laiyws Raadsels VAN KABOUTER FLIP EN ZIJN VRIENDJE WIP Alice, de mooie vette big. Nieuwe Raadsels. ZATERDAG 4 JANUARI 1936 PAG 7 weer goede vrienden worden. Hoe denk je ÏatTmönS"' sprak Arte gehelm- innie .Tot vanavond dus"! ™ZeT Jacob was nu erg nieuwsgierig om L wat zich daar voor zijn oogen t8,^spelen. Hij stelde zich verdekt op. hoop takkenbossen, terwijl onze ^en zich gereed maakte tot de aanval jongen globkoUsen aangedaan en slang zich een eindje oprichtte om haar smakelijk maal te gaan genieten, kwam Arie met een geweldige sprong uit zijn schuilplaats te voorschijn en sloeg met zijn stok zoo hard op de rug van het beest dat lüj de ruggegraat verpletterde, zodat het op slag dood was. Nu je begrijpt, hoe alles best in orde kwam. Onze jongen werd weer geheel in zijn eer hersteld, kreeg een goed loon als herder en de baas kon voortaan geen kwaad meer van hem horen! UIT HET BINNENLAND. De strijd om bet wereldkam pioenschap dammen. Pas hebben we de strijd om het wereld kampioenschap schaken achter de rug of de wedstrijd om het wereldkampioenschap dammen is al weer begonnen. De strijd gaat tusschen den wereld kampioen Raichenbach, een Franschman, eQ den kampioen van Nederland, den heer Vos. Zal het weer de Nederlander zijn, die het kampioenschap zal behalen? Wij be twijfelen het. Woensdag is de eerste partij gespeeld, die door Vos verloren werd. De stand is dus 20. jullie weten zeker wel, dat bij het dammen een andere telling is dan bi) ■t schaken. Bij het dammen n.1. geldt een gewonnen partij voor 2 punten en remise voor 1 punt. UIT HET BUITENLAND. De strijd in Abessinië. We hebben jullie in twee wéken niets geschreven over de oorlog in Abessinië. Veel nieuws viel daarover ook niet te vertellen. De strijd gaat zo'n beetje op en neer en hoewel de Italianen aanvankelijk dachten Abessinië zo maar een, twee, drie in te pikken, blijkt dat achteraf niet zo gemakkelijk te gaan. De Abessiniërs ver dedigen hun gebied heldhaftig en er valt over de uitslag van de strijd op 't ogenblik nog niets te voorspellen. Bommen op een ambulance geworpen. Zoals jullie zeker wel weten, mogen in de oorlog ambulances en alles, wat daar mede in verband staat, niet aangevallen worden. Op de hospitalen en in de nabij heid daarvan worde grote rode kruisen aangebracht zodat de oorlogvoerenden direct kunnen zien, dat zich daar een ambu ance bevindt. En hoewel de Zweedse ambulance in Abessinië alle voorzorgsmaatregelen had genomen, hebben de Italiaansche vliegers dezer dagen op de Zweedsche ambulance bommen geworpen, waardoor twee perso nen zijn gewond. Niet alleen Zweden, maar de geheele wereld spreekt haar ver ontwaardiging uit over deze slechte daad. Waar een gat onder de schutting d niet goed voor Alice Big werd vet tenminste haar broeders Arthur en Arnold, zowel als haar zuster Amalia zeiden, dal zij iedere dag dikker werd. Dat was een prachtig voor uitzicht, want ee» big is dan pas mooi, als ze heel dik is. Alice pochte er alleen een beetje op en zij kreeg de neiging om gul zig te worden. Zij schepte er bijvoorbeeld groot behagen in om al de wortels, die haar broers en zusters verzameld hadden ergens in een hoek, stilletjes alleen op te gaan eten. Dat vonden zij natuurlijk hele maal niet aardig van haar. Als ze met hun allen gingen wandelen, bleef Alice altijd een beetje achter, want zij vond, dat de voorbijgangers haar dan beter zouden zien en zeggen, wat een mooie dikke big is dat... Op een keer waarschuwden haar broers en zusters haar en zeiden, dat zij niet zo veel verbeelding moest hebben, want hoog moed komt voor de val. Alice lachte al leen en zei: „Wees maar niet bang, ik val niet en als ik zou omvallen, dan zou ik toch in ieder geval rollen in plaats van vallen. Amalia, Arthur en Arnold schudden hun wijze hoofden en lieten haar voortaan aan haar lot over. Op zekere dag, een poosje na de waar schuwing, moest Alice tot haar schande ondervinden, dat iemand op verschillende manieren aan vallen. Mevrouw Augusta had op die bewuste avond een heerlijke maal tg d voor haar kin deren klaargemaakt. Zij liep nu naar de straatdeur van de biggenwoning en riep haar kinderen met een speciaal geknor, dat beteekende, dat zij moesten komen eten. Haar kinderen waren diep in het groene bos bezig met wortels uit de grond te wroeten. Toen zij hun moeder hoorden, staakten zij de arbeid en holden naar huis. Alice dacht bij zichzelf: „Ik ga door het gat onder de heining, dat wij vroeger als hele kleine biggetjes eens ontdekt hebben, inplaats van de geheele weg af te gaan, dan ben ik veel eerder thuis en eet gauw alles op". Zij holde weg en vond, dat het een uit stekende Inval van haar was geweest. Ook Amalia, Arthur en Arnold begaven zich naar huis, doch langs de gewone weg, was ten eerst netjes hun snuitjes en voorpoot jes en zaten weldra te smullen. Maar Alice was er nog altijd niet. Toen dachten ze, dat Alice misschien tegen bleef eten en ver orberden tenslotte ook haar portie. Toen Alice tegen bedtijd nog steeds niet thuis gekomen was, stopte Mevrouw Augusta haar kinderen in bed, kleedde zich netjes aan, want zij had een kaartavondje bij vrienden van haar. De volgende morgen aan het ontbijt was Alice er nog steeds niet. Mevrouw Augusta begon nu wel wat ongerust te worden en besloot haar te gaan zoeken. Met hun vier tjes trokken zjj er nu op uit, keken achter alle bomen en struiken en deden niets dan roepen. Ze waren al heel diep in het bos, zonder echter maar een spoor van Alice te hebben ontdekt. Nogmaals riepen zij en opeens daar hoorden zij iets. Ja, ze kregen antwoord. Vlug liepen ze die richting uit, waar de stem vandaan kwam en daar vonden zij Alice, vastgeklemd tussen het gat in de heining en de grond. Zij had in volle vaart geprobeerd er door te kruipen, met het gevolg, dat zij niet meer voor of achter uit kon en daar de gehele dag had moeten blijven. Wat >vas ze blij, dat haar moeder en broertjes en zusjes haar gevonden had den. Vlug groeven ze de aarde om haar heen weg en trokken haar toen met ver eende krachten uit het gat. Zij was erg stijf en hongerig, maar had verder geluk kig helemaal geen letsel bekomen. Zij had de gehele nacht echter tijd m overvloed gehad om eens over haar ge drag na te denken. Zij begreep nu maar al te goed dat zij helemaal niet aardig was gev\ st voor haar moeder en broer tjes én zusje en was vast besloten haar leven te gaan beteren. Toen ze haar nu vonden, zei ze berouw vol: „Ik was verwaand en akelig, en daar om heb ik hier voor straf moeten zitten, maar ik beloof jullie, dat ik zal verande ren". Nu, ze hield woord, het was haast niet te geloven, zoals zij ineens omgekeerd was, zij werd de bescheidenste en nederigste van allemaal. Als de kennissen wel eens aan haar vroe gen, hoe ze toch zo veranderd kwam, ant woordde ze: „Ga eens een nacht onder een heining zitten, dan zie je jezelf van een min der prettige kant en dan verander je van louter schrik direct". Zo had Alice tenminste heel wat geleerd van die nacht onder de heining. MOPPEN. Het alfabet. Moeder: (die kleine Toosje het alfabet leert)„Nu, welke letter komt er achter de O?" Toosje: „Ja!" Een aardige maand. Een klein meisje vroeg aan haar moe der: „Waarom hebt u m\j eigenlflk Juni genoemd?" Moeder: „Omdat jeop de eerste Juni geboren werd, kind." Juni: „Hè, moeder, ik wou dat ik dan maar op de eerste van Roaemarie gebo ren was. BILLY BEER ZOEKT ZIJN VRIENDJES. Billy zit even bij zijn moeder te wach ten tot zijn vriendjes Langoor, Wim, Das, Reintje en Bruintje Beer zich verscholen hebben. Kunnen jullie hem helpen zoeken? Ze zitten in het bos verborgen. Probeer het maar! OPLOSSING VORIGE RAADSELS. 33 cijfers Som 126. H. Dora, Ethel, Helena, Anna, Nance, Em ma, Esther, Rita. GOEDE OPLOSSINGEN. Er was deze week geen enkele goede oplossing binnengekomen en omdat we dit nieuwe jaar niet wilden beginnen zonder toekenning van een boek hebben we alle oplossingen genummerd en dat-r een uit getrokken, zoodat er vandaag toch een gelukkige was. i. In 't midden van Wildervank. Op 't ein de van Zuidmeer. Tweemaal in een Onder deur. En in Haarlem vind; ihen het weer. II. Verborg-en plaatsnamen. Dat is een bijzondere steen, wij kregen er nog nooit zo een te zien. Mijn vader is al erg oud, anders was hij wel mee gekomen. Hier is je hengel, op de plaats lag ze. Hoor! Nu worden de kanonschoten gelost °In zijn loontje. Ik ben thans in de ge- egenheid je eens flink te straffen voor fe die arme kinderen hebt aange- T80" Daarop gaf hij Pedro een bevel, het stuur wendde en pjjlanel de don- oacht in vloog. 308. Marco moest op Rinaldo passen en nu had de Sint gelegenheid zich met de kleinen te bemoeien. Hg vertelde Rita dat ze binnen enkele uren haar ouders zou terugzien en het kind was dolgelukkig met deze mededeling. 309. De zon was al opgegaan en ze vlogen boven een klein bergdorp. Ze landden midden op een groote weide, waar de koeien van angst heen en weer hepen, zo waren ze geschrokken van het grote lawaai ding, dat op hen toekwam. Sint Nicolaas stapte met het gezelschap uit en liet Rinaldo onder bewaking van zijn beide bedienden achter. 310. Thans bemerkte Rita dat zij zich in haar geboorteplaats bevond. Ze wist nu waar het huls van haar ouders stond en vol ongeduld holde zij vooruit om haar vader en moeder te begroeten. De dorps bewoners keken nieuwsgierig naar het vreemdsoortige groepje.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 11