Buitenlandsch Overzicht.
HET
GESTOLEN KIND
Verkorte oorlogsberichten
uit Abessinië.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Hoofdpijn, Kiespijn.
BINNENLAND
No. 7698 EERSTE BLAD
ZATERDAG II JANUARI 1936
64ste JAARGANG
De Fransch-Engelsche militaire
besprekingen.
Hooge salarissen in de
Ver. Staten.
Een nieuw incident aan
de grens tusschen Rusland
en Mantsjoekwo.
Ons KRENTENBROOD a f 0.30
wordt steeds meer gevraagd.
C0R KRIGEE, v Galenstr 71, Tel. 399.
Dr. H. J. Lovink 70 jaar.
De aartsbisschop
van Utrecht.
FEUILLETON
EEN VERHAAL UIT AFRIKA
(Wordt vervolgd.)
COURANT
Abonnement per 3 maanden bjj vooruitbet.: Heldersche Courant 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2.
NederL Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overige
landen 3.20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct.
Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.—Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70.
Verschgnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerj) vjh. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Glrorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN;
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prys. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) by vooruitbetaling
10 ct. per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel,
minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct
per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
De vlootconferentie tendoode gedoemd? - De Fransche vloot-
manoeuvres in de Middellandsche Zee. - Een gevolg van de
Fransch-Engelsche samenwerking?
De vloot
conferentie
ten doode
gedoemd
Het gaat met de vloot
conferentie den gang
dien we gedacht en voor
speld hadden. Van het
begin af hebben we wei
nig goeds gezien en spoe
diger dan verwacht
werd, zal de conferentie
hoogstwaarschijnlijk een ontijdig einde krijgen.
Als de teekenen niet bedriegen. D.e mogend
heden die er aan deelnemen, Frankrijk, En
geland, Amerika en Japan, denken bij alle
voorstellen te veel aan het eigen belang, dan
dat men met het belang van den ander vol
doende rekening kan houden. En dan botsen
natuurlijk de meeningen. Want het is nu wel
gemakkelijk, de schuld van een mislukking
geheel op de schouders van Japan te leggen,
die inderdaad de hoofdschuld draagt, maar het
is niet alleen Japan, dat de oorzaak is van
den a.s. dood van de vlootconferentie. Maan
dag zal nog een laatste samenkomst worden
gehouden. De laatste?
De Britsche bladen zijn al zeer pessimistisch
gestemd ten opzichte van eenig resultaat en
uit Tokio wordt gemeld, dat de Japansche
bladen thans reeds schrijven over een onver
mijdelijke breuk op de conferentie.
Wat daarvan dan de oorzaak is? We schre
ven het boven reeds: het egoïsme van de
verschillende regeeringen.
Men weet, een Japansch en een Ameri-
kaansch voorstel staan tegenover elkaar,
schrijft de Nw. Rott. Crt. De Amerikanen
willen beperking van de vloten met een vijfde
van de tonnage, categorie voor categorie. De
verhouding der vloten van Amerika, Enge
land en Japan moet daarbij 5:5:3 blijven.
De Japanners daarentegen verlangen de vast
stelling van een totale maximumtonnage, die
gelijk voor alle vloten zal zijn en die ieder
bereiken, maar niemand overschrijden mag.
Hoe die tonnage te gebruiken, zouden de be
trokken staten zelf moeten uitmaken. Zou een
staat zoo dwaas zijn, alles aan linieschepen
te besteden, dan zou hij daartoe het recht
hebben. En evenzeer zou het geoorloofd zijn,
de heele tonnage enkel aan klein materiaal
te verdoen.
Japan bedoelt hiermede, zich een defen
sieve vloot te kunnen aanschaffen, vol
doende voor de dekking van eigen land
en al zijn ondernemingen in het Verre
Oo3ten. Zij zou veel sterker en alomtegen-
woordiger kunnen zijn dan de overeen
komstige vloten van Engeland en Amerika,
die van htm gelijke tonnage, door hun
ligging, veel meer aan linieschepen
moeten besteden.
Japan zou zelfs heel goed belangrijk onder
de totale tonnage der belde andere groote
mogendheden kunnen blijven. Als het maar
een gedeelte van hetgeen de anderen voor
linieschepen gebruiken, zou besteden aan
kleiner materiaal, ware het reeds zeker van
een oppermachtige positie in zjjn gebied.
Daarom zijn de Amerikanen er zoo op ge
steld, dat niet alleen de oude verhouding ge
handhaafd blijft, maar ook de indeeling van
de toegekende tonnage in categorieën.
pijnen te verdrijven Is een Mijnhardt'n Poeder.
Per stuk 8 ct: doos 45 ct. Bij Uw Drogist.
De Japanners trachten blijkbaar juist uit
het feit, dat de vlootconferentie nog vooruit
zicht biedt op eenig resultaat, partij te trek
ken, door de voortzetting er van afhankelijk
te maken van het aannemen van hun voor
naamste voorwaarde. Die verzekert hun de
suprematie, en in ieder geval eeD onaantast
bare maritieme positie, in het Verre Oosten.
De Nw. Rott. Crt. houdt nog rekening met
de mogelijkheid, dat de conferentie zonder
Japan wordt voortgezet, als Japan kwaad
mocht wegloopen.
Manoeuvres
inde Middel
landsche Zee
Ondanks alle officieele
tegenspraken, is men
toch te Londen in bree-
den kring de meening
toegedaan, dat de aan
gekondigde tocht van
een aantal Fransche vlooteenheden naar de
Middellandsche Zee het resultaat is van de
Fransch-Engelsche besprekingen inzake het
verleenen van bijstand zoo meldt de Lon-
densche corr. van de Nw. Rott. Crt. aan zijn
blad.
Het loont de moeite, in dit verband er op
te wijzen, dat de Morning Post, die, gelijk
bekend, in nauw contact staat met de Engel-
sche admiraliteit, openlijk verklaart van
meening te zijn, dat deze vlootbeweging zonder
eenige beperking moet worden beschouwd als
een teeken van Fransch-Engelsche samen
werking. Even opmerkelijk is het, dat het
zelfde blad, dat overigens geenszins een bij
zondere voorstander van sancties is, nog op
merkt, dat Frankrijk thans gunstiger tegen
over de sancties staat. Dit moet van veel
belang zijn bij de behandeling van het vraag
stuk van de petroleumsancties te Genève. Het
is thans zeer waarschijnlijk, zoo verklaart het
blad, dat Laval zich te Genève niet meer
tegen deze sancties zal verzetten.
Ook Engeland kan thans moeilijk weigeren,
nu het door de actie van de Fransche vloot In
de Middellandsche Zee van dien kant mede
werking kan verwachten.
Ook de Daily Herald ziet in de aangekon
digde Fransch-Engelsche vlootbeweging een
duidelijke preventieve actie van de Volken
bondsmachten. Het blad komt tot de volgende
opstelling van de strijdkrachten van de Vol-
kenbondslanden In de Middellandsche Zee:
1. Nabij Gibraltar: een Engelsche en een
Fransche vloot.
2. Bij Corsica of Toulon een Fransche
vloot.
3. In den omtrek van het Suezkanaal een
Engelsche vloot.
Iedere vloot bestaat uit linieschepen, zware
kruisers en vliegtuigschepen en bezit het volle
aantal lichte kruisers, torpedojagers, duik-
booten en hulpschepen.
Iedere vloot is voorts uitgerust op volle
oorlogssterkte en is onmiddellijk strijdvaardig.
De Engelsche en Fransche steunpunten voor
de vloot te Gibraltar, Maltha, Toulon en
Bizerta (Tunis) staan voor de Engelsche en
de Fransche vloot open. Hetzelfde is het ge
val met de marinehavens van andere Middel
landsche Zeestaten.
Daarbij komen dan nog de luchtmachten
van verschillende staten, die in geval van
nood gereed zouden staan op verschillende
punten. Het is echter niet gewenscht deze
plaatsen nader te noemen. De Daily Herald
eindigt haar beschouwing met de volgende
woorden
„Wat men ook in officieele kringen
mag zeggen, de strijdkrachten ter zee
van de Volkenbondsstaten, die zouden
kunnen handelen als de strijdmacht van
den Volkenbond, worden geconcentreerd,
om door het demonstreeren van een over
weldigende kracht iedere verdere breuk
van den vrede te voorkomen."
De indruk in Duitschland.
Naar Reuter op gezag van den woordvoer
der van het ministerie van buitenlandsche
zaken uit Berlijn meldt, volgt de Duitsche
regeering de militaire besprekingen tusschen
Engeland en Frankrijk met aandacht. De
„woordvoerder" voegde hierbij: De meening
van de Fransche pers dat Duitschland deze
gedachtenwisseling als een schending van het
verdrag van Locarno beschouwt, is onjuist.
Onjuist is ook de bewering, dat Duitschland
voornemens zou zijn in de gedemilitariseerde
Rijnland-zöne garnizoenen te leggen.
DE VERMISTE ZWEEDSCHE
ARTSEN.
Reuter meldt uit Stockholm:
De directie van het Zweedsche Roode Kruis
heeft den Zweedschen consul te Addis Abeba
verzocht, haar zoo spoedig mogelijk inlich
tingen te willen telegrafeeren omtrent de
kleine ambulanee-afdeeling bestaande uit 3
Zweden onder leiding van dr. Agge, waarvan
men nog steeds niets heeft gehoord.
De commissie voor de financiën uit het
Huis van Afgevaardigden heeft een lijst
laten opstellen van alle menschen in de V. St
die als betaling voor hun werk, dus aan
salaris, etc., in het financieele jaar 1934 een
inkomen hadden van 15.000 of meer. Niet
meegerekend zijn de baten uit bezit. Het
blijkt uit die lijst, dat W. R. Hearst, de dag
bladmagnaat (die zijn eigen salaris vaststelt)
500.000 heeft verdiend in het fin. jaar 1934.
Hij staat bovenaan op de lijst. Edsel Ford, de
zoon van den grooten Henry Ford, verdiende
$90.036, en twee andere mannen, aan de
Ford-Motor Compagny verbonden, n.1. R. W.
Martin en Charles E. Sprensen, verdienden
onderscheidenlijk 107.341 en 103.000.
Onder de filmsterren staat... Mae West
bovenaan. Zij ontving aan salaris over het
jaar 339.667. De lieveling der dames Cary
Cooper moest met 139.667 tevreden zijn,
Mariene Dietrich met een onnoozele 145.000,
Charlie Chaplin met 143.000 en Constance
Bennett met 176.188. De teeekenaar Walt
Disney (de schepper van Mickey Mouse) ont
ving 79.000, de oud-wereldkampioen zwaar
gewicht Max Baer 16.686. Frank Knox, uit
gever te Chicago, die wel genoemd wordt als
mogelijke Republikeinsche candidaat voor het
presidentschap, toucheerde 75.000 het
zelfde bedrag als het salaris van President
Roosevelt. De warenhuiskoning Kresge ont
ving 107.00Ö, de tabaksmagnaat George
Hill 187.000, de petroleumvorst H. C.
Doherty 100.000.
D. B. Miller, president van Woolworth's
ontving aan salaris etc. 340.000 dollar. De
journalist Arthur Brisbane 265.000 dollar,
Charles Schwab, de president van de Bethle-
hem Steel Compagny 250.000 dollar, R. W.
Woodruff, de man, die zijn landgenooten
cocacola laat drinken 100.000, de zeepfabri
kant S. B. Colgate 60.000. In het geheel zijn
er 180.000 lieden die salarissen trekken of
geld verdienen van 15.000 dollar af tot hooger
in één jaar. De betrokken personen nemen
het kwalijk, dat zg op deze wijze gesignaleerd
zgn en in de belangstelling van hun landge
nooten worden aanbevolen.
Bij het Congres te Washington is een wets
ontwerp ingediend, waarbij het departement
van de schatkist ontslagen wordt van de ver
plichting de hooge inkomens te rapporteeren
aan het Congres.
DE ALPENJAGERS NAAR
OOST-AFRIKA.
Gisteravond is het mailschip Itaiia van
Napels naar Oost-Afrika vertrokken met een
afdeeling Alpenjagers aan boord van 37 of
ficieren en 1200 manschappen.
De Pusteria divisie Alpenjagers, die van
Napels naar Oost-Afrika wordt verscheept,
bestaat uit drie regimenten, waaronder een
regiment bergartillerie, dat den laatsten tijd
dienst heeft gedaan aan de ItaliaanschOos-
tenrijksche grens.
Twee Japansche vliegers die op Rus
sisch gebied waren geland, gewond.
Het Russische agentschap Tass meldt uit
Chabarowsk, dat zich Donderdagavond aan
de grens tusschen Mantsjoekwo en Sowjet-
Rusland een zeer ernstig incident heeft voor
gedaan.
Volgens mededeeling van de Sowjetrussi-
sche autoriteiten is het volgende gebeurd:
Een Japansch vliegtuig, is na de grens van
Mantsjoekwo te hebben gepasseerd, in de
nabijheid van Pakrowka (dat 35 KM over de
grens is gelegen), geland op Russisch grond
gebied.
Men heeft opgemerkt, dat het vliegtuig om
18 uur 30 over Worosjiiof (vroeger Nikolsk
Oessoersk) is gevlogen en ongeveer een uur
later op een afstand van 19 KM van Pokrow-
ka geland is.
In het vliegtuig zaten twee gewapende
Japanners. Na de landing is één van hen bij
het toestel gebleven, de ander begaf zich naar
een in de nabijheid staande boerenkar. Klaar
blijkelijk wilde de Japanner den boer, die zich
bij het voertuig bevond, dwingen mee te gaan
naar het vliegtuig. De boer echter wilde den
Japanner vasthouden en naar Pokrowka bren
gen.
Toen is een strijd tusschen beiden ontstaan,
waarbij de boer den Japanner heeft gewond.
Twee toegesnelde grenssoldaten hebben daarna
schoten gewisseld met den anderen Japanner,
die eveneens gewond werd.
Ten slotte zijn beide Japanners naar Po
krowka gebracht.
Anti-Britsche artikelen in de
Japansche pers.
De Daily Herald meldt uit Tokio, dat in
de vooraanstaande Japansche bladen plotse
ling een anti-Britsche toon valt waar te ne
men. De bladen publiceeren een reeds artike
len, die volgens het Engelsche blad hierop
neerkomen, dat de Japansche regeering
wordt aangeraden, zich meester te maken
van de „verwaarloosde" Britsche koloniën.
De nadruk wordt gelegd op het „militaire en
industrieele verval" van Engeland. Engeland
is niet in staat, zijn koloniën verder te ont
wikkelen. terwijl Japan nijpend gebrek aan
gebied heeft.
De heer E. D. van Dissel, directeur van het
staatsboschbeheer, schrijft:
Het was gister 10 Jaunari 70 jaar geleden,
dat het tegenwoordige lid der Tweede Kamer,
dr. H. J. Lovink, in Terborg werd geboren.
Deze selfmade man, die ondanks zijn leeftijd,
die alleen, „de sterken" bereiken, nog midden
in het volle leven staat, is door zijn benoe
ming op 25-jarigen leeftijd tot directeur der
Nederlandsche Heidemaatschappij, reeds op
jeugdigen leeftijd begonnen een belangrijke
rol in ons land te vervullen.
Dr. Lovink heeft veel bereikt dank zij zijn
groote gaven, zijn rustelooze werkzaamheden,
de suggestieve kracht, die van hem uitgaat
Hij vertoeft thans in Zuid-Frankrijk en
heeft zich aan elk huldebetoon onttrokken.
HET BESTUUR VAN DE A.V.R.O.
De Radio-Bode meldt, dat aan de alge-
mee ne vergadering van de Avro zal worden
voorgesteld den heer G. de Clercq, thans
waarnemend voorzitter, definitief tot voor
zitter te benoemen. De heer De Clercq is in
verband hiermede afgetreden als penning
meester en in zijn plaats is de heer J. Corver
in Den Haag tot penningmeester benoemd.
Tegengesproken geruchten.
Herhaaldelijk hebben ons in den laatsten
tgd geruchten bereikt in verband met de ziekte
van Mgr. Jansen, aartsbisschop van Utrecht.
Wij hebben er allerlei brieven over ontvan
gen.
De geruchten hielaen in, dat Mgr. Jansen
Protestant geworden zou zijn, en dat hij nu
„opgesloten" werd gehouden. Men schreef ons
zalfs den naam van een Hervormd predikant,
onder wiens invloed die bekeering tot het
Protestantisme zou nebben plaats gehad. In
het orgaan van de Evangelistische Maatschap
pij ,,De Protestant", is al eenige maanden
geleden van die geruchten melding gemaakt.
V» ;j hebben steeds geweigerd, die berichten
over te nemen, omdat wij er nimmer eenig
geloof aan hebben gehecht.
Thans lezen wij in enkele rechtsche bladen
het volgende:
„Over Mgr. Jansen, aartsbisscnop van
Utrecht die reeds langen tijd ziek is, worden
reeds geruimen tijd de meest fantastische ge
ruchten verspreid. Hij zou Protestant gewor
den zijn en gevlucht uit het St. Antonius-
ziekenhuis. waar hij verpleegd werd. Een an
dermaal werd weer beweerd, dat hij tegen
zijn wil in het ziekenhuis werd vastgehouden
en op deze wijze verhinderd werd, om zijn
protestant-zijn bekend te maken, enz.
Thans bereikt ons de mededeeling, dat de
Officier van Justitie bij de Arrondissements-
Rechtbank Utrecht zelf een onderzoek inge
steld heeft naar deze kwestie en persoonlijk
gesproken heeft met Mgr. Jansen in het Zie
kenhuis. Teneinde daaromtrent zekerheid te
verkrijgen, hebben wij ons gewend tot den
Officier van Justitie, mr. A. N. Fabius, die
ons meedeelde, dat htj inderdaad eenigen tijd
geleden een onderhoud met Mgr. Jansen ge
had heeft.
De Officier had van vele zijden kennis ge-
kergen van deze geruchten en achtte het een
ambtsplicht om na te gaan of het waar zou
zijn dat de Aartsbisschop tegen zijn wil in
het ziekenhuis werd vastgehouden, omdat het
dan een geval van wederrechtelijke vrtjheids-
berooving zou gelden, waartegen zou moe
ten worden opgtreeden.
De Officier heeft Mgr. Jansen gesproken
ook onder vier oogen, dus zonder dat de
directeur van het ziekenhuis, pleegzusters,
18)
Ze keek hem dankbaar aan en liep naar
haar kleine groene tent, zonder Mannering
verder te zien. Toen ze binnen was, liet ze
zich in een kleine dekstoel vallen, die haar
gastheer voor haar had klaargezet en begroef
haar gezicht in haar handen en weer vroeg
ze zich af wat toch het afschuwelijke geheim
zou zijn dat ze aan alle kanten om zich heen
voelde...
Meer dan een uur lang zat ze tevergeefs
haar hersens af te pijnigen en toen ze haar
hoofd weer oplichtte, merkte ze dat het licht
minder hel was geworden en ze begreep dat
de zonsondergang niet ver af was. Een mo
ment later tikte iemand aan haar tent en
Alec Rimington's stem riep:
Miss Donthorne.
Ja?
Het eten zal binnen tien minuten kiaar
Zijn.
Dank u, antwoordde ze en ze begon zich
klaar te maken voor het maal, hoewel ze er
ontzaggelijk tegen opzag. Ze keek in haar
kleine spiegel en schrok van haar eigen bleek
gezicht en de uitdrukking van wanhoop in
haar oogen.
Toen ze buiten kwam was de zon bijna
ondergegaan. Er waren twee vuren aange
legd en bij één ervan klonk het luidruchtige
gepraat van de dragers. B(j het andere stond
Remington naast een wankele kampeertafel.
Toen ze op hem toekwam keken zijn grijze
oogen haar onderzoekend aan.
Ik ben bang dat u doodop bent, miss
Donthorne, zei hij zacht. Die marsch door het
bosch was te veel voor u.
Ze kon hem de ware oorzaak van haar
bleekheid niet zeggen en ze gaf geen ant
woord op zijn laatste woorden.
De paar laatste dagen zijn erg inspan
nend voor me geweest, zei ze rustig. En toen
met een blik op de tent:
Hoe is...
Zoo, zoo. Maar het kon erger. De koorts
is aan het verminderen, maar ik heb het ge
voel dat hij ergens over tobt.
Zijn toon en manieren waren kortaf en
deden Honor heelemaal niet prettig aan.
Maar u hoeft u op het oogenblik niet
ongerust over hem te maken, ging hg voort.
Ik heb het noodige voor hem gedaan. U moet
wat eten, dan zult u zich wel weer wat beter
voelen. Er is koffie, dat zal u opknappen.
15.
Een kleine iniandsche jongen bediende hen
en toen Honor begon te eten, zei Rimington
met een knik naar den jongen, die op een me
ter of twee afstand verdere bevelen stond af
te wachten, terwijl zijn oogen geen seconde
van zijn meester af waren:
Mijn lijfknecht. De laatste van een men-
scheneteisstam, die zelf nog het vleesch Van
zijn voorvader verorberd heeft. Maar nu is
hij een voorbeeldige jongeman en zou. geloof
ik, zijn leven voor mij geven.
Honor keek vluchtig naar hem en zei:
Hjj ziet er nog gevaarlijk genoeg uit.
Zijn gevijlde tanden denk ik, lachte Ri
mington. Maar hij is door en door eerlijk en
trouw en beschouwt mij als zijn vader, sinds
ik hem drie jaar geleden gered heb Uit de
handen van een paar slavenkoopers.
Slavenkoopers! riep ze verbaasd uit. Ik
dacht...
Ja, dat denkt bijna iedereen, zei hg, haar
onuitgesproken gedachten radend. Maar die
praktijken zijn nog niet overal in Afrika ver
dwenen. Er zijn nog markten van „zwart
ivoor" al is het duurder geworden sinds het
schaarscher werd. Jaren geleden heb ik eens
een heele karavaan van die kerels aan hun
vrijheid geholpen...
Hg deed een verhaal dat weldra haar aan
dacht zoo boeide, dat ze haar angstige ge
dachten vergat. Een ander verhaal volgde en
onderwijl zonk de zon achter den gezichts
einder en de duisternis begon snel te vallen.
Opeens klonk uit de richting van de plag
genhutten rumoer en een seconde later kwam
een van de dragers snel op Rimington toe-
loopen.
Bwatia Rimington, er komt iemand aan!
Dadelijk was de Engelschman overeind en
tuurde scherp luisterend voor zich uit.
Het is zoo, zei hij rustig. Hoort u niets,
miss Donthorne?
Honor schudde het hoofd. Neen!
Maar het is toch heusch zoo. U moest
maar liever uit den lichtkring van het vuur
weggaan. Je kunt nooit weten!
Toen Honor weggegaan was, greep hg naar
zijn geweer, terwijl hij tegelijkertijd zgn dra
gers beduidde zich ook in de schaduw te
verbergen.
Allen stonden zwijgend te wachten, toen
hoorde het meisje plotseling het geluid van
hollende voetstappen, dat Rimington met zijn
scherpe ooren al eerder had waargenomen.
Een donkere sohaduw maakte zich los uit
de omringende duisternis en een halve mi
nuut later kwam de slanke gestalte van een
iniandsche vrouw, naakt op een hel gekleur
de halsketting en een lendendoek na. bin
nen den lichtkring van het vuur. Ze wan
kelde even en in het licht kon Honor de
prachtige gestalte, de gladde zwarte huid,
die nu vochtig was van de inspanning en de
uitdrukking van doodelijke angst om de
breede lippen zien.
Rimington deed haastig een stap naaf
voren en de uiterste verbazing klonk in zijn
stem toen hij riep: Fatuma!
De vrouw draaide zich met een ruk naar
hem om. Bwana.
Dat was het eenige woord wat Honor op
ving, en er volgde een snel heen en weer ge
praat, waarvan ze niets begreep. Maar de
uitwerking op Alec Rimington van wat ze
vertelde was opmerkelijk. Zijn slanke ge
stalte strekte zich en er kwam een uitdruk
king van feilen toorn in zgn oogen Toen ze
uitgesproken was, wankelde de vrouw en zou
gevallen zijn als Remington haar niet in zgn
armen opgevangen had. Daarop deed hij
haar een paar korte vragen, waarop zij even
kort antwoord gaf. Toen met een trek van
diepe bezorgdheid op zijn gezicht een trek
die Honor plotseling een gevoel van pijnlijke
jaioerschheid gaf, nam hg de uitgeputte
vrouw op en droeg haar naar de dichtabij-
zgnde hut. Toen hij weer te voorschijn kwam
deelde hij kort en scherp een paar bevelen
uit. Een van de mannen bracht het overschot
van hun maaitijd naar de hut, waar de
vrouw zich bevond. Vier anderen begonnen
haastig eetwaren in te pakken.
Rimington haastte zich naar zgn eigen
tent en toen hg na een paar minuten weer
te voorschijn kwam, was hij uitgerust als
voor een langen tocht, met twee pistolen in
zgn gordel en een geweer in zijn handen. De
vier dragers stonden op hem te wachten en
hy monsterde hen met een vluchtigen blik en
zei kort en scherp een bevel. Het viertal
nam de lasten op en stond klaar om te ver
trekken. Honor, denkend dat hg haar vergat,
liep snel op hem toe.
Mr. Rimington, wat ls er, waar gaat
u heen
Ik moet dien vervloekten Legrand te
pakken zien te krggen.
Maar...
Het is iets particuliers. Ik kan het u
niet uitleggen. Maar die ellendeling wist hoe
hij me dwingen kon... door een kind. Ik
moet het vinden. God sta me by. U zult hier
in elk geval wel veilig zijn. Hy brak af en
besloot kort:
Het is mijn plicht!
Hij draaide zich om, gaf den hoofdman
een paar korte bevelen, riep de dragers iets
toe en zonder verder een woord tegen het
meisje te zeggen, begon hij zyn tocht, den
donkeren nacht in.
HOOFDSTUK X.
Na Rimington's vertrek bleven de dragers,
die achtergebleven waren, nog een tijdlang
staan redeneeren en Honor deed al haar best
om uit hun druk gepraat wat wgzer te wor
den. Maar ze spraken een dialect dat zy niet
kende. Toen bedacht ze dat ze misschien iets
te hooren zou kunnen krggen van de vrouw,
die het nieuws, dat Rimington hals over kop
had doen vertrekken, gebracht had.
De vrouw zat in de hut ineengedoken op
een dierenvel, een toonbeeld van smart en
wanhoop, zooals Honor by het licht van de
lantaarn, die ze meegenomen had, zien kon.
Ze keek pas op. toen het meisje den naam
uitsprak, dien ze Rimington had hooren
noemen.
Fatuma...
De vrouw lichtte haar hoofd op, een paar
gl&nslooze oogen keken haar zonder belang
stelling aan.
Je hebt een heel eind geloopen... heb
De Abessiniërs melden nader, dat zg
bjj Kerelle zes lichte tanks en negen
machinegeweren hebben veroverd. Zy
beschuldigen de Italianen by hun terug
tocht aan het Noordeiyk front de dor
pen, die zy verlaten, te verbranden.
Het Italiaansche legerbericht meldt
vandaag alleen, dat op het Noordelijk
front opnieuw vyandeiyke concentraties
by Amba Aradam, ten Zuiden van
Makallé, zyn verspreid door Italiaansche
vliegtuigen.
Volgens de Engelsche ochtendbladen
staat het nog lang niet vast, dat men
zich van Engelschen kant voor een
petroleumembargo zal verklaren. Zoowel
de Engelsche als de Fransche regeering
zouden eerst een naderen uitleg weu-
schen van de neutraliteltsverklaring
van Roosevelt.
Het biykt, dat ras Desta in het Zuiden
In zooverre een nederlaag heeft geleden,
dat hy niet meer in staat zal zyn, zyn
plan, om den* linkervleugel van de
Italianen by Dolo te omsingelen, uit te
voeren.
De Abessiniërs hebben opnieuw een
nederlaag geleden by Amda Aradam,
zuideiyk van Makallé. Van strategisch
belang is dit echter niet.
Volgens een Italiaansch communiqué
zijn er sedert het begin van den oorlog
1239 zieke soldaten en arbeiders uit Oost-
Afrika naar Italië teruggekeerd.
Te Londen was men gisteren van
meening, dat De Vasconcellos na de bij
eenkomst van de commissie van dertien,
de commissie van achttien byeen zal
roepen om te spreken over de uitbrei
ding van de sanctiemaatregelen tegen
Italië, om het op die wijze onnoodig te
maken, dat een van de mogendheden het
initatlef neemt inzake het voorstellen van
een petroleum-embargo.
De commissie voor buitenlandsche
zaken van den Amerikaanschen senaat
heeft besloten de paragraaf in de neutra-
liteitsvoorstellen, volgens welke de presi
dent den uitvoer van oorlogsproducten,
die tot een verlenging van den oorlog
zouden kunnen bydragen, kan verbieden,
te schrappen.
doctoren of wie dan ook, den patiënt kon
den beïnvloeden. Mgr. Jansen bleek zeer hel
der van geest en volkomen by zgn verstand
te zyn. Hy heeft aan den Officier meege
deeld, dat hy geheel uit vrgen wil In het
ziekenhuis verblgf houdt. Hy bleek kennis
te dragen van de praatjes welke worden
rondgestrooid en noemde ze belachelijk,
Mr. Fabius zeide ons nog dat hy het niet
op zyn weg gevonden had te liggen, om het
onderhoud dat hij met den Aartsbisschop had,
publiek te maken, doch dat hy er geen be
zwaar tegen had, dat wy toch kennis droe
gen van dit onderhoud, om het te bevesti
gen, waarby hy de hoop uitsprak, dat nu een
einde zal komen aan de praatjes, waarvan
niemendal aan is." (Avondpost.)
je Bwana Rimington slecht nieuws gebracht?
probeerde Honor in het Engelsch.
Er volgde een lange stilte. De vrouw
deed blijkbaar haar best om te begrypen wat
haar gevraagd werd. Toen kwam op vlakken
toon, als een uitroep van namelooze wan
hoop:
Ayweh!
Honor aarzelde. Zou ze zich verder be
moeien met de zaken van haar gastheer?
Maar haar nieuwsgierigheid liet zich niet
meer bedwingen.
Het slechte nieuws was over een kind,
dat Bwana Legrand had gestolen.
Ayweh; De kleine Bwana... myn levens
licht!
Deze woorden werden uitgesproken in het
Swahill en Honor begreep hun beteekenis
slechts ten halve. De vrouw liet zich plotse
ling gaan in een heftige uitbarsting van
smart, ze wiegde zich heen en weer, kreu
nend als een gewond dier. Honor raakte
haar schouder aan, zei een paar woorden
van troost en probeerde toen nog een vraag.
En de kleine Bwana... is hy Bwana
Rimington's zoon?
De vrouw gaf geen antwoord, ze zat zich
heen en weer t'e wiegen; alles om haar heen
vergeten, behalve haar eigen wanhopige
smart.
Honor voelde oneindig medelgden in zich
opkomen, maar ze wist niets om haar te
troosten en de gedachte kwam plotseling bij
haar op, dat alleen een moeder een dergelgke
smart kan voelen en niemand anders. Ze
trachtte die gedachte van zich af te zetten,
maar onwillekeurig kwam haar Rimington's
woede weer voor den geest en zijn harts-
tochteüjke woorden. Dt ar een kind. U
zult hier wel veilig zijn. In ieder geval
het is myn plicht!