Modepraatje
PAG. 5
VKK 1781
ZATERDAG 28
DECEMBER 1955
Verwijderen van inktvlekken.
T JUTTERTJE
Allerlei.
La Lumanta Stelo
vreselijk dreunen, en nu was er geen twij
fel meer: het water kwam.
Teruggaan was onmogelijk, en in de
richting Portland naar de volgende
schacht gaan, die 5 kilometer verder lag
dan de plek waar ze nu waren? Niet
mogelijk. Het water zou hen heus wel in
halen...
Maar nu werden de mannen door de ge
weldige luchtstroom meegesleept Ze
wisten, dat het nu met hen gedaan was.
Plotseling werden zij door elkaar gegooid.
Een verschrikkelijke druk, die huil de
kleren van het lijf rukte. Een blauwachtig
schijnsel zagen ze. Toen verloren ze de be
zinning.
Maar het water kwam niet Dat
stroomde naar het dal.
De vijf bewustelooze mannen werden
door de reddingbrigade uit de leiding ge
haald, en in veiligheid gebracht. Gelukkig
was er geen gevaar, en zouden zij alle
maal ln leven blijven-
Pas veel later vond men den zwaar
gewonden Frank. Op een baar droegen zij
hem naar Portland, naar het ziekenhuis.
De mannen van colonne 6 hebben den
jongen Frank, die twee maanden later
weer beter was, hun leven lang niet ver
geten. Maar ook de stad Portland wist
heldenmoed naar waarde te schatten!
Frank Tailer is tegenwoordig hoofd van
de waterwerken van de stad Portland.
„WINTERPRACHT", ONZE FRAAIE
WINTERPRE.MIE.
Kosteloos beschikbaar voor onze
lezeressen.
Wat is „Winterpracht".
„Winterpracht" is een wintermodejour
naal, dat bestemd is voor iedere Nederland-
sche vrouw.
Het Is een modeblad, zooals ei slechts
weinigen zijn, en bevat een keur van mo
dellen, waardevolle raadgevingen op het ge
bied van de kleeding.
Het stelt ons op de hoogte van den stand
der wintermode, die zoo sterk verschilt
met de mode van hét vorig jaar.
Het blad is ook. technisch uitstekend,
veribrgd,zoodat het een lust is voor de
oogeji. Geen enkele huisvrouw" zal dit blad
willen missèn en het' dóet ons daarom ge
noegen te kunnen mededeelen, dat de Mo
deredactie dit blad kosteloos beschikbaar
stelt aan-, onze lezeressen.
De redactie weet, dat zij daarmee alle
lezeressen een genoegen doet en noodigt
daarom allen uit „Winterpracht" nog he
den aan te vragen. Men kan dit doen, door
te schrijven aan de Moderedactie, Muzen-
straat 5b, te Den Haag, onder bijsluiting -
van twaalf cents aan postzegels, of door
storting of overschrijving op postrekening
no. "191919, ten name van den Knippatro-
nendienst te 's-Qravenhage.
„Winterpracht" zal U dan veel genoegen
bezorgen!
JAPON VOOR GEZETTE FIGUREN.
VKK 1781
Het is voor de gezette dames inderdaad
niet mogelijk in confectie te loopen. Nu
rokken te lang, niets zit op zijn plaats,
da.t hebben alle dames, die in de hoogere
anaten" vervallen, wel eens ondervonden.
Gelukkig zijn goed passende patronen ver
krijgbaar, die het mogelijk maken, een
mooi geheel te vormen. Donkere effen
stoffen, werken het voordeeligst voor ge
zette figuren, vooral zwart georgette doch
ook cloqué is mooi voor deze japon, waar
van een apart ingezet vest van zacht rose
of zalmkleurige zijden georgette of clo
qué bijzonder mooi aandoet. Smalle kraag
en ruime klokkende volants, die met kleine
knoopjes Van hetzelfde materiaal op net
bovendeel wordt gehecht. Rechte rug en
aansluitende mouwen met Kleine volant-
garneering, die desgewenscht achterwege
kan blijven. Smalle ceintuur. Het boven
stuk is iets lager dan de normale taille-
lijn aan de rok gezet, over de verbindings
naad is een smalle ceintuur aangebracht.
Door het bovenstuk iets langer te maken,
geeft men aan een veelal te kort bovenstuk
een meer afkleedende lijn, hetgeen het fi
guur ten goede komt. Op de tweebaansrok,
die naar den zoom toe in klokken valt, zijn
op de voorbaan twee nervures gemaakt,
zooals de lijn op het patroon deze aangeeft.
Patronen verkrijgbaar in de maten 46,
48, .50 en 52 a 0.58.
Eenvondlge damesjapon.
VKK 1794.
Roestkleur of niet te donkere groene
wollen stof, liefst soepel als b.v. zandcrépe
of wollen georgette zijn het materiaal voor
dit uiterst eenvoudige, flatteuse model,
dat voor jonge vrouwtjes zoo uitstekend
geschikt is. De halsuitsnijding is aan de
voorzijde irtgéhaald en een smal even tegen
den hals opstaand boordje dient als af
werking. De voor- en rugpanden zijn bij de
zijnaden ingehaald,- in het midden echter
glad, waardoor het figuur wat voller wordt
Tweebaansrok, figuurnaadje aan de ach
terbaan, vóór ruime, ingehaalde zakken,
met rechte reep afgewerkt, z.g. buidel-
zakken, die bijzonder aardig staan.
Dit model kunnen wij jonge vrouwen en
meisjes bijzonder aanbevelen, ook hen, die
nog geen buitengewone vaardigheid in het
naaien bezitten. Dit model is n.1. aan de
hand van het patroon zeer gemakkelijk te
maken.
Patronen verkrijgbaar in de maten 40. 42
en 44 0.58.
Meisjesjurk.
VKK 1776.
De modellen, die wij hier weergeven, zijn
gemaakt volgens eenzelfde patroon, doch
van verschillend materiaal. Het eerste is
geruit en heeft een effen garnituur, ter-
wijl het andere effen is met een geruit
kraagje. Hoe verschillend zien beide jur
ken er toch uit, nietwaar?" De jurken zijn
aardig, eenvoudig en vlug te maken. Het
lijfje wordt met eenige ruimte - verdeeld
over den geheelen omtrek, aan het rokje
gezet, dat'aan den voorkant .drie. baantjes
heeft, terwijl de achterbaan één geheel is.
Het middenbaantje wordt dicht langs den
kant op- de zijbanen gestikt. De aardige
puntige kraag hééft tweè knoopsgaten,
die op de knoopen- van de jurk gèknoopt
worden, terwijl er een strik van bandflu
weel onder gedragen wordt. "Ceintuur van
de stof met eenvoudige gesp.
Patronen voor meisjes van 810 jaar
k 0.35.
Onder den naam inkt heeft men thans
een veel meer omvattende reeks soorten dan
vroeger, toen deze nog slechts van galnoten
werden gemaakt. Het verwijderen van inkt-
plekken was niet moeilijk, omdat men wist,
welke chemische praeparaten hierop rea
geerden, o.a. oxaalzuur, dat in water op
gelost werd en waarmee de vlekken bevoch
tigd werden, waarna zij verdwenen.
Thans is deze 'kwestie niet meer zoo een
voudig, omdat men de samenstelling der
inktsoorten niet kent. Sommige soorten
geven vlekken, welke nagenoeg niet te ver
wijderen zijn.
Van papier kan men inktvlekken met
een zeer scherp, speciaal gemaakt mesje,
radeeren, doch zij moeten dan volkomen
droog zijn. Liefst pas na 24 uren, omdat
het water dan geheel verdampt is en Je
kleurstof boven ligt. Radeert men de vlek
onmiddellijk, dan loopt men kans een gat
in het papier te krijgen.
Geheel anders is dit bij waschgoed, klee-
dingstukken, tafelkleeden, e.d. Is hier een
inktvlek ontstaan, dan is vlug uitmaken
gewenscht. Vaak is het genoeg de plek met
schoon water te reinigen, in geen geval moet
men deze laten indrogen, aangezien dan be
paalde chemische veranderingen kunnen
plaats vinden. Soms helpt hét afdoende om
zeer verdund zoutzuur te gebruiken,
men wascht hiermee de bewuste plek,
hetgeen echter voor waschgoed geldt, dat
onmiddellijk daarna in- zeepsop gedaan
wordt. Deze behandeling vereischt echter
groote voorzichtigheid;; aangezien het goed
anders stuk gevreten wordt Gewone Inkt
kan mén meestal, met een oplossing van
azijnzuur en water verwijderen, waarmee
de plek gebet moet worden. Steeds met
schoon water verwijderen. Verdund citroen
zuur of citroensap geeft eveneens verras
sende resultaten.
Verschillende inktsoorten bevatten orga
nische kleurstoffen en metaalverbindingen,
zoodat zoowel het metaal als de kleurstof
dienen te wórden, opgelost, hetgeen met
azijn en citroenzuur mogelijk is. De plekken
worden hierdoor aanmerkelijk lichter en
worden met schoon water verder uitgewas-
schen. De resten kunnen eventueel met
waterstof superoxyde worden gebleekt of
met een oplossing van chloorkalk (1 gram
op 11 waterNaspoelen met warm water,
hetgeen trouwens bij iedere behandeling ge
wenscht is.
Tafelkleeden, waarop inktvlekken zitten,
worden afgeborsteld met water en ammo
niak, nadat zij eerst met citroensap zijn be
handeld. Tenslotte willen wjj nog even
terugkomen op het bewerken van wasch
goed met zoutzuur. In vele gevallen zal
zoutzuur in poedervorm veel intensiever
werken en vooral oude vlekken doen ver
dwijnen. Het beste is dit, op de .volgende
manier te behandelen. Neem een- steenen
kommetje. Span het stuk goed er Zoo over
heen, dat de vlek in het middén'komt, strooi
hier de droge poeder op, schenk er onmid
dellijk heet water op en herhaal deze bewer
king zoo noodig nog eenmaal, daarna onder
stroomend water naspoelen. Het zakje zout
zuur, dat zwaar vergift is, Wordt in een
glazen potje bewaard op een plaats, die
buiten het bereik van kinderen valt!
EEN AFRIKANER, DIE AFRIKA
NOOIT BEZOCHT.
De belangrijkste* prijs voor de literatuur,
de Prix Goncourt 1935, is toegekend aan
Joseph Peyré. Peyré. heeft zijn eerste lit
terair succes geoogst met de uitgifte van
„De Witte Eskadron", welke roman zich
in Afrika afspeelt en den lèzer een juiste
voorstelling geeft van- het intieme leven
der Meharisten. -
Typisch is het,hierbij te vermelden,
dat de schrijver van-dit wérk, dat ook in
het buitenland succes oogstte, nog nooit
in Afrika is geweest, ofschoon hij in zijn
werken doet voorkomen, alsof hij er jaren
lang vertoefde! Alle door hem gewenschte
inlichtingen over het leven der inboorlin
gen in Afrika krijgt Peyré te hooren van
zjjn in Zuid-Afrika levenden broeder, ka
pitein Peyré.
Om pannekoeken lichter verteerbaar te
maken en het deeg tevens meer te doen
uitspreiden, moet men de benoodigde hoe
veelheid bloem met melk aanmaken en
eenige uren wegzetten, eerst later geklop
te eieren en zout toevoegen.
Wat baat het roepen om vernieuwing der
maatschappij, als men niet voor oogen
houdt, dat de maatschappij uit mènschen
bestaat? In den mensch zelf moet meer
liefde, meer zin voor recht en deugd, meer
vroomheid en lust tot onderzoek gewekt
worden. Dan kómt. als noodzakelijk gevolg,
als heerlijke vrucht, ook. de maatsèhappe-
"lijke verbetering zeer beslist. Laat ons dus
blijven verkondigen: „Herzie, o mensch,
U zelf!"
„Heel lang geleden, in de grijze oudheid",
zoo vertelde Mevr. Koch j.1. Zaterdag
avond in haar causerie „Dr. Zamenhof en
Esperanto" voor de VARA-microfoon,
„was er een herdertje, dat een rietstengel
afsneed en daarin gaatjes maakt. Toen
biles hij erop en ontlokte er zoodoende
lieflijke tonen aan. De andere herders wa
ren hierover zeer verbaasd. Zij dachten
ook, dat deze kunstmatige muziek niet
goed kón zijn. Wat was nu beter dan de
muziek der natuur, zooals vogelenzang en
het ruischen van wouden en wateren?
Daarom vertrokken zjj om het oordeel
van Grieksche wijzen te vragen. Na lang
durige overdenkingen deden de wijzen
hun uitspraak: „Neen, geen kunstmatige
muziek! Men hóude zich uitsluitend aan
de "klanken der natuur." Maar het herder
tje stoorde zich niet aan de woorden der
wijzen. Rustig ging hij door met het be-
spelen van zijn fluit. En zoo ontstond' de
Kunstmatige muziek, die er zal zijn tot
het einde der m fischheid."
Zoo verging het Dr. Zamenhof in veel
opzichten als het herdertje. Ook hem zei
den verschillende wijzen, dat een kunst
matige taal niet mogelijk was. Maar ook
hij stoorde zich daar niet aan en ver
volgde rustig zijn arbeid. Tot het einde!
En hoe staan de zaken nu
Kort na de bovengenoemde Vara-uit-
zending nam de K.R.O. het woord voor
haar „Actueele Aetherflitsen", en weer
klonk de Esperanto-hymne uit den luid
spreker. Het betrof nu een Katholieke bij
eenkomst te Ginniken, waar door Dr.
Muller een warm pleidooi voor Esperanto
werd gehouden. De aanwezige bisschop
betuigde zijn instemming met het gespro
kene in een belangwekkende rede, waar-
v ik de volgende voorden overneem:
„Ik hoop en vertrouw, dat binnen enkele
jaren elke Ka.holiek in mijn bisdom het
Esperanto zal kennen en beheerschen".
Een prettige verrassing voor postze
gelverzamelaars en een succes voor Es
peranto is voorts de uitgave van een
nieuwe postzegel met Esperanto-opschrift
door de Braziliaansche postdirectie te Rio
de Janeiro, ter gelegenheid van de 8e In
ternationale Jaarbeurs aldaar. Het is een
blauw zegel ter waarde van 200 reis. Na
toezending van 2 z.g. antwoordcoupons
(verkrijgbaar bij eiken Esperanto-consul)
ontvangt men 2 ongebruikte exemplaren.
Het adres is: Brazila Lige Esperantiste,
Av. Harechal Floriano 212, Rio de Ja
neiro.
In de „Haagsche Post" schrijft Andreo
Cseh:
„Men behoeft geen profeet te zjjn om
te voorzien, dat na enkele jaren op alle
postzegels en briefkaarten, alsmede op
alle drukwerken voor het internationale
gebruik, de internationale taal zal wor
den toegepast."
Van de teekenen, die er op wjzen, dat
deze uitspraak niet zoo voorbarig is als
sommigen misschien denken, noem ik u
het volgende:
Onlangs ontving een kennis een ansicht
uit Barcelona. Er zij, die nooit veel en
thousiasme voor Esperanto getoond had,
liet ons het Esperanto-opschrift op de
kaart zien met de woorden: „Wat aardig,
dat men het ook in Spanje al toepast. Nu
kun je tenminste begrijpen, wat de afbeel
ding voorstelt en dat is toch eigenlijk
wel beter, dan de vaak onbegrijpelijke
teksten-op buitenlandsche ansichten, waar
door bovendien elke propaganda-waarde
verloren gaat".