Buitenlandsch Overzicht.
Abonneert U op dit blad
Verkorte oorlogsberichten
uit Abessinië.
HET
GESTOLEN KIND
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERiNGEN EN ANNA PAULOWNA
De Italiaansche pers
in oorlogstijd.
No. 7697 EERSTE BLAD
DONDERDAG 9 JANUARI 1936
Duistere diplomatieke onderhandelingen. De verklaring van
Roosevelt en de houding van Engeland en den Volkenbond.
De vlootconferentie, die weinig hoopvolle verwachtingen biedt.
Duistere
diplomatie.
van Roosevelt meer en meer tot de
overtuiging komt, dat
De vloot'
conferentie.
China en Japan.
Rusland, Japan en China
Vlootconferentie
in gevaar.
Italië en Mantsioekwo.
Engelsche vlootbewegingen.
Het Spaansche Parlement
ontbonden.
De spanning langs de
Egyptisch-Libysche grens.
F E U I L L E TON
EEN VERHAAL UIT AFRIKA
COURANT
Abonnement per 3 maanden b(j vooruitbet: Heldersche Courant 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnenland 2.
Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overige
landen 3.20. Losse nos. 4 et; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct.
Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70.
Verschat Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekenlng No. 16066.
ADVERTENTIE N:
20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) b(j vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct per regel,
minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct
per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
De wereld van de di
plomatie is altijd vol
geweest met „geheime"
onderhandelingen, liever
zouden we willen schrij
ven, met „duistere" onderhandelingen, omdat
deze onderhandelingen zoo vaak de oorzaak
zijn geweest van troebele verhoudingen tus-
schen verschillende staten en een gewapende
botsing er meermalen het gevolg van is ge
weest. In den tijd dien wi) beleven is er ook
veel duister diplomatiek gewroet. In de laat
ste weken is eenige malen een tip van den
sluier opgelicht die over deze,, is het woord
te sterk, „misdadige" onderhandelingen ligt.
In een hoofdartikel wijst de N. R. Crt
daar op. Wij ontleenen daaraan eenige pas
sages, om ook de lezers van ons „buiten
landsch overzicht", nog even een blik te gun
nen achter de coulissen van het diplomatieke
spel van de „groote" heeren. Het zijn gebeur
tenissen uit het jaar 1935, dat Juist zoo
bizonder rijk is geweest aan deze fraaie
diplomatie.
Het begint met de protocollen, die op 7
Januari te Rome tusschen Mussolini en Laval
geteekend zijn. Eerst aan het einde van het
jaar bekent Laval, hevig daartoe geprest,
dat hij, bi) geheime overeenkomst Mussolini
de vrije hand heeft verleend in Abessinië.
Had hij het recht Mussolini nog iets toe te
staan, waarin niet in vroegere verdragen,
vooral in dat van 1906, was voorzien? En
Als hfl Mussolini nu, buiten Abessinië om,
meer toestond, was het dan niet een schen
ding van het Volkenbondsverdrag, nadat
Frankrijk en Italië zelf Abessinië in den
Bond hadden gebracht?
Commentaar op deze handelwijze is over
bodig.
Op 31 Januari gaan Flandin en Laval naar
Londen. Met de Engelsche regeering zullen
zij den toestand in Europa in volle openhar
tigheid bespreken. Een van de eerste onder
werpen moet zijn, wat te Rome overeenge
komen is, daar het Londensche bezoek de
uitbreiidng van die overeenkomst tot Enge
land moet voorbereiden. Heeft Laval toen
ook dit gedeelte van de accoorden van Rome
onthuld? Zoo ja, dan valt er van de latere
houding van Engeland tegenover het Abes-
sijnsche probleem, en tegenover Frankrijk in
dit verband, niet veel te begrijpen. Had, vol
gens weten der Engelschen, Mussolini tegen
den wil der Franschen de verleende vrijheid
tot een aanvallenden oorlog misbruikt, dan
ware dit gemakkelijk tegenover Laval uit te
spelen geweest. Was het den Engelschen
daarentegen bekend, dat Laval reeds onmid
dellijk in Januari Italië de vrije hand had ge
geven tot 't voeren van een veroveringsoorlog,
dan ware hun positie tegenover den Franschen
verrader van den Volkenbond vrij geweest. In
ieder geval moet de Engelsche regeering,
vroeger dan de buitenwereld, hebben ontdekt,
dat er een geheim accoord over Abessinië
tusschen Frankrijk en Italië gesloten was.
Men zal toegeven: Het heele geval is nog
diep in het duister gehuld. Men weet niet,
wat Laval Mussolini te Rome meer, dan
waarop deze volgens het verdrag van 1906
recht had, heeft kunnen toezeggen; men weet
evenmin, wat en wanneer de Engelschen
hierover vernomen hebben. Heeft men hen
erbuiten gehouden, hoe volmaakt scheef moet
dan hun positie op de conferentie van Stresa
in April geweest zijn. Zonder het te vermoe
den onderhandelden zij dan in goed vertrou
wen met een tweetal, dat, achter hun om,
iets bekokstoofd had, waarin Engeland een
Vitaal gevaar voor zijn rijk moest zien.
Engeland heeft zich, als het misleid is, op
overeenkomstige wijze gewroken. Buiten
voorkennis van Frankrijk of Italië sloot het
met Duitschland het vlootverdrag van 18
Juni, waartoe het als mede-onderteekenaar
van Versailles, in zijn eentje niet het recht
had. Een slordig stuk geheime diplomatie
leverde Engeland nog, door Eden in diezelfde
maand Juni aan Mussolini een opzienbarend
voorstel te laten doen, waarvan Parijs niets
wist, ofschoon Eden daar, weinig dagen te
voren, de besprekingen met Mussolini had
voorbereid! En toch raakte het belangwek
kendste punt in dit voorstel, het aanbod van
de haven van Zeila aan Abessinië, terdege
Fransche belangen.
De meening wint veld,
De verklaring dat men in Engeland
de nieuwe neutraliteits-
definitie van de Ver. Staten aan den Volken
bond geen schade kan toebrengen, indien men
b(j de toepassing ervan maar zou besluiten
tot een petroleum-embargo tegen Italië
zoo meldt de Londensche corr. van de N. R.
Crt. aan zijn blad.
Ook al staat de politiek van Amerika met
het overboord werpen van de onderscheiding
aanvaller en aangevallene in principieele te
genstelling tot die van den Volkenbond, men
ziet daarin toch geen reden om aan te ne
men, dat de Volkenbond zich bij het aanleg
gen van haar maatstaven door deze Ameri-
kaansche opvattingen zal laten leiden. Dien
tengevolge raakt men meer en meer tot de
overtuiging, dat de Volkenbond ten aanzien
van de petroleumsancties geheel onbevoor
oordeeld moet beslissen.
Men acht het thans heel goed mogelijk,
dat als de Volkenbond tot petroleumsancties
zou besluiten, Amerika er toe zou overgaan
zijn uitvoer naar Italië tot den normalen
omvang te beperken. Dit zou beteekenen, dat
slechts 7 pet. van de Italiaansche petroleum-
behoefte zou worden bevredigd. Niet uitgeslo
ten moet het worden geacht, dat Engeland te
Genève de leiding van de behandeling van de
petroleum-sancties aan den voornaamsten pe-
troleum-leverancier van Italië, t.w. Rusland
en Roemenië, zal overlaten.
Velen hier zjjn de meening toegedaan, dat
d' Volkenbond alleen reeds om redenen van
prestige een positief besluit terzake van het
petroleumembargo zal moeten nemen, on
danks de opvatting, die men eveneens hier
hoort verkondigen, dat petroleumsancties op
het oogenblik geen doel meer hebben, daar
Italië over petroleumvoorraden beschikt, die
toereikend zijn tot den aanvang van den
regentijd in Abessinië.
Over het succes van de Engelsch-Fransche
besprekingen inzake het verleenen van bij
stand, toont men zich hier zeer voldaan. Men
is thans overtuigd, dat men in geval van
nood, vooral wat de vloot betreft, op Frank
rijk, zal kunnen rekenen. In gewoonlijk goed
ingelichte kringen wordt er daarnaast echter
met nadruk op gewezen, dat de overeen
komst met Frankrijk alleen betrekking heeft
op de huidige crisis en dat Engeland zich op
geen enkele wijze gebonden heeft ten aan
zien van mogelijk latere gebeurtenissen.
Naarmate de schaar-
sche onderhandelingen
ter vlootconferentie vor
deren, wordt het ver
trouwen in een goeden
afloop geringer. Dinsdag hebben de Brit-
sche, Fransche en Italiaansche delegaties aan
de leden van de conferentie de nieuwe voor
stellen, die gisteren door de eerste commis
sie zouden worden behandeld, waarover men
dus elders in dit blad wel meer bizohder-
heden zal vinden, overhandigd.
Het Italiaansche voorstel houdt de mede-
deeling in van het bouwprogramma aan het
begin van ieder begrootingsjaar.
Volgens het Fransche plan worden ieder
jaar mededeelingen verstrekt omtrent de
schepen, die op stapel zqn gezet.
Het Britsche voorstel houdt geen Ver
plichte jaarlijksche kennisgeving van de
bouwprogramma's in.
Geen dezer drie voorstellen hebben dus
de strekking de leden der conferentie,
na eventueele aanvaarding, voor de toe
komst ten aanzien van hun vlootbouw te
binden.
1
De voorstellen der drie delegaties wijken
niet op principieele punten van elkaar af. De
vraag is nu welke houding de Vereenigde
Staten en Japan zullen aannemen.
De Amerikaansche delegatie heeft geen
bezwaren tegen het principe van de plannen
doen hooren, maar zich een oordeel voorbe
houden totdat van de details nauwkeurig zou
zijn kennis genomen. Vooral is men in de
kringen van de Amerikaansche delegatie ter
conferentie benieuwd naar de houding van j
Japan.
Want men verwacht dat in het bijzon
der van Japansche zijde onoverkomelijke
bezwaren in het midden zullen worden
gebracht.
De woordvoerder van het ministerie van
marine verklaarde, dat zelfs indien alle ^ga-
delegeerden ter vlootconferentie de Fransche
voorstellen inzake de wederkeerige uitwisse
ling van de vlootprogramma's aannemen, de
Japanners zich zullen verzetten, aangezien
het plan in den grond gelijk is aan het Brit
sche voorstel en geen werkelijke ontwape
ning verzekert.
De woordvoerder voegde hieraan toe, dat
Japan liever de conferentie zal verlaten, dan
een plan aan te nemen, dat in principe niet
overeenkomt met de Japansche opvatting
van een gemeenschappelijke maximum-limiet.
Roode troepen rukken op.
Reuter seint:
Uit Hanka wordt gemeld dat communisten,
die onder bevel staan van generaal Holoeng,
opnieuw in actie zijn gekomen.
Een leger van 20.000 communisten drong de
provincie Kiou Tsjou binnen en verbrandde en
plunderde op zijn doortocht de stad Joean
Tsjou. Naar men gelooft, zullen zij trachten
zich bij de troep communisten in Tsjetsjoean
te voegen, die wordt aangevoerd door Tsjoe
Teh, die men reeds dood waande, doch van
wien thans gemeld wordt, dat hij weer aan
het hoofd der troepen staat.
Bolsjewistische propaganda.
Te Tokio is bericht ontvangen, dat de Sow-
jet-Unie aan de Noordelyke en Oost-ljjke gren
zen van Mantsjoekwo twaalf radiozendstations
heeft opgericht, welke stelselmatig bolsje
wistische propaganda uitzaaien in het Chi-
neesch, in het Japansch en in het Mandsjoe-
rjjsch. Ook in Noord-China is de propagan
distische werkzaamheid der Sowjetunie te
constateeren. In Tientsin is een Sowjetmaat-
schappij gesticht ter financiering van deze
propaganda, waardoor de toestand ernstig in
gevaar wordt gebraent. Japansche militairen
in Kwantoeng en Noord-China hebben reeds
maatregelen genomen ter invoering van een
bijzondere controle, welke, naar men hoopt,
de steeds talrijker vordende grensforceerin-
gen door de Sowjetunie zal verhinderen, en
waardoor een contróle zal worden geoefend
op de Sowjet-Russische propaganda. De ge-
heele Japansche pers wijst erop, dat het Ja
pansche leger de grootste aandacht besteedt
aan de Sowjet-propaganda.
Zitting tot Vrjjdag verdaagd.
De besprekingen ter vlootconferentie
zyn gisterenmiddag in een ernstige Im
passe geraakt als gevolg van de weige
ring van Japan de Britsche, Fransche en
Italiaansche plannen inzake de uitwisse
ling der gegevens betreffende evcntueelen
nieuwbouw van oorlogsschepen te over
wegen.
De zitting van de vlootconferentie is tot
Vrijdag verdaagd, in tusschen zal men hebben
te beslissen of het, gezien de houding van
Japan, nog zin heeft door te gaan met het
voeren van besprekingen op qualitatieve
basis. Men vreest dat een ongunstige be
slissing hieromtrent om zoo te zeggen het
einde der conferentie zou beteekenen.
Weinig hoop op succes in Japan.
De aandeden der zware industrie
stjjgen.
In Japansche vlootkringen verklaart men
ook geen vertrouwen te hebben in de Fransch-
Italiaansche voorstellen ter vlootconferentie.
De persberichten, die een mislukking der
conferentie voorspellen, hebben tot gevolg ge
had, dat de aandeelen der z.g. zware industrie
de machine-industrie en scheepsbouw zijn op-
geloopen met 1 punt tot 5 punten.
Ongerustheid in Chineesche kringen.
In Chineesche kringen te Sjanghai is onge
rustheid gewekt door het bericht van de aan
komst te Tokio van Leone Wellschott, die
vroeger Italiaansch legatieraad te Tokio is
geweest. Men gelooft n.1., dat hij opdracht zou
hebben, onderhandelingen met de Japansche
regeering te voeren ten einde te komen tot
verbetering der betrekkingen tusschen Rome
en Tokio. Daarbij zou de erkenning van
Mantsjoekwo door Italië zijn inbegrepen; zij
zou elk oogenblik verwacht kunnen worden.
Men wijst er hier op, dat er een natuurlijke
belangengemeenschap bestaat tusschen Japan
en Italië, die beiden moeilijkheden met den
Volkenbond hebben, of hebben gehad, en acht
het mogelijk, dat naar een omvattende toe
nadering gestreefd zal worden.
In dit verband verneemt men verder, dat
de Italiaansche reederijen, wier lijnen thans in
Chineesche havens eindigen, voornemens zijn,
den dienst tot Japan uit te breiden. Men ge
looft, dat dit voornemen verhand houdt met
den wensch van Italië om goederen te koopen
in en te verkoopen aan landen, die geen lid
van den Volkenbond zijn.
De Engelsche admiraliteit deelt mede:
Zekere eenheden van de thuisvloot, waar
onder de linieschepen Nelson en Rodney, het
vüegtuigschip Furious, de lichte kruiser Cairo
en de 21e flottielje torpedojagers, zullen
overeenkomstig het gewone, jaarlijksche ge
bruik, in het voorjaar een kruisreis onder
nemen, die ongeveer half Januari begin
nen zal.
Tegelijkertijd zullen de eenheden van de
thuisvloot, die thans te Gibraltar liggen en
waartoe behooren de liniekruiser Hood, het
linieschip Ramillies, de lichte kruisers Orion
en Neptune, naar het Vereenigde Koninkrijk
terugkeeren.
Een uitvoerig programma zal binnenkort
worden meegedeeld.
Behalve vier Engelsche torpedobootjagers,
die Dinsdag in de Piraeus zijn aangekomen,
zullen, naar de bladen melden, nog drie Brit
sche jagers op het eiland Poros voor anker
gaan.
De groote eenheden van het Britsche Atlan
tische Oceaaneskader Hood, Renown en
Repulse zullen in den loop van de maand in
de Grieksche wateren aankomen.
Volgens de Elephteron Vima hebben deze
bezoeken ten doel, den bemanningen, die als
gevolg van de zoo juist gehouden manoeuvres
vermoeid zfln, rust te geven. De keus is ge
vallen op de Grieksche havens, omdat zij be
kend zijn hij de Britsche vloot, die ze her
haaldelijk bezoekt.
De ministerraad heeft Dinsdagmiddag be
sloten het parlement te ontbinden. De oorzaak
is, dat de huishoudelijke commissie besloten
had de aanklacht van de rechterzijde tegen de
regeering voor het parlement te brengen dat
tot 31 Januari met vacantie is en voor de
aangelegenheid in bijzondere zitting had moe
ten bijeengeroepen worden.
De verkiezingen zijn bepaald op 16 Februari.
Reuter meldt uit Londen, dat de speciale
correspondent van Reuter, die thans het ge
bied langs het Suez-kanaal bezoekt, heeft ge
telegrafeerd, dat de grens tusschen Egypte en
Libye thans gevormd wordt door eei wal van
ongeveer vijf meter breed en ongeveer ander-
halven meter hoog. Een ieder, die de grens
overgaat, zonde zrjn papieren te hebben laten
zien bij de grenswachten, wordt onmiddellijk
neergeschoten. Verder patrouilleeren de Ita
lianen voortdurend langs de grens tusschen
versterkte posten, die gewapend zijn met ma
chinegeweren.
Ook vliegtuigen patrouilleeren b\, voortdu
ring langs de grens, zonder evenwel ook
maar een oogenblik boven Egyptisch gebied
te komen.
De kwestie van de watervoorziening is zeer
belangrijk.
De voornaamste Italiaansche post Ramla,
die tegenover den Egyptischen post. Solloum
ligt, moet het water van grooten afstand la
ten komen, aangezien de belangrijkste water
put hier aan Egyptische zijde ligt. De put
wordt beschermd door een afdeeling Egypti
sche soldaten.
Banghasi doet dienst als haven voor het
materiaal, terwijl de vlootbasis voor Tobrouk
ligt. Verder zijn de troepen van fort Madda-
lena, waar tot voor korten tijd Eritreesche
soldaten lagen, door Italiaansche soldaten ver
vangen.
De Abessiniërs zeggen een groote actie
ln Tembien te hebben gevoerd, tenge
volge waarvan dit hoogland thans weer
geheel ln Abessijnsche handen zou zijn.
Het bericht wordt van Italiaansche zyde
tegengesproken.
Bjj hun actie ln West Slcré, zouden de
Abessiniërs Aksoem thans zeer dicht ge
naderd zyn.
Volgens een bericht uit Addis Abeba is
ras Desta ln het Zuiden h(j Dolo tot een
aanval op de Italianen overgegaan. H(j
zou den weg tuschen Loegh en Mogadiscio
bedreigen.
Te Rome hebben de mededeelingen over
de aangekondigde bewegingen van de
Britsche vloot geen reactie verwekt.
Het anti-fascistische blad „Giustizia e Li-
berta", dat te Parijs verschijnt, is in het bezit
gekomen van schriftelijke instructies, die van
23 November tot 23 December van de zijde
der Italiaansche regeering aan de pers zijn
verstrekt. Reeds eerder had het blad derge
lijke instructies gepubliceerd. Daar deze ge
heim zijn en de regeering niet op bekendma
king in het buitenland gesteld Is, verving zij
toen de schriftelijke instructies door monde-
de schriftelijke Instructies werden hervat, die
prompt weer in het bezit kwamen van het
Parijsche blad. De „Manchester Guardian"
drukt eenige van die instructies af, die wij
hier laten volgen.
23 November.
Zeg niets nopens de verbrokkeling van het
Abessijnsche front.
Geef een voorname plaats aan het nieuws
over de anti-Engelsche beweging in Egypte,
zonder echter, met name in de opschriften,
den indruk te geven, dat wij ons erin ver
heugen.
Ter vermijding van een mogelijke Britsche
reactie tegen Brazilië verzoeken wij u Bra-
zilië's verklaring nopens de sancties niet toe
te schrijven aan eenigerlei speciale sympathie
voor Italië.
3 December.
Toon belangstelling in de hymne voor Be-
nito Mussolini van Maestro Sallustio.
Druk geen artikelen meer af van Garvin in
de Observer.
Spreek niet meer van de herroeping, maar
van het voorbehoud van de Canadeesche re
geering te Genève.
7 December.
De Fransch-Britsche besprekingen mogen
geen onderwerp zjjn van berichten uit het
buitenland. Negeer ze volkomen.
11 December.
Wat buitenlandsche zaken betreft, terug
houdendheid met een tikje pessimisme. Geen
aanvallen meer op oeconomisch gebied tegen
België, Polen en Spanje, waarmee handelsbe
sprekingen gaande zijn.
16 December.
Ten aanzien van de voorstellen van Hoare-
Laval mag een uitvoerige en meer tot in bij
zonderheden afdalende critiek worden ont
wikkeld, zonder aanvallen op de beide regee
renden en zonder heftigheid.
Zeg niet, gelijk sommige bladen hebben ge
daan, dat een snelle vrede in Oost-Afrika den
17)
Ze had George Mannering niet lief en ze
wist nu, dat komen wat komen mocht,, ze
nooit zjjn vrouw zou worden. Ze zat nog te
peinzen, toen de dragers de tenten begon
nen af te breken en de zon haar eerste stra
len door de groene bladeren van het bosch
zond. Alec ftimlngton kwam op haar toe.
We moeten den tocht beginnen, miss
Donthorne, als u klaar bent. Een paar minu
ten later gingen ze op weg. Reusachtige hoo
rnen spreidden hun takken hoog boven hen
uit, lianen en allerlei andere klimplanten
hingen naar omlaag en versperden hun den
weg. Soms waren ze als een reusachtig gor
dijn, waar doorheen ze zich met messen en
hijlen een weg moesten banen en de dichte
Wadermassa's van de hoornen boven hen slo
ten het daglicht bijna, volkomen af, zoodat ze
ln een groenige schemering voorttrokken en
soms niet meer dan twee meter voor zich uit
konden zien. Een keer kwamen ze bij een
groote moerassige poel, waarin hun voeten
diep wegzonken en toen ze eindelijk weer
vasten grond onder hun voeten voelden, wa
zen ze met een laag modder bedekt. Ze hield
«ven halt om zich zoo goed en zoo kwaad
hls het ging te reinigen en Rimington legde
Uit:
Ik heb een korteren weg genomen. Le
grand zal niet denken, dat we dezen weg heb
ben genomen en tegen zonsondergang zullen
we uit het bosch zij
Ze gingen weer verder. Die tocht door het
woud scheen Honor een nooit eindigende
nachtmerrie toe, zoo werkten de halve duis
ternis en de doodelijke stilte op haar zenu
wen. Van sommige boomen hingen lange
slierten mos neer, als reusachtige baarden,
sommige stammen en takken waren verwron
gen en verdraaid tot ze leken op ledematen
van afschuwelijke wezen. In de eedstvolgen-
de drie uur werd de stilte maar één keer
door een geluid verbroken en dat was toen
heel in de verte een zonderling regelmatig
gebrom klonk.
Een gorilla, zei Rimington laconiek.
Later op den dag kwamen er meer teeke
nen van leven, vleermuizen, die als zonder
ling gevormde vruchten tusschen de boomen
hingen, een paar vogels, die opgewonden za
ten te kwetteren in den top van een boom.
De tocht ging steeds verder. Het terrein be
gon te glooien, de boomen werden minder
dicht en van tijd tot tijd viel een zonnestraal
neer op de kleine processie. De dragers, die
den heelen dag zwijgzaam waren geweest, be
gonnen levendig te praten; Honor keek dank
baar op naar die enkele zonnestralen. Na een
poosje kwam Rimington, die steeds vooraan
had geloopen, bij haar en zei:
Een lastige tocht, miss Donthome, maar
binnen het uur zijn we uit het bosch.
Die mededeeling was voor Honor een onuit
sprekelijke verlichting en ze marcheerde moe
dig verder. Van tijd tot tijd bleven haar
oogen rusten op Mannering, die op een draag
baar lag, blijkbaar slapend. Ze zou hem moe
ten vertellen, dat ze zich vergist had, dat ze
zijn vrouw nooit zou kunnen worden en ze
was benieuwd hoe hij het opnemen zou en
zei tot zichzelf, dat het er niets toe deed.
Het was voor hen alle twee het beste, dat
de fout tijdig hersteld was en dat zou ze
doen met een enkel woord, zonder dat de
zich mengde in dingen die haar niet aan
gingen.
Eindelijk kwamen ze aan den rand van het
bosch, waar de rcffiapalmen en de wolfsmelk-
platen duidelijk stonden afgeteekend tegen
den hemeleen hem, die zóó diep blauw
was, als ze nog nooit had gezien.
Het land voor haar baadde zich in de stra
lende zonneschijn, die hen na het halfduis
ter van het bosch bijna verblindde. De dra
gers versnelden hun stap. Steeds wijder
strekte het landschap zich voor hen uit en
over de open vlakte woei een lichte wind. Ri
mington riep van zijn plaats aan het hoofd
van de colonne Iets ln het inlandsche dialect.
De dragers herhaalden het tegen elkaar en
lichten als kinderen, toen glinsterde plotse
ling door de struiken iets dat op water ge
leek, waar om heen hooge palmen groeiden.
De dragers begonnen verrukt door elkaar te
praten en Rimington, zijn gelaat een en al
glimlach, kwam haastig op Honor teeloopen.
We zijn er, miss Donthorne. We zijn niet
meer dan twee mijlen van de plaats af waar
we wezen moeten. Binnen drie kwartier zijn
we in mijn kamp.
De man was verrukt als een schooljon
gen en daar had hij alle reden voor. Hij be
greep maar vaag wat een onnavolgbaar stuk
werk deze tocht geweest was; maar zij ver
moedde wel, dat hij heel wat gewaagd had
met dien marsch, door het dichte bosch, ter
wijl Legrand zijn achtervolging al begonnen
was.
Ik feliciteer u van harte, meneer Ri
mington, antwoordde ze met 'n glimlach.
Ik weet niet hoe u het klaargespeeld hebt,
haar stem brak even en de glimlach stierf
weg maar ik ben u oneindig dankbaar.
Onzin, zei hij, het is me een genoegen
u van dienst te kunnen zijn.
Hij nam zijn plaats aan het hoofd van de
dragers weer in en de lange rij trok weer
verder. De wind werd sterker en zelfs de
felle zonneschijn was opwekkend na de druk
kende, broeiende hitte van het bosch. De
voortdurende onrust van de laatste paar
dagen scheen van Honor af te vallen en ze
voelde zich opgewekter dan ze geweest was,
sinds ze Londen verlaten had met haar ten
doode opgeschreven broer.
Hun weg liep evenwijdig aan het meer en
na een half uur zag ze plotseling het licht
blinken op een tent, die in de schaduw van
een paar boomen stond en toen ze scherper
tuurde, ontdekte ze naast de tent een half
dozijn plaggenhutten.
Verder trokken ze, tot eensklaps een luid
geroep van uit de verte tot hen doordrong.
Ahi! Ahee!
Al de dragers antwoordden luidruchtig en
drie of vier naakte zwarten kwamen hen'
haastig tegemoet hollen. Uitbundige begroe
tingen weerklonken en tien minuten later
hadden ze hun bestemming bereikt. Riming
ton deelde zijn bevelen uit en voegde zich
toen bjj het meisje.
Mjjn hoofdkwartier, zei hij. U zult wel
doodmoe zijn. Ik zal uw tent laten opzetten,
dan kunt u wat rusten Voor het avondeten.
Haar blik dwaalde af naar Mannering en
hij raadde haar gedachten en stelde haar
gerust.
Maar u maar niet ongerust over hem.
Ik zal wel voor hem zorgen. Dat komt ln
orde.
Dank u, zei ze eenvoudig, terwijl hij zich
weghaastte.
Toen zij bij de draagbaar kwam, zag ze
dat Mannering wakker was en met wijd open
oogen verwonderd om zich heen lag te staren.
Toen hij haar zag, vroeg hij zwak:
Honor, waar zijn we?
Ze legde het hem snel uit. Bij iemand,
die ons te hulp is gekomen... Een Engelsch-
man, Alec Rimington, je weet wel, de olifan
tenjager. Je zult Walter wel over hem heb
ben hooren praten. Hij zal ons naar M'Buba
brengen
Er kwam op Mannering's gezicht een blik,
die haar woordenstroom deed stuiten en hij
vroeg bruusk:
Waar is Legrand?
Legrand? Ik weet het niet. Ergens in
het bosch, waar we hem achter gelaten heb
ben. H
Zijn we niet meer hij hem?
De klank van zijn stem deed haar schrik
ken, maar ze antwoordde eenvoudig:
Neen, hij is een door en door slecht
mensch. We waren niet veilig bij hem en om
dat jij niets kon doen, heb ik mr. Rimington
om hulp gevraagd. Hij ls met me meege
gaan om jou te halen. Het ging niet gemak
kelijk, ze vochten en Legrand verloor het be
wustzijn en...
Groote hemel... fluisterde Mannering
heesch, terwijl hij haar aankeek met oogen
waarin doodelijke angst was. Zijn lippen be
wogen, maar er kwam geen geluid en het
meisje staarde verbijsterd naar zijn vertrok
ken gezicht. Er kwam een half gesmoorde
klank over zijn lippen, zijn eene hand klemde
zich krampachtig om den rand van zijn
draagbaar, terwijl de andere naar zijn keel
greep.
Honor werd bang en ze draaide zich haastig
om om Rimington's hulp ln te roepen, toen
ze Mannering's stem heesch en opgewonden
achter zich hoorde praten:
Het is heel verkeerd van je geweest.
Jules Legrand meent het goed met ons... Je
moet hem zoeken... ik... ik moet hem hebben.
Er is iets dat je niet weet... iets waarmee hij
me kan helpen... Hemel! je weet niet wat je
gedaan hebt, Honor!
Hij had zich half opgericht op zijn draag
baar, maar bij die laatste woorden schenen
zijn krachten uitgeput te zijn en hij viel
machteloos achterover en bleef liggen met ge
sloten oogen.
Het meisje keek met gemengde gevoelens
van bezorgdheid en afkeer op hem neer. Ze
dacht aan de uitgewischte opschriften van de
grafsteenen op het eenzame kerkhof en be
peinsde of de oplossing van het raadsel daar
begraven lag, toen hoorde ze een stap achter
zich en Rimington's stem zei opgeruimd:
De tent is klaar, miss Donthorne, gaat
u nu gauw rusten. Ik zal Mannering bij mij
nemen, mijn tent is ruimer dan de zijne.
Het meisje draaide zich snel om en Riming
ton's opgeruimdheid verdween plotseling;
want het gezichtje dat zich naar hem toe
keerde was heel bleek en er was een uitdruk
king in haar oogen die hem haastig deed
vragen:
Wat is er? Er is iets gebeurd, u hebt
iets...
Het is niets, zei ze zwak. Heusch er
is niets. Ik ben alleen moe.
Rimington keek van haar naar Manncring,
op wiens gezicht een trek van gespannen
luisteren was. Het was duidelijk dat er iets
tusschen die twee was voorgevallen, maar h(j
aanvaardde haar verklaring zonder verdere
vragen.
Dat is geen wonder, zei hij rustig. Die
tocht door het bosch is een stevig stuk werk
geweest. Laat u Mannering gerust aan m(j
over. Ik zal alles doen wat noodig is.
(Wordt vervolgd.)