Buitenlandsch OvsrzicHt. De oorlog in Abessinië. fMï*Wac&! HET GESTOLEN KIND Verkorte oorlogsberichten uit Abessinië. RADION NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA DONDERDAG 30 JANUARI 1936 64ste JAARGANG De kabinetscrisis in Egypte. Na 's Konings dood. Een dankbetuiging van Koningin Mary. China en Japan. FEUILLETON De vioolconferentie. Onrust te Addis Abeba over de Italiaansche vorderingen in het Zuiden. Bezorgdheid in Italië wegens groote verliezen. Nog altijd de overwinning in het Zuiden. 3 maal per dag Den Helder-1 KOP EN SCHOTEL ONTBIJTBORD BOVENDIEN BEHOUDEN DE GESCHENKENBONS HUN WAARDE COURANT M!tónden bö V00rUltbet-: Heldersche Courant j 1.60; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wleringen en Texel 1.65; binnenland 2.-, Nederl. Oost- en West-tadië per zeepost 2.10, Idem per mail en overige 3.20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 et Weekabonnementen 12 ct gsblad reap. 0.60, 0.70, 0.70, 1_. Modeblad resp. 1.20, 1.60, 1.50, 1.70. Verschynt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Glrorebenlng No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) by vooruitbetaling 10 ct per regel, minimum 40 ct.; by niet-contante betaling 15 ct. per regel, minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. Een stilstand in den strijd tusschen ltal op verhaal te komen. De Volkenbond ie en Abessinie om wat en de Dantzigsche kwestie. De strijd in Oost'Afrika Er is een kleine pauze in den strijd tusschen Italië en Abessinië, die de laatste weken wel zeer hevig geweest is en eenige duizenden slachtoffers heeft geëischt. Hoe de situatie op het oogenbllk precies is is moeilijk aan te geven. De berichten van het Oostelijk front zijn vaak te tegenstrijdig, zoodat men niet precies kan zeggen welke vorderingen of tegenslagen de legers hebben gehad, natuurlijk is het een feit dat de Abes- sijnen in de laatste gevechten groote neder lagen hebben geleden en belangrijk terugge dreven zijn. Over „Den toestand aan de fronten" gaf de overzichtschrijver van de Nw. Rott. Crt. gisterenmorgen een beschouwing, waaraan wi) het volgende ontleenen: Nu de Abessijnen in het Noorden met hun massale actie weinig of geen resultaat gehad hebben, blijken zij van de gedwongen rust van de Italianen gebruik te maken, door opnieuw een hevige guerrila te gaan voeren. De Itali- aansche mededeelingen over den strijd in Tembien, maakten duidelijk dat de Italiaan- sclie linies in Tembien nog allerminst gesloten zijn. Zij deden hun aanval op twee verschil lende punten in het hoogland, maar het hoog land achter hen was niet geheel in Italiaan sche handen. Hiermede is dus wat Tembien betreft de toestand weer net zoo, als hij twee maanden geleden was. Er bestaat een voortdurend gevaar voor Abessjjnsche infiltraties en dit gevaar is zelfs grooter dan het toen was, doordat de Abes sijnen veel Noorderljjker stellingen hebben en naar Reuter weet te melden thans op de transporten naar Hausien aanvallen hebben gedaan. Dit is mogelijk ook een verklaring Van de Italiaansche mededeeling uit Asmara, dat de Italianen denken nog wel eenigen tijd rust te zullen houden in het Noorden. Hier mede is de mogelijkheid van belangrijke ver schuivingen aan het Noordelijk front voor- loopig weer gering. De Italianen zullen opnieuw moeten gaan zuiveren en de Abessijnen zullen blijven zor gen dat er te zuiveren valt. Deze berichten zijn in zekeren zin een bevestiging van de meening, dat de strijd van de vorige week geen van de beide partijen iets heeft opge leverd. Alleen moet opgemerkt worden dat de Abessijnen misschien tot het inzicht gekomen zijn, dat zij met een massale actie niets kun nen uitrichten, met welk inzicht een aanval op Makallé den eersten tijd ook wel van de baan zal zijn. In het Zuiden blijft de toestand spannend. Volgens berichten uit Addis Abeba kunnen de Abessiniërs den linkervleugel van generaal Grazianl, die langs de Dawa Parma opereert en die het Westelijke gedeelte van het gebied der drie rivieren moet bezetten in zooverre tegenhouden, dat deze troepen het tempo van de andere afdeelingen niet bij kunnen houden. Dit kan een gevaar zijn. Of het het inderdaad is, zal uit een eventueel afwachten van de Italiaansche troepen, die van Neghelli uit c voeren tot de linkervleugel weer bij is, De Dantzigsche kwes tie, die in de laatste raadszitting van de Vol kenbond is behandeld, geeft de overzichtschrij- ver van de Nw. Rott. Crt. aanleiding tot een nabeschouwinkje. Wij hebben in ons vorig overzicht er reeds op gewezen dat deze geschiedenis voor den ver tegenwoordiger van Dantzig op een neder laag is uitgeloopen. Die Dantzigsche kwestie was een gekke kwestie zegt het blad. Dantzig is tot vrije stad gemaakt terwille van Polen. Terwille van Polen heeft men te Genève aan het statuut vastgehouden. Hitier heeft de Dantzigsche kwestie losgelaten, om de ver zoening met Polen. De overtreding van het statuut betrof nu niet de rechten van Polen, maar de ,door het statuut gewaarborgde rechten op vrijheid enz. van de burgers van Dantzig. De Polen zullen zich van de vrijheid van persoon en geweten der Duitsche Dant- Jjgers waarlijk niet veel aantrekken. Gaarne ware Beek, die aan wat felle dictatuur geen aamitoot neemt, hierin Berlijn terwille ge- werat. Maar nu werd hij door Eden gedwon gen, op te treden als waker voor het statuut, zooals hij dat vroeger steeds uit eigen belang was geweest. En hij heeft zich er niet aan durven onttrekken. Hij moest meedoen. Men kan over de stichting van de Vrije Stad den ken zooals men wil, nu kon men er toch ver maak in scheppen, de Polen voor het statuut te zien opkomen. Dezen keer ging het voor een onbestrijdbaar goede zaak, maar met wrange gevoelens! Toeneming van het aantal geboorten in Duitschland. Tengevolge van de intensieve propaganda voor groote gezinnen, valt er in groote ste den een toeneming van het aantal geboorten waar te nemen. Volgens het jaarlyksche rapport van den openbaren gezondheidsdienst waren er tn 55 steden van Duitschland met meer dan 100.000 inwoners, 435.000 geboorten, hetgeen 37.000 meer is dan in 1934 en 105.000 meer dan in 1933. Hierbij valt op te merken, dat het aantal huwelijken van 252.093 in 1934 is teruggeloo- pen tot 215.832 in 1935. Nieuwe onlusten te Damascus. Een politieagent gedood. Dinsdagavond is het te Damaskus opnieuw tot hevige botsingen tusschen demonstranten en de politie gekomen. De onlusten duurden verscheidene uren. Een politie-agent werd gedood, terwtjl tientallen betoogers verwon dingen opliepen. Een oplossing? Gisterenavond laat meldde Reuter uit Kaïro: Mogelijk zal de kabinetscrisis vandaag een oplossing vinden, daar, naar men meent te weten, Ali Mahed Pasja, de chef van het kabinet des Konings, zal voorstellen een re geering te vormen, waarin vertegenwoordigers van alle partijen zitting hebben en waarvan hij zelf leider zal zijn. De geweldige belangstelling. Dat de belangstelling voor de begrafenis van koning George V te Londen geweldig is geweest, blijkt niet alleen uit de beschrijvin gen en de foto's, maar ook uit de vervoers cijfers van de Londensche verkeersdiensten. Deze waren hooger dan zij ooit bij het jubi leum zijn geweest. De ondergrondsche spoor weg vervoerde de meeste passagiers op de Piccadillylijn, en wel in de vier uur voor het vertrek van den stoet, 80.000 menschen, die alleen bij de Hyde Park-corner de „tube" verlieten. Koning Eduard Vllï verleent audiëntie. Koning Eduard VIII heeft vandaag op het paleis van Buckingham minister Eden en de hoofden van de meeste buitenlandsche mis sies, die gisteren de begrafenis van zijn va der hebben bijgewoond, ontvangen. Voordien had de Koning eerst Von Neurath, den Duitschen minister van buitenlandsche zaken, en daarna prins Starhemberg, den Oostenrijkschen vice-kanselier, ontvangen. Alle drie ontvangsten duurden een half Koningin Mary heeft de volgende dankbe tuiging aan het Engelsche volk gericht: Ik moet u allen danken voor de bewijzen van sympathie die ik deze dagen uit alle deelen van het rijk heb mogen ontvangen. Ze zyn zoo over stelpend geweest, dat ik geen woorden kan vin den om ze te beantwoorden en misschien het beste kan volstaan met de eenvoudigste woor den: Ik dank u. Uw aller bewijzen van deelneming in mijn verlies hebben mij gesteund en ik ben in het bijzonder getroffen door het bewustzijn, dat de koning na een regeering van meer dan 25 jaar althans heeft mogen leven tot hij de belooning heeft ontvangen in den vorm van uwe aan hankelijkheid en liefde. Ofschoon hij nu niet langer aan mijn zjjde is en niemand kan begrijpen hoezeer ik hem missen zal hoop ik na een gelukkig huwe lijksleven van ruim 42 jaar, toch ook nog eeni gen dienst aan het volk en dit groote ryk te mogen bewijzen. Ik vraag u met vertrouwen een plaats in uw herinnering en in uwe ge beden, en wanneer ik u nu mijn zoon aanbe--, veel, dan hoop ik dat hij dezelfde liefde zal deelachtig worden, die gij zoo overvloedig aan zfln vader geschonken hebt. Ik dank u nogmaals voor alle bewijzen van liefde, met welke gij mij in deze dagen ge steund hebt. Gevechten in Noord-China. Nabij Tsjang-Ping-tsjou, ongeveer 27 mijl van Peking hebben schermutselingen plaats gehad tusschen detachementen van het leger van Soeng Tsje-joean en de militie van den autonomen staat Oost-hopei. Omtrent de gevechten nabij Tsjang Ping- tsjou wordt nog gemeld, dat hier sprake was van schermutselingen tusschen detachemen ten van het leger van Soeng Tsje-joean en bandieten, die neerdaalden van de heuvels. Zjj hadden verscheidene dorpen geplunderd, alvorens zij slaags raakten met de militairen, die erin slaagden de bandieten op de vlucht te slaan. Meer Japansche oorlogsbodems naar Swatow. In verband met de spanning, welke te Swa tow is ontstaan door den moord op den Ja- panschen politie-officier verleden week, zijn nog twee Japansche torpedojagers te Swatow aangekomen, zoodat dus thans in totaal zes Japansche oorlogsschepen zich daar bevinden. EEN VERHAAL UIT AFRIKA 26) Hij nam de ligging van het dorp nauwkeu- Hg op en zag hoe weinig dekking de omge ving bood; hij ontdekte een veel gebruikt Pad, dat een paar meter links van hem naar beneden daalde en waaraan een eenzame boom stond en toen keek hij weer naar den Vreemden tempel met de lange naald er voor. He rookkolom was nu veel dichter gewor den; het moest een geweldig groot vuur zijn te oordeelen naar den omvang van de rook- *011. Hij dacht aan de vier mannen, die hij dan de voet van den heuvel achtergelaten bad. Als ze stand hielden, zouden hun vier geweren heel goed van pas komen bi) de wan hopige poging, die hij ging ondernemen, maar ze die tempel in het dal zagen, zouden ze hoogstwaarschijnlijk weigeren om nog een «econde langer hier in de buurt te blijven. Hij haaide zich om en keek naar beneden. Als ik ze daar eens liet wachten, zoodat *e niets konden zien... mompelde hij, maar hi) bleef Bteken, want ontstellend dichtbij klonk opeens tromgeroffel. Hij zocht met zjjn oogen de omgeving af, tvant het geluid kwam niet uit het dorp. Na «en paar minuten ontdekte hij den trommel- ager op den rand van den steilen afgrond, We- ver van de plek waar hij lag, de trommel was opgehangen aan een langen houten De man roffelde een korten poos ge- dig door, toen veranderde hij van rythme en wat er volgde waren ongetwijfeld seinen naar andere dorpen. Hij bleef een poos naar den man kijken, kroop toen voorzichtig den heuvel op en op z(jn dragers toe. Een uur later was hij weer terug op zijn post, terwijl zijn mannen aan den voet van den heuvel de wacht hielden. De sterren schenen helder, beneden in het dal vlamde het reusachtige vuur, dat de lange naald met een rooden gloed verlichtte en waarbij hij het gekrioel van de zwarte gestalten duidelijk kon onderscheiden. Een uitzinnig geroffel vervulde de lucht met een oorverdoovend lawaai en van rijd tot tijd drong de klank van een eentonig gedreun tot hem door. Hfl bleef even luisteren, toen kroop hij voorzich tig naar den boom, die duidelijk te zien was bij het licht van de sterren en begon het pad naar het dorp af te dalen. Hij deed het in het ontmoedigende besef, dat dit de wan hopigste onderneming was van zijn leven. HOOFDSTUK XIV. Aan den voet van den heuvel gekomen, ontdekte Alec Rimington, dat hij terecht was gekomen in een kleine aanplant van noten- boomen, karanga genaamd en daar bleef hij even in elkaar gedoken zitten om het dal voor zich goed op te nemen. Plotseling hoor de hij iets bewegen in de struiken rechts voor hem en hij maakte zich gereed zich te verdedigen, als dat noodig mocht zyn. Een oogenblik later ving hij het geluid weer op en overtuigd dat hij gevolgd werd, besloot hy de rollen om te draaien en zelf zyn vervolger te gaan vervolgen. Hy kroop behoedzaam vooruit en juist toen hij zich gereed maakte om den man achter de struiken aan te val len werd een gehoornde kop boven de stnnk voor hem omhoog gestoken en een sidderend geblaat klonk door de avondstilte. Een geit! mompelde hij verlicht en hij was op het punt om weer terug te gaan, toen hij uit de richting van het pad stemmen hoorde. Hij hurkte tusschen de karangastrui- ken en wachtte. De stemmen kwamen dich terbij hij hoorde de doffe stappen van naakte voeten en tegen den gloed van het vuur in het dorp teekenden zich de gestal ten van elf inlanders af... ongetwijfeld de be woners van een ander dorp, die kwamen op het sein van de trommels in Rahutu. Er zou den er waarschijnlijk nog meer komen, dacht hij en hij bleef wachten, zoo goed als onzicht baar tusschen de karangastruiken. Hij had zich niet vergist. Verscheiden groepen in boorlingen kwamen den heuvel af, langs het pad door de struiken, waar hij ze een kort oogenblik scherp afgeteekend kon zien tegen den gloed van het vuur. Eindelijk, juist toen hij dacht dat hij zich veilig verder kon wagen, hoorde hij weer voetstappen en twee mannen kwamen den heuvel af. Hij was op het punt zijn hoofd op te heffen om hen te kunnen zien, toen de klank van opgewonden gepraat en gelach aan den voet van den heu vel, op misschien twintig meter afstand van hem, zijn aandacht afleidde. Het leek wel alsof heel Afrika op weg naar Rahutu was, dacht hi) en draaide zich weer om, om het tweetal te kunnen zien, dat den heuvel af kwam. Hij was even te laat om hen goed te kunnen opnemen, maar één oogenblik zag hij een paar schouders en een met een zonne- helm bedekt hoofd. Bij alle duivelsche afgoden van Afrika! De drager van die zonnehelm moest een blanke zijn en hij kende maar één blanke, behalve hijzelf, die op weg naar Rahuta kon zijn! Bliksemsnel legde hy zijn geweer aan, maar hij vuurde niet. Want achter hem klonk weer en nu veel dichterbij, het drukke ge De kwalitatieve beperking van de bewapening. De vlootconferentie, die haar zittingen eeni gen tijd heeft onderbroken, in verband met het overlijden van Koning George V, is gisteren weer bijeengekomen. De Japansche waarnemers hebben de bijeen komst van de eerste commissie, die anderhalf uur heeft geduurd, bijgewoond. De vergadering van gisteren heeft de kwali tatieve beperking van de bewapening ter zee in het algemeen behandeld. Lord Monsell heeft gisteren als een grond slag voor de besprekingen voorstellen inge diend, inhoudende de laagste cijfers die, gezien de reeds gevoerde onderhandelingen, waar schijnlijk zullen kunnen worden aanvaard door de vier mogelijkheden die ter conferentie zyn vertegenwoordigd. De voorstellen werden door de commissie aangenomen als basis voor verdere besprekin gen. Naar verluidt voorzien zij in de volgende limieten: slagschepen 35.000 ton en 14-duims- geschut met openlating van de mogelijkheid de tonnage twee of drie duizend tons lager te stellen; vliegtuigmoederschepen 22.000 ton en 6.1 duimskanonnen. Geen verdere constructie van groote kruisers. Samenvatting van kleinere kruisers en torpedobootjagers in een enkele categorie met een limiet van 7500 tot 8000 ton en met 6.1 duimskanonnen. (Dit voorstel heeft ten doel de moeilykheid op te heffen, die ont staan is doordat mogendheden, die niet het vlootverdrag van Londen hebben onderteekend, reeds begonnen zijn met den bouw van schepen in de klasse der torpedobootjagers)duikbooten 2000 ton met 6.1 duimskanonnen. De toestand aan de fronten. De toestand in het Zuiden schynt in Abes synsche regeeringskringen een vry ernstige ongerustheid te verwekken. De eerste dagen na de nederlaag van ras Desta werden hier over, vooral van Italiaansche zijde, de meest alarmeerende berichten gepubliceerd, en thans vindt deze onrust ten deele haar bevestiging in de Abessynsche mededeeling, dat men te Addis Abeba rekening houdt met de vervan ging van ras Desta door Gabre Mariam, den Abessijnschen minister van binnenlandsche zaken, die tot dusverre tot de naaste mede werkers van den Negus in het Noorden heeft behoord en die naar men mededeelde zeer goed bekend is met de strategische mogelijkheden van het Zuiden. Men zou te Addis Abeba het vertrouwen in ras Desta voor een groot ge deelte verloren hebben, omdat deze zich bjj Dolo heeft laten verrassen door de Italiaan sche tanks en pantserauto's en omdat hjj zyn infanterie niet goed georganiseerd had, zoo dat de verschillende Abessynsche stellingen direct al bij verrassing genomen konden worden, waardoor ras Desta het grootste ge deelte van zijn oorlogsmateriaal verspeelde. Verder zyn er gisteren verschillende andere Abessynsche ministers per vliegtuig uit Dessié naar Addis Abeba teruggekeerd. Het moet in de bedoeling van de Abes siniërs liggen om Allata zoo spoedig mogelijk in staat van verdediging te brengen, terwijl de versterkingen, die het laatst uit Addis Abeba vertrokken zyn, in het hoogland tus schen Alatta en Addis Abeba zullen biyven, om daar de verdediging van de twee passen, die den Italianen mogelijkheid zouden geven de hoofdstad te bereiken, op zich te nemen. Er is voorts een nieuwe Italiaansche colonne uit Dolo vertrokken, langs de grens van Kenia, die moet trachten de Abessijnsche troepen aan den Westelijken oever van de Dewa Parma, die het verder rukken van den linkervleugel van generaal Grazianl nog be lemmeren, te verspreiden. Een laconieke mededeeling uit Harrar zegt, dat men daar verwacht, dat het begin Februari zal gaan regenen. In hoeverre dit bericht moet gelden als een excuus voor het uitblijven van Abessijnsche actie op het Oos- teiyk gedeelte van het Zuidehjk front is niet bekend. In het Noorden hebben de Italianen Abbi Addie, de hoofdstad van Tembien, gebombar deerd. De Abessijnsche expedities tusschen de Italiaansche linies duren voort. Strategische successen worden hierbij niet behaald. Wel zou den Abessiniërs zoo af en toe wat oor logsbuit in handen vallen. Van een vertrek van den negus uit Dessié is nog niets bekend. (Nw. Rott. Crt.) Rome, Dinsdagavond. Italië zegt opnieuw niets te weten omtrent een bombardement van een Roode Kruis- expeditie ten Zuiden van Makallé. Men ontkent de juistheid dezer berichten, maar geeft toe, dat de Abessynen naar Ma kallé oprukken. Inmiddels wordt veel ophef gemaakt over maarschalk Badoglio's „stra tegische overwinning" in het district Tem bien; hoewel berichten over hevige verliezen te Rome weer van mond tot mond en veel verontrusting hebben gewekt. Men legt bovendien den nadruk op het feit, dat ammunitie is gevonden in de verlaten tenten der Zweedsche expeditie en men zegt ironisch, dat dit de eerste maal is, dat men munitie noodig biykt te hebben om de ge wonden te verplegen. Roode Kruis auto's met munitie? Maarschalk Badoglio seint: „Op het front van Somaliland hebben onze verkenningsafdeelingen by Wadro een kleine Zweedsche ambulance aangetroffen en in bezit genomen, die zich eerder by Malca Dida had bevonden. Deze ambulacne was ge laden op vyf auto's met het roode kruisken- merk. Deze auto's bevatten ook 27 kisten munitie. „By den buit van Wadara Ilya bevinden zich ook het vaandel van den ras en zyn neg- garits, zyn groote oorlogstrommen. „Voorts namen wy ook levensmiddelen depóts van den vyand, met groote voorraden graan en koffie. „Een van onze colonnes is bezig, de poli tieke en militaire organisatie tusschen Neghelli en de Dawa Parma te voltooien. „Generaal Graziano meldt, dat het succes van den slag aan de Ganale Doria niet alleen te danken is aan de schitterende veerkracht en het weerstandsvermogen van de Ialiaan- sche en Inlandsche gevechtstroepen, maar voor een groot deel aan de zelfverlooching Te Addis Abeba heerscht onrust over de Italiaansche vorderingen In het Zui den. Allata wordt in staat van verdedi ging gebracht en afdeelingen Abessyn sche troepen bezetten de passen in het hoogland tusschen Allata en Addis Abeba. Te Addis Abeba verluidde gisteren, dat ras Desta vervangen zou worden door Gabre Mariam, den Abessynschen minis ter van binnenlandsche zaken. De Italianen hebben gisteren in het Noorden Abbi Addi gebombardeerd. De commissie van deskundigen, die toe zicht moet houden op de naleving van de tegen Italië getroffen sanctlemaatregelen heeft een onder-commissie benoemd, die een vrageniyst moet opstellen over den handelsomzet van de verschillende staten met Italië. Wieringermeer - Medemblik - Hoorn Amsterdam. Verbinding met geheel West-Friesland, van de verschilende intendance-diensten, die zich geen moment spaarden. „Op het Erytreesche front heeft een onzer ongeregelde afdeelingen, na een gevecht van vier uur, groote troepen vyanden op de vlucht gedreven." I GESCHENKEN BIJ verkrijgbaar tot 29 Februari voor 4 uitknipsels voor 3 uitknipsels ■MDk») 0>O)» praat en gelach en hy begreep, dat als hy nu schoot, de naderende inboorlingen hem vrywel onmiddellyk zouden vinden! En ter- wyi hy nog. aarzelde, verdween de zonnehelm uit zyn gezicht. Teleurstelling over zyn ver loren kans kwam by hem op, maar hy troostte zich met de gedachte, dat het met Jules Legrand waarschynlijk gedaan zou zyn vóór de nacht voorby was. Het zou on- vermydeUjk zyn als hy Rimington het kind wilde bevryden. Hy bleef nog een poosje wachten, tot er geen voorbygangers meer waren en toen de trommels hun helsch ge roffel begonnen, kroop hy behoedzaam ver der. Na korten tyd was hy buiten de karanga struiken en in een veld met watama, waaruit de inlanders hun meel bereiden. Toen maakte hy een groote bocht, omdat het hem beter leek het dorp niet langs den gewonen weg te naderen, die bovendien aan het eind geheel geen gelegenheid tot dekking bood. De gloed van het vuur werd steeds sterker, er omheen zag hy naakte zwarte ge stalten bewegen in een woesten dans. Het ronde gebouw, dat hy van den heuvel ge zien had, kwam steeds dichterby, evenals de naald er voor en na korten tyd was hy zoo ver, dat hy beide duideiyk kan zien van ach ter een kleine hut op palen. Er was een breede deuropening in de tempel recht voor hem en aan lederen kant er van stonden twee naakte negers te stam pen op eentonige maat van de trommels. De naald was van witten steen, maar had een voetstuk van donkerder graniet, en er voor lag een groote platte steen, rustend op twee kleinere, als een soort bank of tafel, of... ja, als een soort primitief altaar. Hy staarde er als betooverd naar en door zyn geest flitste plotseling een gedachte, een herinnering aan Lengero, waar precies zoo'n altaar aan den voet van een pilaar was en waar ieder jaar menschenoffers werden ge bracht. Hy huiverde even, maar tegelykertyd drong het tot hem door, dat hy zorgen moest gereed te zyn om te handelen als het oogen blik gekomen was. Maar waar was het kind? En waar was Legrand? Er was een groote menigte om de open ruimte voor de tempel, waarin de fantasti sche gestalten van de zwarten zich heen en weer bewogen, maar Legrand was nergens te zien. Rimington keek naar de tenten. Was het kind daar ergens? Maar het was niet waarschynlyk, want het was ongetwyfeld de hoofdpersoon in de barbaarsche ceremonie waarvan die dans het begin was. Het helsche geroffel hield plotseling op, de dansers bleven met een schok stilstaan. De twee dragers naast de tempelopening bogen diep voorover en uit de tempel kwam een lange ry in het wit gekleede jongens met brandende fakkels. Ze zetten hun fakkels op het steenen altaar en Rimington's verbazing steeg ten top, toen hy aan het einde van de processie Legrand ontdekte, in een fantas tisch priestergewaad. Toen ze Legrand zagen vielen alle negers op hun knieën en hy hief zegenend zijn handen omhoog. Rimington hoorde Legrand's stem, krachtig en duideiyk, de negers gaven hem mompelend antwoord. En opeens ontdekte hy tot zyn on- uitsprekelyke verrassing, dat een tweede man in Europeesche kleeding in de deuropening stond, hoogstwaarschynlyk ook een blanke. Wie kon dat in 's hemelsnaam zyn? Het gezicht van den man bevond zich in de schaduw van het overhangende dak en hy kon het niet onderscheiden, maar het was duideiyk merkbaar, dat de man weinig op zyn gemak was. Zyn eene hand plukte onrus tig aan zyn Jas de andere legde hy een paar maal over de oogen, alsof hy den aanblik van de barbaarsche plechtigheid niet verdra gen kon; hy scheen ook zyn voeten onmoge- ïyk stil te kunnen houden. Hy scheen alleen maar toeschouwer en geen actieve rol te spelen by de ritualiën, Waarschljniyk was het een vriend van Le grand, een man van dezelfde soort als hy, veronderstelde Rimington. Maar in elk ge val vergrootte zyn aanwezigheid de moeilijk heden, wat hy zou ongetwyfeld zyn vriend te hulp komen en bovendien een minder wen- schelyke getuige van het heele tooneel zyn. Rimington was van plan Legrand van uit zyn hinderlaag neer te schietan, zoodra hy aanstalten maakte om werkelijk; het kind te offeren. Hy hield er, voor zoover het dezen ontaarden Franschman betrof, geen overdre ven ideeën over de heiligheid van een men- schenleven op na. Als de geruchten waarheid bevatten, en dat deden ze zonder twyfel, dan had de man den dood minstens zes maal verdiend en aangezien er hier in de wildernis geen rechters waren, zou Rimington zelf als zoodanig en tegelykertyd als beul moeten op treden. Maar de andere man daar Het was mogelyk, dat deze niet wist, wat het slot van de vreemde plechtigheid zou zyn, het was zelfs niet buitengesloten, dat hy zich verzetten zou, als hy zag wat er gebeu ren ging. Maar in geen geval zou Rimington zich door dezen onverwachten derde van zijn plan laten afbrengen. Als hy Legrand te hulp kwam of op een andere manier lastig was, zou hij denzelfden weg opgaan als de Franschman. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 1