Begrooting van Defensie en Defensiefonds.
6
HELDERSCHB COURANT VAN ZATERDAG 28 MAART iq36
Vergadering van Vrijdag
avond 27 Maart.
10
8
Hoofdpijn, Kiespijn.
Bollero's! Iets aparts!
Dr. Colijn aan 't woord.
van Plantsoenen, zegt de heer Schoeffelen-
berger, dat hij niet accoord gaat met diens
handelwijze omtrent het aanschaffen van
planten. Wel degelijk wenscht spr. de plaat
selijke bloemisten Ingeschakeld te zien: pro
beer het eens een jaar, adviseert hij den be
trokken wethouder.
Tenslotte betoogt spr., dat men zijn uit
spraken In den Raad altijd zoo moet uitleg
gen, dat zij in het belang van de burgerij ge
daan worden.
Door den heer Smith (S.D.) werd een
en ander gezegd over den cursus Oude
Talen en hjj meende den heer Feenstra Kui
per in overweging te moeten geven diens
voorstel om de schoolgelden te verhoogen in
te trekken, omdat de geheele affaire inzake
het Lyceum nog dient te worden afgewacht.
Voorts is de heer Smith het eens met het
geen de Voorzitter over het Wilhelmus ge
zegd heeft en hj) vult den heer Uithol, waar
deze Minister aanhaalt inzake diens uitlating,
wat het zingen van het Wilhelmus op de school
betreft, aan. Tenslotte haalt deze spreker een
artikeltje uit het „Volksblad" aan, waarin
gedemonstreerd wordt, in welke Instantie de
sociaal-democratie gaarne tot meezingen van
het Volkslied overgaat.
Ten aanzien van hetgeen over het Volks
lied gezegd is, antwoordt de heer Uithol
(Nat. Herstel), dat ook hij er geen strijd
lied van gemaakt wil zien. Het zingen van
dat lied op de lagere school acht hjj mede in
het belang voor het stichten van een natio
nale eenheid. Voorts heeft deze spreker met
groot genoegen de uitspraak van den wet
houder t.a.v. het Wilhelmus gehoord. Toen
spr. inzage van de rapporten van den verifi
cateur gevraagd heeft, meende wethouder
v. d. Vaart daarin een ondergrond van wan
trouwen te moeten zien. Spr. bedoelde geen
Verdachtmakingen, wat heeft h|) toch mls-
vraagd Ten aanzien van de reclame voor
de gastarieven blijft spr. van meening, dat
zü misleidend is. Het gas, verbruiksklaar ln
huis, komt op 2Ü cent per mS. Dat het
college op het verkeerde spoor ls met de
gemeentelijke bedrijven is duidelijk, omdat zij
als productiebedrijven voor de gemeenschap
zoo goedkoop mogelijke produoten aan de ge
meenschap behoort af te leveren. Voorts
geeft de heer Uithol een toelichting op zijn
voorstel inzake de gastarieven, waarbij hij als
zjjn meening uitspreekt, dat hiermede geen
bedrag van 15.000.zooals de wethouder
gezegd heeft, doch aanmerkelijk minder ge
derfd zou moeten worden.
Het spreekt vanzelf, dat spr. een open oog
heeft voor de nooden der werkloozen, maar
het moet toch niet zoo zijn, dat men de
poorten openzet voor de werkloozen als een
uitnoodiging: Komt maar binnen, het is hier
•en paradijs.
Er moet achter zijn verzoek om inzage van
het rapport van den verificateur niet Iets
„gezocht" worden. Als de wethouder het lie
ver niet ter inzage wil geven, dan had spr.
het loyaler gevonden als deze gezegd had:
Je krijgt het niet ter inzage. Spr. ls echter
van meening, dat Inzage van dat rapport
toch wel geoorloofd ls en dat men daar niets
verdachts achter moet vermoeden. Waarom
zouden B. en W. alleen Inzage ln dit rapport
hebben? In de kwalificatie „pottenkijker" wil
spr. alsnog om Inzage verzoeken.
Ten aanzien van de komende reisverorde-
nlng merkt de heer Uithol tenslotte nog op,
dat, zoodra deze er ls, wellicht voorkomen
kan worden, dat menschen, die voor rekening
van de gemeente reizen, dit ln een te hooge
klasse doen.
De heer Biersteker ls wegens ziekte af
wezig.
Betoog van den heer Steenlage
(S.D.A.P.).
Het zal een elk duidelijk zijn, dat als er
één gevolg van de huidige economische crisis
verfoeilijk kan worden genoemd, dan is het
wel het feit, dat niet alléén de ouderen, die
dikwijls voor een gezin hebben te zorgen, en
daarin worden belemmerd, maar dat aan
de jeugd bovendien nog wordt ontnomen, de
mogelijkheid om zich practisch te bekwamen.
Niet alleen dit wordt hem ontnomen, maar
ook het geloof, dat hij bij zijn geboorte
rechten heeft mede gekregen, om ook in deze
wereld te mogen leven.
Deze Jonge menschen verliezen elk pers-
perctief in de toekomst, en het kan hun der
halve niets meer schelen hoe of het tegen
woordig ls.
Het oogenblikkeljjke gevolg van een der-
gelijken gedachtengang laat zich raden, straf
rechten, gevangenis, voor het leven gebrand
merkt.
Denkt U zulk een toestand een oogenblik
goed in, en U zult zich met mi) bevreemden
dat nu, hier ter plaatse, nog moet worden
gesproken over de mogelijkheid van leniging
van den nood.
Als er één punt ln het beleid van B. en W.
is aan te vechten, dan is het dit.
Wij hebben dezer dagen wel opnieuw een
liefdesverklaring van den wethouder tegen
over de Jeugdige werkloozen kunnen beluiste
ren, maar dit geluid is niet nieuw en het
geeft dan ook geen hoop, dat van het college
binnen korten tijd maatregelen te dien op
zichte kunnen worden verwacht.
Al haast 8 jaar geleden werd op instigatie
van het Gemeentebestuur met veel enthou
siasme en activiteit een commissie in het
leven geroepen, die niet alleen deze materie
zou hebben te bezien, maar ook daadwerke
lijk, de leniging der nood zou hebben ter hand
te nemen.
Het bleek alras, dat de werkkracht bi) de
instelling was verbleekt geworden.
En het is gebleken, dat deze commissie
ls gebruikt geworden om de zaak der jeug
dige werkloozen er aan op te hangen.
En de commissie heeft daarbij welwillend,
of onmachtig geparadeerd als kapstok.
Wanneer men in Den Haag zelde: Hier zijn
de rijke heeren uit Den Helder, dan conclu
deer ik, dat het college dit toch wel prettig
moet hebben gevonden, anders zou zij, indien
Steun te bekomen ware geweest, met meer
klem en meer aandrang moeten aantoonen,
rijkdom niet denkbeeldig, dan had uit de ge
wone Gemeentelijke middelen de onnoozele
2400 moeten worden betaald.
Ik kan dus niet aannemen, zonder meer,
dat het college voor deze zaak een warm
hart zou hebben of zou hebben gehad, zooals
de wethouder in zijn antwoord heeft doen
uitkomen.
En als ik voor een moment bereid ben, U
te volgen in Uw redeneering, dat het voor
de Gemeente alléén niet mogelijk was, ik kan
dit positief niet, dan was toch op 1 Januari
1935 het beletsel van geen subsidie wegge
vallen.
Mat Ls cUe rueuMe HONIG/S KALFSSOEP
nvrwwm
Op zyn minst hadden wij toen verwacht,
dat het warme hart des wethouders in actie
zou zjjn gekomen.
Het College van B. en W. en zeer zeker
de Wethouder van sociale aangelegenheden
sliepen den slaap der rechtvaardigen, zonder
zich er klaarblijkelijk van bewust te zijn, dat
de kwaal doorvrat aan een sterk volksbelang
van de eerste grootte, op een wijze, die ramp
zalige gevolgen voor de toekomst kan hebben.
Het was de Heldersche Bestuurdersbond en
tot haar eer, die deze zaak opnieuw aan
sneed en sindsdien het college geen rust meer
heeft gelaten.
De Wethouder van soc. aangelegenheden
heeft, als antwoord op de vraag van den heer
Ran, reeds gezegd, dat de uitvoering van de
circulaire van Gedeputeerde Staten moet
worden ontraden.
Het moet onmogelijk worden geacht, der
gelijk onbenutten arbeid hier ter plaatse te
vinden, terwijl bovendien dit soort Jeugd-
werkloozenzorg, maar matig en dan nog zeer
matig den toets der kritiek kan weerstaan.
Ook het idee van den heer Biersteker moet
worden ontraden, dit zou werk ontnemen zijn,
indien uitvoering mogelijk was, wat door
ouderen zou kunnen worden gedaan.
De oplossing moet worden gevonden met
andere methoden, waarbij wij moeten uit'
gaan van de gedachte:
le. Het werk moet productief zijn ln dien
zin, dat het niet als overbodig kan worden
beschouwd.
2e. Het zou in dezen tijd niet kunnen
worden uitgevoerd als normaal werk, daar
het anders de arbeidsmarkt, die toch al niet
stabiel is, verder zou kunnen ontwrichten.
Als objecten hiervoor zouden zijn aan te
wijzen:
le. Afbouw speeltuin Vogelbuurt.
2e. Nieuwe muziektent in het Timorpark.
8e. Zitbanken langs Dijk, Huisduinerweg,
Strooweg, enz. enz.
4e. Zouden kunnen worden gemaakt ver
sieringen van steen en metaal, die geplaatst
zouden kunnen worden in de Gemeentelijke
grasgazons.
5e. Eigenlijk zou dit eerst moe'ten worden
genoemd: Een Jeugdtehuis. Het verbouwen van
een oude school of ander gebouw.
Alle Jeugdvereenigingen zouden hier een aan
tal lokaliteiten in gebruik kunnen krijgen.
Wat zal het werk in zulk een werkplaats
kunnen zijn?
le. Het maken van zitbanken ten behoeve
van den Strooweg, Huisduinerweg en Zeedijk.
2e. Onze plaats ls monumenten-arm, en
niets is er toch aantrekkelijker voor een stad
dan bezienswaardigheden. Laat door de
werkloozen-smeden, smeedijzeren versieringen
maken, zooals sportfiguren of emblemen be
trekking hebbende op de vlsscherij of anders
zins.
8. Laat metselaars die steenen produkten
maken.
8e. Het inrichten van vrije sportvelden
waar de jeugd vrijelijk kan voetballen, enz.
4e. Uiteindelijk, en ik kan U wel zeggen,
dat hiernaar, naast het Centrale jeugdgebouw,
het meest mijn hart uitgaat:
Een centrale werkplaats, omdat dit het
meest met de geaardheid van onze Jongeren,
wat betreft de verschillende beroepen, over
eenkomt.
Spr. gaat dan na welke werken ln de Cen
trale werkplaats verder plaats kunnen vinden.
Wat moet dit alles ons wel kosten, is een
vraag die gesteld kan worden.
En het heeft bij mij den Indruk gevestigd,
dat de zorg van deze getroffen Jongeren hier
aan wordt opgehangen.
Ik heb dit deze dagen, tenminste meerdere
malen, kunnen beluisteren:
50 Jeugdige werkloozen zakgeld 2.50 per
week 8250 aan loon,
Regeeringssubsidie 70 4375.
Materialen 3750.
Regeeringssubsidie 80% 8000.
Regeeringssubsidie samen loon 4375
Materialen 3000
7375
Uitgaande van de veronderstelde basis van
1 10.000 blijft er voor de Gemeente te dragen
2.625.
Deze zelfde rekening voor een 100-tal jon
geren, wordt met basisbedrag van 20.000,
dan 5250.
Spr. dringt tenslotte op spoed aan en aan de
zaak der jonge werkloozen serieus aandacht
te schenken.
Ook de heer Bot meent zich te moe
ten doen gelden.
De heer Bot (C.D.) kan het niet over zijn
kant laten gaan, dat de heer v. d. Helde hem
een minder goed democraat heeft genoemd.
Dit is n.a.v. zijn afstemmen van de A. B.
gezegd. Hij wil hier echter vastleggen, dat
hij alleen tegengestemd heeft omdat hj| er
toch niet aan zou kunnen deelnemen, wat
achteraf gezien nog al is meegevallen. Ten
aanzien van de meterhuur zegt deze spreker,
dat zoolang deze blijft bestaan, het verbruik
van gas geremd zal worden. Wat de salaris
verlaging betreft, zal hjj noodgedwongen met
het voorstel van B. en W. moeten meegaan.
Tenzij hem nog duidelijk gemaakt kan wor
den, dat er nog aan ontkomen kan worden,
dan hoopt hij zijn meening nog te kunnen
herzien. Zoo is het ook met het voorstel be
treffende de belastingverhooging: men zoeke
nog eens terdege naar bronnen, waaruit het
tekort van de begrooting gevonden kan
worden.
Ook wijdt de heer Bot eenige woorden aan
het werkloozenvraagstuk. Ht) is evenzeer van
meening, dat voor de werkloozen veel gedaan
moet worden. Tenslotte liggen de „eigen"
menschen spr. het meest aan het hart, zoo
dat er getracht moet worden om de men
schen, die van buiten gekomen zijn, naar
elders te exporteeren. Spr. denkt hierbij aan
de Wieringermeer en aan Drente.
Het visschcrijvraagstuk.
Is er nog iets te verwachten voor de vis-
schers vraagt spr.? Vallen er visschers onder
de bepalingen van de Zuiderzeesteunwet 7
Spr. vertelt dan dat hij in zijn hoedanigheid
als voorzitter van de oudste plaatselijke vis-
schersvereeniging een bezoek aan den betrok
ken Minister heeft gebracht, die een open
oog had voor de speciale belangen van Den
Helder. Na zijn bezoek aan het departement,
waarvan hij ook den directeur-generaal en
andere ambtenaren gesproken heeft, heeft
spr. groote verwachtingen gekregen, dat et
een steunregeling zal komen voor hen, die
slechtoffers zjjn geworden van de afsluiting
der Zuiderzee.
De heer Van Zwjjndreelit aan het
woord.
Vervolgens heeft de heer Van Z w jj n-
drecht (C.H.) het woord.
In de eerste plaats zegt deze iets over het
voorstel-salariskorting, waarvan hij de nood
zaak niet inziet. Daar is echter het bekende
K. B. Naar aanleiding hiervan betoogt deze
Bpr., dat het wenschelijk is met het voorstel
van B. en W. accoord te gaan, vooral ook om
de positie van de lager gesalarieerden met
slechter te maken.
Vervolgens constateert de heer Van Zwjjn-
drecht, dat verschillende vragen aan het
College van B. en W. gesteld zijn, niet uit
waarachtige belangstelling, maar uit den wil
om het college te betrappen. Deze houding
laakte spr., de raadsleden moeten vertrouwen
ln het college hebben.
Naar aanleiding van de vraag van den heer
Uithol over de reisverordenlng heeft spr. zich
afgevraagd, of de gemeente dan wel te royaal
is voor hen, die voor haar rekening op reis
gaan. Het is uit ervaring als hfl dan zegt, dat
de vergoeding „precies aan" is, zoodat men
zelfs zijn sigaartje nog zelf moet betalen.
Ook is spr. bij het nazien van een gemeente
rekening gebleken, dat het reizen voor de
gemeente op zuinige wijze geschiedt. Spr.
laakt het ln de vragenstellers, dat er ln deze
kwestie zooveel wantrouwen schuilt.
Spr. uit zfln tevredenheid vervolgens over
het beheer der bedrijven, dat van zuinigen
aard is. Hij geeft echter in ernstige over
weging om menschen aan te stellen, die con-
tróle kunnen uitoefenen op de gasleidingen,
waarop immers zoovele verboden aansluitin
gen plaats vinden.
De heer Feenstra Kuiper (Gom.
Belang)
treft het met, dat zijn fractiegenoot, de heer
Biersteker, door ziekte verhinderd ls aan
wezig te zjjn.
Sprekende over zjjn voorstel tot verhooging
van de schoolgelden voor den cursus Oude
Talen, merkt de heer F. Kuiper o.m. op, dat
de verhooging welke hij voorstaat, in wezen
neerkomt op een verhooging van 10 cent per
lesuur. Spr. gelooft niet, dat deze verhooging
een vermindering van het aantal leerlingen
tengevolge zal hebben. Waar in den lande
zullen de cursussen ln Latijn en Grieksch
goedkooper zijn?
Het schoolgeld van de 3e afdeeling wilde
spr. op het niveau van dat der Kweekschool
gebracht zien. Het diploma, dat door de
Staatscommissie afgegeven wordt, acht spr.
relatief van meer waarde dan dat van de
Kweekschool. Vandaar dat zij zijn voorstel
met onredelijk vindt.
De totale kosten van den cursus ad 300
vindt spr. niet te hoog voor de ouders, die
hun kind (eren) een universitaire opleiding
willen geven. Het advies van den heer Smith,
om het voorstel terug te nemen, wil spr. fliet
aanvaarden, omdat z.1. de plannen t.a.v. het
Lyceum nog lang kunnen duren. Althans voor
September a.s. verwacht hij met, dat het
Instituut er is en voor de komende maanden
zou het voorstel dus zjjn rendement kunnen
hebben.
Inzake de vraag van den heer Biersteker
over de werkloozen, afkomstig van de Zuider
zeewerken, betoogt de heer F. Kuiper, dat zijn
fractiegenoot hiermede de bedoeling heeft ge
had, dat de wethouder zou probeeren of deze
menschen te werk gesteld zouden kunnen
worden in den z.g. Noord-Oost-polder. De
vraag van den heer Biersteker inzake den
steun aan de bloembollenkweekerij is met
naief gesteld, meent spr., en zeker mag dat
met gezegd worden, als iemand uit zuivere
belangstelling over deze kwestie vraagt.
Wethouder Smits interrumpeert hier door
op te merken, dat hij den heer Biersteker
een verwijt gemaakt heeft, omdat hij vroeg:
waarom is hier nog geen steun en in Anna
Paulowna wel, terwijl hij blijkbaar van den
stand van zaken niet op de hoogte was.
Inzake de reserves van de gasfabriek zegt
de heer F. Kuiper, dat hij er nog met van
overtuigd is, dat uit de liquide middelen, ont
staan uit de reserveering, gedeeltelijk geput
zal kunnen worden voor de reorganisatie van
het bedrijf. Het zou z.i. geprobeerd kunnen
worden.
Het plaatsen in de Heldersche Courant van
de voorstellen, welke door Gemeente Belang
gedaan werden, zonder daarbij aan te geven,
dat de verordening moest gewijzigd worden,
heeft de wethouder misleiding genoemd. Spr.
toont aan, dat deze publicatie zuiver is ge
schied als een aanvulling van de Raadsagenda.
Op zijn beurt zou hij het College misleiding
kunnen verwijten, dat het de agenda laat
publiceeren zonder dat de toelichtingen e.d. er
b(j komen.
Spr. zegt, dat de wethouder van de be
drijven respect heeft. Doch de wethouder moet
het respect met eisohen. Iemands optreden
moet zoo zijn, dat het respect vanzelf ge
kweekt wordt, leert spr. Aangaande recog
nitiën, bestuurskosten, e.d. heeft de wet
houder den heer Biersteker verkeerd be
grepen. Deze heeft volgens spr. naderhand
gezegd, dat de burgerij het bedrag, dat door
de gemeente aan recognitiën e.d. wordt besteed
tóch zou moeten opbrengen. De woorden: „Be
lastingverhooging onder geen voorwaarde"
moeten volgens spr. zoo uiteengezet worden,
dat Gem. Belang gaarne belastingverhooging
zal willen voorkomen.
De wegenbelasting is 20% van het totale
belastingbedrag, dat de Gemeeente heft. Dit
percentage is voor de andere gemeenten met
meer dan 20.000 zielen gemiddeld 16%. Op
grond van deze cijfers zegt spr., dat de
wegenbelasting in Den Helder relatief te
zwaar is en dat Gemeentebelang daarom ver
laging voorstaat. Gehoord de rede van den
heer v. d. Heide is spr. echter niet zoo
enthousiast meer voor die verlaging, maar hij
heeft toch nog optimisme genoeg om te ver
onderstellen, dat er nog huiseigenaren ln onze
gemeente zjjn met een andere mentaliteit dan
die, welke lid zrjn van „Samenwerking".
De motieven waarom spr. vragen gesteld
heeft n.a.v. den boschwachter en den gas-
meester zjjn gelegen in het feit dat spr. er een
vurig voorstander van is, dat menschen, die
een bepaalde functie moeten vervullen, van
de daartoe geëikte diploma's voorzien zjjn.
Voor de functie van boschwachter ziet spr.
gaarne iemand met een diploma van b.v. de
Heide-Maatschappjj. Bjj het stellen van deze
vragen heeft hjj geen kwade trouw bedoeld
en zeker heeft spr. te dien aanzien geen ver
wijt verdiend. Inzage van de rapporten heeft
hjj gevraagd om de motieven waarop de be
noemingen steunen, te leeren kennen. Ook bjj
de benoeming van een gasmeester staat spr.
op het standpunt, dat de man gediplomeerd
moet zjjn. Dat ligt mede in de ljjn van den tjjd.
Inzake de rapporten van den verificateur
zegt spr., dat hjj het prettig zou vinden als
hjj er iets meer van te zien kreeg. Ook bjj
dit punt mag men geen kwade trouw ver
onderstellen, maar hij wenscht deze inzage
omdat hjj uit belangstelling, welke uit hoofde
van zijn Raadlidmaatschap verklaarbaar is,
meer wil weten van den finantieelen gang
van zaken in de bedrjjven. Die belangstelling
ls van dien aard, dat hjj ook voor de details
Interesse zou vinden.
Wat het aantal „verprate pagina's" bjj de
vorige begrooting betreft, merkt Dr. Kuiper
tenslotte op, dat Gem. Belang bljjkbaar meer
reden had iets te zeggen dan b.v. de Sociaal-
Democraten omdat die toch meegaan met het
ooilege van B. en W.
Rede van den heer Ejjlders.
De verdediging van ons voorstel om belas
tingverhooging te voorkomen, is door onze
fractie met ernst bedoeld en zjj hoopt, dat het
haar moge gelukken de raadsleden en niet te
vergeten B. en W. te overtuigen, dat het voor
stel kans van slagen heeft. We moeten trach
ten de goedkeuring van Ged. Staten hierop te
verkrjjgen, en aantoonen, dat het toekomstig
geslacht hiervoor niet zal moeten betalen.
Door den Wethouder van de Bedrjjven, te
vens de man van de geldbeurs, is in zijn be
toog gezegd, dat het voorstel van de Protes
tant Chr. Raadsfractie op zichzelf geen ver
keerd voorstel is, maar moet hiertegen een
4-tal bedenkingen maken.
le. Vrijstelling toepassing art. 23 der ver
ordening op het beheer der gemeentebedrjjven,
n.1. berekening der afschrjjvingen
2e. Goedkeuring van Ged. Staten;
8e. Een hertaxatie van de afschrjjving (an
ders sluit de balans met);
4e. Het toekomstig geslacht zal moeten be
talen.
Wat aangaat het eerste: Moet volgens af
schrjjving art. 23 der verordening door den
Raad voor 1936 een ander percentage van af
schrjjving worden gesteld. Deze percentages
zouden moeten worden als volgt:
Gebouwen
Ovens
Buizennet fabriek
Fabriekstoestellen
Fabriekstelefoon
Gereedschappen en
Inventaris 2%
Kantoormeubilair 2
Buizennet ln de stad
Dienstleidingen
gewoon gas 1%
Muntgasleldlngen 1%
Gewone gasmeters 1V4
Muntgasmeters 1%
Gemeente verlichting 1%
1 in plaats van 4
8j4 33V&
6
2 „7
1*% ,6
- 3
6
6
0
- 0
5
Dan wordt Bedrag der afschrjjving 10372
af: Door de gemeente gerestitueerd
v. d. straatverlichting 2171
bjj: Afschrjjving op Leeningskosten
en Disagio
8201
2200
wordt 1 10401
De Boekwaarde op 1 Januari 1985 geeft
dan het beeld van 347.390 31.116 is
i 378.506.
Wanneer 81.000 minder afschrjjving wordt
toegepast, dan ls de balans als volgt. De boek
waarde wordt met 31.000 verhoogd.
Aangezien de geheele afschrjjving door B.
en W. gesteld, wordt afgelost, dan is het
logisch, dat de beschikbaarkomende middelen
met 81.000 verminderd worden. Resumee-
rende krjjgen we dus: Boekwaarde 31.000
meer, beschikbaarkomende middelen 31.000
minder. En de balans is volkomen in orde.
Hierdoor is tevens voldaan aan de vraag van
een hertaxatie en zoo men ziet, klopt de balans.
Ten derde goedkeuring van Ged Staten; zeer
zeker, maar men ls toch met doordrongen, dat
dit afgewezen wordt en als men de zoo hoog
geroemde autonomie wil handhaven, dan is er
geen enkele reden om Ged. Staten nu te voor-
schjjn te halen, als een schrikbeeld. De heeren
zjjn anders ook met zoo bang voor opleggin
gen van hooger gezag. Het blijft thans nog
maar een gedachte, de werkeljjkheld moet nog
bewezen worden.
Ten slotte. Het toekomstig geslacht zal moe
ten betalen. Er is mets minder waar dan dat.
Het College van B. en W. en den Raad hebben
te zorgen, dat onze nazaten met op fluweelen
kussens komen te zitten. Alleen is onze plicht
te waken, dat ons nakroost met bezorgd het
leven in- en doorgaat. Zorg heeft leder
mensch, bezorgdheid is met aan te bevelen en
met aangenaam.
Wjj stellen hier vast, dat onze bedrjjfsfinan-
ciën kerngezond zjjn.
De vermindering van het percentage, vol
gens art. 23, wordt genomen voor één Jaar, dus
dispensatie voor begrooting 1936.
Wanneer wjj belastingverhooging kunnen
voorkomen, doen we een weldaad aan de bur
gert). Mocht het gebeuren dan komen inko
mens van 550.per Jaar in aanmerking voor
de Gemeentefondsbelasting. Hierdoor krjjgen
we ongeveer 200 aangeslagenen meer.
Wjj zjjn overtuigd, dat het B. en W. en ook
den geheelen Raad volle ernst ls, zoo Ja, wel
heeren steunt ons voorstel en het College van
B. en W. kan haar vreugde opnieuw uiten, zoo
als het in het Voorwoord van de Begrooting
zegt: Gelukkig een sluitende begrooting 1936,
zonder eenige belastingverhooging.
De laatste spreker van deze zitting.
De laatste spreker van dezen avond is de
heer Van Loo (V.D.), die alle waardeering
heeft voor het betoog van wethouder v. d.
Vaart, dat weliswaar 4J^ uur duurde, maar
dat voor spr. in vele opzichten een openbaring
was. De heer Feenstra Kuiper heeft doen
voorkomen alsof de uitlatingen van den heer
Biersteker niet zoo erg zjjn bedoeld, waarbjj
de heer F. K. zegt, dat men met des heeren
Bierstekers mentaliteit rekening moet houden.
Dat wil spr. wel en hij doet dat reeds 17 jaar,
maar de heer Biersteker houdt nooit rekening
met de mentaliteit van een ander. Spr. con
cludeert, dat het gesprokene door den heer
Biersteker niet zoo onschuldig was als de
heer F. K. wel wil doen voorkomen.
Spr. heeft met groote aandacht het voor-
stel-Ejjlders aangehoord. Is het aanvaardbaar,
laten we het dan met beide handen aannemen,
gaat dat niet, dan moeten we, zij het met
het bekende bloedende hart, de voorstellen
van B. en W. aanvaarden.
In vroegere jaren werd steeds om toestem
ming gevraagd om verder te mogen bouwen.
Deze kwesties waren zeer moelljjk, omdat
men de bouwarbeiders aan het werk moest
houden. Men mag de schuld nu niet aan het
College wjj ten, dat er zooveel hulzen leeg
staan. Spr. adviseert om het adres van „Sa
menwerking" voor kennisgeving aan te ne
men.
Aangaande de jeugd-werkloosheid zegt spr.,
dat hjj zich niet kan indenken, dat ln deze
nalatigheid aan het College geweten kan
worden.
Evenwel is hjj van meening, dat er nog
eens naar Den Haag gegaan kan worden om
daar werkobjecten te laten aanwijzen. Deze
materie zal weliswaar kosten met zich bren
gen, maar we bereiken er mee, dat de jeugd
werk heeft en het pleizier ervan.
In eerste instantie heeft spr. reeds betoogd,
dat de V.D. in principe tegen salariskorting
is. De vergelijking met hetgeen Mr. van Dam
in den Haarlemschen Raad gezegd heeft,
gaat hier niet op, daar in die gemeente meer
dan hier het geval geweest is, de salarissen
reeds verlaagd zjjn. Spr. houdt vast aan het
voorstel van B. en W. en adviseert den Raad
om dit te aanvaarden, vooral in het belang
van de lagere salarissen.
In tegenstelling met den heer Feenstra
Kuiper is deze spreker het eens met het Col
lege inzake de benoeming van den bosch
wachter en den gasmeester. Den werkman
onthoude men zjjn perspectief niet!
Voorts bepleit spr., dat een meer doel
matige opstelling gegeven worde aan de ker
mistenten. De methode welke vorig .jaar ge
volgd werd was niet practisch.
Waarom moet het Reisbesluit toegepast
worden op het gemeenteljjk personeel? Al het
geld, dat uitgegeven wordt aan reizen naar
Haarlem en Den Haag wordt besteed ten
dienste van de burgerjj en spr. is er van
overtuigd, dat deze uitgaven aan nuttig
effect terugvloeien. Als de burgemeester op
reis gaat en de wethouder moet hem verge-
heeft om
pjjnen te verdrjjven is een Mij„hardf» n
Per stuk 8 ct.; doos 45 ct. Bjj Uw d de'-
r°gist,
zeilen, dan is het toch te gek, dat de bu
le klasse reist'en de wethouder in een j rge,h<
Spr. vernam dat het Reisbesluit er
daags komt, maar hij hoopt niet dat
uit ziet „te gek om los te loopen". 9r
Tenslotte zegt spr. iets over het W'ih
mus en hjj betreurt het, dat hetgeen de
houder van Onderwijs daaromtrent o ,W6t"
heeft met geheel en al in deze courant
bllceerd is. gepu"
Over het Wilhelmus is overigens tijdens d
begrooting zooveel gesproken, dat het
naar ljjkt, alsof door het zingen ervan T"
crisis opgeheven kan worden. Als dat zoo waü
zou spr. voorstellen: Laten we het den heel**
dag zingen.
Intusschen was het over elven geword
en sloot de voorzitter de vergadering, nad f
eerst overeengekomen was, dat de Baad
Maandagmiddag 2 uur opnieuw bijeenkome
zal. Met nadruk wees de heer De Boer w
nog eens op, dat hij gaarne de begrooting en
het voorstel betreffende het aanschaffen van
een tweede transportschuit voor de Gemeente-
reiniging afgehandeld wilde zien voordat de
nieuwe burgemeester geïnstalleerd wordt.
FIJN QEMBERGEBAKI f 0.35 Probeert U eens
Cor Krigée, v. Galenstr. 71 Tel. 399
Voortgezet werd Donderdag de behandeling
van de begrooting van defensie, de instelling
van het defensiefonds en andere militaire
wetsontwerpen
Dr. Coljjn.
De Minister van Defensie a.i., de heer
Coljjn, zal niet spreken over plannen, die
nog met rjjp zjjn, en ook met over toekom
stige internationale betrekkingen, al wil spre
ker wel verklaren, dat Nederland steeds af-
keerig ls geweest van verdragen, die verplich
tingen met zich brengen tot verleening van
bjjstand aan anderen, de Volkenbondsverplich
tingen uitgezonderd. Over de kwestie van
bilaterale non-agressieverdragen zal spr. met
incidenteel spreken.
Spreker stemt ln met de hulde aan de be
manning van de „K XVHI". Er ls een flink
stuk werk verricht. Maar men moet met al
te veel ophef maken van den goeden geest,
bjj de bemanning gebleken. Want die geest is
zooals hjj normaliter behoort te zijn. Men zou
vergeljjkingen kunnen maken met den geest
van 1933. Die geest is nu goed, gewoon: goed.
Vjjftig jaar geleden nam men als iets, dat
vanzelf spreekt aan, dat de geest goed was.
Die geest is minder goed geworden sedert het
opkomen van de vakbonden. Dezen behooren
in leger en vloot met thuis en het zal aan
spreker met liggen, als zjj daaruit verdwijnen.
Crltiek op NJS.B.
Den heer d'Ansembourg zegt spreker, dat
een eed van trouw aan een ander dan de ge
zagdragers in het gezagsapparaat met kan
worden geduld. Daarbij komt, dat men wordt
vergiftigd door een vulgaire critiek op de
overheid, zooals voorkomt in „Volk en Vader
land" en andere geschriften van die zjjde. Zoo
iets kan met worden geduld om dezelfde
reden, waarom de vakbonden met geduld
kunnen worden.
Jegens den heer Van Rappard merkt spre
ker op, dat hjj niet kan ontkennen, dat het
subalterne officierskorps aan veroudering
ljjdt. Er is wel reden tot een algemeene klacht,
maar met tot een bjjzondere klacht op dit
oogenblik, want de toestand is altjjd dezelfde
geweest, maar de regeering wjjdt er aandacht
aan.
Wat betreft het werkloos worden van mili
tairen na volbrachten diensttjjd, verklaart
spreker, dat niemand er zich meer aan kan
ergeren dan spreker zelf. Maar het vraagstuk
is moeiljjk. Wie voor eerste oefening opko
men, bljjven 6, 12 of 15 maanden weg. Kan
men daarvoor regelen stellen, ook voor de
werkgevers redelijk
Over het algemeen is de klacht met gefun
deerd. De algemeene opinie en de pers kunnen
het euvel, voor zoover het bestaat, bestrjjden.
De gepasporteerde marinemannen hebben
geen wettelijke rechten. Hun dienstbetrekking
is geëindigd. Het minimum aantal dienstjaren
voor steun is voor marinemannen tien. De
oud-gepensionneerden krjjgen op hun pensioen
een bijslag, waardoor het totaal zelfs 320 pet
kan bedragen van het oorspronkelijke pen
sioen. Deze regeling is met onbevredigend. Er
is moeiljjk reden tot kritiek aanwezig te ach
ten. De gewezen werklieden van de Rijkswerf
te Amsterdam hebben vroeger 6 fi. 7 jaar bjj
het Rjjk gewerkt en wenschen nu 1050 pen
sioen per Jaar, wat spr. kortweg een dwaas
heid ljjkt
De weermacht
Is versterking van de weermacht noodza
kelijk?
Mevr. PothuisSmit heeft het gevoelen
harer fractie vertolkt en daarna haar per
soonlijk standpunt. Tot op zekere hoogte
juicht spr. toe, dat de S.D.A.P. een commissie
instelt, maar daarvan kan de regeering haar
beleid niet afhankelijk maken.
Ook prof. Van Embden heeft met de wer
kelijkheid niet genoeg rekening gehouden.
De heer Van Embden heeft zich beroepen
op wat spr. 15 jaar geleden heeft gezegd n 1
dat de Belgen ten slotte zjjn opgetredenaan
den User. Ja, dit is de eindeljjke uitkomst ge
weest, maar liever zouden zjj zjjn bljjven strij
den in het eigen land.
Verzet tegen een gewelddadigen aanval op
ons land is primaire plicht. Zoo lang de in
ternationale rechtsorde nog niet verzekerd is
op dezelfde wijze als de rechtsorde ln een na-
tionalen staat, is het eenige middel tegen
rechtsschennis gewapend verzet van het aan
gevallen volk.
Er is een groep van menschen, die zegt, dat
wjj het met kunnen uithouden tegen' een
groote mogendheid. Spr. onderschrijft het
Maar een groote mogendheid zal met recht
streeks een aanval op ons doen. Wjj kunnen
in een conflict tusschen twee mogendheden
betrokken worden. België had in 1914 geen
enkel geschil met een ander land en werd toch
ln den oorlog betrokken.
Ondanks alle teleurstellingen blijft de Vol»
kenbond als instrument tot handhaving van
den vrede hoogeljjk te waardeeren.
Maar de Volkenbond is nog onvolkomen.
Bjj art. 12 van het Volkenbondspact hadden
de staten zich verbonden, hun geschil te on
derwerpen aan arbitrage of den Volkenbonds-
raad.Aanvaardden de landen de uitspraak niet
van arbiter, rechter of raad, dan zouden zjj
nog drie maanden wachten alvorens vijande
lijkheden te beginnen. Daartoe hadden zjj zich
verbonden. In dit licht moet men zien de stap
pen, door de regeering in 1922 gedaan, en de
daarna toegepaste bezuinigingen.
Er is rond 9 millioen bezuinigd van 1923
tot en met 1931. Daarna is er tot en met 1933
bezuinigd tot in totaal 13 millioen. Daarna
is er met verder bezuinigd. Wel heeft de re
geering nog een bezuiniging ondernomen door
invoering van het kapitulantenstelsel, maar
deze leidde met tot verzwakking, maar tot
versterking van het leger.
In den onbewapenden toestand van Duitsch-
land is een radicale verandering ingetreden
door de in het begin van 1935 officieel aange
kondigde herbewapening. Dit beteekent met
een direct gevaar voor Nederland. Maar wel
ls daardoor het politieke aspect van Europa
veranderd en neemt het gevaar ook voor ons
land toe.
Is de mobilisatie nu wel voldoende verze
kerd? In 1912 bestonden de oorlogseenheden
reeds in vredestijd. De verlofgangers vonden,
gemobiliseerd, in hun garnizoensplaatsen
reeds de eenheden, waartoe zjj behoorden.
Wil men eerljjk zjjn, dan moet men zeggen;
Wjj hebben op dit oogenblik nog geen leger,
Dit moet nog worden gevormd door en na de
mobilisatie, van welker slagen het afhangt of
wjj een leger zullen hebben.
De heer d'Ansembourg wil een leger van
70.000 man, maar als er algemeene dienst
plicht is, kunnen wjj tot een lichting van
38.000 man komen, na aftrek van physiek on-
geschikten, kostwinners, geestelijken, enz.
Bjj uitvoering van het vlootpIan-1930 en
met behoud van de tegenwoordige salarissen
zullen de uitgaven reeds voor de marine alleen
met 15 millioen stijgen, 7% millioen meel
voor aanbouw en 7% millioen meer voor per
soneel. Men kent den financieelen toestand.
Wjj hebben 150 millioen tekort en hopen, het
te kunnen dekken door bezuinigingen, voors
hands grootendeels nog perspectief.
Voorts moeten wjj de mobilisatie verzeke
ren. Op het oogenblik bestaat ons oorlogslegeï
nog slechts op papier. Wordt de vorming van
oorlogseenheden verhinderd, dan komt er van
de mobilisatie niet veel terecht. De motori
seering doet alles snel geschieden, dat vroeget
te voet gebeurde.
Sommigen zeggen, dat het benoodigde in
ons eigen land moet worden gemaakt, ande
ren, dat het voor alles zoo snel mogelijk moet
worden gemaakt. Vervaardiging in eigen land
heeft het voordeel, dat het loon in het land
bljjft, en dat een potentieel bedrjjf in het leven
wordt geroepen. Spr.'s verlangen gaat uit
naar vervaardiging in eigen land, maar als
haast noodig bljjkt, zal de regeering in het
buitenland bestellen.
De Kamer neme het wetsontwerp tot in
stelling van een defensiefonds aan. Het geeft
niet alles, wat noodig is, maar het geeft het
noodzakelijkste. Voorkomen worde, dat onze
mannen worden gesteld zonder afweermid
delen tegen een vjjand met de modernste aan
valsmiddelen.
Zjjn wjj dan veilig?
D<>:n wjj het mogelijke, dan kunnen w|j
overigens het lot van ons vaderland overlaten
aan Hem, die het lot van volkeren en vorsten
bestiert. (Applaus).
Replieken.
De heer De Savornln Lohman (o.b.I
repliceert.
De heer Van Embden heeft spr. verweten,
een nonsensvergeljjking te hebben gemaakt,
maar hjj zelf heeft zich schuldig gemaakt aan
stamtafelscherts, want hjj sprak over een p°'
tieleger, dat den aanval moest ontwjjken, dufl
op de vlucht moest slaan, naar den grooten
broer.
De Kamer keurt de begrooting van defensie
goed met 26 tegen 9 stemmen. Tegen: S-
A-P- en de heer Van Embden (v.d.).
De Kamer neemt zonder debat en zond®
hoofdelijke stemming de begrooting van het
vestingstelsel en van de artillerie-inrichting®
aan.
Zjj keurt met 28 tegen 9 stemmen het
ontwerp tot instelling van een defensief0"}
goed. Tegen: S.D.A.P. en de heer Van Embde
(v.d.).
Zjj neemt zonder hoofdeljjke stemming
begrooting van het Defensiefonds aan, 10
aanteekenlng, dat de sociaal-democraten
do heer Van Embden tegen zjjn.