Buitenlandsch Overzicht.
Militaire putsch te Tokio
HET
GESTOLEN KIND
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
64ste JAARGANG
Achter
diplomatieke
schermen.
3 maal per dag Den Heldei*-
Italiaansche
vredes'
voorstellen
Eenige ministers vermoord, o.w. de minister-president.
De regeering is den toestand meester.
De regeering afgetreden.
Voor
Zeer
in hui
f 3.25 pe
FEUILLETON
COURANT
Abonnement per 3 maanden bfl vooruitbet: Heldereche Courant 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2.—
NederL Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overige
landen 3.20. Losse nos. 4 ct; fr. p. p. 6 ct Weekabonnementen 12 ct
Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.-. Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Olrorekening No. 16066.
ADVERTENTIE Nt
20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bjj vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct; bij niet-contante betaling 15 ct per regel,
minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct
per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
Een kijkje achter diplomatieke schermen; een tipje van den
sluier opgelicht. - Krachtige verdediging van de versterking
van de Engelsche defensie. Zal Italië nieuwe vredesvoorstellen
doen?
De Engelsche minis
ter van buitenlandsche
zaken heeft zijn eerste
groote redevoering in
het Lagerhuis gehou
den. Dinsdag hebben wij
daarvan een uittreksel in onze krant opge
nomen en wie dit aandachtig gelezen heeft,
gal niet veel nieuws ontdekt hebben. Inder
daad heeft Eden niet veel nieuws verteld. Hij
peeft met klem herhaald, wat wij allang wis
ten, dat Engeland in alle opzichten achter den
Volkenbond zal staan en niet zal aarzelen de
consequenties uit zijn lidmaatschap te trek
ken. Ook ten opzichte van het olie-embargo
beeft Eden nogeens opnieuw gezegd dat En
geland dit verbod zal handhaven, zoodra de
Volkenbond er toe besluit.
Eenig licht is slechts gevallen op het rap
port Maffey, waarover huiten Indië zich nie
mand had opgewonden. Het blijkt dat de Ita
lianen hadden gevraagd, welke belangen En
geland in Abessinië had.
De Nw. Rott. Crt. schrijft naar aanleiding
daarvan in een hoofdartikel o.m.:
Wat ln het rapport-Maffey altijd weer aan
dacht verdient is, dat het vrijuit de mogelijk
heid in beschouwing neemt van een verove
ring van Abessinië door Italië. Aan die moge
lijkheid moet dan toch ook in de, aan de com
missie verstrekte opdracht zijn gedacht.
Stapje voor stapje komen wij nader tot
eenig weten, wat Laval in Januari te Rome
ten opzichte van Abessinië precies besproken
beeft, wat hij er daarna te Londen van heeft
medegedeeld, en hoe de Engelsche regeering
er aanvankelijk op heeft gereageerd. Het zijn
echter de eerste schreden op een weg, die nu
nog lang lijkt. Misschien kwamen wij in eens
veel verder, als wij precies wisten, waarom
Sir John Simon in het begin van Juni als mi
nister van buitenlandsche zaken heeft moeten
wijken. Op zich zelf was zijn verwisseling van
portefeuille uit een rijk register van diploma
tieke fouten en pekelzonden gemakkelijk ver
klaarbaar. Maar wat is het scheutje geweest,
dat den emmer ten slotte heeft doen over-
loopen? Heel goed kan er in die dagen een
besliste draai zijn gekomen ln de Britsche
politiek ten opzichte van het Abessijnsch
geval.
Eden heeft verklaard, dat Engeland afkee-
jrig ls van iedere omsingeltngspolitiek. Het Is
nuttig, die gevaarlijke politiek onvoorwaarde
lijk te veroordeelen. Jammer is echter, dat
het zoo moeilijk is te onderscheiden, wat echte
•msingelingspolitiek is, wat er slechts op
kjkt; en wat een anderen naam draagt of op
Iets anders lijkt en toch weer omsingelings-
feeleid ls. Voor den oorlog hebben wij omsin-
gelingspolitiek gezien in bet tafereel van
Wieringermeer - Medemblik - Hoorn
Amsterdam,
Verbinding met geheel West-Friesland.
twee groepen, die in een soort stellingsoorlog
met diplomatieke middelen, elkander tracht
ten te overvleugelen. Deze diplomatieke ma
noeuvreslag mislukte voor heide partijen. Er
bleef een evenwicht bestaan, dat tenslotte
tot den oorlog leidde, omdat geen van beide
partijen uit vrees voor overmacht den oor
log uit den weg hoefde te gaan.
Wat wij tegenwoordig aanschouwen, draagt
vele namen. Er is een Volkenbondspolitiek,
onder Engelsch patronaat, die politiek van
collectieve veiligheid heet, en die de doeltref
fendste omsingeling van een oorlogzuchtig
land bedoelt te zijn. Zjj onderscheidt zich van
de oude omsingelingspolitiek, doordat zij niet
bij voorbaat tegen bepaalde landen gericht is.
En verder, doordat ieder eraan kan meedoen,
zonder oude hondgenooten ontrouw te worden.
Verder ls er een beleid van regionale ver
dragen. Locarno ls er een voorbeeld van, de
Kleine Entente een ander voorbeeld. Deze ge
vallen zijn zeer verschillend. Locarno is ge
richt tegen een mogelijk boosdoener in eigen
kring, de Kleine Entente zoekt haar object
buiten eigen kring. Als nu eens een lid van
Locarno kwaad beoogde en het verdrag op
zegde, zou dit een omsingelingsverdrag wor
den. Of zou het dan in zijn geheel, juist ter
wijl het reden van bestaan kreeg, moeten
worden opgezegd Het ware de moeite waard,
deze vraag aan Eden te stellen.
Dan ls er verder nog de ententevorming,
waaraan Frankrijk reeds vroeger, door zijn
bondgenootschap met Polen en de Kleine
Entente, zoo sterk gedaan heeft, en die het
nu, moreel daarbij door Engeland gesteund,
voortzet. Ook is er de politiek van pacten,
die Frankrijk nastreeft.
Men ziet, alles wat er sedert den oorlog aan
methoden van samenwerking ontstaan is, is
verschillend van het oude Europeesche stel
sel. De omstandigheden maken het echter
alles tot omsingelingspolitiek.
Verdediging
van de
Britsche
bewapening.
Engeland schijnt wel
overtuigd te zijn van de
noodzakelijkheid van zijn
bewapening, evenals alle
andere landen van Euro
pa, die de millioenen uit
gaven voor defensieve
doeleinden beschouwen als een „noodzakelijk
kwaad". Ook in ons land zijn tal van pacifisten
voor de grootere uitgaven voor leger en vloot.
Wie daarover ln de eerste plaats gnuiven zijn
natuurlijk de wapenfabrikanten, die de millioe-
nen win sten in hun laadje zien glijden.
In een rede, dezer dagen gehouden te Bir-
mingham, drong sir Austen Chamberlain aan
op een politiek van sterke nationale defensie.
H(j verklaarde voorstander te zijn van collec
tieve veiligheid, doch hij wees op de gevaren,
welke voor Engeland dreigen, wegens den
huldigen toestand in de wereld, Indien het
dezen weg opgaat.
Chamberlain wees erop, dat wantrouwen en
ongerustheid weer den boventoon voeren en
dat zelfs de vreedzaamste naties zich tot wa
pening gedwongen gevoelen.
Zwitserland en Nederland, twee neutrale
landen, wapenen zich, is het dan niet tijd, dat
de burgers van Groot-Britannië van hun re
geering een duidelijke uitspraak elschen van
haar politiek, gepaard met een programma,
dat hun zal verzekeren tegen de gevaren, die
wij hopen, dat zullen overdrijven, naar die niet
verwaarloosd kunnen worden.
De regeering moet het land in de eerste
plaats de verzekering geven, dat zij beschikt
over een behoorlijk brein, wat de eerste ver-
eischte ls voor een behoorlijke organisatie van
de landsverdediging.
In een redevoering te Plymouth heeft het
Lagerhuislid Sir Edward Grigg zijn ongerust
heid uitgesproken over de Duitsche bedreiging.
Als men vraagt, waar de bedreiging
voor den vrede schuilt, moet men eerlijk
antwoorden: in Duitschland.
Duitschland is weer vervallen ln een ver-
beerljjking van den oorlog en men predikt er
een geest, die gevaarlijk is voor den Europee-
schen vrede.
Ik geloof, zei Grigg, dat het aan geen twijfel
onderhevig is, of Duitschland heeft ongeveer
800 millioen pond sterling uitgegeven voor zjjn
militaire toebereidselen in den loop van de
laatste drie jaren. Het is duidelijk, dat een
regeering, die de verantwoordelijkheid op zich
heeft genomen voor dergelijke uitgaven, moet
toonen, dat men daar wil van heeft gehad.
Het gevaar schuilt in de Duitsche dictatuur.
Het lot van den vrede kan in handen van
Groot-Britannië liggen, maar alleen, wanneer
dit land behoorlijk gewapend is.
Via Brussel is er een
bericht in omloop, dat
een afgezant van Mus-
solini te Londen bezig
zou zijn een grondslag
te vinden tot regeling
van het Italiaansch-Abessijnsche geschil, op
grondslag van een denkbeeld door generaal
Sir C. W. Gwynn aan de hand gedaan.
De voornaamste trekken van dit plan, dat
wel als een Italiaansch proefballonnetje zal
moeten worden beschouwd zjjn de volgende:
le. De veroveringen van keizer Menelik zijn
een last voor het Amharische Abessinië.
2. Deze gebieden moeten onder soeverein
bestuur komen van Frankrijk, Italië en Groot
Britannië tegen betaling.
3e. Deze betaling zou aan den Volkenbond
geschieden ter financiering van leeningen aan
Abessinië.
4e. Het grootste deel dezer gebieden ls ge
noemd in het plan LavalHoare.
5e. Frankrijk en Engeland zouden de niet-
Amharische gebieden krijgen, die aan hun hui
dige bezittingen grenzen.
6e. De veiligheid en soevereiniteit van
Abessinië zou door den Volkenbond gewaar
borgd worden.
7e. Abessinië zou voorrechten krijgen ten
aanzien van de exploitatie van ertsen in de
afgestane gebieden.
Zooals men ziet, komt dit plan neer op een
verdeeling van het grootste deel van het rijk
van den negus tusschen Italië, Frankrijk en
Engeland. Italië zou er vrijwel precies mee
verkrijgen wat het altijd heeft willen hebben
en de Volkenbond zou, met Abessinië, het
loodje leggen.
Uit Shanghai werd hedennacht ge
meld dat in Tokio een militaire putsch
hoeft plaats gehad. Verscheidene regee-
ringsgebouwen zjjn door militairen bezet.
Minister-president, admiraal O ka da, de
minister van Financiën Takahashi en
admiraal graaf Salto zijn vermoord.
De telegraaf- en telefoonverbindingen
zjjn verbroken. De censuur is ingesteld,
de effectenbeurzen te Tokio en Osaka
zjjn gesloten.
(Reeds opgenomen in het „Advertentieblad"
V8I1 z'
Admiraal KEISUKO OKADA,
de vermoorde minister-president.
Het derde regiment infanterie slaat
aan het motten.
Volgens nadere berichten uit Sjanghai is de
coup uitgevoerd door 3000 man van het derde
regiment infanterie van de eerste divisie,
welke te Tokio in garnizoen ligt.
Gisterenochtend bij het aanbreken van den
dag bezetten zij de genoemde gebouwen, na
de wachten overmand te hebben. Afdeelingen
van de keizerlijke garde hebben opdracht ont
vangen, de muiters uit de door hen bezette
gebouwen te verdrijven.
De dood van Okada, Takahasji en
Salto bevestigd.
Een van het Japansche ministerie van
buitenlandsche zaken ontvangen telegram
bevestigt officieel dat minister-president
admiraal Okada, alsmede Takahasji, de
minister van financiën, door de militaire
muiters zijn vermoord. Ook admiraal
graaf Saito heeft het leven verloren.
Watanabe gewond.
Generaal Watanabe, de inspecteur-generaal
van de militaire opleiding, werd ernstig ge
wond.
De telefoonverbinding met Tokio
verbroken.
Volgens een bericht van den Japanschen
minister van buitenlandsche zaken aan den
Japanschen consul te Singapore hebben de
muitende militairen de woning van den
minister-president, het hoofdbureau van poli
tie en het ministerie van binnenlandsche zaken
bezet Het ministerie van buitenlandsche
zaken deelt mede, niet bezet te zijn.
De staat van beleg afgekondigd.
Verder wordt vernomen, datde staat van
beleg is afgekondigd. Men verwacht, dat
binnenkort de toestand zal worden geregeld.
De moordenaars werden aangevoerd door
kapitein Monaka.
De Rijksdag bijeengeroepen.
Volgens te New-York uit Tokio ontvangen
berichten heeft de keizer de vorming van een
nieuw kabinet gelast. De Japansche rijksdag
is tegen 20 April bijeengeroepen.
Ernstige onlusten na den coup.
Naar gemeld wordt hebben na den coup
ernstige ongeregeldheden plaats gehad.
In verband hiermede wordt erop gewezen,
dat sedert geruimen tijd de politieke toestan
den ln Japan worden gekenmerkt door een
sterke liberale en anti-fascistische strooming,
welke zich keert tegen het reactionnair con
servatisme van het leger. Vooral hij de ver
kiezingen is dit sterk tot uiting gekomen.
Goto voorloopig minister-president
In tegenstelling met het bericht, dat Goto
de minister van binnenlandsche zaken in het
kabinet Okada, vermoord zou zjjn, wordt
thans officieel medegedeeld, dat Goto met in
gang van gisterenavond als minister-president
zal optreden.
Minister van Financiën TAKAHASHI,
die eveneens vermoord werd.
KEIZER HIROHITO VAN JAPAN.
De regeering is meester van den
toestand.
Volgens de laatste berichten uit Tokio
la de regeering meester van den toestand,
Admiraal draaf SAITO,
die ook om het leven werd gebracht.
De Japansche ambassade te Londen heeft
meegedeeld, dat volgens een te middernacht
door het ministerie van binnenlandsche zaken
gepubliceerd communiqué, Goto en de overige
ministers zijn afgetreden. Te Tokio ia de staat
van beleg afgekondigd. Het communiqué voegt
hier nog aan toe, dat zich ln de overige deelen
van Japan geen enkel incident schijnt te heb
ben voorgedaan.
EEN VERHAAL UIT AFRIKA
38.
De toon van haar stem vervulde hem met
bezorgdheid. Als het werkelijk Mannering was
geweest, dien zij doodgeschoten had, zou ze
't zich ontzaggelijk aantrekken en dat zou
Wcl eens heel nadeelige gevolgen kunnen
bebbcn, na de uitputting en emotie van de
laatste dagen. Zjjn eigen hoofd klopte ha
merend en zjjn ooren suisden ondragelijk, ter-
hij bijna niet rechtop in bed kon blijven
Itten, maar hjj zei geruststellend:
Als hij het geweest was, zou je hem wel
berkend hebben, liefste, van zoo dichtbij...
terwijl je hem ook hebt hooren roepen. Je
bad hem moeten herkennen. Ik denk, dat het
tenslotte toch Legrand is geweest en dat
zoo'n schurk, dat het een zegen zou zijn
a'3 je de wereld van hem verlost hebt. Maak
maar niet bezorgd over hem, Honor. Kom
«ens hier bij me zitten. Ik moet je nog be
danken
liep naar hem toe en viel op haar
Knieën naast zijn bed neer. Hij nam haar
ln de zijne en drukte er zijn lippen op.
n snik ontsnapte haar.
Als ih maar zeker wist, dat het Le-
gl'^d wasen nietz
Misschien kunnen we het morgen uit-
a_en- Als hü gewond is
ik heb hem hooren vallen ln het bosch
en_bij gaf een gil
ja ^an zullen we het morgen wel zien. De
on er8 2u"en bem wel vinden. Vanavond is het
t_ °gelijk enKij brak zijn woorden af,
den" veh^Iotseling baar gezicht in haar han-
pnTVrouwtfo ^i bij zacht, hou je nu goed.
je er bet te vergeten tot morgenochtend.
°et niet teveel tobben en ikzelf
Hij hield op alsof hij niet in staat was
verder te spreken, want hij wist dat dat meer
uitwerking zou hebben dan een beroep op
haar eigen moeheid. Dadelijk keek ze op met
van tranen glinsterende oogen.
Vergeef me, Alec, stamelde ze snikkend.
Ik kan het niet helpen. Het zou afschuwelijk
zijn als ikals het Legrand niet was ge
weest.
Maar het moet Legrand zjjn geweest, zei
hij met nadruk. Mannering zou nooit den weg
hierheen hebben kunnen vinden. Het is
heusch zoo goed als zekeren Juma zal
het je morgenochtend bewijzen. Maar wacht
eens. Hij wendde zich tot Juma en gaf hem
een bevel.
Ayweh, Bwama, antwoordde de neger
en ging de tent uit, terwijl hij de twee ge
weren meenam.
Ik heb hem gezegd de wacht te laten
houden, verklaarde Rimington, twee schild
wachten zullen de heele verdere nacht in het
kamp
Zijn stem brak en hij viel terug op het
bed, niet in staat zich langer te beheerschen.
Honor boog zich berouwvol over hem heen.
Liefste, snikte zij, ik heb er niet aan
gedacht dat jij
Hij opende zijn oogen en dwong zich tot
een zwakken glimlach.
Geen woord meer, kindje. Ikzal ik
eens voor dokter spelen. Fatuma, het medi
cijnkistje.
Hjj gaf haar wat broom en beval haar te
gaan liggen, hij deelde zijn orders uit met
schertsende strengheid, hoewel zijn stem
trilde van zwakheid.
Ziezoo, nu moet je daar in de hangmat
„aan liggen. Fatuma zal het kind naar bed
brengen en verder waken. Neen, geen woord
meer, liefste. Als je nu niet gaat rusten,
ben ie morgen absoluut uitgeput.
Ze ging liggen, maar ze kon den slaap niet
vatten en lag zichzelf te pijnigen met allerle.
onrustige gedachten. Steeds weer kwam het
Se gezfeht. zooals ze het die eene seconde
Sn had, haar voor den geest en wanhop g
probeerde ze er bekende trekken in terug te
Sn Nu eens was het het gezicht van een
volkomen vreemdeling, dan weer losten de
trekken zich op in. het gezicht van Jules Le
grand en in de bruine, glinsterende angstig-
starende oogen kwam een dreigende trek,
maar het meest dwaalden haar gedachten
naar George Mannering. Het werd een ob
sessie. Ze kon er niet aan ontkomen. Als ze
haar oogen opendeed zag ze het gezicht van
George Mannering haar aanstaren, als ze ze
sloot, stond dat bleeke vertrokken masker
van den man, op wien ze geschoten had,
weer voor haar.
Ten slotte viel ze in een onrustigen slaap,
maar het gezicht bleef haar vervolgen, nam
verschillende uitdrukkingen en vormen aan
en liet haar niet met rust. Een paar uur voor
de zon opging, werd ze wakker met een lui
den angstkreet, een kreet die Fatuma dééd
ontwaken en het heele kamp schrok.
Wat is er? vroeg Rimington dadelijk.
Ik droomde, zei ze half snikkend.
Het is niets... het spijt me.
Hij trachtte haar gerust te stellen, maar
vroeg niet, wat ze gedroomd had en Honor
bleef klaar wakker in haar hangmat liggen,
gooide zich van den eenen kant op den ande
ren en nog steeds tobden haar hersenen zich
af met het probleem, dat ze niet kon door
gronden. In haar droom had ze weer die vree-
selijke oogenblikken doorleefd, waarop de man
zich gereed maakte om Alec te vermoorden.
Ze had geschoten, één seconde vóór hem en
ze had hem weer op haar toen zien hollen
en terugdeinzen toen hij haar zag. Weer had
ze de doffe smak en de wilde kreet in het
bosch gehoord, maar in haar droom was ze
inplaats van naar de tent te gaan. het woud
ingeloopen, waar ze plotseling voor hem had
gestaan, zooals hij voorover met het gezicht
in het gras verborgen op den grond lag. Haar
eenige wensch was geweest dat verborgen
gezicht te kunnen zien, maar ze kon niet. Ze
trachtte het lichaam te bewegen, hem om te
draaien, maar wat ze ook deed, het gezicht
bleef verborgen... en haar begeerte om het te
zien werd steeds vuriger, zooals Het altijd het
geval is in nachtmerries.
Tenslotte had ze haar pogingen opgege
ven en was op het punt geweest om weg te
gaan, toen het lichaam zich vanzelf omge
draaid had. Het hoofd werd even opgeheven
en ze had regelrecht in de doode oogen van
George Mannering gestaard... tot haar eigen
luide kreet haar wakker schrikte.
Het doode gezicht vervolgde haar steeds,
terwijl ze daar heen en weer lag te woelen en
het nam de plaats in van het vertrokken ge
zicht dat ze in werkelijkheid gezien had. Het
brak haar laatste restje moed en kracht en
toen de zon opkwam, lag ze zacht voor zich
te fluistren, in het eerste stadium van hersen
koorts, zich volkomen onbewust van wat er
om haar heen gebeurde.
Den heelen tijd mompelde ze over het ge
heim, dat ze niet doorgronden kon, over de
grafsteenen, over het kind, terwijl haar starre
oogen naar het linnen van de tent staarden,
niets anders ziende dan het gezicht van den
man, dien ze doodgeschoten had.
Alec Rimington, zelf zwak, deed met behulp
van Fatuma alles wat hij kon, toen schreef
hjj een langen brief aan een van de Witte
Vaders van een katholieken zendingspost, die
een ervaren geneesheer was en die hem graag
van dienst zou willen zijn. De post lag op twee
dagreizen afstand en hij beloofde den man
dien hij stuurde, zulk een groote belooning
als hij zijn boodschap vlug deed, dat de neger
verblijd met zijn oogen begon te rollen en met
een stortvloed van woorden verklaarde dat hjj
sneller zou loopen dan ooit een bode gedaan
had.
De man was nauwelijks weg toen een van
de dragers, die hij een uur tevoren het bosch
ingestuurd had, ademloos van opwinding zijn
tent kwam binnenhollen.
Bwana, riep hij, maar Rimington, die be
greep wat hjj zeggen wilde, legde hem het
zwijgen op en liet zich eerst door twee man
nen naar buiten dragen.
Nu, zei hjj praat zachtjes.
Bwana, zei de opgewonden en totaal van
streek door zijn eigen ontdekking. De blanke,
waarop Bwa-Mama vannacht heeft geschoten
is daar in het bosch. Toen vergat hjj plotse
ling alle zelfbeheersching en riep opgewonden
uit:
De Bwa-Mama is een schutter. Zij schiet
raak. De man is dood.
Houd je mond. Verdraaid, riep Riming
ton woedend, met een angstigen blik op de
tent. Ben je er zeker van?
Heel zeker, Bwana. De mieren zjjn hun
werk al begonnen.
Wacht eens, zei Rimington kort. Toen
gaf hij Juma een paar aanwijzingen en tien
minuten later werd hij in een draagbaar naar
de plaats gebracht waar de doode lag, voor
gegaan door den man die het ljjk gevonden
had.
Terwjjl ze zich een weg baanden tusschen
de boomen, begon de vraag, die Honor al uren
gcpjjnigd had, ook zijn geest bezig te houden:
wie was de doode?
Zij kwamen bjj de plaats, waar een omge
vallen boom lag te vermolmen en de zwarte
gids riep opgewonden:
Daar Bwana. Bjj den boom. Daar moet
hjj in het donker over gestuikeld zjjn.
Rimington keek naar beneden van zjjn
hooge zitplaats. De gestalte van een man lag
tusschen het groen, met het gezicht naar
beneden. Er was een donkere vlek opzij van
het linnen hemd... gestold bloed. Honor had
raak geschoten. Hjj bleef even naar dat restje
menschelijkheid staren zonder iets te zeggen.
De vraag, die hjj zichzelf gesteld had, was al
beantwoord, hoewel hjj het gezicht niet ge
zien had. Toen beval hjj:
Draai hem om.
De neger deed het zonder iets van den
schroom, die een blanke in zoo'n geval ge
voeld zou hebben en Rimington's oogen zagen
neer op het gezicht van George Mannering.
Rimington's voorhoofd fronste zich en er
kwam een schaduw in zjjn oogen. Als Honor
ooit de waarheid te weten kwam, zou het
voor altijd met haar geluk en vrede gedaan
zjjn.
En Rimington zwoer een duren eed, dat ze
het nooit te weten zou komen.
Toen begon hjj weer te spreken.
Ken jullie die man?
Ayweh Bwana, zeide de dragers, terwjjl
de man die het lichaam gevonden had er aan
toevoegde. Het is de blanke Bwana, die
met de Bwa-Mama meegekomen ls.
Ja, zei hjj, maar jullie moeten het ver
geten Als de Bwa-Mama er jullie naar
vraagt, moet jullie zeggen, dat het de blanke
toovenaar uit Rahutu was. Begrepen.
Ayhweh, Bwama.
Jullie moeten er goed aan denken, want
als de Bwa-Mama het ontdekt, zou het haar
dood wel eens kunnen beteekenen. Wie het
vergeet wordt neergeschoten als een hond.
Doorzoek nu zjjn kleeren en geeft me wat je
bjj hem vindt.
Alle mogelijke kleinigheden die een man
gewoonljjk bjj zich heeft, kwamen te voor-
schjjn een mes, een horloge, een zilveren
sigarettenkoker met de naam van den eige
naar erin gegraveerd, wat Rimington alle
maal bjj zich stak en daarop een bundel
papieren, die slordig in een stuk zeildoek wa
ren gewikkeld, alsof de doode ze haastig
doorgekeken en toen weer opgeborgen had.
Rimington wierp haastig een blik op de
documenten en begon toen zachtjes te
fluiten, terwjjl, terwijl zijn oogen schitterden.
Toen wikkelde hjj ze zorgvuldig ln het
zeildoek en borg ze veilig weg, terwijl hjj aan
de anderen vroeg: Is er nog meer?
Niets, Bwama, dat is alles.
Uitstekend, nu gaan we terug naar het
kamp, maar twee van jullie moeten hier weer
terugkomen met gereedschap om den doode
Bwana diep in de aarde te begraven, zooals
de blanken altijd doen. En niemand mag
praten over wat we hier gevonden hebben.
Hjj wierp nog een blik op het doode gelaat
en wendde zich toen af, met een strenge
uitdrukking in zjjn ernstige oogen.
Bwana Alec, kijk eens, Merika klimt
in de boomen om de kleine vogeltjes te van
gen en die steken hun tong uit en lachen
hem uit!
(Slot volgt).