Buitenlandsch Overzicht. Abonneert li op dit blad HET GESTOLEN KIND De Bisschop van Haarlem. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIER1NGEN EN ANNA PAULOWNA BINNENLAND No. 7688 EERSTE BLAD DINSDAG 17 DECEMBER 1935 63ste JAARGANG Zal het Engelsche kabinet de vredesvoorstellen wijzigen?' De houding van Abessynië en Italië. - Het plan en de Volkenbond. Duitschslands vertrouwen in den Volkenbond gedaald Engeland voor wijziging van de vredesvoor' stellen? KONÉl«IM's AUTOMATIC (dag en nacht) Diverse Winterschotels, Nasis- Goreng en Bahmi, alles 25 c. p p. De Zweed' che houding Duitschland en de volkenbond. De Japansche militaire conferentie en Noord-China. President Masaryk gaat heen. Stichter van den Tsjechoslowaakschen staat. Ook ie tonkie tikkie teer Menscb, ho« bleek jij toch je goed Qistcr nog zoo zwart als roet.,,.. Vfcrt gebruik ie daar toch voor -Nou, rxrtuurlyk Sneauwwitgloor FEUILLE TON EEN VERHAAL UIT AFRIKA Crisisuitvoerbureau- Wetsontwerp inzake onredelijke executies COURANT Abonnement per 8 maanden bij vooruitbet: Heldersche Courant 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2. Nederl. Oost- en Weat-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overige landen 8.20. Losse nos. 4 ct; fr. p. p. 6 ct Weekabonnementen 12 ct. Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.—. Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIEN: 20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst> dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bfl vooruitbetaling 10 ct per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel, minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. De kansen van het aanvaarden van het vre desplan van Laval en Hoare zijn zeer gering. Men weet nog niet het antwoord van Mussolini, evenmin als dat van den Negus, doch veronder steld wordt dat Musso lini het voorstel nog niet voldoende zal vinden, al kan het als basis dienen voor verdere onder handelingen, terwfll de keizer van Abessynië het veel te verstrekkend zal vinden en het dus wel zal verwerpen. Als dit laatste het geval is en de Negus het dus verwerpt, dan zal het plan, volgens de verzekeringen van Laval en Eden, van de baan zijn. Er is aan alle kanten ernstig verzet tegen het Fransch-Engeische voorstel. Amerika laat te Londen, veel meer dan naar buiten blflkt, zijn misnoegen gevoelen, schflll de „Nw. Rotc. Crt." in een hoofartikel. Berlijn geeft ronduit te kennen, dat de Volkenbond toch niet zoo gevaarljjk is, als het had gedacht. V/at zegt Parijs daarvan? In de heele wereld is men vol veroordeeling. Dat is een bevestiging van de hoopgevende verschijnselen, waarop wfl vroe ger ree. is hebben gewezen. Er is iets van een wereldgeweten, dat deze gelegenheid, om aan de eens spontaar aange boden offers te ontkomen, versmaadt te ge bruiken. De Fransche linkerzijde, die Laval In haar hand heeft, wordt opstandig. Zal zij net echter aandurven om hem te laten vallen? Hij draagt voor haar de gevreesde verantwoorde lijkheid in de binnenlandsche politiek. Of zou Laval zwichten? Engeland spreekt weer van een consequente Voortzetting der politiek van sancties, als men het niet eens wordt over het voorstel. West man, de Zweed, heeft namens zijn regeering strenge woorden gesproken. Belangwekkend was de forsche houding van den vertegenwoor diger van Mexico, een olieland. Deze zaak zal zeker eenige vertraging bren gen in de uitbreiding der sancties; maar zij kan zeer groot nut hebben als proefsteen voor de kracht van het volkenbondsbeginsel ln de wereld. Reuter meldt uit Londen, dat de Brit- sche regeering van de drie mogelijkheden, ïi.1. wijziging of verwerping van het plan, definitief voor de tweede mogelijkheid is, .dw.z. wijziging. Wat betreft de geschiedenis van het ontstaan van vredesvoorstellen, bewaart de regeering nog steeds het grootste stilzwijgen. Er bestaat echter, zoo vervolgde Reuter, reden om aan te nemen, dat Sir Samuel zich voor de mogelijk heid geplaatst zag, dat de afkondiging van een petroleumembargo door den Volkenbond oorlog met Italië zou beteekenen. In dat geval zou Engeland in verband met de moeilijkheden bij de mobilisatie van de Fransche oorlogsvloot, niet op directen Fran- schen steun hebben kunnen rekenen. Laval heeft er op gewezen, dat de Fransche vloot niet binnen 14 dagen gemobiliseerd zou kunnen worden. Om dit groote gevaar van oorlog, waarop de Italiaansche ambassadeur te Parijs den Fran- schen ministerpresident zou hebben gewezen, te vermijden, zou Hoare aan den Franschen druk hebben toegegeven. Nu de Fransch-Britsche vredevoorstellen gepubliceerd zijn, zien de Engelsche bladen met groote spanning het debat van Donderdag ln het Lagerhuis tegemoet. Men verwacht, dat minister Hoare ten spijt van zijn gebroken neusbeen, tijdig te Londen zal terugkeeren om Donderdag zijn critici te woord te staan. En kele bladen hebben al opschriften als „Hoare zal een storm het hoofd moeten bieden" of „Groeiende verontwaardiging over het bedrog van Parijs". Naar de houding van den Volkenbond is de wereld natuurlijk wel een weinig benieuwd en en niet zonder spanning wordt dan de vergadering van den Volken bondsraad tegemoet gezien. Vernon Bartlet schrijft in de „News Chronicle", dat de ver ontwaardiging te Genève zich vrijwel uitslui tend tegen Groot-Britannië richt. De eenige hoop im het prestige va den Vol kenbont" nog te redden, zal daarin bestaan, dat Eden moedig voor den Volkenbondsraad treedt en eenvoudig verklaart, dat men het plan, nadat Abessinië hei heeft verworpen, moet laten varen. In afwijking van de berichten in de pers meldt de correspondent van Reuter te Ge nève, dat geen lid van den Volkenbondsraad in direct conflict met Engeland en Frankrijk wenscht te komen en zich tegelijkertijd bloot te stellen aan de verontwaardiging van Italië. Deskundige waarnemers zouden er dan ook nauwelijks aan twijfelen, dat het vredesplan door den Volkenbondsraad eenstemmig, zij het ook met eenige stemonthoudingen, zal worden aangenomen. Men zal echter vermoe delijk trachten, een directe stemming te ver mijden. Mogelijk zal Laval de Instelling van een nieuwe commissie ter bestudeering van de plannen voorstellen. Het respect, dat Duitschland weer voor den Volkenbond had ge kregen, door zijn krach tig optreden inzake het Abessjjnsche geschil, ls danig gezakt door het verraad, dat vorige week te Parijs is ge pleegd. Naar Reuter uit Berlijn verneemt, blijft daar het bezoek, dat de Engelsche am bassadeur aan Hitier heeft gebracht, de aan dacht in politieke kringen trekken. Men trekt een parallel tusschen dit bezoek en dat van den Franschen ambassadeur aan den rijks kanselier van enkele dagen geleden. Naar het schijnt, wil Duitschland over de in het officieuse communiqué medegedeelde luchtpact) voorshands een afwachtende hou- onderwerpen (beperking van wapening en ding blijven aannemen. Hitier ls sterk ge troffen door den keer, dien het Abessijnsch conflict plotseling heeft genomen en acht een weerslag op den Europeeschen toestand mo gelijk. Hij vindt daarom den rijd nog niet ge komen voor een regeling van internationale vraagstukken. Niettemin stelt de officieele Duitsche diplo matie er prijs op, vriendschappelijke betrek kingen met Engeland te onderhouden. Zij is van oordeel, dat de Engelsche regeering het contact met de Duitsche regeering wilde her vatten in verband met de verzoeningspoging te Genève, de vlootconferentie en de gebeur tenissen in het Verre Oosten. De reeds aangekondigde militaire confe rentie, die onder leiding van Tada te Tient- sin is gehouden, heeft de volgende belangrijke besluiten genomen: 1. Het eischen van de volledige onafhanke lijkheid van Noord-China van Nanking en geen inmenging der centrale regeering in Noord-China. 2. Streng toezicht op de zelfstandige re geering met het oog op de belangen van de bevolking van Noord-China. 3. Gemeenschappelijke bestrijding van het bolsjewisme door de wederzijdsche militairen. 4. Versterking der Japansche bezetting in Noord-China met ongeveer een brigade. Masaryk, de president van Tsjchoslowakfle, heeft te kennen gegeven, dat hij van den last der staatszorgen ontheven wenscht te worden. Het was al sinds lang een openbaar geheim, dat de 85-jarige president lichamelijk niet meer tegen zijn taak was opgewassen. Bij zijn herkiezing verleden jaar Mei had het de aanwezigen reeds getroffen, dat zijn ge zondheid verre van goed scheen. Het kostte hem moeite de eedsformule, die toch maar kort is, voor te lezen. Ingewijden wisten toen, dat de president een lichte beroerte had ge had, waardoor hij aan een zijner oogen tijdelijk blind was en hij ook een zijner han den moeilijk kon gebruiken. Men vreesde toen zelfs, dat de president het land onver wachts zou ontvallen en dat er dan een hevige politieke strijd zou ontbranden om zjjn opvolging. Gelukkig voor den jongen staat is er toen een verbetering in 's presidenten gezondheid Ingetreden. Het werd daardoor mogelijk met hem zelf de kwestie van de opvolging te be- srpeken. Masaryk had reeds lang tevoren Benesj, zijn ouden medewerker uit den strijd Oegi Wjwo 0«qi dce 8) Een paar minuten verliepen, toen kwam Legrand binnen. Hij floot en zette een flesch brandy en twee tinnen bekers op de tafel. Er gaat niets boven gezelligheid, mijn vriend, zei hij, terwijl hij de kurk van de flesch trok en Mannering een van de bekers toeschoof. Als u zoo goed wilt zijn u zelf te bedienen. Mannering gaf gretig gehoor aan de uit- noodiging, want hij voelde, dat hij iets noo- dig had om zijn zenuwen tot bedaren te brengen. Hij schonk de kroes boordevol en dronk hem leeg alsof het water was en liet zwijgend toe, dat Legrand zijn beker voor de tweede maal vulde. Toen wachtte hij en dwong zich al de vragen die hem op de tong lagen terug te houden. De ander wacht te blijkbaar tot hij het woord zou nemen, want hij maakte geen aanstalten om te be ginnen. Toen opeens lachte hfl. Monsieur, hebt u mij niets meer te vra gen? Wat er verder te vragen? zei Man nering heesch. Ik zou zeggen, dat er heel wat was, antwoordde de ander met een lach. Bijvoor beeld, hoe kwam het dat Sir Roger niet sneuvelde daarginds bij Karana? Hoe kwam hij er toe met mademoiselle Schaunard te trouwen? Waarom kwam hij na den oorlog niet naar Engeland terug om zijn huwelijk publiek te maken? Hoe komt het dat hij en zijn vrouw hier op deze verlaten plek begra ven liggen? Dat zijn een paar van de vra gen, die u me, naar het me toeschijnt, nad kunner doen. De Drandy had zijn uitwerking niet ge mist op den ander. Zijn gelaat was niet lan ger bleek, maar een donkerroode gloed brandde op zijn wangen en hij zei uitdagend: Je hebt zelf die vragen gedaan, Le grand... waarom beantwoord je ze niet? Het is gemakkelijk om die vragen te doen, monsieur, zei de Franschman, maar de antwoorden zijn moeilijker, ingewikkel der. Maar ik zal probeeren u alles duidelijk te maken. Hij zweeg even, alsof hij naar woorden zocht en hervatte toen: Uw broer overleefde die geschiedenis daarginds bi) Karana, maar zijn gezondheid was totaal geschokt. Hij was op drie plaat sen erg gewond en zijn hersens hadden ge leden door een slag met de kolf van een ge weer op zijn hoofd. Al zijn mannen waren afgemaakt en hij bleef voor dood liggen, maar toen de Duitschers weggetrokken wa ren, werd hij gevonden door de inboorlingen uit een naburig dorp, die hem meenamen en verpleegden op hun primitieve manier. Nadat zijn wonden genezen waren, bleef hij daar, maar zijn geest herstelde nooit heelemaa) en hij stelde absoluut geen belang meer in den oorlog of in zijn eigen land... En een tijd lang stelde hfl zelfs geen belang meer ln zichzelf. Hij wist zelfs niet eens wie hij was, hi) leefde het primitieve leven mee van de inboorlingen, die de. vrees, die zij gewoon lijk voor blanken voelden, volkomen hadden afgelegd. Verscheidene maanden later kwam het ontwaken. De oorlog was geëindigd, u weet dat allemaal en in het dorp waar hij was kwam een oude olifantenjager, een Belg, Emile Schaunard. Marmering maakte een korte beweging toen hfl dien naam hoorde en de ander knikte. U hebt het geraden, monsieur,, Emile was de vader van Madeline en het meisje een knappe, blonde Belgische, was bij hem. Emile wa: ziek. ue moeraskoorts had hem te pakken en hfl lag een langen tfld daar in dat dorp, zwevend tusschen leven en dood, terwfll Madeline hem verpleegde en Roger Mannering haar hielp. Misschien was het de afleiding die hem wakker maakte misschien wekte het meisje vergeten gevoe lens bij hem op ik weet het niet maar de woik, die zoo lang over zijn geest had gehangen, verdween en hfl herinnerde zich alles. Het moet een vreemd ontwaken fln geweest, maar dat heeft niets met mijn ver haal te maken. Hfl herinnerde zich wie hfl was en zijn gevoelens voor Madeline werden door haar beantwoord en toen de oude Schau nard voldoende hersteld was om te kunnen reizen ging uw broer met hem en zijn doch ter mee. Ze kwamen hier naar toe, mon sieur, want de oude Schaunard had hier altijd zijn hoofdkwartier gehad en omdat de oude jager zwakker en zwakker werd of misschien om de blonde Madeline, bleef Ro ger bfl hem. Hfl was niet heel sterk; zfln beenen waren half verlamd, de slag, die zfln hersens zoo lang buiten werking had gesteld, zfln gezicht misvormd, hfl was niet meer de knappe man, die hfl eens geweest moet zfln. Mis schien was dat het,, dat hem hier ln Afrika hield, hoewel hfl in zfln eigen land een schat rijk man was, of misschien was het de eenige afwflking die hfl behouden had, hoe voor de Tsjechoslawaaksche onafhankelijk heid aangewezen als de toekomstige presi dent. Er zfln echter tflden geweest, in de Tsjechoslowaksche politiek, dat een candida- tuur van Benesj, die als minister van bui- tenlandsche zaken en hoofd van een der grootste politieke partflen midden in het po litieke leven staat, op zooveel verzet zou hebben gestuit, dat het verstandiger ware geweest haar achterwege te laten. De bezwa ren leken op het oogenblik niet meer te be staan, doch nu zfln er weer nieuwe bezwaren gerezen, van politiek gesjacher, die toch nog niet zeker maken, dat Benesj Massaryk'a opvolger wordt, al zal hfl stellig candidaat zfln. Mgr. J. P. Huibers benoemd. Naar het A.N.P. ons mededeelde, heeft de Paus tot opvolger van wfllen mgr. J. D. J. Aengenent als bisschop van Haarlem mgr. J. P. Huibers, deken van en pastoor te Hoorn, benoemd. Een waardig opvolger van Mgr. Aengenent. Aan het Bulletin, dat de Vereenigde Katho lieke Pers over deze benoeming uitgaf, ont- leenen wij het volgende: De nieuwbenoemde Bisschop werd geboren te Gouda, den 15den November 1875. In 1906 werd hij aangesteld tot leeraar aan het Klein Seminarie Hageveld te Voorhout. Bovendien was hij na den dood van Mgr. Snickers waarnemend regent. Den achtsten Mei 1916 verkreeg professor Huibers de opdracht om aan den rand van het zich snel uitbreidende Amsterdam een nieuwe parochie te stichten. Het zou verscheidene jaren moeten duren voor tot de stichting van een eigen kerk zou kunnen worden besloten. In 1926 kwam het prachtige bouwwerk tot stand. Dat was een feestdag voor Pastoor Huibers, toen hij het Allerheiligste uit de kleine hulpkerk kon overbrengen naar het grootsche bouwwerk, dat nu aan den dienst van den grooten Bouwer der wereld en aan de devotie van Zfln heilige Moeder was toe gewijd. Hfl begreep volkomen het moderne leven. En hfl stichtte een kerk met pastorie en scholencomplex, welke in deze buurt een ver heugenis zijn voor het oog. Zeer spoedig heeft deken Huibers zich daar in een moeilijk te besturen provincieplaats weten in te werken en ook daar weer de ai- gemeene sympathie van alle standen weten te winnen. Aan de taak en het idaal van den priester heeft de nieuwbenoemde steeds ten volle be antwoord en zfln arbeid is niet tevergeefsch geweest. Geen wonder dan ook, dat de Opperherder der Kerk uit de aanbevolen candidaten juist deken Huibers heeft uitverkoren om als op volger van de Apostelen het Haarlemsche diocees te besturen. Enthousiast is Mgr. Huibers steeds ge weest in zijn liefde voor de H. Eucharistie. De groote Eucharistische feesten werden on der zfln bezielende leiding steeds tot ware hoogtijdagen voor gansch zfln parochie. Bekend is zfln groote liefde voor de zieken. Zooals reeds gemeld, trok pastoor Huibers ieder jaar met de groote Nationale Bedevaart mee naar Lourdes, om daar de zieken zoo veel in zfln vermogen lag, van dienst te kun nen zfln. Zeer veel heeft hfl te Hoorn gedaan, om den ouden primitieven ziekenhuis bouw te Hoorn te doen verdwflnen en om een nieuw, modern, zeer goed geoutilleerd ziekenhuis voor in de plaats te stellen. DE WERKLOOSHEIDSUITGAVEN IN DE GEMEENTEN. De minister van Binnenlandsche Zaken heeft een circulaire gezonden aan de ge meentebesturen betreffende de gegevens voor de werkloosheidsuitgaven 1936. Bfl deze cir culaire is een formulier gevoegd, bevattende 'n aantal vragen betrefende de werkloosheids voorzieningen in de verschillende gemeenten, welke ten doel hebben de regeering in staat te stellen de op de gemeentelijke „ontwerp"- begrooting voor 1936 geraamde uitgaven we gens werkloosheidsvoorzieningen te beoor- deelen. Critiek op de hooge kosten. In het verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot wijziging en veriiooging van het tiende hoofdstuk der Rijksbegrooting voor het dienstjaar 1934 wordt gewezen op de zeer belangrijke verhooging van de uit gaven van het Crisis-uitvoerbureau. Wei is waar wordt medegedeeld, dat de hoogere uitgaven door hoogere ontvangsten worden gedekt, doch daarin ligt in het algemeen nog geen voldoende motiveering voor verhooging der uitgaven. Voorts merkten eenige leden op, dat het feit, dat eenerzflds voor de subsideering van land- en tuinbouwcursussen méér gelden wor den uitgetrokken, en anderzflds op de uitga ven voor lagere en bflzondere land- en tuin bouwscholen een aanmerkelijk bedrag bezui nigd wordt, schijnt te wijzen op een zeker streven om aan de land- en tuinbouwcursus sen de voorkeur te geven boven de lagere land- en tuinbouwscholen. Deze leden zouden een zoodanig streven zeer bedenkelijk vinden, naar hun meening zfln de lagere land- en tuinbouwscholen voor de agrarische bevol king van meer nut dan de hierbedoelde cur sussen. Memorie van antwoord aan de Tweede Kamer. Verschenen is de memorie van antwoord van de Tweede Kamer inzake het wetsont werp: Bflzondere maatregelen ter voorkoming van onredelflke terugvordering van onder verband van hypotheek op onroerend goed uitgeleende gelden. Daaraan wordt het volgende ontleend: De regeering kan niet toegeven, dat zflzelf voor een niet gering deel oorzaak is van de onrust, die onder de geldgevers is ontstaan. Die onrust is te wflten aan een samenstel van oorzaken, ten deele van nationalen, ten deele van internationalen aard, waarvoor zfl niet verantwoordelijk kan worden gesteld. Dat het regeeringsontwerp critiek heeft uit gelokt, behoeft geen verwondering te wek ken. De regeering is bereid ten aanzien van de materie der vaste lasten de gerezen bezwa ren zoo mogelflk te ondervangen, maar zfl wil uit het feit, dat zfl bereid is tot nader over leg, niet de gevolgtrekking zien gemaakt, dat het ontwerp niet goed doordacht zou zfln. De regeering vertrouwt, dat, wanneer de betrekkelijke wetgevende maatregelen ook ln verband met het vaste-lasten-ontwerp tot stand zullen zijn gekomen, de rust in de gelederen der geldgevers weldra zal weder- keeren. De bate voor hen, die uit deze wet telijke maatregelen profijt zullen trekken, zal den grooter blijken te zfln, dan de schade welke ontstaan is, doordat tijdelijk de ge neigdheid tot verstrekking van gelden op hypotheek was verminderd. De regeering ontkent geenszins, dat er debiteuren zfln, voor wie het betalen van 1 tusschentfldsche aflossing onoverkomen- lflke moeilijkheden oplevert; evenmin als zfl ontkent, dat er debiteuren zfln, die niet in staat zfln de overeengekomen rente te be talen. Tegemoetkoming aan zwakke debiteu ren vormt echter nu eenmaal niet het onder werp van het onderhavige wetsontwerp. Het denkbeeld de credieten te doen overnemen door een Rflksvoorschotbank of andere met Rijksgarantie werkende instelling, is niet voor verwezenlijking vatbaar. Ten aanzien van het vraagstuk der scheeps- hypotheken kan de regeering op dit oogen blik geen toezegging doen. De taak van den kantonrechter. Dat de den kantonrechter opgedragen taak deze rechters zai overbelasten, staat niet te vreezen en evenmin, dat de Kantonrechters een groote deel der werkzaamheden zullen af wentelen op de plaatsvervangers. De wet toch is van beperkte strekking; de aan vragen betreffen alleen opvordering van op hypotheek uitstaande gelden of van periodieke aflossing van debiteuren, die voor het overige aan al hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Onder de genoemde omstandigheden zullen bovendien vele crediteuren vrijwillig reeds van opvordering afzien. Mocht intus- schen onverhoopt tengevolge van de uit deze wet voortvloeiende werkzaamheden een ver sterkte bezetting noodzakelflk blijken, dan zullen de noodige maatregelen daarvoor wor den getroffen. De regeering acht het ongewenscht den borg of een anderen derde de bevoegdheid te geven de procedure tot wflziging van af lossingsverplichting of uitstel voor betaling van hoofdsom ln beweging te zetten. De crediethypotheken zfln thans aan de werking der voorgestelde bepalingen ont trokken. Heeft de schuldenaar een vrij goed, dan valt hfl niet in de termen voor hulp ingevolge deze wet. Wflziging artikel 1. Art. 1 ls eenigszins gewijzigd en tengevo.ge daarvan kan de schuldenaar eerst dan een verzoek indienen, wanneer gerechtelijk of buitengerechtelijke uitwinning hem dreigt of een derde is aangesproken of het goed van een derde wordt bedreigd. Aangezien hypotheek kan zfln verleend voor andere schuld dan voor geldleening is de redactie zoodanig verruimd, dat de wet toe passelijk ls bfl bedreiging met uitwinning wegens niet nakoming van de verplichting tot betaling van welke hoofdsom ook, tot waarborg waarvan hypotheek is bedongen of tot betaling van andere dan in art. 2 lid 1 sub le b genoemde tusschentfldsche aflossi ïg van door hypotheek gewaarborgde hoofd sommen. De regeering wil medewerken, om aan het inderdaad als een euvel te qualificeeren ver schijnsel der vexatoire beslagen een einde te maken, door een door de Ver. van Directeuren van Hypotheekbanken voorgestelde regeling een plaats te geven in het ontwerp. Van de voorgestelde regeling mag een groote preventieve werking worden verwacht. Werkingssfeer der wet. Gehoord en overwogen de verschillende voorstellen omtrent de werkingssfeer der wet, meende de regeering haar oorspronkelijk voor stel te moeten handhaven. Het is toch inder daad waar, dat zfl, die na 1 September 1935 overeenkomsten hebben aangegaan, zich heb ben Ingesteld op de huidige omstandigheden en ook valt niet te ontkennen, dat de moei lijkheden ln hoofdzaak de oudere hypotheken betreffen, die verleend zfln, toen de waarde der onderpanden veel hooger was dan thans het geval is. Vermits Inderdaad de gunstige Invloed op de credietverhoudingen veeleer is te verwach ten van de bepaling, dat de wet niet werkt voor nieuwe hypothecaire vorderingen dan van het voorschrift, dat de wet in ieder geval wel zfln geest overigens weer heelemaa! nor- maai Was. Hfl had namelijk het zonderlinge idee, dat aan het verzoek om hulp, dat hfl naar een Engelsche officier op de dichtsbfl- zflnde post had gestuurd, niet voldoende aan dacht was geschonken en dat tfldige nuip hem nad kunnen redden. George Mannering schrok zichtbaar, maar de ander vervolgde rustig: Hfl was overtuigd, dat de man die hem de hulp weigerde, of in alle gevallen niet stuurde, zfln broer was, monsieur. Je... je gelooft zooiets toch zeker niet, Legrand. Er is absoluut geen bewfls voor. Het is niets anders dan een afwflking van een... De inboorling, die de boodschap over bracht, was hartstochtelijk gehecht aan Ro ger Mannering. Hfl kwam terug, terwijl ze nog tegen de Duitschers aan het vechten wa ren en wat hfl vertelde maakte dat Sir Ro ger zfln broeder vloekte als een tweeden Ju das. Het is niet waar dat ik... dat ik... Monsieur, ik ben de hemelsche rechter niet. God weet de waarheid en ik vertel u alleen de geschiedenis var. den man wiens grafsteen u zoo juist hebt getracht te ver donkeremanen Er klonk .ets in zijn toon dat Mannering deed zwflgen... hfl begreep, dat verder ont kennen nutteloos zou zfln en hfl greep weer naai de brandy om moed te verzamelen voor wat nog komen zou. Die afwijking, zooals ve het maar zullen noemen, wekte een vurigen, woesten haat tegen zfln broeder bfl hem op. In Engelsche kranten, die hfl maanden la ter ln handen kreeg, las hfl, dat men had aan genomen, dat hfl dood was en dat u den titel en de familiebez.ttingen geërfd had en 'k denk, dat het toen was, da. zfln dolle wraak zucht vasten vorm aannam. Hfl was nog bfl de Schaunards en de oude man war sterven de en terwfll het meisie haar vader verzorg de, maakte hfl jach. op olifanten en verkocht het ivoor. roei. stierf de oude man en het tweetal b.eef alleen -.chter De blonde Made line was niet afkeerig van hem, ze was niet van zfln stand en de eenzaamheid in Afrika had haar to„ wanhcoi gedreven. Ze zou mis schien geen bezwaar hebben gehad tot een vrfl huwelflk, maar dat was Sir Roger's bedoe ling niet. Waren net gewetensbezwaren of was 'et wilde iaat die hem verteerde? Wie zal het zeggen? Maar op een dag kwamen ze samen bfl me om getrouwd te worden. En ik trouwde hen en hfl vertelde mfl in het ge heim zfln geschiedenis want hfl stond er op om alles zoo te regelen, dat als hem iets over kwam, lady Madeline haar rechten zou kun nen doen gelden. Hfl liet alle papieren en be scheiden bfl mfl achter... Aha! Er Klonk verlichting in Manne- rlng's toon, alsof hfl eindelflk een uitweg ge vonden had uit het dilemma, dat Legrand hem geopenbaard had. En hfl ging weer r.erug terug naar de plaats van waar hfl gekomen was, waar hfl weer op de olifantenjacht ging, met zfln v.ouw, de blonde Madeline. Maar ze zfln drod! riep Mannering, ze zfln dood, als die twe steenen tenminste de waarheid gespro' en hebben. Ze hebben de waarheid gesproken, mon sieur. Zooals u zegt, ze zjjr. dood. Maar dan is ei ook niets om me verder ongerust over te maken... Denkt u dat. monsieur? Daar ben :k nog niet zoo zener van. Wat bedoel je? vroeg de ander heesch. Die mooie blonde Madeline was een ge zonde sterke vrouw en een man, die zich wre ken wilde door middel van zfln kind had het niet bet Wat! riep Sir George, terwfll hfl in ont zetting overeind sprong. Is er een kind? Ja, zei Legrand langzaam. Een half onderdrukt gekreun kwam over Mannering's lippen. Zfln gezicht vertrok ze nuwachtig en hfl was niet in staat om een woord te zeggen. En ln de stilte, die plotseling in het ver trek heerschte, klonk eentonig en dof het gerommel van verre trommels. HOOFDSTUK V. Jules Legrand nam den man tegenover hem wiens verleden en toekomst hfl onbeperkt be- heerschte, onderzeokend op. Mannering's ge zicht was lflkkleurig, zfln oogen schitterden koortsachtig, zfln lippen beefden en het waa duidelijk, dat hfl bflna aan het eind van zfln krachten was. En Legrand glimlachte tevre den, terwfll hfl opstond en den ander de kroes brandewfln voorhield. Drink eens, mon ami. Mannering dronk begeerig; toen greep hfl krampachtig den .-and van de tafel beet om zich staande te houden en vroeg heesch: Is... is het kind in... leven? Het leeft, monsieur. Dat antwoord nam Mannering's laatste hoop weg. Hfl viel terug in zfln stoel, leunde met zijn elleboog op de tafel en bedekte zfln gezicht met zfln handen. Legrand haalde zfln schouders op. Wat is een kind? Een heel klein blaad je aan den grooten levensboom en Afrika ls een land waar de bladeren door een klei nen windstoot loslaten en neervallen. (Wordt vervölgdj

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 1