Radio-programma
Op en om het Binnenhof.
"m
HHI-DKRSCHR COURANT VAN ZATHRDAG 15 FHBKUARI 1936
GEMENGD NIEUWS
Mijneed tegen melkventers
Vat met asphaltproduct ontploft.
Weekkroniek
Dr. Colijn ziet meer perspectief in zijn beleid. - Het weerfonds-
ontwerp in behandeling. De heer Duys pakt uit
Binnenland
Door een vrachtauto overreden.
Op den driesprong Niekerk Hornhuizen
Zoutkamp is Donderdagmorgen een üooüelyk
verkeersongeluk gebeurd. De bestuurder van
de vrachtauto van de fa. Bakker uit Dokkum,
had gestopt om even naar den weg te vragen
en zette het voertuig weer in beweging, ju.si
op het moment dat de 32 jarige mejuffrouw
P. Zwart uit Zoukamp passeerde. Zij raakte
met de trappers tegen den treeplank, viel en
werd overreden. zy overleed spoedig daarna.
In het begin van het vorige jaar is de ver
gunning tot het uitventen van melk aan een
Siyter te Amsterdam ontnomen. Het mclk-
eontrölebureau vermoedde echter, dat de man
aich niet aan dezen maatregel stoorde en
toch melk vervoerde, zoodat de controleurs
opdracht kregen een oogje op hem te houden.
Op zekeren ochtend zagen zij den man op
een bakfiets met melkbussen rijden in de Fer-
dinand Bolstraat. Voor zij echter bij hem wa
ren, had hjj de fiets op slot gedaan en was njj
er vandoor gegaan. De beide ambtenaren ble
ven bij de fiets en eenige oogenblikken later
kwam een andere melkslijter op het voertuig
af en vertelde, dat hij de fiets en de bussen
had geleend van den man en dat hij eenige
oogenblikken geleden in de Ferdirtand Bol
straat had gereden.
De Amsterdamsche rechtbank veroordeelde
«chter den slijter en tegen den tweeden melk
slijter, die als getuige zrjn lezing volhield,
werd een vervolging wegens meineed inge
steld.
Thans handhaafde hij zijn verhaal opnieuw
«n de eerste venter, die ditmaal als getuige
optrad, bevestigde dit verhaal; niet hij, doch
verdachte had dien ochtend gevent
De ambtenaren waren er echter zeker van,
dat verdachte aanvankelijk niet op de bak
fiets had gezeten.
De Officier van Justitie achtte door de ver
klaring van de beide ambtenaren den ten
laste gelegden meineed bewezen. Tragisch is
het aldus de officier dat thans de ver
dachte uit de eerste zaak als getuige is ge
hoord en hij onjuiste verklaringen heeft afge
legd; verklaringen, die ik vierkant meineedig
acht.
Spr. heeft overwogen of hij dezen laatste
thans onmiddellijk in verzekering zou doen
stellen, hij zal dit op het oogenblik niet doen,
maar wel zal hij een vervolging instellen.
Spr. requireerde tegen den thans terecht-
staanden melkventer wegens meineed een ge
vangenisstraf van een jaar.
Vonnis 26 Februari.
Twee zwaar gewonden.
Donderdagmiddag heeft in de Bierbrouwerij
„De Drie Hoefijzers" te Breda, een hevige ex
plosie plaats gehad, waarbij twee arbeiders
ernstig zijn gewond.
Deze twee arbeiders, de 36-jarige A. van
Dongen uit Ginneken en de 31-jarige A. Ver-
heijen uit Breda waren ln een houten loods
tegenover de fabriek bezig met het leeg tap
pen van een vat met een asphaltproduct.
Door een onachtzaamheid is een der beiden
met vuur in de nabijheid van het vat geko
men, waardoor het alphaltproduct vlam vatte
en het ijzeren vat met een luiden knal uit-
eensprong.
Alle ruiten der loods werden verbrijzeld,
terwijl de kleeren der beide mannen door weg
springende brandende asphalt vlam vatten.
Ongelukkigerwijze bicken de deuren der
loods door de ontploffing iets ontzet, zoodat
de brandende mannen deze niet aanstonds
konden openen. Nadat dit met veel moeite
gelukt was rende beide mannen de straat op,
waar toegeschoten brouwerijpersoneel hen
ijlings in jassen en dekens wikkelde en aldus
de vlammen wist te dooven.
Niettemin hadden beide mannen zeer ern
stige brandwonden opgeloopen, die door dr.
Hermans in de verbandkamer der brouwerij
voorloopig werden verbonden.
Daarna werden beiden per ziekenauto naar
het St Ignatiusziekenhuts overgebracht. Hun
toestand is hoewel ernstig, niet direct levens-
gevxaarlijk.
Den Haag, 13 Febr. '36.
Ondanks het feit, dat er van de algemeene
bespiegelingen in de Eerste- Kamer over het
gevoerde en nog te voeren Regeeringsbeleid
van het Kabinèt-Coiyn niet heel veel nieuws
kon wordèn verwacht en dan ook niet is uit
gegaan, kan toch zeker niet gezegd worden,
dat de debatten als nutteloos moeten worden
beschouwd. Verre van dat! Dit hernieuwde
contact tusschen Regeering en Volksver
tegenwoordiging heeft ongetwijfeld een zui
verende werking gehad en wei in dit opzicht,
dat de groote massa kon vernemen, hoe haar
regeerders nog wel degelijk perspectief zien
in hun streven, en zich stellig niet door de
zwaar drukkende omstandigheden overrom
peld voelen. Men spreekt van een „volslagen
mislukte welvaartspolitiek", maar er is geen
Sprake van, dat een der verantwoordelijke
leidslieden iets van deze critiek aanvaardt,
ondanks de stijging nog steeds! van ons
werkloozencijfer. Dr. Colijn, die zijn groote
antwoord-rede hield, liet een gansch ander
geluid hooren en bleek integendeel overtuigd
van de zeer belangrijke resultaten, welke hij
wist te bereiken. En zijn „financier", mr.
Oud, die na hem het woord voerde, vroeg
zelfs ietwat verontwaardigd, waaraan men
het recht meent te kunnen ontleenen, nu
reeds een oordeel te vellen over de resultaten
van het gevoerde Regeeringsbeleid, waar
slechts de geschiedschrijver over tal van
Jaren ln staat zal zijn, een behoorlijke mee
ning te uiten over wat in deze moeilijke
Jaren tot stand werd gebracht.
Dr. Colijn ging meer uitvoerig onze positie
temidden van de volken na, met het doel, aan
te toonen, dat Nederland er heusch nog niet
zoo heel slecht aan toe ls. De massa weegt
den huidigen toestand bij voorkeur af naar
den stknd der werkloosheid, en dat ls begrij
pelijk, Daarom gaf de premier eenige cijfers
betreffende de relatieve werkloosheid (d.w.z.
koud te worden, zoodat ze langzamerhand
volkomen verstijfden. Meer dan eens huiver
de en klappertandde Rimington, zijn oogen
Staarden zonder iets te zien en de hand, die
op Honor's schouder lag, was brandend heet
Er waren nog andere dingen, die het meisje
angst aanjoegen. Een paar keer ving haar
oor boven het gestadig ritselen van den wind
uit, het geluid van een veraf gebrul op;
leeuwen
Hoelang ze onderweg waren wist ze niet,
ze had alle idee van tijd verloren; maar het
leek haar alsof er uren voorbij waren gegaan.
Plotseling begon Rimington te lachen.
Maar Jij hebt ze. Jules. Geef hier, riep
hij Wild.
Ze begreep, dat de koorts heftiger begon
te worden. Dat was een slecht voorteeken
voor den dag die voor hen lag. Het bleek
dwaasheid om nog verder voort te gaan met
iemand die aan het ijlen was. Het was beter
om halt te houden, vond ze en tot morgen te
wachten, als de koorts misschien afgezakt
was]
Ze keek om zich heen naar een geschikte
plaats. Voor haar zag ze de witte bloesem
wolk van een acasia glanzen in het maan
licht Daar zouden zc kunnen wachten op
Óen morgen. Nauwelijks had ze dat besluit
genomen of Rimington begon nog heftiger te
huiveren en ze kon hem hooren klappertan
den. Hij mompelde allerlei onsamenhangende
woorden en ze deed al haar best om hem
moed in te spreken en verder te helpen.
Toe liefste, we zullen binnen een paar
minuten halt houden.
Ze voelde hoe hij zich vermande, hoewel hij
niets zei en al haar liefde en teederheid wel
den ln haar op, btj die geweldige wilsinspan-
ning. Ze sloeg haar arm nog vaster om hem
heen de laatst paar meter moest ze hem
bijna dragen.
Toen ze o'e acacia bereikten, vroeg ze hem
te gaan zitten en hoewel ze bijna uitgeput
Was, begon ze dadelijk een zoo goed moge
in verband met de bevolkingsdichtheid) in de
ons omringende rijken. Welnu, het percen
tage van ons land bedraagt iets minder dan
5 Engeland bezit een percentage van
4.2 ondanks zijn imperium van 500 mil-
lioen afnemers! Amerika, waar men zoo sterk
aan de algemeene kwaal doktert, wijst echter
nog een percentage van 10 aan, en als
men alle ondei steunden (werkverschaffing)
erbij rekent, niet minder dan 16
In België is de situatie wat gunstiger dan
hier, tenminste, voorzoover de officieele cij
fers spreken, die 3 aangeven. Men dient
echter te bedenken, dat dit cijfer alléén be
trekking heeft op de georganiseerde arbei
ders, doch aangezien ongeveer de helft der
arbeiders aldaar niet georganiseerd is, moet
het percentage gevoeglijk op 6 worden ge
bracht
Men wijst op Zweden, doch men vergeet,
dat Zweden geen bevolkingsaccres heeft ter
wijl Nederland er ieder Jaar 103.000 zielen bij
krijgt wat natuurlijk ook het werkloozen
cijfer beïnvloedt België gaat daarentegen
met 27000 zielen vooruit, dat heel wat min
der ia
Dooreengenomen is de toestand in Neder
land dus zeker niet ongunstiger dan in an
dere landen, waar men vele gevaarlijke expe
rimenten heeft gedaan, welke toch niet blij
vend zullen helpen, zoo zei dr. Colijn, die ver
zekerde, dat voor ons alleen uitkomst is te
verwachten via verlaging van de productie
kosten. Hoe daartoe te komen?
De heer De Bruijn (R.K.) had sympathie
voor devaluatie doen blijken, doch de premier
noemde haar „een slinksche loonsverlaging"
en dan nog wel, nadat al zoovele loonen zijn
verlaagd. De Regeering denkt er dus niet aan en
de premier wees erop, dat men het middel
ook niet mag vragen van een „chirurg, die
geen vertrouwen in de operatie bezit".
„De deflatie slaagt veel beter dan men
denkt!" aldus dr. Colijn, en reeds uit deze
tjjke ligplaats voor hem gereed te maken. Ze
wist, dat de grond yskoud was, maar het
gras was kurkdroog en vlak bi) hen stonden
een paar groene struiken zonder doornen. Ze
plukte een paar armen vol takken en spreid
de die op den grond bedekte ze met droog
gras en haalde hem over om erop te gaan
liggen. Ze betwijfelde of hij begreep, wat zij
bedoelde, maar hij gehoorzaamde haar als een
kind. Ze trok handen vol gras af en bedekte
hem ermee, wetende dat net hem tenminste
warm zou houden. Toen ging ze naast hem
zitten om de wacht te houden. Maar ze was
zoo moe, dat ze bijna dadelijk in een diepen,
droomloozen slaap viel, waaruit ze wakker
werd door een naamloos gevoel van angst,
waarvoor echter in het geheel geen reoen
scheen. Zij huiverde van kou, toen ze om zich
heen keek. De kille nachtwind deed het gras
zacht ritselen en er was geen enkel ander
geluid. De maan ging onder, nergens bewoog
zich iets en toch klopte haar hart heftig van
angst, zoodat zij bijna onbewust haar hand
uitstrekte naar haar geweer. Eén, twee mi
nuten gingen voorbij. Toen zag ze op de
bleeke schijf van de maan een schaduw, die
haar deed denken aan het begin van een
maansverduistering.
Een oogenblik zag ze de contouren van
een hoofd en een paar schouders niet ver
van haar vandaan. Juist cp dat moment be
gon Rimington zacht te mompelen. Dadelijk
draaide ze zich om en legde haar hand op
zijn mond en fluisterde in zijn oor, terwijl ze
zich over hem heenboog:
Nee! Nee! liefste, wees stil, wees in
's hemelsnaam stil!
Misschien was het de dringende toon van
haar gefluister, die tot hem doordrong, maar
het gemompel hield op en toen ze haar hoofd
weer omdraaide zag ze de gestalte verder
gaan, weg van de acacia, die hen beschutte
en verdwijnen ln het duister van den nacht.
Ze hoorde niets dan het geru'sch van den
wind en zag niets dan het dieper en dieper
woorden klonk veel meer zelfvertrouwen, dan
men tot nu toe van den leider onzer Regee
ring gewend was. Hij sprak heden in 't ge
heel niet meer van „zoeken en tasten", van
steeds wisselende perspectieven, van werk,
dat vandaag verricht wordt en morgen blijkt,
tevergeefs te zijn geweest, gelijk Z.Exc. bij
vorige gelegenheden onze algemeene econo
mische omstandigheden wel kenschetste.
Neen, hij bleek al verklaarde hij dat niet
ronduit, waarschijnlijk, om' te veel optimisme
te vermijden de naaste toekomst minder
somber in te zien. Over den toestand onzer
bedrijven betoonde de premier zich niet onte
vreden, wat betreft de soliditeit van hun po
sitie, Ongetelde millioenen werden reeds af
geschreven, zoo zei hr), de loonen zijn goed
deels aangepast. Het hapert alleen nog op
het stuk van de door de overheid ondernomen
verlaging van lasten, vond dr. Colijn. Maar:
„We kunnen er komen in ons land, als allen
slechts den moed hebben, de waarheid onder
de oogen te zien".
Dit woord klonk hoopgevend.
De zeer heldere, knappe rede, welke dr.
Cotyn ln de Tweede Kamer gehouden heeft,
ter verdediging van het Defensie-fonds, heeft
nog eens duidelijk de positie van Nederland
temidden der volkeren uiteen gezet. De pre
mier verliest zich ten aanzien der internatio
nale verhoudingen zeker niet in het rijk der
luchtkasteelen, van de onwerkelijkheid, en
daarom strekt het tot verheugenis, dat hjj op
zeer weinig alarmeerende wijze sprak over de
gevaren, welke ons land vanwege den inter
nationalen bewapeningswedloop bedreigen.
Men kan gelukkig niet zeggen, dat de pre
mier het oorlogsspook heeft opgeroepen, om
zijn voorstellen toch maar aannemelijk te ma
ken bij de tegenstanders. Trouwens, dr. Colijn
woes er bij den aanvang zijner rede op, dat
hij zich in een wonderlijke positie bevond,
wijl hij zich in zeker opzicht ook had te „ver
dedigen" tegen de voorstanders van het
fonds, die veelal om méér hadden gevraagd.
,,En dat,", zoo zei de p remier, „terwijl ik
lange jaren over de tong ging als een der
greotste militaristen!"
Dr. Colijn stelde er glooien prijs op tg ver
klaren, dat de voorgestelde maatregelen te
gen niemand ln 't bijzonder gericht zijn en
uitsluitend zijn ingediend om Nederland be
hoorlijk verdedigbaar te maken tegen iederen
aanvaller. Met nadruk verzekerde de pre
mier, dat de verhouding tot é.1 onze naburen
goed is, en dat geen der naburen mag worden
verdacht, een opzettelijke schending onzer
souvereiniteit In den zin te hebben. De regee
ring is cok niet 't minst verontrust door
zekere recente publicaties in de pers, aldus
Z.E., die er voorts op wees, dat zulke be
schouwingen niet onschuldig zgn, want al
staan Regeering en Staten-Generaal afwij
zend tegenover welke ophitsing ook in het
buitenland wordt een en ander vaak anders
en verke.erd gezien.
De grond der voorstellen is gelegen zoo
ging dr. Colijn verder in de gevaren, die
kunnen voortvloeien uit de gewijzigde inter
nationale omstandigheden in het algemeen.
De ontwapeningspogingen zijn radicaal mis
lukt, met als gevolg overal toenemende natio
nale bewapeningen. En daardoor nemen te
vens de politieke spanningen toe. Abessinië
laat zien, dat men voorloopig geen snelle hulp
van den Volkenbond kan verwachten, al zou
een Westersche staat vermoedelijk wel eerder
worden bijgestaan dan Abessitnë, doch de
snelste hulp kan niet tijdig genoeg komen,
als b.v. ons land niet een korte poos een aan
val met succes weerstand kan bieden.
Onze tegenwoordige weerkracht achtte de
premier onvoldoende, versterking is noodig.
Want geen land in Europa is zóó aan conflic
ten blootgesteld als Nederland, ook door
maatregelen, die andere landen genomen
hebben ter verdediging van hun land. Een
conflict tusschen groote mogendheden brengt
de grootste moeilijkheden mee. In dit vér
band wees dr. Colijn geheel en ai de gedachte
van de hand, dat een groote mogendheid een
rechtstreeksche aanval op ons land zal onder
nemen. Maar in '14 was de paraatheid van
ons leger zóó groot, dat het voor de oorlog
voerenden voordeeliger was, met Nederland
vrede te houden. Er is alleen dén reden de
toekomst met vertrouwen tegemoet te zien,'
als de weermacht in staat is neutraliteits-
schennis tegen te gaan!", zei dr. Colijn na
drukkelijk, en in dit woord lag een groote
mate van geruststelling.
De premier zette vervolgens uiteen, wat
thans het meest in 't oog vallende element
ls in den modernen oorlcg. Dat is namelijk de
snelheid, waarmee de strijdmiddelen kunnen
worden verplaatst. In 2 eeuwen' vóór Napo
leon veranderde niets in de mobiliteit ,vqn de
legers. Eerst in 1871, bij den Fransch-Duit-
worden van de schaduwen, toen de maan
wegzonk achter de horizon. Tenslotte was de
laatste rand verdwenen en ze slaakte een
zucht van verlichting.
Deze duisternis leek haar de besté be-,
sciierming toe, want ze was ervan overtuigd,,
dat de man die ze gez'en had, een vijand was.
Was het de man die hen zoo hardnekkig ge
volgd was van Rahutu uit. die Juma gewond
en Salem gedood en het gras aangestoken
had? Hij scheen hun spoor weer gevonden te
hebben had hen misschien gehoord in de
stilte van het woud en was hen gevolgd over
de rotshelling. Als het verschijnen aan dézen
kant van het woud geen toeval was. zou hij
morgen als het licht was, weer op zoek gaan
en hen zeker vinden. Se vroeg zich af wie
de achtervoiger waj Legrand? Als ze
dacht aan het opgewonden vreugdegeroep
dat ze gehoord had. werd haar overtuiging
dat Legrand Rimington's kogel overleefd had
steeds vaster. Of was het Mannering? Als
die het was zou ze ook moeten schieten em
Alec te redden.
Ze bleef den heelen nacht zitten, ze zag
hoe de dageraad stralend licht over het land
uitgoot, aan den eenen kant van de vlakte
bedekte ze heel ver weg een begroeide heu-
velrij, aan den anderen kant de donkere lijn
van het woud; toen stond ze op en verkende
de wijde, golvende vlakte om zich heen. Op
een mijl afstand van haar bewoog zich iets.
een paar dieren, die vreedzaam liepen te gra
zen. Ze keek verder. Nergens een rookwolkje,
dat op een kamp wees. nergens ook een
spoor van den man dien ze in den afgeloopen
nacht gezien had en die rustig grazende die
ren bewezen, naar zij dacht, dat hrj niet in de
buurt was. Als ze niet beter wist, zou ze
haast geïooven dat de gestalte die ze zich
had zien afteekenen tegen de ondergaande
maan, een booze droom was geweest.
(Wordt vervolgd.)
schen oorlog, gebruikte men spoorwegen en
in den oorlog deed de motor haar Intrede.
Men heeft nu dus te maken met een ge
weldige ommekeer, welke bracht het gevaar
uit de lucht, de motoriseering van de weer
macht, die zooveel snellere strategische in be-
zitname, de gepantserde eenheden.
Hoe is het daarmee bij ons gesteld? vroeg
de minister-president zich af. Onze lucht
afweer ls alleszins onbevredigend, zoowel wat
het actief optreden als de verdediging be
treft. Onze soldaten zouden weerloos zijn
overgeleverd akn de luchtbombardementen!
Voorts dienen wij ons te wapenen tegen
gemotoriseerde aanvallen, die op onze tal-
looze goede wegen een goede kans van sla
gen hebben. Als er aan de grens niets wordt
gedaan is snelle bezetting, door den vijand,
der mobilisatie-centra mogelijk. Daarvoor die
nen kazematten om een verrassenden aanval
tegen te houden. Wij moeten ons met vrucht
kunnen verdedigen tegen de moderne vechts-
monsters!
Het personeelsvraagstuk is nog niet in de
finitief stadium, aldus dr. Colijn vervolgens,
én hij kon daarover dus thans niets perti
nents meedeelen. De materteelvoorziemng
gaat vóór, hoewel daarvoor natuurlijk eén
bezetting moét zijn. Het Zwitsersche stelsel
ten deze is bij onze Regeering in studie. En
ook ten aanz.en van de Indische defensie be
staat nog geen eindbeslissing.
Toen kwam de premier tot de geuite be
zwaren tegen de fondsvorming. Hij betwistte,
dat de omlooptijd van het fonds langer zou
duren dan de gebruikswaarde van het aan te
schaffen materieel. En het fonds-denkbeeld is
medégevolgd vanwege den momenteelen
slechten financieelen toestand. De termijn van
20 jaar is niet zco-maar uit de lucht gegre
pen. zoo zei dr. Colijn vervolgens, want wat
den leef tijdsduur" der schepen betreft, een
flottieljeleider gaat 18 jaar mee, een instruo- j
tieschip 30 jaar, mijnenvegers 25 jaar, mij- I
nenleggers 30 jaar, vliegtuigen gemi.ddeld 10
Jaar. Voor vliegtuigen is ln het fonds echter
maar heel weinig opgenomen.
Alles dooreen is de gemiddelde leef tijds
duur grooter dan de looptijd van het fonds. I
Men vergete b.v. niet, dat het veldgeschut,
gekocht onder het ministerle-Kuyper, al 30
jaar oud is en nog mee kan. Zelfs werd vopr
de oude vuurmonden 6 cm veld nog nieuwe
munitie aangemaakt. En mijnen blijven onbe
perkt bruikbaar.
L Mr. Joekes (V.D.) had bezwaren geuit te- i
geni het door het fonds gebonden zijn. Men
heefj alle vrijheid, erop terug te komen als
menj wil. verzekerde dr. Colijn.
Voor zoover hét de Marine betreft, zullen
de materialen voor 80 in ons land kunnen
worden gemaakt Voor de landmacht is dat
niet zoo eenvoudig.
De premier kwam tot zjjn slotwoord. Hg
zei: Wat de Regeering vraagt, is absoluut
onvermijdelijk en in wezen volstrekt defen- i
sief. Het' Volkenbondspact (art. 8) eisrht
trouwens een nationaal leger, dat de natio
nale Veiligheid waarborgt en dat eventueel
snelle' hulp kan erlangen. Ten slotte vroeg
dr. Colijn: Zijn wij er na de aanschaffing van
het nieuwe materieel? En hij antwoordde:
De moreele defensie moet dé materieelc
schragen. De politieke vrijheden, de kennis
onzer historie, versterking van het Interna
tionale rechtsbesef, dat zijn alle dingen, die
de moreele defensie steunen. En ten slotte
mqet alles worden gedaan om de collectieve
veiligheid te bevorderen!
Met opzet heb ik een korte passage uit
'«^ministers rede weggelaten, wijl men eerst
öjj de hoogte moet zijn van wat geschiedde
vóórdat Z.Exc. het woord verkreeg. Mr.
Pnys, het (volgens de woorden van den Com
munist De Visser) „afgesplinterde enfant-
tierrible der S.D.A.P. had namelijk tegen ztjn
voormalige partijgenooten „uitgepakt" en o.a.
gezegd, dat er in die partij de grootste twee
slachtigheid heerscht ten aanzien van de
nationale defensie. Dr. Colijn zei echter, over
de uitlatingen van ir. Albarda gunstiger te
dénken, aangezien de partij zich toch wel Iets
gelegen moet laten liggen aan de meening
van den fractie-voorzitter, die gisteren im
mers onomwonden verdediging der onafhan
kelijkheid noodig had geoordeeld. Maar dan
binnen de perken van ons financieel kunnen.
De „vijandelijkheden" tusschen den heer
Duys én zijn voormalige partijgenooten waren
vinnig, en maakten op de toeschouwers onge-
twijfe'd een soms wat pijnlijk-onbehageiyken
indruk. Mr. Duys heeft ook een andere zit
plaats gekregen; zoodat htj niet méér op de
banken der Socialisten zit, maar naast da
Lingbeek.
Vandaar bestookte hij de fractie. De kamer
luisterde stil toe. De beschuldigingen stapel-
d'en' 'zich, op. Zoo vroeg hij. hoe de fractie de
rpdé:. vap ir. Albarda van gisteren vereerilgen
kon met het bij de defensie-begrootling van
'36 door; den heer Van Zadelhof gesproken
woord, dat 4e S.D.A.P. het standpunt der na
tionale ontwapening blijft Innemen, dat er te
dien /aanziet» niets veranderd is? Van het
daarr.a gekomen Congres-besluit, snapt nie
mand iéts!'ripp de heer Duys uit Men durft
érfet gondult te spreken. Men rekent op sta
kingen, als er Oorlog uitbreekt. Maar zal de
„Duitsche vakbeweging" ook tot staking be
sluiten, als men daar tot agressie over
gaat?
Mr. Duys riep uit dat hij zich niet met
holle frases uit wandelen laat sturen. Hij blijft
qpkomén voor het democratisch socialisme,
rpaar bij de S.D.A.P. is alles dubbelhartig
heid, waf de klok slaat. De man der volkomen
weerloosheid (Banning) zit in het hoofd
bestuur. Wie begrijpt daar iets van? De heer
Van Zadelhoff wilde een „Veiligheidswacht"
zonder moderne toerusting en dat vond de
heer Duys misdadig voor onze jongens, die
zoodoende weerloos staan tegenover een goed-
bcwapenden vijand.
v De heer Bqekroan maakte in de „Soc.-
Deipocraat" verschil tusschen het „program
der party" en de „politiek der party", ais
zijnde een „verschil van nuanceering". Hierin
zag mr. Duys de ware dubbelhartigheid. In
eens ging de S.D.A.P. nationaal" doen, werd
de rood-wit-blauwe vlag ónze vlag en de roode
een „vies en voos spel", gelijk in genoemd
blad werd geschreven. Wiardi Beekman
schreef eens in de „Vooruit": „De Januskop
heeft de party altyd gesierd"
De „Avondpost" vroeg eens, hoe eventueel
Socialisten minister kunnen worden, als zy
nationale ontwapenaars blijven. De „Vooruit"
schreef daarop: In '33 werden twee Vryz.-De-
mocratlsche ontwapenaars óók wel minister!
Nota bene, en dat, wijl men destijds die twee
met modder gooide vanwege het feit, dat zy
het ontwapeningsstandpunt prijs gaven!
Zoo gaat de party ten gronde, ten bate van
Communisten en Nationaal-Socialisten! riep
de heer Duys uit. Want als de heer Albarda
nu niet fier rechtsomkeert maakt, wat zal hg
dan een figuur slaan als hy eens minister
wordt
Zoo ging mr. Duys maar door. Ten slotte
prees hy dr, CoUjn om zijn moed, in dezen tyd
met een dergelijk voorstel te komen. De heer
Duys verklaarde luide, met liefde voor het
ontwerp te zullen stemmen, omdat hg de neu
traliteit van het vaderland wenscht te hand
haven.
Bg de replieken na de ministerieele rede
diende ir. Albarda den ander van repliek.
Eerst antwoordde hy den heer Amelink
(A.R.), die aan het begin van den middag
had gesproken en zei, dat de S.D.A.P. „ach
teraan" komt. De heer Albarda gunde in deze
de eer aan laatstgenoemden spreker. En als
hij zegt, dat b.v. in Zweden wel door Socia
listen aan de defensie wordt gewerkt, dan
vergeet hij, dat de financiën daar zooveel
gunstiger zgn dan hier.
Toen tot mr. Duys: Hy stelt zich voor als
de stabiele man, die nooit aan nationale ont
wapening heeft gedaan... Maar herinnert hy
zich wel. wat hy zei en schreef in '14, in '15,
in '18? Toen hij o.a. zich aldus uitliet: „wy
gaan niet vechten voor onze onafhankelijk
heid, voor het kapitalisme"? In Nov. '18 zei
hij: „Beter een levende Duitscher dan een
dooie Hollander"
Wij zullen de moeiiyke vraagstukken heusch
wel oplossen zonder den heer Duys en hebben
zijn voorlichting niet noodig", aldus ir.
Albarda.
Toen dé repliek-beurt aan mr. Duys was,
liet hy de gelegenheid niet voorbijgaan om
den ander zgn „dappere ongehoorzaamheid"
te verwijten. De citaatjes van 20 jaar gele
den telde de heer Duys niet Het gaat erom
of men zich ten goede verandert. Mr. Duys
wilde ook wel citaatjes van redevoeringen
van ir. Albarda van 20 Jaar geleden geven,
toen hy het leven van Troelstra verzuurde..,
„Absoluut onwaar! riep de heer Albarda.
Nogmaals: het was een weinig verheffende
kgfparty, welke voor een deel buiten het aan
hangige ontwerp omging.
By de replieken bleek ook, dat de leden, die
bezwaar hadden gemaakt tegen de fondsvor
ming, werden bygedraaid. En daarby kwam
duideiyk vast te staan, dat de tot nu toe jaar-
lgka op de begrooting voorkomende 4 mij.
lioen voor materieelvernieuwing, twee jaar
achterwege zal biyven en eerst weer ln '38 op
de begrooting zal worden gebracht, wanneer
allerlei genomen perspectiefbesparingen effec
tief zullen zijn geworden. Dus dan wordt, met
3% ton aflossing voor het fonds, 7 V4 mil-
lioen per jaar voor de vernieuwingen uitgege
ven.
Ten aanzien van de heden gehouden debat
ten moet ik nog releveeren, dat de heeren
Lingbeek (H.G.S.) en Zandt (S.C.P.) ver
klaarden, de wetsvoordracht te zullen steu
nen, en dat de heer Sneevliet (R.8.P.) zich
met hand en tand tegen het gebodene ver
zette.
A.s. Dinsdag zal men tot stemmen over-
gaan. Het ontwerp wordt natuurlijk aangeno
men.
Een goed uur na het uiteengaan der Twee
de Kamer kwam de Senaat bijeen om een
wetje tot korting (10%) op de uitkeeringen
uit het Spoorwegpensioenfonds 1925 goed te
keuren. Er ontspon zich nog een debat, waar
aan de heeren Moltmaker (S.D.), Nivard
(R.K.), Lohman (C.H.) en Michiels van Ke».
senich (R.K.) deelnamen. De twee eerstge-
noemden, en later ook mr. Mendels, konden
zich met het gebodene niet vereenigen, omdat
hier rechten zouden worden aangetast en het
tekort van het pensioenfonds zou worden ver
haald op lieden, die aan het ontstaan van dat
tekort geen schuld fhebben.
Minister v. Lidt die Jeude zette nog eens het
standpunt der Regeiering: uiteen en betwistte,
dat de pensioenen onaantastbaar zyn. Ze zgn
het wel, evenals de: loonen. Omtrent het vrg-
laten van pensioenen beneden 500.zou
Z:Exc. zich nog eens beraden. De wet zal op
1 April '36 in werking treden.
Het ontwerpje kwam er met 2814 stem
men, die der S.D-A.P. en de heeren Nivard;
De Bruyn (R.K.) en Van Vessem (N.S.B.)
Parlementariër;
ZONDAG 16 FEBRUARI,
Hilversum L 1875 m.
8.55 VARA, 10.00 VPRO, 12.00 AVRO, 4.15
VPRO. 4.45 AVRO, 5.00 VARA, 8.00 AVRO.
8.55 Orgelspel.
9.00 Voetbalnieuws.
9,05 Tuinbouwpraatje.
9.30 Vervolg orgelspel,
9.46 Causerie.
10.00 Voor de jeugd.
10.30 Luth. kerkd.
11.30 Orgelspel.
12.00 Filmpraatje.
12.30 Kovacs Lajos' orkest.
l.Oo AVRO-Nirom-uitzending.
I.30 Omroeporkest.
2 00 Boekbespreking.
2.30 Omroeporkest en solist,
j 2t Pianorecital.
4.15 Relig. causerie.
4.45 Sportnieuws. Gramofoonpl,
5.00 Gramofoonpl.
5.45 Voetbalpraatje.
0.00 Tenor-recital.
6.1', Sportnieuws.
6.20 Vervolg .ang.
6.30 Radio-tooneel.
(.00 Gramofoonpl.
8.00 Berichten.
8.15 Omroeporkest en soliste,
9.00 Radio journaal.
9.15 Orgelsoel.
9.35 Concertgebouw-orkest en soliste. |j.
10.35 Rad!otooneei.
10.55 Gramofoonpl.
II.00 Berichten.
11.10—12,00 AVRO-Decibels.
Hilversum 11, 301 m.
8.30 KRO, 9.30 NCRV, 12.15 KRO, 5.00
NCRV. 7 45—11.00 KRO.
8.30 Morgenwijding.
9.30 Dameskoorconcert, m.m.v. sopraan en
I orgel.
10.30 Geref. Jeugddienst. Hierna orgelspel.
12.15 Gramofoonpl.
E..50 KRO-Wereld-programma.
1.50 ARO-Orkest.
2.05 Koloniaal programma.
3.20 KRO-Orkest.
4.00 Gramofoonpl.
4.30 Ziekenhalfuur.
5.00 Gramofoonpl.
5.20 Ned. Herv. Kerkdienst. Hierna gram.pl.
7.45 Sportnieuws, lezing, berichten.
8.20 KRO-Orkest en soliste.
40 Causerie.
1.55 KRO-Syrnphonie-omest,
9.40 Gramofoonpl.
9.50 KRO-MelodiPten.
10.30 Berichten, gramofoonpl,
10.4011.00' Epiloog
MAANDAG 17 FEBRUARI.
Hilversum L 1875 m.
Algemeen Programma, verzorgd door de
VARA.
9.00 Gramofoonpl.
10.00 Morgenwyding VPRO.
10.15 Voordracht.
10.35 Gramofoonpl.
11.00 De Zonnekloppers en gramofoonpl.
12.00 Gramofoonp'.
12.151.45 Orvitropia en gramofoonpl.
2.00 Gramofoonpl
3.00 Voor v.e Vrouw.
3.30 Orgelspel.
4.05 Gramofoonpl.
4.30 Kinderuur.
5.00 De Fliereflui ers.
6.30 Holl. Kamermuzickvereeniging en solis
ten.
8.00 Berichten.
8.10 VARA-orkest
9.00 Smith's Royal Hawailan Serenadere.
8.30 VARA-orkest.
10.15 Berichten.
10.20 Gramofoonpl.
10.30 Orgelspel.
11.0012.00 Gramofoonpl,
Hilversum H. 001 m.
NCRV-uitzending.
8.00 SchrifUezing.
8.159.30 Gramofoonpl.
10.30 Morgendienst.
11.00 Chr. lectuur.
11.3012.00 en 12.15 Gramofoonpl,
12.30 Orgelconcert.
2.00 Voor de scholen.
2.35 Causerie.
8.153.45 Gramofoonpl
4.00 Bybellezing.
4.45 NCRV-orkest
6.30 Vragenuur.
7.00 Berichten.
7.15 ReDortage.
7.30 Vragenuur.
8.00 Berichten. Gramofoonpl.
8.15 Volkszangavond m.m.v, sprekerB.
10.15 Berichten.
10.2012.00 Gramofoonpl,
DINSDAG 18 FEBRUARL
Hilversum 1, 1875 m.
AVRO-uitzending. 11.00 RVU, 8.30 VPRO,
6.30 RVU.
8.00 Gramofoonpl..
9.00 Ensemble Jetty Cantor.
10.00 Morgenwgding. Gramofoonmuzieh.
10.30 Ensemble Jetty Cantor.
11.00 Lezing.
11.30 Kovacs Lajos' orkest
12.45 Gramofoonpl.
1.00 Omroeporkèst.
I.45 Gramofoonpl.
.'.00 Omroeporkest en solisten.
3.004.00 Knipcursus.
'1.05 Piano-recital.
4.30 Kinderkoorzang.
5.00 Voor de rinderen.
5.30 Bybelvertelling.
6.00 AVRO-Decibels.
6.30 Causerie.
7.00 Voor de kinderen.
7.05 Vocaal concert
7.30 Engelsche les.
8.00 Berichten.
8.10 Kovacs Lajos' orkest m.m.v. vocaal
sextet.
9.15 Causerie.
9.30 Concert m.m.v. solisten, koor en orkest
10.25 Gramofoonpl.
10.35 Revue-uitzending. (Om 11.00 Berichten)
II.30—12.00 AVRO-Decibels.
Hilversum U, 301 m.
KRO-uitzending. 4.0O—5.10 HIRO.
8.009.15 en 10.00 Gramofoonpl.
11.30—12.00 Godsd. halfuur.
12.15 Gramofoonpl en KRO-orkest.
2.00 Vrouwenuur.
3.00 Modecursus.
4.00 HIRO
5.10 KRO-Boys.
5.45 Gramofoonpl.
6.00 KRO- Melodisten.
6.40 Lezingen.
7.35 Gramofoonpl.
7.50 Berichten.
8.00 Revue-uitzending.
10.30 Berichte--.
10.35—12.00 Gramofoonpl