HET JAAR 1935
ffiooen ï>e eenige
molken W in
i r>oor H opWmen
FDolken pan genof
f pan Oouroe Ëqkerfe
fakak *ün I
I
HONIG'S BOUILLONBLOKJES 6 voor lOcl.
HET
GESTOLEN KIND
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA jg|gg
m!
Xn Anno 1753
No 7S93
EERSTE BLAD
DINSDAG 31 r: "GEMBER 1935
jaargang
"3wh|
FEUILLETON
EEN VERHAAL UIT AFRIKA
COURANT
Abonnement per 3 maanden ba voorultbet: Heldersche Courant 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2.
Nederf. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overige
landen 3.20. Losse nos. 4 et; fr. p. p. 6 ct Weekabonnementen 12 et
Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.—. Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70.
VerschUnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Glrorekening No. 16066.
ADVEBTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prtJs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) b(j vooruitbetal ng
10 ct per regel, minimum 40 ct; by niet-contante betaling 15 ct per rege,
minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 c
per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
Het is een avond als alle andere, deze laat
ste avond van het Oude jaar. In de vroeg val
lende schemering worden hier en daar ver
spreide lichtjes aangestoken. Naast ons gloeit
de vulhaard zijn vurig schijnsel over het tapijt
Ergens ver weg klepelt een klokje zijn be
kende tonen. Dan begint een zware kerk
klok langzaam te luiden. En plotseling, ter
wijl we neerzitten In de schemering, die zich
al dichter over de kale ve.den en stille stad
jes spreidt, is het alsof van zelf onze handen
en onze gedachten stil worden en we ons kee-
ren van de dingen buiten ons naar binnen
toe, als zagen we daar nog eens de dagen van
het verleden voorbijgaan in een helderder licht
vaak dan we ze eens zagen in hun thans her
kenbare onderlinge samenhang en beteekenis,
Dat heeft de laatste jaren geen opwekken
de uitwerking op ons kunnen hebben. In stij
gende bezorgdheid, die va<0c tot angstige be
klemming werd, moesten we ons afvragen,
waartoe deze
wereldcrisis,
als nog zelden een de menschheld teisterde,
ons moest brengen. Want deze crisis is niet
alleen oeconomisch, maar ook intellectueel en
moreel en strekt zich uit over ons geheele
cultuurleven. Stroomingen en bewegingen zijn
opgekomen, die wat de menschheid door eeu
wen van worsteling als hoogste beschavings
goederen wist te veroveren, dreigen weg te
spoelen als waardelooze ballast, die de orde
ning 'an het menschelijk leven door recht en
rede langs den weg der persoonlijke zelfor-
dening niet langer willen erkennen, maar te
ruggrijpen naar de volstrekte heerschappij
van het geweld en het dierlijk instinct en die
In de sterkst ontredderde en geestelijk ont
wrichte landen reeds de macht aan zich ge
trokken hebben en naar die macht in andere
landen de hand uitstrekken, maar ook in het
internationale leven haar onbetwiste heer
schappij trachten te vestigen. De oecono-
mische crisis, hoe zwaar ze ook mogen druk
ken, is niet het ergste gevaar. Een algemeene
en algeheele geestelijke ontreddering bedreigt
het beschavingsleven. Maar de oeconomische
noodstand verstikt onze kracht in den strijd
ertegen. Zoolang we deze oeconomische ellende
niet kunnen opheffen, zal het spook van den
algeheelen ondergang blijven dreigen. Alle
middelen om die ellende weg te nemen zijn
tot nu toe machteloos gebleken. Alleer her
leving van het besef der internationa'e saam-
hoorigheid op oeconomisch gebied en het her
stel Van een normalen wereldhandel zulien
ens kunnen redden. Maar het zijn jut-a deze
stroomingen, die voor een deel door de crisis
ontstaan, althans tot ontwikkeling gekomen,
ons beschavingsleven bedreigen, waarvan ten
gevolge van haar chauvinistische tendenzen en
geweldstheoriën een hardnekkig verzet tegen
een dergelijk herstel uitgaat.
Toch is het of hier en daar een zwakke
lichtstreep den donkeren oeconomischen he
mel begint te kleuren. Sprak Dr. Schacht,
Duitschland's oeconomische dictator in een
zijner laatste redevoeringen niet van de on
bestaanbaarheid der autarkie en het noodza
kelijk herstel van een normalen wereldhan
del Ook elders komt het besef van deze nood
zakelijkheid tot uitdrukking. Het is een begin.
Maar het kan de aankondiging zjjn van den
aanbrekenden dageraad.
Er is meer, dat tot hoop, zy het voorhands
zwakke hoop nog, stemt tegenover de mach
ten, die ons bedreigen. Is het geloof aan de
alleenzaligmakendheid van het geweld aan
het verzwakken of is het geweld bezig zyn
onmacht te bewijzen? Het is niet alleen, niet
in de eerste plaats zelfs het verliezen van
terrein door de op heerschappij van het ge
weld gerichte stroomingen in landen, als Zuid-
Slavië en Bulgarije, waar ze al haar doel
schenen bereikt te hebben, maar waar de dic
taturen bezig zijn te verdwijnen, die deze
vraag doet stellen. Het is een gebeuren van
veel weidschere strekking en wereldomvatten
de beteekenis, die haar doet rijzen. En het is
wel opmerkelijk, dat dit gebeuren te danken
is aan de meest brutale manifestatie van het
geweld in het internationale leven, aan een
conflict, dat nog altijd den wereldvrede ern
stig bedreigt.
De aanval van Italië op Abessynië, evenals
Italië lid van den Volkenbond, ondubbelzin
nige rechtstreeksche toepassing van de leer
van het geweld, In de praktijk van het in
ternationale leven nog steeds oppermachtig,
dat in dezen tijd ook als levensleer voor het
geheele menschelijke leven ingang tracht te
vinden, heeft tot een manifestatie geleid van
een overgroot deel der beschaafde mensch
held, die een
internationale veroordeeling van het ge
weld en erkenning van bet recht als
beslissende factor
inhoudt. Want dit is de beteekenis van de te
Genève door den Volkenbond en de tot dien
Bond behoorende staten genomen beslissingen,
waarin Italië's aanval als een schending van
het Volkenbondsverdrag en van de internatio
nale rechtsorde gebrandmerkt en veroordeeld
werd en tot de toepassing van de sancties, tot
gemeenschappelijk verzet dus tegen deze
schennis besloten. Het is mogelijk, dat deze
beslissingen niet bij allen geheel vrij zijn ge
bleven van den invloed van eigen belangen.
Maar dit doet niets af aan het feit, dat men
dan toch deze eigen belangen trachten te be
schermen en verdedigen door een beroep op
het internationale recht en door de erkenning
van een zich ontwikkelende Internationale
rechtsorde. En dat geeft aan de gebeurte
nissen te Genève, maar geeft ook aan het
jaar 1935 hun groote beteekenis. Het gaat
hier niet om Italië of Abessinië, om de slaver
nij en de achterlijkheid van Abessinië, of de
beschaving van Italië Het gaat ook ten slotte
niet om den Volkenbond. De beteekenis van
het gebeuren gaat ver daar boven uit. Na den
aanval van Italië werd de wereld voor de
vraag gesteld of het haar ernst was met den
wil een nieuwe rechtsorde te scheppen in het
samenleven der volkeren, toen zy den Volken
bond stichtte, of ze wilde voortgaan op den
weg, waarop bjj die stichting den eersten stap
gezet werd dan weer terug naar de erkenning
van het geweld als de hoogste macht, naar
de rechteloosheid der zwakken en de willekeur
en oppermacht van den sterkste. De uitspra
ken van trouw van 50 tot den Volkenbond be
hoorende staten zijn in b.eginsel het antwoord
geweest op deze vraag. Het verder verloop
van het Itaiiaansch-Abessijnsch conflict zal
moeten bewijzen of men dit beginsel kracht
wil verschaffen door daden, zoo noodig door
opofferingen. Maar het beginsel is aanvaard
en aan hare toepassing een begin van uitvoe
ring gegeven. Hiermee zijn niet alleen de Vol
kenbondsbeginselen als richtsnoer voor het
internationale leven aanvaard, maar is ook
het beslissend gezag van den Volken
bond erkend.
In internationale geschillen-
We behoeven ons natuurlijk geen illusies
te maken. Het rijk van het recht is nog niet
duurzaam gevestigd. En het zal zeker nog wel
gebeuren, dat de Volkenbondsbeginselen wor
den op zij geschoven en dat de Bond onwil
lig of onmachtig blijkt de naleving van zijn
beginselen af te dwingen. Maar het feit, dat
50 staten zich onderworpen hebben aan het
Volkenbondsverdrag ten einde ten koste van
eigen opofferingen de naleving daarvan te
verzekeren en den aanrander terug te drin
gen, blijft daarom even goed zijn groote be
teekenis behouden. En dit feit spreekt het
groeiend besef uit van de noodzakelijkheid het
recht ook in het internationale politieke leven
als beslissende factor te erkennen, maar te
vens van de beteekenis van den Bond als
handhaver van dat recht. Dit is te opmerke
lijker, omdat de Bond en zijn gezag er bij den
aanvang van dit jaar niet zoo heel best sche
nen voor te staan en de gedachte der collec
tieve veiligheid, uitvloesel van de Volkenbonds
beginselen, nog een slechte kans scheen te
maken. Wel werd onder auspiciën van den Vol
kenbond en onder bescherming van Volken
bondstroepen, waarvoor ook ons land zijn aan
deel leverde, de stemming in het Saargebied
gehouden, waarbij de Saarbevolking zich met
groote meerderheid voor Duitschland uitsprak,
welke bemoeiingen ongetwijfeld het prestige
van den Bond verhoogden. Maar in China ging
Jtpan onbekommerd zijn gang. En Duitschland
dat als Japan den Bond reeds den rug had toe
gekeerd, bleek zich van de veroordeeling van
den Bond wegens zijn verbreking van het ver
drag van Versailles niet zoo heel veel aan te
trekken. De tegenstand van Duitschland en
Polen tegen aansluiting aan de verdragen, die
de collectieve veiligheid in Europa moesten
verzekeren en speciaal den toestand in
Midden-Europa
moesten consolideeren, bewees hoe gering de
kans nog was tot aansluiting ter waarborging
van den algemeenen vrede.
Het was vooral Frankrijk, dat zich hierover
bezorgd toonde en in collectieve verdragen een
zekerheid trachtte te scheppen, Hitler's ver
klaring, dat na de terugkeer van het Saarge
bied Duitschland geen territoriale eischen ten
opzichte van Frankrijk meer had, ten spijt.
Die bezorgdheid was grootendeels het gevolg
van Duitschland's houding welks doen en
laten de internationale politiek gedurende de
eerste helft van dit jaar vrijwel beheerschte.
Frankrijk, dat tegen het Duitsche gevaar dek
king zocht, sloot daartoe een nadere overeen
komst met Italië te Rome en een verdrag met
Rusland en zocht nauwere samenwerking met
Engeland en de vorming van een Midden-Euro-
peesch en een Oostelijk pact, waaraan echter
Polen en Duitschland hun medewerking wei
gerden, ook, toen na de Fransch-Engelsche
besprekingen te Londen, waarin in groote
lijnen een overeenkomst werd vastgesteld, Ber
lijn in het Londensch communiqué bepaalde
overeenkomsten als een luchtvaartconventie,
de even genoemde verdragen, bewapenings
beperking enz., werden voorgesteld.
Het onduidelijke Duitsche antwoord hield
alleen ten opzichte van de luchtvaartconven
tie ter aanvulling van het Locarno-verdrag
een toestemmende verklaring in, maar tevens
een verzoek tot besprekingen te Berlijn. In
gevolge dit verzoek kondigden Jir John Si-
mon en Eden hun bezoek te Berlijn aan,
welk bezoek moest worden uitgesteld toen
het verschijnen van een Engelsch Witboek
over de defensie, waarin het van Duitsch
land dreigende gevaar wat sterk op den
voorgrond werd geschoven, Hitier een ver
koudheid bezorgde. Voordat het bezoek
plaats had, kondigde daarop Hitier het her
stel van den algemeenen dienstplicht af, aldus
den Engelschen bezoekers voor een feit
plaatsende, dat iedere verdere bespreking in
dit opzicht feitelijk overbodig maakte. De be-
srpekingen te Berlijn leverden dan ook geen
tastbaar resultaat op, overtuigden de Engel-
sche regeering enkel van Duitschland's wil
tot nieuwe bewapening. Na die besprekingen
vertrok Eden naar Warschau, Moskou en
Praag, waarbij hij te Warschaau eenzelfde
antwoord ontving als te Berlijn en voor deel
neming aan een collectief verdrag al even
weinig animo bleek te bestaan.
De indruk, die de Engelsche ministers te
Berlijn van de Duitsche mentaliteit ontvin
gen, bevestigd door de wederinvoering van
den algemeenen dienstplicht, bracht ongetwij
feld Engeland dichter bij Frankrijk en werd
waarschijnlijk de oorzaak van de conferentie
van Stresa, waar het Fransch-Engelsch-
Italiaansch front tot stand kwam, dat duide
lijk tegen Duitschland gericht was. Door het
uitspreken van de bereidwilligheid om aan
Oostelijk pact deel te nemen, mits daarin
niet werd opgenomen de verplichting van
wederzijdsche militaire hulp, terwijl nog de
afgevaardigden te Stresa bijeen waren,
trachtte Diutschland de zaken een anderen
loop te geven en de bedreiging van zich af
te wenden. Maar zoowel Italië, welks troe
pensamentrekking aan den Brenner tot het
houden van oefeningen een duidelijke waar
schuwing aan Duitschland inhield tegen mo
gelijke avonturen in Oostenrijk als Frankrijk
waren door Duitschland's optreden te zeer
verontrust. Een buitengewone zitting van
den Volkenbondsraad werd bijeengeroepen,
die op voorstel van Frankrijk een resolutie
aannam, waarin iedere eenzijdige opzegging
van verdragen en Duitschland's schending
van net verdrag van Versailles door weder-
bewa pening veroordeeld werd. Een protest
van Duitschland kon niet uitblijven. De ver
oordeeling kon trouwens Duitschland er niet
van afhouden met zijn bewapening voort te
gaan. Wat Duitschland nog aan deviezen be
schikbaar had, werd gebruikt voor aankoop
van grondstoffen ten behoeve der wapen
industrie, die in koortsachtige haast het be
staande tekort trachtte in te halen en daar
mee blijkbaar al lang voor de wederinvoering
van den algemeenen dienstplicht en Duitsch-
lands openlijke verloochening van het vredes
verdrag in het geheim was bezig geweest.
Het resultaat van die werkzaamheden bleek
dan ook uit de sterkte der nieuwe Duitsche
luchtvoot, Waar Duitschland ook duikbooten
ging aanbouwen, achtte Engeland blijkbaar
de tijd gekomen om naar een bewapenings
overeenkomst met Duitschland te streven.
Z(j kwam te Londen tot stand en hield In,
dat Duitschland niet meer aan schepen zou
bezitten dan 35 van de Engelsche vloot
Maar Frankrijk zag in deze afzonderlijke
overeenkomst een verloochening van de
Londensche afspraken, waarbij besloten was
de verschillende kwesties van bewapening en
veiligheidsverdragen als een aaneengesloten
geheel te beschouwen, en een verbreking van
de nauwe samenwerking tusschen de twee
landen. Ten einde den opgekomen storm als
nog te bezweren trok Eden naar Parijs en
Rome, waar men zich ook ontsticht getoond
had. Maar hij kon niet verhinderen, dat er
in de betrekkingen tusschen Londen en Pa
rijs een afkoeling plaats had, die zich ook
later zou doen voelen en die ook op de be
handeling van
het Italiaansch-Abessijnsche conflict
van invloed was.
Het is dit conflict, dat de belangstelling
in de gebeurtenissen in Midden-Europa en in
Oost-Azië, waar Japan zijn veroveringstocht
voortzette ten koste van China, geheel naar
den achtergrand drong en sinds het midden
van dit jaar niet alleen de publieke belang
stelling maar ook de internationale politiek
vrijwel volkomen beheerschte en een span
ning te voorschijn riep, die thans wel haar
hoogtepunt schijnt bereikt te hebben, maar
waarin juist de laatste dagen een lichte ont
spanning merkbaar scheen. De eerste teeke
nen van internationalisatie van dit conflict
lieten zich reeds in Febrauri van het afge-
loopen jaar zien, toen het grensincident bij
Wal-Wal de Italiaansche Abessijnsche ver
houdingen zoodanig verscherpte, dat het de
internationale bezorgdheid omtrent Italië's
plannen moest gaande maken. Sinds dien
tijd heeft de kwestie Europa niet meer los
gelaten. En toen eenmaal in Mei van dit
jaar Abessynië zich als lid van den Volken
bond op dien Bond en tevens op het Itali-
aansch-Abesynsch vredesverdrag beroepen
had, begon de rechtstreeksche bemoeienis
met het conflict, waaraan door de felle rede
van Mussolini in Juni al heel gauw een uiterst
scherpen kant kwam. Italië ging uit van de
stelling, dat de Volkenbond met deze zaak
niet te maken had, omdat het een koloniale
aangelegenheid was, Abessinië een achterlijk
land was, waar nog slavernfl heerschte en
dat zich niet gehouden had aan de voor
waarden by zyn toetreding tot den Bond ge
steld. Het heeft die motieven later in ver
schillende nota's en memories op allerlei
wijzen herhaald, maar zonder daarvoor ge
hoor te vinden. Als oorzaken ter rechtvaar
diging van z(jn aanval op Abessynië beriep
het zich daarbij op de herhaalde grensinci
denten en de onveiligheid der Italiaansche
kolonies Eritrea en Somaliland, maar vooral
ook op zijn behoefte aan expansie en kolo
niën. Een der grensincidenten, dat b(J Wal-
Wal, werd de directe aanleiding tot het
acuut worden van het feitelijk reeds lang be
staande conflict. De arbitrage-commissie,
krachtens het arbitrageverdrag ingesteld, die
slechts met moeite aan het werk kwam,
omdat Italië aanvankelijk geen niet-Abessy-
niërs als afgevaardigde van Abessynië wilde
erkennen, kon geen resultaat bereiken ook
niet nadat zij onder de auspiciën van den
Volkenbond haar arbeid hervat had te Sche-
veningen. Italië zette zjjn reeds in den aan
vang van het jaar begonnen troepenversche
pingen naar Oost-Afrika voort, waarheen het
een leger van ongeveer 250.000 man expe-
diëerde. Nog deed de Keizerin van Abessynië
een beroep op de vrouwen der wereld.
Frankrijk en Engeland waarschuwden
vriendschappelijk. Naar het heet waarschuw
den ook de militaire raadgevers Mussolini
voor het gevaarlijke van een veldtocht in
het ontoegankelijke bergland van Abessynië,
waar bovendien tengevolge van de regen
moesson de helft van het jaar alle operaties
onmogelijk zouden zijn. Maar in September;
toen de regentijd geëindigd was, beval ds
Italiaansche dictator den opmarsch
Reeds in het begin van October kwam de
Volkenbond in het geweer. En op den 5den
dled maand besliste de commissie uit den
Bond, dat Italië het Volkenbondsverdrag ge
schonden had. In de Volkenbondsactie, die
zich nu tegen Italië ontwikkelde, nam Enge
land van den aanvang af zeer bewust de lei
ding, waaraan waarschijnlijk de bedreiging
van Egypte en de bronnen van den Njjl en
de bezorgdheid voor Engeland's positie aan
het Suez-kanaal en in de Middellandsche Zee
wel niet geheel vreemd zal zijn, maar die
toch gestuwd werd door een machtige stroo
ming ter verdediging van de Volkenbonds-
beginstelen, die zich In alle lagen der Engel
sche bevolking deed gevoelen. Daartegenover
bleek Frankrijk slechts noode aan deze actie
mee te doen uit bezorgdheid voor verlies van
de rtaliaansche vriendschap met het oog op
het Duitsche gevaar, wat de actie natuurlijk
verslapte. Het gevolg was een rechtstreek
sche spanning tusschen Italië en Engeland,
dat de Italianen voor de Volkenbondsactie
tegen hen in den vorm van sancties verant
woordelijk stelden. Italië trok troepen samen
in Lyblë als bedreiging tegen Egypte en En
geland dirigeerde een geweldige oorlogsvloot
naar de Middellandsche Zee en wist na veel
tegenstribbelen van Laval, den Franschen
minister-president de toezegging te krijgen
van Frankryks hulp in geval de Italianen
tengevolge van de toepasing der sancties een
aanval op de Engelsche vloot mochten doen.
Deze sancties, waartegen Italië b(j de 50 sta»
ten, die daaraan mededelen alleen Oo»
tenrijk, Hongarije en Albanië van de aange
sloten staten deden niet mee afzonderlijk
protesteerden, bestonden in een verbod van
13)
Toen ze wakker werd, stroomde het zon
licht in breede stralen door de reten van de
blinden. Haar hoofd was nog pijnlijk en ze
bleef een poosje onbeweeglijk liggen, terwijl
in haar ooren twee verschillende geluiden
klonken; het onduidelijke gemompel van stem
men en het slaan van ijzer op steen, alsof
iemand bezig was een stuk steen af te beite
len. Dat geluid deed haar weer denken aan
den afgeloopen nacht. Ze stond haastig op en
gooide de blinden open. Het raam keek uit
op de kleine heining, waarheen ze den vorigen
avond gevlucht was, en hoewel ze niemand
zag, hoorde ze duidelijk, dat het geluid van
dien kant kwam.
Ze bleef een paar minutean staan luisteren
en vroeg zich af waar die onzichtbare persoon
toch wel mee bezig was. Toen kleedde ze zicli
vlug aan en verliet de kamer. Het gemompel,
dat ze gehoord had, was opgehouden, doch
toen ze de deur van Mannering's kamer voor
bij ging, zag ze hem met gesloten oogen in
bed liggen, terwijl zijn gezicht rood en op
gezet was. Een plotselinge angst vervulde
haar en ze liep op haar teenen de kamer in.
De koorts was teruggekomen, maar toen
ze zich over hem heen bukte, zag ze iets,
dat haar angst deed verdwijnen... een klein
straaltje zweet op zijn voorhoofd. Hij haalde
regelmatig adem en scheen in een natuur
lijken slaap te zijn gevallen.
Rustig en verlicht ging ze de kamer weer
uit en liep naar buiten. Het meerendeel van
de zwarte dragers lag uitgestrekt in de scha
duw van den muur, maar ze hoorde de stem
van den Swahilihoofdman op bevelenden toon
iets zeggen op de plek, waar ze den vorigen
avond een schuilplaats had gezocht; de plek,
waar zooeven dat eigenaardige geluld van
daan was gekomen. Ze liep in de richting
ervan en stond al spoedig voor den lagen
muur, waarover ze den vorigen avond was
gevlucht. Beneden aan de helling zag ze den
hoofdman bij een der dragers staan, die
bezig was met een klein houweel.
Honor ging den heuvel af en toen ze dicht
bij den drager kwam, zag ze dat hij aan het
werk was aan een stuk steen, dat half ver
borgen lag tusschen de struiken. De hoofd
man draaide zich om toen hij haar hoorde,
maar zei niets, en ze keek zwijgend naar den
steen, waaraan de inboorling beitelde.
Verbaasd bukte ze zich voorover, want op
den steen las ze een bijna weggehouwen
naam: „Mad e Man er ng". Honor
dacht weer aan den naam, die George in zijn
ijlkoorts genoemd had, en onbewust vulde
haar geest de ontbrekende letters aan.
Madeleine Mannering, fluisterde ze en
keek ongeloovig naar den naam, terwijl de
drager doorging met zijn werk en nog een
van de letters wegbeitelde.
Toen draaide ze zich haastig om naar den
hoofdman en vroeg in aarzelend Swahill::
Waarom doet hy dat?
Het is het bevel van den Bwana, zei de
hoofdman grinnikend.
Van den Bwana? Van Bwana Legrand?
De man knikte heftig van neen.
Neen, van den zieken Bwana.
Hy wees naar het fort, terwijl hg sprak,
en ze begreep, dat hy Mannering bedoelde.
Ze keek naar den naam en achterdocht, twy-
fel en vrees teekenden zich achtereenvolgens
op haar gezicht af. Wat beteekende die
naam? Waarom liet George hem wegbeite-
len? Wat beteekende al die geheimzinnig
heid?
Ze staarde om zich heen en haar oogen
vielen op een klein vernield houten kruis en
op een tweede ongeschonden, 'n klein eindje
verderop staande. Ze begreep thans, dat ze
op het kerkhof van het fort stond en dat die
steenen, die zooveel nieuwer leken dan de
half vergane houten kruisen, door een schen
dende hand van hun plaats gehaald waren.
Ze bukte zich snel en bekeek den tweeden
steen, maar daar waren de zwarten al mee
klaar en het opschrift was volkomen verdwe
nen. Ze richtte zich op, trachtte haar ont
roering te verbergen voor het grynzend ge
zicht van de Swahili-hoofdman. Maar toen ze
de kleine begraafplaats verliet, fluisterde ze
by zich zelf:
Wat beteeaent dit alles in hemelsnaam?
Maar ze kon het antwoord niet vinden,
hoe ze haar hersens ook pynigde en ze wist,
dat het nutteloos zou zyn den Swahili-hoofd
man te ondervragen; de man wist waar-
schyniyk zelf met waarom hy dat bevel ge
kregen had. Had George dat opschrift laten
wegbeitelen? In zyn koorts had ze hem wel
den naam van de doode hooren noemen.
Ze ging naar huis met net vaste voorne
men Mannering te vragen wat dit alles te
beteekenen had. Maar toen ze de deur open
deed, voelde ze een schok door haar heen
gaan, want naast het bed van Mannering
stond Jules Legrand.
Hy hoorde haar en draaide zich snel om en
voor ze van haar verrassing bekomen was,
kwam hy met uitgestrekte hand op haar toe.
Bonjour, ma chère mademoiselle. Zooals
u ziet, ben ik onverwacht teruggekomen,
maar het is me een genoegen, u weer te zien.
Zyn manier van doen was byna beleedi-
gend vertrouweiyk, maar ze negeerde dat 8n
zei koel:
Wanneer bent teruggekomen?
Tien minuten geleden, antwoordde hj
zonder de minste aarzeling maar er flitste
een scherpe, onderzo, kend blik over zyn
gezicht, die haar alles zei wat ze weten wil
de Die man trachtte te weten te komen of
zy van zyn bezoek van dezen nacht afwist
en zyn antwoord was een brutale leugen-
Maar ze liet hem niets merken en zei met
een gemak, dat haar zelf verbaasde:
Dus u bent gelukkig geweest met uw
transacties? Of hebt u ze in den steek ge
laten
Ik heb ze in den steek gelaten, zei hy
met een glimlach. Daarginds in het bosch
drong het plotseling tot me door, dat ik u
heelemaal alleen had gelaten met een zieke.
Ik werd ongerust over u, dus ben ik terug
gekeerd en heb toen den geheelen nacht
doorgereisd.
Dat was buitengewoon vriendeiyk van
u, zei ze koel. Maar u had werkeiyk niet
ongerust behoeven te wezen, ik geloof, dat
Slr George veel beter is.
Dat geloof ik ook en het doet me by-
zonder veel genoegen, want over een uur
vertrekken we naar M'Bj..
Over een uur! herhaalde ze verbaasd en
ze vroeg zich af wat er nu weer achter die
verandering van zyn plannen zat.
Ja, het is noodig, dat we zoo spoedig
mogeiyk vertrekken.
Ze keek hem strak aan. Er was even een
flikkering in zyn bruine oogen toen zyn
oogen haar blik ontmoetten en ze begreep,
hij niet van plan was haar de reden van hun
plotseling vertrek te vertellen. Toen keek ze
naar den slapenden Mannnering en begon te
protesteeren.
Maar..,
Legrand haalde de schouders op.
Het zal hem heusch geen kwaad doen,
ik zal zorgen, dat er twee draagbaren zyn,
inplaats van een.
Het zal niet gebeuren! verzette ze zich
met scherpe stem.
Legrand keek haar spottend aan, toen
lachte hy zacht.
Mademoiselle, u schynt de situatie niet
te begrijpen. Ik heb hier te bevelen. En u
wel, u bent in myn macht, u en uw ver
loofde.
Honor huiverde. Zy verbleekte by die
woorden, die met een grenzelooze onbe
schaamdheid uitgesproken werden, zy zag
zyn valsche lachende oogen en begreep de
diepere beteekenis van zyr woorden. En zy
kende hem genoeg om te weten, dat hy zon
der eenig gewetensbezwaar van zyn macht
gebruik zou maken. Een oogenblik begaf de
moed haar, maar z j herstelde zich spoedig
en antwoordde rustig: Dan zult u uw gang
gaan, veronderstel de.
Zeker, mademoiselle.
Maar de verantwoordeiykheld is voor u.
Die zal my niet zwaar vallen, made
moiselle.
Hy brak zyn woorden af; hy gaf zich
biykbaar nu voor het eerst rekenschap van
het geluid dat haar naar het kleine kerkhof
gedreven had.
Wat is dat voor een geluid? vroeg hy
opeens.
Een houweel. Een van de dragers is be
zig den naam van een grafzerk te verwyde-
ren.
De ellendeling, riep hy uit, terwyi hij
haar verbluft aanstaarde. Toen vroeg hij
nieuwsgierig:
Hebt u die namen gelezen, mademoi
selle?
Eén van de twee, antwoordde ze koel
Het Interesseerde me buitengewoon en ik zou
graag willen weten...
Achter hen klonk geritsel. Legrand draai
de zich om en Honor zag dat Mannering
wakker was en met angstige oogen naar
haar lag te kyken. Ze wierp een snellen blik
op Legrand's gezicht, terwijl hy op Manne
ring toeliep en zag dat er een gebiedende,
waarschuwende uitdrukking in zyn oogen
lag.
Het volgend oogenblik klonk het harteiyk
uit den mond van den Franschman:
Ah, myn vriend. U schynt veel beter te
zyn. Dat is prachtig. Het is werkeiyk een ge
noegen u zoo te vinden. Ik ben teruggekomen,
zooals u ziet, want ik was een beetje onge
rust over u en de mademoiselle Honor.
Hy ging naast het bed zitten en nam de
hand van den ander.
Over een uur hervatten we onzen tocht
weer, want zooals ik mademoiselle al uitge
legd heb, heb ik nieuwe reden tot haast. Ik
hoop dat u geen bezwaar zult hebben.
Hy bukte, fluisterde snel Iets in het oor
van den zieke, dat Mannering een beweging
van schrik deed maken en zeide toen lachend:
U ziet, dat het noodig is, mon ami! Dus
ik zal die luie dragers maar eens wakker
gaan maken en een tweede draagbaar voor
u in orde brengen.
(Wordt vervolgd).