B Hl
Bf
®i
lip
lil
m
jj§j i m
11 i§§
Hf
Bf
111
SBH
«11
1
DAM
II
®IU)IISW©©l8©®^IDSilL
mm
Wé
PAG.
De oplossing van den driezet van Massmann zal ik de volgende week geven.
D. H Brummelman.
II Problema 1933.
'<Êm.
V//////M,
mm
Wm».
■mm
Wm
Wit begmt en geelt mat in twee zetten.
Wit: Kh8, Dg6, Tgs, La7 en ga, Pfj en f6, pi <7, ds en 1»7.
Zwart Ke5, Df3, Tft, Lb2, pi 04 en c6.
De volgende partij kreeg in het tournooi te MarischOstrau 1933 den tweeden schoon
heidsprijs.
27 PfS gfs:
En nu komt het andere paard het offer op
f5 brengen.
Grünfeld
«5
Pc6
Lcj
Lb6
voortzetting van de
Eliskases
1 e4
2 Pf3
3 LC4
4 C3
Een ouderwetsche voortzetting van ae
ltaliaansche p.trtg, die zwart gedrukt spel geeft.
5 d4 Dey
6 0-0 Pf6
7 ds Pb8
Een typische, niet slechte voortzetting.
8 Ldt dó
9 Pbd2 a6
Zwart wil zijn looper handhaven.
10 Pc4 La7
11 34 0-0
ia b4 Pe8
Om fj-te spelen Zwart staat gedrukt
13 Dca g6"
14 Lh6 Pg7
15 Pe3 fó
Maar wit weet 1$ te verhinderen.
16 Taei Tf7
17 Khl Pd7
18 g4 Pf8
Voortdurend komen die paarden weer op
de 8e rij.
19 Tgi Le3:
Er dreigde Pfs I Met gfsgfs en aanval
op de g lijn.
20 fe3: Ldy
Tg3 c6
LC4 cds
Ld 5Leó
Tegt Tc8
Ph4 Lds
edsTc7
Hier moest Dc7 met poging tot tegenaanval
geschieden.
21
22
23
24
25
26
28 gf}:
De8
29 Dg2
Dd7
En daar gaat hij
30 Tg7 :f
Tg7
3t Lg7
Dg7:
32 DC2
Pfó
33 fg6
hó
34 Df5
Df8
35 c4
Kg?
De toren mag niet van
de 7e lijn.
36 Tel
bó
37 e4
De7
38 Df2
Tb7
39 M
Si »S
Na I15 volgt Ufj.cn Tgi. en Tg5.
40 - bj -
ab4: -
41 Tbi
b3
42 Tb3:
Dd7
43 DfS
De?
Na Da4vólgt Tf3_
44 Deó
Dc7
45 Df7t
LH7:
Een aardig slot
46 gff
Ta7
Na Kf7: volgt a$.
47 Tbó
Ta4
48 Tdó:
TC4:
49 Tf6:
KfS
Zeer mooi.
50 d6
Te4:
51 d7
Td4
52 Th6:
Kf7:
53 ThS
opgegeven.
Td7Tg7t, Ke8, Td7Kd7hó enz.
Dr. P. FEENSTRA KUIPER
IK DROOMDE EEX8-.
Ik droomde eens... 'k was in een land
Daar had een leder 't hart verpand
Aan 't spel der Honderd Ruiten,
De jeugd op school (met wijs beleid)
Werd ln de Damkunst ingewijd,
Men kon er niet meer buiten.
Men zwoer er steeds bij bord en schijf;
Zoodoende was er weinig kijf
Zelden ging twist ontvlammen,
En, kwam er toch eens „trammelant"
Dan?... Nam men vlug het bord ter hand
En ging er maar om Dammen!
Zoo werd door Spel het Recht beslecht,
Men voelde zich gelijk berecht.
Men leefde er in Eden!
De „Denksport" had den mensch voltooid
En hem opnieuw verjongd, vermooid;
ieder was tevreden.
De tweedracht was er onbekend,
De waarheid was het fundament;
Waarop men voort ging bouwen,
En als symbool van 'tgeen men deed
Was men wit-zwait geblokt gekleed
(Een wonder te aanschouwen).
Men damde meer dan dat men sliep
Enzag wel honderd zetten diep.
.Blind" spelen kon haast ieder,
Ook had men er een Dammerskoor
Dat trok de gansche wereld door,
Met keur van Damspel-Lieder.
Toen... werd ik wakker! (door dat koor?)
En vrouwlief sprak: „Wat naar gehoor!"
Hou nu eens op met praten,
Die „zware" dammertj van jou
Speelt je weer parten; dat je nou. j
Dat dammen niet kunt laten!
J. Rendering, Amsterdam,
Probleem van G. L. Gortmans, Londen.
Zwart 9 sch.: 9, 11/13, 15, >9» 2I> 23» 28.
Wit 9 sch.: 20, 24, 25, 32, 36, 37.42,43.48-
Wit begint en wint.
Vondel.
Alles betreffende deze rubriek te adres-
seeren aan;
G. L. GORTMANS,
61 Sinclair Road, Flat 2,
Kenstngtoa Londen W. 14.
1 JUTTERTtp
moppen.
Waarom vechten.
Meester: Tom, wat is het vijfde van .1
zeventiende?
Tom: (denkt even na en zegt
Hoeveel het precies is, weet ik niet tnen
maar het is te weinig om er om te veeht^
Te veel hoop.
Jansen: En hoe bevalt het je
nieuwe huls met zijn acht kamers»
Smit: O, uitstekend, wij hebben een
de slaapkamers Ueelemaal in orde en
meubileerd van de meubelen, die
de zeepbonnen cadeau hebben gekregen
Jansen: En wanneer meubileer a
dan de andere zeven kamers? d8n
Smit: Dat gaat niet, die staan vol
De politieautoriteiten ln Bremen hebb**
het rookèn op straat en in openbare
legenheden aan jongens beneden zestig
jaar verboden. Zoowel ouders, die het 00
luikend toelaten als winkeliers, die slira
retten enz. aan hen verkoopen, worden mi
groote geldboeten gestraft.
L
Over het raadsel van vorige week valt
niet veel te zeggen. Er werden weinig
fouten gemaakt, alleen verticaal 68, dat
volgens de figuur „ger", en blijkens de
omschrijving „ge" moest zijn, bracht de
puzzelaars in twijfelmoedigheid. De oor
zaak was, dat deze regel per ongeluk in
de omschrijving is opgenomen. De prijs
werd gewonnen door den heer
J. KRAMER Kzn.,
Binnenhaven 134, Den Helder.
Oplossing Kruiswoordpuzzle.
Horizontaal:
Roset, Hoeve, Acte (Act.), Hond, Lama,
Eos, Stokers, Hemd, Net, Prahoe, Del,
Eerste, As, Galei, La, Oak, Holland, Aga,
Idioot, Krekel, Delegatie, Reseda, Perzik,
Ore, Entrees, Ada, Kr., Deern, Al, Laster,
Ana, Grimas, Atheïst, Mot, Gort, Die,
Gpoe, Kadi, Die, Eelde, Steek.
Verticaal:
Rasp, Octrooi, Stoa, Th eos, Hamel, Eens,'
Voetbal, Este, Ore, N.S., Ah, Mee, Khaki,
Belligerent, Draak, Dal, Lea, Gotland, Inkt-
pen. Adder, Hoede, Dries, Gelid, Ode, Eer,
Rotatie, Sekte, Zalig, Kanarie, Tea, Era,
Reiger, Artist, Lade, Shel (1), R. S. P.,
God, Mode, Stek, To, Ma,
Horizon taaL
L Belgische Luchtvaartmaatschappij (5e
letter n).
6. havenstad in Zuid-Frankrijk.
11. rijstbrandewijn.
12. alléénzang (meervoud).
13. tweemaal.
14. vierde en veertiende letter van het
alfabet.
15. naamlooze vennootschap.
17. teleurgesteld.
18. afkorting voor „beryllium".
19. drie verschillende klinkers.
20. omroepvereenlging.
22. lid van het Engelsche Parlement (afk).
23. gronden, die in het tegenwoordige
tijdperk der geologie gevormd zijn (bij-
voegelijk naamwoord, van dit woord
afgeleid.
25. Joodsch godsdienstig wetboek.
26. Noorsch ontdekkingsreiziger.
27. achternaam van een veelbezongen
Transvaalsch meisje.
31. hoofdstad van Erytrea.
34. zinkstuk van rijs en teen (dikwijls ge.
bruikt bij djjkaanleg).
35. Hoogste vertegenwoordiger van'tNed.
gezag in Indië (afk.).
37. Dwaas.
38. Fopspeen.
39. Vierde en elfde letter van 't alfabet.
40. Bewoner van een rijk in Europa.
42. Twee medeklinkers.
43. Roomsch katholiek.
44. Vrouwelijke doctor (afk.).
45. Onstuimige geestdrift
47. Meer (verouderde schrijfwijze).
48. Mannetjeshonden
49. Heidesoort
Verticaal.
L Joodsche rustdag.
2. Jongensnaam.
3. Marmenatem.
■4. Eerstkomend (afk.). -
5. Hertog van Gelre, die z'n gebied aan
Karei den Stóuten afstond.
6. Fransch kolonie in achter Indië.
7. Als boven (Latijn, afk.).
8. Niet vast.
9. Weleer, vroeger.
10. Japan.
14. In voorhistorische tijden aangeslibde
grond (bijv. naamw, gevormd van
't gevraagde woord).
16. Probleem.
19. Bergweide.
23. Heelal.
24. Den lezer heil.
27. Oostersche wijze, toovenaar.
28. Zie 43 horizontaal.
29. Lichaamsdeel.
30. Gelijktijdig afgevuurd aantal geweer
schoten (meervoud).
32. Rul.
33. Inlandsch soldaat in Italiaanschen
dienst
36. Kleur (bijv. naamw.).
39. Telwoord.
41. Recht stuk water.
46. Scheikundig symbool van „neon".
47. Zie 22 horizontaaL