Het pand der firma Van Willigen aan
de Weststraat een prooi der vlammen
Abonneert 11 op dit blad
- JEt
Interview met
Mengelberg
HELDERSCHE COURANT VAN DONDERDAG 5 DECEMBER 1935
Catastrophale brand,
die duizenden op.de
been bracht.
I Jmm
i - - r
Visscherij.
■hm
iHHIHHI
Het tweede gedeelte „Marche Funèbre" is
het adagio: het strijkmateriaal vangt aan in
droeve klanlcen. Het crescendo volgt, met de
triomfantelijk schetterende trompetten, wan
neer het hoogtepunt is bereikt; doch het
einde van den satz brengt ons weer terug
naar het hoofdthema... aarzelend en onzeker.
Het Scherzo, even rusteloos als karakteris
tiek, werd met gloed gespeeld. Men moet hier
Mengelberg zien dirigeeren, zonder partituur.
Hoe hij de bezielende motor van dit alles is,
hoe hij dit geheele ensemble als het ware be
speelt als slechts één prachtig instrument.
Hoe hartstochtelijk is deze man en welk
een leven blaast hij deze muziek in. Een le
ven, hetwelk on. ten volle doet beseffen, wat
er in Beethoven's brein omging, toen hij deze
Eroïca schiep.
De finale is o.i. het schoonste gedeelte van
de Eroïca. Luister naar dit melodieuze spel,
hetwelk de schepping van een grootmeester
verraadt. En hoe fortuinlijk dit alles geïnstru
menteerd wordt.
Mengelberg is één vuur en één leven: hij
leidt als het ware ieder speler den weg en
houdt desondanks het geheele ensemble in
zijn macht.
Het einde komt: weer is het even aarzelend,
als zoekt men den goeden weg... dan komt het
presto-tempo en met luide fanfares van hoorns
en trompetten sluit dit machtig heldendicht
Ik zal u niet beschrijven hoe men op deze
vertolking reageerde: het zij genoeg te ver
melden dat men minutenlang den dirigent aan
het podium bond, en dat deze telkens en tel
kens weer, zijn menschen liet mee-deelen in
het succes.
De eerste ontmoeting van Mengelberg met
Den Helder had men zich moeilijk hartelij
ker kunnen voorstellen.
Een complete opvoeding zonder
muziek is m.i. ondenkbaar
Natuurlijk hebben wij de gelegenheid, Men
gelberg in Den Helder, benut, om den mees
ter, na afloop van het concert, dat voor een
nagenoeg uitverkocht huis gegeven werd,
even een bezoek te brengen, hetgeen ons
direct toegestaan werd.
Het was alles zeer gemoedelijk. Daar stond
hij, in een der kleedkamers achter het tooneel,
bruine jas met opgestoken kraag aan, heftig
trekkend aan een sigaar: de man, aan wiens
muzikaal inzicht ziel een generatie verbaasd
heeft, een man, die zoowel in Europa als in
de nieuwe wereld een welhaast magische
naam verkreeg.
Nu, vraagt u maar, aldus de dirigent, wat
wilt u weten?
Allereerst waren wij natuurlijk ten zeerste
benieuwd hoe de keninsmaking met Den
Helder geweest was.
Uitstekend, ik ben getroffen door de aan
dacht waarmee ik beluisterd ben, en weet dat
men mijn kunst begrepen heeft. Daar was
contact... en 't is heerlijk voor ons zóó te
spelen. Niet voor mij alleen, maar voor ons
allen.
Mijn meening over de accoustiek van het
Casino? Geen enkele klacht over. Integen
deel, het is mg meegevallen. Natuurlijk, het
is geen Concertgebouw, doch waarlijk, het viel
mij meer dan mee.
Of ik het prettig vind, zoo in-de-provincie
te spelen Natuurlijk vind ik dat. Ik weet, dat
een belangrijk deel van Nederland naar de
concerten luistert, welke via de radio uitge
zonden worden, en ook, van welk een groot
belang het is, als men het steeds kunstmatige
nu ook eens in werkelijkheid kan hooren. Dat
versterkt ongetwijfeld de bestaande band. Er
komt een contact, dat minder spoedig ver
broken wordt. En het is toch wel vanzelf
sprekend, dat wij dit prettig vinden.
Over de mogelijkheid der radio, wat het
uitzenden van concerten betreft, heeft Men
gelberg niets dan lof. Er gaat een enorme
paedagogische waarde van uit. Men luistert
en soms, plotseling... kijk, daar vindt men de
muziek. En is men in de gelegenheid zoo'n
orchest dan eens persoonlijk te beluisteren,
wel, dan maakt men er des te eerder gebruik
van.
Ongetwijfeld is er ook in Nederland sinds
de radio een „Aufschwung" gekomen in de
liefde voor symphonische concerten en we mo
gen dit gevoegelijk op rekening der radio
boeken.
In verband met de sport voor de jeugd,
zooals deze heden ten dage bedreven
wordt, merkt de ondervraagde op, dat er
meer harmonie moet komen tusschen
beide. Natuurlijk, persoonlijk ben ik een
enthousiast sportliefhebber, doch er moet
eenheid zijn. Ook de muziek eischt haaf
deel en ik kan mij geen complete opvoe
ding indenken zonder de laatste, iets, wat
ieder beschaafd mensch met mij eens zal
zijn.
Op onze vraag hoe hij dacht over het in
stituut van z.g. paedagogische concerten, kre
gen wij een geestdriftig jescheid. Ze zijn yan
groot belang voor de jeugd en het is alleen
maar jammer, dat ik er persoonlijk zoo wei
nig aan heb...
Ik ben dan ook al bijna 70 moet u weten.
Vergeet u evenwel in hemelsnaam niet erbij
te vermelden bijna
Hierna spraken wij nog even over algemeen
heden. Mengelberg vertelt niet zonder geest
drift over zijn Amerikaansche 10 jaren, hoe
hij daar gewerkt heeft in New-York aan de
Philharmonie en welk een dankbaar werk dit
was. Doch tevens van het zware leven daar,
dat de mensch opeischt voor honderd procent.
Nog even passeeren Bruno Walther, Tosca-
nini, Montreux en andere dirigenten de revue,
doch wij achtten thans genoeg tijd van den
ons zoo charmant ontvangen hebbenden diri
gent in beslag genomen te hebben en namen
afscheid.
Een wonderlijk mensch deze Willem Men
gelberg, welke naar het praedicaat Professor
Doctor luistert.
Wonderlijk... niet alleen op het podium,
doch ook om het zoo maar eens te zeggen: en
pantouffles.
De ruïne is volkomen; 22 slangen
spuiten water in een hel van vuur.
Schade op verscheidene tonnen
geschat.
Het kapitale pand der tinna Van Willigen
aan de Weststraat, een der best-geoutil
leerde zaken van Den Helder Is Dinsdag
middag In minder dan een nur de prooi
geworden van een geweldigen brand.
Van het gebouw, waaraan voor slechts
luttele weken duizenden voor een ver
bouwing besteed waren, Is als droevig
restant overgebleven een puinhoop van
verwrongen staal en zwart geblakerde
steen en
Een diepen indruk heeft deze cata-
strophe, welke geheel Den Helder op de
been bracht, achtergelaten, temeer, daar
het hier een bU de bevolking zeer popu
laire zaak betrof.
mmmsmssmsBmmmKBmw
f -t -vs'.w" m
lf*
Een laaiende vuurzee baant zich een weg.
„De zaak van. van Willigen staat in
brand1!!!"
Het is een raadsel, hoe spoedig dit angst
aanjagend bericht, reeds eenige minuten na
het uitbreken, zich verspreidde en toen wij
ons naar de Weststraat spoedden was het in
de Spoorstraat en Koningstraat reeds een
drukte van belang van voorthollende men
schen.
Toen wij de Palmstraat passeerden zagen
wij het reeds: een rossige gloed teekende zich
scherp af tegen den grijzen hemel en deed ons
het ergste vreezen.
Op de Weststraat was het om dien tgd
(nog voor' 3 uur) zwart van de menschen,
op behoorlijken afstand gehouden door tal
van in allerijl gerequireerde politie-agenten.
En zie: als een fakkel brandde reeds toen
de parterre en eerste verdieping van het
enorme complex, dat vooral nu, met de
Sint-Nicolaasdagen propvol met goederen
was, die de meest dankbare prooi voor vuur
zgn, welke zich laat denken.
Een sterke Zuid-Westen wind wakkerde de
vlammen aan en reeds bi) eersten oogopslag
kon een kind constateeren, dat er van het
pand, op welke wijze men de reddingspogin
gen ook zou aanwenden, weinig of niets zou
overblijven.
Aanwezig waren op dit momment reeds
diverse instanties. Wij vernamen dat als eer
sten arriveerden o.a. het slangenwagentje der
politie onder leiding van inspecteur Helder,
die direct groot alarm liet maken, een hand
pomp van H.M. „Schorpioen"' met een 25 man
en een tweetal spuiten van de gemeente.
In een minimum van tijd was ook vlieg
kamp de Kooy present met een motorspuit,
welke direct water gat, voornamelijk op het
pand van den heer de Boer, teneinde dit nat
te houden.
Van alle zijden rukte nog hulp aan. De marine
arriveerde met groot materiaal. Zoo was daar
personeel van het Wachtschip, van de Marine
kazerne, van H.M. „Van Speyck" en tal van
andere instanties, welke óf materiaal öf man
schappen ter beschikking stelden.
Het was hopeloos: van alle kanten werd
water gespoten, ook van de marine-sleepboot
„Willemsoord", welke toevallig in het Werf-
kanaal liggende, recht voor het doel opgesteld
was, doch men kon zien, hoe dit alles reeds
door de hevige hitte verdampte, alvorens het
de vlammen bereikte.
Inmiddels nam de brand in hevigheid steeds
toe. Loeiend spoot één enorme vlammenzee
uit de geheele voor- en achterzijde van het
gebouw, dat men het best liet vergelijken
met een laaiende fakkel.
En nog wakkerde het aannog hooger
grepen de vuurtongen in de grijze en boven
de hel van vlammen rossig-gekleurde lucht.
Zwart van de menschen was het in
de omgeving:
zoowel aan weerszijden van het afgezette
gedeelte als op de Keizersgracht. Ook op de
Werf was men, zooals te begrijpen, met alle
hens bezig het niet denkbeeldige gevaar van
overwaaien van vuur tegen te gaan. Hier
waren honderden en honderden met blusch-
materiaal hard aan 't werk. Voornamelijk het
door de intense hitte kurkdroge dak van de
loodsen werd blijvend nat gehouden.
Dat dit geen overbodige moeite was, be
wijst het feit, dat van de zich eenige honder
den meters verwijderde „Hertog Hendrik",
welke in het dok lag, de schoorsteenkap vlam
vatte.
Door den straffen wind werden onafgebro
ken stukken vuur medegenomen, welke hoog
in de lucht meegevoerd, voor den geheelen
omtrek een ernstig gevaar vormden.
Te kwart over 3 was het vuur op zijn
hevigst.
Het was een onvergetelijk schouwspel, deze
enorme vuurhaard, deze fakkel daar te zien
laaien. Krakend en donderend hoorde men
daarbij gedeelten der zolderingen bezwijken.
Daartusschen door knapte 9n knetterde
het: de hitte was zoo ontzettend, dat het op
een afstand van 100 meter soms niet was uit
te houden.
Men was op dien tijd zeer bezorgd over het
lot van het geheele complex gebouwen, het-
we.k zich aan de zijde van de Doksteeg be
vindt, n.1. een viertal panden. Weliswaar wer
den deze danig onder water gehouden, doch
aangezien de vlammen zich meermalen hoog
boven deze huizen verhieven, was men onge
rust over het lot ervan.
Inderdaad kon men hier spreken van een
catastrophe: loeiend en ziedend verhieven zich
de vuurtongen, somber klonk het gedreun van
instortende balken
Het water siste in de zengende hitte, doch
bereikte nog steeds den vuurhaard niet.
De heer Dokter, welke de algemeene leiding
van de blussching had, stond zorgzaam naar
dit alles-vernielende vuur te kijkenzag
hoe zgn menschen zich tot het uiterste in
spanden het vuur te beteugelen
Tal van marine-autoriteiten merkten wij
op; het commando hierover had overste;
Lagaay, commandant van het Wachtschip.
Ook de rookontwikkeling was verbazend:
dikke gele en bruine wolken verhieven zich
uit het gebouw en neerslaande op de omge
ving, dompelden zij deze in een uitermate
sombere sfeer.
De heer van Willigen, welke voor eenige
weken een kapitaal ten koste heeft gelegd
voor de uitbreiding van zijn zaak, waarover
wg in extenso schreven, zag dit alles sprake
loos aan: daar ging een levenswerk op in de
vernietiging van redeloos vuurdaar ging
een bedrijf, waar twee generaties zich voor
beijverd hebben het groot te maken
Wij spraken hem nog even en vroegen naar
de vermoedelijke oorzaak. Voor den eigenaar
staat het vast, dat deze aan niets anders kan
worden toegeschreven dan het zelfontbranden
van celluloid deurplaten, welke zich bevonden
aan de achterzijde van de meubelafdeeling
gelijkvloers.
Hg zag rook en na het halen van een
emmer water bleek reeds dat het niet meer
mogelijk was het vuur op deze manier te
blusschen
Op fantastisch snelle wijze heeft het zich
daarna ontwikkeld. Een gelukkige omstandig
heid is het feit, dat in een minimum van tijd
het personeel zich naar buiten heeft gespoed,
zoodat dit geen gevaar liep. Van een paniek
was geen sprake, dank zij het feit, dat in
In minder dan geen tijd sloegen rook en
vlammen over de geheele oppervlakte
naar buiten.
i
enikele minuten hei publiek door een twee-
tal zijdeuren en de achterdeur weggeleid kon
worden.
Wel waren er tal van bedienden welke
slechts met tegenzin gedwongen werden zich
oogenblikkelijk buiten het gebouw te begeven.
Toch waren niet allen buiten gevaar: op de
bovenste verdieping, in de stolfeerderg, be
vonden zich de stoffeerder Meijer met zijn
knechtje. Weliswaar had ook Meijer de sig
nalen gehoord, doch door plichtsbetrachting
gedwongen sloot hij allereerst de ramen, en
doofde de apparaten, welke nog brandden.
Het bleek toen evenwei reeds te laat te zijn
om door het trapgat naar beneden te gaan.
Een verstikkende rook kwam hen hier tege
moet.
Wat nubuiten het raam hing toevallig
een takel, waarmede materiaal naar boven
geheschen wordt. Zonder zich verder te beden
ken heeft Meijer eerst zijn knechtje en daarna
zich zelf naar beneden laten vieren. Het was
meer dan tijd, want reeds brandde bij zijn
gevaarvolle daling het touw van het hijsch-
toestel.
Twintig minuten voor half vier zagen Wij
voor 't eerst de muren wankelen.
Er was nu geen stukje van het gebouw, of
het stond in vlammen. Hoog spoot de vlam-
menzee ver over de daken van de huizen.....'.
Dan gaat er een andere onheilspel
lende mare door het volk:
er is een benzine-tank, gevuld met 3000 liter
benzine, welke op 't punt staat in brand te
geraken
En wg stonden daar: stil en bevreesd door
het angstaanjagende van dit zeldzame schouw
spel.
Marinemenschen, holden af en aan, brand
spuiten werden her en der gesleept, beve'en
klonkenIn groepjes hokten de menschen
van het personeel samen. Somber en gelaten
moesten zij het aanzien hoe hun bestaans
mogelijkheid daar ten gronde ging. Daar
waren meisjes die krampachtig snikten, en
mannen, die bleek met de tanden op elkaar
dit alles aanzagen
Weer anderen waren bezig de bewoners der
aangrenzende woningen te assisteeren met het
in veiligheid brengen van hun have. Nog
steeds vreesde men dat er geen stuk zou
overblijven van alle woningen aan de zijde
van de Doksteeg.
Ook het waterkanon van de
„Willemsoord"
was inmiddels in actie gekomen. Zooals men
weet, werpt dit „kanon" een belangrijke hoe
veelheid water met groote kracht uit. Aan
eenige hoop, zij het ook nog een gedeelte van
de zaak te redden, viel niet te denken. Het
gold nog slechts de beveiliging van de aan
grenzende woningen, welke inderdaad ener
giek ter hand genomen werd.
Nog voor half vier stortte een groot ge
deelte van den achtermuur met daverend
geweld in. Het staal, door de ontzettende
hitte inkrimpend, had deze letterlijk wegge
drukt.
Aan de voorzijde zag men eveneens de pui
wankelen en was het duidelijk, dat ook deze
slechts nog enkele minuten in-tact zou blij
ven.
En zie hoe de marine-menschen zich weren:
boezeroenen zijn uitgesmeten en zoo in hun
wolletje zwoegen ze daar op de spuiten en
bij de slangen.
Ook de gemeentelijke brandweer, voltallig
ter plaatse, heeft het zwaar. Men is overal
tegelijk noodig, en overal is het gevaar even
groot.
Half vier:
Handen strekken zichvingers wijzen
er wordt gegild: „daar gaat de muur". Het
blijkt waar: in statige schommeling tracht
de kolossale muur zich rechtstandig te hou
den. Maar ziehij buigtbuigt naar
vorenHoog lekken de vlammentongen
eraanhet is één laaiende flambouw
dan: daar stort zich het gevaarte naar be
neden, het is een chaos van hout en steenen
en ander materiaal, dat meegevoerd wordt.
Ook aan de achterzijde neemt nu het vuur
in hevigheid af.
Het wachten is thans op het instorten van
den muur aan de zijde van de Doksteeg, die
nog staat. Doch ook dit is een kwestie van
minuten.
Weer gaat de angstige mare van de 3000
liter benzine rond, doch dan vernemen wij,
dat men zich hier noodeloos ongerust over
maakt, daar men met steenen de tank over
dekt heeft, terwijl de motorspuit van de
Kooy er circa een meter water overgespoten
had.
Nadat deze laatste ongeveer een half uur
water gegeven had op de woning naast het
pand van Van Willigen, werd de spuit opge
steld aan de andere zijde van de Doksteeg
en verrichtte nuttig werk bij het nathouden
der gebouwen.
Ontzaggelijke hoeveelheden water werden
in het vuur geworpen, voornamelijk daar,
waar men vreesde, dat de huizen in de
directe omgeving vlam zouden vatten. Reeds
was nu ook het expeditie-gebouwtje geheel
door het vuur vernietigd en men vreesde met
grooten vrees, dat thans de andere woningen
het slachtoffer zouden worden. Doch zooals
gezegd: van alle zijden werd een zee van wa
ter op deze huizen gericht, zoodat men na
een bang kwartier van onzekerheid mocht
constateeren, dat men ging winnen op het
vuur.
Flinke kerels beklimmen nu de
gevels
om de juiste plaatsen te vinden waar men
spuiten kan.
Ziet, hoe daar twee tegen het belen
dende pand klauteren hoe zij zich wagen
tot vlak bg de vlammen
Zij, die op den grond staan, roepen hun
raadgevingen toe, wijzen hen op 't gevaar.
Zal men de overige hulzen kun
nen redden
Het is een bange vraag. Wij vragen het
den leide'rs van het dappere reddingswerk,
De geheele oppervlakte van het kapitale
gebouw is één vuurzee.
doch zg geven ons geen positief antwoord.
Herhaaldelijk laaien de vuurtongen weer
op, nog geven zij den felgestreden strijd niet
op. Zg zijn nog niet tevreden met hun prooi!
Men kan nu dichter bij komen. Ziet in het
geel-roode schijnsel vormen van artikelen,
fantastisch misvormd en verbogen.
Reeds priemen droefgeestig ijzeren en om
gekrulde stangen in de lucht......
Restanten van de muren vallen nu om,
rommelend stort het materiaal neer in de hel,
die het middengedeelte nog vormt.
Het wordt avond en zoo mogelijk wordt de
aanblik van dit alles nog indrukwekkender.
Gele rook walmt hoog op, de atmosfeer
wordt verstikkend erdoor. Het asfalt vat door
de hevige hitte vlam, doch is spoedig ge
doofd.
Water wordt nu in geweldige hoeveelheden
ingespoten, daar men thans een doel heeft en
dit te bereiken is.
Via de belendende panden, aan de zijde van
de Doksteeg, zijn tal van slangen gelegd, die
ook in de ruïne van rookend en vlammend
materiaal, nog steeds water spuiten. Hoog in
de boomen van de Keizersgracht zit een man,
die aanwijzingen geeft, waar men moet
richten.
Doch ook op de huizen bevinden zioh deze wak
kere kerels en zie: zg hebben succes. Het is
duidelijk dat men, afgezien van complicaties,
het vuur meester wordt. Het mindertaf
en toe laait het weliswaar op, doch dit zijn
nog slechts sporadische gevallen.
Als het zoover is, zien wij om ons heen:
het is verbazingwekkend, zooveel publiek er
op de been is. Duizenden hebben zich aan alle
kanten opgesteld en op de grachten ziet het
zwart van het volk.
Ook de achterkant van het gebouw spuwt
dikke rookwolken uit.
Wij spreken nog iemand van het "personeel:
het is een jonge kerel en hg verbijt zich
kan niet spreken van emotie.
Weer anderen, bewoners der nabijgelegen
huizen, staan bij hun have, somber en strak.
Wij baggeren over de Weststraat, die één
groote sloot is van het water. Aan de voor
zijde is het pleit reeds beslecht en behoeft
men geen vrees meer te koesteren. Toch
houdt men zonder onderbreking het water op
de steeds weer opspringende vlammen. Doch
de koolzwarte en verwrongen contouren van
stukken muur steken reeds somber omhoog...
hier hebben de vlammen reeds geen vat meer
op
Langzamerhand krijgt men nu een duidelijk
overzicht van den ramp. Men ziet thans ook
de schade, welke de aangrenzende perceelen
geleden hebben. De bovenverdieping van het
huis van den heer Mahieu werd goeddee.s ver
woest door het vuur, evenals het winkelhuis
van den heer de Boer. Ook van de overige
huizen was de waterschade belangrijk.
Behalve de reeds genoemde instanties zagen
wij op het terrein burgemeester Driessen,
welke vanaf het begin aanwezig was geweest
en tal van raadsleden. Eveneens Dr. Rienks
met den geneeskundigen dienst en personeel
van het marine-hospitaal.
Na half vijf minderde het vuur snel en het
wordt thans een kwestie van tijd en nat
houden.
De avond valtsomber drijven de rook
kolommen over de kale boomen van de West
straatAf en toe flikkeren de vlammen
weer hoog op, doch de strijd is gestreden.
Geen spuit echter wordt op non-actief ge
steld. Integendeel, men wil alles voorkomen
om een mogelijkheid tot overslaan te voor
komen.
Het wordt later: steeds minder wordt het
vuur, doch het zal wel morgen worden
alvorens alles gedoofd is. Wellicht nog later...
Bg het vertrekken van het tooneel van den
brand hebben nog even stil gestaan en omge
zien: waar eertijds de trotsche zaak der firma
stond gaapte een leemtebrokken muur
stonden nogzwart en smeulend. Dit alles
was EENS „Van Willigen" geweest
Eens
Wat overbleef..,,,*
Woensdagmiddag.v...v t
Publiek dromt saam op Westst^aat en Kei
zersgracht, vele ooogen zijngericht op den
enormen puinhoop, welke vóór 24 uur nog een
welvarend bedrijf vas, waar een doorloopend
va et vient van koopers zich door de wente
lende tourniquets spoedde
Een puinhoop
Politieagenten zijn op de hoeken der zij
straten geposteerd, kijken scherp toe op de
komenden en gaanden.
Dikke rookwolken kringelen omhoog, en als
wij voor de ruïne staan, zien wg een rooden
gloed tusschen de overblijfselenAf en toe
laait even een vlam op.
Personeel van de firma is hard bezig de
brandkast, waarin zich de waardevolle papie
ren en bescheiden bevinden, op te delven uit
den chaos. Met strakke gezichten zijn ze bezig,
wroeten en graven in zwarten en bruinen
rommel, treurige overblijfselen van eertijds
luxe- en huishoudelijke voorwerpen.
Er wordt weinig gesproken: wat valt er
trouwens te zeggen
Het is onbegrijpelijk, op welke wijze het
vuur huisgehouden heeft. Letterlijk niets is
gespaard. Hier en daar treft men tusschen Je
berookte en besmeurde restanten een stuk
plateél aan, soms een verwrongen emmer of
verbrijzeld glas van ondefinieerbare artikelen.
In smerige beekjes zoekt het bluschwater
een doorgang, stroomt weg in het kanaal, dat
roetzwart ziet.
Aan den achterkant slaan de vlammen
naar buiten
En plots krijgt men bg het aanschouwen
van dit alles een idee van het noodlot, dat over
dit prachtige complex streek, het noodlot,
dwaas en redeloos.
In de bovenste takken der boomen aan de
Keizersgracht zit een drietal zwarte vogels:
het zgn kraaien
Een meer sprekend symbool voor deze ramp
was moeilijk denkbaar.
„Al het mogelijke zal gedaan
worden het bedrjjf gaande te
houden."
Zoo spoedig mogelijk hebben wij ons met
den heer Van Willigen persoonlijk in verbin
ding gesteld en hem gevraagd wat zijn plan
nen zijn, temeer daar men allerlei dwam ge
ruchten verneemt en heel Den Helder vol
over de ramp, welke deze zoo populaire zaaw
trof
„Er' ia geen bedrijfsverzekering gesloten
dooh dit neemt niet weg, dat men alles in
werk zal stellen om het bedrijf gaande te
houden. En dat zoo spoedig mogelijk", aldus
de heer Van Willigen.
De heer Van Willigen vertelde ons welk eett
prachtige medewerking hij van zijn personeel
had, hoe men meeleefde in deze noodlottige
uren.
Op onze vraag naar de grootte der geleden
schade kon men ons geen bescheid geven, daar
men geen idee heeft welke waarde er verloren
is gegaan.
Wat de verzekering betreft: de geheele in
ventaris werd verzekerd bij de N.V. Arnhem-
sche Verzekering Mij. tegen Brandschade van
van 1809, en het pand bij de N.V. Nederland-
sche Mij. voor Brandverzekering te Tiel.
Voorts vernamen wij nog, dat beide kassa's
één beneden en één boven) gered zgn gewor
den. De brandkast, waarin zich alle papieren
en bescheiden bevonden, werd Woensdagmid
dag onder het puin vandaan gehaald. Het
bleek, dat de inhoud zich nog in bruikbaren
toestand bevond.
Voorts werd... niets gered.
Ook wij werden geroerd door het sobere
relaas, hetwelk ons de heer Van Willigen ver
telde... De heer Van Willigen was vergroeid
met zijn zaak, had deze lief. En nu dit
Wij zijn er van overtuigd, dat velen in Den
Helder met ons deze catastrophe zullen be
treuren.
SINT-NICOLAAS-SOIREE IN „MUSIS
SACRUM".
Men schrijft ons:
Zaterdag zal St. Nicolaas in optima forma
met eigen orkest deze buitengewone soirée be
zoeken.
Het belooft een avond (en nacht) te wor
den waar dans en attracties elkaar zullen af
wisselen. St. Nicolaas zal de feestpolonaise
leiden en brengt voor „de Band" de nieuwste
„schlagers" mede.
ST. NICOLAAS-SOIRJÊE MET
DE BAND VAN 7.
Zaterdag wordt in Casino een soirée gehou
den met de populaire Band van 7. Aangemoe
digd door het groote succes van J.l. Zaterdag
zullen ook tihans weer enkele shownummers
ten beste gegeven worden.
Voor bijzonderheden verwijzen wij naar de
advertenties.
CABARET-VOORSTELLING MET
CHRIS DE LA MAR,
In Casino treedt Zondag een cabaretgezel
schap op, waarbij o.a. de gevierde Chris de
la Mar, welke bij het Heldersche publiek
geen onbekende genoemd mag worden.
Hoewel deze avond grootendeels aan de
humor gewijd is, heeft men tooh een plaats
ingeruimd voor één der beste schetsen van
Chris de la Mar „Trein 620", waarin hij op
meesterlijke wijze zes verschillende rollen
vervult en de toeschouwer uitermate boeit.
Verder optreden van het Opera-duet Jo en
Piet Schuurman, in hun komische nummers,
muzikale begeleiding door Rosette en Jules.
Voor de uren van plaatsbespreken verwij
zen wi) naar de advertentie in het blad van
gisteren.
Naar Minister Deckers iii de Tweede Ka
mer heeft medegedeeld, in verband met de
overbevissching, laat het zioh nu wel aan
zien, dat er van een pufverbod wel niets zal
komen!
Het doet ons genoegen, dat de Minister
heeft verklaard, dat het vraagstuk van de
vischconserveering thans in ondersoek is. De
minister opperde de vrees of onze conserven
wel zouden kunnen concurreeren met de Por-
tugeesche conserven, omdat de visschers zoo
sober leven. Dit zal bg het onderzoek dan wel
blijken. Hoofdzaak is of deze conserveering
en filleering, waarvoor de heer Van der Bilt
warm gepleit heeft, tot stand zal komen. We
meenen toch, dat, nu het vraagstuk is aan
gesneden, het tot in de finesses zal worden
Uitgewerkt.
Als groote tegenwaarde geldt thans het
vischbedrijf in stand te houden. Immers we
werken tegenwoordig met wat andere fac
toren dan eenige jaren terug en deze factor
kan, in verhouding tot de Portugeesche toe
standen, misschien nog niet zoo slecht uit
vallen.
Gepleit is ook voor de belangen van de Vis
scherij op de Wadden. En we mogen veron
derstellen, dat daarbij de Waddenzee niet zal
worden vergeten.
Het planten van Fransche zaaioesters werd
eveneens bepleit. Men herinnert zich, dat we
ook voor de Waddenzeeoester gewezen hebben
op planting van deze zaaioesters.
Wat betreft het grooter gebruik van visch
in het binnenland zeide de Minister, dat, on
der zijn bewind van Minister van Defensie,
een vischdag voor de soldaten was ingesteld.
Maar er zijn nog meer rijksinstellingen,
waarvoor zoo'n vischdag kan worden voor
geschreven, zooals gevangenissen en werkin
richtingen. En we denken, dat, als tegen een
civiel prijsje, algemeen gebakken visch zou
worden verkrijgbaar gesteld, dat de afname
groot zou zgn. Een proef er mee te nemen,
zou den kop niet kunnen kosten.
Wat er o"k van kome, verheugend in elk
geval is, dat er aan de visscherij flinke aan
dacht is gewijd.
-
'E4É
fw*1-
WÊ'f..
mm* ar
Een rookende puinhoop bleef over.