Buitenlandsch Overzicht. Militaire putsch te Tokio HET GESTOLEN KIND NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA 64ste JAARGANG Achter diplomatieke schermen. 3 maal per dag Den Heldei*- Italiaansche vredes' voorstellen Eenige ministers vermoord, o.w. de minister-president. De regeering is den toestand meester. De regeering afgetreden. Voor Zeer in hui f 3.25 pe FEUILLETON COURANT Abonnement per 3 maanden bfl vooruitbet: Heldereche Courant 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2.— NederL Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overige landen 3.20. Losse nos. 4 ct; fr. p. p. 6 ct Weekabonnementen 12 ct Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.-. Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Olrorekening No. 16066. ADVERTENTIE Nt 20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bjj vooruitbetaling 10 ct per regel, minimum 40 ct; bij niet-contante betaling 15 ct per regel, minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct Een kijkje achter diplomatieke schermen; een tipje van den sluier opgelicht. - Krachtige verdediging van de versterking van de Engelsche defensie. Zal Italië nieuwe vredesvoorstellen doen? De Engelsche minis ter van buitenlandsche zaken heeft zijn eerste groote redevoering in het Lagerhuis gehou den. Dinsdag hebben wij daarvan een uittreksel in onze krant opge nomen en wie dit aandachtig gelezen heeft, gal niet veel nieuws ontdekt hebben. Inder daad heeft Eden niet veel nieuws verteld. Hij peeft met klem herhaald, wat wij allang wis ten, dat Engeland in alle opzichten achter den Volkenbond zal staan en niet zal aarzelen de consequenties uit zijn lidmaatschap te trek ken. Ook ten opzichte van het olie-embargo beeft Eden nogeens opnieuw gezegd dat En geland dit verbod zal handhaven, zoodra de Volkenbond er toe besluit. Eenig licht is slechts gevallen op het rap port Maffey, waarover huiten Indië zich nie mand had opgewonden. Het blijkt dat de Ita lianen hadden gevraagd, welke belangen En geland in Abessinië had. De Nw. Rott. Crt. schrijft naar aanleiding daarvan in een hoofdartikel o.m.: Wat ln het rapport-Maffey altijd weer aan dacht verdient is, dat het vrijuit de mogelijk heid in beschouwing neemt van een verove ring van Abessinië door Italië. Aan die moge lijkheid moet dan toch ook in de, aan de com missie verstrekte opdracht zijn gedacht. Stapje voor stapje komen wij nader tot eenig weten, wat Laval in Januari te Rome ten opzichte van Abessinië precies besproken beeft, wat hij er daarna te Londen van heeft medegedeeld, en hoe de Engelsche regeering er aanvankelijk op heeft gereageerd. Het zijn echter de eerste schreden op een weg, die nu nog lang lijkt. Misschien kwamen wij in eens veel verder, als wij precies wisten, waarom Sir John Simon in het begin van Juni als mi nister van buitenlandsche zaken heeft moeten wijken. Op zich zelf was zijn verwisseling van portefeuille uit een rijk register van diploma tieke fouten en pekelzonden gemakkelijk ver klaarbaar. Maar wat is het scheutje geweest, dat den emmer ten slotte heeft doen over- loopen? Heel goed kan er in die dagen een besliste draai zijn gekomen ln de Britsche politiek ten opzichte van het Abessijnsch geval. Eden heeft verklaard, dat Engeland afkee- jrig ls van iedere omsingeltngspolitiek. Het Is nuttig, die gevaarlijke politiek onvoorwaarde lijk te veroordeelen. Jammer is echter, dat het zoo moeilijk is te onderscheiden, wat echte •msingelingspolitiek is, wat er slechts op kjkt; en wat een anderen naam draagt of op Iets anders lijkt en toch weer omsingelings- feeleid ls. Voor den oorlog hebben wij omsin- gelingspolitiek gezien in bet tafereel van Wieringermeer - Medemblik - Hoorn Amsterdam, Verbinding met geheel West-Friesland. twee groepen, die in een soort stellingsoorlog met diplomatieke middelen, elkander tracht ten te overvleugelen. Deze diplomatieke ma noeuvreslag mislukte voor heide partijen. Er bleef een evenwicht bestaan, dat tenslotte tot den oorlog leidde, omdat geen van beide partijen uit vrees voor overmacht den oor log uit den weg hoefde te gaan. Wat wij tegenwoordig aanschouwen, draagt vele namen. Er is een Volkenbondspolitiek, onder Engelsch patronaat, die politiek van collectieve veiligheid heet, en die de doeltref fendste omsingeling van een oorlogzuchtig land bedoelt te zijn. Zjj onderscheidt zich van de oude omsingelingspolitiek, doordat zij niet bij voorbaat tegen bepaalde landen gericht is. En verder, doordat ieder eraan kan meedoen, zonder oude hondgenooten ontrouw te worden. Verder ls er een beleid van regionale ver dragen. Locarno ls er een voorbeeld van, de Kleine Entente een ander voorbeeld. Deze ge vallen zijn zeer verschillend. Locarno is ge richt tegen een mogelijk boosdoener in eigen kring, de Kleine Entente zoekt haar object buiten eigen kring. Als nu eens een lid van Locarno kwaad beoogde en het verdrag op zegde, zou dit een omsingelingsverdrag wor den. Of zou het dan in zijn geheel, juist ter wijl het reden van bestaan kreeg, moeten worden opgezegd Het ware de moeite waard, deze vraag aan Eden te stellen. Dan ls er verder nog de ententevorming, waaraan Frankrijk reeds vroeger, door zijn bondgenootschap met Polen en de Kleine Entente, zoo sterk gedaan heeft, en die het nu, moreel daarbij door Engeland gesteund, voortzet. Ook is er de politiek van pacten, die Frankrijk nastreeft. Men ziet, alles wat er sedert den oorlog aan methoden van samenwerking ontstaan is, is verschillend van het oude Europeesche stel sel. De omstandigheden maken het echter alles tot omsingelingspolitiek. Verdediging van de Britsche bewapening. Engeland schijnt wel overtuigd te zijn van de noodzakelijkheid van zijn bewapening, evenals alle andere landen van Euro pa, die de millioenen uit gaven voor defensieve doeleinden beschouwen als een „noodzakelijk kwaad". Ook in ons land zijn tal van pacifisten voor de grootere uitgaven voor leger en vloot. Wie daarover ln de eerste plaats gnuiven zijn natuurlijk de wapenfabrikanten, die de millioe- nen win sten in hun laadje zien glijden. In een rede, dezer dagen gehouden te Bir- mingham, drong sir Austen Chamberlain aan op een politiek van sterke nationale defensie. H(j verklaarde voorstander te zijn van collec tieve veiligheid, doch hij wees op de gevaren, welke voor Engeland dreigen, wegens den huldigen toestand in de wereld, Indien het dezen weg opgaat. Chamberlain wees erop, dat wantrouwen en ongerustheid weer den boventoon voeren en dat zelfs de vreedzaamste naties zich tot wa pening gedwongen gevoelen. Zwitserland en Nederland, twee neutrale landen, wapenen zich, is het dan niet tijd, dat de burgers van Groot-Britannië van hun re geering een duidelijke uitspraak elschen van haar politiek, gepaard met een programma, dat hun zal verzekeren tegen de gevaren, die wij hopen, dat zullen overdrijven, naar die niet verwaarloosd kunnen worden. De regeering moet het land in de eerste plaats de verzekering geven, dat zij beschikt over een behoorlijk brein, wat de eerste ver- eischte ls voor een behoorlijke organisatie van de landsverdediging. In een redevoering te Plymouth heeft het Lagerhuislid Sir Edward Grigg zijn ongerust heid uitgesproken over de Duitsche bedreiging. Als men vraagt, waar de bedreiging voor den vrede schuilt, moet men eerlijk antwoorden: in Duitschland. Duitschland is weer vervallen ln een ver- beerljjking van den oorlog en men predikt er een geest, die gevaarlijk is voor den Europee- schen vrede. Ik geloof, zei Grigg, dat het aan geen twijfel onderhevig is, of Duitschland heeft ongeveer 800 millioen pond sterling uitgegeven voor zjjn militaire toebereidselen in den loop van de laatste drie jaren. Het is duidelijk, dat een regeering, die de verantwoordelijkheid op zich heeft genomen voor dergelijke uitgaven, moet toonen, dat men daar wil van heeft gehad. Het gevaar schuilt in de Duitsche dictatuur. Het lot van den vrede kan in handen van Groot-Britannië liggen, maar alleen, wanneer dit land behoorlijk gewapend is. Via Brussel is er een bericht in omloop, dat een afgezant van Mus- solini te Londen bezig zou zijn een grondslag te vinden tot regeling van het Italiaansch-Abessijnsche geschil, op grondslag van een denkbeeld door generaal Sir C. W. Gwynn aan de hand gedaan. De voornaamste trekken van dit plan, dat wel als een Italiaansch proefballonnetje zal moeten worden beschouwd zjjn de volgende: le. De veroveringen van keizer Menelik zijn een last voor het Amharische Abessinië. 2. Deze gebieden moeten onder soeverein bestuur komen van Frankrijk, Italië en Groot Britannië tegen betaling. 3e. Deze betaling zou aan den Volkenbond geschieden ter financiering van leeningen aan Abessinië. 4e. Het grootste deel dezer gebieden ls ge noemd in het plan LavalHoare. 5e. Frankrijk en Engeland zouden de niet- Amharische gebieden krijgen, die aan hun hui dige bezittingen grenzen. 6e. De veiligheid en soevereiniteit van Abessinië zou door den Volkenbond gewaar borgd worden. 7e. Abessinië zou voorrechten krijgen ten aanzien van de exploitatie van ertsen in de afgestane gebieden. Zooals men ziet, komt dit plan neer op een verdeeling van het grootste deel van het rijk van den negus tusschen Italië, Frankrijk en Engeland. Italië zou er vrijwel precies mee verkrijgen wat het altijd heeft willen hebben en de Volkenbond zou, met Abessinië, het loodje leggen. Uit Shanghai werd hedennacht ge meld dat in Tokio een militaire putsch hoeft plaats gehad. Verscheidene regee- ringsgebouwen zjjn door militairen bezet. Minister-president, admiraal O ka da, de minister van Financiën Takahashi en admiraal graaf Salto zijn vermoord. De telegraaf- en telefoonverbindingen zjjn verbroken. De censuur is ingesteld, de effectenbeurzen te Tokio en Osaka zjjn gesloten. (Reeds opgenomen in het „Advertentieblad" V8I1 z' Admiraal KEISUKO OKADA, de vermoorde minister-president. Het derde regiment infanterie slaat aan het motten. Volgens nadere berichten uit Sjanghai is de coup uitgevoerd door 3000 man van het derde regiment infanterie van de eerste divisie, welke te Tokio in garnizoen ligt. Gisterenochtend bij het aanbreken van den dag bezetten zij de genoemde gebouwen, na de wachten overmand te hebben. Afdeelingen van de keizerlijke garde hebben opdracht ont vangen, de muiters uit de door hen bezette gebouwen te verdrijven. De dood van Okada, Takahasji en Salto bevestigd. Een van het Japansche ministerie van buitenlandsche zaken ontvangen telegram bevestigt officieel dat minister-president admiraal Okada, alsmede Takahasji, de minister van financiën, door de militaire muiters zijn vermoord. Ook admiraal graaf Saito heeft het leven verloren. Watanabe gewond. Generaal Watanabe, de inspecteur-generaal van de militaire opleiding, werd ernstig ge wond. De telefoonverbinding met Tokio verbroken. Volgens een bericht van den Japanschen minister van buitenlandsche zaken aan den Japanschen consul te Singapore hebben de muitende militairen de woning van den minister-president, het hoofdbureau van poli tie en het ministerie van binnenlandsche zaken bezet Het ministerie van buitenlandsche zaken deelt mede, niet bezet te zijn. De staat van beleg afgekondigd. Verder wordt vernomen, datde staat van beleg is afgekondigd. Men verwacht, dat binnenkort de toestand zal worden geregeld. De moordenaars werden aangevoerd door kapitein Monaka. De Rijksdag bijeengeroepen. Volgens te New-York uit Tokio ontvangen berichten heeft de keizer de vorming van een nieuw kabinet gelast. De Japansche rijksdag is tegen 20 April bijeengeroepen. Ernstige onlusten na den coup. Naar gemeld wordt hebben na den coup ernstige ongeregeldheden plaats gehad. In verband hiermede wordt erop gewezen, dat sedert geruimen tijd de politieke toestan den ln Japan worden gekenmerkt door een sterke liberale en anti-fascistische strooming, welke zich keert tegen het reactionnair con servatisme van het leger. Vooral hij de ver kiezingen is dit sterk tot uiting gekomen. Goto voorloopig minister-president In tegenstelling met het bericht, dat Goto de minister van binnenlandsche zaken in het kabinet Okada, vermoord zou zjjn, wordt thans officieel medegedeeld, dat Goto met in gang van gisterenavond als minister-president zal optreden. Minister van Financiën TAKAHASHI, die eveneens vermoord werd. KEIZER HIROHITO VAN JAPAN. De regeering is meester van den toestand. Volgens de laatste berichten uit Tokio la de regeering meester van den toestand, Admiraal draaf SAITO, die ook om het leven werd gebracht. De Japansche ambassade te Londen heeft meegedeeld, dat volgens een te middernacht door het ministerie van binnenlandsche zaken gepubliceerd communiqué, Goto en de overige ministers zijn afgetreden. Te Tokio ia de staat van beleg afgekondigd. Het communiqué voegt hier nog aan toe, dat zich ln de overige deelen van Japan geen enkel incident schijnt te heb ben voorgedaan. EEN VERHAAL UIT AFRIKA 38. De toon van haar stem vervulde hem met bezorgdheid. Als het werkelijk Mannering was geweest, dien zij doodgeschoten had, zou ze 't zich ontzaggelijk aantrekken en dat zou Wcl eens heel nadeelige gevolgen kunnen bebbcn, na de uitputting en emotie van de laatste dagen. Zjjn eigen hoofd klopte ha merend en zjjn ooren suisden ondragelijk, ter- hij bijna niet rechtop in bed kon blijven Itten, maar hjj zei geruststellend: Als hij het geweest was, zou je hem wel berkend hebben, liefste, van zoo dichtbij... terwijl je hem ook hebt hooren roepen. Je bad hem moeten herkennen. Ik denk, dat het tenslotte toch Legrand is geweest en dat zoo'n schurk, dat het een zegen zou zijn a'3 je de wereld van hem verlost hebt. Maak maar niet bezorgd over hem, Honor. Kom «ens hier bij me zitten. Ik moet je nog be danken liep naar hem toe en viel op haar Knieën naast zijn bed neer. Hij nam haar ln de zijne en drukte er zijn lippen op. n snik ontsnapte haar. Als ih maar zeker wist, dat het Le- gl'^d wasen nietz Misschien kunnen we het morgen uit- a_en- Als hü gewond is ik heb hem hooren vallen ln het bosch en_bij gaf een gil ja ^an zullen we het morgen wel zien. De on er8 2u"en bem wel vinden. Vanavond is het t_ °gelijk enKij brak zijn woorden af, den" veh^Iotseling baar gezicht in haar han- pnTVrouwtfo ^i bij zacht, hou je nu goed. je er bet te vergeten tot morgenochtend. °et niet teveel tobben en ikzelf Hij hield op alsof hij niet in staat was verder te spreken, want hij wist dat dat meer uitwerking zou hebben dan een beroep op haar eigen moeheid. Dadelijk keek ze op met van tranen glinsterende oogen. Vergeef me, Alec, stamelde ze snikkend. Ik kan het niet helpen. Het zou afschuwelijk zijn als ikals het Legrand niet was ge weest. Maar het moet Legrand zjjn geweest, zei hij met nadruk. Mannering zou nooit den weg hierheen hebben kunnen vinden. Het is heusch zoo goed als zekeren Juma zal het je morgenochtend bewijzen. Maar wacht eens. Hij wendde zich tot Juma en gaf hem een bevel. Ayweh, Bwama, antwoordde de neger en ging de tent uit, terwijl hij de twee ge weren meenam. Ik heb hem gezegd de wacht te laten houden, verklaarde Rimington, twee schild wachten zullen de heele verdere nacht in het kamp Zijn stem brak en hij viel terug op het bed, niet in staat zich langer te beheerschen. Honor boog zich berouwvol over hem heen. Liefste, snikte zij, ik heb er niet aan gedacht dat jij Hij opende zijn oogen en dwong zich tot een zwakken glimlach. Geen woord meer, kindje. Ikzal ik eens voor dokter spelen. Fatuma, het medi cijnkistje. Hjj gaf haar wat broom en beval haar te gaan liggen, hij deelde zijn orders uit met schertsende strengheid, hoewel zijn stem trilde van zwakheid. Ziezoo, nu moet je daar in de hangmat „aan liggen. Fatuma zal het kind naar bed brengen en verder waken. Neen, geen woord meer, liefste. Als je nu niet gaat rusten, ben ie morgen absoluut uitgeput. Ze ging liggen, maar ze kon den slaap niet vatten en lag zichzelf te pijnigen met allerle. onrustige gedachten. Steeds weer kwam het Se gezfeht. zooals ze het die eene seconde Sn had, haar voor den geest en wanhop g probeerde ze er bekende trekken in terug te Sn Nu eens was het het gezicht van een volkomen vreemdeling, dan weer losten de trekken zich op in. het gezicht van Jules Le grand en in de bruine, glinsterende angstig- starende oogen kwam een dreigende trek, maar het meest dwaalden haar gedachten naar George Mannering. Het werd een ob sessie. Ze kon er niet aan ontkomen. Als ze haar oogen opendeed zag ze het gezicht van George Mannering haar aanstaren, als ze ze sloot, stond dat bleeke vertrokken masker van den man, op wien ze geschoten had, weer voor haar. Ten slotte viel ze in een onrustigen slaap, maar het gezicht bleef haar vervolgen, nam verschillende uitdrukkingen en vormen aan en liet haar niet met rust. Een paar uur voor de zon opging, werd ze wakker met een lui den angstkreet, een kreet die Fatuma dééd ontwaken en het heele kamp schrok. Wat is er? vroeg Rimington dadelijk. Ik droomde, zei ze half snikkend. Het is niets... het spijt me. Hij trachtte haar gerust te stellen, maar vroeg niet, wat ze gedroomd had en Honor bleef klaar wakker in haar hangmat liggen, gooide zich van den eenen kant op den ande ren en nog steeds tobden haar hersenen zich af met het probleem, dat ze niet kon door gronden. In haar droom had ze weer die vree- selijke oogenblikken doorleefd, waarop de man zich gereed maakte om Alec te vermoorden. Ze had geschoten, één seconde vóór hem en ze had hem weer op haar toen zien hollen en terugdeinzen toen hij haar zag. Weer had ze de doffe smak en de wilde kreet in het bosch gehoord, maar in haar droom was ze inplaats van naar de tent te gaan. het woud ingeloopen, waar ze plotseling voor hem had gestaan, zooals hij voorover met het gezicht in het gras verborgen op den grond lag. Haar eenige wensch was geweest dat verborgen gezicht te kunnen zien, maar ze kon niet. Ze trachtte het lichaam te bewegen, hem om te draaien, maar wat ze ook deed, het gezicht bleef verborgen... en haar begeerte om het te zien werd steeds vuriger, zooals Het altijd het geval is in nachtmerries. Tenslotte had ze haar pogingen opgege ven en was op het punt geweest om weg te gaan, toen het lichaam zich vanzelf omge draaid had. Het hoofd werd even opgeheven en ze had regelrecht in de doode oogen van George Mannering gestaard... tot haar eigen luide kreet haar wakker schrikte. Het doode gezicht vervolgde haar steeds, terwijl ze daar heen en weer lag te woelen en het nam de plaats in van het vertrokken ge zicht dat ze in werkelijkheid gezien had. Het brak haar laatste restje moed en kracht en toen de zon opkwam, lag ze zacht voor zich te fluistren, in het eerste stadium van hersen koorts, zich volkomen onbewust van wat er om haar heen gebeurde. Den heelen tijd mompelde ze over het ge heim, dat ze niet doorgronden kon, over de grafsteenen, over het kind, terwijl haar starre oogen naar het linnen van de tent staarden, niets anders ziende dan het gezicht van den man, dien ze doodgeschoten had. Alec Rimington, zelf zwak, deed met behulp van Fatuma alles wat hij kon, toen schreef hjj een langen brief aan een van de Witte Vaders van een katholieken zendingspost, die een ervaren geneesheer was en die hem graag van dienst zou willen zijn. De post lag op twee dagreizen afstand en hij beloofde den man dien hij stuurde, zulk een groote belooning als hij zijn boodschap vlug deed, dat de neger verblijd met zijn oogen begon te rollen en met een stortvloed van woorden verklaarde dat hjj sneller zou loopen dan ooit een bode gedaan had. De man was nauwelijks weg toen een van de dragers, die hij een uur tevoren het bosch ingestuurd had, ademloos van opwinding zijn tent kwam binnenhollen. Bwana, riep hij, maar Rimington, die be greep wat hjj zeggen wilde, legde hem het zwijgen op en liet zich eerst door twee man nen naar buiten dragen. Nu, zei hjj praat zachtjes. Bwana, zei de opgewonden en totaal van streek door zijn eigen ontdekking. De blanke, waarop Bwa-Mama vannacht heeft geschoten is daar in het bosch. Toen vergat hjj plotse ling alle zelfbeheersching en riep opgewonden uit: De Bwa-Mama is een schutter. Zij schiet raak. De man is dood. Houd je mond. Verdraaid, riep Riming ton woedend, met een angstigen blik op de tent. Ben je er zeker van? Heel zeker, Bwana. De mieren zjjn hun werk al begonnen. Wacht eens, zei Rimington kort. Toen gaf hij Juma een paar aanwijzingen en tien minuten later werd hij in een draagbaar naar de plaats gebracht waar de doode lag, voor gegaan door den man die het ljjk gevonden had. Terwjjl ze zich een weg baanden tusschen de boomen, begon de vraag, die Honor al uren gcpjjnigd had, ook zijn geest bezig te houden: wie was de doode? Zij kwamen bjj de plaats, waar een omge vallen boom lag te vermolmen en de zwarte gids riep opgewonden: Daar Bwana. Bjj den boom. Daar moet hjj in het donker over gestuikeld zjjn. Rimington keek naar beneden van zjjn hooge zitplaats. De gestalte van een man lag tusschen het groen, met het gezicht naar beneden. Er was een donkere vlek opzij van het linnen hemd... gestold bloed. Honor had raak geschoten. Hjj bleef even naar dat restje menschelijkheid staren zonder iets te zeggen. De vraag, die hjj zichzelf gesteld had, was al beantwoord, hoewel hjj het gezicht niet ge zien had. Toen beval hjj: Draai hem om. De neger deed het zonder iets van den schroom, die een blanke in zoo'n geval ge voeld zou hebben en Rimington's oogen zagen neer op het gezicht van George Mannering. Rimington's voorhoofd fronste zich en er kwam een schaduw in zjjn oogen. Als Honor ooit de waarheid te weten kwam, zou het voor altijd met haar geluk en vrede gedaan zjjn. En Rimington zwoer een duren eed, dat ze het nooit te weten zou komen. Toen begon hjj weer te spreken. Ken jullie die man? Ayweh Bwana, zeide de dragers, terwjjl de man die het lichaam gevonden had er aan toevoegde. Het is de blanke Bwana, die met de Bwa-Mama meegekomen ls. Ja, zei hjj, maar jullie moeten het ver geten Als de Bwa-Mama er jullie naar vraagt, moet jullie zeggen, dat het de blanke toovenaar uit Rahutu was. Begrepen. Ayhweh, Bwama. Jullie moeten er goed aan denken, want als de Bwa-Mama het ontdekt, zou het haar dood wel eens kunnen beteekenen. Wie het vergeet wordt neergeschoten als een hond. Doorzoek nu zjjn kleeren en geeft me wat je bjj hem vindt. Alle mogelijke kleinigheden die een man gewoonljjk bjj zich heeft, kwamen te voor- schjjn een mes, een horloge, een zilveren sigarettenkoker met de naam van den eige naar erin gegraveerd, wat Rimington alle maal bjj zich stak en daarop een bundel papieren, die slordig in een stuk zeildoek wa ren gewikkeld, alsof de doode ze haastig doorgekeken en toen weer opgeborgen had. Rimington wierp haastig een blik op de documenten en begon toen zachtjes te fluiten, terwjjl, terwijl zijn oogen schitterden. Toen wikkelde hjj ze zorgvuldig ln het zeildoek en borg ze veilig weg, terwijl hjj aan de anderen vroeg: Is er nog meer? Niets, Bwama, dat is alles. Uitstekend, nu gaan we terug naar het kamp, maar twee van jullie moeten hier weer terugkomen met gereedschap om den doode Bwana diep in de aarde te begraven, zooals de blanken altijd doen. En niemand mag praten over wat we hier gevonden hebben. Hjj wierp nog een blik op het doode gelaat en wendde zich toen af, met een strenge uitdrukking in zjjn ernstige oogen. Bwana Alec, kijk eens, Merika klimt in de boomen om de kleine vogeltjes te van gen en die steken hun tong uit en lachen hem uit! (Slot volgt).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 1