Buitenlandsch Overzicht. Abonneert U op dit blad Verkorte oorlogsberichten uit Abessinië. HET GESTOLEN KIND NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERiNGEN EN ANNA PAULOWNA De Italiaansche pers in oorlogstijd. No. 7697 EERSTE BLAD DONDERDAG 9 JANUARI 1936 Duistere diplomatieke onderhandelingen. De verklaring van Roosevelt en de houding van Engeland en den Volkenbond. De vlootconferentie, die weinig hoopvolle verwachtingen biedt. Duistere diplomatie. van Roosevelt meer en meer tot de overtuiging komt, dat De vloot' conferentie. China en Japan. Rusland, Japan en China Vlootconferentie in gevaar. Italië en Mantsioekwo. Engelsche vlootbewegingen. Het Spaansche Parlement ontbonden. De spanning langs de Egyptisch-Libysche grens. F E U I L L E TON EEN VERHAAL UIT AFRIKA COURANT Abonnement per 3 maanden b(j vooruitbet: Heldersche Courant 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnenland 2. Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overige landen 3.20. Losse nos. 4 et; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct. Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70. Verschat Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekenlng No. 16066. ADVERTENTIE N: 20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) b(j vooruitbetaling 10 ct per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct per regel, minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct De wereld van de di plomatie is altijd vol geweest met „geheime" onderhandelingen, liever zouden we willen schrij ven, met „duistere" onderhandelingen, omdat deze onderhandelingen zoo vaak de oorzaak zijn geweest van troebele verhoudingen tus- schen verschillende staten en een gewapende botsing er meermalen het gevolg van is ge weest. In den tijd dien wi) beleven is er ook veel duister diplomatiek gewroet. In de laat ste weken is eenige malen een tip van den sluier opgelicht die over deze,, is het woord te sterk, „misdadige" onderhandelingen ligt. In een hoofdartikel wijst de N. R. Crt daar op. Wij ontleenen daaraan eenige pas sages, om ook de lezers van ons „buiten landsch overzicht", nog even een blik te gun nen achter de coulissen van het diplomatieke spel van de „groote" heeren. Het zijn gebeur tenissen uit het jaar 1935, dat Juist zoo bizonder rijk is geweest aan deze fraaie diplomatie. Het begint met de protocollen, die op 7 Januari te Rome tusschen Mussolini en Laval geteekend zijn. Eerst aan het einde van het jaar bekent Laval, hevig daartoe geprest, dat hij, bi) geheime overeenkomst Mussolini de vrije hand heeft verleend in Abessinië. Had hij het recht Mussolini nog iets toe te staan, waarin niet in vroegere verdragen, vooral in dat van 1906, was voorzien? En Als hfl Mussolini nu, buiten Abessinië om, meer toestond, was het dan niet een schen ding van het Volkenbondsverdrag, nadat Frankrijk en Italië zelf Abessinië in den Bond hadden gebracht? Commentaar op deze handelwijze is over bodig. Op 31 Januari gaan Flandin en Laval naar Londen. Met de Engelsche regeering zullen zij den toestand in Europa in volle openhar tigheid bespreken. Een van de eerste onder werpen moet zijn, wat te Rome overeenge komen is, daar het Londensche bezoek de uitbreiidng van die overeenkomst tot Enge land moet voorbereiden. Heeft Laval toen ook dit gedeelte van de accoorden van Rome onthuld? Zoo ja, dan valt er van de latere houding van Engeland tegenover het Abes- sijnsche probleem, en tegenover Frankrijk in dit verband, niet veel te begrijpen. Had, vol gens weten der Engelschen, Mussolini tegen den wil der Franschen de verleende vrijheid tot een aanvallenden oorlog misbruikt, dan ware dit gemakkelijk tegenover Laval uit te spelen geweest. Was het den Engelschen daarentegen bekend, dat Laval reeds onmid dellijk in Januari Italië de vrije hand had ge geven tot 't voeren van een veroveringsoorlog, dan ware hun positie tegenover den Franschen verrader van den Volkenbond vrij geweest. In ieder geval moet de Engelsche regeering, vroeger dan de buitenwereld, hebben ontdekt, dat er een geheim accoord over Abessinië tusschen Frankrijk en Italië gesloten was. Men zal toegeven: Het heele geval is nog diep in het duister gehuld. Men weet niet, wat Laval Mussolini te Rome meer, dan waarop deze volgens het verdrag van 1906 recht had, heeft kunnen toezeggen; men weet evenmin, wat en wanneer de Engelschen hierover vernomen hebben. Heeft men hen erbuiten gehouden, hoe volmaakt scheef moet dan hun positie op de conferentie van Stresa in April geweest zijn. Zonder het te vermoe den onderhandelden zij dan in goed vertrou wen met een tweetal, dat, achter hun om, iets bekokstoofd had, waarin Engeland een Vitaal gevaar voor zijn rijk moest zien. Engeland heeft zich, als het misleid is, op overeenkomstige wijze gewroken. Buiten voorkennis van Frankrijk of Italië sloot het met Duitschland het vlootverdrag van 18 Juni, waartoe het als mede-onderteekenaar van Versailles, in zijn eentje niet het recht had. Een slordig stuk geheime diplomatie leverde Engeland nog, door Eden in diezelfde maand Juni aan Mussolini een opzienbarend voorstel te laten doen, waarvan Parijs niets wist, ofschoon Eden daar, weinig dagen te voren, de besprekingen met Mussolini had voorbereid! En toch raakte het belangwek kendste punt in dit voorstel, het aanbod van de haven van Zeila aan Abessinië, terdege Fransche belangen. De meening wint veld, De verklaring dat men in Engeland de nieuwe neutraliteits- definitie van de Ver. Staten aan den Volken bond geen schade kan toebrengen, indien men b(j de toepassing ervan maar zou besluiten tot een petroleum-embargo tegen Italië zoo meldt de Londensche corr. van de N. R. Crt. aan zijn blad. Ook al staat de politiek van Amerika met het overboord werpen van de onderscheiding aanvaller en aangevallene in principieele te genstelling tot die van den Volkenbond, men ziet daarin toch geen reden om aan te ne men, dat de Volkenbond zich bij het aanleg gen van haar maatstaven door deze Ameri- kaansche opvattingen zal laten leiden. Dien tengevolge raakt men meer en meer tot de overtuiging, dat de Volkenbond ten aanzien van de petroleumsancties geheel onbevoor oordeeld moet beslissen. Men acht het thans heel goed mogelijk, dat als de Volkenbond tot petroleumsancties zou besluiten, Amerika er toe zou overgaan zijn uitvoer naar Italië tot den normalen omvang te beperken. Dit zou beteekenen, dat slechts 7 pet. van de Italiaansche petroleum- behoefte zou worden bevredigd. Niet uitgeslo ten moet het worden geacht, dat Engeland te Genève de leiding van de behandeling van de petroleum-sancties aan den voornaamsten pe- troleum-leverancier van Italië, t.w. Rusland en Roemenië, zal overlaten. Velen hier zjjn de meening toegedaan, dat d' Volkenbond alleen reeds om redenen van prestige een positief besluit terzake van het petroleumembargo zal moeten nemen, on danks de opvatting, die men eveneens hier hoort verkondigen, dat petroleumsancties op het oogenblik geen doel meer hebben, daar Italië over petroleumvoorraden beschikt, die toereikend zijn tot den aanvang van den regentijd in Abessinië. Over het succes van de Engelsch-Fransche besprekingen inzake het verleenen van bij stand, toont men zich hier zeer voldaan. Men is thans overtuigd, dat men in geval van nood, vooral wat de vloot betreft, op Frank rijk, zal kunnen rekenen. In gewoonlijk goed ingelichte kringen wordt er daarnaast echter met nadruk op gewezen, dat de overeen komst met Frankrijk alleen betrekking heeft op de huidige crisis en dat Engeland zich op geen enkele wijze gebonden heeft ten aan zien van mogelijk latere gebeurtenissen. Naarmate de schaar- sche onderhandelingen ter vlootconferentie vor deren, wordt het ver trouwen in een goeden afloop geringer. Dinsdag hebben de Brit- sche, Fransche en Italiaansche delegaties aan de leden van de conferentie de nieuwe voor stellen, die gisteren door de eerste commis sie zouden worden behandeld, waarover men dus elders in dit blad wel meer bizohder- heden zal vinden, overhandigd. Het Italiaansche voorstel houdt de mede- deeling in van het bouwprogramma aan het begin van ieder begrootingsjaar. Volgens het Fransche plan worden ieder jaar mededeelingen verstrekt omtrent de schepen, die op stapel zqn gezet. Het Britsche voorstel houdt geen Ver plichte jaarlijksche kennisgeving van de bouwprogramma's in. Geen dezer drie voorstellen hebben dus de strekking de leden der conferentie, na eventueele aanvaarding, voor de toe komst ten aanzien van hun vlootbouw te binden. 1 De voorstellen der drie delegaties wijken niet op principieele punten van elkaar af. De vraag is nu welke houding de Vereenigde Staten en Japan zullen aannemen. De Amerikaansche delegatie heeft geen bezwaren tegen het principe van de plannen doen hooren, maar zich een oordeel voorbe houden totdat van de details nauwkeurig zou zijn kennis genomen. Vooral is men in de kringen van de Amerikaansche delegatie ter conferentie benieuwd naar de houding van j Japan. Want men verwacht dat in het bijzon der van Japansche zijde onoverkomelijke bezwaren in het midden zullen worden gebracht. De woordvoerder van het ministerie van marine verklaarde, dat zelfs indien alle ^ga- delegeerden ter vlootconferentie de Fransche voorstellen inzake de wederkeerige uitwisse ling van de vlootprogramma's aannemen, de Japanners zich zullen verzetten, aangezien het plan in den grond gelijk is aan het Brit sche voorstel en geen werkelijke ontwape ning verzekert. De woordvoerder voegde hieraan toe, dat Japan liever de conferentie zal verlaten, dan een plan aan te nemen, dat in principe niet overeenkomt met de Japansche opvatting van een gemeenschappelijke maximum-limiet. Roode troepen rukken op. Reuter seint: Uit Hanka wordt gemeld dat communisten, die onder bevel staan van generaal Holoeng, opnieuw in actie zijn gekomen. Een leger van 20.000 communisten drong de provincie Kiou Tsjou binnen en verbrandde en plunderde op zijn doortocht de stad Joean Tsjou. Naar men gelooft, zullen zij trachten zich bij de troep communisten in Tsjetsjoean te voegen, die wordt aangevoerd door Tsjoe Teh, die men reeds dood waande, doch van wien thans gemeld wordt, dat hij weer aan het hoofd der troepen staat. Bolsjewistische propaganda. Te Tokio is bericht ontvangen, dat de Sow- jet-Unie aan de Noordelyke en Oost-ljjke gren zen van Mantsjoekwo twaalf radiozendstations heeft opgericht, welke stelselmatig bolsje wistische propaganda uitzaaien in het Chi- neesch, in het Japansch en in het Mandsjoe- rjjsch. Ook in Noord-China is de propagan distische werkzaamheid der Sowjetunie te constateeren. In Tientsin is een Sowjetmaat- schappij gesticht ter financiering van deze propaganda, waardoor de toestand ernstig in gevaar wordt gebraent. Japansche militairen in Kwantoeng en Noord-China hebben reeds maatregelen genomen ter invoering van een bijzondere controle, welke, naar men hoopt, de steeds talrijker vordende grensforceerin- gen door de Sowjetunie zal verhinderen, en waardoor een contróle zal worden geoefend op de Sowjet-Russische propaganda. De ge- heele Japansche pers wijst erop, dat het Ja pansche leger de grootste aandacht besteedt aan de Sowjet-propaganda. Zitting tot Vrjjdag verdaagd. De besprekingen ter vlootconferentie zyn gisterenmiddag in een ernstige Im passe geraakt als gevolg van de weige ring van Japan de Britsche, Fransche en Italiaansche plannen inzake de uitwisse ling der gegevens betreffende evcntueelen nieuwbouw van oorlogsschepen te over wegen. De zitting van de vlootconferentie is tot Vrijdag verdaagd, in tusschen zal men hebben te beslissen of het, gezien de houding van Japan, nog zin heeft door te gaan met het voeren van besprekingen op qualitatieve basis. Men vreest dat een ongunstige be slissing hieromtrent om zoo te zeggen het einde der conferentie zou beteekenen. Weinig hoop op succes in Japan. De aandeden der zware industrie stjjgen. In Japansche vlootkringen verklaart men ook geen vertrouwen te hebben in de Fransch- Italiaansche voorstellen ter vlootconferentie. De persberichten, die een mislukking der conferentie voorspellen, hebben tot gevolg ge had, dat de aandeelen der z.g. zware industrie de machine-industrie en scheepsbouw zijn op- geloopen met 1 punt tot 5 punten. Ongerustheid in Chineesche kringen. In Chineesche kringen te Sjanghai is onge rustheid gewekt door het bericht van de aan komst te Tokio van Leone Wellschott, die vroeger Italiaansch legatieraad te Tokio is geweest. Men gelooft n.1., dat hij opdracht zou hebben, onderhandelingen met de Japansche regeering te voeren ten einde te komen tot verbetering der betrekkingen tusschen Rome en Tokio. Daarbij zou de erkenning van Mantsjoekwo door Italië zijn inbegrepen; zij zou elk oogenblik verwacht kunnen worden. Men wijst er hier op, dat er een natuurlijke belangengemeenschap bestaat tusschen Japan en Italië, die beiden moeilijkheden met den Volkenbond hebben, of hebben gehad, en acht het mogelijk, dat naar een omvattende toe nadering gestreefd zal worden. In dit verband verneemt men verder, dat de Italiaansche reederijen, wier lijnen thans in Chineesche havens eindigen, voornemens zijn, den dienst tot Japan uit te breiden. Men ge looft, dat dit voornemen verhand houdt met den wensch van Italië om goederen te koopen in en te verkoopen aan landen, die geen lid van den Volkenbond zijn. De Engelsche admiraliteit deelt mede: Zekere eenheden van de thuisvloot, waar onder de linieschepen Nelson en Rodney, het vüegtuigschip Furious, de lichte kruiser Cairo en de 21e flottielje torpedojagers, zullen overeenkomstig het gewone, jaarlijksche ge bruik, in het voorjaar een kruisreis onder nemen, die ongeveer half Januari begin nen zal. Tegelijkertijd zullen de eenheden van de thuisvloot, die thans te Gibraltar liggen en waartoe behooren de liniekruiser Hood, het linieschip Ramillies, de lichte kruisers Orion en Neptune, naar het Vereenigde Koninkrijk terugkeeren. Een uitvoerig programma zal binnenkort worden meegedeeld. Behalve vier Engelsche torpedobootjagers, die Dinsdag in de Piraeus zijn aangekomen, zullen, naar de bladen melden, nog drie Brit sche jagers op het eiland Poros voor anker gaan. De groote eenheden van het Britsche Atlan tische Oceaaneskader Hood, Renown en Repulse zullen in den loop van de maand in de Grieksche wateren aankomen. Volgens de Elephteron Vima hebben deze bezoeken ten doel, den bemanningen, die als gevolg van de zoo juist gehouden manoeuvres vermoeid zfln, rust te geven. De keus is ge vallen op de Grieksche havens, omdat zij be kend zijn hij de Britsche vloot, die ze her haaldelijk bezoekt. De ministerraad heeft Dinsdagmiddag be sloten het parlement te ontbinden. De oorzaak is, dat de huishoudelijke commissie besloten had de aanklacht van de rechterzijde tegen de regeering voor het parlement te brengen dat tot 31 Januari met vacantie is en voor de aangelegenheid in bijzondere zitting had moe ten bijeengeroepen worden. De verkiezingen zijn bepaald op 16 Februari. Reuter meldt uit Londen, dat de speciale correspondent van Reuter, die thans het ge bied langs het Suez-kanaal bezoekt, heeft ge telegrafeerd, dat de grens tusschen Egypte en Libye thans gevormd wordt door eei wal van ongeveer vijf meter breed en ongeveer ander- halven meter hoog. Een ieder, die de grens overgaat, zonde zrjn papieren te hebben laten zien bij de grenswachten, wordt onmiddellijk neergeschoten. Verder patrouilleeren de Ita lianen voortdurend langs de grens tusschen versterkte posten, die gewapend zijn met ma chinegeweren. Ook vliegtuigen patrouilleeren b\, voortdu ring langs de grens, zonder evenwel ook maar een oogenblik boven Egyptisch gebied te komen. De kwestie van de watervoorziening is zeer belangrijk. De voornaamste Italiaansche post Ramla, die tegenover den Egyptischen post. Solloum ligt, moet het water van grooten afstand la ten komen, aangezien de belangrijkste water put hier aan Egyptische zijde ligt. De put wordt beschermd door een afdeeling Egypti sche soldaten. Banghasi doet dienst als haven voor het materiaal, terwijl de vlootbasis voor Tobrouk ligt. Verder zijn de troepen van fort Madda- lena, waar tot voor korten tijd Eritreesche soldaten lagen, door Italiaansche soldaten ver vangen. De Abessiniërs zeggen een groote actie ln Tembien te hebben gevoerd, tenge volge waarvan dit hoogland thans weer geheel ln Abessijnsche handen zou zijn. Het bericht wordt van Italiaansche zyde tegengesproken. Bjj hun actie ln West Slcré, zouden de Abessiniërs Aksoem thans zeer dicht ge naderd zyn. Volgens een bericht uit Addis Abeba is ras Desta ln het Zuiden h(j Dolo tot een aanval op de Italianen overgegaan. H(j zou den weg tuschen Loegh en Mogadiscio bedreigen. Te Rome hebben de mededeelingen over de aangekondigde bewegingen van de Britsche vloot geen reactie verwekt. Het anti-fascistische blad „Giustizia e Li- berta", dat te Parijs verschijnt, is in het bezit gekomen van schriftelijke instructies, die van 23 November tot 23 December van de zijde der Italiaansche regeering aan de pers zijn verstrekt. Reeds eerder had het blad derge lijke instructies gepubliceerd. Daar deze ge heim zijn en de regeering niet op bekendma king in het buitenland gesteld Is, verving zij toen de schriftelijke instructies door monde- de schriftelijke Instructies werden hervat, die prompt weer in het bezit kwamen van het Parijsche blad. De „Manchester Guardian" drukt eenige van die instructies af, die wij hier laten volgen. 23 November. Zeg niets nopens de verbrokkeling van het Abessijnsche front. Geef een voorname plaats aan het nieuws over de anti-Engelsche beweging in Egypte, zonder echter, met name in de opschriften, den indruk te geven, dat wij ons erin ver heugen. Ter vermijding van een mogelijke Britsche reactie tegen Brazilië verzoeken wij u Bra- zilië's verklaring nopens de sancties niet toe te schrijven aan eenigerlei speciale sympathie voor Italië. 3 December. Toon belangstelling in de hymne voor Be- nito Mussolini van Maestro Sallustio. Druk geen artikelen meer af van Garvin in de Observer. Spreek niet meer van de herroeping, maar van het voorbehoud van de Canadeesche re geering te Genève. 7 December. De Fransch-Britsche besprekingen mogen geen onderwerp zjjn van berichten uit het buitenland. Negeer ze volkomen. 11 December. Wat buitenlandsche zaken betreft, terug houdendheid met een tikje pessimisme. Geen aanvallen meer op oeconomisch gebied tegen België, Polen en Spanje, waarmee handelsbe sprekingen gaande zijn. 16 December. Ten aanzien van de voorstellen van Hoare- Laval mag een uitvoerige en meer tot in bij zonderheden afdalende critiek worden ont wikkeld, zonder aanvallen op de beide regee renden en zonder heftigheid. Zeg niet, gelijk sommige bladen hebben ge daan, dat een snelle vrede in Oost-Afrika den 17) Ze had George Mannering niet lief en ze wist nu, dat komen wat komen mocht,, ze nooit zjjn vrouw zou worden. Ze zat nog te peinzen, toen de dragers de tenten begon nen af te breken en de zon haar eerste stra len door de groene bladeren van het bosch zond. Alec ftimlngton kwam op haar toe. We moeten den tocht beginnen, miss Donthorne, als u klaar bent. Een paar minu ten later gingen ze op weg. Reusachtige hoo rnen spreidden hun takken hoog boven hen uit, lianen en allerlei andere klimplanten hingen naar omlaag en versperden hun den weg. Soms waren ze als een reusachtig gor dijn, waar doorheen ze zich met messen en hijlen een weg moesten banen en de dichte Wadermassa's van de hoornen boven hen slo ten het daglicht bijna, volkomen af, zoodat ze ln een groenige schemering voorttrokken en soms niet meer dan twee meter voor zich uit konden zien. Een keer kwamen ze bij een groote moerassige poel, waarin hun voeten diep wegzonken en toen ze eindelijk weer vasten grond onder hun voeten voelden, wa zen ze met een laag modder bedekt. Ze hield «ven halt om zich zoo goed en zoo kwaad hls het ging te reinigen en Rimington legde Uit: Ik heb een korteren weg genomen. Le grand zal niet denken, dat we dezen weg heb ben genomen en tegen zonsondergang zullen we uit het bosch zij Ze gingen weer verder. Die tocht door het woud scheen Honor een nooit eindigende nachtmerrie toe, zoo werkten de halve duis ternis en de doodelijke stilte op haar zenu wen. Van sommige boomen hingen lange slierten mos neer, als reusachtige baarden, sommige stammen en takken waren verwron gen en verdraaid tot ze leken op ledematen van afschuwelijke wezen. In de eedstvolgen- de drie uur werd de stilte maar één keer door een geluid verbroken en dat was toen heel in de verte een zonderling regelmatig gebrom klonk. Een gorilla, zei Rimington laconiek. Later op den dag kwamen er meer teeke nen van leven, vleermuizen, die als zonder ling gevormde vruchten tusschen de boomen hingen, een paar vogels, die opgewonden za ten te kwetteren in den top van een boom. De tocht ging steeds verder. Het terrein be gon te glooien, de boomen werden minder dicht en van tijd tot tijd viel een zonnestraal neer op de kleine processie. De dragers, die den heelen dag zwijgzaam waren geweest, be gonnen levendig te praten; Honor keek dank baar op naar die enkele zonnestralen. Na een poosje kwam Rimington, die steeds vooraan had geloopen, bij haar en zei: Een lastige tocht, miss Donthome, maar binnen het uur zijn we uit het bosch. Die mededeeling was voor Honor een onuit sprekelijke verlichting en ze marcheerde moe dig verder. Van tijd tot tijd bleven haar oogen rusten op Mannering, die op een draag baar lag, blijkbaar slapend. Ze zou hem moe ten vertellen, dat ze zich vergist had, dat ze zijn vrouw nooit zou kunnen worden en ze was benieuwd hoe hij het opnemen zou en zei tot zichzelf, dat het er niets toe deed. Het was voor hen alle twee het beste, dat de fout tijdig hersteld was en dat zou ze doen met een enkel woord, zonder dat de zich mengde in dingen die haar niet aan gingen. Eindelijk kwamen ze aan den rand van het bosch, waar de rcffiapalmen en de wolfsmelk- platen duidelijk stonden afgeteekend tegen den hemeleen hem, die zóó diep blauw was, als ze nog nooit had gezien. Het land voor haar baadde zich in de stra lende zonneschijn, die hen na het halfduis ter van het bosch bijna verblindde. De dra gers versnelden hun stap. Steeds wijder strekte het landschap zich voor hen uit en over de open vlakte woei een lichte wind. Ri mington riep van zijn plaats aan het hoofd van de colonne Iets ln het inlandsche dialect. De dragers herhaalden het tegen elkaar en lichten als kinderen, toen glinsterde plotse ling door de struiken iets dat op water ge leek, waar om heen hooge palmen groeiden. De dragers begonnen verrukt door elkaar te praten en Rimington, zijn gelaat een en al glimlach, kwam haastig op Honor teeloopen. We zijn er, miss Donthorne. We zijn niet meer dan twee mijlen van de plaats af waar we wezen moeten. Binnen drie kwartier zijn we in mijn kamp. De man was verrukt als een schooljon gen en daar had hij alle reden voor. Hij be greep maar vaag wat een onnavolgbaar stuk werk deze tocht geweest was; maar zij ver moedde wel, dat hij heel wat gewaagd had met dien marsch, door het dichte bosch, ter wijl Legrand zijn achtervolging al begonnen was. Ik feliciteer u van harte, meneer Ri mington, antwoordde ze met 'n glimlach. Ik weet niet hoe u het klaargespeeld hebt, haar stem brak even en de glimlach stierf weg maar ik ben u oneindig dankbaar. Onzin, zei hij, het is me een genoegen u van dienst te kunnen zijn. Hij nam zijn plaats aan het hoofd van de dragers weer in en de lange rij trok weer verder. De wind werd sterker en zelfs de felle zonneschijn was opwekkend na de druk kende, broeiende hitte van het bosch. De voortdurende onrust van de laatste paar dagen scheen van Honor af te vallen en ze voelde zich opgewekter dan ze geweest was, sinds ze Londen verlaten had met haar ten doode opgeschreven broer. Hun weg liep evenwijdig aan het meer en na een half uur zag ze plotseling het licht blinken op een tent, die in de schaduw van een paar boomen stond en toen ze scherper tuurde, ontdekte ze naast de tent een half dozijn plaggenhutten. Verder trokken ze, tot eensklaps een luid geroep van uit de verte tot hen doordrong. Ahi! Ahee! Al de dragers antwoordden luidruchtig en drie of vier naakte zwarten kwamen hen' haastig tegemoet hollen. Uitbundige begroe tingen weerklonken en tien minuten later hadden ze hun bestemming bereikt. Riming ton deelde zijn bevelen uit en voegde zich toen bjj het meisje. Mjjn hoofdkwartier, zei hij. U zult wel doodmoe zijn. Ik zal uw tent laten opzetten, dan kunt u wat rusten Voor het avondeten. Haar blik dwaalde af naar Mannering en hij raadde haar gedachten en stelde haar gerust. Maar u maar niet ongerust over hem. Ik zal wel voor hem zorgen. Dat komt ln orde. Dank u, zei ze eenvoudig, terwijl hij zich weghaastte. Toen zij bij de draagbaar kwam, zag ze dat Mannering wakker was en met wijd open oogen verwonderd om zich heen lag te staren. Toen hij haar zag, vroeg hij zwak: Honor, waar zijn we? Ze legde het hem snel uit. Bij iemand, die ons te hulp is gekomen... Een Engelsch- man, Alec Rimington, je weet wel, de olifan tenjager. Je zult Walter wel over hem heb ben hooren praten. Hij zal ons naar M'Buba brengen Er kwam op Mannering's gezicht een blik, die haar woordenstroom deed stuiten en hij vroeg bruusk: Waar is Legrand? Legrand? Ik weet het niet. Ergens in het bosch, waar we hem achter gelaten heb ben. H Zijn we niet meer hij hem? De klank van zijn stem deed haar schrik ken, maar ze antwoordde eenvoudig: Neen, hij is een door en door slecht mensch. We waren niet veilig bij hem en om dat jij niets kon doen, heb ik mr. Rimington om hulp gevraagd. Hij ls met me meege gaan om jou te halen. Het ging niet gemak kelijk, ze vochten en Legrand verloor het be wustzijn en... Groote hemel... fluisterde Mannering heesch, terwijl hij haar aankeek met oogen waarin doodelijke angst was. Zijn lippen be wogen, maar er kwam geen geluid en het meisje staarde verbijsterd naar zijn vertrok ken gezicht. Er kwam een half gesmoorde klank over zijn lippen, zijn eene hand klemde zich krampachtig om den rand van zijn draagbaar, terwijl de andere naar zijn keel greep. Honor werd bang en ze draaide zich haastig om om Rimington's hulp ln te roepen, toen ze Mannering's stem heesch en opgewonden achter zich hoorde praten: Het is heel verkeerd van je geweest. Jules Legrand meent het goed met ons... Je moet hem zoeken... ik... ik moet hem hebben. Er is iets dat je niet weet... iets waarmee hij me kan helpen... Hemel! je weet niet wat je gedaan hebt, Honor! Hij had zich half opgericht op zijn draag baar, maar bij die laatste woorden schenen zijn krachten uitgeput te zijn en hij viel machteloos achterover en bleef liggen met ge sloten oogen. Het meisje keek met gemengde gevoelens van bezorgdheid en afkeer op hem neer. Ze dacht aan de uitgewischte opschriften van de grafsteenen op het eenzame kerkhof en be peinsde of de oplossing van het raadsel daar begraven lag, toen hoorde ze een stap achter zich en Rimington's stem zei opgeruimd: De tent is klaar, miss Donthorne, gaat u nu gauw rusten. Ik zal Mannering bij mij nemen, mijn tent is ruimer dan de zijne. Het meisje draaide zich snel om en Riming ton's opgeruimdheid verdween plotseling; want het gezichtje dat zich naar hem toe keerde was heel bleek en er was een uitdruk king in haar oogen die hem haastig deed vragen: Wat is er? Er is iets gebeurd, u hebt iets... Het is niets, zei ze zwak. Heusch er is niets. Ik ben alleen moe. Rimington keek van haar naar Manncring, op wiens gezicht een trek van gespannen luisteren was. Het was duidelijk dat er iets tusschen die twee was voorgevallen, maar h(j aanvaardde haar verklaring zonder verdere vragen. Dat is geen wonder, zei hij rustig. Die tocht door het bosch is een stevig stuk werk geweest. Laat u Mannering gerust aan m(j over. Ik zal alles doen wat noodig is. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 1