Amsterdamsche Brieven.
T JUTTERTJE
ZATERDAG 28 MAART 1936
Hoe zijn de 1 April-grappen
ontstaan
P^G 5
partner wel uitsluitend in S. en H. kan
zijn; de mogelijkheid is dan zelfs niet uit
gesloten, dat het eindbod een gevaarlijk
5-bod is, omdat na 4 S.A. direct 5 moet
worden geboden om af te wijzen.
Wat heb ik er bovendien aan, om te
weten of de partner de ontbrekende hooge
kaarten in S. H. en K. heeft als ik niet
te weten kan komen of hij in R. misschien
ook eenige kleine kaarten heeft? Alleen
als ik inlichtingen kan krijgen omtrent de
R.-kleur, b.v. of de partner hiervan de
heer of een singleton heeft, kan ik er toe
overgaan een dan niet te verliezen slam
te bieden; bovendien kan een inlichting
van den partner, inhoudende de mededee-
ling van twee of meer te verliezen slagen
in R., mij van een dan niet te maken slam
afhouden.
In het volgend spel, waarin klein-slam
niet te verliezen is, kan de 45 S.A.
methode niet worden toegepast en zou,
indien toepassing mogelijk was, toch niet
veel helpen;
S. h.v.7.4.
H. 8.6.4.3.
R. a.9.7.6.
S. 4.
H. a.9.7.2.
R. b.10.4.
K. h.9.7.5.3,
N.
W. O
K. 2.
S. 8.2.
H. 10.5.
R. h.v.8.3.2.
Z. K. v.b.8.4.
S. a.b.10.9.6.3.
H. h.v.b.
R. 5.
K. a.10.6.
Probeert U eens als N/Z op dit spel
slam te bieden, er is geen enkel bestaand
systeem, waarmede kon worden vastge
steld wat met de te verliezen K. moet
gebeuren.
Natuurlijk zouden veel spelers slam
bieden, maar als N. een singleton H. heeft
en 4 K., is 5, bij K. uitkomst niet eens te
maken.
Wordt op de kaarten van Z. slam ge
boden, na ontvangen informatie omtrent
R. aas, dan zal de bieder in veel gevallen-
zien, dat dit niet te maken is, in andere
gevallen, ook wanneer het niet geboden
wordt, is slam voor het neerleggen, enkel
en alleen afhankelijk van de distributie
van de K. bij den partner.
Nadruk verboden. Wordt vervolgd.
Lentebegin. Pro Juventute.
We hebben dan het officieel begin van
de lente in de hoofdstad ingezet met een...
oliebollendag, wat wel een beetje wonder
lijk is omdat men de oliebol eerder samen-
denkt met een huiselijk winter-tafereel om
de haard, dan met de eerste zomerwarmte,
die ook den stadsmensch naar buiten lokt
en hem zijn eerste openlucht-kopje-koffie
op een café-terras doet drinken... Die olie
bollen-dag hadden we te danken aan het
initiatief van het bestuur van de F.I.K.A.,
die zich de kinderbescherming ten doel
stelt en tevens aan de medewerking van
de directies van groote bedrijven en van
de huishoudscholen, die .zich respectieve
lijk voor gratis levering van de benoodig-
de ingrediënten en het gratis bakken be
schikbaar hadden gesteld.
Overigens hadden we juist enkele dagen
daarvoor ook al een bijzondere gebeurte
nis in verband met de kinderbescherming
meegemaakt, namelijk de feestelijke her
denking van het veertigjarig bestaan van
Pro Juventute, een lichaam, dat zich, naar
men weet, op een zeer practische en suc
cesvolle wijze met jeugdbescherming bezig
houdt en dat indertijd hier ter stede door
toedoen van den hoogleeraar in het straf
recht prof. G. A. van Hamel werd opge
richt. Destijds was de Nederlandsche wet
geving voor de misdadige jeugd gebrek
kig. Kinderen, die den leeftijd van tien
jaar hadden bereikt en tegen de normen,
aan menschen gesteld, hadden gezondigd,
werden, indien zij hadden gehandeld „met
oordeel des onderscheids' gestraft alsof
zij volwassen menschen waren, behoudens
verschil in duur en tenuitvoerlegging der
gevangenisstraf. Pro Juventute nu stelde
zich ten eerste tot taak deze jeugdige
„misdadigers" bijstand te verleenen «n
hen zooveel mogelijk, door hen, met toe
stemming van den rechter voorloopig on
der toezicht te stellen van haar afdeeling
„patronaat". Dit werk wordt thans in de
hoofdstad verricht door een veelzijdig be
stuur van 18 leden, met de voorlichting
van paedagogen, psychiaters, psychologen
cn een psychotechnicus en met medewer
king van niet minder dan negen advoca
te®, vier ambtenaren voor de kinderwet
ten, tien maatschappelijke werkers en
werksters, driehonderd patroons en patro
nessen en twaalf toezichthouders. Bedenkt
'uea daarbij nog, dat dit werk in het
overig Nederland wordt uitgevoerd door
twintig vereenigingen, die te zamen vor-
J"®® ket Ned. Verbond der Vereenigingen
ro Juventute, dat in 1900 eveneens door
p®°f. van Hamel werd opgericht, dan be-
Sriipt met wat dit werk voor een voor
name paats in de huidige samenleving is
gaan innemen.
Bovengenoemde feestelijke herdenking,
te de aula der Gem. Universiteit,
waar de jubilaris ook eertijds geboren
werd, plaats had, is tenslotte geworden
Kroote huldiging geworden van den
ktrorgenoemden hoogleeraar, de man, die
voor de meer humanistische, moderne
s 5®frechtpleging in het algemeen zooveel
gedaan heeft, prof. van Hamel heeft, kan
m«n zeggen, het strafrecht uit de sfeer
de begrippenwereld overgebracht
a®r het veel breed ere terrein van de
f°teale wetenschappen. De gedachte van
medeleven met menschen stond bij hen
eeds op den voorgrond en misdaad was
sfln oog iets... menschelijks, uiting
811 e®® zielig, misvormd, soms bedorven
®Ven' maar toch in alle geval van:
Ven"! In een tijd van reactie op zoo
velerlel terrein, ook op dat van de
«trafrechtpieging, was het goed dat
die figuur van Van Hamel en zijn huma
nitaire opvattingen weer eens op den voor
grond werden gebracht!
Herboren Y-paviljoen.
Maar laat ons hier weer terugkeeren
tot het nieuwe leven, zooals zich dat met
de beginnende lente manifesteert,
speciaal dan manifesteert in ons stads
leven. Tegelijk met dat, reeds vermelde,
wederom ih bedrijf komen van de café-ter-
rassen, komen bij de Amsterdammers ook
steeds weer de gedachten op aan andere
mogelijke zomersche buitenzitjes. Dat zijn
dan in den regel niet zoo bijster opwek
kende gedachten omdat men, bij het in
vogelvlucht beschouwen van wat hier al
zoo in de onmiddellijke nabijheid op dit
gebied beschikbaar komt, wel zeer gauw
is uitgedacht... Intusschen kunnen dit
keer de gedachten die naar de Noordelijke
richting, naar den kant van het LI
met deze bedoeling uitvliegen wat meer
optimistisch zijn. Het goede nieuws toch
valt te vermelden, dat het z.g. IJ-pavil-
joen, dat destijds een zeer welkom bui
tenzitje bood tegenover het Centraal sta
tion, aan de ovezrijde van het water,
na enkele jaren buiten gebruik te hebben
gestaan, thans weer ten leven zal worden
gewekt. De Federatie A'dam der S.D.A.P.,
mede optredende in dezen voor een aantal
met haar gealliceerde andere organisaties,
heeft namelijk tot B. en W. het verzoek
gericht dat LJ-paviljoen te mogen huren,
met de bedoeling het gebouw, behalve
voor het eigenlijke doel: café-restaurant,
tevens In te richten en te gebruiken
voor het houden van vergaderingen, het
geven van muziekuitvoeringen, voor sport-
doeleinden, enz. Het gemeentebestuur stelt
voor op dit verzoek in te gaan, onder ze
kere voorwaarden en zoo zal dit ideale
buitenzitje dicht bij het centrum, dat wjj
helaas sedert 1932 hebben moeten missen,
dan dezen zomer weer iets kunnen ver
goeden van ons „gebrek aan omgeving"...
Uitbreiding Schiphol.
Ben tweede lichtpunt, als wij in deze
dagen aan ons voor de deur staand zo-
mersch vertier denken, is de uitbreiding
die men bezig is te geven aan het café
op onze luchthaven. In de afgeloopen zo
mers trokken altijd, op mooie avonden,
drommen Amsterdammers, ook al om
dat er niet veel anders overbleef! naar
dit café, met de bedoeling daar eens even
de stad te ontvluchten en genoeglijk uit
te puffenEen bedoeling die door tal
loos velen niet verwezenlijkt werd, omdat
er, bij aankomst, geen stoeltje op het vrij
beperkte terras, meer beschikbaar bleek.
Maar nu is men dan bezig om behalve de
dtenstlokalen en technische afdeelingen op
Schiphol ook het restaurant en café uit te
breiden. Er komt dan voor de toeschou
wers nog een uitstekend zitje bij, doordat
er op het dak van het. stationsgebouw
wordt plaats gemaakt voor enkele honder
den bezoekers, die vandaar een prachtig
zicht op het veld zullen hebben en tevens,
door middel van glazen schermen, tegen
den wind zullen beschermd zijn. Tegen
eind Mei zal deze aanwinst, die een
aanwinst aan ons Zuidelijk front mag hee-
ten, gereed zijn.
De eerste promenade.
Ook in de stad zelf, In het centrum, valt
er nog wel op enkele voorteekenen van het
komend getij van zon en zomer te WÜ"
zen. Zulk een teeken is dan bijvoorbeeld
de „heropening" oftewel herleving van de
„promenade" op de Apollolaan in de Zon
dagochtend-uren, een promenade, die
verleden jaar werd ingesteld door het
Initiatief-comité A'dam.
De eerste promenade van dien aard, in
dit seizoen, te houden op 19 April e.k., zal
bij gunstig weer een zeer aparte attractie
krijgen door een „show" van rijkleeding,
geïnspireerd op de vier jaargetijden, voor
te rijden door een aantal dames, heeren en
kinderen te paardVerder zou men tot
dergelijke teekenen kunnen rekenen de vol
tooiing van het nieuwe „Amstelpark", een
wel wat weidsche naam voor het nieuwe
plantsoen, dat de gemeente heeft doen
aanleggen daar waar de rivierenbuurt den
Amstel nadert.
„Van zon en zomer".
Indien men van zon en zomer spreekt,
brengt men deze uitdrukking tegenwoor
dig nogal gauw in verband met het stam
verwanteZuid-Afrika, een gevolg
voor een groot deel van de advertenties,
die ons dat land der boeren den laatsten
tijd voortdurend als een ideaal toeristen-
land voor oogen stellen.
We hebben nu die Zuid-Amerikaansche
„zon en zomer", door toedoen van een
tentoonstelling in een deel van het
Garlton-hotel, ook binnen onze stads
muren. Deze expositie werd dezer dagen
geopend met een soirée, die we, evenals
de tentoonstelling zelf, al meer te dan
ken hadden aan dat Initiatief-Comité.
Vele autoriteiten van stad en land, bene
vens de gezant van Zuid-Afrika, dr.
Broekhuizen, waren aanwezig en waar
deerden kennelijk ten zeerste de wijze
waarop hier mondainiteit en handels-
propaganda tezamen gingen. In een vlot
speechje werden de aanwezigen door den
secretaris van het Comité, de kunstschil
der Bernard van Vlijmen, die op zijn
beurt mondainiteit en... kunst weet te ver
eenigen! welkom geheeten, waarna de
handelscommissaris voor Z. A., de heer
Jan Schilthuis wees op de zeer zeker be
staande goede mogelijkheden tot uitbrei
ding van onze handelsbetrekkingen met
de stamverwante Unie, daar aan het uiter
ste duidelijke puntje van Afrika, waar het
herstel uit de crisis reeds een goed stuk
verder is geschreden dan ten onzent. Ten
slotte kreeg de Gezant het woord, die het
publiek toesprak in het Zuid-Afrikaansch,
een taal die do gemiddelde Hollander nu
eenmaal met een soort verteederde glim
lach pleegt aan te höoren en die hem bij
voorbaat al sympathiek stemt tegenover
hetgeen te berde wordt gebracht. In die
tegenspraak werd allereerst de nadruk ge
legd op de wenschelijkheid van het goed
vasthouden en liefst het nog nauwer aan
halen van de banden, die Nederland en de
Unie verbinden. „Als jrj niet met elkaar
in aanraking blij, nie aan elkaar skrijwe,
of saam praat nie, word die band al dun
ner en dunner en eindelijk paf! daar is
hij afgebreekaldus dr. Broekhuizen.
Natuurlijk liet hij ook niet na op „verruk-
likhede" van zijn vaderland te wijzen en
zoo werden we dan weer teruggebracht
tot het denken aan „zon en zomer",
een denken, dat, in deze prille lente
dagen goed in het kader past....-
Reeds van ouds is 1 April de dag der
dwaasheden. Kinderen worden uitgestuurd
voor de gekste boodschappen, b.v. mug-
genvet, gesponnen zand, gedroogde sneeuw
terwijl ook de volwassenen met allerlei
trucjes elkaar in het ootje probeeren te
nemen. Niet alleen in ons land, doch bij
na over de geheele wereld zijn de April
grappen bekend. Over den oorsprong van
deze gewoonte worden verschillende mee
ningen gegeven.
Veelal ziet men in dit gebruik het na
bootsen van het zenden van Christus van
Annas naar Caiaphas en van Pilatus naar
Herodus, daar in 'de Middeleeuwen op Pa-
schen, welk feest meestal in April valt,
ook deze scène bij de Passiespelen werd
opgevoerd.
Anderen zien er een aanduiding op de
veranderlijkheid van het Aprilweer in (dat
ook wel als vergelijking In het dagelijksch
leven wordt gebruikt', alsmede de uitdruk
king Aprilluimen voor een veranderlijk
humeur. In Frankrijk geeft men voor het
ontstaan der moppen de volgende verkla
ringen. Een vorst van Lotharingen wilde
de kalender hervormen en stelde het begin
van het jaar op 1 April. Zijn onderdanen
waren het echter met deze hervorming
niet eens en staken den draak met den
nieuwen Nieuwjaarsdag. Zij verkleedden
zich op dien dag als narren en gaven el
kaar dwaze geschenken. Echter vertelt men
in Frankrijk nog een ander verhaal, het
welk dan meteen de verklaring van „Pois-
son d'Avril" zou geven. Lodewijk XIH
zou eens den prins uit Lotharingen in het
kasteel te Nancy hebben gevangen gezet.
De gevangene deed alle pogingen om te
ontsnappen en op 1 April gelukt hem
dit werkelijk. Hij zwom de rivier over en
bereikte zoo zijn vaderland. De Lotharin-
gers hadden in het geval bijzonder veel
schik en noemden den prins „poisson
d'Avril". Dit feit wordt echter ook nog
wel op andere wijze verteld. Op 1 April
van het jaar 1634 ging 's morgens door
de poorten van de stad Luneville, waar de
hertog van Lotharingen met zijn echtge-
noote gevangen werden gehouden een een
voudig boerenechtpaar met groc korven
op den rug, dat echter niemand anders
dan de hertog en de hertogin was. De
wacht liet de schijnbaar eenvoudige men
schen passeeren, maar even buiten de stad
herkende een boerenmeisje de vluchtelin
gen. Het meisje haastte zich om dit aan
haar minnaar, die soldaat was, te vertel
len, doch deze dacht, dat zij hem voor den
mal wilde houden en lachte erom. Doch
het meisje bleef volhouden, dat het geen
grap was, zoodat de soldaat besloot het
aan den luitenant te rapporteeren. De lui
tenant hield het ook voor een April-mop
en vertelde het op zijn beurt aan den
vestingcommandant, die er eveneens om
lachte. Heelemaal gerust was de comman
dant er toch niet over en hij liet den offi
cier, die de wacht had voor de hertoge
lijke kamers, naar zijn heer vragen, doch
kreeg het antwoord, dat de hertog nog
sliep. Eerst eenige uren later bleek, het,
dat de vogels waren gevlogen en dat het
garnizoen dus leelijk bij den neus was ge
nomen.
Het Hollandsche rijmpje „den eersten
April verloor Alva zijn bril", herinnert aan
de inneming van den Briel, welk feit
plaats vond op 1 April 1572.
Menigeen gelooft dan ook nog, dat de
vroolijkheid der Nederlanders bij het ver
nemen van de tijding, dat de Watergeu
zen Alva een poets hadden gebakken, aan
leiding is geweest tot het ontstaan der
Aprilgrappen. Deze voorstelling is echter
onwaarschijnlijk, daar reeds voor dien tijd
de Aprilgrappen in andere landen beston
den.
Ook onze zuidelijke naburen kennen 1
April, zij noemen dezen dag „verzender-
kensdag", omdat de fopperij daar bijna
hoofdzakelijk bestaat in het zenden van
iemand om een belachelijke boodschap
naar zijn buurman, die den vrager op zijn
beurt weder verder stuurt. In het uit
denken van malle boodschappen Mjn de
Belgen al bijzonder vindingrijk.
De Duitschers spreken van Aprü-
schicken; de Engelschen van „all-fools-
day" (alle gekkendag), terwijl de Denen
iemand „voor April laten loopen."
Bekend om zijn Aprilgrappen was Peter
de Groote van Rusland, die er steeds een
menigte wist te bedenken, welke echter
alle steeds getuigden van zijn ruw en des
potisch karakter. Hij greep niet steeds
naar de fijnste middelen om zijn doel te
bereiken. Zoo, toen hij eens de poorten van
zijn hoofdstad liet afsluiten en in den nacht
van 31 Maart op April na het aansteken
van een geweldig houtblok, waarvan de
vlammen den hemel roodkleurden, brand
alarm liet maken. De uit hun slaap gewek
te bewoners vlogen naar buiten en ijlden
naar den brand. Toen zij, bleek, bevreesd
voor leven en have bij den brandstapel
kwamen, ontving Peter hen met een
lachend gezicht met de woorden: 1 April,
1 April! Nog een andere Aprilgrap van
Peter den Groote is hewaard gebleven en
ook hier getuigde de grap van onbe
schaafdheid van den Czaar. Hij liet op 1
April voor de geheele hofhouding, een ge
brekkig, dwergachtig paar door een hon
derdjarigen Pope (priester) trouwen. Nog
eenige jaren geleden werd te Londen een
aantal personen het slachtoffer van een
April-grap. Z{j kregen een brief, z.g. af
komstig van een procureurskantoor,
waarbij zij werden uitgenoodigd, een ver
gadering bjj te wonen van erfgenamen van
zekeren Harris, te houden in het Epson
College te Epson, waarvan de overledene
„master" geweest heette te zijn. De mees
te ontvangers dezer uitnoodiging heetten
eveneens Harris. Het telefoonnummer in
het brievenhoofd bieek te zijn van
Madame Tussaud, het Londensche panop
ticum, terwijl het adres van een Lon-
densch pension was, waar men van niets
wist. Het panopticum werd 50 of 60 maal
opgebeld door menschen, die den naam
Harris droegen... Aanvankelijk dacht
men, dat het een reclametruc van deze
Instelling was geweest. Een „master" van
Epson College van den naam Harris bleek
nimmer te hebben bestaan en ook de pro
cureursfirma bestond niet. Tegen vastge-
stelden tijd verschenen een aantal men
schen, de meesten per auto, in Epson Col
lege om daar te vernemen, dat zij het
slachtoffer waren geworden van een
Aprilmop,
Haagsch Persbureau.
A