Buitenlandsch Overzicht.
ïïeiót ftet*Waca!
DE GOUDEN
BRUG
De Volkenbondsraad zal
Zaterdag te Londen
bijeenkomen.
Een verklaring van de
Fransche regeering
in het Parlement.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
No. 7724 EERSTE BLAD
64ste JAARGANG
De jongenste daad van Hitier. Europa verontwaardigd, doch
weinig kans op ernstige conflicten. Economische represailles.
3 maal per dag Den Helder-
Sanctie
maatregelen
voor
Duitschland
De militaire plannen in
België.
Duitschland hoopt op
tijdwinst.
FEUILLETON.
ROMAN VAN
HANNO PLESSEN
Donderdagnamiddag worden de besprekingen der
Locarno-mogendheden te Londen voortgezet.
De vergadering van de commissie
van dertien is in verband
hiermee uitgesteld.
Mededeelingen over de besprekingen
uit Engelschen bron.
COURANT
Abonnement per 8 maanden b# voorultbet: Heldersche Courant 1.60; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wlerlngen en Texel J 1.65; binnenland 2.->
Ncderl. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, Idem per mail en overige
landen 3.20. Losse nos. 4 ct; fr. p. p. 6 ct Weekabonnementen 12 ct
Zondagsblad resp. 0.60, 0.70, 0.70, 1.-. Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.60, 1.70.
Verschynt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C DE BOER
Uitgave N.V. Drukker# v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 60 en 412
Post-Clrorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct per regel (galjard), Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele pr#s. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) b# vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct; b# niet-contante betaling 15 ct per regel,
minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct
per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
Dat Europa fel ver
ontwaardigt is over de
laatste daad van Hitier
is te begrijpen. In het
bijzonder Frankrijk is
scherp van leer getrokken en toch heeft het
e#n verstand niet verloren en is bereid de
zaak van alle kanten te bezien en besluiten te
nemen, die de wereld niet dieper in den put
zullen brengen. Daartoe is tegen Zaterdag
a.s. te Londen een vergadering belegd van
den Raad van den Volkenbond, waar het
vraagstuk van alle kanten zal worden be
zien.
Eden, de jonge Britsche minister van bui-
tenlandsche zaken, wiens stem zoo groote
waarde heeft, heeft Hitiers daad scherp ver
oordeeld en heeft opnieuw betuigd, dat voor
Engeland het verdrag van Locarno nog
kracht heeft en dus bij een eventueelen aan
val van Duitschland op België of Frankrtyk,
het Engeland oogenblikkelijk aan den kant
van de aangevallen partij zou vinden. Dat was
te begrijpen, maar veel kans van een Duit-
schen aanval is er niet en dus kon Eden deze
verzekering met een rustig hart geven.
Over de voorgeschiedenis van Hitiers daad
geeft de N. R. Crt. een interessante beschou
wing, waaruit blijkt hoe Hitier eigenlijk in
groote verontwaardiging en onbezonnen ge
handeld heeft. Wij nemen daaruit het vol
gende over:
Volgens het relaas van den Berljjnschen
correspondent van de Times, zou, tengevolge
van een felle opwelling van Hitier, tot de
bezetting van het Rijnland besloten z#n in
een bespreking, waarin wel heethoofden als
Goebbels en Goering en wel volgzame zielen
als Ribbentrop en von Blomberg aanwezig
waren, maar waar von Neurath, de zeer
actieve Schacht en von Fritsch, de rugge-
graat van de ryksweer, buitengelaten waren.
Is dit waarschijnlijk? Er is een duidelijke
aanwijzing voor. Toen Hitier in tegenwoordig
heid van Von Neurath den Franschen gezant
ontving, verklaarde de minister den diplo
maat, dat slechts troepen van geringe
sterkte, bij wijze van symbolische handeling,
het Rijnland zouden binnentrekken. Von Neu
rath zou zich niet zoo hebben gecompromit
teerd, als hij wist wat er gaande was. Dat
hij inderdaad niet goed ingelicht was, wordt
aannemelijk door het bedoelde bericht Als
men hem terzijde liet dan kon het inderdaad
slechts zjjn, omdat men vond, dat hij er niets
mee te maken mocht hebben.
Een ander interessant licht op de ge
beurtenissen werpt verder de rede van Eden.
Von Hoesch is een te goed diplomaat en een
man met te veel eergevoel, dan dat hy Vrij
dag gezwegen zou hebben als hij geweten
bad wat er Zaterdag zou gebeuren. Dan zou
h# stellig uitstel hebben gezocht van de
nuttelooze ontmoeting met Eden. De diplo
maten waren dus heel blijkbaar niet inge
licht.
Nog leerzamer is, wat Eden onthulde over
het gesprek van 25 Maart 1935 van Hitler
met Simon en hem zelf. Hitler heeft toen z#n
Wieringermeer Medemblik - Hoorn -
Amsterdam.
Verbinding met geheel West-Friesland
trouw aan Locarno in ondubbelzinnige be
woordingen uitgedrukt Over dit onderhoud
valt daardoor nog weer te meer licht. Hitler
heeft toen zjjn hart gelucht over zjjn plannen
in Oost-Europa. Dat kon men reeds lang met
stelligheid vermoeden. Hjj heeft gemeend,
zjjn Engelsche bezoekers te kunnen verzoe
nen met zijn plannen, door z#n vreedzaam
heid in westelijke richting boven allen twjjfel
te verheffen. Daartoe heeft dan zijn verkla
ring van trouw aan Locarno behoord. Hij
heeft zich, dit bleek onmiddellijk, toen vol
slagen vergist in zjjn bezoekers. Deze wa
ren, ondanks zijn verzekeringen van vrede
lievendheid in Westelijke richting, hevig ont
steld over het gehoorde, en dat heeft zich
heel duidelijk afgeteekend in hun verder be
leid. Wij hebben daar herhaaldelijk op ge
wezen.
Hitler is volkomen teleurgesteld. Hy heeft
moeten beleven, dat de frisch-fröhliche ver
overingsoorlog tegen Rusland en andere Oos
telijke staten hem werden afgesneden, in het
bijzonder door het Fransch-Rusische verdrag.
Vandaar zjjn woede over dat verdrag en
vandaar ook, waarom hy zjjn belofte van
trouw aan Locarno niet langer gestand deed.
Hy had die afgelegd, juist om te verhinderen,
wat er nu tusschen Moskou en Parijs, met in
stemming van Londen, is gebeurd, Londen
was niet gediend van een partieelen vrede, en
vond waarschijnlijk ook Hitler te gevaarlijk
als hoofd van een ontzaglijk Midden- en Oost-
Europeesch rijk.
Dit alles heeft Hitler op den weg gedreven,
waarop h# zich begaf, daarbij, b# wijze van
struisvogelpolitiek, Schacht, von Neurath en
von Fritsch terzijde latende.
Wat zullen de volke
ren nu tegen Duitschland
doen. Van een terug
dringen van den Rijn zal
alleen in theorie maar
sprake zijn. De eenigste
mogelijkheid zrjn sanctie-
maatregelen. In dit op
zicht heeft ItaliëAbessinië ons echter al
veel te leeren gegeven en toepassing van
sanctie-maatregelen op Duitschland zal op
nog veel meer bezwaren stuiten dan op Italië,
niet alleen theoretisch, maar ook practisch.
Toch z#n sancties de eenigste en meest on
gevaarlijke mogelijkheid en Engeland schijnt
er niet afkeerig van te zjjn als we de Man
chester Guardian mogen gelooven. Het blad
schreef daarover o.m.:
Men toont zich te Londen gunstig gestemd
voor een draconische handelswijze tegen
Duitschland (b.v. sancties), waarover men
krachtig hoopt het eens te kunnen worden.
Men wenscht, dat het besluit, te Parjjs ge
nomen, om niet te onderhandelen, niet meer
dan voorloopig zal z#n en dat men aldaar
diplomatie boven dwang zal verkiezen. In-
tusschen heeft Londen geenszins de bedoeling
Hitler er zoo gemakkelijk van te laten af
komen en daarom verliest men niet de moge
lijkheid uit het oog om een voorstel te doen
strekkende om terugkeer tot den status quo
te elschen, d.wji. het terugtrekken van de
Duitsche troepen, wel te verstaan echter op
voorwaarde, dat het rijk per slot van rekening
toch volkomen gelijkheid zou krijgen.
Londen streeft er stellig niet naar een weg
te volgen, die zou leiden tot een isolement.
Hoe weinig men ook een blijvend bondgenoot
schap wenscht, zou men toch, b# gebreke van
een Westelijk pact, de voorkeur geven aan
een Fransch-Engelsch verbond.
Het verband met de herbezetting
van het Rijnland.
De minister van landsverdediging, de heer
Devèze, heeft Dinsdagmiddag gebruik ge
maakt van de bijeenkomst van de speciale
Kamercommissie, belast met de studie van het
militaire vraagstuk, om te wijzen op het ver
band, dat tusschen den terugkeer van Duitsche
garnizoenen in het vroegere gedemilitariseerde
Rijnlandgebied en het probleem van de grens-
dekking bestaat. Tot voor Zaterdag j.1. be
schikte de Belgische legerleiding, dank zijden
afstand, die tusschen de gedemilitariseerde
zone en de Belgische grens bestond, over een
zekere tijdsruimte, om de troepen voor de
grensdekking bestemd, eventueel op te stel
len. Nu de Duitsche militaire macht de lands
grens zelf is genaderd, heeft dit voordeel op
gehouden te bestaan.
Het systeem, dat ten grondslag ligt aan het
ingediende voorstel tot verlenging van den
militairen diensttijd, moet dus worden herzien.
De minister stelt voor het ingediende voorstel
in het algemeen te handhaven, maar voor wat
betreft het contingent, dit van 63.000 man
op 68.000 te brengen, dat steeds onder de
wapens moet zijn, terwijl de financieele lasten,
ten bedrage van 9 millioen francs op de ge
wone begrooting en 45 millioen op de buiten
gewone begrooting onveranderd blijven. Er
zou evenwel duidelijk moeten worden bepaald,
dat de regeering gemachtigd is, zonder dat
een nieuwe toestemming van het parlement
noodig z#, artikel 53 van de wet toe te passen,
welk artikel zegt, dat de in actieven dienst
zijnde militairen, ten einde een voldoende dek
king van de grens te kunnen verzekeren,
langer onder de wapens mogen worden ge
houden dan eerst door de militiewet was be
paald.
In de omstreken van Luik.
In de omstreken van Luik, tusschen deze
stad en de Duitsche grens, op het versterkte
plateau van Herve, hebben de Belgische mili
taire autoriteiten eenige militaire voorzorgs
maatregelen getroffen. Zoo zyn de garni
zoenen van zekere forten aldaar, sedert Zater
dagmiddag versterkt en worden sommige
reeds voltooide blokhuizen, die de naar
Duitschland leidende wegen beheerschen, door
kleine detachementen bewaakt. Nabij Battice
en ook elders nog zijn op de groote wegen,
veiligheidsversperringen aangebracht j
De Berlijnsche correspondent van de „Neue
Ztlrcher Ztg." kenschetst de stemming in offi-
cieele Duitsche kringen aldus: Wegens de
a.s. R#ksdagverkiezingen, die feitelijk op een
volksstemming over de opzegging van Lo
carno neerkomen, mag niemand in Duitsch
land bezorgdheid over de gevolgen van den
stap van Zaterdag tot uiting brengen. Offi
cieel wordt derhalve optimisme aan den dag
gelegd, hetwelk overigens ook niet geheel
voorgewend behoeft te zjjn. Men hoopt name
lijk zoo lang t#d te winnen, tot het kritieke
oogenblik voorbij zal zjjn en rekent op mee-
ningsverschillen tusschen de Locarnomogend-
heden, die uiteenloopende belangen hebben. De
reacties van Parijs en Londen worden daarom
nauwgezet nagegaan en men ziet in de reactie
van Londen een aanwjjzing, dat het vooruit
zicht op een terugkeer van Duitschland naar
Genève daar indruk heeft gemaakt.
Italië zal zich naar Berlijn hoopt
tegen een „nieuwe oplaag" van Volkenbonds
sancties, ditmaal tegen Duitschland, verzetten.
En wat Frankrijk betreft, hoopt Berlijn op
oneenigheid tusschen links en rechts, in ver
band met de naderende algemeene verkie
zingen.
6)
Voor het eerst in het leven brengt de ver
overing van een vrouw hem eenigszins in
onzekerheid. Hem, wiens liefdesavonturen
talr#k en menigvuldig zjjn en geheel in over
eenstemming met zijn temperament en zjjn
aanleg. Komt het door dat kleine woordje
„von", dat Johanna voor haar naam draagt
en dat hem, die uit een kleine Westfaalsche
boerderjj stamt, imponeert? Neen, dat alleen
kan het niet zjjn. Want dank z# het met suc-
oes bekroonde werk, dat Sylvester Vonberg,
even eergierig als begaafd, doelbewust tot
stand heeft gebracht, is hjj er reeds sinds
in geslaagd zich toegang tot de beste
kringen te verschaffen. Ook zjjn uiterlijke
Verschijning past zich volkomen daarbij aan.
Zijn correct zittende kleeding, zjjn interes
sant voorkomen, dat door het hooge voor-
°ofd, de gitzwarte oogen vol uitdrukking en
smalle, rechte neus nog geaccentueerd
*°rdt, onderschelden hem onmiddellijk van
andere, minder door de natuur begunstigde
soryelingen. Slechts een zeer nauwkeurig
Sb°rdeelaar of onbarmhartig criticus zou
isschien constateeren, dat het blonde, ach-
erovcr gekamde haar een Ietsje te lang, de
wegingen van de welverzorgde smalle han-
a een nuance te vlug zjjn en dat eenige
andere kleinigheden in spraak en gedrag zjjn
eenvoudige afkomst verraden, ook al wordt
een en ander dan ten deele gesanctioneerd
door zjjn artisticiteit.
Johanna behoort echter niet tot deze ob-
jecieve beoordeelaars. Zj) houdt van dezen
man, Zjj heeft voor het eerst iemand lief en
haar liefde is onbegrensd, vol van overgave
en diepe innerlijkheid. Aanvankelijk was het
de interessante kunstenaar, die haar boeide,
maar al heel spoedig hadden de onweerstaan
bare avonces van den man gevoelens In haar
gewekt, welker bestaan ze tot op dat oogen
blik steeds in koele afwijzing had genegeerd.
Wel had zjj zich aanvankelijk verzet tegen
deze „verliefdheid", zooals ze het noemde en
die in werkelijkheid niets anders was dan
een steeds toenemende macht, die hy over
haar verkreeg, doch tenslotte was zij toch
niet bestand gebleken tegen de charme, wel
ke er van Sylvester Vonberg's persoonlijk
heid uitging.
Ook hjj echter was van het begin af ge
troffen geweest door de lieftalligheid van dit
jonge, adellijke meisje, dat onmiddellijk een
machtigen indruk op hem had gemaakt. Toen
hij haar voor het eerst had hooren zingen,
fascineerde hem het welluidende van haar
stem op een wijze, zooals hij die zelf nog
nooit gekend had. In den nacht daarop com
poneerde hjj een lied, dat hjj aan haar wijdde
en dat z# voor hem zong. Eenmaal, tweemaal
en telkens weer. En zoo kwamen in enkele
dagen deze beide jonge menschen steeds na
der tot elkaar. En vanmiddag, toen h# haar,
overstelpt door zjjn gevoelens, in zjjn armen
heeft genomen, is het hem duidelijk gewor
den hoe zeer h# met z#n heele hart aan dit
mooie, reine kind hangt. Daarom is het ge
lukkige gevoel, dat hem nu doorstroomt, ook
niet de trots van den overwinnaar, maar de
dankbaarheid van den begiftigde.
We moeten verder," maant Johanna voor
zichtig, terwijl zjj zich zachtjes uit zjjn om
arming losmaakt. Zjj stoot haar stokken in
de sneeuw, zet zich af en als zij weer naast
elkaar voortglijden, zegt zij plotseling: „La
ten we er nog niet over spreken, jongen...
ik zou... ik geloof..." Ze zwijgt en bloost.
Voor haar gevoel, voortkomend uit opvoeding
en levensopvatting, is zjj nu met Sylvester
Vonberg verloofd. Maar nochtans koestert zjj
een onbestemde vrees voor een officieele ver
loving. Absoluut ondefineerbaar is dit gevoel,
ten eenenmale onmogelijk is 't het verstan
delijk te verklaren. Tevergeefs zoekt zjj naar
woorden. De kennelijke verwarring, waarin
de anders zoo zelfbewuste barones Geitler-
Hattorf verkeert, Is Iets geheel nieuws en
verhoogt slechts haar bekoorlijkheid.
Zeldzaam lief is ze, denkt Sylvester Von
berg. Hy heeft dit verzoek gevreesd en ge-
wenscht, maar nu is hjj al weer vergeten-
wat hem beangstigde, vergeten ook, wat hij
gehoopt heeft. Alle feiten, alle mogelijkheden
van het werkelijke leven verzinken op dit
oogenblik in het niet om slechts plaats te
maken voor het gelukzalige gevoel, dat hem
beheerscht. Hij kent geen morgen en geen
gisteren, slechts het heden wil hy genieten
en haar bijvallend herhaalt h#:
„Nee, nee... niet erover spreken... van
daag niet!"
Johanna hoort het, zonder te vermoeden
wat er in hem omgaat, niet beseffend wat
hem er toe dwingt een, haar zelf nog onver
klaarbare wensch zoo tenvolle te deelen. zy
gevoelt slechts erkentelijkheid voor dien
steun en dankbaar denkt ze innerlijk: Wat
maakt h# me toch alles gemakelijk, wat
moet h# me toch lief hebben... hoe rijk ben
ik toch... hoe gelukkig!
En als zjj een uur later met haar tante
de eetzaal binnentreedt, gevoelt zjj zich hei
melijk een koningin, wanneer zjj met een
knikje voor Sylvester Vonber's stommen
eerbiedigen groet haar dank betuigt.
Barones Geitier constateert met voldoe
De nieuwe bijeenkomst Dinsdagmiddag te
Parjjs der gedelegeerden van de Locarno-
mogendheden heeft tot 8.15 uur geduurd. Na
de zitting is het volgende communiqué ver
strekt:
Op het ministerie van buiteniandsche za
ken is een nieuwe bijeenkomst der Locarno-
mogendheden gehouden. Eenstemmig is be
sloten, dat de besprekingen na Donderdag te
Londen zullen worden voortgezet.
De Britsche regeering heeft den president
van den Volkenbondsraad verder uitgenoo-
digd, de eerstvolgende zitting van den raad,
die aansluit op de bijeenkomst der Locarno-
mogendheden, eveneens te Londen te doen
houden.
In verband met dit besluit is de zitting der
commissie van dertien uitgesteld tot na de
zitting van den Volkenbondsraad te Londen.
Uit Genève meldt Reuter:
De Volkenbond is tegen Zaterdag te
Londen bijeengeroepen.
In de bespreking van de Locarno mogend
heden gistermiddag te Parjjs gehouden zou
Flandin uiteen gezet hebben, dat de Fran-
sche regeering bereid is met Duitschland te
onderhandelen, maar slechts op voorwaarde,
dat het Volkenrecht wordt hersteld, d.w.z.,
dat de Duitsche troepen, die ten onrechte de
Rjjn-zone zjjn binnengetrokken, dit gebied
eerst weer ontruimen.
Het Fransche standpunt is uiteengezet gis
termiddag in de verklaring afgelegd in het
parlement. Flandin heeft geen dwangmaat
regelen geëischt, die wellicht in de vergade
ring van den Volkenbondsraad zullen worden
voorgesteld. Hij heeft er niet op gestaan, dat
deze zouden voorafgaan aan besprekingen
met Duitschland. In de vergadering van den
Volkenbondsraad zal hieromtrent beslist wor
den.
Van Zeeland heeft in de vergadering het
Belgische standpunt uiteengezet Hij heeft,
evenals Flandin, in werking treding van de
bepalingen betreffende de verleening van bij
stand uit het verdrag van Locarno geëischt.
Het schijnt, dat de Belgische regeering voor
het oogenblik niet verder wil gaan. Men zou
kunnen zeggen, dat Van Zeeland tusschen
Eden en Flandin staat.
Eden zou meer een nauwkeurige omschrij
ving van het Fransche standpunt hebben ver
langd, dan dat hjj wenschte zelf met een uit
eenzetting van de meening van de Engelsche
regeering te komen.
De Italiaansche gedelegeerde heeft den rol
van waarnemer vervuld. Men betwijfelt niet
dat Italië zijn verplichtingen als garant van
Locarno zal nakomen, maar Italië bevindt
zich in een delicate positie in geval van sanc
ties tegen Duitschland.
Daarom is er naar de opvatting van de
Fransche regeering een nauw verband tus
schen de houding, in te nemen tegen de
schending door Duitschland van de verdragen
en een regeling van het Italiaansche-Abessijn-
sche conflict.
Reuter meldt uit Parjjs:
In Britsche kringen geeft men den volgen
den uitleg aan de genomen beslissingen:
Bij de besprekingen, die gisteren gevoerd
zijn tusschen de Locarno-mogendheden, zjjn
duidelijk de gevaren aan den dag getreden,
die door het Duitsche besluit zjjn ontstaan.
Eden was naar Parijs gekomen om zich re
kenschap te geven van de ontstane situatie
en van de positie waarin Frankrijk geraakt
was, maar men vestigt er de aandacht op,
dat dit geen invloed heeft gehad op de be
slissingen, die hij heeft genomen.
Men ontkent met nadruk, dat de Britsche
regeering reeds volledig haar standpunt
heeft bepaald ten opzichte van de eenzijdige
opzegging van het pact van Locarno door
Duitschland en boven al, dat deze beslissing
in tegenstelling was met de Fransche op
vatting.
Het doel van de reis van Eden naar Parjjs
was, om de Fransche regeering tot rust te
brengen, maar tegenover de ontwikkeling
van de situatie en het standpunt, dat de
Fransche regeering innam, achtte hjj het
noodzakelijk terug te keeren naar Londen om
nog eens overleg te plegen met de regee
ring, als een soort bevestiging van de reeds
ingenomen houding en om op die wijze de
Fransche regeering een definitief antwoord te
kunnen geven.
Men merkt in Britsche kringen op, dat men
het Fransche standpunt volkomen begrijpt en
dat dit volkomen reëel is. Men acht in deze
kringen het Duitsche besluit ernstig. In de
eerste plaats veroordeelt men de eenzijdige
opzegging, maar bovendien acht men het tijd
stip, waarop dit is geschied zoo buitengewoon
verkeerd, omdat juist de Fransche en Britsche
regeeringen stappen hadden gedaan om onder
handelingen met de Duitsche regeering te
openen. Verder zegt men, dat de bezetting
van het Rjjnland, die zich tot een symbo
lische daad zou beperken, doch die volledig
geworden is, een zeer ernstig feit is.
Het voorwendsel van Duitschland voor zjjn
daden was gelegen in het Fransch-Russische
pact, doch, gelijk minister van Zeeland heeft
opgemerkt, is de bedreiging van België even
groot als die van Frankrijk, terwijl België
niet betrokken is b# het Fransch-Russische
verdrag. De Duitsche rechtvaardiging mist
hierdoor lederen grond.
Afgelegd in de Kamer door Sar-
raut, in den Senaat door Flandin.
De Fransche regeering heeft Dinsdag een
verklaring afgelegd nopens de opzegging van
het verdrag van Locarno door Duitschland en
de herbezetting van de gedemilitariseerds
Rijnzone.
Aan den tekst, van de verklaring is ontleend:
In het memorandum, dat aan de ondertee
kenaars van het verdrag van Locarno is
overhandigd en in de rede van den Duitschen
rijkskanselier, heeft de Duitsche regeering
getracht een daad te rechtvaardigen, die
geen enkele mogendheid zal kunnen toestaan,
zoolang er een volkenrecht zal bestaan, dat
onvereenigbaar is met beginselen van ge
weld, die een voldongen feit hooger schatten
dan de eerbied voor vrijwillig aangegane
verplichtingen.
Het aangevoerde motief voor Duitschland?
Het verdrag dat Frankrijk onlangs heeft
gesloten, welk verdrag onvereenigbaar zou
zjjn met het verdrag van Locarno.
Sarraut betoogde dat de Fransche regee
ring nauwkeurig de tegen het verdrag in
Duitschland geuite bezwaren had onderzocht.
Die bezwaren waren weerlegd. De garanten
van het pact van Locarno hebben de weer
legging van die bezwaren goedgekeurd. De
bewering, dat het verdrag tegen Duitschland
is gericht is onjuist. Uit den tekst blijkt dat
het eenige doel is wederkeerige steun tegen
een aanvaller. Duitschland is daar niet mee
bedoeld, want de beide verdragsluitende par
tijen hebben gepoogd een verder strekkend
verdrag in het leven te roepen, dat steun
verzekert aan Duitschland, indien dit land
zou worden aangevallen.
Onjuist is ook de bewering dat Frankrijk
verplichtingen jegens Rusland op zich heeft
genomen, die haar bevoegdheid als lid van
den Volkenbond te buiten gaan. Onjuist ia
het te zeggen, dat Frankrjjk zich het recht
aanmatigt zelfstandig den aanvaller aan te
wjjzen. De Volkenbond wijst Frankrjjk den
aanvaller aan en de aanbeveling van den
Raad beperkt de verplichtingen.
Terwijl zjj haar vrijelijk aangegane ver
plichtingen afwijst, zal de Duitsche regeering
zich geheel los willen maken van het Rijn-
pact. Zij beweert, dat indien er een uitzonde
ring gemaakt werd op het wederzjjdsche ver
bod van eenige militaire actie, dit uitsluitend
zou zjjn om een politieke reden en uitsluitend
ten bate van de reeds tusschen Frankrijk—
Polen en FrankrjjkTsjechoslowakije geslo
ten overeenkomsten. Er moet afgerekend
worden met een dergelijke bewering, die in
strijd is niet slechts met de feiten maar ook
met de beginselen van de rechtvaardigheid
en van het recht, waaraan Frankrijk is en
blijft gehecht.
ning, dat de jonge componist een zekere
terughoudendheid aan den dag legt. Tege
lijkertijd bemerkt zjj met moederlijke trots
dat Hannerl het pastelblauwe crêpe de chine
japonnetje b# haar eenigszins gebruinde teint
voortreffelijk staat. Nog nooit is haar zoo
opgvallen, hoe knap haar nichtje eigenlijk is!
De goede vrouw heeft er natuurlijk geen
idéé van, dat het Sylvester Vonberg's kussen
zjjn, die Johanna's schoonheid tot volle ont
plooiing hebben gebracht, dat slechts liefde
en wederliefde in staat zjjn geweest het
jonge meisje de lieftallige gracie te verlee-
nen, die haar thans kenmerkt. Zjj schrijft
een en ander slecht aan het flatteuze toiletje
en de gezonde berglucht toe.
Na het diner komen de hotelgasten, zooais
gebruikelijk, bijeen, om in ongedwongen con
versatie hun ski-belevenissen uit te wisselen.
Daarnaast echter stelt de directie van Igler-
hof haar gasten volop in de gelegenheid zich
elk op zjjn eigen wijze te amuseeren, zjj het
b# 't biljart, ping pong, radio of gramofoon,
dan wel in de lees-, rook- of muzieksalon.
En zoo vindt tenslotte elkeen, wat hjj voor
zjjn ontspanning noodig heeft.
Dr. Falk, miss Spencer en Barones Geitier
vereenigen zich natuurljjk aan de bridge
tafel. Laatstgenoemde verklaart nadrukke
lijk, dat z# alle, dien middag begane fouten
weer goed zal maken, want haar hoofdpijn is
weg, absoluut weg» Dat wil zeggen, dat de
oude dame het er nu met zichzelf over eens
is geworden, dat het eenvoudig absurd is
ook maar een oogenblik te veronderstellen,
dat een Geitier zich zou kunnen „vergooien".
Zy schudt het hoofd over zoo'n dwaasheid,
die haar toch werkeiyk een oogenblik heeft
bezig gehouden en coupeert tntusschen met
een, voor haar leeftyd zeldzame handigheid,
de kaarten.
„Waar zit Szartossy toch?" informeert ze,
min of meer ongeduldig.
„Die is wat te rooken halen", antwoordt
dr. Falk.
Als hy uit de hall terugkeert, passeert
Szartossy de muzieksalon, waarvan de deur
op een kier staat. B# het hooren van het
meesterhjk spel van Vonberg biyft hy onwil
lekeurig staan, want over muziek heeft deze
gevoelige Hongaar z#n eigen, persoonlijke
opvattingen. H# knikt. Ja, ja, die man daar
binnen aan den vleugel presteert wel wat!
En nu gaat z#n spel plotseling over in be
geleiding van een lied, dat eerst zacht, maar
dan aanzwellend tot louter gedragenheid,
door Johanna wordt ingezet.
Ja, ook die vrouw presteert iets. Het is
niet alleen aangeboren talent, dat zich open
baart; een souvereine beheersching der ma
terie, de som van al datgene, wat men „be
wust kunnen" noemt, verleent deze zang
voordracht het waarachtig artistieke element.
Zy zingt ook nu weer Vonberg's compositie,
Szartossy, die haar reeds kent, meent noch
tans dit liefdeslied voor het eerst te hooren.
Wan nu legt de zangeres haar geheele ziel in
dat, wat tot dusver toch nog slechts een
z# het dan werkeiyk eminente prestatie is
geweest. De jonge, buigzame stem juicht als
het ware in de cadans:
„...sprang auf des Himmels Tor..."
Wederom knikt Szartossy en zacht en ern
stig fluistert ltfj: „Dus toch..." Want dat
deze vrouw dit lied nu zóó zingt, verraadt
hem alles. En zoo wordt hy ongewild deel
genoot van het geheim, dat deze beide jonge
menschen zoo angstvallig voor zich wilden
behouden.
H# bUjft voorloopig echter de eenige, want
het is vanzelfsprekend, dat Stefan Szartossy
geen ruchtbaarheid geeft aan hetgeen hem
slechts door een toeval bekend Is geworden.
De waarnemingen van de anderen die
van tante Soperl Incluis biyven, zooals
gewooniyk het geval is, toch slechts aan de
oppervlakte hangen. En daar is ditmaal niet
het minste te bespeuren. Tot in de details
weten Johanna en Sylvester het decorum van
sportieve kameraadschap en collegiaal- arti
stieke belangstelling te bewaren. Niets, maar
dan ook niet het minste verraadt iets van
hetgeen als een verstandhouding van anderen
aard tusschen Barones Geitler-Hattorf en
den jongen componist Vonberg zou kunnen
worden beschouwd. Het tweetal speelt offi
cieel voortreffeiyk comedie.
Stefan Szartossy, de stille waarnemer,
krijgt steeds weer gelegenheid dit te consta
teeren en daarb# boekt hy de routine, welke
Vonberg b# dit misleidende verstoppertje
spelen aan den dag legt, op het konto van
een oneeriyk, leugenachtig en berekenend
karakter. De gedragingen van Johanna
daarentegen beschouwt hy als een product
van de opvoeding en traditie van haar stand.
Overigens heeft Szartossy slechts een mee
warig hoofdschudden over voor deze „vergis
sing" van de barones; slechts als zoodanig
ziet hy deze plotseling ontwakende liefde
voor Sylvester Vonberg, welke hem verder
onberoerd laat. Want afgezien van het
aesthetische genot, dat het aanschouwen van
haar bloeiende schoonheid hem bereidt, afge
zien ook van alle geestdrift, welke haar zang
by hem opwekt en ondanks de beperkte hoog
achting, die hy haar in hooge mate toedraagt,
is dit meisje niet, zooals men dat dat noemt,
z#n „type". Af en toe twyfelt hy er wel eens
aan, of dat eigeniyk wel bestaat, want ten
slotte Is h# zes en veertig jaar geworden
zonder dat onder de vele en vaak zeer be-
geerenswaardige vrouwen, met wie hy in
aanraking is gekomen en die meermalen op
ondubbelzinnige wijze van haar belangstel
ling voor z#n persoon deden biyken, er ook
maar ééne was, die z#n hart vermocht te bo
naderen.
(Wordt vervolgd.)