HET JAAR 1935 ffiooen ï>e eenige molken W in i r>oor H opWmen FDolken pan genof f pan Oouroe Ëqkerfe fakak *ün I I HONIG'S BOUILLONBLOKJES 6 voor lOcl. HET GESTOLEN KIND NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA jg|gg m! Xn Anno 1753 No 7S93 EERSTE BLAD DINSDAG 31 r: "GEMBER 1935 jaargang "3wh| FEUILLETON EEN VERHAAL UIT AFRIKA COURANT Abonnement per 3 maanden ba voorultbet: Heldersche Courant 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2. Nederf. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overige landen 3.20. Losse nos. 4 et; fr. p. p. 6 ct Weekabonnementen 12 et Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.—. Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70. VerschUnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Glrorekening No. 16066. ADVEBTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prtJs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) b(j vooruitbetal ng 10 ct per regel, minimum 40 ct; by niet-contante betaling 15 ct per rege, minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 c per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct Het is een avond als alle andere, deze laat ste avond van het Oude jaar. In de vroeg val lende schemering worden hier en daar ver spreide lichtjes aangestoken. Naast ons gloeit de vulhaard zijn vurig schijnsel over het tapijt Ergens ver weg klepelt een klokje zijn be kende tonen. Dan begint een zware kerk klok langzaam te luiden. En plotseling, ter wijl we neerzitten In de schemering, die zich al dichter over de kale ve.den en stille stad jes spreidt, is het alsof van zelf onze handen en onze gedachten stil worden en we ons kee- ren van de dingen buiten ons naar binnen toe, als zagen we daar nog eens de dagen van het verleden voorbijgaan in een helderder licht vaak dan we ze eens zagen in hun thans her kenbare onderlinge samenhang en beteekenis, Dat heeft de laatste jaren geen opwekken de uitwerking op ons kunnen hebben. In stij gende bezorgdheid, die va<0c tot angstige be klemming werd, moesten we ons afvragen, waartoe deze wereldcrisis, als nog zelden een de menschheld teisterde, ons moest brengen. Want deze crisis is niet alleen oeconomisch, maar ook intellectueel en moreel en strekt zich uit over ons geheele cultuurleven. Stroomingen en bewegingen zijn opgekomen, die wat de menschheid door eeu wen van worsteling als hoogste beschavings goederen wist te veroveren, dreigen weg te spoelen als waardelooze ballast, die de orde ning 'an het menschelijk leven door recht en rede langs den weg der persoonlijke zelfor- dening niet langer willen erkennen, maar te ruggrijpen naar de volstrekte heerschappij van het geweld en het dierlijk instinct en die In de sterkst ontredderde en geestelijk ont wrichte landen reeds de macht aan zich ge trokken hebben en naar die macht in andere landen de hand uitstrekken, maar ook in het internationale leven haar onbetwiste heer schappij trachten te vestigen. De oecono- mische crisis, hoe zwaar ze ook mogen druk ken, is niet het ergste gevaar. Een algemeene en algeheele geestelijke ontreddering bedreigt het beschavingsleven. Maar de oeconomische noodstand verstikt onze kracht in den strijd ertegen. Zoolang we deze oeconomische ellende niet kunnen opheffen, zal het spook van den algeheelen ondergang blijven dreigen. Alle middelen om die ellende weg te nemen zijn tot nu toe machteloos gebleken. Alleer her leving van het besef der internationa'e saam- hoorigheid op oeconomisch gebied en het her stel Van een normalen wereldhandel zulien ens kunnen redden. Maar het zijn jut-a deze stroomingen, die voor een deel door de crisis ontstaan, althans tot ontwikkeling gekomen, ons beschavingsleven bedreigen, waarvan ten gevolge van haar chauvinistische tendenzen en geweldstheoriën een hardnekkig verzet tegen een dergelijk herstel uitgaat. Toch is het of hier en daar een zwakke lichtstreep den donkeren oeconomischen he mel begint te kleuren. Sprak Dr. Schacht, Duitschland's oeconomische dictator in een zijner laatste redevoeringen niet van de on bestaanbaarheid der autarkie en het noodza kelijk herstel van een normalen wereldhan del Ook elders komt het besef van deze nood zakelijkheid tot uitdrukking. Het is een begin. Maar het kan de aankondiging zjjn van den aanbrekenden dageraad. Er is meer, dat tot hoop, zy het voorhands zwakke hoop nog, stemt tegenover de mach ten, die ons bedreigen. Is het geloof aan de alleenzaligmakendheid van het geweld aan het verzwakken of is het geweld bezig zyn onmacht te bewijzen? Het is niet alleen, niet in de eerste plaats zelfs het verliezen van terrein door de op heerschappij van het ge weld gerichte stroomingen in landen, als Zuid- Slavië en Bulgarije, waar ze al haar doel schenen bereikt te hebben, maar waar de dic taturen bezig zijn te verdwijnen, die deze vraag doet stellen. Het is een gebeuren van veel weidschere strekking en wereldomvatten de beteekenis, die haar doet rijzen. En het is wel opmerkelijk, dat dit gebeuren te danken is aan de meest brutale manifestatie van het geweld in het internationale leven, aan een conflict, dat nog altijd den wereldvrede ern stig bedreigt. De aanval van Italië op Abessynië, evenals Italië lid van den Volkenbond, ondubbelzin nige rechtstreeksche toepassing van de leer van het geweld, In de praktijk van het in ternationale leven nog steeds oppermachtig, dat in dezen tijd ook als levensleer voor het geheele menschelijke leven ingang tracht te vinden, heeft tot een manifestatie geleid van een overgroot deel der beschaafde mensch held, die een internationale veroordeeling van het ge weld en erkenning van bet recht als beslissende factor inhoudt. Want dit is de beteekenis van de te Genève door den Volkenbond en de tot dien Bond behoorende staten genomen beslissingen, waarin Italië's aanval als een schending van het Volkenbondsverdrag en van de internatio nale rechtsorde gebrandmerkt en veroordeeld werd en tot de toepassing van de sancties, tot gemeenschappelijk verzet dus tegen deze schennis besloten. Het is mogelijk, dat deze beslissingen niet bij allen geheel vrij zijn ge bleven van den invloed van eigen belangen. Maar dit doet niets af aan het feit, dat men dan toch deze eigen belangen trachten te be schermen en verdedigen door een beroep op het internationale recht en door de erkenning van een zich ontwikkelende Internationale rechtsorde. En dat geeft aan de gebeurte nissen te Genève, maar geeft ook aan het jaar 1935 hun groote beteekenis. Het gaat hier niet om Italië of Abessinië, om de slaver nij en de achterlijkheid van Abessinië, of de beschaving van Italië Het gaat ook ten slotte niet om den Volkenbond. De beteekenis van het gebeuren gaat ver daar boven uit. Na den aanval van Italië werd de wereld voor de vraag gesteld of het haar ernst was met den wil een nieuwe rechtsorde te scheppen in het samenleven der volkeren, toen zy den Volken bond stichtte, of ze wilde voortgaan op den weg, waarop bjj die stichting den eersten stap gezet werd dan weer terug naar de erkenning van het geweld als de hoogste macht, naar de rechteloosheid der zwakken en de willekeur en oppermacht van den sterkste. De uitspra ken van trouw van 50 tot den Volkenbond be hoorende staten zijn in b.eginsel het antwoord geweest op deze vraag. Het verder verloop van het Itaiiaansch-Abessijnsch conflict zal moeten bewijzen of men dit beginsel kracht wil verschaffen door daden, zoo noodig door opofferingen. Maar het beginsel is aanvaard en aan hare toepassing een begin van uitvoe ring gegeven. Hiermee zijn niet alleen de Vol kenbondsbeginselen als richtsnoer voor het internationale leven aanvaard, maar is ook het beslissend gezag van den Volken bond erkend. In internationale geschillen- We behoeven ons natuurlijk geen illusies te maken. Het rijk van het recht is nog niet duurzaam gevestigd. En het zal zeker nog wel gebeuren, dat de Volkenbondsbeginselen wor den op zij geschoven en dat de Bond onwil lig of onmachtig blijkt de naleving van zijn beginselen af te dwingen. Maar het feit, dat 50 staten zich onderworpen hebben aan het Volkenbondsverdrag ten einde ten koste van eigen opofferingen de naleving daarvan te verzekeren en den aanrander terug te drin gen, blijft daarom even goed zijn groote be teekenis behouden. En dit feit spreekt het groeiend besef uit van de noodzakelijkheid het recht ook in het internationale politieke leven als beslissende factor te erkennen, maar te vens van de beteekenis van den Bond als handhaver van dat recht. Dit is te opmerke lijker, omdat de Bond en zijn gezag er bij den aanvang van dit jaar niet zoo heel best sche nen voor te staan en de gedachte der collec tieve veiligheid, uitvloesel van de Volkenbonds beginselen, nog een slechte kans scheen te maken. Wel werd onder auspiciën van den Vol kenbond en onder bescherming van Volken bondstroepen, waarvoor ook ons land zijn aan deel leverde, de stemming in het Saargebied gehouden, waarbij de Saarbevolking zich met groote meerderheid voor Duitschland uitsprak, welke bemoeiingen ongetwijfeld het prestige van den Bond verhoogden. Maar in China ging Jtpan onbekommerd zijn gang. En Duitschland dat als Japan den Bond reeds den rug had toe gekeerd, bleek zich van de veroordeeling van den Bond wegens zijn verbreking van het ver drag van Versailles niet zoo heel veel aan te trekken. De tegenstand van Duitschland en Polen tegen aansluiting aan de verdragen, die de collectieve veiligheid in Europa moesten verzekeren en speciaal den toestand in Midden-Europa moesten consolideeren, bewees hoe gering de kans nog was tot aansluiting ter waarborging van den algemeenen vrede. Het was vooral Frankrijk, dat zich hierover bezorgd toonde en in collectieve verdragen een zekerheid trachtte te scheppen, Hitler's ver klaring, dat na de terugkeer van het Saarge bied Duitschland geen territoriale eischen ten opzichte van Frankrijk meer had, ten spijt. Die bezorgdheid was grootendeels het gevolg van Duitschland's houding welks doen en laten de internationale politiek gedurende de eerste helft van dit jaar vrijwel beheerschte. Frankrijk, dat tegen het Duitsche gevaar dek king zocht, sloot daartoe een nadere overeen komst met Italië te Rome en een verdrag met Rusland en zocht nauwere samenwerking met Engeland en de vorming van een Midden-Euro- peesch en een Oostelijk pact, waaraan echter Polen en Duitschland hun medewerking wei gerden, ook, toen na de Fransch-Engelsche besprekingen te Londen, waarin in groote lijnen een overeenkomst werd vastgesteld, Ber lijn in het Londensch communiqué bepaalde overeenkomsten als een luchtvaartconventie, de even genoemde verdragen, bewapenings beperking enz., werden voorgesteld. Het onduidelijke Duitsche antwoord hield alleen ten opzichte van de luchtvaartconven tie ter aanvulling van het Locarno-verdrag een toestemmende verklaring in, maar tevens een verzoek tot besprekingen te Berlijn. In gevolge dit verzoek kondigden Jir John Si- mon en Eden hun bezoek te Berlijn aan, welk bezoek moest worden uitgesteld toen het verschijnen van een Engelsch Witboek over de defensie, waarin het van Duitsch land dreigende gevaar wat sterk op den voorgrond werd geschoven, Hitier een ver koudheid bezorgde. Voordat het bezoek plaats had, kondigde daarop Hitier het her stel van den algemeenen dienstplicht af, aldus den Engelschen bezoekers voor een feit plaatsende, dat iedere verdere bespreking in dit opzicht feitelijk overbodig maakte. De be- srpekingen te Berlijn leverden dan ook geen tastbaar resultaat op, overtuigden de Engel- sche regeering enkel van Duitschland's wil tot nieuwe bewapening. Na die besprekingen vertrok Eden naar Warschau, Moskou en Praag, waarbij hij te Warschaau eenzelfde antwoord ontving als te Berlijn en voor deel neming aan een collectief verdrag al even weinig animo bleek te bestaan. De indruk, die de Engelsche ministers te Berlijn van de Duitsche mentaliteit ontvin gen, bevestigd door de wederinvoering van den algemeenen dienstplicht, bracht ongetwij feld Engeland dichter bij Frankrijk en werd waarschijnlijk de oorzaak van de conferentie van Stresa, waar het Fransch-Engelsch- Italiaansch front tot stand kwam, dat duide lijk tegen Duitschland gericht was. Door het uitspreken van de bereidwilligheid om aan Oostelijk pact deel te nemen, mits daarin niet werd opgenomen de verplichting van wederzijdsche militaire hulp, terwijl nog de afgevaardigden te Stresa bijeen waren, trachtte Diutschland de zaken een anderen loop te geven en de bedreiging van zich af te wenden. Maar zoowel Italië, welks troe pensamentrekking aan den Brenner tot het houden van oefeningen een duidelijke waar schuwing aan Duitschland inhield tegen mo gelijke avonturen in Oostenrijk als Frankrijk waren door Duitschland's optreden te zeer verontrust. Een buitengewone zitting van den Volkenbondsraad werd bijeengeroepen, die op voorstel van Frankrijk een resolutie aannam, waarin iedere eenzijdige opzegging van verdragen en Duitschland's schending van net verdrag van Versailles door weder- bewa pening veroordeeld werd. Een protest van Duitschland kon niet uitblijven. De ver oordeeling kon trouwens Duitschland er niet van afhouden met zijn bewapening voort te gaan. Wat Duitschland nog aan deviezen be schikbaar had, werd gebruikt voor aankoop van grondstoffen ten behoeve der wapen industrie, die in koortsachtige haast het be staande tekort trachtte in te halen en daar mee blijkbaar al lang voor de wederinvoering van den algemeenen dienstplicht en Duitsch- lands openlijke verloochening van het vredes verdrag in het geheim was bezig geweest. Het resultaat van die werkzaamheden bleek dan ook uit de sterkte der nieuwe Duitsche luchtvoot, Waar Duitschland ook duikbooten ging aanbouwen, achtte Engeland blijkbaar de tijd gekomen om naar een bewapenings overeenkomst met Duitschland te streven. Z(j kwam te Londen tot stand en hield In, dat Duitschland niet meer aan schepen zou bezitten dan 35 van de Engelsche vloot Maar Frankrijk zag in deze afzonderlijke overeenkomst een verloochening van de Londensche afspraken, waarbij besloten was de verschillende kwesties van bewapening en veiligheidsverdragen als een aaneengesloten geheel te beschouwen, en een verbreking van de nauwe samenwerking tusschen de twee landen. Ten einde den opgekomen storm als nog te bezweren trok Eden naar Parijs en Rome, waar men zich ook ontsticht getoond had. Maar hij kon niet verhinderen, dat er in de betrekkingen tusschen Londen en Pa rijs een afkoeling plaats had, die zich ook later zou doen voelen en die ook op de be handeling van het Italiaansch-Abessijnsche conflict van invloed was. Het is dit conflict, dat de belangstelling in de gebeurtenissen in Midden-Europa en in Oost-Azië, waar Japan zijn veroveringstocht voortzette ten koste van China, geheel naar den achtergrand drong en sinds het midden van dit jaar niet alleen de publieke belang stelling maar ook de internationale politiek vrijwel volkomen beheerschte en een span ning te voorschijn riep, die thans wel haar hoogtepunt schijnt bereikt te hebben, maar waarin juist de laatste dagen een lichte ont spanning merkbaar scheen. De eerste teeke nen van internationalisatie van dit conflict lieten zich reeds in Febrauri van het afge- loopen jaar zien, toen het grensincident bij Wal-Wal de Italiaansche Abessijnsche ver houdingen zoodanig verscherpte, dat het de internationale bezorgdheid omtrent Italië's plannen moest gaande maken. Sinds dien tijd heeft de kwestie Europa niet meer los gelaten. En toen eenmaal in Mei van dit jaar Abessynië zich als lid van den Volken bond op dien Bond en tevens op het Itali- aansch-Abesynsch vredesverdrag beroepen had, begon de rechtstreeksche bemoeienis met het conflict, waaraan door de felle rede van Mussolini in Juni al heel gauw een uiterst scherpen kant kwam. Italië ging uit van de stelling, dat de Volkenbond met deze zaak niet te maken had, omdat het een koloniale aangelegenheid was, Abessinië een achterlijk land was, waar nog slavernfl heerschte en dat zich niet gehouden had aan de voor waarden by zyn toetreding tot den Bond ge steld. Het heeft die motieven later in ver schillende nota's en memories op allerlei wijzen herhaald, maar zonder daarvoor ge hoor te vinden. Als oorzaken ter rechtvaar diging van z(jn aanval op Abessynië beriep het zich daarbij op de herhaalde grensinci denten en de onveiligheid der Italiaansche kolonies Eritrea en Somaliland, maar vooral ook op zijn behoefte aan expansie en kolo niën. Een der grensincidenten, dat b(J Wal- Wal, werd de directe aanleiding tot het acuut worden van het feitelijk reeds lang be staande conflict. De arbitrage-commissie, krachtens het arbitrageverdrag ingesteld, die slechts met moeite aan het werk kwam, omdat Italië aanvankelijk geen niet-Abessy- niërs als afgevaardigde van Abessynië wilde erkennen, kon geen resultaat bereiken ook niet nadat zij onder de auspiciën van den Volkenbond haar arbeid hervat had te Sche- veningen. Italië zette zjjn reeds in den aan vang van het jaar begonnen troepenversche pingen naar Oost-Afrika voort, waarheen het een leger van ongeveer 250.000 man expe- diëerde. Nog deed de Keizerin van Abessynië een beroep op de vrouwen der wereld. Frankrijk en Engeland waarschuwden vriendschappelijk. Naar het heet waarschuw den ook de militaire raadgevers Mussolini voor het gevaarlijke van een veldtocht in het ontoegankelijke bergland van Abessynië, waar bovendien tengevolge van de regen moesson de helft van het jaar alle operaties onmogelijk zouden zijn. Maar in September; toen de regentijd geëindigd was, beval ds Italiaansche dictator den opmarsch Reeds in het begin van October kwam de Volkenbond in het geweer. En op den 5den dled maand besliste de commissie uit den Bond, dat Italië het Volkenbondsverdrag ge schonden had. In de Volkenbondsactie, die zich nu tegen Italië ontwikkelde, nam Enge land van den aanvang af zeer bewust de lei ding, waaraan waarschijnlijk de bedreiging van Egypte en de bronnen van den Njjl en de bezorgdheid voor Engeland's positie aan het Suez-kanaal en in de Middellandsche Zee wel niet geheel vreemd zal zijn, maar die toch gestuwd werd door een machtige stroo ming ter verdediging van de Volkenbonds- beginstelen, die zich In alle lagen der Engel sche bevolking deed gevoelen. Daartegenover bleek Frankrijk slechts noode aan deze actie mee te doen uit bezorgdheid voor verlies van de rtaliaansche vriendschap met het oog op het Duitsche gevaar, wat de actie natuurlijk verslapte. Het gevolg was een rechtstreek sche spanning tusschen Italië en Engeland, dat de Italianen voor de Volkenbondsactie tegen hen in den vorm van sancties verant woordelijk stelden. Italië trok troepen samen in Lyblë als bedreiging tegen Egypte en En geland dirigeerde een geweldige oorlogsvloot naar de Middellandsche Zee en wist na veel tegenstribbelen van Laval, den Franschen minister-president de toezegging te krijgen van Frankryks hulp in geval de Italianen tengevolge van de toepasing der sancties een aanval op de Engelsche vloot mochten doen. Deze sancties, waartegen Italië b(j de 50 sta» ten, die daaraan mededelen alleen Oo» tenrijk, Hongarije en Albanië van de aange sloten staten deden niet mee afzonderlijk protesteerden, bestonden in een verbod van 13) Toen ze wakker werd, stroomde het zon licht in breede stralen door de reten van de blinden. Haar hoofd was nog pijnlijk en ze bleef een poosje onbeweeglijk liggen, terwijl in haar ooren twee verschillende geluiden klonken; het onduidelijke gemompel van stem men en het slaan van ijzer op steen, alsof iemand bezig was een stuk steen af te beite len. Dat geluid deed haar weer denken aan den afgeloopen nacht. Ze stond haastig op en gooide de blinden open. Het raam keek uit op de kleine heining, waarheen ze den vorigen avond gevlucht was, en hoewel ze niemand zag, hoorde ze duidelijk, dat het geluid van dien kant kwam. Ze bleef een paar minutean staan luisteren en vroeg zich af waar die onzichtbare persoon toch wel mee bezig was. Toen kleedde ze zicli vlug aan en verliet de kamer. Het gemompel, dat ze gehoord had, was opgehouden, doch toen ze de deur van Mannering's kamer voor bij ging, zag ze hem met gesloten oogen in bed liggen, terwijl zijn gezicht rood en op gezet was. Een plotselinge angst vervulde haar en ze liep op haar teenen de kamer in. De koorts was teruggekomen, maar toen ze zich over hem heen bukte, zag ze iets, dat haar angst deed verdwijnen... een klein straaltje zweet op zijn voorhoofd. Hij haalde regelmatig adem en scheen in een natuur lijken slaap te zijn gevallen. Rustig en verlicht ging ze de kamer weer uit en liep naar buiten. Het meerendeel van de zwarte dragers lag uitgestrekt in de scha duw van den muur, maar ze hoorde de stem van den Swahilihoofdman op bevelenden toon iets zeggen op de plek, waar ze den vorigen avond een schuilplaats had gezocht; de plek, waar zooeven dat eigenaardige geluld van daan was gekomen. Ze liep in de richting ervan en stond al spoedig voor den lagen muur, waarover ze den vorigen avond was gevlucht. Beneden aan de helling zag ze den hoofdman bij een der dragers staan, die bezig was met een klein houweel. Honor ging den heuvel af en toen ze dicht bij den drager kwam, zag ze dat hij aan het werk was aan een stuk steen, dat half ver borgen lag tusschen de struiken. De hoofd man draaide zich om toen hij haar hoorde, maar zei niets, en ze keek zwijgend naar den steen, waaraan de inboorling beitelde. Verbaasd bukte ze zich voorover, want op den steen las ze een bijna weggehouwen naam: „Mad e Man er ng". Honor dacht weer aan den naam, die George in zijn ijlkoorts genoemd had, en onbewust vulde haar geest de ontbrekende letters aan. Madeleine Mannering, fluisterde ze en keek ongeloovig naar den naam, terwijl de drager doorging met zijn werk en nog een van de letters wegbeitelde. Toen draaide ze zich haastig om naar den hoofdman en vroeg in aarzelend Swahill:: Waarom doet hy dat? Het is het bevel van den Bwana, zei de hoofdman grinnikend. Van den Bwana? Van Bwana Legrand? De man knikte heftig van neen. Neen, van den zieken Bwana. Hy wees naar het fort, terwijl hg sprak, en ze begreep, dat hy Mannering bedoelde. Ze keek naar den naam en achterdocht, twy- fel en vrees teekenden zich achtereenvolgens op haar gezicht af. Wat beteekende die naam? Waarom liet George hem wegbeite- len? Wat beteekende al die geheimzinnig heid? Ze staarde om zich heen en haar oogen vielen op een klein vernield houten kruis en op een tweede ongeschonden, 'n klein eindje verderop staande. Ze begreep thans, dat ze op het kerkhof van het fort stond en dat die steenen, die zooveel nieuwer leken dan de half vergane houten kruisen, door een schen dende hand van hun plaats gehaald waren. Ze bukte zich snel en bekeek den tweeden steen, maar daar waren de zwarten al mee klaar en het opschrift was volkomen verdwe nen. Ze richtte zich op, trachtte haar ont roering te verbergen voor het grynzend ge zicht van de Swahili-hoofdman. Maar toen ze de kleine begraafplaats verliet, fluisterde ze by zich zelf: Wat beteeaent dit alles in hemelsnaam? Maar ze kon het antwoord niet vinden, hoe ze haar hersens ook pynigde en ze wist, dat het nutteloos zou zyn den Swahili-hoofd man te ondervragen; de man wist waar- schyniyk zelf met waarom hy dat bevel ge kregen had. Had George dat opschrift laten wegbeitelen? In zyn koorts had ze hem wel den naam van de doode hooren noemen. Ze ging naar huis met net vaste voorne men Mannering te vragen wat dit alles te beteekenen had. Maar toen ze de deur open deed, voelde ze een schok door haar heen gaan, want naast het bed van Mannering stond Jules Legrand. Hy hoorde haar en draaide zich snel om en voor ze van haar verrassing bekomen was, kwam hy met uitgestrekte hand op haar toe. Bonjour, ma chère mademoiselle. Zooals u ziet, ben ik onverwacht teruggekomen, maar het is me een genoegen, u weer te zien. Zyn manier van doen was byna beleedi- gend vertrouweiyk, maar ze negeerde dat 8n zei koel: Wanneer bent teruggekomen? Tien minuten geleden, antwoordde hj zonder de minste aarzeling maar er flitste een scherpe, onderzo, kend blik over zyn gezicht, die haar alles zei wat ze weten wil de Die man trachtte te weten te komen of zy van zyn bezoek van dezen nacht afwist en zyn antwoord was een brutale leugen- Maar ze liet hem niets merken en zei met een gemak, dat haar zelf verbaasde: Dus u bent gelukkig geweest met uw transacties? Of hebt u ze in den steek ge laten Ik heb ze in den steek gelaten, zei hy met een glimlach. Daarginds in het bosch drong het plotseling tot me door, dat ik u heelemaal alleen had gelaten met een zieke. Ik werd ongerust over u, dus ben ik terug gekeerd en heb toen den geheelen nacht doorgereisd. Dat was buitengewoon vriendeiyk van u, zei ze koel. Maar u had werkeiyk niet ongerust behoeven te wezen, ik geloof, dat Slr George veel beter is. Dat geloof ik ook en het doet me by- zonder veel genoegen, want over een uur vertrekken we naar M'Bj.. Over een uur! herhaalde ze verbaasd en ze vroeg zich af wat er nu weer achter die verandering van zyn plannen zat. Ja, het is noodig, dat we zoo spoedig mogeiyk vertrekken. Ze keek hem strak aan. Er was even een flikkering in zyn bruine oogen toen zyn oogen haar blik ontmoetten en ze begreep, hij niet van plan was haar de reden van hun plotseling vertrek te vertellen. Toen keek ze naar den slapenden Mannnering en begon te protesteeren. Maar.., Legrand haalde de schouders op. Het zal hem heusch geen kwaad doen, ik zal zorgen, dat er twee draagbaren zyn, inplaats van een. Het zal niet gebeuren! verzette ze zich met scherpe stem. Legrand keek haar spottend aan, toen lachte hy zacht. Mademoiselle, u schynt de situatie niet te begrijpen. Ik heb hier te bevelen. En u wel, u bent in myn macht, u en uw ver loofde. Honor huiverde. Zy verbleekte by die woorden, die met een grenzelooze onbe schaamdheid uitgesproken werden, zy zag zyn valsche lachende oogen en begreep de diepere beteekenis van zyr woorden. En zy kende hem genoeg om te weten, dat hy zon der eenig gewetensbezwaar van zyn macht gebruik zou maken. Een oogenblik begaf de moed haar, maar z j herstelde zich spoedig en antwoordde rustig: Dan zult u uw gang gaan, veronderstel de. Zeker, mademoiselle. Maar de verantwoordeiykheld is voor u. Die zal my niet zwaar vallen, made moiselle. Hy brak zyn woorden af; hy gaf zich biykbaar nu voor het eerst rekenschap van het geluid dat haar naar het kleine kerkhof gedreven had. Wat is dat voor een geluid? vroeg hy opeens. Een houweel. Een van de dragers is be zig den naam van een grafzerk te verwyde- ren. De ellendeling, riep hy uit, terwyi hij haar verbluft aanstaarde. Toen vroeg hij nieuwsgierig: Hebt u die namen gelezen, mademoi selle? Eén van de twee, antwoordde ze koel Het Interesseerde me buitengewoon en ik zou graag willen weten... Achter hen klonk geritsel. Legrand draai de zich om en Honor zag dat Mannering wakker was en met angstige oogen naar haar lag te kyken. Ze wierp een snellen blik op Legrand's gezicht, terwijl hy op Manne ring toeliep en zag dat er een gebiedende, waarschuwende uitdrukking in zyn oogen lag. Het volgend oogenblik klonk het harteiyk uit den mond van den Franschman: Ah, myn vriend. U schynt veel beter te zyn. Dat is prachtig. Het is werkeiyk een ge noegen u zoo te vinden. Ik ben teruggekomen, zooals u ziet, want ik was een beetje onge rust over u en de mademoiselle Honor. Hy ging naast het bed zitten en nam de hand van den ander. Over een uur hervatten we onzen tocht weer, want zooals ik mademoiselle al uitge legd heb, heb ik nieuwe reden tot haast. Ik hoop dat u geen bezwaar zult hebben. Hy bukte, fluisterde snel Iets in het oor van den zieke, dat Mannering een beweging van schrik deed maken en zeide toen lachend: U ziet, dat het noodig is, mon ami! Dus ik zal die luie dragers maar eens wakker gaan maken en een tweede draagbaar voor u in orde brengen. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1935 | | pagina 1