Buitenlandsch Overzicht. ïïeiót ftet*Waca! DE GOUDEN BRUG De Volkenbondsraad zal Zaterdag te Londen bijeenkomen. Een verklaring van de Fransche regeering in het Parlement. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA No. 7724 EERSTE BLAD 64ste JAARGANG De jongenste daad van Hitier. Europa verontwaardigd, doch weinig kans op ernstige conflicten. Economische represailles. 3 maal per dag Den Helder- Sanctie maatregelen voor Duitschland De militaire plannen in België. Duitschland hoopt op tijdwinst. FEUILLETON. ROMAN VAN HANNO PLESSEN Donderdagnamiddag worden de besprekingen der Locarno-mogendheden te Londen voortgezet. De vergadering van de commissie van dertien is in verband hiermee uitgesteld. Mededeelingen over de besprekingen uit Engelschen bron. COURANT Abonnement per 8 maanden b# voorultbet: Heldersche Courant 1.60; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wlerlngen en Texel J 1.65; binnenland 2.-> Ncderl. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, Idem per mail en overige landen 3.20. Losse nos. 4 ct; fr. p. p. 6 ct Weekabonnementen 12 ct Zondagsblad resp. 0.60, 0.70, 0.70, 1.-. Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.60, 1.70. Verschynt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C DE BOER Uitgave N.V. Drukker# v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 60 en 412 Post-Clrorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct per regel (galjard), Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele pr#s. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) b# vooruitbetaling 10 ct per regel, minimum 40 ct; b# niet-contante betaling 15 ct per regel, minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct Dat Europa fel ver ontwaardigt is over de laatste daad van Hitier is te begrijpen. In het bijzonder Frankrijk is scherp van leer getrokken en toch heeft het e#n verstand niet verloren en is bereid de zaak van alle kanten te bezien en besluiten te nemen, die de wereld niet dieper in den put zullen brengen. Daartoe is tegen Zaterdag a.s. te Londen een vergadering belegd van den Raad van den Volkenbond, waar het vraagstuk van alle kanten zal worden be zien. Eden, de jonge Britsche minister van bui- tenlandsche zaken, wiens stem zoo groote waarde heeft, heeft Hitiers daad scherp ver oordeeld en heeft opnieuw betuigd, dat voor Engeland het verdrag van Locarno nog kracht heeft en dus bij een eventueelen aan val van Duitschland op België of Frankrtyk, het Engeland oogenblikkelijk aan den kant van de aangevallen partij zou vinden. Dat was te begrijpen, maar veel kans van een Duit- schen aanval is er niet en dus kon Eden deze verzekering met een rustig hart geven. Over de voorgeschiedenis van Hitiers daad geeft de N. R. Crt. een interessante beschou wing, waaruit blijkt hoe Hitier eigenlijk in groote verontwaardiging en onbezonnen ge handeld heeft. Wij nemen daaruit het vol gende over: Volgens het relaas van den Berljjnschen correspondent van de Times, zou, tengevolge van een felle opwelling van Hitier, tot de bezetting van het Rijnland besloten z#n in een bespreking, waarin wel heethoofden als Goebbels en Goering en wel volgzame zielen als Ribbentrop en von Blomberg aanwezig waren, maar waar von Neurath, de zeer actieve Schacht en von Fritsch, de rugge- graat van de ryksweer, buitengelaten waren. Is dit waarschijnlijk? Er is een duidelijke aanwijzing voor. Toen Hitier in tegenwoordig heid van Von Neurath den Franschen gezant ontving, verklaarde de minister den diplo maat, dat slechts troepen van geringe sterkte, bij wijze van symbolische handeling, het Rijnland zouden binnentrekken. Von Neu rath zou zich niet zoo hebben gecompromit teerd, als hij wist wat er gaande was. Dat hij inderdaad niet goed ingelicht was, wordt aannemelijk door het bedoelde bericht Als men hem terzijde liet dan kon het inderdaad slechts zjjn, omdat men vond, dat hij er niets mee te maken mocht hebben. Een ander interessant licht op de ge beurtenissen werpt verder de rede van Eden. Von Hoesch is een te goed diplomaat en een man met te veel eergevoel, dan dat hy Vrij dag gezwegen zou hebben als hij geweten bad wat er Zaterdag zou gebeuren. Dan zou h# stellig uitstel hebben gezocht van de nuttelooze ontmoeting met Eden. De diplo maten waren dus heel blijkbaar niet inge licht. Nog leerzamer is, wat Eden onthulde over het gesprek van 25 Maart 1935 van Hitler met Simon en hem zelf. Hitler heeft toen z#n Wieringermeer Medemblik - Hoorn - Amsterdam. Verbinding met geheel West-Friesland trouw aan Locarno in ondubbelzinnige be woordingen uitgedrukt Over dit onderhoud valt daardoor nog weer te meer licht. Hitler heeft toen zjjn hart gelucht over zjjn plannen in Oost-Europa. Dat kon men reeds lang met stelligheid vermoeden. Hjj heeft gemeend, zjjn Engelsche bezoekers te kunnen verzoe nen met zijn plannen, door z#n vreedzaam heid in westelijke richting boven allen twjjfel te verheffen. Daartoe heeft dan zijn verkla ring van trouw aan Locarno behoord. Hij heeft zich, dit bleek onmiddellijk, toen vol slagen vergist in zjjn bezoekers. Deze wa ren, ondanks zijn verzekeringen van vrede lievendheid in Westelijke richting, hevig ont steld over het gehoorde, en dat heeft zich heel duidelijk afgeteekend in hun verder be leid. Wij hebben daar herhaaldelijk op ge wezen. Hitler is volkomen teleurgesteld. Hy heeft moeten beleven, dat de frisch-fröhliche ver overingsoorlog tegen Rusland en andere Oos telijke staten hem werden afgesneden, in het bijzonder door het Fransch-Rusische verdrag. Vandaar zjjn woede over dat verdrag en vandaar ook, waarom hy zjjn belofte van trouw aan Locarno niet langer gestand deed. Hy had die afgelegd, juist om te verhinderen, wat er nu tusschen Moskou en Parijs, met in stemming van Londen, is gebeurd, Londen was niet gediend van een partieelen vrede, en vond waarschijnlijk ook Hitler te gevaarlijk als hoofd van een ontzaglijk Midden- en Oost- Europeesch rijk. Dit alles heeft Hitler op den weg gedreven, waarop h# zich begaf, daarbij, b# wijze van struisvogelpolitiek, Schacht, von Neurath en von Fritsch terzijde latende. Wat zullen de volke ren nu tegen Duitschland doen. Van een terug dringen van den Rijn zal alleen in theorie maar sprake zijn. De eenigste mogelijkheid zrjn sanctie- maatregelen. In dit op zicht heeft ItaliëAbessinië ons echter al veel te leeren gegeven en toepassing van sanctie-maatregelen op Duitschland zal op nog veel meer bezwaren stuiten dan op Italië, niet alleen theoretisch, maar ook practisch. Toch z#n sancties de eenigste en meest on gevaarlijke mogelijkheid en Engeland schijnt er niet afkeerig van te zjjn als we de Man chester Guardian mogen gelooven. Het blad schreef daarover o.m.: Men toont zich te Londen gunstig gestemd voor een draconische handelswijze tegen Duitschland (b.v. sancties), waarover men krachtig hoopt het eens te kunnen worden. Men wenscht, dat het besluit, te Parjjs ge nomen, om niet te onderhandelen, niet meer dan voorloopig zal z#n en dat men aldaar diplomatie boven dwang zal verkiezen. In- tusschen heeft Londen geenszins de bedoeling Hitler er zoo gemakkelijk van te laten af komen en daarom verliest men niet de moge lijkheid uit het oog om een voorstel te doen strekkende om terugkeer tot den status quo te elschen, d.wji. het terugtrekken van de Duitsche troepen, wel te verstaan echter op voorwaarde, dat het rijk per slot van rekening toch volkomen gelijkheid zou krijgen. Londen streeft er stellig niet naar een weg te volgen, die zou leiden tot een isolement. Hoe weinig men ook een blijvend bondgenoot schap wenscht, zou men toch, b# gebreke van een Westelijk pact, de voorkeur geven aan een Fransch-Engelsch verbond. Het verband met de herbezetting van het Rijnland. De minister van landsverdediging, de heer Devèze, heeft Dinsdagmiddag gebruik ge maakt van de bijeenkomst van de speciale Kamercommissie, belast met de studie van het militaire vraagstuk, om te wijzen op het ver band, dat tusschen den terugkeer van Duitsche garnizoenen in het vroegere gedemilitariseerde Rijnlandgebied en het probleem van de grens- dekking bestaat. Tot voor Zaterdag j.1. be schikte de Belgische legerleiding, dank zijden afstand, die tusschen de gedemilitariseerde zone en de Belgische grens bestond, over een zekere tijdsruimte, om de troepen voor de grensdekking bestemd, eventueel op te stel len. Nu de Duitsche militaire macht de lands grens zelf is genaderd, heeft dit voordeel op gehouden te bestaan. Het systeem, dat ten grondslag ligt aan het ingediende voorstel tot verlenging van den militairen diensttijd, moet dus worden herzien. De minister stelt voor het ingediende voorstel in het algemeen te handhaven, maar voor wat betreft het contingent, dit van 63.000 man op 68.000 te brengen, dat steeds onder de wapens moet zijn, terwijl de financieele lasten, ten bedrage van 9 millioen francs op de ge wone begrooting en 45 millioen op de buiten gewone begrooting onveranderd blijven. Er zou evenwel duidelijk moeten worden bepaald, dat de regeering gemachtigd is, zonder dat een nieuwe toestemming van het parlement noodig z#, artikel 53 van de wet toe te passen, welk artikel zegt, dat de in actieven dienst zijnde militairen, ten einde een voldoende dek king van de grens te kunnen verzekeren, langer onder de wapens mogen worden ge houden dan eerst door de militiewet was be paald. In de omstreken van Luik. In de omstreken van Luik, tusschen deze stad en de Duitsche grens, op het versterkte plateau van Herve, hebben de Belgische mili taire autoriteiten eenige militaire voorzorgs maatregelen getroffen. Zoo zyn de garni zoenen van zekere forten aldaar, sedert Zater dagmiddag versterkt en worden sommige reeds voltooide blokhuizen, die de naar Duitschland leidende wegen beheerschen, door kleine detachementen bewaakt. Nabij Battice en ook elders nog zijn op de groote wegen, veiligheidsversperringen aangebracht j De Berlijnsche correspondent van de „Neue Ztlrcher Ztg." kenschetst de stemming in offi- cieele Duitsche kringen aldus: Wegens de a.s. R#ksdagverkiezingen, die feitelijk op een volksstemming over de opzegging van Lo carno neerkomen, mag niemand in Duitsch land bezorgdheid over de gevolgen van den stap van Zaterdag tot uiting brengen. Offi cieel wordt derhalve optimisme aan den dag gelegd, hetwelk overigens ook niet geheel voorgewend behoeft te zjjn. Men hoopt name lijk zoo lang t#d te winnen, tot het kritieke oogenblik voorbij zal zjjn en rekent op mee- ningsverschillen tusschen de Locarnomogend- heden, die uiteenloopende belangen hebben. De reacties van Parijs en Londen worden daarom nauwgezet nagegaan en men ziet in de reactie van Londen een aanwjjzing, dat het vooruit zicht op een terugkeer van Duitschland naar Genève daar indruk heeft gemaakt. Italië zal zich naar Berlijn hoopt tegen een „nieuwe oplaag" van Volkenbonds sancties, ditmaal tegen Duitschland, verzetten. En wat Frankrijk betreft, hoopt Berlijn op oneenigheid tusschen links en rechts, in ver band met de naderende algemeene verkie zingen. 6) Voor het eerst in het leven brengt de ver overing van een vrouw hem eenigszins in onzekerheid. Hem, wiens liefdesavonturen talr#k en menigvuldig zjjn en geheel in over eenstemming met zijn temperament en zjjn aanleg. Komt het door dat kleine woordje „von", dat Johanna voor haar naam draagt en dat hem, die uit een kleine Westfaalsche boerderjj stamt, imponeert? Neen, dat alleen kan het niet zjjn. Want dank z# het met suc- oes bekroonde werk, dat Sylvester Vonberg, even eergierig als begaafd, doelbewust tot stand heeft gebracht, is hjj er reeds sinds in geslaagd zich toegang tot de beste kringen te verschaffen. Ook zjjn uiterlijke Verschijning past zich volkomen daarbij aan. Zijn correct zittende kleeding, zjjn interes sant voorkomen, dat door het hooge voor- °ofd, de gitzwarte oogen vol uitdrukking en smalle, rechte neus nog geaccentueerd *°rdt, onderschelden hem onmiddellijk van andere, minder door de natuur begunstigde soryelingen. Slechts een zeer nauwkeurig Sb°rdeelaar of onbarmhartig criticus zou isschien constateeren, dat het blonde, ach- erovcr gekamde haar een Ietsje te lang, de wegingen van de welverzorgde smalle han- a een nuance te vlug zjjn en dat eenige andere kleinigheden in spraak en gedrag zjjn eenvoudige afkomst verraden, ook al wordt een en ander dan ten deele gesanctioneerd door zjjn artisticiteit. Johanna behoort echter niet tot deze ob- jecieve beoordeelaars. Zj) houdt van dezen man, Zjj heeft voor het eerst iemand lief en haar liefde is onbegrensd, vol van overgave en diepe innerlijkheid. Aanvankelijk was het de interessante kunstenaar, die haar boeide, maar al heel spoedig hadden de onweerstaan bare avonces van den man gevoelens In haar gewekt, welker bestaan ze tot op dat oogen blik steeds in koele afwijzing had genegeerd. Wel had zjj zich aanvankelijk verzet tegen deze „verliefdheid", zooals ze het noemde en die in werkelijkheid niets anders was dan een steeds toenemende macht, die hy over haar verkreeg, doch tenslotte was zij toch niet bestand gebleken tegen de charme, wel ke er van Sylvester Vonberg's persoonlijk heid uitging. Ook hjj echter was van het begin af ge troffen geweest door de lieftalligheid van dit jonge, adellijke meisje, dat onmiddellijk een machtigen indruk op hem had gemaakt. Toen hij haar voor het eerst had hooren zingen, fascineerde hem het welluidende van haar stem op een wijze, zooals hij die zelf nog nooit gekend had. In den nacht daarop com poneerde hjj een lied, dat hjj aan haar wijdde en dat z# voor hem zong. Eenmaal, tweemaal en telkens weer. En zoo kwamen in enkele dagen deze beide jonge menschen steeds na der tot elkaar. En vanmiddag, toen h# haar, overstelpt door zjjn gevoelens, in zjjn armen heeft genomen, is het hem duidelijk gewor den hoe zeer h# met z#n heele hart aan dit mooie, reine kind hangt. Daarom is het ge lukkige gevoel, dat hem nu doorstroomt, ook niet de trots van den overwinnaar, maar de dankbaarheid van den begiftigde. We moeten verder," maant Johanna voor zichtig, terwijl zjj zich zachtjes uit zjjn om arming losmaakt. Zjj stoot haar stokken in de sneeuw, zet zich af en als zij weer naast elkaar voortglijden, zegt zij plotseling: „La ten we er nog niet over spreken, jongen... ik zou... ik geloof..." Ze zwijgt en bloost. Voor haar gevoel, voortkomend uit opvoeding en levensopvatting, is zjj nu met Sylvester Vonberg verloofd. Maar nochtans koestert zjj een onbestemde vrees voor een officieele ver loving. Absoluut ondefineerbaar is dit gevoel, ten eenenmale onmogelijk is 't het verstan delijk te verklaren. Tevergeefs zoekt zjj naar woorden. De kennelijke verwarring, waarin de anders zoo zelfbewuste barones Geitler- Hattorf verkeert, Is Iets geheel nieuws en verhoogt slechts haar bekoorlijkheid. Zeldzaam lief is ze, denkt Sylvester Von berg. Hy heeft dit verzoek gevreesd en ge- wenscht, maar nu is hjj al weer vergeten- wat hem beangstigde, vergeten ook, wat hij gehoopt heeft. Alle feiten, alle mogelijkheden van het werkelijke leven verzinken op dit oogenblik in het niet om slechts plaats te maken voor het gelukzalige gevoel, dat hem beheerscht. Hij kent geen morgen en geen gisteren, slechts het heden wil hy genieten en haar bijvallend herhaalt h#: „Nee, nee... niet erover spreken... van daag niet!" Johanna hoort het, zonder te vermoeden wat er in hem omgaat, niet beseffend wat hem er toe dwingt een, haar zelf nog onver klaarbare wensch zoo tenvolle te deelen. zy gevoelt slechts erkentelijkheid voor dien steun en dankbaar denkt ze innerlijk: Wat maakt h# me toch alles gemakelijk, wat moet h# me toch lief hebben... hoe rijk ben ik toch... hoe gelukkig! En als zjj een uur later met haar tante de eetzaal binnentreedt, gevoelt zjj zich hei melijk een koningin, wanneer zjj met een knikje voor Sylvester Vonber's stommen eerbiedigen groet haar dank betuigt. Barones Geitier constateert met voldoe De nieuwe bijeenkomst Dinsdagmiddag te Parjjs der gedelegeerden van de Locarno- mogendheden heeft tot 8.15 uur geduurd. Na de zitting is het volgende communiqué ver strekt: Op het ministerie van buiteniandsche za ken is een nieuwe bijeenkomst der Locarno- mogendheden gehouden. Eenstemmig is be sloten, dat de besprekingen na Donderdag te Londen zullen worden voortgezet. De Britsche regeering heeft den president van den Volkenbondsraad verder uitgenoo- digd, de eerstvolgende zitting van den raad, die aansluit op de bijeenkomst der Locarno- mogendheden, eveneens te Londen te doen houden. In verband met dit besluit is de zitting der commissie van dertien uitgesteld tot na de zitting van den Volkenbondsraad te Londen. Uit Genève meldt Reuter: De Volkenbond is tegen Zaterdag te Londen bijeengeroepen. In de bespreking van de Locarno mogend heden gistermiddag te Parjjs gehouden zou Flandin uiteen gezet hebben, dat de Fran- sche regeering bereid is met Duitschland te onderhandelen, maar slechts op voorwaarde, dat het Volkenrecht wordt hersteld, d.w.z., dat de Duitsche troepen, die ten onrechte de Rjjn-zone zjjn binnengetrokken, dit gebied eerst weer ontruimen. Het Fransche standpunt is uiteengezet gis termiddag in de verklaring afgelegd in het parlement. Flandin heeft geen dwangmaat regelen geëischt, die wellicht in de vergade ring van den Volkenbondsraad zullen worden voorgesteld. Hij heeft er niet op gestaan, dat deze zouden voorafgaan aan besprekingen met Duitschland. In de vergadering van den Volkenbondsraad zal hieromtrent beslist wor den. Van Zeeland heeft in de vergadering het Belgische standpunt uiteengezet Hij heeft, evenals Flandin, in werking treding van de bepalingen betreffende de verleening van bij stand uit het verdrag van Locarno geëischt. Het schijnt, dat de Belgische regeering voor het oogenblik niet verder wil gaan. Men zou kunnen zeggen, dat Van Zeeland tusschen Eden en Flandin staat. Eden zou meer een nauwkeurige omschrij ving van het Fransche standpunt hebben ver langd, dan dat hjj wenschte zelf met een uit eenzetting van de meening van de Engelsche regeering te komen. De Italiaansche gedelegeerde heeft den rol van waarnemer vervuld. Men betwijfelt niet dat Italië zijn verplichtingen als garant van Locarno zal nakomen, maar Italië bevindt zich in een delicate positie in geval van sanc ties tegen Duitschland. Daarom is er naar de opvatting van de Fransche regeering een nauw verband tus schen de houding, in te nemen tegen de schending door Duitschland van de verdragen en een regeling van het Italiaansche-Abessijn- sche conflict. Reuter meldt uit Parjjs: In Britsche kringen geeft men den volgen den uitleg aan de genomen beslissingen: Bij de besprekingen, die gisteren gevoerd zijn tusschen de Locarno-mogendheden, zjjn duidelijk de gevaren aan den dag getreden, die door het Duitsche besluit zjjn ontstaan. Eden was naar Parijs gekomen om zich re kenschap te geven van de ontstane situatie en van de positie waarin Frankrijk geraakt was, maar men vestigt er de aandacht op, dat dit geen invloed heeft gehad op de be slissingen, die hij heeft genomen. Men ontkent met nadruk, dat de Britsche regeering reeds volledig haar standpunt heeft bepaald ten opzichte van de eenzijdige opzegging van het pact van Locarno door Duitschland en boven al, dat deze beslissing in tegenstelling was met de Fransche op vatting. Het doel van de reis van Eden naar Parjjs was, om de Fransche regeering tot rust te brengen, maar tegenover de ontwikkeling van de situatie en het standpunt, dat de Fransche regeering innam, achtte hjj het noodzakelijk terug te keeren naar Londen om nog eens overleg te plegen met de regee ring, als een soort bevestiging van de reeds ingenomen houding en om op die wijze de Fransche regeering een definitief antwoord te kunnen geven. Men merkt in Britsche kringen op, dat men het Fransche standpunt volkomen begrijpt en dat dit volkomen reëel is. Men acht in deze kringen het Duitsche besluit ernstig. In de eerste plaats veroordeelt men de eenzijdige opzegging, maar bovendien acht men het tijd stip, waarop dit is geschied zoo buitengewoon verkeerd, omdat juist de Fransche en Britsche regeeringen stappen hadden gedaan om onder handelingen met de Duitsche regeering te openen. Verder zegt men, dat de bezetting van het Rjjnland, die zich tot een symbo lische daad zou beperken, doch die volledig geworden is, een zeer ernstig feit is. Het voorwendsel van Duitschland voor zjjn daden was gelegen in het Fransch-Russische pact, doch, gelijk minister van Zeeland heeft opgemerkt, is de bedreiging van België even groot als die van Frankrijk, terwijl België niet betrokken is b# het Fransch-Russische verdrag. De Duitsche rechtvaardiging mist hierdoor lederen grond. Afgelegd in de Kamer door Sar- raut, in den Senaat door Flandin. De Fransche regeering heeft Dinsdag een verklaring afgelegd nopens de opzegging van het verdrag van Locarno door Duitschland en de herbezetting van de gedemilitariseerds Rijnzone. Aan den tekst, van de verklaring is ontleend: In het memorandum, dat aan de ondertee kenaars van het verdrag van Locarno is overhandigd en in de rede van den Duitschen rijkskanselier, heeft de Duitsche regeering getracht een daad te rechtvaardigen, die geen enkele mogendheid zal kunnen toestaan, zoolang er een volkenrecht zal bestaan, dat onvereenigbaar is met beginselen van ge weld, die een voldongen feit hooger schatten dan de eerbied voor vrijwillig aangegane verplichtingen. Het aangevoerde motief voor Duitschland? Het verdrag dat Frankrijk onlangs heeft gesloten, welk verdrag onvereenigbaar zou zjjn met het verdrag van Locarno. Sarraut betoogde dat de Fransche regee ring nauwkeurig de tegen het verdrag in Duitschland geuite bezwaren had onderzocht. Die bezwaren waren weerlegd. De garanten van het pact van Locarno hebben de weer legging van die bezwaren goedgekeurd. De bewering, dat het verdrag tegen Duitschland is gericht is onjuist. Uit den tekst blijkt dat het eenige doel is wederkeerige steun tegen een aanvaller. Duitschland is daar niet mee bedoeld, want de beide verdragsluitende par tijen hebben gepoogd een verder strekkend verdrag in het leven te roepen, dat steun verzekert aan Duitschland, indien dit land zou worden aangevallen. Onjuist is ook de bewering dat Frankrijk verplichtingen jegens Rusland op zich heeft genomen, die haar bevoegdheid als lid van den Volkenbond te buiten gaan. Onjuist ia het te zeggen, dat Frankrjjk zich het recht aanmatigt zelfstandig den aanvaller aan te wjjzen. De Volkenbond wijst Frankrjjk den aanvaller aan en de aanbeveling van den Raad beperkt de verplichtingen. Terwijl zjj haar vrijelijk aangegane ver plichtingen afwijst, zal de Duitsche regeering zich geheel los willen maken van het Rijn- pact. Zij beweert, dat indien er een uitzonde ring gemaakt werd op het wederzjjdsche ver bod van eenige militaire actie, dit uitsluitend zou zjjn om een politieke reden en uitsluitend ten bate van de reeds tusschen Frankrijk— Polen en FrankrjjkTsjechoslowakije geslo ten overeenkomsten. Er moet afgerekend worden met een dergelijke bewering, die in strijd is niet slechts met de feiten maar ook met de beginselen van de rechtvaardigheid en van het recht, waaraan Frankrijk is en blijft gehecht. ning, dat de jonge componist een zekere terughoudendheid aan den dag legt. Tege lijkertijd bemerkt zjj met moederlijke trots dat Hannerl het pastelblauwe crêpe de chine japonnetje b# haar eenigszins gebruinde teint voortreffelijk staat. Nog nooit is haar zoo opgvallen, hoe knap haar nichtje eigenlijk is! De goede vrouw heeft er natuurlijk geen idéé van, dat het Sylvester Vonberg's kussen zjjn, die Johanna's schoonheid tot volle ont plooiing hebben gebracht, dat slechts liefde en wederliefde in staat zjjn geweest het jonge meisje de lieftallige gracie te verlee- nen, die haar thans kenmerkt. Zjj schrijft een en ander slecht aan het flatteuze toiletje en de gezonde berglucht toe. Na het diner komen de hotelgasten, zooais gebruikelijk, bijeen, om in ongedwongen con versatie hun ski-belevenissen uit te wisselen. Daarnaast echter stelt de directie van Igler- hof haar gasten volop in de gelegenheid zich elk op zjjn eigen wijze te amuseeren, zjj het b# 't biljart, ping pong, radio of gramofoon, dan wel in de lees-, rook- of muzieksalon. En zoo vindt tenslotte elkeen, wat hjj voor zjjn ontspanning noodig heeft. Dr. Falk, miss Spencer en Barones Geitier vereenigen zich natuurljjk aan de bridge tafel. Laatstgenoemde verklaart nadrukke lijk, dat z# alle, dien middag begane fouten weer goed zal maken, want haar hoofdpijn is weg, absoluut weg» Dat wil zeggen, dat de oude dame het er nu met zichzelf over eens is geworden, dat het eenvoudig absurd is ook maar een oogenblik te veronderstellen, dat een Geitier zich zou kunnen „vergooien". Zy schudt het hoofd over zoo'n dwaasheid, die haar toch werkeiyk een oogenblik heeft bezig gehouden en coupeert tntusschen met een, voor haar leeftyd zeldzame handigheid, de kaarten. „Waar zit Szartossy toch?" informeert ze, min of meer ongeduldig. „Die is wat te rooken halen", antwoordt dr. Falk. Als hy uit de hall terugkeert, passeert Szartossy de muzieksalon, waarvan de deur op een kier staat. B# het hooren van het meesterhjk spel van Vonberg biyft hy onwil lekeurig staan, want over muziek heeft deze gevoelige Hongaar z#n eigen, persoonlijke opvattingen. H# knikt. Ja, ja, die man daar binnen aan den vleugel presteert wel wat! En nu gaat z#n spel plotseling over in be geleiding van een lied, dat eerst zacht, maar dan aanzwellend tot louter gedragenheid, door Johanna wordt ingezet. Ja, ook die vrouw presteert iets. Het is niet alleen aangeboren talent, dat zich open baart; een souvereine beheersching der ma terie, de som van al datgene, wat men „be wust kunnen" noemt, verleent deze zang voordracht het waarachtig artistieke element. Zy zingt ook nu weer Vonberg's compositie, Szartossy, die haar reeds kent, meent noch tans dit liefdeslied voor het eerst te hooren. Wan nu legt de zangeres haar geheele ziel in dat, wat tot dusver toch nog slechts een z# het dan werkeiyk eminente prestatie is geweest. De jonge, buigzame stem juicht als het ware in de cadans: „...sprang auf des Himmels Tor..." Wederom knikt Szartossy en zacht en ern stig fluistert ltfj: „Dus toch..." Want dat deze vrouw dit lied nu zóó zingt, verraadt hem alles. En zoo wordt hy ongewild deel genoot van het geheim, dat deze beide jonge menschen zoo angstvallig voor zich wilden behouden. H# bUjft voorloopig echter de eenige, want het is vanzelfsprekend, dat Stefan Szartossy geen ruchtbaarheid geeft aan hetgeen hem slechts door een toeval bekend Is geworden. De waarnemingen van de anderen die van tante Soperl Incluis biyven, zooals gewooniyk het geval is, toch slechts aan de oppervlakte hangen. En daar is ditmaal niet het minste te bespeuren. Tot in de details weten Johanna en Sylvester het decorum van sportieve kameraadschap en collegiaal- arti stieke belangstelling te bewaren. Niets, maar dan ook niet het minste verraadt iets van hetgeen als een verstandhouding van anderen aard tusschen Barones Geitler-Hattorf en den jongen componist Vonberg zou kunnen worden beschouwd. Het tweetal speelt offi cieel voortreffeiyk comedie. Stefan Szartossy, de stille waarnemer, krijgt steeds weer gelegenheid dit te consta teeren en daarb# boekt hy de routine, welke Vonberg b# dit misleidende verstoppertje spelen aan den dag legt, op het konto van een oneeriyk, leugenachtig en berekenend karakter. De gedragingen van Johanna daarentegen beschouwt hy als een product van de opvoeding en traditie van haar stand. Overigens heeft Szartossy slechts een mee warig hoofdschudden over voor deze „vergis sing" van de barones; slechts als zoodanig ziet hy deze plotseling ontwakende liefde voor Sylvester Vonberg, welke hem verder onberoerd laat. Want afgezien van het aesthetische genot, dat het aanschouwen van haar bloeiende schoonheid hem bereidt, afge zien ook van alle geestdrift, welke haar zang by hem opwekt en ondanks de beperkte hoog achting, die hy haar in hooge mate toedraagt, is dit meisje niet, zooals men dat dat noemt, z#n „type". Af en toe twyfelt hy er wel eens aan, of dat eigeniyk wel bestaat, want ten slotte Is h# zes en veertig jaar geworden zonder dat onder de vele en vaak zeer be- geerenswaardige vrouwen, met wie hy in aanraking is gekomen en die meermalen op ondubbelzinnige wijze van haar belangstel ling voor z#n persoon deden biyken, er ook maar ééne was, die z#n hart vermocht te bo naderen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 1