Buitenlandsch Overzicht.
I
Verkorte oorlogsberichten
uit Abessinië.
HET
GESTOLEN KIND
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
OVERHEMDEN 20 CENT
No 7704 EERSTE BLAD
ZATERDAG 25 JANUARI 1936
64ste JAARGANG
Het kabinet Laval gevallen, verontwaardiging in Frankrijk. -
Het geschil tusschen Uruguay en SowjetRusland voor den
Volkenbond. - Een poeslief1 Japan, dat men in de gaten moet
houden.
Japan, de vos
die de passie
preekt.
De vlootconferentie
3 maal per dag Den Helder-
De regeetingscrists in
Frankrijk opgelost
De radicale senator Sarraut aanvaardt
de kabinetsformatie in beginsel.
WASSCHERIJS. KNOMn.V.
Een belangrijke verklaring
van Huil.
FEUILLETON
EEN VERHAAL UIT AFRIKA
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wleringen en Texel 1.65; binnenland 2.—,
Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overige
landen f 3.20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct.
Zondagsblad resp. 0.50, f 0.70, 0.70, 1.—. Modeblad resp. 1.20. 1.50, 1.50, 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 73 Telefoon: 50 en 412
Post-Glrorekening No. 16066.
ADVERTENTIËNt
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) b# vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct; b# niet-contante betaling 15 ct per regel,
minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct
per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
Het is niet onver
wachts gekomen, de vai
van het kabinet Laval.
Reeds eenige dagen
werd h(j verwacht en
ook omtrent de motieven tast men niet in het
duister. De volle verantwoordelijkheid van
deze crisis dragen de radicalen. De pers is
over het geheel genomen weinig gesticht
over het optreden van Herriot en de zijnen.
De Temps schrijft; Een kabinet, dat in de
Kamer over een aanmerkelijke meerderheid
beschikte, is feitelijk omvergeworpen op aan
stichting van een politiek comité. Laval ls
gevallen, zooals voor hem Poincaré en
Doumergue gevallen zijn.
De socialistisch-radicale partij heeft koel
bloedig het bestand, waaronder het haar
naam geschreven had, verbroken en koelbloe
dig een einde gemaakt aan een regeering van
republikeinsche eendracht om drie maanden
vóór de algemeene verkiezingen een strijd-
regiem in te voeren, zonder daarbij in het
'minst rekening te houden met de buitenland-
sche en binnenlandsche moeilijkheden van
het oogenblik of met het werkelijke verlan
gen van het Fransche vólk.
De Temps zet verder in haar artikel uit
een, dat de socialististen de eigenlijke over
winnaars bij den val van het kabinet-Lava!
zijn geweest. De radicalen zijn in de macht
van Léon Blum gekomen, die de ware over
winnaar en in werkelijkheid de meester van
den toestand is. Blum beheerscht in alle op
zichten de radicalen en heeft over hen te ge
zeggen.
De Temps meent dat er nu twee dingen
kunnen gebeuren: Of de radicalen, verschrikt
door wat zij gedurfd hebben, zullen trachten
een voorloopige oplossing te vinden zonder
de door de Marxisten geëischte „waarbor
gen" te geven, door zoo noodig de verkiezin
gen te bespoe ligen. Léon Blum zal dan een
zoo schoone gelegenheid niet laten voorbij
gaan om eea houding van verontwaardigde
oppositie aan te nemen, die uiterst gunstig
zal zijn voor de vorkenningsbelangeü van de
uiterste linkerzijde. De andere oplossing zou
zijn, dat deze zelfde radicalen vierkant de
politiek van Léon Blum zouden volgen, die
aldus in deze heele kwestie niet slechts de
officieuze, maar de officieele overwinnaar
zou worden. Een derde hypothese is er ook
nog, zegt de Temps. zij zou hierin bestaan,
dat de radicale leiders zich uit verkiezings
voorzichtigheid onttrokken aan de verant
woordelijkheid van de regeering. Maar, zegt
het blad, wij zullen hun niet de beleediging
aandoen hierbij stil te staan.
Het geschil tusschen
Uruguay en Sowjet-
Rusland, omtrent com
munistische agitatie in
Uruguay, is Donderdag
behandeld voor den Raad
van den Volkenbond. Uruguay heeft daar
een pover figuur geslagen, omdat het slecht
heeft geargumenteerd en door Lltwinof een
moreele nederlaag heeft geleden.
Litwinof betoogde in een uitvoerige rede, dat
Uruguay artikel twaalf van het Volkenbonds
verdrag heeft geschonden door het afbreken
der diplomatieke betrekkingen zonder de
klachten, die Uruguay ten aanzien van de
Sowjet-regeering had vooraf aan het oordeel
van den Volkenbondsraad voor te leggen of
aan ecu arbitrale beslissing te onderwerpen,
zooals artikel twaalf van het Volkenbonds
verdrag eisclit ten aanzien van geschillen die
tot een breuk kunnen leiden. Litwinof ver
klaarde dat deze schending van het artikel
twaalf van het Volkenbondsverdrag op het
oogenblik het eenige punt ls dat de Sowjet-
regeering bij den Volkenbondsraad heeft aan
hangig gemaakt Hy wilde echter bovendien
wel verklaren, dat alle aanklachten van de
regeering van Uruguay alsof de Sowjetregee-
ring revoluties in Zuid-Amerika door tus-
schenkomst van haar gezant te Montevideo
zou aankweeken, volkomen ongegrond zijn.
De vertegenwoordiger van Uruguay, Guanl,
antwoordde ln een niet minder uitvoerige rede,
waarin hy verklaarde dat Uruguary tot het
afbreken van de diplomatieke betrekkingen is
moeten overgaan, daar de gezant van de
Sowjet-regeering te Montevideo een bron van
onruststoker# voor geheel Zuid-Amerika was.
Het was uit een gevoel van solidariteit met
de andere Zuid-Amerikaansche staten, die
onder de aanwezigheid van den Sowjet-gedele-
geerde in Uruguay te lijden hadden, dat de
regeering van Uruguay tot het afbreken der
diplomatieke betrekkingen heeft besloten. Het
debat over het geschil werd Donderdagmiddag
voorgezet met de repliek van Litwinof aan
Guani.
De raadsvoorzitter Bruce gaf hierna in over
weging de discussies niet langer voort te zet
ten, doch de raadscommissie van drie leden
te benoemen voor de verdere regeling van het
geschil. Hij stelde voor deze raadscommissie
te doen bestaan uit Titulescu als voorzitter,
en voorts de Madariaga en Munch.
Intusschen trachtten de Zuid-Amerikaan
sche raadsleden Guani nog voor een nederlaag
te behoeden. De Argentijnsche gedelegeerde
Guinazu hield een lang betoog ter verdediging
van Guani's standpunt, dat de Volkenbond on
bevoegd is. Guinazu achtte het dus onge-
wenscht een raadscommissie van drie te be
noemen.
De gedelegeerde van Chili verklaarde even
eens een voorbehoud over de raadsbevoegd-
heid te moeten maken.
De raadsvoorzitter Bruce Het zich echter
door deze houding van Argentinië en Chili niet
van zijn voorstel ter benoeming van een raads
commissie afbrengen. Daar de Zuid-Ameri
kaansche leden niet uitdrukkelijk stemming
aanvroegen, verklaarde Bruce zijn voorstel
voor aangenomen.
De commissie zal ln de eerste plaats moeten
trachten om een verzoening tusschen Sowjet-
Rusland en Uruguay tot stand te brengen.
Japan moet men in
de gaten houden als het
vredelievende redevoerin
gen gaat houden, 't Is
trowens niet alleen
Japan, dat b# agres
sieve doeleinden, lief praat, we kunnen dich
ter bij huis blijven om te hooren hoe voor de
beschaving van een natie bommen en grana
ten noodig zijn. Doch terzake, dezer dagen
heeft de Japansche minister van buitenland-
sche zaken. Hirota een redevoering gehou
den, waarvan de ,,N_ Rott. Crt." zegt, dat zij
deze met groot, zij het ook platonisch, ge
noegen gelezen heeft.
Het is goed te vernemen, zegt het blad,
dat er nog landen zijn, die hun vreedzamen
kijk op de zaken van de wereld nog niet heb
ben verloren, die allerwege oude vriendschap
pen wenschen voort te zetten of nieuwe te
sluiten en niet aangetast blijken door de on
rust van dezen tijd. De woorden van den
Japanschen minister zouden ons echter nog
meer hebben verheugd als de ervaring niet
bij ons een zeker wantrouwen had doen wor
tel schieten tegen redevoeringen, waarin de
staatslieden van bepaalde, door hun optre
den en toebereidselen niet altijd geniststel
ling wekkende landen, een opmerkelijke vre
delievendheid aan den dag leggen. De figuur
van den vos, die de passie preekt, is ons
helaas al te bekend geworden.
Hirota sprak als een optimist. „Gelukkig",
zoo zeide hij, „is de wereld, zij het ook ge
leidelijk, er toe gekomen, Japan's oprechte
verlangen om tij te dragon tot -de stichting
van vrede in de wereld te erkennen en in het
byzonder de oprechtheid van onze pogingen
tot stabilisatie van Oost-Azië."
Inderdaad! De menschheid zou ook wel
heel hardleersch moeten zijn als zij de
zachtmoedigheid van Japan nu nog niet
besefte na het gebeurde in Mantsjoerije,
te Sjanghai, in Noord-China, in Mongo
lië, na Japans vertrek uit den Volken
bond en van de VlootconferentJe. Maar
gelulckig is er nog gevoel voor ware
vredelievendheid in de wereld.
Hirota had voor ieder een welwillend ver
manend woord. Als men maar naar hem
luistert zullen Amerika, Engeland, China en
Rusland, niets meer te vreezen hebben.
Er waren echter anderen voor w.e hij geen
geruststellende woorden oyer had, die hy niet
met name noemde, maar in wier richting hij
toch duidelijk genoeg wees. Hij sprak toen
van de veilige beschikking van Japan over
bronnen van grondstoffen, en over markten
voor zijn producten.
Hij klaagde ook over beperkende maatrege
len in zekere landen.
Hirota's rede was een verkiezingsrede daar
de regeering, die gevaar liep op grond van de
oeconomische en financieele moeilijkheden
door de militaristische en imperialistische
politiek teweeggebracht, last kan krijgen met
het parlement, dit parlement heeft ontbon
den. Zijn rede was in opze oogen niet duide
lijk genoeg als programrede. Zij ha-3 ook door
den felsten generaal of admiraal in dezelfde
bewoordingen gehouden kunnen worden.
Greiser, de president van den Dantziger
Senaat deed het gisteren in den Raad van
den Volkenbond niet beter.
De toelichting van DultechJand tot
de conferentie.
Het A.N P. meldt uit Londen, dat de Fran
sche delegatie ter vlootconferentie zich heftig
verzet tegen de toelating van Duitschland en
andere mogendheden tot de conferentie.
Zij zou op het standpunt staan, dat een
dergelijke toelating een schending van het
verdrag van Versailles zou beteekenen.
Een uitlating van Japans vlootvoogd.
De Japansche vlootcommandant heeft in een
redevoering voor driehonderd indus: riëelen in
Osaka uiteengezet, dat de actieradius van de
Japansche vloot moet worden aangepast aan
de Japansche oeconomische expansie.
De tot dusverre bestaande actieradius wordt
Wieringermeer - Medemblik - Hoorn -
Amsterdam.
Verbinding met geheel West-Friesland.
begrensd door de lijn Mantsjoekwo-Sachalln-
Formosa. De actieradius van de vloot zal
moeten worden Ingesteld op de bescherming
van den Japanschen handel.
Albert Sarraut op het Elysee.
Na Delbos is de oud-minister-president Al-
bert Sarraut ontvangen,
Sarraut formateur.
De radicale Senator Saurraut heeft de op
dracht om een kabinet te vormen ln beginsel
aanvaard. Hij is onmiddellijk begonnen met
zijn besprekingen met de partyleiders.
Nader meldt Reuter uit Parijs:
Sarraut heeft in beginsel aangenomen een
nieuw kabinet te vormen, doch h# behield
zich voor een definitief antwoord te geven na
de besprekingen, welke hij denkt te voeren.
Hij zeide: „Ik ben niet zeer geneigd deze
functie te aanvaarden en ik heb president Le
brun mannen aangewezen, die boter dan ik in
staat zijn deze taak te volbrengen."
Reuter meldt uit Parijs, dat Sarraut een
kabinet heeft gevormd, dat behoudens wijzi
gingen, die nog op het laatste oogenblik zou
den kunnen worden aangebracht, als volgt
zal zijn samenegsteld:
Minister-president en minister van binnen
landsche zal:en: Sarraut (soe.-rad.); minister
van staat: Yvon Delbos (soc.-rad.; justitie:
Fourcade; buitenlandsche zaken: Flandin
(Dem. Verbond); financiën: Regnier (so.-
rad.); oorlog: Paul Boncour (soc.); marine:
Pietri (rad. linkerzijde); handel: George Bon
net (soc. rad.); p.t.t.: Mandel (onafh.)open
bare werken: Camille Chautcmps (rad.);
luchtvaart; Laurent Eynac (rad. linkerzyde);
nat opvoeding: Gucrnut (soc. rad.); land
bouw: Chappedelaine; koloniën: Varenne
(soc.); arbeid: Frcssard (soc.); pensioenen:
Réné Bssse; koopvaardij: Stern (zonder
partij); volksgezondheid: Maze; onder-staats
secretaris v. h. minister-presidentschap Jean
Zay (soc. rad.); onder-staatssecretaris van
binnenlandsche zaken: Jacquinot.
Het kabinet gevormd.
Reuter meldt uil Parijs:
Gisterenmiddag om vijf minuten over
half drie was het ministerie-Sarraut offi
cieel gevormd.
Reuter meldt nader uit Parijs:
In de samenstelling van het kabinet is een
belangrijke wijziging gekomen:
Paul Boncour wordt minister van staat;
generaal George wordt belast met de porte
feuille van oorlog. (Generaal George is de
generaal, die by den moord op den koning
van Zuid-Slavië te Marseiile ernstig gewond
werd). Daar Jacquinot bedankt heeft, zou
André Beauguitte onder-staatssecretaris van
binnenlandsche zaken worden. Jacquinot heeft
vanaf 20 JANUARI
(keurig opgemaakt).
Telefoon 473.
medegedeeld, dat z#n part#, het republikein
sche centrum, hem niet heeft gemachtigd, tot
de regeering toe te treden.
De nieuwe regeering en de socia
listische unie.
Alexandre Varenne, afgevaardigde voor
Puy de Dórne, heeft, naar Reuter uit Parjja
meldt, bekend gemaakt, dat de Kamergroep
der zg. socialistische unie goedgevonden heeft,
dat haar leden aan het kabinet-Sarraut deel
nemen.
Afvloeiing van goud.
Reuter meldt uit Parijs:
Naar aanleiding van de ministercrisis heb
ben wederom speculaties op de valutamarkt
plaats. Volgens de Matin is van 10 tot 21
dezer meer dan frs. 600 millioen aan goud uit
de kelders van de Bank van Frankrijk naar
het buitenland afgevloeid.
HET RAPPORT rAN DE COMMISSIE VAN
DERTIEN IN DEN VOLKENBONDSRAAD
De Volkenbondsraad heeft het Donderdag
reeds medegedeelde rapport van de raads.
comm>ssie van dertien over den Italiaansch-
Abessynschen oorlog aangeDomeD. Er was
geenerlei discussie hierover. Alleen verklaarde
Aloist, dat h# Diet in een beoordeeling van
dit rapport wilde treden en zich van stemming
zou onthouden.
De vertegenwoordiger van Abessinië gaf
stizwijgend zijn toestemming aan het rapport.
De Veroenigdo Staten zullen zich
bij hun politiek ten opzichte van den
oorlog niet oriënteeren naar andere
mogendheden.
Reuter meldt uit Washington;
Met betrekking tot de besluiten van Genève
heeft staatssecretaris Huil verklaard, dat de
Amerikaansche regeering ten opzichte van
den oorlog van Italië tegen Abessinië een
eigen onafhankelijke politiek blijft voeren en
niet voornemens is deze politiek naar andere
mogendheden te oriënteeren of in te gaan op
vragen betreffende hulp b# het tegengaan vaD
petroleumtransporien naar Italië. De normale
petroleumuitvoer van Amerika naar Italië is
bovendien zeer gering en bedraagt ten hoogste
tien percent van den Italiaanschen olie-import.
Voor de toekomst kan de regeering zich niet
vastleggen: haar besluiten hangen zoowel van
de besluiten van het Congres als van de ver
dere ontwikkeling van het conflict af.
Huil hoopt, dat het Congres niet, zooals
vele kringen van het Congres dit wenschen,
de bestaande neutrallteitswetgeving ongewij
zigd zal aannemen, maar in overeenstemming
met het wetsontwerp van de regeering vol
macht zal geven den uitvoer van voor den
oorlog belangryke grondstoffen te beperken
tot de normale gemiddelde hoogte ln tjjd van
vrede. Zoolang het lot van dit wetsontwerp
niet vaststaat. z#n de handen van de regee
ring gebonden en iedere uitlating, die ook
slechts een indirecte samenwerking met den
Volkenbjnd aanduidt, zou een vers.erkte op
positie van de senatoren ten gevolge hebben,
die voor een strikte isolatie van Amerika z#n,
benevens van de politici die den druk van
groepen kiezers volgen en een petroleum-
embargo tegen Italiëzouden willen verhinderen.
nieiutte HONI G'SKALFS'SO E P
Volgons het Italiaansche legcrtoericht
vras men in het Italiaansche hoofdkwar
tier op de hoogte gebracht van de plan-
en van ras Kassa om oen aanval te ont
ketenen in Zuid-Tembien. Men besloot
hierop den vjjand in den aanval voor to
E#n. De actie, die de Abessiniërs verraste,
gaf aanleiding tot verwoede gevechten,
die volgens de Italianen volkomen in hun
voordeel z#n geëindigd.
Generaal Grazianl heeft te Neghelll de
afschaffing van de slavernij in de Gatla-
provlncle Borana afgekondigd.
Aan de verovering van NeghelU ztya
141 Italiaansche bombardement»- en 49
verkenningsvluchten voorafgegaan.
De Abesslni ërs spreken de verovering
van Neghelll uitdrukkelijk tegen.
De Abessiniërs deelen mede, dat drie
dagen geleden b# Dagamodo een Ita-
Uaansch vliegtuig met twee Italianen en
drie Inlanders ls verongelukt. De Inzit
tenden zouden gevangen z#n genomen.
In het Noorden zoowel als in bet Zui
den wordt de militaire actie belemmerd
door hevige regens.
Het is waarschijnlijk, dat zoowel het
Italiaansche als het Abessljnsche offen
sief In het Noorden op niets ls uitgeloo-
pen.
De voorzitter van de commissie van
achttien, de Vasconcellos, heeft de des
kundigencommissie van toezicht op de
naleving van de tegen Italië getroffen
sanctiemaatregelen op den 29sten Januari
bijeengeroepen.
Tevens heeft bjj de deskundigencom
missie, die een onderzoek zal hebben in
te stellen naar de doeltreffendheid van
een potroleum-embargo tegen Italië, op
den 3den Februari bijeengeroepen.
De Italiaansche regeering heeft een
memorandum doen overhandigen aan de
regeeringen van de mogendheden, die
sancties toepassen, waarin z# protesteert
tegen de interpretatie van paragraaf 3
van artikel 16 van het Covenanf, die de
Britsche regeering heeft aangegeven ais
basis voor de militaire ententes tusschen
de Britsche regeering en de mogendheden
aan de Middellandsche Zee.
De kabinetscrisis in Frankrijk.
Volgens de berichten uit Parijs is Sarraut
er in geslaagd een kabinet te vormen, al
ls het wel mogelijk, dat In de bezetting
van enkele posten nog wijziging wordt
gebracht.
Flandin zou minister van buitenland
sche zaken worden.
NIEUWE BRITSCHE KRUISER VAN
STAPEL GELOOPEN.
De negenduizend ton metende kruiser
„Newcastle" is gister van stapel geloopen.
Dit is het eerste schip van een serie van acht
eenheden van het type-„Southampton". D»
„Newcastle" moet in Januari 1937 afgeleverd
worden.
24)
Fatuma zat ineengedoken, maar haar hoofd
was opgeheven, haar oogen tuurden voor zich
Uit en er lag een uitdrukking van doodelyken
schrik op het gezicht. De vrouw praatte door,
zachte onsamenhangende woorden die Honor
niet begreep; toen klonk weer boven het trom
geroffel uit de angstige kreet, die ze al eer
der ghoord had. Fauima hoorde het ook en
het was of het geluid een magischen invloed
°P haar had.
De kleine Bwana...
Ze duwde Honoris hand weg en vloog naar
de tentopening. Honor liep haar na. Ze greep
haar vast en trachtte de vrouw duidelijk te
maken, dat ze wachten moest, terwijl ze naar
de mannen bij het vuur wees, die ook opge
sprongen waren en ingespannen naar het
bosch tuurden.
Maar Fatuma glipte onhoorbaar de tent uit
en sloop in de tegenovergestelde richting van
die waarin de zwartjes met zoo'n ingespan
nen verwachting tuurden.
Honor durfde haar ln den opgewonden toe-
eland, waarin ze verkeerde, niet alleen laten
en Legrand's waarschuwing vergetend, volg
de ze Fatuma impulsief.
Het leek wel alsof de zwarte vrouw in de
usternis kon zien. Onhoorbaar sloop ze om
et kamp heen met Honor achter zich, tot
veilig en wel iu do schaduwen aan den
eren kant verscholen waren... de plek waar
Legrand en Mannering het woud ingegaan.
Nog eens hoorden ze dien flauwen, klage-
lijken kreet. Het trommelgeroffel werd steeds
wilder. Fatuma greep haar b# den arm en
sleepte haar met zoo'n vaart mee, dat het
meisje haar ternauwernood by kon houden.
Een andere klank voegde zich nu bij het hel-
sche geroffel, het geluia had een woest ge
zang en ze holde dwars door het lange gras
in de richting van dat geluid. Honor struikel
de en wondde haar handen aan de doornige
struiken, waaraan ze zich trachtte op te hou
den. Fatuma wachtte niet op haar en toen
Honor opgestaan was, zag ze de gestalte van
haar gezellin als een vluchtende schaduw op
vry grooten afstand voor zich.
Wacht even, Fatuma, riep het meisje
hijgend.
Maur Fatuma hoorde haar niet, was haar
waarschijnlijk volkomen vergeten. Zo rende
maar door en Honor trachtte wanhopig haar
te volgen. Een rotsige heuvel rees plotseling
uit de duisternis op. Ze zag da kantige con
touren scherp afgeteekend tegen een rossi-
gen gloed, die den hemel verlichtte en die,
naar ITonor dacht, het iicht van de opgaande
maan moest zijn.
Terwijl ze de helling begon op te klimmen,
zag ze plotseling Fatuma's gestalte op mis
schien driehonderd meter afstand als een
zwart silhouet tegen het roode schijnsel. Ze
scheen een oogenblik stil te staan en keek
blykbaar naar iets, da de helling van den
heuvel voor het meisje verborgen hield. Het
woe3te gezang scheen nu heel d'chtbij. De
trommels rolden even roffelend na, toen
k—am één korte, dreunende, oorverdoovende
slag. Een diepe stilte volgde, toen zag Honor,
terwijl ze nog h#gend tegen den heuvel op-
zwoegde, hoe de zwarte gestalte voor haar
plotseling de handen omhoog wierp ln een
wild, wanhopig gebaar en over den heuveltop
verdween. De stilte duurde voort, vreemd en
dreigend na het helsche lawaai van een
oogenblik geleden. Toen klonk de scherpe
knal van een geweer, nog een en nog een,
verward geroep van stemmen, een wild ge
huil van Inboorlingen, zooals ze henog nooit
eerder gehoord had. Ze was geslagen met
doodelijke ontzetting.
HOOFDSTUK XHI.
De sterren stonden nog aan den hemel en
de aarde was vochtig en kil, toen Alcc
Rimington een open plek in het woud bereikte,
waar het gras minder hoog was en de boomen
uit elkaar groeiden. Hij had bijna den geheelen
nacht doorgemarcheerd, met een korte rust
voor de dragers. Negen uur waren voorbijge
gaan sinds h# Fatuma's bericht ontvangen
had en de tocht door het donkere woud was
buitengewoon zwaar geweest. De mannen, die
h# in de schaduw van de boomen had achterge
laten, waren totaal uitgeput en ook hijzelf
was doodop van vermoeidheid, maar zyn
krachtige wil dreef hem voort en h# mar
cheerde stevig door, zijn geweer onder zijn
arm geklemd, terwijl zijn oogen het mistige
landschap voor hem afzochten.
De sterren begonnen te verbleeken, de
morgenwind deed de dauw in groote druppels
van de boomen vallen, in het Oosten begon
een roode gloed te gloren, toen h# eindelijk
recht voor zich uit datgene ontdekte, dat hij
zoolang gezocht had: een groepje met riet
bedekte hutten, die zich scherp afteekenden
tegen den horizon. Hij bleef een oogenblik
staan. Ceen wolkje rook was er te zien, geen
geluid hoorde h#. De bewoners waren blyk
baar nog niet wakker, maar h# wist dat de
zon op het punt was op te gaan en het maar
een paar minuten zou duren of het dorp zou
ontwaalct zijn!
H# haastte zich voort en vond toen een
smal pad, dat hij volgde, en toen hij op niet
meer dan twintig meter afstand was, wierpen
de eerste lichtstralen plotseling een breed
licht op het kleine dorp; een hond sprong te
voorschijn en begon woedend te blaffen en op
hetzelfde oogenblik kwam een krachtig ge
bouwde inboorling naar buiten, bijna geheel
naakt en met een groot getatoueerd kruis op
zijn borst. Hij zag Rimington niet dadelijk,
maar toen hij den blanke in het oog kreeg,
was h# misschien de meest verbaasde neger
van heel Afrika. Hij stak zijn beide armen
verschrikt omhoog en zou haastig zfln hut
weer binnengegaan zijn als niet Rimington
snel zijn geweer opgeheven had en in het
inlandsch een kort bevel gegeven had.
Sta stil!
De man bleef stokstijf staan, terwijl zijn
oogen angstig heen en weer rolden. Riming
ton liep op hem toe en vroeg scherp:
Waar woont Mom bwana?
De neger wees naar een hut, die een beetje
apart stond van de andere eu Rimington
knikte.
Breng me naar hem toe. Loop voor me
uit en denk er aan dat er een geweer vlak
achter je is.
De man ging inet een angstig gezicht
vooruit Rimington volgde hem en na een
paar minuten stond hij voor de kegelvormige
hut De man wees den ingang, maar Riming
ton schudde het hoofd.
Breng hem hier en gauw! Zeg hem dat
een blanke Bwana hem spreken wil!
Een uitdrukking van vrees kwam
l#ke neger met een allesbehalve innemend ge
zicht naar buiten, knorrend als een wild zw#n
en met een lange speer ln de hand.
Toen h# Rimington zag brulde hij iets dat
het heele dorp deed ontwaken. Uit alle hutten
kwamen haastig inboorlingen naar bulten
loopen, sommige met lansen en andere met
primitieve, roestige geweren. De meesten
bleven doodstil van verbazing, toen ze den
blanke ln het oog kregen, die daar rustig
stond te wachten ln het licht van de eerste
zonnestralen. Hun operhoofd riep hun
woedend Iets toe en lichtte de speer op. In
hetzelfde oogenblik had Rimington, beseffend
dat dat het eenigste was wat hij doen kon,
zijn geweer aangelegd en gevuurd. De neger
uitte een woedende Jammerkreet, zijn hand
liet de speer .los en viel slap langs zijn l#f.
Een wild gehuil steeg op en de inboorlingen
stormden woedend op Rimington toe, die
echter volkomen kalm bleef. Hij liet een korte
waarschuwing hooren, laadde zijn geweer op
nieuw en vroeg bevelen, met den loop van
het geweer op het opperhoofd gericht:
Waar is het kind dat uit het dorp ge
stolen is?
Bij die woorden ging een onderdrukt ge
mompel op, maar niemand gaf antwoord. Hij
wachtte een oogenblik en maakte even een
veelzeggend teeken met zijn wapen. Dit deed
het dikke opperhoofd haastig antwoorden:
Het is niet hier, Ewana!
Ik vroeg waar het was. Geet antwoord!
We hebben he' kind naar Rahutu ge
bracht, zooals het hevel luidde.
Zoo! Het woorl viel als ten pistoolschot
In de doodeiyke stilte en Rimington's oogen
begonnen onheilspellend te flikkeren.
En wie gaf het bevel het kind uit Mar-
du te stelen?
Wéér kwam er geen antwoord, maar de
Inboorlingen bewogen zich onrustig; het op
perhoofd keek om zich heen alsof hij ver
wacht had dat iemand anders het verlangde
antwoord zou geven. Maar niemand scheen
erg begeerig die taak van hem over te ne
men en na een korte stilte nam Rimington
weer het woord.
Was het de blanke toovenaar, die bevel
gaf het kind te stelen en naar Rahutu over
te brengen? Geef mij antwoord!
Een uitdrukking van angstige vrees kwam
op het dikke gezicht De breede lippen begon
nen te trillen, de neger schuifelde met z#a
voeten, ging eerst op z#n eene been staan en
toen op het andere, blijkbaar bang te ant
woorden. Toen kwam er plotseling een ver
heugde blik op z#n zwart gezicht z#n oogen
zwierven langg z#n onderhoorigen en bleven
op een man rusten.
Was het de blanke toovenaar, die bevel
gaf het blanke kind te stelen, Mombala?
De aangesprokene begon te sidderen, ea
toen, ziende dat hij geen keus had. antwoord
de hij met toonlooze stem:
Hot was de blanke toovenaar!
Bij die woorden steeg een angstig gemom
pel op uit de groep negers en zelfs de hoofd
man, die zich op die manier uit de moeilijk
heid om zelf te antwoorden, gered ha<L
maakte gebaren van doodelijke ontzetting.
Rimington begreep, dat hij waarschijnlijk
niet veel van hen te hooren zou krijgen, maar
h# deed nog één vraag:
En wat zal er met die kleine Bwana
gebeuren
Bij die vraag scheen de vrees van de dor
pelingen sterker te worden dan hun ontzag
voor Rimington's geweer. Het dikke opper
hoofd keek wanhopig om zich heen en twee
of drie van zijn volgelingen glipten weg naar
hun hutten.
Geef antwoord. Mombwana! Wat zal er
met de kleine Bwana gebeuren? herhaalde
Rimington.
Er kwam een blik als van een opgejaagd
dier op het dikke gezicht van het opperhoofd.
Zijn uitpuilende oogen vlogen weer langs ziju
onderdanen, om iemand anders te vinden het
antwoord te geven.
(Wordt vervolgd.)