Buitenlandsch Overzicht. HET GESTOLEN KIND Geen weercorpsen in ons land. VARA NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA No. 7683 EERSTE BLAD DONDERDAG 5 DECEMBER 1935 63ste JAARGANG KONIÜN's AUTOMATIC (dag en nacht) Diverse Winterschotals, Nassi- Goreng en Bahmi, alles 25 c. p. p. De Belijdenisbeweging in Duitschlanrï EEN VERHAAL UIT AFRIKA De amnestie in Griekenland. BINNENLAND Ondei wijsbezuiniging. De nood onder de verwaarloosde kinderen De troepen-verdeelingin ons land Hertogin Adolf Friedrich van Meclenburg in de Residentie. Zwertbroek contra de Departement van handel, Nijverheid en Scheepvaart. COURANT Abonnement per 8 maanden bij vooruitbetHeldersche Courant 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.66; binnenland 2. Nederl. Oost- «n West-Indlë per zeepost 2.10, Idem per mail en overige landen 8.20. Losse nos. 4 ot; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct. Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.—. Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureaul Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-OIrorekening No. 16066. ADVERTENTIËN» 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 16 ct per regel, minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct Besprekingen tusschen de Fransche en Engelsche minister van buitenlandsche zaken. Engeland en de sancties tegen Italië De opening van het Britsche parlement. De autonomistische beweging in Noord-China Diplomatieke besprekingen Nu op het oogenblik geen conferentie of comm.-vergadering de directe aandacht vragen gaat vanzelfsprekend de belangstelling uit naar besprekingen die de diplomaten onderling voeren. In Fransche po litieke kringen hecht men, naar het A.N.P. uit Parijs meldt, groote beteekenis aan de tegen Zaterdag aangekondigde besprekingen tusschen den Franschen minister-president Laval en den Britschen minister van buiten landsche zaken, Sir Samuel Hoare. Men is van meening, dat voor het bijeenkomen van de Commissie van Achttien te Genève, die zich met het petroleum-uitvoerverbod naar Italië zal moeten bezighouden, nog een laat ste poging tot verzoening gedaan zal moeten worden. De strekking van de voorgenomen ver scherping der sanctie-maatregelen doet in po litieke kringen te Parijs de vrees rijzen, dat de kans op vreedzame bijlegging van het Ita- liaansc.h-Abessijnsche conflict nog veel ge ringer zal worden dan zij reeds is. Men verwacht daarom dat het aanstaande onderhoud uitsluitend om de Abessijnsche kwestie zal gaan en dat de beide ministers zullen probeeren een basis tot overeenstem ming te vinden om zoowel voortzetting der vijandelijkheden in Abessinië als een verVre verscherping der sancties te voorkomen. Wjj vreezen dat het hierboven geuite Fran sche standpunt, betreffende de verscherping van het conflict, door de uitbreiding van de sancties, juist is. Engeland en de sancties In tegenstelling met bovenstaand standpunt is dat van Reuter, naar aanleiding van de Brit sche kabinetsraad, die Maandag gehouden is, en waarover o.m. het volgende wordt gemeld: Uit het feit, dat men in principe besloten is bij den Volkenbond een uitbreiding van de sancties voor te stellen door een embargo te leggen op petroleum, is wel af te leiden, dat men kan aannemen, dat deze maatregel zal worden toegepast. Naar men reden heeft om te vermoeden, zullen de Amerikaansche pe- troleummaatschappijen Genève volgen en misschien zelfs wel voorgaan. Wat betreft de uitwerking van dezen maatregel geloofde de meerderheid dat de Italiaansche regeering bereid zal zjjn aan vredesonderhandelingen deel te ne men en, of zelf een voorstel zal doen of voorstellen zal afwachten van de Fran sche en Engelsche deskundigen, wier werkzaamheden van belang zijn geweest. Bij de voorstellen zal voorop moeten staan dat de Abessijnsche regeering zich hierbjj neerlegt. De situatie aan de fronten doet trouwens niet vermoeden, dat de negus tot aanzienlijke offers bereid zal zijn. Vermoedelijk zal het kabinet nog tweemaal de kwestie van het petroleumembargo be spreken alvorens aan Eden instructies te ge ven. In dien tusschentijd zullen de besprekingen tusschen Hoare en den Amerikaanschen on derstaatssecretaris Philipps, die zal deelne men aan de vlootconferentie en tusschen Hoare en Laval plaats vinden. dat ziet zeker in de eerste plaats ook op vlootuitbreiding of versterking. De autono mistische beweging in China Opening van het Britsche parlement Dinsdag is het Brit sche parlement geopend In verband met het overlijden van zijn zus ter, prinses Victoria, had de opening niet plaats door de koning en koningin. De lord- kanselier heeft de troonrede voorgelezen, die met de volgende zinsnede begon: „Mijn betrekkingen met de vreemde mo gendheden bleven vriendschappelijk. De bui tenlandsche politiek van mijn regeering zal, als tot dusver, gegrond zijn op een krachti- gen steun van den Volkenbond. „Mijn regeering zal bereid blijven de ver plichtingen van het handvest te vervullen, in samenwerking met de andere leden van den Volkenbond en is vooral vastbesloten ten allen tijde al haar invloed aan te wenden tot behoud van den vrede. „Tengevolge harer verplichtingen acht mijn regeering zich verplicht in samen werking met ongeveer 50 andere staten leden van den Volkenbond zekere maat regelen van oeconomischen en financiee- len aard te aanvaarden ten aanzien van Italië, maar tezelfdertijd zal mijn regee ring voortgaan haar invloed uit te oefe nen ten gunste van een vrede, die aanne melijk is voor Italië, voor Abessinië en voor den Volkenbond. Ten aanzien van de vlootconferenties zegt de Koning: „Ik heb met voldoening verno men, dat alle uitnoodigingen zijn aangeno men en ik hoop van harte, dat haar werk met succes zal worden bekroond." De troonrede zegt verder nog: „De uitvoering van onze internationale ver plichtingen op grond van het Handvest van den Volkenbond, niet minder dan de verzeke ring van een voldoende veiligheid van mijn Rijk, maken het dringend noodig, dat de ga pingen in mijn verdedigingskrachten worden aangevuld. „Ter gelegener tijd zullen mijn ministers in het parlement voorstellen Indienen, welke zich zullen beperken tot het minimum, dat voor deze beide doeleinden vereischt is. Wat de binnenlandsche politiek betreft zegt de Koning: „Mijn ministers zullen voortgaan de alge- meene herleving van handel, industrie en landbouw aan te moedigen en zullen hun bij zondere aandacht schenken aan die streken, waar de werkloosheid bijzonder ernstig is. Wij laten het bij dit uittreksel. Weinig be moedigend, ook voor de a.s. vlootconferentie, is de mededeeling van den koning om de „verdedigingskrachten aan te vullen", want Naar te Tientsin ver luidt zou er een oplos sing in zicht zijn van de moeilijkheden door de autonomistische bewe ging ontstaan. Deze oplossing zou neerkomen op een over winning voor 75 pet. van het Japansche Kwantoeng-leger, dat steeds de hoofdrol heeft gespeeld in de Noord-Chineesche autonomie beweging, vastbesloten als het was, de Noor delijke provincies los te wrikken van het Centrale bewind te Nanking. Reuter meldt nog uit Tokio: Volgens het agentschap Rengo is de met groote spanning verbeide tweede ontmoeting tusschen Ariosji en Tsjiang Kai-sjek te Nan king voor onbepaalden tijd uitgesteld, wegens het vertrek van Ho Jing-tsjin naar Peiping. Daar de Nanking-regeering geen acht slaat op het van Japansche zijde duidelijk tot uiting gebrachte misnoegen over de missie van Ho Jing-tsjin in het noorden, zijn verdere onder handelingen tusschen Japan en China over de kwestie van de noordelijke provincie doel loos. Naar Reuter verneemt, heeft de Chineesche ambassadeur te Londen in een gesprek met den minister van buitenlandsche zaken, Hoare, er de aandacht van de Britsche regeering op gevestigd, dat het negen- mogendhedenverdrag door Japan is geschon den. De stap van den Chineeschen gezant maakt een onderdeel uit van de reeks diplo matieke maatregelen van China, ter voor koming van de tot stand brenging van een autonoom Noord-China onder Japansche in vloed. PIRANDELLO OFFERT MEDAILLES. De Italiaansche schrijver Luigi Pirandello heeft den duce 4 gouden medailles aangebo den, waaronder de grootste in zijn bezit n.1. die welke hem werd verleend bij het toeken nen van den Nobelprijs voor letterkunde. De Dinsdag gepubliceerde scherpe verorde ning van minister Kex-rl, die reeds vandaag in werking treedt, beoogt de Belijdenisbewe ging in de evanagelische kerk het bestaan onmogelijk te maken. Niettemin zouden haar leiders, met dr. Nie- möller aan de spits, volgens den Berlijnschen correspondent van de Daily Tel. vastbetsloten zijn zich tot het uiterste te verzetten tegen de thans opgelegde staatsvoogdij. De corres pondent hoorde „in welingelichte kringen", dat gedacht wordt aan eenstaking. „Als de 5000 geestelijken, die tot de Belijdenisbe weging behooren, weigerden huwelijken te sluiten, den doop en de aanneming te ver richten en bij ter aarde bestellingen tegen woordig te zijn, zou Kerri zich misschien ge noodzaakt kunnen zien, wat zachtere metho den te kiezen". Een uitdaging van de belijden! skerk. Reuter meldt uit Berlijn: De oppositioneele geestelijkheid heeft Kerrl uitgedaagd door in een kerk in een van de voorsteden de verboden bevestiging van vijf studenten in de theologie uit te voeren. De eed werd afgenomen door den predikant Sibe- FEU1LLET ON 8) Ze keek om zich heen. De dragers! Waar zijn ze? Hij begon hun namen te roepen. Kribali! Natuga! Susambo! Er kwam geen antwoord en zijn gezicht Verduisterde. denk, dat ze er vandoor zjjn gegaan. We zullen ze wel terugvinden in het kamp. We moesten maar op weg gaan. Maar... Wal ter? We kunnen niets doen zonder gereed schappen. Kom! Als we de mannen gevonden hebben, zullen we terug komen. Is dat jouw geweer, dat daar ligt? Hij liet haar handen los en ging het halen maar raapte alleen maar een helft op. Het was in tweeën gebroken, doordat een van de olifanten er zijn logge poot op gezet had. Hij liet het haar zien en gooide toen het onbruik bare stuk weg. Daarop nam h|j haar bij de hand. Kom mee, Honor. Ze gingen langzaam terug langs denzelf den weg, dien ze zoo haastig afgelegd had den achter de olifantenkudde aan. Toen zjj buiten het bosch kwamen, vielen de zonnestralen brandend op hen neer en de heele wijde vlakte lag te verzengen in de gloeiende hitte. Langen tijd spraken ze geen van beiden, maar één keer bleef Mannering staan, mid den in het hooge gras, dat tusschen hen en het kamp lag. Luister eens. Hoor je niets, Honor? Nee! Wat... Ik dacht dat ik stemmen hoorde, maar ik moet me vergist hebben. Ze vervolgden hun weg en niet lang daar na kregen ze het kamp in het oog. Niets be woog er, alles was doodstil. We zijn per slot van rekening nog de eersten, zei Mannering. Maar toen ze de groene tenten bereikt hadden, zag hij, dat hij zich vergist had. Het geheele kamp was overhoop gehaald, kleeren waren op den grond gegooid, blikjes met etenswaren waren open gebroken en leeggemaakt, al de voorwerpen van waarde waren verdwenen. Hemel, fluisterde hij, toen hij begreep wat dat alles beteekende. Wat is er? vroeg Honor verwonderd. Die zwarte beesten zijn er vandoor! Ze hebben alles leeggeplunderd. Hij staarde hulpeloos om zich heen, zijn ge zicht was vertrokken van woede. Het meisje staarde sprakeloos naar de wilde, verlaten omgeving. In de verte weerspiegelde zich de gloeiende hemel in het gladde meer; om de heuvels, die de horizon begrensden, trilde de brandend-heete lucht en om hun toppen hing een vale nevel. Breede, verblindende pij len van zonlicht schenen de aarde te door boren. Licht en schaduw waren overal pijnlijk scherp afgeteekend, het bosch leek een som bere, zwarte lijn, de vlakte één massa van vt u-gloeiend licht. En terwijl ze daar stond te staren, peinzend over het smartelijk ge beuren van eenige uren geleden en over al les... dat nog volgen kon... een eindelooze zee van mogelijkheden, in dit meedoogenlooze land bekroop haar de vrees en niettegenstaande de brandende hitte huiverde ze. HOOFDSTUK H. De zon stond laag aan den hemel, er was geen wind en alle geluiden waren verstomd in de brandende hitte. Alles was doodstil en Honor Donthorne zat in de schaduw van haar tent en staarde afwezig naar een paar bultige pakken, die daar lagen... Mannering's werk. Ze wist, dat, hoewel de inhoud van de pak ken nauwelijks toereikend was, Mannering en zij onmogelijk meer konden dragen. Met die luttele hoeveelheid levensmiddelen zou Sir George haar trachten terug te brengen naar cultuur en beschaving, naar een plaats, waar het leven niet zoo meedoogenloos wreed was. Het was een lange weg naar de dichtstbij zijnde Belgische post en de gids was tegelijk met de dragers verdwenen en ze vroeg zich af, of ze hun tooht ooit ten einde zouden bren gen. In de tent naast haar, vanwaar zoo nu en dan een flauw geritsel tot haar doordrong, was haar metgezel bezig de kaart te bestu- deeren. Ze had duidelijk gezien kveretaoin eta deeren. Ze had al dadelijk op zijn gezicht ge lezen, dat ook hij zich lang niet zeker voelde over den goeden afloop van de reis, hoewel zjjn woorden hoopvol genoeg hadden geklon ken. Een beweging in de aangrenzende tent on derbrak haar gedachten en een paar secon den later stond Sir George Mannering in de ingang van haar tent. Zijn gezicht stond be zorgd, maar hij sprak met een geforceerde opgewektheid. Ik heb het heelemaal uitgewerkt, Ho nor! We kunnen M'Bua bereiken in vijftien dagen... We moeten over een uur op weg gaan. Het meisje knikte toestemmend. Het was heter zoo gauw mogelijk, al was het dan ook snikheet, te vertrekken, dan nog langer hier lius, bijgestaan door ds. Niemöller, die beiden het gevaar liepen onverwijld gearresteerd te worden. Totdusver is er echter niets tegen hen ondernomen. De bevolking heeft, naar A. N. P. meldt, de personen, die door de amnestie weer in vrij heid zijn gesteld, met geestdrift ontvangen. Zij riepen „Leve de Koning, leve Venizelos". Men meldt, dat Venizelos te Napels de „be genadigde" Grieken zal begroeten, die naar het vaderland terugkeeren. Hij zou hun aan raden zich geheel aan de zijde van den ko ning te stellen indien deze voortgaat met zijn politiek van nationale verzoening. In het verslag van het mondeling overleg dat de commissie van voorbereiding der Tweede Kamer na het ontvangen van de Me morie van Antwoord nog heeft gepleegd met den Minister van Onderwijs, lezen wij: De Minister handhaafde de opvatting, dat het de voorkeur verdient, dat uitdrukkelijk wordt gesproken, dat voor een tijdvak van vijf jaar niet aan de stichting van nieuwe scholen wordt gedacht. In geheel onvoorziene omstandigheden, bjjv. als een school geheel door brand vernield wordt, blijft een regeling ad hoe steeds mo gelijk. In het Decembernummer van het „Tijd schrift voor Armwezen, Maatschappelijke Hulp en Kinderbescherming", schrijft de secretaresse van de Centrale Propaganda- Commissie o.m, een bijdrage, waarin krachtig aangedrongen wordt op een zeer intensieve actie voor den verkoop der prentbriefkaarten en postzegels. Er zijn altijd geweest en, menschelrjkerwjjs gesproken zullen er altijd zijn, gebrekkige kinderen, zieke en zwakke kinderen en, helaas vele, zeer vele, verwaarloosde kinderen. Voor deze kinderen wordt zooveel mogelijk gezorgd; de bijzonder zorgvuldige opvoeding welke zij behoeven kan hun worden gegeven, mitser voldoende geld is. En dat is er op het oogenblik niet. Dagelijks krijgen we onder de oogen de meest droevige rapporten over den nijpenden nood van vele onzer beste in stellingen, groot en klein, die onzegbaar veel goeds zouden kunnen doen wanneer ze er maar toe in staat gesteld werden. Wat moet er van al de kinderen worden, waarvan vast staat dat zij de opvoeding bui tenshuis noodig hebben en die nu, uit geld gebrek, niet kunnen worden ondergebracht! De schrijfster besluit haar bijdrage met de volgende opmerkingen: „Mocht nu Nederland begrijpen dat hulp alleen mogelijk is doordat jaarlijks uit vrij willige bijdragen zóóveel wordt bijeengebracht dat tenminste het evenwicht hersteld wordt tusschen het meest noodige werk en de minst kostbare uitvoering: opname van alle kinde ren voor wie het noodzakelijk is. De postzegels en briefkaarten zijn het mid del bij uitstek om dezen plicht te vervullen." In een nota naar aanleiding van het ver slag der Tweede Kamer inzake de begroo ting van het Departement van Defensie voor 1936 verklaart de minister, er overwegend bezwaar tegen te hebben, gegevens omtrent de troepen welke in de Zuidelijke en Ooste lijke provinciën beschikbaar zjjn ter bescher ming van de strategische punten tegen plot selinge overvallen, openbaar te maken. Zulks acht hij niet in 's lands belang, mede op grond van het geheim karakter der genomen of te nemen maatregelen. De besparing in 1936, verkregen door de opheffing van het vooroefeningsinstituut be draagt in totaal f 768.784. Ingediend is het aangekondigde wetsont werp, houdende voorzieningen omtrent weer corpsen. Reeds sedert eenigen tjjd, aldus de toelich ting, heeft de regeering met bijzondere aan dacht de meer en meer tot uiting komende neiging van bepaalde politieke groepen in den lande gadegeslagen om, hetzij binnen, hetzij naast de partij, doch met haar nauw verbon den, organisaties te vormen, welke zich onder omstandigheden kunnen leenen tot daadwer kelijke machtsontplooiing. Bij toenemende ont wikkeling kunnen dezen zonder veel moeite worden omgezet in een soort particuliere legercorpsen. Preventie is hier noodzakelijk. Behoudens toelating b|j of krachtens alge- meenen maatregel van bestuur zullen blij kens het wetsontwerp verboden zijn het tot stand brengen van weercorpsen, het daarvan deel uitmaken, en het steunen van deze. Or ganisaties zullen reeds onder het verbod vallen, zoodra zij zoodanig optreden, dat in haar activiteit met grond kan worden gezien een voorbereiding voor hetgeen tot de taak behoort van weermacht of politie. Onder deze formule valt alles, dat gericht is op verdedi ging tegen een buitenlandschen of binnen- landschen vijand, en op handhaving van rust en orde, of bescherming van personen of goe deren. Wanneer het verbod van weercorpsen een maal zal zijn tot stand gekomen, zal overtre ding daarvan aangemerkt moeten worden als een vergrijp, dat een ernstig karakter heeft; er bestaat alle aanleiding om den opzetteljj- ken vorm van overtreding van het verbod te stempelen tot een misdrijf, terzake waarvan veroordeeling tot gevangenisstraf zal kunnen geschieden, terw|jl het bovendien gewenscht moet worden geacht, de mogelijkheid open te stellen, dat de bedrijvers zoo noodig door toe passing van preventieve hechtenis b|j voorbaat onschadelijk worden gemaakt. Eenige dagen gast van H.M. de Koningin. Met den Staatsspoortrein van 10.03 uur is Dinsdagmorgen in de residentie aangekomen Hertogin Adolf Friedrich van Mecklenburg, schoonzuster van H.M. de Koningin. De Her togin werd aan het station verwelkomd door de Koningin, waarna beide vorstelijke per sonen zich naar het Paleis Noordeinde be gaven, waar de Hertogin eenige dagen als gast van H.M. haar intrek zal nemen. Nog een nasleep van vacantiebijslag dragen. uitkeering pensioenbij- De zaak Zwertbroek contra de Vara heeft nog een juridische nasleep gekregen. Toen de heer Zwertbroek op 1 April 1934 de Vara verliet, was hem oorspronkelijk nog een jaar salaris, benevens vacantiebijslag en pensioen-bjjdrage toegezegd. Wol betaalde de Vara hem een jaar salaris uit, maar weigerde de pensioenbijdrage en vacantiebij slag uit te keeren, groot 820. De heer Zwertbroek probeerde nog een schikking tot stand te brengen, de Vara weigerde echter elke minnelijke medewerking omdat ze meende, gezien de houding van den heer Zwertbroek, daartoe niet verplicht te zijn. Hierna gaf de heer Zwertbroek zijn raads lieden, mrs. F. W. Goudsmit en Ed. Emme- ring te Amsterdam opdracht, de Vara te dezer zake gerechtelijk aan te spreken. Voor de Vara treedt op mr. M. van der Goes van Naters te Heerlen. De memorie van antwoord. Verschenen is de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer op het voorloopig ver slag over de Rijksbegrooting 1936 betreffende het Departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart. W|j ontleenen er aan: De Minister stemt geheel in met de van verscheiden zijden gemaakte opmerking, dat z|jn taak voornamelijk zal bestaan In het ne men van maatregelen tot behoud en verrui ming der werkgelegenheid. Vast staat, dat de Nederlandsche industrie op den duur in staat zal moeten zijn, op de wereldmarkt te kunnen concurreeren. Indus trialisatie behoeft in het algemeen gesproken, den uitvoer niet te belemmeren. Het Ned. fabrikaat. Een wettelijke regeling, welke beoogt mis leiding van het publiek met betrekking tot de aanduiding van Nederlandsche herkomst van goederen tegen te gaan, is in vergevorderden staat \lxn voorbereiding. Tegenover een algemeen stelsel van export premies staat de Minister afwijzend. Naar aanleiding van de opmerking van ver scheidene leden als zou het handelsverkeer met Zuid-Oost-Europa vrijwel geheel z|jn stil gelegd, doordat handelsverdragen met de daar gelegen staten, behalve met Bulgarije, ontbre ken, of daar niet worden uitgevoerd, zij er op gewezen, dat deze opmerking in haar alge meenheid onjuist is. Het is het voornemen van den Minister zoo veel mogelijk tot uitbreiding der handelsbe trekkingen te geraken, speciaal ook met die landen, waarmede tot nu toe geen handelsver dragen z|jn gesloten. Daartoe z|jn in de eerste plaats onderhan delingen geopend met de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, welke een gunstig ver loop hebben en binnenkort tot afsluiting zullen komen. Her is niet gerechtvaardigd de werking van het contingenteeringsstelsel in het algemeen onbevredigend te noemen. Voor zoover bestaande contingenteerings- maatregelen geheel of gedeeltelijk zouden wor den vervangen door verhoogde invoerrechten, mag daarin niet een zwenking op tariefpolitiek gebied worden gezien. Het aandeel van Rotterdam en Amsterdam in het totaal goederenverkeer langs den Rjjn Is sinds den aanvang van dit jaar relatief ten opzichte van Antwerpen eenigermate ver minderd. Ten aanzien van de noodzakelijkheid om te geraken tot verlaging der haven- en kade- gelden en andere plaatskosten van onze zee havens, neemt de Regeering het standpunt in, dat het treffen van maatregelen terzake in de eerste plaats ligt op het terrein van de be trokken gemeentebesturen. Ned. havens contra Antwerpen» Het standpunt van sommige leden, dat de regeering onze havensteden als gemeenten laat optornen tegen Antwerpen, dat den ge- te blijven. Toen schoot haar plotseling iets te binnen en ze zei langzaam: Je zou me nog iets vertellen over Wal- ter... Ze brak de woorden af, toen ze Mannering's gelaat plotseling pijnlijk zag vertrekken. Een oogenblik aarzelde hjj, toen zei hij onzeker: Het is niets van belang, Honor... Wal ter is niet meer in leven... en... en... Ik zou het graag willen weten, George, zei het meisje rustig. Hjj aarzelde weer, toen zei hjj haastig: Laten we er liever niet op doorgaan. De... zie je, en het was eigenlijk niet meer dan een vermoeden. Wel... Zij wierp een aarzelenden blik achter de wolfsmeikplanten achter de tenten en ze zag, dat het antwoord op haar vraag bevestigend was. Een oogenblik stond Mannering bij zich zelf te overleggen, wat hjj doen zou, toen ant woordde hij: Kom, misschien heb ik me vergist! Hjj wendde zich om en begon langzaam de helling naar de reuzeplanten op te klimmen. Honor volgde hem, tot hjj zich bukte en rond tastte in het lange gras, waar hjj Donthorne dien morgen vroeg had gezien. Bjjna dadeljjk richtte hij zich weer op, en in zijn hand glin sterde het pistool, dat zjjn vriend daar ver borgen had. Het meisje herkende het en plot seling begreep ze wat dit alles beteekende. Was het dat? vroeg ze onzeker. Ja! Hjj was hier, toen ik vanmorgen uit mjjn tent kwam. Ik denk dat hjj vergat wat hjj van plan was, toen hjj de olifanten hoor de. Hjj brak zjjn woorden plotseling af, toen het meisje snikkend haar gezicht in haar handen verborg en deed een stap naar haar toe, terwjjl het pistool uit zjjn hand glipte. Hij legde zacht zjjn handen op haar schou ders. Honor! fluisterde hjj snel, trek het je niet zoo aan, Hjj was overspannen en per siot van rekening is het toch de olifant ge weest, die... die... Ja! Goddank! Het meisje lichtte haar bleek vertrokken gezicht op. Er glinsterden tranen ln haar oogen en in den man voor haar welde een gevoel op, dat sterker was dan medeljjden. Honor, zei hjj overredend. Tob er niet langer over. Hjj had niet gered kunnen worden. En je heele leven ligt nog voor je. Je weet wat ik... en Walter... hoopten. Lief ste, ik weet dat het een droevig oogenblik is, maar ik heb je lief. Je weet het en nu we alleen zjjn en afhankelijk van elkaar, zal ik al het mogelijke voor je doen; en jjj... Hjj brak af, toen ze een beweging maakte als een kind ,dat in een paar krachtige ar men een schuilplaats zoekt. Zjjn handen gle den weg van haar schouders, hjj sloeg zjjn armen om haar heen; en zoo stonden ze lan gen tjjd in de schaduw van de groote blade ren, zwjjgend, want woorden waren over bodig. Tenslotte maakte Honor zich los uit zjjn armen en zei rustig en wel naar het hem toescheen met buitengewone zelfbeheersching Het wordt tjjd voor ons om op weg te gaan, George. Ze liepen samen zwjjgend de helUng af en maakten de laatste toebereidselen voorden tocht, zonder met een enkel woord te zin spelen op wat daar ginds bjj de wolfsmeik planten gebeurd was. Twintig minuten later waren ze op weg, terwjjl ze hun weinige bezittingen droegen in een soort draagbaar, die ze gemaakt hadden door het linnen van de kleinste tent over een paar lange stok ken vast te spjjkeren. De richting die z|j volgden leidde naar het zuidwesten, langs het woud, maar ze zorgden buiten de boomen te blijven. De bodem was vol kuilen en gaten, van tjjd tot tjjd door kruisten ze een lange strook gras, waardoor zacht ritselend de wind zong, soms kwamen ze langs mimosa en cactusachtige boomen die hun groene, leerige armen zwjjgend om hoog hieven naar den brandenden hemel. Steeds gingen ze voort. Meestentijds zonder een woord te zeggen. Ze liepen door de beddingen van opge droogde rivieren en trachtten zooveel moge lijk de doornige verugerla struiken te ver mijden. Laat in den middag kwamen ze plot seling bij een klein meer, dat voor hen lag; als een blanke, glanzende spiegel, waar een enkele, langzaam bewegende schaduw over heen schoof. Honor Donthorne keek omhoog, naar de wolk, die, naar zij dacht, de oorzaak van die donkere plek moest zijn, maar in- plaats daarvan zag ze een eenzame gier, die langzaam voortwiekte. Ze huiverde even en besefte op hetzelfde oogenblik hoe doodmoe ze was. Het was of alle kracht plotseling uit haar weggevloeid was en of ze nu voor het eerst de ondragelijke pjjn in de schouders, haar brandende voeten, het doffe bonzen van haar hoofd voelde. Mannering zag die plotse- lljke verandering, keek hoe laag de zon stond en berekende snel, dat het over een uur donker zou zjjn. Kom, Honor, zei hjj, we zullen hier overnachten. Het meisje gaf geen antwoord. Ze bukte zich om het eene uiteinde van de draagbaar op te nemen en besefte toen opeens, dat het haar onmogelijk was. Ze keek hem onzeker aan. Ik ben bang dat.., dat... dat..« (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 1