Op en om het Binnenhof. ZATERDAG 28 DECEMBER W5 PAG. 4 De Chineesche muur. *T JUTTFRTJE Wie zou het met deze nuchtere waar heid niet eens zijn? Trouwens, wie, die het voor en tegen van alle kanten over wogen heeft, zou tegen de idee interna tionale taal zijn? Op grond hiervan kwam Dr. Zamenhof tot de volgende conclusie: Het bestaan var. een internationale taal, waardoor de menschen van alle lan den en volken elkaar zouden kunnen be grijpen, zou aan de menschheu' een on schatbaar nut verschaffen". Dat nog niet iedereen daarvar. over tuigd is, dat men zelfs nu nog in Duitsch- land de hoofden der jongens en meisjes van den „Olympische Ehrendienst" vol- stampt mèt groote porties „geconden seerde" vreemde talen, teneinde ze te be kwamen in hét a.s. „Olympische dorp", eett Griek, Deen, Zwedë, Roemeen, Hol lander, Chinees, Fin, Noor, enz. op hun wenken te bedienen, is geenszins veront rustend. Ondanks dat alles zal er in dat ..Olympische dorp" zonder twijfel weer een schitterende herhaling der Babyloni sche spraakverwarring gedemonstreerd worden. En die zal de dringende nood zakelijkheid van verandering slechts on derstrepen. Weer is door velen het Kerstfeest ge vierd. Maar nog steeds zijn ei evenzoo- velen, zoo niet meer, die van de diepere beteekenis van dit feest niets beseffen, laat staan van de toepassing daarvan in het dagelijksch leven. Zou het dan tegen Dr. Zamenhof plei ten, dat hij er na slechts 48 jaren nog niet in geslaagd is, alles voor zijn idee te winnen Het gaat er ten slotte maar om, waar men de voorkeur aan geeft: aan het snel opschietende, maar tot even spoedig ver gaan gedoemde groen der balsamienen of aan het eeuwige groen der dennen, dat zich jaar na jaar tot steeds rijker vorm ontplooit. MOLLY KEISER, 2e Schuytstr. 155, Df Haag. Week kroniek Van een parlementairen Kerstvrede, welke een wapenstilstand werd. Waar het bij de onderwijs-kwestie ten slotte om gaat. Een goede oplossing mogelijk Den Haag, 27 Dec. '35. De Kerstvrede op het Binnenhof, welke slechts een wapenstilstand is geworden, was aldus wel bijzonder weinig in de „sfeer"De onderwijs-kwestie kon niet worden opgelost en slechts door een voor- loopige schikking, het commissoriaal ma ken van het vraagstuk, kon een Kabinets crisis worden vermeden. De „linksche" mi nisters wenschten niet aan te blijven, als de maatregelen tegen de 'bijzondere school niet werden aangenomen.. En de rechter zijde was zoo homogeen als het maar kon in de afwijzing van het gebodene. Ir, Al- barda (S.D.) was verbolgen over wat hij noemde misbruik maken van dê politieke situatie en riep de andere zijde der Kamer toe, dat zij ook maar verder de Regee- ringsverantwoordelijkheid -diendie te dra- g?h Men heeft tijdens de débatten over par. 12 (waarom-het-in deze ging) veelal langs elkaar heen gepraat De rechterzijde wilde de voorgestelde wijze van besnoeiing niet en de voorstanders begeerden genoegdoe ning voor de harde wijze, waarop h.i. té gen de openbare school is opgetreden. De oude coalitie-krachten kwamen om den hoek kijken ook toen het ging om ont slag van de gehuwde onderwijzeres-niet kostwinster. Een amendement-Suring (R.K.) beteekende genoemde categerie en derwijs-krachten per 1 Jan. '37 te entslaan, dit in heefdzaak em plaatsen vrij te ma ken veer wachtgelders en werkleoze onder wijzers. De linkerzijde was eveneens tegen eneek de minister, dr. Sletemaker, emdat hij het veorstel veer de betrokkenen wel wat erg hard vend. Doch er kwam bij, dat het amendement allerlei uitzonderin gen toeliet voor gevallen, waarin het dub bele inkomen te billijken zou zijn. Z.Exc. vreesde nu allerlei geharrewar, terwijl zoo zei hij de minister in de meeste ge vallen toch zal wijken voor de geopperde bezwaren. Mr. Boon (V.B.), die eerst vóór, doch na de ministerieele rede tegen was, diende een motie in, uitdrukkend den wensch naar een aparte regeling voor de salarissen dergenen, die in communiteit (kloosters) leven. Hij achtte het billijk, deze kwestie nu eens grondig aan te pak ken, wijl men nu ook gaat ingrijpen in de rechten der gehuwde onderwijzeres en de Regeeringsvoorstellen mede vervroegd pen sioen invoerden, wat eveneens verkorting van rechten beteekent. Het amendement-Suring haalde de eind streep gemakkelijk, door de unanieme medewerking van rechts. Nu iets over „het" conflict. Men weet, dat de ópenhare school volgens de Grond wet overal moet worden gesticht, waar maar menschen wonen. Voor de bijzondere school geldt voor schrift omtrent Staatszorg voor voldoend onderwijs niet. Na de onderwijs-pacificatie in '17 krijgt de bijzondere school slechts overheids-subsidie, maar alleen in geval len, waarin volgens vastgestelde ge tallen een zeker aantal kinderen voor een op te richten bijzondere school bijeen is. Wordt er b.v. (zooals in de Wieringer- meer) een nieuw dorp gesticht, dan ver schijnt daar automatisch een openbare school, ook al geven zich daar slechts en kele kinderen voor op. Maar willen katho- lieke en christelijke ouders een „eigen" school voor hun spruiten, dan dienen zij te wachten, totdat een minimum aantal aan wezig is (tot nu toe is het minimumgetal 10), eer sprake kan zijn van subsidie. Men voelt dus, dat de „gelijkstelling" van open- baar- en bijzonder onderwijs iets anders beduidt dan gelijkheid. Doch zooals reeds gezegd, de openbare school heeft reeds moeten bloeden onder het vlijmscherpe snoeimes der bezuiniging, het was dus billijk te gaan vragen, hoe het staat met de bijzondere: Ondanks het ver schil in wezen zou het natuurlijk te mal zijn om te meenen, dat in die richting niets te versoberen is. Er werd dan ook even zeer in. die richting opgetreden, zoodat men niét zeggen kan, dat tot nu toe alléén de openbare school het gelag heeft te be talen. Hebben salariskortingen en ver grooting van de leerlingenschalen niet op beide! takken van onderwijs met dezelfde zwaarte gedrukt En niet minder de maatregelen tegen de overtallige leer krachten, ten aanzien..van de schoolexploi- tatie? Wat dat beterft, is alles in orde. •- groote strijd 'gaat? ten slotte slechts óW dê opheffing van scholen! Het eenvoudigste zou vanzelfsprekend zijn te bepalen, dat er geen openbare of bijzondere scholen mogen bestaan, die be neden zeker aantal leerlingen gezakt zijn of nooit boven dat aantal zijn uitgekomen. Doch deze simpele regeling is immers on mogelijk, waar de Grondwet de openbare school afdoende „beschermt" door het voorschrift aangaande de zorg voor vol doend openbaar lager onderwijs. Het terrein der „subjectieve" bepaling van wat nopens de bijzondere school als „billijk" moet worden gezien, ligt nu open. Welk „systeem" behoort te worden ge volgd om een zoo objectief mogelijken grondslag te vinden? Redelijk is om allereerst na te gaan, waar de meeste kleine schooltje schuilen. Welnu, de meeste kleine schooltjes vond men bij het openbaar onderwijs, dat ligt trouwens voor de hand en behoeft niet da delijk een ,smet" op dat onderwijs te wer pen. Doch het gaat thans om bloote feiten. Hoewel de Regeering vele openbare scholen ophief, blijft de gemiddelde grootte der scholen nog steeds in het voordeel van het bijzonder onderwijs. Maar er zijn nuances, welke weer in het voordeel der openbare school pleiten. De Regeering verwachtte aanvankelijk vrijwillige medewerking der bijzondere school-besturen tot concentratie en hoewel er hier en daar wel eens wat geschiedde, algemeen was het initiatief toch zeker niet. Dr. Colijn liet verleden jaar in de Ka mer al eens een „dreigend geluid" hooren, wijzend in de richting van een gedwon gen concentratie, maar dat lokte allerlei protesten uit. Die dwang voelde men als een aantasting der onderwijs-v r ij h e 1 d. Deze term lijkt toch minder juist. De vrij heid hangt niet uitsluitend af van een hoo- ger of lager getal als !n het onderhavige geval, want men zou dan beter kunnen zeggen, dat het eischen van een minimum aantal leerlingen de vrijheid te niet doet. Het lijkt dus beter te spreken van distri butieve gerechtigheid; welk woord reeds eerder in de pers werd gebruikt Was hetgeen de Regeering verleden week in de Kamer voorstelde nu in strijd met de genoemde distributieve gerechtig heid? Het ging in hoofdzaak om het ver- hoogen, met 25 pet., van de minimum getallen, welke zouden komen op 50 leer lingen voor gemeenten met 25000 of minder inwoners,- 75 leerlingen voor gemeenten met 2500050000 inwo ners, 100 leerlingen voor gemeenten met 50.001100 000 inw en 125 leerlingen voor gemeenten met 100.001 en meer be woners. Het fixeeren van de verhooging met een kwart (met enkele uitzonderingen voor groeiende scholen) was louter een ge volg van inzicht, want aanvankelijk werd 50 pet. voorgesteld. De nieuwe maatregel betrof ongeveer een driehonderd bijzondere scholen, die niet allemaal zouden worden opgeheven, maar waarboven voorzoover dan niet verdwenen het zwaar van Da- mocles zou blijven zweven, wijl opheffing volgt als er geen genoegzame groei plaats heeft of eenige teruggang in het leerlin gental te constateeren is. En de cijfers wijzen uit, dat ér niet min der dan vijfhonderd openbare scholen zijn, die, waren zij bijzondere inrichtingen van onderwijs, tot de getroffenen zouden be- hooren. In vele plaatsen zouden dus bij zondere scholen moeten verdwijnen, die méér leerlingen hebben dan de aldaar ge vestigde openbare. Men voelt wel, dat dit bij de voorstanders der bijzondere school tot eenigen wrevel aanleiding geeft. En kan leiden tot het gevoel, benadeeld te worden. Maar deze vrienden van het bijzonder onderwijs vergeten ook wel weer, dat het openbaar onderwijs eenigermate vergele ken kan worden metde spoorwegen. Het lijkt zoo op het eerste gezicht -onrecht vaardig, als men de z.g. „wilde busdien sten" tusschen Rotterdam en Amsterdam die het publiek veel goedkooper kunnen bedienen gaat verdwijnen, om den dubbèl- duren trein vrij spel te geven. Maar men vergeet dan, dat de spoorwegen verplicht zijn, ook op heel weinig rendabele lijnen het verkeer te onderhouden, men hun niet alleen de magere restjes mag laten. Iets dergelijks kan hoewel in verwijderd ver band ook op het openbaar onderwijs van toepassing worden verklaard. Men mag het niet de dupe laten worden van de Grondwettelijke verplichting, overal ten dienste te staan, ook, als er lang niet ge noeg leerlingen zijn. Want hetbijzonder onderwijs blijft in den regel achterwege, als de belangstelling te gering is. Precies als met de „wilde bussen"! Dat tégenover elkaar stellen van getal len leidt dus ook niet tot een zuivere maatstaf. Oud-minister De Geer noemde wat voorgesteld werd een „blinde valbijl méthode", omdat hier automatisch weg viel, wat beneden de maat was of kwam, terwijl "big de openbare school geval: voor geval bekeken kon worden en de Grond wettelijke bezuinigingstaffeven teniet kan doen. Ook deze omstandigheid maakt de zaak niet eenvoudiger! Ten slotte moet een conclusie worden getrokken. De hoofdlijnen van de zaak, waarom het gaat en die ons politieke leven nog steeds ernstig bedreigen, zij J hierboven aangegeven. De groote vraag moet blijven: Hoe kan ten deze het bekende spreekwoord „ge lijke monniken, gelijke kappen" het meest worden benaderd, nu algeheele toepassing door het verschil in wezen onmogelijk is? In de C.-H. „Nederlander" van 10 Juli LL, kwam een hoofdartikel voor betref fende het ingediende bezuinigingsontwerp op het onderwijs, en dat eindigde, na te hebben betoogd, dat voldaan moet worden aan een „eenvoudigen rechtseisch", aldus: „Wij blijven daarom vragen, dat voor de exploitatie van een openbare school ten minste" evenveel leerlingen zullen worden verlangd, als in dezelfde gemeente voor de subsidieering eener gesubsidieerde bij zondere school worden vereischt, tenzij blijkt, dat voor een geringer aantal leerlin gen, voor wie openbaar onderwijs wordt verlangd, gelegenheid tot het ontvangen van dit onderwijs elders niet bestaat". Er zou moeten worden nagegaan, in hoeverre de doorvoering van dezen regel practisch en financieel mogelijk en ge- wenscht is, dat valt zoo op het eerste ge zicht moeilijk uit te maken; hoewel moet worden „erkend, dat men hier tenminste objectieve normen heel aardig benadert. Heel opmerkelijk is, dat men bij het de bat in de Tweede Kamer zoo weinig ge poogd heeft, de punten van verschil op zakelijke wijze te bespreken, zonder bij voorbaat geprikkeld- te zijn door de ar gumenten van de tegenstanders. Dat ver sterkt natuurlijk den indruk, alsof men van beide kanten weinig lust had, ernstig naar een oplossing te streven. Dat kan natuurlijk niet het geval zijn geweest, maar zonderling blijft het verschijnsel zeker. En nog vreemder is het, dat een man als oud-minister De Geer sprak van een blinde valbijl-methode en van willekeur- mogelijkheden, terwijl, zijn partijgenoot achter de groene tafel het gebodene „zeer redelijk" meende te moeten noemen. De heer Ketelaar begreep van dit alles niets, naar hij zei, en wie zal zich daar over verwonderen? De voorloopige oplossing, het commis soriaal maken van het geschil, iag feitelijk voor de hand. Door middel van Kamer debatten kan geen goede oplossing worden gevonden. En het volk heeft er recht op, precies te weten, hoe op onderwijsgebied het best en het meest-rechtvaardig kan worden opge treden. De Tweede Kamer is tot Dinsdag 11 Februari a.s. naar huis. Dat wil namelijk zeggen, dat er tot dan tóe geen openbare zitting zal zijn. Want in de afdeelingen ligt een massa werk te wachten. Presi dent Ruys wees daar in zijn afscheids- speechje op en noemde een aantal ont werpen, zooalé dat? betréffende het Weer- fonds, de Indtistriefihanciéring, de brug genbouw, de Pachtwêt^..T?r Intusschen zal de Eerste Kamer gelegen heid hebben, de Rijksbegrooting voor '36 af te doen. Een dag vóór Kerst en zoo waar, a.s. Maandagmiddag kwam en komt de Senaat bijeen, voor spoedgevallen. Tot nu toe hebben de twee nieuwe Sena toren, de Nat.-Socialistische heeren, nog weinig van zich doen hooren. Maar bij de algemeene beschouwingen over het Rijksbudget hebben zij een vol uur gekre gen om het hunne er van te zeggen. Dat kan dus straks een bijzonder pikant poli tiek steekspel worden, want natuurlijk laten de anderen zich niet onbetuigd v Parlementariër. In China is een stad, die heelemaal uit muren bestaat, raar hè? Nu is het vree- selijk moeilijk om, als je daar eenmaal binnen bent, er weer uit te komen, want ai zou je willen, je kunt niet over de muren heen, die zijn veel te hoog. Pro beer eens den weg te vinden door dit doolhof te beginnen bovenaan rechts en eindigen onderaan in het midden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 17