mDiywi voor ©ms Raadsels s VAN KABOUTER FLIP EN ZIJN VRIENDJE WIP k,f!| KRANIGE JONGENS. Nieuwe Raadsels. T JUTTFRTJË ZATERDAG 25 JANUARI 1936 PAG 7 binnenland. papier hl®1 verbrandt, maar schroeit. Je kunt dan beel duidelijk in bruine letters lezen, wat er op geschreven staat. Ik be hoef 'jullie zeker wél niet te vertellen, dat je op moet passen, dat je je vingers niet brandt en dat het papier zelf ook niet gaat brandem Vader begreep het niet. Jan komt te laat uit school en vader vraagt boos: „Hoe kom je zo laat, Jan?" „Ik moest schoolblijven, vader". „Wat heb je hu weer uitgevoerd?" „Ik wist niet, waar de Alpen lagen." „Jö weet ook nooit wat te liggen. Ik snap niet, hoe ji) aan die slordigheid komt". Gouverneur-Generaal van Ned.-Indlë De Gouverneur-Generaal van Ned.-Indlë, Jhr. Mr. B. C. de Jonge, heeft ontslag gevraagd, zodat we binnenkort weer een nieuwen Gouverneur-Generaal krijgen. Jhr. Mr. B. C. de Jonge heeft dan 5 jaar dit ambt bekleed, een tgd, die gewoonlijk een Gouverneur-Generaal aanblijft De Wereldjamboree in 1937. Thans staat zo goed als vast, dat de Wereldjamboree (samenkomst van padvin ders uit alle delen der wereld) in Vogelen zang bi) Haarlem zal gehouden worden. Damwedstrjjd RalchenbachVos. Raichenbach behoudt zt|n titel wereld kampioen dammen, want hij heeft reeds meer dan 20 punten behaald. Wel worden de resterende partijen nog gespeeld en de achttiende partij werd Donderdagavond tc Den Helder gespeeld, toen de stand reeds 22—12 was. Deze achttiende partij eindigde in re mise, zodat de stand thans is 2313. Vos heeft tot nu nog geen enkele partij gewonnen. Of hem dit in de laatste twee partijen, die hij nog te spelen heeft, ge lukken zal? BUITENLAND. De strijd in Abessinië. In het zuidoosten van Abesslnië zijn de Italianen wel meer dan 100 km verder het land in gerukt. Ze hebben daar de Abes- sihtërs verslagen, die gevlucht zijn, met achterlating van wel ongeveer 5000 doden. Verschrikkelijk, hè?! I In 't noorden houden de AbessiniSrs nog goed stand, maar of dit nog i°"g zal duren?? De vlootconferentie In Londen is vorige week de vlootcon- ferentie (samenkomst) begonnen, waar aan regeringspersonen uit Amerika, Enge land, Frankrijk, Italië en Japan deelnemen. Het doel van die samenkomst is hoofd zakelijk, om te bepalen, hoe groot de oor logsvloot van elk land hogstens mag z(Jn. Jullie begrijpt, dat elk land graag ster ker wil zijn dan het andere en wanneer het ene land weer meer en grotere sche pen ging bouwen volgde het andere land met nog meer en nog grotere oorlogs schepen. Zoo joeg men elkaar onnodig op hoge en zéér hoge kosten. Men wilde nu trachten door deze conferentie daaraan een einde te maken. Veel hebben de grote heren op de con ferentie nog niét bereikt, want Japan, lat zijn zin niet kon krijgen, heeft de confe rentie reeds veriaten, zodat ook deze sa menkomst wel op niets zal uitlopen. Koning George V van Engeland overleden. In den nacht van Maandag op Dinsdag is op 70-jarige leeftijd overleden Koning Geörge V van Engeland. Koning George werd in 1910 opvolger van z(jn ader Ed- ward VH. Hij heeft dus ruim 25 jaar ge regeerd. Zijn zoon, Edward Albert, prins van Wales, wel bijgenaamd Prince Charmlng (bekoorlijke prins) omdat hij zo'n inne mend mens is, volgt hem als Koning Edward VIII op. Koning Geörge V wordt Dinsdag a.s. be graven. door Elsa van der Echt. De drie vrienden hadden die Woensdag middag niet veel zin om te spelen, zij wa ren onrustig, het was of er onweer in de lucht zat. Daarom besloten zij op het kerk plein wat te gaan knikkeren, dan behoef- den zij met zo te hollen en konden hun gemak houden. Maar ook het spel wilde niet vlotten, rnag zaten ze naast elkaar op de bank, schopten elkaar eens tegen de schenen, sc olden elkaar eens uit, vertelden elkaar een en ander en hingen tenslotte weer loom egen de leuning aan. Een voorbijganger, e het drietal daar had zien zitten, zou 2e ei niet geloofd hebben, dat deze drie nenden de grootste druktemakers van de school waren. Eindelijk zei piet: „J6, er komt onweer ten, kijk eens wat een lucht er aan komt. Ik ga naar huis, hier regen je door nat, aanstonds". „Ja, ga maar naar huis, suikerbeestje, en vergeet vooral niet thuis ook je paraplu op te zetten", plaagde Karei hem. Daar was Piet natuurlijk niet tegen op gewassen en zei: „Zeg, als je een stomp op je gezicht wilt hebben, dan zeg je het maar, hoor, je kunt herr krijgen". En het kostte Bert heus even moeite om de vrede tussen de vrienden te herstellen. Nauwelijks zaten ze weer hijgend op de bank of de eerste harde donderslag klonk boven hun hoofd. Dadelijk daarop een blik semstraal en de jongens keken verschrikt op. Het licht wat ergens Ingeslagen, dat stond op eens oj) alle drie vast. Wat moesten zij doen? Kalm afwachten? Neen, Piet, die toch een belhamel was, zag op eens de deur van de toren open staan. Jon gens, ik ga in de toren kijken", riep hij en verdween meteen. De vrienden hem na. Zij klommen naar boven totdat zij vanuit een der rondgangen een uitzicht over hun dorp hadden. En zij hadden goed gehoord. Daar aan de ranc. krinkelde een kleine rookwolk omhoog best mogelijk ,dat de boer en zijn familie op het land waren en dat zij niet wisten, dat de boerderij in brand stond. De jongens overlegden wat te doen. „De klok luiden", zei Karei. Zij renden naar be neden en met hun drieën trokken ze, to; eindelijk de klok zich in beweging zette en ging luiden. Het klonk onheilspellend en dadelijk kwamen er dorpelinger aanren nen. Toen de deur openvloog, schrok Plet zo, dat hij het touw losliet en onzacht op de grond terecht kwam, maar dat gaf niets. Hij sprong vlug weer op en de jongens ver telden, dat er bij boer Krelis brand was. Dadelijk werden alle pogingen Lr het weris gesteld, de brandweer rukte uit. Nu, net was juist op tjjd, dat zij met het blussen begonnen en dank zij het kranige optreden van de jongens werd het arme bezit van den boer nog voor het grootste gedeelte gered, terwijl er gelukkig ook geen dieren in de vlammen waren omgekomen. De burgemees ter zelf heeft de drie flinke jongens eenige dagen later de hand gedrukt. Nu na die dag hebben ze nog meer drukte op school, dan ze vroeger al hadden! Oplossing vorige week: 1. De haan heeft een kam en geen haar. 2. Een gat in een kous. 3. De spiegel. Goed oplossingen ontvangen van: Rutger B., Truus B., Fransje v. E., Rie W., Joop KI., Cornelis R., Henk Sch., Teetje B., Jannle de V., Rie de K., Loesje F., Reintje de V., Suwert R., Tineke W., Vergeet me niet, Jantje K., Zilverschoon. Ik heb een rug en kan niet liggen Ik heb twee vleugels en kan niet vliegen Ik heb een been en kan niet staan Ik kan wel lopen, maar niet gaan. Wie ben ik? II. Een jZeren paardje Met vlassen staartje Hoe meer springt het paardje Des te korter wordt zijn staartje. Wie ben ik? III. Waarom is de letter a gelijk aan 's mid dags 12 uur? grappa l^n reigenoten hadden schik in het wisseiitj6 drietal- dat een prettige af- 'uideiijj? °p de reia bood. Toen Peter hen had, haBimaalcte da" hij vreesel(jke dorst water y t*en 2Ü onmiddellijk een kruik weten (jV de da£ en Peter had nooit ge tater zo heerlijk kon smaken. 332 Zo reisde men verder. Overdag werd telkens een flink stuk afgelegd en 's nachts sliepen ze in de tenten, die werden mee gevoerd. Op zekere morgen zag Peter tot zijn grote verbazing tegenover zich een grote rivier aan welks oevers vele palmen groeiden. Aan de kant van het water ston den massa watervogels als ooievaars, ibis sen, reigers, enz. 333. Peter was een en al verbazing dat h(j dit niet eerder bemerkt had. Hij schreeuwde het uit van verrukking dat ze hun doel zo dicht genaderd waren. De lei der van de karavaan schudde echter glim lachend het hoofd en beduidde onzen klei nen vriend dat dit echter nog lang niet zoo was. m In"'- n;;,- bLI 'i ;r 'f. 334. Daar begreep Peter niets van. Hij zag het toch duidelijk voor zich. Doch tot zijn grote verbazing loste het tafereel zich voor hem steeds meer en meer op naarmate de zon hoger steeg en weldra was er van het prachtige schouwspel niets meer te zien. De leider trachtte hem daar op duidelijk te maken, dat, hetgeen hij gezien had op een verschijnsel berustte» dat in de woestijn dikwijls voorkwam.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 19