Hoe de heks uit het moeras overwonnen werd. Het maken van silhouetten. Beste jongens en meisjes. Beste jong®118 en meisjes! De raadsels van de vorige week hadden Biet zoveel voetangels en klemmen als die van twee weken geleden. Toch zat er ook nog een addertje onder het gras en dat heeft menigeen nog in zfln raadselbeen ge beten. Dat laatste raadsel bleek n.1. voor tweeërlei oplossing vatbaar, zoals je op de andere pagina ziet en beide zgn natuurlijk goed gerekend. Het „grote mensenraadsel" dat je vandaag op te lossen krtjgt is maar voor één oplossing vatbaar. Zie het maar eens goed aan, ik ben er van overtuigd dat er volgende week een stroom van op lossingen komt. Het boek is deze week gewonnen door: Syvert Boos, die vergat zijn adres en leef tijd te vermelden en ook een beetje slordig briefje inzond. Verdiend had je het boek dus niet, Syvert, het is dat het lot je aanwees en je het dus daarom toer kwam, maar dit standje moet je er toch ook bij hebben. Fransje v. Engel, Dat was me heus niet bekend, Fransje, dat het tweede raad sel ai eerder geplaatst was, enfin dat was dan ter compensatie voor het derde, dat menig vriendje en vriendinnetje hoofd brekens heeft gekost. Geertje de Vroome. Jouw briefje is onder water geraakt, evenals de K. XVIII op de film, Geertje, alleen die kwam weer boven en jouw briefje is weggebleven. Bertos de Bruyn. Laat de jongens op school maar babbelen, Bertus, als jij dat versje zelf gemaakt hebt, dan geloof ik je. Vind je het niet leuk dat nu door de Helderse Courant iedere week het contact met je tante in Amsterdam en jou er is en eens in de maand met je oom in Indi Nu, tot wederschrjjvens. t Blauwe Druifje. Ik wil die groeten van je wel over brengen, Blauw Druifje, als ik maar niet bang was, dat straks al m*n vriendjes en vriendinnetjes, via *t Juttertje al hun neefjes, nichtjes, ooms, en kennissen, gingen groeten, felici- teeeren enz. Ik kreeg acht pagina's voL Dus je begrijpt, dat is moeilijk. Wij blijven natuurlijk even goede vrienden. Chrls Lubassen. Dit briefje is voor jou, Chris, en je vader in Indië zal het straks ook lezen en dan zal hij z"n achtjarige Chris in gedachten voor zich zien en zal denken huis en natuurlijk verlangen naar de tijd dat hij weer op de boot stapt om naar Holland te gaan. Wanneer is dat? Sneeuwklokje. Ja het raadselleven is niet altfld even gemakkelijk. Sneeuw klokje, soms kost het je het puntje van je tong voor je de oplossing hebt, maar van daag komt er niet een zweetdruppeltje op je hoofd, zo gemakkelijk is het enige raadsel dat ik je opgaf. Tinv Bos. Ik denk, Ttny, dat jij wel nou willen, dat je moeder iedere avond uit ging. tenminste als je dan, zoals van ie week, een fijn gebakje krijgt, als je met je tante oppast. Maar mischien zou het toch ook wel weer teveel van het goede worden en de dingen blijven alleen lekker als je er mondjesmaat van krijgt. Hendrik Heyligers. Zo tweede klas sen, doe je ook mee? Nu, je bent bij mij net zo welkom als bij je onderwijzer, als je de sommen uit het eerste rekenboekje goed hebt. Jantje Hoornen. Ja, dat was nu een fllm. die de kinderen ook gerust konden Zien Jantje, die film van de K XVUI en het is te begrijpen dat heel wat Helderse kindertjes, wier vader aan boord van een van de marineschepen zit, deze rolprent wilden zien. Aesculaap. Denk ook om je eigen naam. Easculaap, want die wil lk weten, iedere week weer. Vind Je niet dat je al weer aardig kan merken dat we naar de lente gaan? 's Middags ia het tot half vijf licht en als ik 's morgens om zeven uur naar kantoor ga, dan kan je ook alweer sowat de hele Polderweg en Koningstraat afzien, zonder kunstlicht. T eet je Broekhuizen. Dat was dan eigenlijk een extra verrassing, Teetje. Je had er op gerekend met de Kerstdagen naar Amsterdam te gaan en toen kwamen er plotseling logé's. Dat was natuurlijk even een teleurstelling, al was het ook weer gezellig, maar je moeder beeft Je toen die fijne extra dag bezorgd, op 8 Januari, toen j» van 's morgens 9 tot 's avonds 9 in onze hoofdstad rond kuier de. Dat was even fijn. Annie Moor. 't Was netjes, Annie. dat briefje van je op dat schriftblaadje en lk vind het heel goed dat Je dat er voor gebruikt, Je kan zelfs tamelijk recht schrijven op ongelinieerd papier, als ik het doe, vliegen de letters altijc schuin naar boven. Doe maar flink Je best met rekenen, hoor, dan krijg Je het misschien wel onder de knie, want het is vervelend iets te moeten doen wat je niet gemakke lijk afgaat. Gelukkig, dat lk je maar gesn sommen opgeef, hè? Harmpje de Vries. Het briefje ian jouw was er bijna bg ingeschoten, Harmpje. want ik moet nodig aan ander werk be ginnen dat ligt te wachten, maar Ut vind het jammer jullie teleur te moeten stellen, maar ja, ik zie wel, ik kom er toch niet door heen. Truusje, Hennie, Anna en Gerrit Bak ker. Dat is een goed besluit voor me van de week, om met jullie te eindigen, viertal, want dat zijn dan meteen vier vliegen in één klap. Je vraagt of je een schuilnaam mag gebruiken, omdat er nog twee Truusjes meedoen. Nu, dat mag, Truusje, als je dan maar geen naam ge bruikt die een van m'n vriendinnetjes zich al toegeëigend heeft. Let daar dus op. Nu, jongens en meisjes, ik moet eindi gen. alle briefjes zjjn nog niet beantwoord, al blijven er niet veel liggen voor volgende week. Jullie mogen me dus volgende week even goed schrijven, behalve natuurlijk de vriendjes en vriendinnetjes die deze w«ek een briefje hadden gezonden en nog geen antwoord hadden gehad, anders heb ik daar twee briefjes van. Tot volgende week dus. Kindervriend. Het was niet pluis in het moeras. De grond was er bruin en breiig, en dikwijls was het alsof de grond kookte, dan kwamen er allemaal grote blazen naar boven. De mensen zeide dan tegen elkaar: „De heks uit het moeras is weer aan het koken". De ouders verboden hun kinderen heel streng om in het moeras te gaan, omdat zij gemakkelijk zouden kunnen veronge lukken en de enkele kinderen, die onge hoorzaam waren, kwamen meestal nooit meer terug. Nu woonde aan de rand van het moeras Llesje, die dol veel van vogels hield en er steeds voor zorgde, dat de jonge vogels, die in de tuin hun neotje hadden gebouwd en door een ongelukje uit het nest vielen, steeds weer in het nestje terecht kwamen. Zoo kwam het, dat de vogels voor haar niet bang waren en als zij in de tuin kwam, vlogen de vogels haar tegemoet. Een jonge kraal, die uit zijn nest was ge vallen en ook door Liesje was gevonden, was wel zeer goede maatjes met haar geworden en vloog haar altijd overal achterna. Hoe het kwam, is ledereen nog steeds een raadsel, maar op zekere middag was Liesje verdwenen en het gekste was, dat de kraai wel om het huis heen vloog en steeds akelig kraste, doch niet ergens heen vloog om het meisje op te zoeken. Tenminste, dat dachten de ouders, maar die verstonden geen kraaientaal en daar om kon het arme dier hun niet vertellen, dat Liea in het moeras was verdwaald en niet wist hoe zij weer thuis moest komen. De kraai was reeds enige malen het moeras over gevlogen, maar het eigen aardige was, dat hij het meisje helemaal niet meer had kunnen vinden. Zo vloog hij de volgende dag weer mismoedig over de uitgestrektheid heen en zag opeens in het midden van het moeras een mooi eiland, waarop prachtige bloemen bloeiden en in het midden waarvan zich een prach tig slot bevond. De kraai vloog onmiddel lijk door een van de openstaande vensters naar binnen en wat hg toen zag, deed zgn hartje bijna stil staan. Daar lagen ver schillende lieve meisjes op bedden, terwgi voor ieder bed een tafeltje met heerigke spijzen stond, doch de arme meisjes huil den hartverscheurend. In het midden van de kamer stond een leigke oude heks, die zei: „Lieve suikerpoppetjes, jullie moeten allemaal flink eten. Ik heb jullie nog al veel bloed moeten aftappen, want van avond is er een feest en daar wil ik als mooie, jonge vrouw naar toe. Vooral Liesje, jg moet alles flink opeten, want Je hebt het wel nodig. De heks ging de kamer uit en de kraai vloog haar na om te zien, wat er ging gebeuren. De heks kwam naar het gras veld toe, plukte een paar bloemen, sprak een looverwoord uit en opeens stond daar een mooi wagentje met een paar grote bokken ervoor en in plaats van de leigke heks stond daar een mooie, jonge vrouw, die in het wagentje stapte, en met een takje de bokken een sein gaf om te ver trekken. Daar verhief zich de wagen met bokken en vrouw in de lucht en even later was alles verdwenen. De kraai vloog naar de rand van het moeras en bleef daar wachten tot de heks terug zou komen, want hg had haar een liedje horen zingen, nadat zij de tover woorden had uitgesproken. Het liedje was: „Mooi en jong voor deze nacht, Zijden kleren in volle pracht, Pas bg de eerste morgenstond, Kom ik als heks weer op de grond". En werkeUjk pas toen de eerste stralen van de zon door de wolken heen kwamen, hoorde hg het rgden van de bokken in de lucht, en op het grasveld kwam de heks weer terug. Opeens kwam er een dichte zwerm muggen op haar af; ze staken haar waar zg konden. De heks riep boos uit: „Wacht maar, ik zal even mgn toover- kruid halen, dan zgn jullie allernaar ver delgd en holde het kasteel binnen. Maar of zg nu te moe was van het vele dansen of hoe het kwam, dat wist de kraai niet, maar de heks ging op haar bed liggen en snurkte dadeUjk hard. Zg had echter ver geten de bokken en het wagentje weer weg te toveren. De kraai nam het leidsel in zijn bek en maakte dit aan een boom tak vast. De bokken bleven rustig staan en aten van het gras, dat rond hen heen groeide. De kraai overlegde, wat hg nu doen moest om de meisjes naar buiten te lok ken en ging nu de muggen plagen. Deze vielen toen op hem aan, maar hg was te vlug en vloog te kamer binnen, waar al de meisjes lagen te slapen. De muggen staken hen toen zo hevig, dat zg huilende naar buiten liepen en daarop had de kraai gewacht. De meisjes zagen het wagentje en de bokken en dadeUjk gingen er een paar inzitten. De kraal maakte het leid sel los, sloeg met de tak tegen de bokken aan, die zich opeens in de lucht verhieven. De achterbigvende meisjes waren erg bang dat zg daar moesten bigven, doch Lies had haar kraai gezien en zei: .„Neen, de wagen zal wel terug komen, want lk zie hier mgn vriendje ook. Zg strekte haar hand uit en de kraal kwam er dadeigk opzitten. En jawel, nauweigk waren de meisjes aan de rand van het moeras uit gestegen of de bokken kwamen terug en haalden weer een paar andere meisjes, net zoo lang, tot ze allemaal gered waren. MedeUjdende menschen hielpen de meis jes weer naar hun huis toe en o, wat waren de ouders en kinderen big, dat zg elkaar hadden teruggevonden. Maar wat gebeurde er nu met de heks? Wel, toen ze eenmaal uitgeslapen was. ging zg naar de kamer en zag, dat alle bedden leeg waren. Zg begreep toen, dat er een goede geest was gekomen, die de meisjes gered had en zg wist toen ook. dat het haar wel niet meer zou gelukken, om domme meisjes in het moeras te lok ken, zodat zg dus geen bloed meer van haar kon afnemen en ook niet meer in een mooie, jonge vrouw kon veranderen. Daarover werd zg zo boos, dat zg met haar hoofd naar beneden in het moeras sprong. Lange tgd staken haar beenen nog boven de modder uit en deze ver anderden tenslotte in een paar treurige knotwilgen. Zo werd het moeras var. de leigke heks bevrgd. Die stoute broer. Kleine zus vindt het helemaal niet aar dig van broer, dat hg haar heerigke flesje melk uitdrinkt, maar broertje doet maar net alsof, hoor, /.'ant zusje wilde haar melk niet opdrinken en had hem al een paar maal onderste boven gehouden, zodat er een klein straaltje melk uit het gaatje van de speen jp de grond liep. Broer, die al zoveel groter is, wist natuur- ïgk heel goed, dat het niet mocht en daarom deed hg nu net, of hg de melk uitdronk. Nu willen wg dat grapje van broer ln zwart papier toveren. Wg zeggen dan eerst een toverspreuk. Denk er om, dat je die spreuk nooit aan iemand mag ver tellen hoor, want dan gaat het niet, het is dus een echt geheim. De spreuk is: Hokus Pokus, driemaal zwarte kat, pas! Die spreuk moet Je dan maar uit je hoofd leeren. Je neemt een zwart papier, zegt de spreuk en als je hem goed gezegd hebt, zie je ineens het silhouet verschgnen. Nu kan het gebeu ren, dat je hem niet goed zegt, en dan gebeurt er natuungk niets. Maar om dan toch het silhouet te krggen, neem je een schaar, zwart papier en een ïgmpot; eerst begin Je met het plaatje uit de courant te knippen en op te plakken op een stevig stuk papier en dan heel voorzichtig precies langs den omtrek uit te knippen, natuur- ïgk pas dan als de ïgm goed droog ls. Oe flesch, het schortje van zusje, krasg en en manchetjes va. broer moeten ook wor den uitgeknipt Als je het plaatje nu tegen het kapje van een schemerlampje aanzet en het lampje branat 's avonds, dan zul Je zien, wat dit aardig doorschgnt. Je kunt het prentje ook uitknippen van cellophaanpapler, dat ls dal glimmende papier, dat wel eens om een doosje zit en dan soms zulke mooie kleuren heeft. Zo'n silhouet heet oan een transparant, omdat Je er doorheen kunt kgken. Ook zoo'n transna: ant tegen het kapje van een schemerlampje aan maakt een bultege- woon aardig effect. Nu pioberen Jullie het maar eens.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 20