Buitenlandsch OvsrzicHt.
De oorlog in Abessinië.
fMï*Wac&!
HET
GESTOLEN KIND
Verkorte oorlogsberichten
uit Abessinië.
RADION
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
DONDERDAG 30 JANUARI 1936
64ste JAARGANG
De kabinetscrisis in Egypte.
Na 's Konings dood.
Een dankbetuiging van
Koningin Mary.
China en Japan.
FEUILLETON
De vioolconferentie.
Onrust te Addis Abeba over
de Italiaansche vorderingen
in het Zuiden.
Bezorgdheid in Italië
wegens groote verliezen.
Nog altijd de overwinning
in het Zuiden.
3 maal per dag Den Helder-1
KOP EN SCHOTEL
ONTBIJTBORD
BOVENDIEN BEHOUDEN DE
GESCHENKENBONS HUN WAARDE
COURANT
M!tónden bö V00rUltbet-: Heldersche Courant j 1.60; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wleringen en Texel 1.65; binnenland 2.-,
Nederl. Oost- en West-tadië per zeepost 2.10, Idem per mail en overige
3.20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 et Weekabonnementen 12 ct
gsblad reap. 0.60, 0.70, 0.70, 1_. Modeblad resp. 1.20, 1.60, 1.50, 1.70.
Verschynt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Glrorebenlng No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) by vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct.; by niet-contante betaling 15 ct. per regel,
minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct.
per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
Een stilstand in den strijd tusschen ltal
op verhaal te komen. De Volkenbond
ie en Abessinie om wat
en de Dantzigsche kwestie.
De strijd in
Oost'Afrika
Er is een kleine pauze
in den strijd tusschen
Italië en Abessinië, die
de laatste weken wel
zeer hevig geweest is en
eenige duizenden slachtoffers heeft geëischt.
Hoe de situatie op het oogenbllk precies is
is moeilijk aan te geven. De berichten van
het Oostelijk front zijn vaak te tegenstrijdig,
zoodat men niet precies kan zeggen welke
vorderingen of tegenslagen de legers hebben
gehad, natuurlijk is het een feit dat de Abes-
sijnen in de laatste gevechten groote neder
lagen hebben geleden en belangrijk terugge
dreven zijn.
Over „Den toestand aan de fronten" gaf de
overzichtschrijver van de Nw. Rott. Crt.
gisterenmorgen een beschouwing, waaraan
wi) het volgende ontleenen:
Nu de Abessijnen in het Noorden met hun
massale actie weinig of geen resultaat gehad
hebben, blijken zij van de gedwongen rust van
de Italianen gebruik te maken, door opnieuw
een hevige guerrila te gaan voeren. De Itali-
aansche mededeelingen over den strijd in
Tembien, maakten duidelijk dat de Italiaan-
sclie linies in Tembien nog allerminst gesloten
zijn. Zij deden hun aanval op twee verschil
lende punten in het hoogland, maar het hoog
land achter hen was niet geheel in Italiaan
sche handen. Hiermede is dus wat Tembien
betreft de toestand weer net zoo, als hij twee
maanden geleden was.
Er bestaat een voortdurend gevaar voor
Abessjjnsche infiltraties en dit gevaar is zelfs
grooter dan het toen was, doordat de Abes
sijnen veel Noorderljjker stellingen hebben en
naar Reuter weet te melden thans op de
transporten naar Hausien aanvallen hebben
gedaan. Dit is mogelijk ook een verklaring
Van de Italiaansche mededeeling uit Asmara,
dat de Italianen denken nog wel eenigen tijd
rust te zullen houden in het Noorden. Hier
mede is de mogelijkheid van belangrijke ver
schuivingen aan het Noordelijk front voor-
loopig weer gering.
De Italianen zullen opnieuw moeten gaan
zuiveren en de Abessijnen zullen blijven zor
gen dat er te zuiveren valt. Deze berichten
zijn in zekeren zin een bevestiging van de
meening, dat de strijd van de vorige week
geen van de beide partijen iets heeft opge
leverd. Alleen moet opgemerkt worden dat de
Abessijnen misschien tot het inzicht gekomen
zijn, dat zij met een massale actie niets kun
nen uitrichten, met welk inzicht een aanval
op Makallé den eersten tijd ook wel van de
baan zal zijn.
In het Zuiden blijft de toestand spannend.
Volgens berichten uit Addis Abeba kunnen
de Abessiniërs den linkervleugel van generaal
Grazianl, die langs de Dawa Parma opereert
en die het Westelijke gedeelte van het gebied
der drie rivieren moet bezetten in zooverre
tegenhouden, dat deze troepen het tempo van
de andere afdeelingen niet bij kunnen houden.
Dit kan een gevaar zijn. Of het het inderdaad
is, zal uit een eventueel afwachten van de
Italiaansche troepen, die van Neghelli uit
c voeren tot de linkervleugel weer bij is,
De Dantzigsche kwes
tie, die in de laatste
raadszitting van de Vol
kenbond is behandeld,
geeft de overzichtschrij-
ver van de Nw. Rott.
Crt. aanleiding tot een nabeschouwinkje. Wij
hebben in ons vorig overzicht er reeds op
gewezen dat deze geschiedenis voor den ver
tegenwoordiger van Dantzig op een neder
laag is uitgeloopen.
Die Dantzigsche kwestie was een gekke
kwestie zegt het blad. Dantzig is tot vrije
stad gemaakt terwille van Polen.
Terwille van Polen heeft men te Genève
aan het statuut vastgehouden. Hitier heeft de
Dantzigsche kwestie losgelaten, om de ver
zoening met Polen. De overtreding van het
statuut betrof nu niet de rechten van Polen,
maar de ,door het statuut gewaarborgde
rechten op vrijheid enz. van de burgers van
Dantzig. De Polen zullen zich van de vrijheid
van persoon en geweten der Duitsche Dant-
Jjgers waarlijk niet veel aantrekken. Gaarne
ware Beek, die aan wat felle dictatuur geen
aamitoot neemt, hierin Berlijn terwille ge-
werat. Maar nu werd hij door Eden gedwon
gen, op te treden als waker voor het statuut,
zooals hij dat vroeger steeds uit eigen belang
was geweest. En hij heeft zich er niet aan
durven onttrekken. Hij moest meedoen. Men
kan over de stichting van de Vrije Stad den
ken zooals men wil, nu kon men er toch ver
maak in scheppen, de Polen voor het statuut
te zien opkomen. Dezen keer ging het voor
een onbestrijdbaar goede zaak, maar met
wrange gevoelens!
Toeneming van het aantal geboorten
in Duitschland.
Tengevolge van de intensieve propaganda
voor groote gezinnen, valt er in groote ste
den een toeneming van het aantal geboorten
waar te nemen.
Volgens het jaarlyksche rapport van den
openbaren gezondheidsdienst waren er tn 55
steden van Duitschland met meer dan 100.000
inwoners, 435.000 geboorten, hetgeen 37.000
meer is dan in 1934 en 105.000 meer dan in
1933.
Hierbij valt op te merken, dat het aantal
huwelijken van 252.093 in 1934 is teruggeloo-
pen tot 215.832 in 1935.
Nieuwe onlusten te Damascus.
Een politieagent gedood.
Dinsdagavond is het te Damaskus opnieuw
tot hevige botsingen tusschen demonstranten
en de politie gekomen. De onlusten duurden
verscheidene uren. Een politie-agent werd
gedood, terwtjl tientallen betoogers verwon
dingen opliepen.
Een oplossing?
Gisterenavond laat meldde Reuter uit Kaïro:
Mogelijk zal de kabinetscrisis vandaag een
oplossing vinden, daar, naar men meent te
weten, Ali Mahed Pasja, de chef van het
kabinet des Konings, zal voorstellen een re
geering te vormen, waarin vertegenwoordigers
van alle partijen zitting hebben en waarvan
hij zelf leider zal zijn.
De geweldige belangstelling.
Dat de belangstelling voor de begrafenis
van koning George V te Londen geweldig is
geweest, blijkt niet alleen uit de beschrijvin
gen en de foto's, maar ook uit de vervoers
cijfers van de Londensche verkeersdiensten.
Deze waren hooger dan zij ooit bij het jubi
leum zijn geweest. De ondergrondsche spoor
weg vervoerde de meeste passagiers op de
Piccadillylijn, en wel in de vier uur voor het
vertrek van den stoet, 80.000 menschen, die
alleen bij de Hyde Park-corner de „tube"
verlieten.
Koning Eduard Vllï verleent
audiëntie.
Koning Eduard VIII heeft vandaag op het
paleis van Buckingham minister Eden en de
hoofden van de meeste buitenlandsche mis
sies, die gisteren de begrafenis van zijn va
der hebben bijgewoond, ontvangen.
Voordien had de Koning eerst Von Neurath,
den Duitschen minister van buitenlandsche
zaken, en daarna prins Starhemberg, den
Oostenrijkschen vice-kanselier, ontvangen.
Alle drie ontvangsten duurden een half
Koningin Mary heeft de volgende dankbe
tuiging aan het Engelsche volk gericht:
Ik moet u allen danken voor de bewijzen van
sympathie die ik deze dagen uit alle deelen van
het rijk heb mogen ontvangen. Ze zyn zoo over
stelpend geweest, dat ik geen woorden kan vin
den om ze te beantwoorden en misschien het
beste kan volstaan met de eenvoudigste woor
den: Ik dank u.
Uw aller bewijzen van deelneming in mijn
verlies hebben mij gesteund en ik ben in het
bijzonder getroffen door het bewustzijn, dat de
koning na een regeering van meer dan 25 jaar
althans heeft mogen leven tot hij de belooning
heeft ontvangen in den vorm van uwe aan
hankelijkheid en liefde.
Ofschoon hij nu niet langer aan mijn zjjde is
en niemand kan begrijpen hoezeer ik hem
missen zal hoop ik na een gelukkig huwe
lijksleven van ruim 42 jaar, toch ook nog eeni
gen dienst aan het volk en dit groote ryk te
mogen bewijzen. Ik vraag u met vertrouwen
een plaats in uw herinnering en in uwe ge
beden, en wanneer ik u nu mijn zoon aanbe--,
veel, dan hoop ik dat hij dezelfde liefde zal
deelachtig worden, die gij zoo overvloedig aan
zfln vader geschonken hebt.
Ik dank u nogmaals voor alle bewijzen van
liefde, met welke gij mij in deze dagen ge
steund hebt.
Gevechten in Noord-China.
Nabij Tsjang-Ping-tsjou, ongeveer 27 mijl
van Peking hebben schermutselingen plaats
gehad tusschen detachementen van het leger
van Soeng Tsje-joean en de militie van den
autonomen staat Oost-hopei.
Omtrent de gevechten nabij Tsjang Ping-
tsjou wordt nog gemeld, dat hier sprake was
van schermutselingen tusschen detachemen
ten van het leger van Soeng Tsje-joean en
bandieten, die neerdaalden van de heuvels.
Zjj hadden verscheidene dorpen geplunderd,
alvorens zij slaags raakten met de militairen,
die erin slaagden de bandieten op de vlucht
te slaan.
Meer Japansche oorlogsbodems naar
Swatow.
In verband met de spanning, welke te Swa
tow is ontstaan door den moord op den Ja-
panschen politie-officier verleden week, zijn
nog twee Japansche torpedojagers te Swatow
aangekomen, zoodat dus thans in totaal zes
Japansche oorlogsschepen zich daar bevinden.
EEN VERHAAL UIT AFRIKA
26)
Hij nam de ligging van het dorp nauwkeu-
Hg op en zag hoe weinig dekking de omge
ving bood; hij ontdekte een veel gebruikt
Pad, dat een paar meter links van hem naar
beneden daalde en waaraan een eenzame
boom stond en toen keek hij weer naar den
Vreemden tempel met de lange naald er voor.
He rookkolom was nu veel dichter gewor
den; het moest een geweldig groot vuur zijn
te oordeelen naar den omvang van de rook-
*011. Hij dacht aan de vier mannen, die hij
dan de voet van den heuvel achtergelaten
bad. Als ze stand hielden, zouden hun vier
geweren heel goed van pas komen bi) de wan
hopige poging, die hij ging ondernemen, maar
ze die tempel in het dal zagen, zouden ze
hoogstwaarschijnlijk weigeren om nog een
«econde langer hier in de buurt te blijven. Hij
haaide zich om en keek naar beneden.
Als ik ze daar eens liet wachten, zoodat
*e niets konden zien... mompelde hij, maar
hi) bleef Bteken, want ontstellend dichtbij
klonk
opeens tromgeroffel.
Hij zocht met zjjn oogen de omgeving af,
tvant het geluid kwam niet uit het dorp. Na
«en paar minuten ontdekte hij den trommel-
ager op den rand van den steilen afgrond,
We- ver van de plek waar hij lag, de trommel
was opgehangen aan een langen houten
De man roffelde een korten poos ge-
dig door, toen veranderde hij van rythme
en wat er volgde waren ongetwijfeld seinen
naar andere dorpen. Hij bleef een poos naar
den man kijken, kroop toen voorzichtig den
heuvel op en op z(jn dragers toe.
Een uur later was hij weer terug op zijn
post, terwijl zijn mannen aan den voet van
den heuvel de wacht hielden. De sterren
schenen helder, beneden in het dal vlamde
het reusachtige vuur, dat de lange naald met
een rooden gloed verlichtte en waarbij hij het
gekrioel van de zwarte gestalten duidelijk
kon onderscheiden. Een uitzinnig geroffel
vervulde de lucht met een oorverdoovend
lawaai en van rijd tot tijd drong de klank
van een eentonig gedreun tot hem door. Hfl
bleef even luisteren, toen kroop hij voorzich
tig naar den boom, die duidelijk te zien was
bij het licht van de sterren en begon het pad
naar het dorp af te dalen. Hij deed het in
het ontmoedigende besef, dat dit de wan
hopigste onderneming was van zijn leven.
HOOFDSTUK XIV.
Aan den voet van den heuvel gekomen,
ontdekte Alec Rimington, dat hij terecht was
gekomen in een kleine aanplant van noten-
boomen, karanga genaamd en daar bleef hij
even in elkaar gedoken zitten om het dal
voor zich goed op te nemen. Plotseling hoor
de hij iets bewegen in de struiken rechts
voor hem en hij maakte zich gereed zich te
verdedigen, als dat noodig mocht zyn. Een
oogenblik later ving hij het geluid weer op
en overtuigd dat hij gevolgd werd, besloot hy
de rollen om te draaien en zelf zyn vervolger
te gaan vervolgen. Hy kroop behoedzaam
vooruit en juist toen hij zich gereed maakte
om den man achter de struiken aan te val
len werd een gehoornde kop boven de stnnk
voor hem omhoog gestoken en een sidderend
geblaat klonk door de avondstilte.
Een geit! mompelde hij verlicht en hij
was op het punt om weer terug te gaan, toen
hij uit de richting van het pad stemmen
hoorde. Hij hurkte tusschen de karangastrui-
ken en wachtte. De stemmen kwamen dich
terbij hij hoorde de doffe stappen van
naakte voeten en tegen den gloed van het
vuur in het dorp teekenden zich de gestal
ten van elf inlanders af... ongetwijfeld de be
woners van een ander dorp, die kwamen op
het sein van de trommels in Rahutu. Er zou
den er waarschijnlijk nog meer komen, dacht
hij en hij bleef wachten, zoo goed als onzicht
baar tusschen de karangastruiken. Hij had
zich niet vergist. Verscheiden groepen in
boorlingen kwamen den heuvel af, langs het
pad door de struiken, waar hij ze een kort
oogenblik scherp afgeteekend kon zien
tegen den gloed van het vuur. Eindelijk, juist
toen hij dacht dat hij zich veilig verder kon
wagen, hoorde hij weer voetstappen en twee
mannen kwamen den heuvel af. Hij was op
het punt zijn hoofd op te heffen om hen te
kunnen zien, toen de klank van opgewonden
gepraat en gelach aan den voet van den heu
vel, op misschien twintig meter afstand van
hem, zijn aandacht afleidde. Het leek wel
alsof heel Afrika op weg naar Rahutu was,
dacht hi) en draaide zich weer om, om het
tweetal te kunnen zien, dat den heuvel af
kwam. Hij was even te laat om hen goed te
kunnen opnemen, maar één oogenblik zag hij
een paar schouders en een met een zonne-
helm bedekt hoofd.
Bij alle duivelsche afgoden van Afrika!
De drager van die zonnehelm moest een
blanke zijn en hij kende maar één blanke,
behalve hijzelf, die op weg naar Rahuta kon
zijn!
Bliksemsnel legde hy zijn geweer aan,
maar hij vuurde niet. Want achter hem klonk
weer en nu veel dichterbij, het drukke ge
De kwalitatieve beperking van de
bewapening.
De vlootconferentie, die haar zittingen eeni
gen tijd heeft onderbroken, in verband met het
overlijden van Koning George V, is gisteren
weer bijeengekomen.
De Japansche waarnemers hebben de bijeen
komst van de eerste commissie, die anderhalf
uur heeft geduurd, bijgewoond.
De vergadering van gisteren heeft de kwali
tatieve beperking van de bewapening ter zee
in het algemeen behandeld.
Lord Monsell heeft gisteren als een grond
slag voor de besprekingen voorstellen inge
diend, inhoudende de laagste cijfers die, gezien
de reeds gevoerde onderhandelingen, waar
schijnlijk zullen kunnen worden aanvaard door
de vier mogelijkheden die ter conferentie zyn
vertegenwoordigd.
De voorstellen werden door de commissie
aangenomen als basis voor verdere besprekin
gen.
Naar verluidt voorzien zij in de volgende
limieten: slagschepen 35.000 ton en 14-duims-
geschut met openlating van de mogelijkheid de
tonnage twee of drie duizend tons lager te
stellen; vliegtuigmoederschepen 22.000 ton en
6.1 duimskanonnen. Geen verdere constructie
van groote kruisers. Samenvatting van kleinere
kruisers en torpedobootjagers in een enkele
categorie met een limiet van 7500 tot 8000 ton
en met 6.1 duimskanonnen. (Dit voorstel heeft
ten doel de moeilykheid op te heffen, die ont
staan is doordat mogendheden, die niet het
vlootverdrag van Londen hebben onderteekend,
reeds begonnen zijn met den bouw van schepen
in de klasse der torpedobootjagers)duikbooten
2000 ton met 6.1 duimskanonnen.
De toestand aan de fronten.
De toestand in het Zuiden schynt in Abes
synsche regeeringskringen een vry ernstige
ongerustheid te verwekken. De eerste dagen
na de nederlaag van ras Desta werden hier
over, vooral van Italiaansche zijde, de meest
alarmeerende berichten gepubliceerd, en thans
vindt deze onrust ten deele haar bevestiging
in de Abessynsche mededeeling, dat men te
Addis Abeba rekening houdt met de vervan
ging van ras Desta door Gabre Mariam, den
Abessijnschen minister van binnenlandsche
zaken, die tot dusverre tot de naaste mede
werkers van den Negus in het Noorden heeft
behoord en die naar men mededeelde zeer goed
bekend is met de strategische mogelijkheden
van het Zuiden. Men zou te Addis Abeba het
vertrouwen in ras Desta voor een groot ge
deelte verloren hebben, omdat deze zich bjj
Dolo heeft laten verrassen door de Italiaan
sche tanks en pantserauto's en omdat hjj zyn
infanterie niet goed georganiseerd had, zoo
dat de verschillende Abessynsche stellingen
direct al bij verrassing genomen konden
worden, waardoor ras Desta het grootste ge
deelte van zijn oorlogsmateriaal verspeelde.
Verder zyn er gisteren verschillende andere
Abessynsche ministers per vliegtuig uit Dessié
naar Addis Abeba teruggekeerd.
Het moet in de bedoeling van de Abes
siniërs liggen om Allata zoo spoedig mogelijk
in staat van verdediging te brengen, terwijl
de versterkingen, die het laatst uit Addis
Abeba vertrokken zyn, in het hoogland tus
schen Alatta en Addis Abeba zullen biyven,
om daar de verdediging van de twee passen,
die den Italianen mogelijkheid zouden geven
de hoofdstad te bereiken, op zich te nemen.
Er is voorts een nieuwe Italiaansche colonne
uit Dolo vertrokken, langs de grens van
Kenia, die moet trachten de Abessijnsche
troepen aan den Westelijken oever van de
Dewa Parma, die het verder rukken van den
linkervleugel van generaal Grazianl nog be
lemmeren, te verspreiden.
Een laconieke mededeeling uit Harrar zegt,
dat men daar verwacht, dat het begin
Februari zal gaan regenen. In hoeverre dit
bericht moet gelden als een excuus voor het
uitblijven van Abessijnsche actie op het Oos-
teiyk gedeelte van het Zuidehjk front is niet
bekend.
In het Noorden hebben de Italianen Abbi
Addie, de hoofdstad van Tembien, gebombar
deerd. De Abessijnsche expedities tusschen de
Italiaansche linies duren voort. Strategische
successen worden hierbij niet behaald. Wel
zou den Abessiniërs zoo af en toe wat oor
logsbuit in handen vallen. Van een vertrek
van den negus uit Dessié is nog niets bekend.
(Nw. Rott. Crt.)
Rome, Dinsdagavond.
Italië zegt opnieuw niets te weten omtrent
een bombardement van een Roode Kruis-
expeditie ten Zuiden van Makallé.
Men ontkent de juistheid dezer berichten,
maar geeft toe, dat de Abessynen naar Ma
kallé oprukken. Inmiddels wordt veel ophef
gemaakt over maarschalk Badoglio's „stra
tegische overwinning" in het district Tem
bien; hoewel berichten over hevige verliezen
te Rome weer van mond tot mond en veel
verontrusting hebben gewekt.
Men legt bovendien den nadruk op het feit,
dat ammunitie is gevonden in de verlaten
tenten der Zweedsche expeditie en men zegt
ironisch, dat dit de eerste maal is, dat men
munitie noodig biykt te hebben om de ge
wonden te verplegen.
Roode Kruis auto's met munitie?
Maarschalk Badoglio seint:
„Op het front van Somaliland hebben onze
verkenningsafdeelingen by Wadro een
kleine Zweedsche ambulance aangetroffen en
in bezit genomen, die zich eerder by Malca
Dida had bevonden. Deze ambulacne was ge
laden op vyf auto's met het roode kruisken-
merk. Deze auto's bevatten ook 27 kisten
munitie.
„By den buit van Wadara Ilya bevinden
zich ook het vaandel van den ras en zyn neg-
garits, zyn groote oorlogstrommen.
„Voorts namen wy ook levensmiddelen
depóts van den vyand, met groote voorraden
graan en koffie.
„Een van onze colonnes is bezig, de poli
tieke en militaire organisatie tusschen
Neghelli en de Dawa Parma te voltooien.
„Generaal Graziano meldt, dat het succes
van den slag aan de Ganale Doria niet alleen
te danken is aan de schitterende veerkracht
en het weerstandsvermogen van de Ialiaan-
sche en Inlandsche gevechtstroepen, maar
voor een groot deel aan de zelfverlooching
Te Addis Abeba heerscht onrust over
de Italiaansche vorderingen In het Zui
den. Allata wordt in staat van verdedi
ging gebracht en afdeelingen Abessyn
sche troepen bezetten de passen in het
hoogland tusschen Allata en Addis
Abeba.
Te Addis Abeba verluidde gisteren, dat
ras Desta vervangen zou worden door
Gabre Mariam, den Abessynschen minis
ter van binnenlandsche zaken.
De Italianen hebben gisteren in het
Noorden Abbi Addi gebombardeerd.
De commissie van deskundigen, die toe
zicht moet houden op de naleving van de
tegen Italië getroffen sanctlemaatregelen
heeft een onder-commissie benoemd, die
een vrageniyst moet opstellen over den
handelsomzet van de verschillende staten
met Italië.
Wieringermeer - Medemblik - Hoorn
Amsterdam.
Verbinding met geheel West-Friesland,
van de verschilende intendance-diensten,
die zich geen moment spaarden.
„Op het Erytreesche front heeft een onzer
ongeregelde afdeelingen, na een gevecht van
vier uur, groote troepen vyanden op de vlucht
gedreven."
I GESCHENKEN BIJ
verkrijgbaar tot 29 Februari
voor 4 uitknipsels
voor 3 uitknipsels
■MDk») 0>O)»
praat en gelach en hy begreep, dat als hy
nu schoot, de naderende inboorlingen hem
vrywel onmiddellyk zouden vinden! En ter-
wyi hy nog. aarzelde, verdween de zonnehelm
uit zyn gezicht. Teleurstelling over zyn ver
loren kans kwam by hem op, maar hy
troostte zich met de gedachte, dat het met
Jules Legrand waarschynlijk gedaan zou
zyn vóór de nacht voorby was. Het zou on-
vermydeUjk zyn als hy Rimington het
kind wilde bevryden. Hy bleef nog een poosje
wachten, tot er geen voorbygangers meer
waren en toen de trommels hun helsch ge
roffel begonnen, kroop hy behoedzaam ver
der.
Na korten tyd was hy buiten de karanga
struiken en in een veld met watama, waaruit
de inlanders hun meel bereiden.
Toen maakte hy een groote bocht, omdat
het hem beter leek het dorp niet langs den
gewonen weg te naderen, die bovendien aan
het eind geheel geen gelegenheid tot dekking
bood. De gloed van het vuur werd steeds
sterker, er omheen zag hy naakte zwarte ge
stalten bewegen in een woesten dans. Het
ronde gebouw, dat hy van den heuvel ge
zien had, kwam steeds dichterby, evenals de
naald er voor en na korten tyd was hy zoo
ver, dat hy beide duideiyk kan zien van ach
ter een kleine hut op palen.
Er was een breede deuropening in de
tempel recht voor hem en aan lederen kant
er van stonden twee naakte negers te stam
pen op eentonige maat van de trommels.
De naald was van witten steen, maar had
een voetstuk van donkerder graniet, en er
voor lag een groote platte steen, rustend op
twee kleinere, als een soort bank of tafel,
of... ja, als een soort primitief altaar. Hy
staarde er als betooverd naar en door zyn
geest flitste plotseling een gedachte, een
herinnering aan Lengero, waar precies zoo'n
altaar aan den voet van een pilaar was en
waar ieder jaar menschenoffers werden ge
bracht.
Hy huiverde even, maar tegelykertyd
drong het tot hem door, dat hy zorgen moest
gereed te zyn om te handelen als het oogen
blik gekomen was. Maar waar was het kind?
En waar was Legrand?
Er was een groote menigte om de open
ruimte voor de tempel, waarin de fantasti
sche gestalten van de zwarten zich heen en
weer bewogen, maar Legrand was nergens te
zien. Rimington keek naar de tenten. Was
het kind daar ergens? Maar het was niet
waarschynlyk, want het was ongetwyfeld
de hoofdpersoon in de barbaarsche ceremonie
waarvan die dans het begin was.
Het helsche geroffel hield plotseling op, de
dansers bleven met een schok stilstaan. De
twee dragers naast de tempelopening bogen
diep voorover en uit de tempel kwam een
lange ry in het wit gekleede jongens met
brandende fakkels. Ze zetten hun fakkels op
het steenen altaar en Rimington's verbazing
steeg ten top, toen hy aan het einde van de
processie Legrand ontdekte, in een fantas
tisch priestergewaad. Toen ze Legrand zagen
vielen alle negers op hun knieën en hy hief
zegenend zijn handen omhoog.
Rimington hoorde Legrand's stem, krachtig
en duideiyk, de negers gaven hem mompelend
antwoord. En opeens ontdekte hy tot zyn on-
uitsprekelyke verrassing, dat een tweede man
in Europeesche kleeding in de deuropening
stond, hoogstwaarschynlyk ook een blanke.
Wie kon dat in 's hemelsnaam zyn? Het
gezicht van den man bevond zich in de
schaduw van het overhangende dak en hy
kon het niet onderscheiden, maar het was
duideiyk merkbaar, dat de man weinig op
zyn gemak was. Zyn eene hand plukte onrus
tig aan zyn Jas de andere legde hy een paar
maal over de oogen, alsof hy den aanblik
van de barbaarsche plechtigheid niet verdra
gen kon; hy scheen ook zyn voeten onmoge-
ïyk stil te kunnen houden.
Hy scheen alleen maar toeschouwer en
geen actieve rol te spelen by de ritualiën,
Waarschljniyk was het een vriend van Le
grand, een man van dezelfde soort als hy,
veronderstelde Rimington. Maar in elk ge
val vergrootte zyn aanwezigheid de moeilijk
heden, wat hy zou ongetwyfeld zyn vriend
te hulp komen en bovendien een minder wen-
schelyke getuige van het heele tooneel zyn.
Rimington was van plan Legrand van uit
zyn hinderlaag neer te schietan, zoodra hy
aanstalten maakte om werkelijk; het kind te
offeren. Hy hield er, voor zoover het dezen
ontaarden Franschman betrof, geen overdre
ven ideeën over de heiligheid van een men-
schenleven op na. Als de geruchten waarheid
bevatten, en dat deden ze zonder twyfel, dan
had de man den dood minstens zes maal
verdiend en aangezien er hier in de wildernis
geen rechters waren, zou Rimington zelf als
zoodanig en tegelykertyd als beul moeten op
treden. Maar de andere man daar
Het was mogelyk, dat deze niet wist, wat
het slot van de vreemde plechtigheid zou
zyn, het was zelfs niet buitengesloten, dat hy
zich verzetten zou, als hy zag wat er gebeu
ren ging. Maar in geen geval zou Rimington
zich door dezen onverwachten derde van zijn
plan laten afbrengen. Als hy Legrand te hulp
kwam of op een andere manier lastig was,
zou hij denzelfden weg opgaan als de
Franschman.
(Wordt vervolgd.)