Abonneert U op dit blad Het pand der firma Van Willigen aan de Weststraat een prooi der vlammen Interview met Mengelberg mm WSkSm HBLDKRSCHE COURANT VAN POND! )AG g DECEMBER 1935. Catastrophale brand, die duizenden op de been bracht. 11111111SS m T'.'i lÉÉgHPj mm Visscherij. ln ln Het tweede gedeelte „Marche Funèbre" la het adagio: het strijkmaieriaal vangt aan in droeve klanken. Het crescendo volgt, met de triomfantelijk schetterende trompetten, wan neer het hoogtepunt is bereikt; doch het einde van den satz brengt ons weer terug naar het hoofdthema... aarzelend en onzeker. Het Scherzo, even rusteloos als karakteris tiek, werd met gloed gespeeld. Men moet hier Mengelberg zien dirigeeren, zonder partituur Hoe hij de bezielende motor van dit alles hoe hy dit geheele ensemble als het ware speelt als slechts één prachtig instrument. Hoe hartstochtelijk is deze man en welk een leven blaast hij deze muziek in. Een le ven, hetwelk on. ten volle doet beseffen, wat er in Beethovend brein omging, toen hij deze Eroïca schiep. De finale is o.i. het schoonste gedeelte van de Eroïca. Luister naar dit melodieuze spel, hetwelk de schepping van een grootmeester verraadt. En hoe fortuinlijk dit alles geïnstru menteerd wordt. Mengelberg is één vuur en één leven: leidt als het ware ieder speler den weg houdt desondanks het geheele ensemble zijn macht. Het einde komt: weer is het even aarzelend, als zoekt men den goeden weg... dan komt het presto-tempo en met luide fanfares van hoorns en trompetten sluit dit machtig heldendicht. Ik zal u niet beschrijven hoe men op deze vertolking reageerde: het zg genoeg te ver melden dat men minutenlang den dirigent aan het podium bond, en dat deze telkens en tel kens weer, zijn menschen liet mee-deelen het succes. De eerste ontmoeting van Mengelberg met Den Helder had men zich moeilijk harteiy kec kunnen voorstellen, Een complete opvoeding zonder muziek is m.i. ondenkbaar Natuurlijk hebben wij de gelegenheid, Men gelberg in Den Helder, benut, om den mees ter, na afloop van het concert, dat voor een nagenoeg uitverkocht huis gegeven werd, even een bezoek te brengen, hetgeen ons direct toegestaan werd. Het was alles zeer gemoedelijk. Daar stond hij, in een der kleedkamers achte^iet tooneel, bruine jas met opgestoken kraag aan, heftig trekkend aan een sigaar: de man, aan wiens muzikaal inzicht ziel een generatie verbaasd heeft, een man, die zoowel in Europa als in de nieuwe wereld een welhaast magische naam verkreeg. Nu, vraagt u maar, aldus de dirigent, wat wilt u weten? Allereerst waren wij natuurlijk ten zeerste benieuwd hoe de keninsmaking met Den Helder geweest was. Uitstekend, ik ben getroffen door de aan dacht waarmee ik beluisterd ben, en weet dat men mijn kunst begrepen heeft. Daar was contact... en 't is heerlijk voor ons zóó te spelen. Niet voor mij alleen, maar voor ons allen. Mijn meening over de accoustiek van het Casino? Geen enkele klacht over. Integen deel, het is mij meegevallen. Natuurlijk, het is geen Concertgebouw, doch waarlijk, het viel mij meer dan mee. Of ik het prettig vind, zoo in-de-provincie te spelen? Natuurlijk vind ik dat. Ik weet, dat een belangrijk deel van Nederland naar de concerten luistert, welke via de radio uitge zonden worden, en ook, van welk een groot belang het is, als men het steeds kunstmatige nu ook eens in werkelijkheid kan hooren. Dat versterkt ongetwijfeld de bestaande band. Er komt een contact, dat minder spoedig ver broken wordt. En het is toch wel vanzelf sprekend, dat wij dit prettig vinden. Over de mogelijkheid der radio, wat het uitzenden van concerten betreft, heeft Men gelberg niets dan lof. Er gaat een enorme paedagogische waarde van uit. Men luistert en soms, plotseling... kijk, daar vindt men de muziek. En Is men in de gelegenheid zoo'n orchest dan eens persoonlijk te beluisteren, wel, dan maakt men er des te eerder gebruik van. Ongetwijfeld is er ook in Nederland sinds de radio een „Aufschwung" gekomen in de liefde voor symphonische concerten en we mo gen dit gevoegelijk op rekening der radio boeken. In verband met de sport voor de jeugd, zooals deze heden ten dage bedreven wordt, merkt de ondervraagde op, dat er meer harmonie moet komen tusschen beide. Natuurlijk, persoonlijk ben lk een enthousiast sportliefhebber, doch er moet eenheid zijn. Ook de muziek eischt haaf deel en ik kan rag geen complete opvoe ding indenken zonder de laatste, iets, wat ieder beschaafd mensch met mij eens zal zijn. Op onze vraag hoe hij dacht over het in stituut van z.g. paedagogische concerten, kre gen wij een geestdriftig sescheid. Ze zijn van groot belang voor de jeugd en het is alleen maar jammer, dat ik er persoonlijk zoo wei nig aan heb... Ik ben dan ook al bijna 70 moet u weten. Vergeet u evenwei in hemelsnaam niet erbij te vermelden fojjna Hierna spraken wg nog even over algemeen heden. Mengelberg vertelt niet zonder geest drift over zijn Amerikaansche 10 jaren, hoe hg daar gewerkt heeft ln New-York aan de Philhannonie en welk een dankbaar werk dit was. Doch tevens van het zware leven daar, dat de mensch opeischt voor honderd procent. Nog even passeeren Bruno Walther. Tosca- nini, Montreux en andere dirigenten de revue, doch wij achtten thans genoeg tgd van den ons zoo charmant ontvangen hebbenden diri gent in beslag genomen te hebben en namen afscheid. Een wonderlijk mensch deze Willem Men gelberg, welke naar het praedtcaat Professor Doctor luistert. Wonderlijk... niet alleen op het podium, doch ook om het zoo maar eens te zeggen: en pantouffles. De ruiine is volkomen; 22 slangen spuiten water in een hei van vuur. Schade op verscheidene tonnen geschat. Het kapitale pand der firma Van Willigen aan de Weststraat, een der best-geoutit- 1 eerde -zaken van Don Helder is Dinsdag middag in minder dun een tiur de prooi geworden van een geweldigen brand. Van het gebouw, waaraan voor slechts luttele weken duizenden voor een ver bouwing besteed waren, Is als droevig restant overgebleven een puinhoop van verwrongen staal en zwart geblakerde steenen Een diepen indruk heeft deze cata- stroplie, welke geheel Den Helder op de been bracht, achtergelaten, temeer, daar het hier een bg de bevolking zeer popu laire zaak betrof. I Kg Pp mm* Een laaiende vuurzee baant zich een weg „De zaak van van Willigen staat in brandt!I" Het is een raadsel, hoe spoedig dit angst aanjagend bericht, reeds eenige minuten na het uitbreken, zich verspreidde en toen wij ons naar de Weststraat spoedden was het in de Spoorstraat en Koningstraat reeds een drukte van belang van voorthollende men schen. Toen wij de Palmstraat passeerden zagen wg het reeds: een rossige gloed teekende zich scherp af tegen den grijzen hemel en deed ons het ergste vreezen Op de Weststraat was het om dien tgd (nog voor 3 -uur) zwart van de menschen, op behoorlijken afstand gehouden door tal van in allerijl gerequireerde politie-agenten. En zie: als een fakkel brandde reeds toen de parterre en eerste verdieping van het enorme complex, dat vooral nu, met de Sint-Ntcolaasdagen propvol met goederen was, die de meest dankbare prooi voor vuur zijn, welke zich Iaat denken. Een sterke Zuid-Westen wind wakkerde de vlammen aan en reeds bij eersten oogopslag kon een kind constateeren, dat er van het pand, op welke wijze men de reddingspogin gen ook zou aanwenden, weinig of niets zou overblijven. Aanwezig waren op dit momment reeds diverse instanties. Wij verpamen dat als eer sten arriveerden o.a. het slangenwagentje der politie onder leiding van inspecteur Helder, die direct groot alarm liet maken, een hand pomp van H.M. „Schorpioen"' met een 25 man en een tweetal spuiten van de gemeente. In een minimum van tgd was ook vlieg kamp de Kooy present met een motorspuit, welke direct water gaf, voornamelgk op het pand van den heer de Boer, teneinde dit nat te houden. Van alle zgden rukte nog hulp aan. De marine arriveerde met groot materiaal. Zoo was daar personeel van het Wachtschip, van de Marine kazerne, van H.M. „Van Speyck" en tal van andere instanties, welke óf materiaal 6f man schappen ter beschikking stelden. Het was hopeloos: van alle kanten werd water gespoten, ook van de marine-sleepboot „Willemsoord", welke toevallig in het Werf- kanaal liggende, recht voor het doel opgesteld was, doch men kon zien, hoe dit alles reeds door de hevige hitte verdampte, alvorens het de vlammen bereikte. Inmiddels nam de brand in hevigheid steeds toe. Loeiend spoot één enorme vlammenzee uit de geheele voor- en achterzijde van het gebouw, dat men het best Het vergelijken met een laaiende fakkel. En nog wakkerde het aannog hooger grepen de vuurtongen ln de grijze en boven de hei van vlammen rossig-gekleurde lucht. Zwart van de menschen was het Sn de omgeying: zoowei aan weerszijden van het afgezette gedeelte als op de Keizersgracht. Ook op de Werf was men, zooals te begrgpen, met alle hens !>ezig het niet denkbeeldige gevaar van overwaaien van Vuur tegen te gaan. Hier waren honderden en honderden met blusch- materiaal hard aan 't werk. Voornamelijk het door de intense hitte kurkdroge dak van de loodsen werd blijvend nat gehouden. Dat dit geen overbodige moeite was, be wijst het feit. dat van de zich eenige honder den meters verwijderde „Hertog Hendrik", welke in het dok iag, de schoorsteenkap vlam vatte. Door den straffen wind werden onafgebro ken stukken vuur medegenomen, welke hoog in de lucht meegevoerd, voor den geheelen omtrek een ernstig gevaar vormden. Te kwart over 3 was het vuur op z(Jn hevigst. Het was een onvergetelgk schouwspel, deze enorme vuurhaard, deze fakkel daar te zien laaien. Krakend en donderend hoorde men daarbij gedeelten der zolderingen bezweken. Daartusschen door knapte en knetterde het: de hitte was zoo ontzettend, dat het op een afstand van 100 meter soms niet was uit te houden. Men was op dien tijd zeer bezorgd over het lot van het geheele complex gebouwen, het welk zich aan de zijde van de Doksteeg be vindt, n.1. een viertal panden. Weliswaar wer den deze danig onder water gehouden, doch aangezien de vlammen zich meermalen hoog boven deze huizen verhieven, was men onge rust over het lot ervan. Inderdaad kon men hier spreken van een catastrophe: loeiend en ziedend verhieven zich de vuurtongen, somber klonk het gedreun van instortende batken Het water siste in de zengende hitte, doch bereikte nog steeds den vuurhaard niet. De heer Dokter, welke de algemeene leiding van de blussching had, stond zorgzaam naar dit alles-vernielende vuur te kijkenzag hoe zijn menschen zich tot het uiterste in spanden het vuur te beteugelen Tal van marine-autoriteiten merkten wij op; het commando hierover had overste Lagaay, -commandant van het Wachtschip. Ook de rookontwikkeling was verbazend: dikke gele en bruine wolken verhieven zich uit het gebouw en neerslaande op de omge ving, dompelden zij deze in een uitermate sombere sfeer. De heer van Willigen, welke voor eenige weken een kapitaal ten koste heeft gelegd voor de uitbreiding van zijn zaak, waarover wij in extenso schreven, zag dit alles sprake loos aan: daar ging een levenswerk op in de vernietiging van redeloos vuurdaar ging een bedrijf, waar twee generaties zich voor beijverd hebben het groot te maken Wij spraken hem nog even en vroegen naar de vermoedelijke oorzaak. Voor den eigenaar staat het vast, dat deze aan niets anders kan worden toegeschreven dan het zelfontbranden van celluloid deurplaten, welke zich bevonden aan de achterzijde van de meubelafdeeling gelijkvloers. Hij zag rook en na het halen van een emmer water bleek reeds dat het niet meer mogelijk was het vuur op deze manier te blusschen Op fantastisch snelle wijze heeft het zich daarna ontwikkeld. Een gelukkige omstandig heid is het feit, dat in een minimum van tijd het personeel zich naar buiten heeft gespoed, zoodat dit geen gevaar liep. Van een paniek was geen sprake, dank zij het feit, dat in ÜT V jjjPy - 1 0^ fWÜ rJm - KPfpjjf ln minder dan geen tijd sloegen rook en vlammen over de geheele oppervlakte naar buiten. enkele minuten her publiek door een twee tal zijdeuren en de achterdeur weggeleid kon worden. Wei waren er tal van bedienden welke slechts met tegenzin gedwongen werden zich oogenblikkelgk buiten het gebouw te begeven. Toch waren niet allen buiten gevaar: op de bovenste verdieping, in de stoifeerderjj, be vonden zich de stoffeerder Meijer met zijn knechtje. Weliswaar had ook Meijer de sig nalen gehoord, doch door plichtsbetrachting gedwongen sloot hij allereerst de ramen, en doofde de apparaten, welke nog brandden. Het bleek toen evenwel reeds te laat te zijn om door het trapgat naar beneden te gaan. Een verstikkende rook kwam hen hier tege moet. Wat nubuiten het raam hing toevallig een takel, waarmede materiaal naar boven geheschen wordt. Zonder zich verder te beden ken heeft Meijer eerst zijn knechtje en daarna zich zelf naar beneden laten vieren. Het was meer dan tgd, want reeds brandde bij zgn gevaarvolle daling het touw van het hijsch- toestel. Twintig minuten voor half vier zagen wij voor 't eerst de muren wankelen. Er was nu geen stukje van het gebouw, of het stond in vlammen. Hoog spoot de vlam menzee ver over de daken van de huizen Dan gaat er een andere onheilspel lende mare door het volk: er is een benzine-tank, gevuld met 3000 liter benzine, welke op 't punt staat in brand te geraken En wij stonden daar: stil en bevreesd door het angstaanjagende van dit zeldzame schouw spel. Marinemenschen, holden af en aan, brand spuiten werden her en der gesleept, beve'en klonkenIn groepjes hokten de menschen van het personeel samen. Somber en gelaten moesten zij het aanzien hoe hun bestaans mogelijkheid daar ten gronde ging. Daar waren meisjes die krampachtig snikten, en mannen, die bleek met de tanden op elkaar dit alles aanzagen Weer anderen waren bezig de bewoners der aangrenzende woningen te assisteeren met het in veiligheid brengen van hun have. Nog steeds vreesde men dat er geen stuk zou overblijven van alle woningen aan de zijde van de Doksteeg. Ooit hot waterkanon van do „Willemsoord" was inmiddels in actie gekomen. Zooals men weet, werpt dit „kanon" een belangrijke hoe veelheid water met groote kracht uit. Aan eenige hoop, xtj het ook nog een gedeelte van de zaak te redden, viel niet te denken. Het gold nog slechts de beveiliging van de aan grenzende woningen, welke inderdaad ener giek ter hand genomen werd. Nog voor half vier stortte een groot ge deelte van den achtermuur met daverend geweld in. Het staal, door de ontzettende hitte inkrimpend, had deze letterlijk wegge drukt. Aan de voorzijde zag men eveneens de pui wankelen en was het duidelijk, dat ook deze slechts nog enkele minuten in-tact zou blij ven. En zie hoe de marine-menschen zich weren: boezeroenen zijn uitgesmeten en zoo in hun wolletje zwoegen ze daar op de spuiten en bij de slangen. Ook de gemeentelijke brandweer, voltalüg ter plaatse, heeft het zwaar. Men is overal tegelijk noodtg, en overal is het gevaar even groot. Half vier: Handen strekken zichvingers wijzen er wordt gegild: „daar gaat de muur". Het bl(jkt waar: in statige schommeling tracht de kolossale muur zich rechtstandig te hou den. Maar ziehg buigtbuigt naar vorenHoog lekken de vlammentongen eraanhet is één laaiende flambouw dan: daar stort zich het gevaarte naar be neden, het is een chaos van hout en steenen en ander materiaal, dat meegevoerd wordt. Ook aan de achterzijde neemt nu het vuur in hevigheid af. Het wachten is thans op het instorten van den muur aan de zijde van de Doksteeg, die nog staat. Doch ook dit is een kwestie van minuten. Weer gaat de angstige mare van de 3000 liter benzine rond, doch dan vernemen wij, dat men zich hier noodeloos ongerust over maakt, daar men met steenen de tank over dekt heeft, terwijl de motorspuit van de Kooy er circa een meter water overgespoten had. Nadat deze laatste ongeveer een half. uur water gegeven had op de woning naast het pand van Van Willigen, werd de spuit opge steld aan de andere zijde van de Doksteeg en verrichtte nuttig werk bij het nathouden der gebouwen. Ontzaggelijke hoeveelheden water werden in het vuur geworpen, voornamelijk daar, waar men vreesde, dat de huizen in de directe omgeving vlam zouden vatten. Reeds was nu ook het expeditie-gebouwtje geheel door het vuur vernietigd en men vreesde met grooten vrees, dat thans de andere woningen het slachtoffer zouden worden. Doch zooals gezegd: van aUe zijden werd een zee van wa ter op deze huizen gericht, zoodat men na eeq bang kwartier van onzekerheid mocht constateeren, dat men ging winnen op het vuur. EUnke kerels beklimmen nu de gevels om de juiste plaatsen te vinden waar men spuiten kan. Ziet, hoe daar twee tegen het belen dende pand klauteren hoe zij zich wagen tot vlak bij de vlammen Zij, die op den grond staan, roepen hun raadgevingen toe, wijzen hen op 't gevaar. Zal men de overige huizen kun nen redden t Het is een bange vraag. Wij vragen het den leiders van het dappere reddingswerk, De geheele oppervlakte van het kapitale gebouw is één vuurzee. doch zij geven ons geen positief antwoord. Herhaaldelijk laaien de vuurtongen weer op, nog geven zij den felgestreden strgd niet op. Zij zrjn nog niet tevreden met hun prooi! Men kan nu dichter bij komen. Ziet in het geel-roode schijnsel vormen van artikelen, fantastisch misvormd en verbogen. Reeds priemen droefgeestig ijzeren en om gekrulde stangen in de lucht Restanten van de muren vallen nu om, rommelend stort het materiaal neer in de hei, die het middengedeelte nog vormt Het wordt avond en zoo mogelgk wordt de aanblik van dit alles nog Indrukwekkender. Gele rook walmt hoog op, de atmosfeer wordt verstikkend erdoor. Het asfalt vat door de hevige hitte vlam, doch is spoedig ge doofd. Water wordt nu in geweldige hoeveelheden ingespoten, daar men thans een doel heeft en dit te bereiken is. Via de belendende panden, aan de zgde van de Doksteeg, zrjn tal van slangen gelegd, die ook in de ruïne van rookend en vlammend materiaal, nog steeds water spuiten. Hoog in de boomen van de Keizersgracht zit een man, die aanwijzingen geeft, waar men moet richten. Doch ook op de huizen bevinden zioh deze wak kere kerels en zie: zij hebben succes. Het is duidelijk dat men, afgezien van compUcaties, het vuur meester wordt. Het mindertaf en toe laait het weliswaar op, doch dit zijn nog slechts sporadische gevallen. Als het zoover is, zien wg om ons heen: het is verbazingwekkend, zooveel publiek er op de been is. Duizenden hebben zich aan alle kanten opgesteld en op de grachten ziet het zwart van het volk. Ook de achterkant van het gebouw spuwt dikke rookwolken uit. Wg spreken nog iemand van het personeel het is een jonge kerel en hij verbijt zich kan niet spreken van emotie. Weer anderen, bewoners der nabggelegen huizen, staan bij hun have, somber en strak. Wg baggeren over de Weststraat, die één groote sloot is van het water. Aan de voor zijde is het pleit reeds beslecht en behoeft men geen vrees meer te koesteren. Toch houdt men zonder onderbreking het water op de steeds weer opspringende vlammen. Doch de koolzwarte en verwrongen contouren van stukken muur steken reeds somber omhoog., hier hebben de vlammen reeds geen vat meer op Langzamerhand krijgt men nu een duidelijk overzicht van den ramp. Men ziet thans ook de schade, welke de aangrenzende perceelen geleden hebben. De bovenverdieping van het huis van den heer Mahieu werd goeddeels ver woest door het vuur, evenals het winkelhuis van den heer de Boer. Ook van de overige huizen was de waterschade belangrijk. Behalve de reeds genoemde instanties zagen wij op het terrein burgemeester Driessen, welke vanaf het begin aanwezig was geweest en tal van raadsleden. Eveneens Dr. Rienks met den geneeskundigen dienst en personeel van het marine-hospitaal. Na half vijf minderde het vuur snel en het wordt thans een kwestie van tijd en nat houden. De avond valtsomber dryven de rook kolommen over de kale boomen van de West straatAf en toe flikkeren de vlammen weer hoog op, doch de strijd is gestreden. Geen spuit echter wordt op non-actief ge steld. Integendeel, men wil alles voorkomen om een mogelijkheid tot overslaan te voor komen. Het wordt later: steeds minder wordt het vuur, doch het zal wel morgen worden alvorens alles gedoofd is. Wellicht nog later... Bij het vertrekken van het tooneel van den brand hebben nog even stil gestaan en omge zien: waar eertijds de trotsche zaak der firma stond gaapte een leemtebrokken muur stonden nogzwart en smeulend. Dit alles was EENS „Van Willigen" geweest.....* Eens Wat overbleef,... Woensdagmiddag Publiek dromt saam op Weststraat en Kei zersgracht, vele ooogen zijn gericht op den enormen puinhoop, welke vóór 24 uur nog een welvarend bedrijf vas, waar een doorloopend va et vient van koopers zich door de wente lende tourniquets spoedde Een puinhoop Politieagenten zijn op de hoeken der zij straten geposteerd, kijken scherp toe op de komenden en gaanden. Dikke rookwolken kringelen omhoog, en als wij voor de ruiine staan, zien wij een rooden gloed tusschen de overblijfselenAf en toe laait even een vlam op. Personeel van de firma is hard bezig de brandkast, waarin zich de waardevolle papie ren en bescheiden bevinden, op te delven uit den chaos. Met strakke gezichten zijn ze bezig, wroeten en graven in zwarten en bruinen rommel, treurige overblijfselen van eertijds luxe- en huishoudelijke voorwerpen. Er wordt weinig gesproken: wat valt er trouwens te zeggen Het is onbegrijpelijk, op welke wijze het vuur huisgehouden heeft. Letterlijk niets is gespaard. Hier en daar treft men tusschen de berookte en besmeurde restanten een stuk plateel aan, soms een verwrongen emmer of verbrijzeld glas van ondefinieerbare artikelen. In smerige beekjes zoekt het bluschwater een doorgang, stroomt weg in het kanaal, dat roetzwart ziet. Aan den achterkant slaan de vlammen naar buiten. En plots krggt men bij het aanschouwen van dit alles een idee van het noodlot, dat over dit prachtige complex streek, het noodlot, dwaas en redeloos. In de bovenste takken der boomen aan de Keizersgracht zit een drietal zwarte vogels: het zgn kraaien Een meer sprekend symbool voor deze ramp was moeilijk denkbaar. „Al het mogelijke zal gedaan worden het bcdryf gaande te houden." Zoo spoedig mogelijk hebben wij ons met den heer Van Willigen persoonlijk ln verbin ding gesteld en hem gevraagd wat zijn plan nen zijn, temeer daar men allerlei dwaze ge ruchten verneemt en heel Den Helder vol U over de ramp, welke deze zoo populaire zaak trof. „Er is geen bedrijfsverzekering gesloten, doch dit neemt niet weg, dat men alles in het werk zal stellen om het bedrijf gaande te houden. En dat zoo spoedig mogelijk", aldus de heer Van Willigen. De heer Van Willigen vertelde ons welk een prachtige medewerking hij van zijn personeel had, hoe men meeleefde in deze noodlottige uren. Op onze vraag naar de grootte der geleden schade kon men ons geen bescheid geven, daar men geen idee heeft welke waarde er verloren is gegaan. Wat de verzekering betreft: de geheele in ventaris werd verzekerd bij de N.V. Arnhem- sche Verzekering Mij. tegen Brandschade van van 1809, en het pand bij de N.V. Nederland- sche Mg. voor Brandverzekering te Tiel. Voorts vernamen wij nog, dat beide kassa's één beneden en één boven) gered zgn gewor den. De brandkast, waarin zich alle papieren en bescheiden bevonden, werd Woensdagmid dag onder het puin vandaan gehaald. Het bleek, dat de inhoud zich nog in bruikbaren toestand bevond. Voorts werd... niets gered. Ook wij werden geroerd door het sobere relaas, hetwelk ons de heer Van Willigen ver telde... De heer Van Willigen was vergroeid met zijn zaak, had deze lief. En nu dit...... wy zyn er van overtuigd, dat velen in Den Helder met ons deze catastrophe zullen be treuren. SINT-NICOLAAS-SOIRÊE IN „MUSIS SACRUM". Men schrgft ons: Zaterdag zal St. Nicolaas in optima forma met eigen orkest deze buitengewone soirée be zoeken. Het belooft een avond ,(en nacht) te wor den waar dans en attracties elkaar zullen af wisselen. St. Nicolaas zal de feeatpolonaise leiden en brengt voor „de Band" de nieuwste „schlagers" mede. ST. NICOLAAS-SOIRÊE MET DE BAND VAN 7. Zaterdag wordt in Casino een soirée gehou den met de populaire Band van 7. Aangemoe digd door het groote succes van j.l. Zaterdag zullen ook thans weer enkele shownummers ten beste gegeven worden. Voor bijzonderheden verwy'zen wg naar do advertenties. CABARET-VOORSTELLING MET CHRIS DE LA MAR, In Casino treedt Zondag een cabaretgezel schap op, waarbij o.a. de gevierde Chris Je la Mar, welke bij het Heldersche publiek geen onbekende genoemd mag worden. Hoewel deze avond grootendeels aan de humor gewijd is, heeft men toch een plaats ingeruimd voor één der beste schetsen van Chris de la Mar „Trein 620", waarin hy op meesterlijke wgze zes verschillende rollen vervult en de. toeschouwer uitermate boel':. Verder optreden van het Opera-duet Jo en Piet Schuurman, ln hun komische nummers, muzikale begeleiding door Rosette en Jules. Voor de uren van plaatsbespreken verwij zen wij naar de advertentie in het blad van gisteren. Naar Minister Deekers in de Tweede Ka mer heeft medegedeeld, in verband met de overbevissching, laat het zioh nu wel aan zien, dat er van een pufverbod wel niets zal komen! Het doet ons genoegen, dat de Minister heeft verklaard, dat het vraagstuk van de vischconserveering thans in onderzoek is. De minister opperde de vrees of onze conserven wel zouden kunnen concurreeren met de Por- tugeesche conserven, omdat de visschers zoo sober leven. Dit zal by het onderzoek dan wel blglcen. Hoofdzaak is of deze conserveering en filleering, waarvoor de heer Van der Bilt warm gepleit heeft, tot stand zal komen. We meenen toch, dat, nu het vraagstuk is aan gesneden, het tot in de finesses zal worden uitgewerkt. Als groote tegenwaarde geldt thans het vischbedrgf in stand te houden. Immers we werken tegenwoordig met wat andere fac toren dan eenige jaren terug en deze factor kan, in verhouding tot de Portugeesche toe standen, misschien nog niet zoo slecht uit vallen. Gepleit is ook voor de belangen van de Vis- scherg op de Wadden. En we mogen veron derstellen, dat daarbg de Waddenzee niet zal worden vergeten. Het planten van Fransche zaaioesters werd eveneens bepleit. Men herinnert zich, dat we ook voor de Waddenzeeoester gewezen hebben op planting van deze zaaioesters. Wat betreft het grooter gebruik van visch in het binnenland zeide de Minister, dat, on der zyn bewind van Minister van Defensie, een vischdag voor de soldaten was ingesteld. Maar er zgn nog meer rijksinstellingen, waarvoor zoo'n vischdag kan worden voor geschreven, zooals gevangenissen en werkin richtingen. En we denken, dat, als tegen een civiel prysje, algemeen gebakken visch zou worden venkrygbaar gesteld, dat de afname groot zou zyn. Een proef er mee te nemen, zou den kop niet kunnen kosten. Wat er van kome, verheugend in elk geval is, dat er aan de visscherij flinke aan dacht is gewyd. Een rookende puinhoop bleef over.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 10