk toe te lachen.
Maar het werd haar wee om het hart toen
zij de tranen in zijn oogen zag en plotseling
begreep zy.
„Liefste, wat is er?" vroeg ze met een
snik. Zy boog zich naar hem toe om het ant
woord te kunnen hooren, doch wel zacht,
maar toch verwonderiyk helder klonk zyn
stem toen hy zei: „Lieveling, ikga
sterven."
„Och, toe, Wim, liefste zeg dat toch niet,"
snikte ze. „Je wordt weer beter, lieve man.
De koorts is weg enHaar stem brak
toen ze het treurige glimlachje om zyn mond
zag, dat haar woorden logenstrafte en met
een wanhopig gebaar verborg ze haar ge
zicht in zyn kussen.
Een poosje liet hy haar begaan, terwyi hy
weer heur haar streelde.
Toen ze weer opkeek, vroeg hy: „Wil je
nuonzen jongen halen?"
Zy ging naar de woonkamer, waar haar
moeder bezig was den jongen uit te kleeden
en bracht het kind by zyn vader.
Het ventje begreep er niets van en keek
schuw naar den stillen, bleeken man.
„Geef pappa maar een kusje," zei Jo.
De kleine sloeg de mollige armpjes om zyn
hals en kustte hem herhaalde malen zooals
hij altyd deed als hy naar bed moest.
Toen Jo zag, dat het haar man teveel over
stuur maakte, haalde zy hem weg en de jon
gen, die dacht dat hy nu naar bed werd ge
bracht, keek over haar schouder heen naar
zijn vader en riep, terwyl hy met een handje
zwaaide: „Goedennacht j.<,pa!"
By dit woord barstte Jo opeens uit in
krampachtig huilen en byna had ze het kind
laten vallen, maar haar moeder greep hem
nog juist bytyds en bracht hem naar boven.
Nu kwamen op zyn verzoek ook de beide
oudjes by het ziekbed om afscheid te nemen.
Geen van belden was in staat te spreken.
Schreiend reikten ze hem de hand en de
oude vrouw drukte een kus op zyn voor
hoofd. Toen vroeg Vv'im: „Wilt u haar
helpenhet verlies te dragen?"
Belden knikten bevestigend, want hun
keel leek wel toegeschroefd en zij konden
geen enkel woord uitbreng
Slot volgt.