Radio-programma De begrooting van defensie. Op en om het Binnenhof. I HKLDHRSCHH COURANT VAN ZATFROAG 23 FRBRTLVRT 1936. Voorlooplg verslag. Blijkens het voorloopige verslag over het ontwerp van wet tot vaststelling van hoofd- Btuk Vin (departement van defensie) der rijlobegrooting 1936 betuigen verscheidene leden bijzondere waardeering voor de open hartigheid, waarmede de regeering de gebre ken der weermacht in de stukken heeft uit eengezet. Zij motiveert haar koersverandering met een beroep op de gewijzigde internatio nale omstandigheden; het mislukken van de Ontwapeningsconferentie, herbewapening in Duitschland, de ervaring, opgedaan met het conflict ItaliëEthiopië, waaraan de dreigen de mislukking van de Vloötconferentie en de daarmede samenhangende gevaren nog zou den zijn toe te voegen. Verscheidene leden achtten het nuttiger, dat zoo snel mogelijk het tekort moet wor den ingehaald, dan zich al te zeer te ver diepen in de vraag, wie voor de in het ver leden gepleegde verzuimen het meest ver antwoordelijk zou moeten worden gesteld. Zij waren er wjjders van overtuigd, dat de regeering, door een versterking van de defen sie, ondanks den financieelen nood, ter hand te nemen, blyk gaf de kentering te verstaan, die in dit opzicht in de volksovertuiging is op te merken. De leden, hier aan het woord, achtten het in verband met het voorgaande symptomatisch, dat in de Tweede Kamer vrij zinnig-democratische leden, waaronder de lei der van de vrijzinnig-democratische fractie, hun stem hadden gegeven aan de defensie- begrooting. Ook achtten zjj niet geheel zon der belang, dat. gelijk bjj de Tweede Kamer discussies is gebleken, bij de S.D.A.P. aarze ling ten goede is te bespeuren, al konden zij de beteekenis daarvan voorshands niet te boog aanslaan, zoolang zich een verandering ▼an inzicht niet in daden, als het stemmen ▼óór de begrooting van defensie of het steu nen van het defensiefonds zou hebben ge openbaard. Versterking van de vloot. Het valt moeilijk over de zeemacht van gedachten te wisselen, zoolang de regeering baar standpunt nog niet heeft bepaald ten aanzien van de vraag, waarover de commis- aie-Kan heeft geadviseerd. Wat dit laatste betreft, meenden zjj evenwel reeds thans de hoop te mogen uitspreken, dat de regeering niet zou be sluiten het plair-van een harmonisch sa mengestelde vloot los te laten, zjj het ook. dat daarenboven zonder twijfel de marine- luchtmacht aanzienlijk zal moeten wor den versterkt. Uitbreiding en versterking der zee macht achtten zij, in het bijzonder met het oog op den moeilijken toestand in het Oosten van dringend belang. Wat de in de commissie-Kan gerezen controverse I betreft, meenden deze leden te moeten wijzen op het teekenende feit, dat de ma rine deskundigen eenparig van oordeel wa ren, dat kruisers niet kunnen worden ge mist. Met instemming verwezen zij voorts tiaar de brochure van den gepenslonneerden vice- •dmiraal jhr. G. L. Schorer. Had het de volledige instemming van de leden, hier aan het woord, dat de regeering, blijkens het voorstel tot instelling van een Defensiefonds, het materieel der weermacht wenscht te versterken en daarbij ook maat regelen wil nemen tegen voor een land als het onze zoo buitengewoon gevaarlijke plot- aelinge overvallen. Zij meenden ten slotte, dat hiermede alsmede met het zoo snel mo gelijk afbouwen, van het vlootplan, waarbij een achterstand van niet minder dan 23 mil- lioen, en met een uitbreiding van de marine- luchtmacht niet kan worden volstaan. Nederland en de Volkenhond. Verschillende leden, zich bjj bovenstaande beschouwingen aansluitend, zelden getroffen te zijn door de woorden van den voorzitter ▼an den Ministerraad in diens radio-nieuw jaarsrede, toen hij handelde over het toegeno men gevaar voor Nederland om in buiten- landsche conflicten betrokken te worden. Zij oordeelden, dat dit gevaar Inderdaad niet mocht worden onderschat en dat het deel uit maken van den Volkenbond aan de toene ming daarvan niet vreemd was. Deze leden waren daarom geneigd van het lidmaatschap ▼an den Bond eerder nadeel dan profijt te ▼erwachten. Andere leden, hoewel erkennend, dat de ▼erreikende verwachtingen, door velen op den Volkenbond gebouwd nog in geenen deele *tjn vervuld, konden toch met deze ziens wijze ten aanzien van de aarde van het Vol kenbondslidmaatschap niet instemmen. In tegendeel wenschten zjj naast een ernstige verzorging van 's lands weermacht, zoo hier ais over zee, de bevordering van een goede verstandhouding tusschen de volken en van een internationale rechtsorde krachtig ge steund te zien en achten zij derhalve loyale medewerking met den Volkenbond geboden, een medewerking trouwens, tot welke Ne derland zich verbonden heeft door Ud van den Bond te worden. Weer andere leden betoogden, dat Neder land niet in staat ls zelfstandig tegenweer van beteekenis te bieden tegen groote mo gendheden en het daarom aangewezen ls op samenwerking met den Volkenbond met be hulp van een politieleger. Het streven moet gericht zijn op internationale ontwapening en Nederland dient, naar de meening van deze leden, met dit streven een begin te maken door zelf niet meer dan een politieleger te onderhouden en daarvoor niet meer uit te ge ls, wordt oinder den voet geloopen. Bjj de vroegere wijze van oorlogvoeren, na het uitbreken van den krijg, kon nog veel worden geredresseerd door vervaardiging als nog van het benoodigd materiaal. Wie nu, wanneer een conflict losbreekt, niet gereed ls, wordt onde rden voet geloopen. Tijdig behooren daarom de meest krachtige maatregelen voor verdediging te worden ge troffen. De bestaande gevaren zijn groot, in Europa, doch vooral in den Pacific. Nu de internationale ontwapening niet is gelukt, is sterke uitbreiding van de weermacht geboden. Inderdaad is Nederland aangewezen op col- lotctieve samenwerking, doch het behoort ook als zelfstandig medewerker te kunnen op treden, wil het niet te eeniger tijd het gelag moeten betalen. Bovendien is dit ook voor den VolkerjKind van groote waarde. Afkeuring buitenlandse!! beleid. Enkele leden waren van oordeel, (en eenige andere leden sloten zich hierbijvoorzooveel deze stelling betreft, aan), dat de Volken bond geene collectieve samenwerking beoogt, maar een werktuig is, dat ten behoeve van de machtspolitiek van Engeland wordt ge hanteerd. Deze leden keurden het buiten- landsch beleid der regeering af, betoogende, dat dit de gevaren, waarop in de nieuwjaars rede van den voorzitter van den Raad van ministers werd gedoeld, juist n&derbjj bracht. Worden deze gevaren geducht, dan moeten leger en vloot voldoende zjjn toegerust. Dit is tot dusver evenwel niet het geval, hetgeen bewezen wordt door het feit, dat nu op een maal 54 millioen noodig is. Aan de bescher ming moet voorts iedere burger, en niet slechts een zeker aantal, wier naam met een bepaalde letter begint, medewerken. Weer- plicht is, naar de meening der leden hier aan het woord, weerrecht en het is een eer voor den staatsburger, dit te bezitten. De geest in de weermacht wordt onder mijnd door anti-nationale propaganda; het gebeurde met de Zeven Provinciën was een symptoom var de gevaren, welke van den Moskouschen geest dreigen. De hier aan het woord zijnde leden meenden als eisch te moe ten stellen, dat iedere gezonde man een vol jaar zal dienen en dat de weermacht in alle opzichten op peil zal worden gebracht, met name de vloot van Indië. De gelden, daar voor benoodigd, zijn huns Inziens hier even zeer als in andere landen te vinden. Het nationalisme. Sommige leden merkten op, dat de ver wachting, dat de wereldoorlog de laatste oor log zou zyn, meer en meer is verzwakt; toch mag men zeker niet zeggen, dat de oorlogs- wil van de volken sterker is geworden, wel la echter de invloed toegenomen van de groe pen en machten, wier streven onherroepelijk tot den oorlog zal voeren, indien de wil tot den vrede niet wordt versterkt Een voort durend gevaar dreigt, naar hun inzicht, van de z(jde van die landen, waar het nationalis me hoogty voert, in het bijzonder van daar, waar de dictatuur is Ingevoerd. Eenige andere leden oordeelden, dat deze defensiebegrooting beheerscht wordt door twee feiten: le. dat het oorlogsgevaar groo- ter werd; 2e. dat de positie van den Volken bond sterker is geworden. Hoogere uitgaven overbodig? Het grooter geworden oorlogsgevaar gaf hun geen aanleiding op hun streven naar nationale ontwapening terug te komen. Het sterker worden van den Volkenbond, die nu getoond heeft eenen dam te kunnen opwer pen tegen oorlogsgevaar en een volgend maal natuurlijk nog sneller en beter zal kunnen optreden, heeft de collectieve veiligheid reëeler gemaakt De leden, hier aan het woord, wezen niet alle geweld af, ook niet militaire sanctie van den Volkenbond tegen den Staat, die aanviel, doch nationale defensie trekt naar hunne meening het oorlogsgevaar aan en zij betreurden daarom zeer, dat op de Defensiebegrooting geen bezuiniging is toe gepast De mogelijkheid om zijn zelfstandig heid te verdedigen' achtten zij voor Neder land met- hoogere uitgaven toch niet te berei ken. De hier aan het woord zijnde leden oor deelden voorts neutraliteit niet denkbaar meter. Wanneer zich een gewapend conflict naar Nederlandse!» terrein mocht verplaatsen, dan zou een pogen om daarop langs militai ren weg Invloed te oefenen, naar hun mee ning, voor Nederland noodlottig worden. Vol gens hen wegen zedelijke krachten meer dan wapens, zooals bleek in 1918, toen de door België verlangde annexatie door alle mogend heden werd afgewezen. Van nauwelijks minder belang, dan ver sterking van het materieel der weermacht, het zoo snel mogelijk afbouwen van het vloot plan en uitbreiding van de marine-luchtmacht, achtten verscheidene leden verruiming van het contingent en verlenging van den duur der eerste oefening, al wenscht de regeering hiertoe „vooralsnog" niet over te gaan. Leger van vrijwilligers. Deze leden zouden gaarne vernemen het gevoelen van den minister omtrent het met name in tijden als de tegenwoordige, niet moeilijk te verwezenlijken schijnend denk beeld, om bovendien een vrijwillig blijvend gedeelte van eenige duizenden geoefenden in te stellen. Al deze maatregelen zouden daar enboven het bijkomstige, maar niet te onder schatten voordeel hebben, dat daardoor vele jonge mannen, voor korter of langer tijd aan de demoraliseerende werkloosheid zouden worden onttrokken. Deze leden sloten zich voorts aan bjj den ln de andere Kamer van de meest verschil lende zjjden geoefenden aandrang, maatrege len te nemen tegen het euvel, dat werk gevers soms dienstplichtigen, die voor herha lingsoefeningen zijn opgekomen, daarna niet weer in dienst nemen. Naar hunne meening zoude zulke werkgevers voor goed moeten worden uitgesloten van eenige leveranties aan een openbaar lichaam en voorts op een „zwarte lijst" moeten worden geplaatst, welke periodiek gepubliceerd werd. Verscheidene leden drongen aan op bespoe diging van de uitvoering der plannen tot oeco- nomische en lndustrieele oorlogsvoorbereiding. Sommige leden stelden de vraag waarom niet het stelsel der loting werd afgeschaft en algemeene dienstplicht Ingevoerd. Eenige leden pleitten voor de instelling van een weerbelasting, te betalen door hen, die niet voor den militairen dienst worden aan gewezen. Eenige leden informeerden naar het resul taat van de enquête naar de particuliere wa penindustrie in Nederland en hare bultenland- sche verbindingen. Pensioenen. De hier aan het woord zijnde leden dron gen voorts aan op verbetering van de be staansvoorwaarden van drie categoriën van militairen, aan wie, naar hunne meening, tot dusver geen recht is gedaan, t.w. de gepas- porteerde marine-mar/en, de zoogenaamde oud-gepensionneerden en de oud-werklieden van de Marinewerf te Amsterdam. Voor de laatste categorie vroegen deze leden bevor der' g van de invoering van pensionneering op öo-Jar'gen leeftijd. Weekkrorwek De behandeling der Indische begrooting in de Tweede Kamer De gekalmeerde Katholiéke oposine. Lichtp'ekken in de econO' mische duisternis Indrukwekkende rede van Dr. Colijn. De begrootingshoofdstukken in den Senaat. Den Haag, 27 Febr. '36. Dr. Coljjn moge al eens foutert hebben ge maakt wat betreft zjjn politieke strategie, doch dat vermindert toch maar bitter weinig aan de soms zoo meesteljjlte wijze, waarop hy een oppositie tot bedaren weet te bren gen. Natuurlijk heeft hij ondanks alles in dezen tijd „den wind mee", d.w.z., dat er een oppositie bestaat, welke het niet graag op een conflict laat aankomen (om bekende redenen!) en dus min of meer „gaarne over tuigd" wil worden. Men vergete eenter niet, dat een minder handig tacticus als dr. Colyn wellicht dingen zou doen of nalaten, die, juist door het iewat gecompliceerde der huidige politieke verhoudingen, en hoewel goed be doeld, toch prikkelend kunnen werken op de gemoederen van degenen, die zonder veel do~ mineerende macht ernstige critiek oefenen. De „sensatie" bij de behandeling, in de Tweede Kamer, van de Indische begrooting was de onverwacht-scherpe rede van ir. Feber (R.-K.), aangevuld door het eveneens afkeu- frende betoog van zijn partijgenoot Van Poll. Bij de replieken, was van het onaangename der eerste redevoeringen van genoemde hee- ren eigenlijk niets meer over. Ook en zelfs de heer Cramer (S.D.) bleek heel wat milder gestemd en stak op zeker moment de lof trompet over den bewindsman. En wat is er eigenlijk door de antwoord-rede van dr. Colijn reranderd? In de hoofdlijnen van het Regee ringsbeleid niets! Maar de rake wijze waar op de bewindsman de ergste „gevoeligheden" zjjner opponenten weet te omzeilen en kans ziet om binnen het raam van zijn vaste richt lijnen toch niet-onbelangrjjke toezeggingen te doen, gevoegd bjj zjjn indruk- en vertrouwen wekkende wijze van spreken, doet wondei.,.. Zijn antwoord-rede bij de algemeene be schouwingen over de Indische begrooting kwam tegemoet aan verschillende ernstige grieven, zoo wat de Arbeidsinspectie op Java betref en de wjjze, waarop de premier afkeu rend sprak over de veel te lage loonen. De heer Van Poll kreeg door het toegeven aan de commissie-gedachte het aangename gevoel, dat zyn overigens tot nu toe nog door dr. Colijn als onuitvoerbaar geachte plannen no pens de imperiale zelfvoorziening ernstig wor den opgevat Genoemde afgevaardigde bleek om een en ander verheugd en spande zich ge ducht in om dr. Colijn nog eens nader in te lichten over die plannen. De premier zat ge amuseerd toe te luisteren en knikte herhaal delijk lachend, alsof hij zeggen wilde: Ging het maar zoo gemakkelijk als het daar wordt voorgedragen Waaraan is het nu eigenlijk toe te schrij ven zei de premier dat na zooveel in spanning er in Indië geen bevredigend resul taat verkregen ls? En deze allesbeheerschen- de vraag beantwoordde dr. Coljjn aldus: In het verleden heeft men de draagkracht van Indië veel te groot geschat. Het budget stond op een abnormaal hoog peil. Een land, dat ln enkele jaren tijd den uitvoer van 500 millioen tot 2200 millioen ziet stijgen, be rust op geen gezonde basis, en men mag naar dien toestand geen budget opstellenToch deed men dat. Terwjjl in normale tjjden de toeneming der welvaart zeer langzaam ging. Van 1880 tot even voor den oorlog steeg de uitvoer van 150 millioen tot 500 millioen, wat beteekent een stijging van 350 millioen ln 30 jaren, en 20 millioen per paar. Maar dan komt de oorlog. De curve gaat sFygen, al maar stjjgen, tot 2 milliard. In '25 was het bedrag alweer 1800 millioen, om vervolgens snel te dalen. En thans staan wjj dan weer op het peil van '11 en '12. Nog maals: naar een zóó onnatuurlijk stijgend in komstenbedrag had men de uitgaven niet bljjvend mogen vaststellen. In '11 en '12 bedroeg het budget 170 mil lioen, thans 329 millioen. Toen kostte Staatsschuld 4.2 millioen per Jaar, thans 78 millioen. Niet zonder ironie wees Z.Exc. erop, dat men er ln Indië in geslaagd was ook ln de vette jaren nog dikke schulden te ma ken „Welke wonderen verwacht men ten slotte van een Regeering, die voor een dergeljjken toestand staat?", aldus dr. Colijn, en de Ka mer luisterde muisstil toe. Wat moest de Re geering ln '33 doen? Het naaste doel was toen: geen toeneming van Staatsschuld en In derdaad ls schuldtoename sedert dien achter wege gebleven! Maar door middelen, welke thans zoo goed als uitgeput zijnEn daar om moet voor '37 gezocht worden naar nieu we middelen om schuldtoename die op den duur verderfelijk moet worden tegen te gaan. Het tekort voor '37 zal vermoedelijk een 11 millioen bedragen, met 10 millioen voor opvanging van het accrès. Zal men nu dit bedrag weer kunnen vinden? „Ik weet het niet", verklaarde dr. Colyn. Men zal moeten wachten op de begrooting voor '37, waaruit zal blijken, hoe de Indische Regeering de moeilijkheid tot een oplossing denkt te kunnen brengen. De premier erkend, dat Indië onder te zware lasten gebukt gaat en er wordt ook al aan verlaging gewerkt (slachtbelasting, pandhuisrechten, ontheffing landrente), maar de stelling van lr. Feber (R.K.), dat min stens nog 120 millioen zullen moeten wor den gevonden achtte Z.Exc. niet te aanvaar den. De zorg voor niet-toename der schuld achtte dr. Colijn het begin van een financieel herstel. Men vroeg om vermindering der schulden last, doch hoe dat te bereiken? Nederland staat borg voor het overgroote deel der schul den, dus daar valt niet aan te tornen. Het overnemen door Nederland, van de Indische staatsschuld achtte de premier een zaak. welke niet thans besproken kon worden. De minister van Financiën is daarbjj ook „be langhebbend", dus zal de zaak bij de alge meene beschouwingen in November bespro ken kunnen worden. Of bjj een andere gele genheid, door middel van een interpellatie b.v., of een motie. Voorts wees dr. Colijn het verwijt af, als zou het moederland zoo weinig voor Indië doen. Door de gegarandeerde staatsleeningen en de gedeeltelijke overname der Marine- kasten werd Indië ontlast van 42 millioen per jaar, toch geen kleinigheid! En als straks de nieuwe Marine-voorstellen komen, zullen de- lasten ook wel weer worden gelegd op Nederlandsche schouders. De grens der moge- geljjkheden mag dus niet uit het oog wor den ,yerloren. De kans, dat Nederland de mil- lioenen maar even op tafel kan leggen, achtte dr, Colyn uiterst-gering. Vooral...... wijl naar de premier met nadruk verzekerde de financieele positie van Nederland nóg on gunstiger is dan die van Indië! Men had gepleit voor een heffing op olie en andere lasten, doch de minister was hui verig voor nog meer lastverhooging. Mis schien zal een verhooging van de winstbelas ting mogelijk en noodig zjjn. Z.Exc. kwam ten aanzien van de financieele politiek tot de conclusie, dat er geen andere weg is dan die van de Regeering. Die weg kan niet ineens worden afgelegd. En komt eens de tijd, dat Nederland in staat is financieel nog méér voor Indië te doen, dan zal dr. Colijn, zoo mogelyk, met vreugde aan verlichting der zware schuldenlast meewerken, ofschoon zei Z.Exc. „ik in het verleden altjjd tegen verzwaring van de schuldenlast (tevergeefs) heb gewaarschuwd Ten aanzien van de economische politiek verklaarde Z.Exc. verbaasd te zyn geweest over het geuite pessimisme, terwijl de minis ter, die altijd voor een pessimist werd uitge maakt, nu juist enkele lichtpunten zag. Dr.; Colijn gaf toe, dat de toestand der be volking in sommige deelen van Java kommer vol is, en dat komt voornamelijk door de slechte situatie van de suiker-industrie. Z.Exc. gaf volmondig toe, dat op de basis van de huidige lage loonen aan „dividenden" niet te denken viel. De eerste „lichtplek", door den minister ge zien, was de toename van den aanplant van suikerriet. De groote wereldvoorraden slinken, de prijzen verbeteren iets. Er zijn al fabrieken die met winst werken. Aangaande de voedseltoestand wees dr. Colijn erop, dat men niet moet overdrijven. Men had gezegd, dat de ambtenaren omtrent deze dingen geen eerlijk rapport durfden op maken en Z.Exc. vroeg met stemverheffing, waaraan de ambtenaren die schandelijke be schuldiging verdiend hebben? De klachten over de arbeidsinspectie op Oost-Java wees dr. Colijn terug, wjjl de ambtenaren daar niet tót taak hebben de bedrijven geregeld te be zoeken. Alleen op klachten wordt gereageerd. In overweging is, aan de inspecteurs inspeptië—bevoegdheid te geven, doch een en en ander beteekent weer kostenverzwaring door uitbreiding van personeel. De minister-president las uit een be schouwing van den directeur van Economische Zaken een korte samenvatting voor omtrent den toestand in Indië. De toestand der bevol king op Java is in sommige streken allesbe halve rooskleurig, ja, ongunstig. Gelukkig heeft de rijstpolitiek goed voldaan. De econo mische toestand der bevolking van de buiten gewesten is behoorlijk; dè thee levert bevré- digende resultaten, de copra evenzeer, de rubber-productie was lang niet onbevredigend. Alleen dé koffie bleef op een ongekend-laag niyeaui De afzet heeft in het laatste jaar niet geleden, de prijzen werden beter. Er is aldus verder de premier nog geenreden tot juichen, maar men zij wel voorzichtig als men de toestand zwarter af schildert dan verleden jaar. 't Is „iets beter" en niet „iets slechter", gelijk men beweert. Tot de economische politiek der Regeering komend bleek dr. Colijn waardeering te heb ben voor de wjjze, waarop de heer Van Poll (R. K.j tracht, zijn critiek aan te vullen met eigen opbouwende gedachten. Maar de pre mier bleef groote bezwaren zien in het denk beeld der imperiale zelfvoorziening, wijl Nederland hoogstens 20 der Indische pro ductie zou kunnen opnemen. Wel gaat Indië thans, door den nood wjjzer geworden, lndustrialiseeren, waarvoor dr. Colijn, naar hij zéi, 25 jaar geleden al had gepleit, maar aan doovemans deur. Volgens den premier kan men de samenwerking tusschen Indië en Nederland niet forceeren, zij moet groeien. De heer Van Poll vroeg om een commissie tot onderzoek van deze zaak, doch dr. Colijn ver klaarde beu van alle commissies te zjjn. Edoch... wanneer de gevraagde commissie de zaak inderdaad zou kunnen bespoedigen, dan zou de minister geen bezwaar maken. „Ik zal de zaak zeker niet remmen!" riep dr. Colyn uit Doch als het komt tot een commis sie, dan begeerde de premier daarin ook Kamerleden te zien opgenomen. Het socialistische „Plan" om Indië met 100 millioen te helpen verklaarde dr. Colijn niet noodig te hebben, want, was het geld beschikbaar, dan is het geen kunst, dat uit te geven. Meer uitvoerig ging Z.Exc. na, wat Neder land voor Indië doet. Indië profiteert van de clearing, welke Nederland met Duitschland heeft. Het handelsverdrag met Duitschland verschaft Indië groote voordeelen. Wjj hebben een crediet van 130 millioen aan dat land moeten laten. In Tsjecho-Slowakjje kon voor ruim een half millioen aan tabak worden in gevoerd, en daarvoor neemt Nederland weer textielgoederen en glaswerk af. Iets derge lijks geschiedde ook met Portugal, Polen, Spanje. Denemarken. Verreweg het sprekend- ete voorbeeld geeft het verdrag met de Ver. Staten. Ons land heeft daarvoor belangrijke offers gebracht. En wat doet Indië momenteel voor Neder land? Het neemt een uitvoer af (voornamelijk textielgoederen) voor ongeveer 15 millioen. Het moederland getroost zich thans dus heel wat grootere offers, die onmogelijk precies in cijfers zijn uit te drukken, dan Indië! Wat de suikerkwestie betreft, een onder zoek naar mogelijkheden van vergrooten in voer van rietsuiker, en winning van alcohol uit bieten, is nog gaande. Er doen zich nog allerlei moeilijkheden voor. En wat aangaat de Japansche concurrentie, daar valt niet tegen op te werken. De Regeering zal de batik-Industrie tegemoet komen met 3 ton als compensatie voor door ons geleverde goe deren voor de batik-industrie. Een desbetref fend wetsontwerp is aanstaande. Nu wat aangaat de Staatskundige positie van Indië. De Regeering sluit haar oogen niet Zoekt by de «rouw bekoorlijkheid, echte «rouwell|kheid M mooi figuur - hoe «eik mlet hij dit mearl Een ding etaat echter «ast: hoe het oordeel uitvalt, blijft „rijn" geheim. Ook U kunt dank tij een nieuw ontdekte methode Uw figuur «ormen en Uw gohelme wenschen „werkelijk mooi te rijn" «erweiolljken I Om dit te bereiken ryn er geen oefeningen, apparaten of dldot I noodig. Bestelt U het boekje „Hoe verkrijg Ik eene onberispelijke 1 figuur?" (32 afbeeldingen). Het bevat wetenschappelyke Inllch-1 tingen ovor oorzaken, behandeling en bewezen resultaten. Ver krijgbaar als drukwerk tegen 35 ct. of als gesloten brief 45 ct aan j postzegels door de „Idoena" N V. A dam heucnur. )}/H*}22 voor de spanningen in het Oosten, gelijk weef uit de recente gebeurtenissen in Japan blijkt, doch een nerveuze stemming moet ten allen tyde worden voorkomen. Over de bestuursorganisatie zei dr. Coljjn, dat wij geen Nederlandsche maatstaven mogen aanleggen. Hij kon in de verste verte niet beoordeelen, of het onnoodig was, geen Soc. Democraten in den Volksraad te be noemen. Tot de naderhand geuite ergernis van mr. Westerman (N.H.) was de premier van oor deel, dat een centraal bestuursapparaat voor Indië niet het ideaal is, gezien de uitgestrekt heid van het gebied. De groote fout is, vond dr. Coljjn, dat men in 't verleden verzuimd heeft, de lagere besturen geheel „op eigen beenen" te zetten, hen de volle verantwoorde lijkheid te doen dragen. Ook kunnen we de Indische volksbeweging niet negeeren. Geregeerd noet worden naar het Arabische spreekwoord: „Soort over soort, dat is genade"... Over de bestuursorganisatie zal echter nog nader in de Kamer van ge dachten kunnen worden gewisseld. Wat het algemeen beleid betreft, dr. Colijn constateerde, dat er tweeerlei critiek is. Er zou namelijk te slap tegen de N.S.B. worden opgetreden en te straf tegenover de inheem- schen. Tusschen haakjes deelde de minister mee, een onderzoek naar het bestaan van een Nat. Socialistische organisatie van Duitschers in Indië te zullen doen instellen. Voorts wees Z.Exc. erop, dat de N.S.B. In Indië anders optreedt dan hier. Hier voert men zoo zei dr. Colijn een vulgaire, zeer scherpe oppositie, terwijl de N.S.B. In Indië achter de Regeering staat. De premier aarzelde ten aanzien van zjjn oordeel over de gestie der N.S.B. in Indië, temeer, daar Indië autonoom is. Dr. Colun behandeld de grief, als G.G. vjjandig tegenover de inlanclsche'i',' ging optreden. De landvoogd handelt 0p vies der gewestelijke hoofden, die de r^a, ljjke situatie maar al te goed kennen d controle op politieke vergaderingen achtte h' minister logisch, want dacht men, aldus d Coljjn, dat opruiing slechts plaats vindt openbare vergaderingen? Het toezlcnt vinu trouwens slechts plaats, als er bijzondere aa leiding ls. De aangevochten ordonnantie ls tot stand gekomen met medewerking va den Volksraad en alle landvoogden, te rekenen van Van Limburg Stirum af, hebben om be- doelde bevoegdheden gevraagd. Dr, Coljjn behandelde de grief, als zou d« Jonge „niet gefundeerd". Het spreekt van zelf, zei verder Z.Exc., dat het regeeren over 65 millioen menschen wel eens tot bestuurs daden leidt, welke men zelf misschien anders gedaan zou hebben. Dr. Colijn's oordeel „over den in September aftredenden landvoogd" (de premier kleedde dit woord expressel.jl; aldus in, om de geruchten nopens aanblijven tegen te spreken) was, dat hij het gezag met kracht handhaafde, niets in den weg legde voor een gezonde volksbeweging en de rust gedurende 4 jaren bewaarde. Mede werd op financieel gebied zeer buitengewonen arbeid verricht. En op economisch gebied kwamen er nieuwe ljjnen, diehoop geven op een verbetering ln den toestand. De bestuursperiode raag de moeilijkste der laatste honderd Jaar genoemd worden, aldus met nadruk de premier. Neder- land kan met voldoening op dat beleid terug, zien! De „zedelijke verplichtingen jegens Indië heeft zich tijdelijk minder kun uitleven, door de wereldcrisis, maar de Regeering houdt aan die verplichtingen vast binnen de grenzen der mogelijkheden! Na nog wat replieken werden de algemeene beschouwingen gesloten en dook de Kamer ln de tropische zee van artikelen! Waaraan men op het moment nog hard doende is. Aan de overzijde van het Binnenhof, ln den Senaat, gaat men door met de afdoening van de verschillende begrootings-hoofdstukken. Deze week kwamen Sociale Zaken en Binnen- landsche Zaken aan de beurt. Misschien vind ik de volgende week aanleiding, iets naar aan leiding van de gevoerde debatten te releveercn. Parlementariër. .en met zijn indere been ttaat d< man, die de verkeersre gels niet kent, in de gevangenis. ZONDAG I MAART, Hilversum I, 1875 m. 8.55 VARA, 10.00 VPRO, 12.00 AVRO, 5.00 VARA, 8.00 AVRO. 8.55 Orgelspel. 9.00 Voetbalnieuws, tuinbouwpraatje. 9.30 Vervolg orgelspel. 9.45 Gramofoönplaten.- 10.00 Zondagshalfuur. 10.30 Kerkdienst.- 12.00 Filmpraatje. 12.30 Omroeporkest. 1.00 Zang. I.10 Kovacs Lajos' orkest en zang. 2.00 Boekbespreking. 2.30 Concertgebouw-orkest en solist. 4.30 Olmypisch nieuws. 4.45 Gramofoonmuziek en sport, 5.00 Gramofoonplaten. 5.30 Voetbalpraatje, sportnieuws, 5.50 Orgel, viool en harp. 6.30 Voordracht. 7.00 De Flierefluiters en solisten. 8.00 Berichten. 8.15 Omroeporkest en solist. 8.45 Voordracht. 9.05 Gramofoonplaten. 9.45 Radio-Journaal. 10.00 Orgel en sopraan. 10.20 Aeolian-orkest. II.00 Berichten. 11.1012.0 Dansmuziek (Gramofoonplaten). Hilversum H, 301 m. 8.30 KRO, 9.30 NCRV, 12.15 KRO, 5.00 NCRV, 7.45—11.00 KRO. 8.30 Morgenwijding, 9.30 Gewjjde muziek. 9.50 Geref. kerkdienst. Hierna gewjjde mui 12.15 KRO-Orkest, Gramofoonpl. en lezing. 2.00 Gramofoonplaten, 3.15 Zang en piano. 3.35 Gramofoonpl. 4.00 Ziekenlof. 5.00 Ned. Herv. Kerkdienst. Hierna gewjjde muziek. 7.45 Sport, lezing, berichten. 8.20 KRO-Orkest en solisten. 9.15 Sted. Orkest Maastricht. 10.00 Hoorspel. 10.30 Berichten, gramofoonplaten. 10.4011.00 Gramofoonpl. MAANDAG 2 MAART. Hilversum I. 1875 m. Algemeen Programma, verzorgd door de VARA. 8.00 Gramofoonplaten. 10.00 Morgenwijding VPRO. '7„ 10.15 Voordracht en variatieconcert. 12.001.45 Gramofoonpl en VARA-Orkest 2.00 Voordracht. 2.20 Gramofoonplaten. 3.00 Voor de vrouw. 3.30 Orvitropia en gramofoonplaten. 4.30 Voor de kinderen, 5.05 Gramofoonpl. 5 30 De Flierefluiters. 6 20 Muzikale lezing met viola d'amora en cembalo. 7.00 Lezing en gramofoonpl. 7.30 Zang. 8.00 Berichten. 8.10 Oratorium-uitzencjing m.m.v. koor, orkest en solisten. 9.20 Gramofoonplaten. 9.30 Voordracht, 9.45 VARA-orkest. 10.15 Nieuwsberichten. 10.00 10.20 Vervolg concert. 10.4512.00 Gramofoonplaten. Hilversum II. 301 m. N CR V-uitzending. 8.00 Schriftlr ".ing, meditatie. 8.159.30 Gramofoonplaten. 10.30 Morgendienst. 11.00 Chr. lectuur. 11.3012.00 en 12.15 Gramofoonpl. 12.30 Orgeli meert. 2.00 Voor de scholen. 2.35 Causerie. 3.153.45 Gramofoonpl. 4.00 Bijbellezing. 4.45 Viool en piano. 5.35 Gramofoonplaten. 6.30 Vragenuur., 7.00 Berichten. 7.30 Vragenuur. 8.00 Berichten. 8.05 NCRV-Orkest. 9.00 Causerie. 9.30 Vervolg concert m.m.v. alt (Om Berichten). 10.3011.30 Gramofoonplaten. DINSDAG 3 MAART. Hilversum I. 1875 m. AVRO-uitzending. 5.30 VPRO, 6.30 RVU. 8.00 Gramofoonpl. 9.00 Ensemble Jetty Cantor. 10.00 Morgenwijding. Gramofoonplaten. 10.30 Ensemble Jetty Cantor. 11.00 Kookpraatje. 11.30 Orgelconcert en zang. 12.30 Gramofoonpl. 12.35 Uit Batavia: Overdracht Marine-Com mando. I.35 Ensemble Jonny Koon en declamatie. 3.00 Knipcursus. 4.00 Zang en piano. 4.30 Kinderkoorzang. 5.05 Voor de kinderen. 5.30 Bij bel vertellingen. 6.00 Gramofoonplaten. 6.30 Causerie 7.00 Voor de kinderen. 7.05 Zang en piano. 7.30 Engelsche les. 8.00 Berichten. 8.10 Operetteconcert 9.10 Hoorspel. 10.10 Omroeporkest en solist©, II.00 Berichten. 11.1012.00 Ensemble Pali. Hilversum U, 301 m. KRO-uitzending. 8.009.15 en 10.00 Gramofoonplaten. 11.3012.00 Godsdienstig halfuur. 12.15 Gramofoonplaten. 12.35 Uit Batavia: Overdracht Marine-Com mando. I.35 Gramofoonplaten. Vrouwenuur. 3.00 Modecursus. 4.00 Gramofoonplaten. 5.30 Jongenskoor. 6.00 KRO Melodisten. 6.40 E ineranto. 7.00 Berichten. 7.15 KF.O Orkest. 1 7.50 Berichten 8.00 Ljjduismcoitatie. 9.00 Gramofoonplaten 9.15 KRO.-kamerorkest en solist 10.00 Gramofoonplaten. 10.10 KRO-orkcst. 10.30 Berichten. 10.35 KRO-Melodisten. II.1512.00 Gramofoonplaten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 2