Radio-programma
De begrooting van defensie.
Op en om het Binnenhof.
I
HKLDHRSCHH COURANT VAN ZATFROAG 23 FRBRTLVRT 1936.
Voorlooplg verslag.
Blijkens het voorloopige verslag over het
ontwerp van wet tot vaststelling van hoofd-
Btuk Vin (departement van defensie) der
rijlobegrooting 1936 betuigen verscheidene
leden bijzondere waardeering voor de open
hartigheid, waarmede de regeering de gebre
ken der weermacht in de stukken heeft uit
eengezet. Zij motiveert haar koersverandering
met een beroep op de gewijzigde internatio
nale omstandigheden; het mislukken van de
Ontwapeningsconferentie, herbewapening in
Duitschland, de ervaring, opgedaan met het
conflict ItaliëEthiopië, waaraan de dreigen
de mislukking van de Vloötconferentie en de
daarmede samenhangende gevaren nog zou
den zijn toe te voegen.
Verscheidene leden achtten het nuttiger,
dat zoo snel mogelijk het tekort moet wor
den ingehaald, dan zich al te zeer te ver
diepen in de vraag, wie voor de in het ver
leden gepleegde verzuimen het meest ver
antwoordelijk zou moeten worden gesteld.
Zij waren er wjjders van overtuigd, dat de
regeering, door een versterking van de defen
sie, ondanks den financieelen nood, ter hand
te nemen, blyk gaf de kentering te verstaan,
die in dit opzicht in de volksovertuiging is
op te merken. De leden, hier aan het woord,
achtten het in verband met het voorgaande
symptomatisch, dat in de Tweede Kamer vrij
zinnig-democratische leden, waaronder de lei
der van de vrijzinnig-democratische fractie,
hun stem hadden gegeven aan de defensie-
begrooting. Ook achtten zjj niet geheel zon
der belang, dat. gelijk bjj de Tweede Kamer
discussies is gebleken, bij de S.D.A.P. aarze
ling ten goede is te bespeuren, al konden zij
de beteekenis daarvan voorshands niet te
boog aanslaan, zoolang zich een verandering
▼an inzicht niet in daden, als het stemmen
▼óór de begrooting van defensie of het steu
nen van het defensiefonds zou hebben ge
openbaard.
Versterking van de vloot.
Het valt moeilijk over de zeemacht van
gedachten te wisselen, zoolang de regeering
baar standpunt nog niet heeft bepaald ten
aanzien van de vraag, waarover de commis-
aie-Kan heeft geadviseerd.
Wat dit laatste betreft, meenden zjj
evenwel reeds thans de hoop te mogen
uitspreken, dat de regeering niet zou be
sluiten het plair-van een harmonisch sa
mengestelde vloot los te laten, zjj het ook.
dat daarenboven zonder twijfel de marine-
luchtmacht aanzienlijk zal moeten wor
den versterkt.
Uitbreiding en versterking der zee
macht achtten zij, in het bijzonder met
het oog op den moeilijken toestand in het
Oosten van dringend belang. Wat de in
de commissie-Kan gerezen controverse
I betreft, meenden deze leden te moeten
wijzen op het teekenende feit, dat de ma
rine deskundigen eenparig van oordeel wa
ren, dat kruisers niet kunnen worden ge
mist.
Met instemming verwezen zij voorts tiaar
de brochure van den gepenslonneerden vice-
•dmiraal jhr. G. L. Schorer.
Had het de volledige instemming van de
leden, hier aan het woord, dat de regeering,
blijkens het voorstel tot instelling van een
Defensiefonds, het materieel der weermacht
wenscht te versterken en daarbij ook maat
regelen wil nemen tegen voor een land als
het onze zoo buitengewoon gevaarlijke plot-
aelinge overvallen. Zij meenden ten slotte,
dat hiermede alsmede met het zoo snel mo
gelijk afbouwen, van het vlootplan, waarbij
een achterstand van niet minder dan 23 mil-
lioen, en met een uitbreiding van de marine-
luchtmacht niet kan worden volstaan.
Nederland en de Volkenhond.
Verschillende leden, zich bjj bovenstaande
beschouwingen aansluitend, zelden getroffen
te zijn door de woorden van den voorzitter
▼an den Ministerraad in diens radio-nieuw
jaarsrede, toen hij handelde over het toegeno
men gevaar voor Nederland om in buiten-
landsche conflicten betrokken te worden. Zij
oordeelden, dat dit gevaar Inderdaad niet
mocht worden onderschat en dat het deel uit
maken van den Volkenbond aan de toene
ming daarvan niet vreemd was. Deze leden
waren daarom geneigd van het lidmaatschap
▼an den Bond eerder nadeel dan profijt te
▼erwachten.
Andere leden, hoewel erkennend, dat de
▼erreikende verwachtingen, door velen op
den Volkenbond gebouwd nog in geenen deele
*tjn vervuld, konden toch met deze ziens
wijze ten aanzien van de aarde van het Vol
kenbondslidmaatschap niet instemmen. In
tegendeel wenschten zjj naast een ernstige
verzorging van 's lands weermacht, zoo hier
ais over zee, de bevordering van een goede
verstandhouding tusschen de volken en van
een internationale rechtsorde krachtig ge
steund te zien en achten zij derhalve loyale
medewerking met den Volkenbond geboden,
een medewerking trouwens, tot welke Ne
derland zich verbonden heeft door Ud van
den Bond te worden.
Weer andere leden betoogden, dat Neder
land niet in staat ls zelfstandig tegenweer
van beteekenis te bieden tegen groote mo
gendheden en het daarom aangewezen ls op
samenwerking met den Volkenbond met be
hulp van een politieleger. Het streven moet
gericht zijn op internationale ontwapening en
Nederland dient, naar de meening van deze
leden, met dit streven een begin te maken
door zelf niet meer dan een politieleger te
onderhouden en daarvoor niet meer uit te ge
ls, wordt oinder den voet geloopen.
Bjj de vroegere wijze van oorlogvoeren, na
het uitbreken van den krijg, kon nog veel
worden geredresseerd door vervaardiging als
nog van het benoodigd materiaal. Wie nu,
wanneer een conflict losbreekt, niet gereed
ls, wordt onde rden voet geloopen.
Tijdig behooren daarom de meest krachtige
maatregelen voor verdediging te worden ge
troffen. De bestaande gevaren zijn groot, in
Europa, doch vooral in den Pacific. Nu de
internationale ontwapening niet is gelukt, is
sterke uitbreiding van de weermacht geboden.
Inderdaad is Nederland aangewezen op col-
lotctieve samenwerking, doch het behoort
ook als zelfstandig medewerker te kunnen op
treden, wil het niet te eeniger tijd het gelag
moeten betalen. Bovendien is dit ook voor
den VolkerjKind van groote waarde.
Afkeuring buitenlandse!! beleid.
Enkele leden waren van oordeel, (en eenige
andere leden sloten zich hierbijvoorzooveel
deze stelling betreft, aan), dat de Volken
bond geene collectieve samenwerking beoogt,
maar een werktuig is, dat ten behoeve van
de machtspolitiek van Engeland wordt ge
hanteerd. Deze leden keurden het buiten-
landsch beleid der regeering af, betoogende,
dat dit de gevaren, waarop in de nieuwjaars
rede van den voorzitter van den Raad van
ministers werd gedoeld, juist n&derbjj bracht.
Worden deze gevaren geducht, dan moeten
leger en vloot voldoende zjjn toegerust. Dit
is tot dusver evenwel niet het geval, hetgeen
bewezen wordt door het feit, dat nu op een
maal 54 millioen noodig is. Aan de bescher
ming moet voorts iedere burger, en niet
slechts een zeker aantal, wier naam met een
bepaalde letter begint, medewerken. Weer-
plicht is, naar de meening der leden hier aan
het woord, weerrecht en het is een eer voor
den staatsburger, dit te bezitten.
De geest in de weermacht wordt onder
mijnd door anti-nationale propaganda; het
gebeurde met de Zeven Provinciën was een
symptoom var de gevaren, welke van den
Moskouschen geest dreigen. De hier aan het
woord zijnde leden meenden als eisch te moe
ten stellen, dat iedere gezonde man een vol
jaar zal dienen en dat de weermacht in alle
opzichten op peil zal worden gebracht, met
name de vloot van Indië. De gelden, daar
voor benoodigd, zijn huns Inziens hier even
zeer als in andere landen te vinden.
Het nationalisme.
Sommige leden merkten op, dat de ver
wachting, dat de wereldoorlog de laatste oor
log zou zyn, meer en meer is verzwakt; toch
mag men zeker niet zeggen, dat de oorlogs-
wil van de volken sterker is geworden, wel
la echter de invloed toegenomen van de groe
pen en machten, wier streven onherroepelijk
tot den oorlog zal voeren, indien de wil tot
den vrede niet wordt versterkt Een voort
durend gevaar dreigt, naar hun inzicht, van
de z(jde van die landen, waar het nationalis
me hoogty voert, in het bijzonder van daar,
waar de dictatuur is Ingevoerd.
Eenige andere leden oordeelden, dat deze
defensiebegrooting beheerscht wordt door
twee feiten: le. dat het oorlogsgevaar groo-
ter werd; 2e. dat de positie van den Volken
bond sterker is geworden.
Hoogere uitgaven overbodig?
Het grooter geworden oorlogsgevaar gaf
hun geen aanleiding op hun streven naar
nationale ontwapening terug te komen. Het
sterker worden van den Volkenbond, die nu
getoond heeft eenen dam te kunnen opwer
pen tegen oorlogsgevaar en een volgend maal
natuurlijk nog sneller en beter zal kunnen
optreden, heeft de collectieve veiligheid reëeler
gemaakt De leden, hier aan het woord,
wezen niet alle geweld af, ook niet militaire
sanctie van den Volkenbond tegen den
Staat, die aanviel, doch nationale defensie
trekt naar hunne meening het oorlogsgevaar
aan en zij betreurden daarom zeer, dat op de
Defensiebegrooting geen bezuiniging is toe
gepast De mogelijkheid om zijn zelfstandig
heid te verdedigen' achtten zij voor Neder
land met- hoogere uitgaven toch niet te berei
ken.
De hier aan het woord zijnde leden oor
deelden voorts neutraliteit niet denkbaar
meter. Wanneer zich een gewapend conflict
naar Nederlandse!» terrein mocht verplaatsen,
dan zou een pogen om daarop langs militai
ren weg Invloed te oefenen, naar hun mee
ning, voor Nederland noodlottig worden. Vol
gens hen wegen zedelijke krachten meer dan
wapens, zooals bleek in 1918, toen de door
België verlangde annexatie door alle mogend
heden werd afgewezen.
Van nauwelijks minder belang, dan ver
sterking van het materieel der weermacht,
het zoo snel mogelijk afbouwen van het vloot
plan en uitbreiding van de marine-luchtmacht,
achtten verscheidene leden verruiming van
het contingent en verlenging van den duur
der eerste oefening, al wenscht de regeering
hiertoe „vooralsnog" niet over te gaan.
Leger van vrijwilligers.
Deze leden zouden gaarne vernemen het
gevoelen van den minister omtrent het
met name in tijden als de tegenwoordige, niet
moeilijk te verwezenlijken schijnend denk
beeld, om bovendien een vrijwillig blijvend
gedeelte van eenige duizenden geoefenden in
te stellen. Al deze maatregelen zouden daar
enboven het bijkomstige, maar niet te onder
schatten voordeel hebben, dat daardoor vele
jonge mannen, voor korter of langer tijd aan
de demoraliseerende werkloosheid zouden
worden onttrokken.
Deze leden sloten zich voorts aan bjj den
ln de andere Kamer van de meest verschil
lende zjjden geoefenden aandrang, maatrege
len te nemen tegen het euvel, dat werk
gevers soms dienstplichtigen, die voor herha
lingsoefeningen zijn opgekomen, daarna niet
weer in dienst nemen. Naar hunne meening
zoude zulke werkgevers voor goed moeten
worden uitgesloten van eenige leveranties aan
een openbaar lichaam en voorts op een
„zwarte lijst" moeten worden geplaatst, welke
periodiek gepubliceerd werd.
Verscheidene leden drongen aan op bespoe
diging van de uitvoering der plannen tot oeco-
nomische en lndustrieele oorlogsvoorbereiding.
Sommige leden stelden de vraag waarom
niet het stelsel der loting werd afgeschaft en
algemeene dienstplicht Ingevoerd.
Eenige leden pleitten voor de instelling van
een weerbelasting, te betalen door hen, die
niet voor den militairen dienst worden aan
gewezen.
Eenige leden informeerden naar het resul
taat van de enquête naar de particuliere wa
penindustrie in Nederland en hare bultenland-
sche verbindingen.
Pensioenen.
De hier aan het woord zijnde leden dron
gen voorts aan op verbetering van de be
staansvoorwaarden van drie categoriën van
militairen, aan wie, naar hunne meening, tot
dusver geen recht is gedaan, t.w. de gepas-
porteerde marine-mar/en, de zoogenaamde
oud-gepensionneerden en de oud-werklieden
van de Marinewerf te Amsterdam. Voor de
laatste categorie vroegen deze leden bevor
der' g van de invoering van pensionneering
op öo-Jar'gen leeftijd.
Weekkrorwek
De behandeling der Indische begrooting in de Tweede Kamer
De gekalmeerde Katholiéke oposine. Lichtp'ekken in de econO'
mische duisternis Indrukwekkende rede van Dr. Colijn.
De begrootingshoofdstukken in den Senaat.
Den Haag, 27 Febr. '36.
Dr. Coljjn moge al eens foutert hebben ge
maakt wat betreft zjjn politieke strategie,
doch dat vermindert toch maar bitter weinig
aan de soms zoo meesteljjlte wijze, waarop
hy een oppositie tot bedaren weet te bren
gen. Natuurlijk heeft hij ondanks alles
in dezen tijd „den wind mee", d.w.z., dat er
een oppositie bestaat, welke het niet graag
op een conflict laat aankomen (om bekende
redenen!) en dus min of meer „gaarne over
tuigd" wil worden. Men vergete eenter niet,
dat een minder handig tacticus als dr. Colyn
wellicht dingen zou doen of nalaten, die, juist
door het iewat gecompliceerde der huidige
politieke verhoudingen, en hoewel goed be
doeld, toch prikkelend kunnen werken op de
gemoederen van degenen, die zonder veel do~
mineerende macht ernstige critiek oefenen.
De „sensatie" bij de behandeling, in de
Tweede Kamer, van de Indische begrooting
was de onverwacht-scherpe rede van ir. Feber
(R.-K.), aangevuld door het eveneens afkeu-
frende betoog van zijn partijgenoot Van Poll.
Bij de replieken, was van het onaangename
der eerste redevoeringen van genoemde hee-
ren eigenlijk niets meer over. Ook en zelfs
de heer Cramer (S.D.) bleek heel wat milder
gestemd en stak op zeker moment de lof
trompet over den bewindsman. En wat is er
eigenlijk door de antwoord-rede van dr. Colijn
reranderd? In de hoofdlijnen van het Regee
ringsbeleid niets! Maar de rake wijze waar
op de bewindsman de ergste „gevoeligheden"
zjjner opponenten weet te omzeilen en kans
ziet om binnen het raam van zijn vaste richt
lijnen toch niet-onbelangrjjke toezeggingen te
doen, gevoegd bjj zjjn indruk- en vertrouwen
wekkende wijze van spreken, doet wondei.,..
Zijn antwoord-rede bij de algemeene be
schouwingen over de Indische begrooting
kwam tegemoet aan verschillende ernstige
grieven, zoo wat de Arbeidsinspectie op Java
betref en de wjjze, waarop de premier afkeu
rend sprak over de veel te lage loonen. De
heer Van Poll kreeg door het toegeven aan
de commissie-gedachte het aangename gevoel,
dat zyn overigens tot nu toe nog door dr.
Colijn als onuitvoerbaar geachte plannen no
pens de imperiale zelfvoorziening ernstig wor
den opgevat Genoemde afgevaardigde bleek
om een en ander verheugd en spande zich ge
ducht in om dr. Colijn nog eens nader in te
lichten over die plannen. De premier zat ge
amuseerd toe te luisteren en knikte herhaal
delijk lachend, alsof hij zeggen wilde: Ging
het maar zoo gemakkelijk als het daar wordt
voorgedragen
Waaraan is het nu eigenlijk toe te schrij
ven zei de premier dat na zooveel in
spanning er in Indië geen bevredigend resul
taat verkregen ls? En deze allesbeheerschen-
de vraag beantwoordde dr. Coljjn aldus: In
het verleden heeft men de draagkracht van
Indië veel te groot geschat. Het budget stond
op een abnormaal hoog peil. Een land, dat
ln enkele jaren tijd den uitvoer van 500
millioen tot 2200 millioen ziet stijgen, be
rust op geen gezonde basis, en men mag naar
dien toestand geen budget opstellenToch
deed men dat. Terwjjl in normale tjjden de
toeneming der welvaart zeer langzaam ging.
Van 1880 tot even voor den oorlog steeg de
uitvoer van 150 millioen tot 500 millioen,
wat beteekent een stijging van 350 millioen
ln 30 jaren, en 20 millioen per paar.
Maar dan komt de oorlog. De curve gaat
sFygen, al maar stjjgen, tot 2 milliard.
In '25 was het bedrag alweer 1800 millioen,
om vervolgens snel te dalen. En thans staan
wjj dan weer op het peil van '11 en '12. Nog
maals: naar een zóó onnatuurlijk stijgend in
komstenbedrag had men de uitgaven niet
bljjvend mogen vaststellen.
In '11 en '12 bedroeg het budget 170 mil
lioen, thans 329 millioen. Toen kostte
Staatsschuld 4.2 millioen per Jaar, thans
78 millioen. Niet zonder ironie wees Z.Exc.
erop, dat men er ln Indië in geslaagd was ook
ln de vette jaren nog dikke schulden te ma
ken
„Welke wonderen verwacht men ten slotte
van een Regeering, die voor een dergeljjken
toestand staat?", aldus dr. Colijn, en de Ka
mer luisterde muisstil toe. Wat moest de Re
geering ln '33 doen? Het naaste doel was
toen: geen toeneming van Staatsschuld en In
derdaad ls schuldtoename sedert dien achter
wege gebleven! Maar door middelen, welke
thans zoo goed als uitgeput zijnEn daar
om moet voor '37 gezocht worden naar nieu
we middelen om schuldtoename die op den
duur verderfelijk moet worden tegen te
gaan. Het tekort voor '37 zal vermoedelijk
een 11 millioen bedragen, met 10 millioen
voor opvanging van het accrès. Zal men nu
dit bedrag weer kunnen vinden?
„Ik weet het niet", verklaarde dr. Colyn.
Men zal moeten wachten op de begrooting
voor '37, waaruit zal blijken, hoe de Indische
Regeering de moeilijkheid tot een oplossing
denkt te kunnen brengen.
De premier erkend, dat Indië onder te
zware lasten gebukt gaat en er wordt ook
al aan verlaging gewerkt (slachtbelasting,
pandhuisrechten, ontheffing landrente), maar
de stelling van lr. Feber (R.K.), dat min
stens nog 120 millioen zullen moeten wor
den gevonden achtte Z.Exc. niet te aanvaar
den.
De zorg voor niet-toename der schuld
achtte dr. Colijn het begin van een financieel
herstel.
Men vroeg om vermindering der schulden
last, doch hoe dat te bereiken? Nederland
staat borg voor het overgroote deel der schul
den, dus daar valt niet aan te tornen. Het
overnemen door Nederland, van de Indische
staatsschuld achtte de premier een zaak.
welke niet thans besproken kon worden. De
minister van Financiën is daarbjj ook „be
langhebbend", dus zal de zaak bij de alge
meene beschouwingen in November bespro
ken kunnen worden. Of bjj een andere gele
genheid, door middel van een interpellatie
b.v., of een motie.
Voorts wees dr. Colijn het verwijt af, als
zou het moederland zoo weinig voor Indië
doen. Door de gegarandeerde staatsleeningen
en de gedeeltelijke overname der Marine-
kasten werd Indië ontlast van 42 millioen
per jaar, toch geen kleinigheid! En als straks
de nieuwe Marine-voorstellen komen, zullen
de- lasten ook wel weer worden gelegd op
Nederlandsche schouders. De grens der moge-
geljjkheden mag dus niet uit het oog wor
den ,yerloren. De kans, dat Nederland de mil-
lioenen maar even op tafel kan leggen, achtte
dr, Colyn uiterst-gering. Vooral...... wijl
naar de premier met nadruk verzekerde
de financieele positie van Nederland nóg on
gunstiger is dan die van Indië!
Men had gepleit voor een heffing op olie
en andere lasten, doch de minister was hui
verig voor nog meer lastverhooging. Mis
schien zal een verhooging van de winstbelas
ting mogelijk en noodig zjjn. Z.Exc. kwam
ten aanzien van de financieele politiek tot de
conclusie, dat er geen andere weg is dan die
van de Regeering. Die weg kan niet ineens
worden afgelegd. En komt eens de tijd, dat
Nederland in staat is financieel nog méér
voor Indië te doen, dan zal dr. Colijn, zoo
mogelyk, met vreugde aan verlichting der
zware schuldenlast meewerken, ofschoon
zei Z.Exc. „ik in het verleden altjjd tegen
verzwaring van de schuldenlast (tevergeefs)
heb gewaarschuwd
Ten aanzien van de economische politiek
verklaarde Z.Exc. verbaasd te zyn geweest
over het geuite pessimisme, terwijl de minis
ter, die altijd voor een pessimist werd uitge
maakt, nu juist enkele lichtpunten zag.
Dr.; Colijn gaf toe, dat de toestand der be
volking in sommige deelen van Java kommer
vol is, en dat komt voornamelijk door de
slechte situatie van de suiker-industrie. Z.Exc.
gaf volmondig toe, dat op de basis van de
huidige lage loonen aan „dividenden" niet te
denken viel.
De eerste „lichtplek", door den minister ge
zien, was de toename van den aanplant van
suikerriet. De groote wereldvoorraden slinken,
de prijzen verbeteren iets. Er zijn al fabrieken
die met winst werken.
Aangaande de voedseltoestand wees dr.
Colijn erop, dat men niet moet overdrijven.
Men had gezegd, dat de ambtenaren omtrent
deze dingen geen eerlijk rapport durfden op
maken en Z.Exc. vroeg met stemverheffing,
waaraan de ambtenaren die schandelijke be
schuldiging verdiend hebben? De klachten
over de arbeidsinspectie op Oost-Java wees
dr. Colijn terug, wjjl de ambtenaren daar niet
tót taak hebben de bedrijven geregeld te be
zoeken. Alleen op klachten wordt gereageerd.
In overweging is, aan de inspecteurs
inspeptië—bevoegdheid te geven, doch een en
en ander beteekent weer kostenverzwaring
door uitbreiding van personeel.
De minister-president las uit een be
schouwing van den directeur van Economische
Zaken een korte samenvatting voor omtrent
den toestand in Indië. De toestand der bevol
king op Java is in sommige streken allesbe
halve rooskleurig, ja, ongunstig. Gelukkig
heeft de rijstpolitiek goed voldaan. De econo
mische toestand der bevolking van de buiten
gewesten is behoorlijk; dè thee levert bevré-
digende resultaten, de copra evenzeer, de
rubber-productie was lang niet onbevredigend.
Alleen dé koffie bleef op een ongekend-laag
niyeaui De afzet heeft in het laatste jaar niet
geleden, de prijzen werden beter.
Er is aldus verder de premier nog
geenreden tot juichen, maar men zij wel
voorzichtig als men de toestand zwarter af
schildert dan verleden jaar. 't Is „iets beter"
en niet „iets slechter", gelijk men beweert.
Tot de economische politiek der Regeering
komend bleek dr. Colijn waardeering te heb
ben voor de wjjze, waarop de heer Van Poll
(R. K.j tracht, zijn critiek aan te vullen met
eigen opbouwende gedachten. Maar de pre
mier bleef groote bezwaren zien in het denk
beeld der imperiale zelfvoorziening, wijl
Nederland hoogstens 20 der Indische pro
ductie zou kunnen opnemen. Wel gaat Indië
thans, door den nood wjjzer geworden,
lndustrialiseeren, waarvoor dr. Colijn, naar hij
zéi, 25 jaar geleden al had gepleit, maar aan
doovemans deur. Volgens den premier kan
men de samenwerking tusschen Indië en
Nederland niet forceeren, zij moet groeien. De
heer Van Poll vroeg om een commissie tot
onderzoek van deze zaak, doch dr. Colijn ver
klaarde beu van alle commissies te zjjn.
Edoch... wanneer de gevraagde commissie de
zaak inderdaad zou kunnen bespoedigen, dan
zou de minister geen bezwaar maken. „Ik
zal de zaak zeker niet remmen!" riep dr.
Colyn uit Doch als het komt tot een commis
sie, dan begeerde de premier daarin ook
Kamerleden te zien opgenomen.
Het socialistische „Plan" om Indië met
100 millioen te helpen verklaarde dr. Colijn
niet noodig te hebben, want, was het geld
beschikbaar, dan is het geen kunst, dat uit
te geven.
Meer uitvoerig ging Z.Exc. na, wat Neder
land voor Indië doet. Indië profiteert van de
clearing, welke Nederland met Duitschland
heeft. Het handelsverdrag met Duitschland
verschaft Indië groote voordeelen. Wjj hebben
een crediet van 130 millioen aan dat land
moeten laten. In Tsjecho-Slowakjje kon voor
ruim een half millioen aan tabak worden in
gevoerd, en daarvoor neemt Nederland weer
textielgoederen en glaswerk af. Iets derge
lijks geschiedde ook met Portugal, Polen,
Spanje. Denemarken. Verreweg het sprekend-
ete voorbeeld geeft het verdrag met de Ver.
Staten. Ons land heeft daarvoor belangrijke
offers gebracht.
En wat doet Indië momenteel voor Neder
land? Het neemt een uitvoer af (voornamelijk
textielgoederen) voor ongeveer 15 millioen.
Het moederland getroost zich thans dus heel
wat grootere offers, die onmogelijk precies in
cijfers zijn uit te drukken, dan Indië!
Wat de suikerkwestie betreft, een onder
zoek naar mogelijkheden van vergrooten in
voer van rietsuiker, en winning van alcohol
uit bieten, is nog gaande. Er doen zich nog
allerlei moeilijkheden voor. En wat aangaat
de Japansche concurrentie, daar valt niet
tegen op te werken. De Regeering zal de
batik-Industrie tegemoet komen met 3 ton
als compensatie voor door ons geleverde goe
deren voor de batik-industrie. Een desbetref
fend wetsontwerp is aanstaande.
Nu wat aangaat de Staatskundige positie
van Indië. De Regeering sluit haar oogen niet
Zoekt by de «rouw bekoorlijkheid, echte «rouwell|kheid M
mooi figuur - hoe «eik mlet hij dit mearl Een ding etaat echter
«ast: hoe het oordeel uitvalt, blijft „rijn" geheim. Ook U
kunt dank tij een nieuw ontdekte methode Uw figuur «ormen en
Uw gohelme wenschen „werkelijk mooi te rijn" «erweiolljken I
Om dit te bereiken ryn er geen oefeningen, apparaten of dldot I
noodig. Bestelt U het boekje „Hoe verkrijg Ik eene onberispelijke 1
figuur?" (32 afbeeldingen). Het bevat wetenschappelyke Inllch-1
tingen ovor oorzaken, behandeling en bewezen resultaten. Ver
krijgbaar als drukwerk tegen 35 ct. of als gesloten brief 45 ct aan j
postzegels door de „Idoena" N V. A dam heucnur. )}/H*}22
voor de spanningen in het Oosten, gelijk weef
uit de recente gebeurtenissen in Japan blijkt,
doch een nerveuze stemming moet ten allen
tyde worden voorkomen.
Over de bestuursorganisatie zei dr. Coljjn,
dat wij geen Nederlandsche maatstaven
mogen aanleggen. Hij kon in de verste verte
niet beoordeelen, of het onnoodig was, geen
Soc. Democraten in den Volksraad te be
noemen.
Tot de naderhand geuite ergernis van mr.
Westerman (N.H.) was de premier van oor
deel, dat een centraal bestuursapparaat voor
Indië niet het ideaal is, gezien de uitgestrekt
heid van het gebied. De groote fout is, vond
dr. Coljjn, dat men in 't verleden verzuimd
heeft, de lagere besturen geheel „op eigen
beenen" te zetten, hen de volle verantwoorde
lijkheid te doen dragen.
Ook kunnen we de Indische volksbeweging
niet negeeren. Geregeerd noet worden naar
het Arabische spreekwoord: „Soort over soort,
dat is genade"... Over de bestuursorganisatie
zal echter nog nader in de Kamer van ge
dachten kunnen worden gewisseld.
Wat het algemeen beleid betreft, dr. Colijn
constateerde, dat er tweeerlei critiek is. Er
zou namelijk te slap tegen de N.S.B. worden
opgetreden en te straf tegenover de inheem-
schen. Tusschen haakjes deelde de minister
mee, een onderzoek naar het bestaan van een
Nat. Socialistische organisatie van Duitschers
in Indië te zullen doen instellen.
Voorts wees Z.Exc. erop, dat de N.S.B. In
Indië anders optreedt dan hier. Hier voert
men zoo zei dr. Colijn een vulgaire,
zeer scherpe oppositie, terwijl de N.S.B. In
Indië achter de Regeering staat. De premier
aarzelde ten aanzien van zjjn oordeel over de
gestie der N.S.B. in Indië, temeer, daar Indië
autonoom is.
Dr. Colun behandeld de grief, als
G.G. vjjandig tegenover de inlanclsche'i','
ging optreden. De landvoogd handelt 0p
vies der gewestelijke hoofden, die de r^a,
ljjke situatie maar al te goed kennen d
controle op politieke vergaderingen achtte h'
minister logisch, want dacht men, aldus d
Coljjn, dat opruiing slechts plaats vindt
openbare vergaderingen? Het toezlcnt vinu
trouwens slechts plaats, als er bijzondere aa
leiding ls. De aangevochten ordonnantie
ls tot stand gekomen met medewerking va
den Volksraad en alle landvoogden, te rekenen
van Van Limburg Stirum af, hebben om be-
doelde bevoegdheden gevraagd.
Dr, Coljjn behandelde de grief, als zou d«
Jonge „niet gefundeerd". Het spreekt van
zelf, zei verder Z.Exc., dat het regeeren over
65 millioen menschen wel eens tot bestuurs
daden leidt, welke men zelf misschien anders
gedaan zou hebben. Dr. Colijn's oordeel „over
den in September aftredenden landvoogd" (de
premier kleedde dit woord expressel.jl; aldus
in, om de geruchten nopens aanblijven tegen
te spreken) was, dat hij het gezag met kracht
handhaafde, niets in den weg legde voor een
gezonde volksbeweging en de rust gedurende
4 jaren bewaarde. Mede werd op financieel
gebied zeer buitengewonen arbeid verricht. En
op economisch gebied kwamen er nieuwe
ljjnen, diehoop geven op een verbetering ln
den toestand. De bestuursperiode raag de
moeilijkste der laatste honderd Jaar genoemd
worden, aldus met nadruk de premier. Neder-
land kan met voldoening op dat beleid terug,
zien! De „zedelijke verplichtingen jegens
Indië heeft zich tijdelijk minder kun uitleven,
door de wereldcrisis, maar de Regeering houdt
aan die verplichtingen vast binnen de grenzen
der mogelijkheden!
Na nog wat replieken werden de algemeene
beschouwingen gesloten en dook de Kamer ln
de tropische zee van artikelen! Waaraan men
op het moment nog hard doende is.
Aan de overzijde van het Binnenhof, ln den
Senaat, gaat men door met de afdoening van
de verschillende begrootings-hoofdstukken.
Deze week kwamen Sociale Zaken en Binnen-
landsche Zaken aan de beurt. Misschien vind
ik de volgende week aanleiding, iets naar aan
leiding van de gevoerde debatten te releveercn.
Parlementariër.
.en met zijn
indere been
ttaat d< man, die
de verkeersre
gels niet kent, in
de gevangenis.
ZONDAG I MAART,
Hilversum I, 1875 m.
8.55 VARA, 10.00 VPRO, 12.00 AVRO, 5.00
VARA, 8.00 AVRO.
8.55 Orgelspel.
9.00 Voetbalnieuws, tuinbouwpraatje.
9.30 Vervolg orgelspel.
9.45 Gramofoönplaten.-
10.00 Zondagshalfuur.
10.30 Kerkdienst.-
12.00 Filmpraatje.
12.30 Omroeporkest.
1.00 Zang.
I.10 Kovacs Lajos' orkest en zang.
2.00 Boekbespreking.
2.30 Concertgebouw-orkest en solist.
4.30 Olmypisch nieuws.
4.45 Gramofoonmuziek en sport,
5.00 Gramofoonplaten.
5.30 Voetbalpraatje, sportnieuws,
5.50 Orgel, viool en harp.
6.30 Voordracht.
7.00 De Flierefluiters en solisten.
8.00 Berichten.
8.15 Omroeporkest en solist.
8.45 Voordracht.
9.05 Gramofoonplaten.
9.45 Radio-Journaal.
10.00 Orgel en sopraan.
10.20 Aeolian-orkest.
II.00 Berichten.
11.1012.0 Dansmuziek (Gramofoonplaten).
Hilversum H, 301 m.
8.30 KRO, 9.30 NCRV, 12.15 KRO, 5.00
NCRV, 7.45—11.00 KRO.
8.30 Morgenwijding,
9.30 Gewjjde muziek.
9.50 Geref. kerkdienst. Hierna gewjjde mui
12.15 KRO-Orkest, Gramofoonpl. en lezing.
2.00 Gramofoonplaten,
3.15 Zang en piano.
3.35 Gramofoonpl.
4.00 Ziekenlof.
5.00 Ned. Herv. Kerkdienst. Hierna gewjjde
muziek.
7.45 Sport, lezing, berichten.
8.20 KRO-Orkest en solisten.
9.15 Sted. Orkest Maastricht.
10.00 Hoorspel.
10.30 Berichten, gramofoonplaten.
10.4011.00 Gramofoonpl.
MAANDAG 2 MAART.
Hilversum I. 1875 m.
Algemeen Programma, verzorgd door de
VARA.
8.00 Gramofoonplaten.
10.00 Morgenwijding VPRO. '7„
10.15 Voordracht en variatieconcert.
12.001.45 Gramofoonpl en VARA-Orkest
2.00 Voordracht.
2.20 Gramofoonplaten.
3.00 Voor de vrouw.
3.30 Orvitropia en gramofoonplaten.
4.30 Voor de kinderen,
5.05 Gramofoonpl.
5 30 De Flierefluiters.
6 20 Muzikale lezing met viola d'amora en
cembalo.
7.00 Lezing en gramofoonpl.
7.30 Zang.
8.00 Berichten.
8.10 Oratorium-uitzencjing m.m.v. koor,
orkest en solisten.
9.20 Gramofoonplaten.
9.30 Voordracht,
9.45 VARA-orkest.
10.15 Nieuwsberichten.
10.00
10.20 Vervolg concert.
10.4512.00 Gramofoonplaten.
Hilversum II. 301 m.
N CR V-uitzending.
8.00 Schriftlr ".ing, meditatie.
8.159.30 Gramofoonplaten.
10.30 Morgendienst.
11.00 Chr. lectuur.
11.3012.00 en 12.15 Gramofoonpl.
12.30 Orgeli meert.
2.00 Voor de scholen.
2.35 Causerie.
3.153.45 Gramofoonpl.
4.00 Bijbellezing.
4.45 Viool en piano.
5.35 Gramofoonplaten.
6.30 Vragenuur.,
7.00 Berichten.
7.30 Vragenuur.
8.00 Berichten.
8.05 NCRV-Orkest.
9.00 Causerie.
9.30 Vervolg concert m.m.v. alt (Om
Berichten).
10.3011.30 Gramofoonplaten.
DINSDAG 3 MAART.
Hilversum I. 1875 m.
AVRO-uitzending. 5.30 VPRO, 6.30 RVU.
8.00 Gramofoonpl.
9.00 Ensemble Jetty Cantor.
10.00 Morgenwijding. Gramofoonplaten.
10.30 Ensemble Jetty Cantor.
11.00 Kookpraatje.
11.30 Orgelconcert en zang.
12.30 Gramofoonpl.
12.35 Uit Batavia: Overdracht Marine-Com
mando.
I.35 Ensemble Jonny Koon en declamatie.
3.00 Knipcursus.
4.00 Zang en piano.
4.30 Kinderkoorzang.
5.05 Voor de kinderen.
5.30 Bij bel vertellingen.
6.00 Gramofoonplaten.
6.30 Causerie
7.00 Voor de kinderen.
7.05 Zang en piano.
7.30 Engelsche les.
8.00 Berichten.
8.10 Operetteconcert
9.10 Hoorspel.
10.10 Omroeporkest en solist©,
II.00 Berichten.
11.1012.00 Ensemble Pali.
Hilversum U, 301 m.
KRO-uitzending.
8.009.15 en 10.00 Gramofoonplaten.
11.3012.00 Godsdienstig halfuur.
12.15 Gramofoonplaten.
12.35 Uit Batavia: Overdracht Marine-Com
mando.
I.35 Gramofoonplaten. Vrouwenuur.
3.00 Modecursus.
4.00 Gramofoonplaten.
5.30 Jongenskoor.
6.00 KRO Melodisten.
6.40 E ineranto.
7.00 Berichten.
7.15 KF.O Orkest. 1
7.50 Berichten
8.00 Ljjduismcoitatie.
9.00 Gramofoonplaten
9.15 KRO.-kamerorkest en solist
10.00 Gramofoonplaten.
10.10 KRO-orkcst.
10.30 Berichten.
10.35 KRO-Melodisten.
II.1512.00 Gramofoonplaten.