Buitenlandsch Overzicht.
Jleistfieï IVaco!
De opmarsch der
Italianen.
Natuurboter is niet te vervangen.'
DE GOUDEN
BRUG
Oost'lndië
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
No. 7738
EERSTE BLAD
DINSDAG 14 APRIL 1936
64ste JRAAGANG
De slappe houding van den Volkenbond in de Abessijnsche
kwestie. Pn>Duitsche gezindheid in Engeland.
De Volkenbond
»n Abessynië.
Engeland'
Duitschland
Afschaffing van de slavernij.
Het Abessijnsche kabine
bijeen.
Dertig vragen van den Volkenbond
Croeiende onrust te
Addis Abeba.
De besprekingen der Locarno-
mogendheden.
Engelsche tevredenheid.
ONVOORWAARDELMK
ASPI RI N I
De gevallen van sabotage bij de
Britsche marine.
ne"erlands zuivel voedt u goedi
De O.G. over de lands
verdediging.
Amok.
FEUILLETON
ROMAN VAN
El HANNO PLESSEN
COURANT
Abonnement per 3 maanden by vooruitbet.: Heldereche Courant 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2—,
Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overige
Unci( n .120 Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 et.
Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1._. Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70.
Verschynt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel,
minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct
per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
Over de houding van
den Volkenbond, ten op
zichte van het Abessijn
sche vraagstuk is slechts
een kwalificatie, dat is
„slap". Wij zouden niet gaarne de moeilijk
heden wegcijferen die de Bond in dit geval
heeft, ook al omdat zoo tal van andere vraag
stukken zijn aandacht vragen. Doch uit de
geheele behandeling blijkt wel, dat de kleine
mogendheden nooit veel van den Bond heb
ben te verwachten en in hoofdzaak wel aan
gewezen zijn hun eigen boontjes te doppen.
De N. R. C. schreef Zaterdagavond over
den Volkenbond en Abessinië o.m.:
De Abessijnsche kwestie overheerscht thans
te Genève al het andere. Met de uitkomsten
van de Volkenbondsactie is terecht niemand
ingenomen en vooral in Engeland, dat van
meet af de leiding had, zQn de laatste dagen
harde woorden gevallen, zoowel in de pers als
in het parlement. Het scherpst zijn de tekort
komingen wellicht geformuleerd door Chur-
chill, die in het Lagerhuis heeft gezegd: „Wij
hebben Frankrijk bewogen een koers te vol
gen die niet ver genoeg ging om Abessinië
te helpen, maar ver genoeg om Frankrijk en
Engeland in onmin met Italië te brengen, en
zoodoende Hitier gelegenheid te geven tot zijn
Stap van 7 Maart."
Inderdaad, Italië heeft zich door het moreel
gezag van den Volkenbond niet laten weer
houden er op los te slaan, het heeft de finan-
cieele en oeconomische sancties, hoe zwaar ze
op de volkshuishouding ook mogen drukken,
tot dusver doorstaan en het toont weinig of
geen geneigdheid thans in te binden en een
redelijken vrede te sluiten. Integendeel heeft
het allengs steeds onmenschelijker methoden
tegen zijn veel zwakkere tegenstanders toe
gepast en bij monde van Mussolini te kennen
gegeven, dat het de militaire kracht van
Abessinië geheel wil breken en het Abessijn
sche volk wil ontwapenen.
Het valt niet langer te ontkennen: Genève
heeft het uithoudingsvermogen van Italië on
derschat en is met zijn maatregelen niet ver
en niet snel genoeg gegaan. Het heeft de
volkswijsheid, die neergelegd is in het Duit-
»che rijmpje: „Greif' memals in ein Wespen
nest, doch tust du es, so greife fest" niet
genoegzaam voor oogen gehouden.
Hoe dat komt is niet zoo moeilijk te be-
oordeelen. De Volkenbond bestaat uit vogels
van zeer diverse pluimage, wier wenschen en
streven ver uiteenloopen. Genève is een
verzamelbegrip, geen eenheid. Is het wonder
dat in die omstandigheden geen doorslaand
succes te bereiken was en dat Genève thans
moet zien den Abessijnschen boedel nog zoo
goed mogelijk te liquideeren? Dat zulks „bin
nen het kader van den Volkenbond en in den
geest van het Handvest" zal kunnen geschie
den, dat m.a.w. de territoriale onschendbaar
heid van Abessinië bij de onderhandelingen
Voorop moet staan, zal ook de grootste opti
mist wel niet meer gelooven.
3 maai per dag Den Helder-
Wieringermeer - Medemblik - Hoorn -
Amsterdam.
Verbinding met geheel West-Friesland.
Men kan het gebeurde uit verschillende ge
zichtspunten beschouwen, maar niemand zal
kunnen ontkennen dat de idee, die te Genève
voorzat, toen het besloot op te komen tegen
het met voeten treden van internationaal
recht en verdragen, grootsch en bewonde
renswaardig was.
Is er een kans dat de uitvoering van
het beginsel, 't welk het zuiverst is neerge
legd in het verdrag van Kellogg, op betere
grondslagen komt te rusten? Blijkens te
Genève ingediende voorstellen zoekt Frank
rijk het in de vorming van een Volkenbonds-
leger. Het is een denkbeeld dat al heel wat
jaren oud is en naar men weet het eerst in
ons land is geopperd. Zooals het Fransche
vredesplan het formuleert is het echter slechts
een verplaatsing van de moeilijkheid. Elk land
zou namelijk zijn contingent in eigen beheer
houden en het slechts, als de nood aan den
man kwam, ter beschikking van den Volken'
bond stellen. Welken waarborg zou men even
wel hebben, dat aan deze verplichting ook
werkelijk de hand werd gehouden? En wat
zou er gebeuren de vraag is lang geleden
al door den sedertdien overleden Franschen
journalist Bainville gesteld als de inter
nationale politietroep eens verslagen werd
door een overtreder van het internationale
recht?
Wie dit middel wil zal een methode moeten
verzinnen om een internationaal politieleger
te onttrekken aan nationale invloeden. Het
lijkt een utopie, vooral in Europa, waar de
politieke regeeringsvormen zoover uiteen
loopen, dat een gekleurde kaart ervan een
rijk geschakeerd mozaïek zou toonen.
Er is in Engeland een
toenemend pro-Duitsche
gezindheid waar te ne
men, waarover de Lon-
densche corr. van de N.
R. C. aan zijn blad berichtte:
De heer Eden is niet te benijden. Zelf on
getwijfeld overtuigd van het groote gevaar
de Duitsche vredesplannen op goed vertrou
wen te accepteeren, heeft hij te strijden tegen
een sterke pro-Duitsche strooming in een on
nadenkend en goed bedoelend publiek, dat
dageiyksch meer anti-Fransch wordt.
De schuld van deze groeiende anti-Fransche
gezindheid ligt we) hoofdzakelijk bij Frank
rijk zelf. Op het oogenblik dat de verontwaar
diging over de Fransche politiek van draaierij
en uitstellen inzake het ItaliaanschAbes
sijnsche geschil door de nieuwe internationale
complicaties eenigszins vergeten is en op het
oogenblik dat Frankrijk handhaving van het
internationale recht eischt en verstrekkende
vredesplannen opstelt, kromt het zich te Ge
nève in allerlei bochten om Mussolini te hel
pen het internationale recht te blijven schen
den en de vruchten van een aanvalsoorlog te
plukken.
Met recht vraagt men zich hier dan ook af,
wat er van de beroemde Fransche logica ge
worden is. Met recht rijst er hier in de open
bare meening twijfel aangaande Frankrijks
oprechtheid bij het aandringen op de on
schendbaarheid van internationale verdragen.
Zooals de Times vanochtend zegt:
„Wanneer de commissie van dertien
den volgenden Donderdag bijeenkomt, zal
zij niet langer beslissingen kunnen ver
mijden zonder de verdenking te vestigen,
dat sommige van haar leden niet zoo zeer
begaan zijn met de onschendbaarheid van
verdragen, als met de onschendbaarheid
van bepaalde verdragen."
Op welk land hier gedoeld wordt is duide
lijk.
De diepgaande verontwaardiging en afkeer
van Flandin's laatste opportunistische ma
noeuvre, die na den schok, die Mussolini's be
vel tot vernietiging van Abessinië en het be
kend worden van den gasoorlog hier gewekt
hebben, wordt in Frankrijk blijkbaar nog
steeds niet begrepen.
Het argument dat het al te laat is voor een
uitbreiding van de sancties tegen Italië maakt
hier althans bij het groote publiek geen in
druk, want dit argument is gebaseerd op de
redeneering dat de toepassing van sancties
alleen nuttig is, voor zoover zij een oorlog tot
een spoedig einde kunnen brengen, terwijl het
Engelsche publiek in de eerste plaats over
tuigd is de noodzakelijkheid van de kracht en
de realiteit van het Volkenbondsinstrument te
demonstreeren. En ook dit schijnt men in
Frankrijk niet te kunnen of willen begrijpen.
Het gevolg kan alleen maar zijn dat de pro-
Duitsche strooming met haar gevaren aan
zienlijk versterkt wordt, hoezeer de regeering
haar ook in toom mag trachten te houden.
„De triomphantelijke opmarsch onzer troepen
in de verschillende sectoren van het noordelijk
front wordt voortgezet", aldus vangt het jongste
legerbericht van maarschalk liadoglio aan. „Een
onzer colonnes, die uit Gondar was vertrokken,
heeft op 12 April het schiereiland Georgora aan
het Tsana-meer bezet. Hier is de Italiaansche
vlag geheschen. Onze troepen werden door de
bevolking met vreugde ontvapgen.
Het Tsana-meer is met Gondar verbonden
door een autoweg, die tegelijk met den opmarsch
dar troepen werd aangelegd.
Aan het Zuidelijk front heeft een klein ver
kenningsdetachement nabij Wadara een numeriek
sterkere vijandige groep ontmoet. Na een hevig
gevecht is deze tot den aftocht gedwongen. Aan
onze zijde weiden 46 blanke soldaten gedood of
gewond. De vijand leed zware verliezen".
Twee bijzonderheden vallen over het verloop
van den strijd gedurende het weekeinde te ver
meldengeruchten omtrent de bezetting van
Dessie door de Italianen en een hernieuwd be
zoek van vijandelijke vlingtuigen boven de Abes-
sinische hoofstad.
Maarschalk Badoglio zal morgen een
decreet van 12 artikelen publiceeren, waarbij
de slavernij in het geheele gebied, dat de
Italianen thans bezet hebben, wordt afge
schaft.
BIJZETTING VAN VON HOESCH
TE DRESDEN.
Vermoedelijk zal het stoffelijk overschot
van den overleden Duitschen ambassadeur te
Londen, von Hoesch in het midden van de
komende week naar Duitschland worden
overgebracht en worden bjjgezet in het
familiegraf te Dresden.
Reuter meldt uit Addis Abeba:
Het Abessijnsche kabinet heeft Zaterdag
morgen vergaderd over het antwoord op der
tig vragen, die men naar men beweert
van den Volkenbond heeft gekregen, waarin
gelijk men zegt, eenige zeer belangrijke punten
ter sprake zijn gekomen.
Een speciale correspondent van Reuter
heeft vernomen, dat men zeer geschrokken
is van het karakter van deze vragen en dat
de Abessjjnen met groote verbazing hebben
kennis genomen van den inhoud van verschil
lende punten van deze vragen, die een be
antwoording zeer moeilijk maken.
De openbare meening blijkt zeer teleurge
steld te zijn, want uit de vragen zou duidelijk
blijken, dat de commissie van dertien, van
welke commissie meD hulp verwachtte, alle
mogelijke pogingen doet om haar verant
woordelijkheid van zich af te schuiven en
pogingen in het werk testellen om tot lederen
prijs Abessinië onafhankelijk met Italië te
laten onderhandelen.
Te Genève niets bekend van dertig
vragen.
Te Genève zegt men, niet te weten welke
dertig vragen van de zijde van den Volken
bond men kan bedoelen, in het bericht van
Reuter uit Addis Abeba.
Uit Addis Abeba wordt gemeld:
Het stage voortrukken van de Italiaansche
troepen begint de Abessijnsche bevolking in
hooge mate te verontrusten. Men volgt met
de grootste belangstelling de besprekingen
te Genève, in de oop, dat men er inderdaad
spoedig in zal slagen, een rechtvaardigen
vrede te formuleeren.
Een te Addis Abeba-verschijnende courant
bespreekt op lronischen toon de machteloos
heid van Genève. Het blad verlangt, dat de
Volkenbond nu eindelijk eens tot de daad zal
overgaan.
Het hoofd van de Koptische kerk heeft alle
bisschoppen in het buitenland een Paaseh-
boodschap gezonden, waarin hij protesteert
tegen de onmenschelijke oorlogsmethoden van
de Italianen.
Na afloop van de conferentie van Vrijdag
gaf de Britsche delegatie aan de internatio
nale pers te kennen, dat zy in hooge mate
voldaan was over het verloop van de bespre
kingen tusschen de Locarno-mogendheden
Vrijdagmiddag en Vrydagavond.
De Britsche delegatie vindt, dat de bespre
kingen zeer nuttig zyn geweest en was vooral
voldaan erover, dat thans de deur voor ver
zoening nog niet gesloten is en dat de
Britsche regeering weer een nieuwen tyd van
een maand gekregen heeft om een verzoening
tusschen de Locarno-mogendheden en Duitsch
land tot stand te brengen.
Britsche persstemmen.
De Daily Telegraph geeft uitdrukking aan
zyn teleurstelling dat de zitting van de com-
alleen hef besle voor Uw gezondheid
Uitsluitend verkrijgbaar in de oranje-bendbuisjes van 8)
90 tabl. 70 ets. en oranjezakjes van 2 tabl. i 10 ets.
missie van dertien wederom een week is uit
gesteld, aangezien deze opschorting Italië ten
goede komt. Het blad critiseert Flandln, die,
naar het schijnt, geëischt heeft, dat Abessinië
veranwoordeiyk moet worden gesteld voor een
verlenging van den duur van den oorlog,
indien het de onderhandelingen zou afbreken.
Het is logisch onjuist, dat ieder land, dat
een vrede op vernederende voorwaarden ver
werpt, den oorlog verlengt. Dat evenwel een
zwak land hierdoor alle aanspraak op hulp
zou verliezen, wordt een verbazingwekkende
opvatting genoemd.
De correspondent van het blad te Genève
schrijft, dat de Volkenbond moet kiezen tus
schen de speculatie van Italië of het afdwingen
van een boycot tegenover Italië, waardoor dit
land niet de vruchten van zyn aanval zou
oogsten. Geen dezer beide mogeiykheden is
voor Engeland aantrekkelijk, daar de eerste
het mislukken van het collectieve veiligheids
systeem inhoudt, en de tweede mogeiykheid
zou kunnen leiden tot een oorlog in de Mid-
dellandsche Zee. Niemand gelooft evenwel,
dat er een middenweg bestaat, welke den Vol
kenbond zou vrijwaren tegen het verwyt van
ongeschiktheid.
De Times wijst erop, dat de commissie van
dertien thans geen beslissingen meer uit den
weg kan gaan.
Uit Londen meldt het D. N. B.
De geheime dienst te Plymouth heeft opdracht
gekregen een onderzoek in te stellen naar een
geval van sabotage, dat op de onderzeeboot 154
heeft plaats gehad.
De onderzeeboot bevond zich voor reparatie
in het dok te Devonport en bij het onderzoek
der scheepsmotoren werd ontdekt, dat zich een
moersieutel in de machines bevond, zoodat het
niet mogelijk was, den motor te starten.
Bij ten minste vier van de in den laatsten
tijd geconstateerde zes gevallen van machine-
schade bij de Engelsche marine, is volgens een
officieele mededeeling sprake van sabotage, die
gepleegd werd, terwijl de schepen in het dok
lagen.
Twee gevallen hebben betrekktng op het slag
schip Repulse en op de onderzeeboot H. 28.
Sabotage is eveneens geconstateerd op de onder
zeeboot Oberon en op het slagschip Royal Oak
in Devonport. Verder op den kruiser Cumberland
en op den torpedobootjager Velox te Chatham.
Hoewel de laatste weken een geheele reeks
gevallen van sabotage bekend is geworden, is
tot dusver, naar in het Lagerhuis is medegedeeld,
nog geen enkele arrestatie geschied. Ook is
niemand disciplinair bestraft.
GRIEKSCHE PREMIER OVERLEDEN.
De Grieksche premier Demerdzis is gisteren
morgen plotseling aan een beroerte overleden.
Generaal Metaxas heeft het premierschap en de
leiding van Buitenlandsche Zaken op zich genomen.
Verder zijn in het ministerie geen wijzigingen
aangebracht.
„Och, waren alle metuchan wijs
(Dat is haelamaal niet noodlg, als
ze achter het ttuur maar'n klein
beetje beter wilden opletten, dan
konden we al héél tevreden zijn I)
Een persgesprek te Medan.
Onze defensiestellingen zyn gereed
en de vloot is paraat.
Tydens zyn verbiyf te Medan heeft de gou
verneur-generaal behalve met de Deli Ct., ook
een persgesprek gehad met de Sumatra Post.
Wy ontleenen aan het interview via de
Tel. het volgende:
Leger en vloot hebben gewonnen
aan innoriyke kracht.
Met groote waardeering sprak de landvoogd
ook over leger en vloot, waaraan veel ver
beterd is, want, zoo zeide hy, wel werd het
leger beperkt, maar het heeft gewonnen aan
inneriyke kracht door de doelmatige gevechts
toerusting. die het, mede door uitbreiding en
verbetering van het materieel, heeft verwor
ven.
Wy zyn nu paraat met de krachten die wy
hebben.
En toen kregen wy weer een hoogtepunt
van de kostelgke nuchterheid en het practisch
inzicht van den gouverneur-generaal.
Wy hebben, zeide hy, Soerabaja gereed, en
nu is er natuurlijk wel iets te zeggen voor
de meening van deskundigen, dat zy voor een
bepaald doel eigenlgk een kanon van 15 cm
noodig achten, maar al is een kanon dan mis
schien eenigszins onder de maat, het is toch
beter het niet in de goedang magazijn
te laten, doch het in stelling te brengen, dan
kan men er alvast mede beginnen te schieten.
Immers, een kanon van bijvoorbeeld 12 cm
is toch ook niet prettig in zyn uitwerking.
En ook Tarakan en Balikpapan zyn gereed,
en daarmede voorkwam ik, dat men straks,
als de nood aan den man komt, zou moeten
zeggen: „wat jammer, daar hebben wy nu al
vyftien jaar over gedelibereerd en wij hadden
dit punt juist willen versterken, en nu komt
de vyand nog net even te vroeg!"
Nu staan onze stellingen echter gereed en
paraat en het mynenveld voor Batavia wordt
eveneens verdedigbaar.
En ook aan de zeemacht wordt hard ge
werkt, zoodat wy dezer dagen te Priok een
flinke zeemacht in de haven hadden liggen.
En wanneer de beschikbare schepen, en die,
welke volgens het program voor de verdedi
ging daaraan nog moeten worden toegevoegd,
eenmaal aanwezig zyn, dan hebben wy aan
deze vloot, waarbjj voortdurend twee kruisers
in actie kunnen worden gebracht met de noo-
dige jagers en onderzeeërs, een zeemacht die
waariyk niet van beteekenis is ontbloot, en
die op de verbindingsUjnen en in de kleine
zeestraten den vijand handenvol werk zal
kunnen geven, vooral als zij samenwerkt met
de luchtmacht, die nu wordt uitgebreid.
Maar natuuriyk onder voorwaarde, dat al
les ook paraat is. En om dit te bereiken, heb
lk, met medewerking van de commandanten
van leger en vloot, voortdurend en met kracht
gearbeid. En nu zou een grootere vloot wel
wenscheiyk zyn, maar wy moeten ook reke
ning houden met onze financieele potentie.
Twee dooden, drie zwaar gewonden.
De resident van Banka seint dat Dinsdag
een Chinees in Kampong Loemoet amok
maakte. Een vrouw en een tienjarige jongen
werden gedood, drie personen zwaar gewond.
De amokmaker werd door de veldpolitie neer
geschoten. Tydens zyn overbrenging naar het
hospitaal is hy overleden.
19)
„Naar Weenen?" vraagt Vonberg.
„Wel neen, dat is toch de Rome-expres!"
„En meneer Szartossy? Reist die met den-
delfden trein?"
„Neen, die biyft nog hier. Hy brengt de
barones naar het station."
Dies biyft Sylvester Vonberg niet veel
anders over dan post te vatten in de hall om
den Hongaar by diens terugkeer onmiddeliyk
te kunnen interpelleeren. Daarby is zijn denk
vermogen volkomen uitgeschakeld en zoo be
merkt hy niet, dat uren voorbij gaan. Het ont
gaat hem, dat het middag wordt en de hotel
gasten zich naar de eetzaal begeven en even
min bemerkt hy dat zy na tafel de hall weer
Paaseeren. Hij hoort niets van hun lachen en
Praten „n hun haastige schreden, hy ziet niet,
dat de schemer valt en de avond komt. Syl
vester Vonberg wacht op Stefan Szartossy
Hil wacht... wacht... wacht... en niets dan
dat.
De bagage van barones Geitier is verzorgd.
ïn een eerste klas coupé heeft Szartossy voor
de oude dame een plaats aan het raam ge-
reserveerd. Np overhandigt hij haar nog een
stapel kranten en tydschriften, bonbons en
'ruit.
"Harteiyk dank, beste Szartossy...
U krygt direct een kaart van me uit Triëst...
en uit Cairo schryf ik dan uitvoerig... en in
Weenen komt u ons toch opzoeken, ja?"
„Als u het permitteert, zal ik graag aan uw
uitnoodiging gevolg geven".
„Hoe lang blijft u dan eigeniyk nog ln
Igls?"
„Voorloopig nog... nog... in ieder geval tot
dat wil zeggen". Szartossy wordt rood en is
zichbaar verlegen.
Maar de barones bemerkt niets en babbelt
opgewekt door:
Hopeiyk krygt u gauw een nieuwen bridge
partner voor my ...Ach ja, met dien Falk te
spélen, is heusch niet zoo eenvoudig.
Doet u hem vooral nog de harteiyke groe
ten van me en ook aan miss SpencerAch
weest u zoo lief en kgkt u eens in myn ka
mer en in die van Hannerl, of we in de haast
toch nog niet wat vergeten hebbenJa
en voor de post zorgt u toch ook, hè
dat die ons wordt nagestuurd. Op dat hotel
personeel kun je je nu eenmaal niet verla
ten
Szartossy werpt een steelschen blik op de
stationsklok. Gelukkig nog maar drie mi
nuten. In dien korten tyd zullen de barones
wel niet al te veel eervolle opdrachten meer
te binnen schieten. Maar daar hoort hy haar
alweer roepen:
„M'n hemel, dat had ik toch byna verge
tenWat een geluk, dat ik er nog aan
denk
Haastig buigt zy zich uit het coupé
raampje om den onmiddeliyk naderbij treden
den Szartossy by de revers van zijn jas te
pakken:
„Luister eens, beste Szartossy... dat moet
u vandaag toch beslist nog even voor me
doen. Ik heb zoowaar Renat' heelemaal ver
getenWilt u even voor me by de Lan
taarn aangaan
„Natuuriyk, baronesDirect......!" In
Szartossy's stem klinkt een onderdrukte
juichtoon. Het liefst zou hy de oude dame om
den hals zyn gevallen.
„Doet u haar vooral myn harteiyke groe
ten en vertelt u haar maar uitvoerig waar
om ik zoo hals over kop uit Igls vertrok
ken ben en dat het me verschrikkelijk spyt,
dat we elkaar niet meer ontmoet hebben..."
Zonder ophouden praat de barones door,
niettegenstaande de trein zich reeds lang
zaam in beweging zet. Szartossy loopt mee.
„Zegt u haar maar, dat ik haar spoedig
zal schrijven en dat ze beslist eens naar Wee
nen moet komenIk denk, dat we daar
in Maart wel weer zullen zynEn dan
kunt u het misschien zoo schikken, dat u ook
komt, ja?"
„Heel vriendeiyk van u... natuuriyk Goede
reisen m'n groeten aan de barones
„Dank uTot ziensEn niet ver
geten
Wat Szartossy niet mag vergeten, kan hy
niet meer verstaan, daar hy den wedloop met
den trein, die nu tamelijk snel onder de over
kapping uitstoomt, moet opgeven.
Nochtans haast hy zich nu om het sta
tion te verlaten. Op het Stationsplein neemt
hy een taxi, waarmee hy zich naar de Pra-
monstratenser Abdy laat brengen. Vandaar
gaat hy te voet verder, dwars over de hel
ling den kortsten weg nemend naar de Lan
taarn.
Therese wil juist de soep opdienen als
Szartossy belt. Luid blaffend van biydschap
springt Bella tegen hem op, terwijl Renate
hem harteiyk welkom heet.
„Snel nog een couvert er by," zegt zy tot
Therese. „Wat hebben we vandaag eigeniyk
voor lekkers? Hopenlijk houdt meneer Szar
tossy er ook van".
„Dat denk ik wel", antwoord Therese met
een veelbeteeenend knipoogje, en na een
korte pauze welke de verwachting van den
gast beoogt op te wekken, laat zy er op vol
gen: „Wiener Schnitzel".
„Heerlijk!" zegt Szartossy met een geest
drift, welke luj in dit geval echter in den
zelfden graad voor gebakken zaagsel aan den
dag zou hebben gelegd.
Weldra zit hy tegenover Renate aan tafel
en laat hy zich door haar bedienen. Hy eet
en ziet en praat en luistert en voelt zich on-
uitsprekeiyk gelukkig. Ook Renate verheugt
zich oprecht over de aanwezigheid van haar
dischgenoot en het gezellige gesprek, waar-
by het eene woord het andere uitlokt.
Na den maaltijd wordt in den „Schrijfhoek"
een sigaret gerookt. Daarby vertelt Szartossy
van het onverwachte vertrek der beide dames
Geitier en brengt hij de groeten over van de
oude barones. Innig verheugt hij zich erover,
dat Renate hem direct en slechts om hem
zelf zoo hartelijk heeft ontvangen en niet als
afgezant van haar familie. Hy behoeft dus
geen bijzondere reden te hebben om haar te
bezoeken.
Z'n blik omvat geboeid de ïynen van haar
gestalte, die met nonchalante gracie in de
hooge fauteuil leunt. Renate's meisjesachtige
verschyning die bekoring uit, welke voor
komt uit de tweede, door rijpe ervaring nog
mooier geworden vrouwenlente. Met de teere
iyn van haar hals gelijkt zij op die afbeeldin
gen van oude Engelsche meesters, welke aan
geen tyd gebonden zyn, omdat hun jeugd-
expressie steeds weer opnieuw bekoort.
Renate kan luisteren en praten. Zij ver
staat het te vragen, zoowel als te vertellen
en Szartossy vergeet tyd en plaats
Eerst als de schemering haar schaduwen
inu de kamer werpt, wordt hy zich plotse
ling bewust, dat ook dit gelukkige samenzyn
aan tijd gebonden is.
„Ik heb u schandeiyk opgehouden, me
vrouw", zegt hy tot de taal der conventie
terugkeerend, maar haar toon biyft persoon-
kjk-warm.
„Toch niet, meneer Szartossy", zegt zy
lachend, „de mogeiykheid tot een geanimeer
de gedachtenwisseling is een uitzondering,
een welkome uitzondering, een welkome uit
zondering in mijn eenzaamheid..."
„Dam zult u misschien toch gevolg geven
aan de invitatie van barones Geitier om haar
in Weenen te bezoeken
„Dat kan ik op het oogenblik werkeiyk
niet zeggenMaar daar kunnen wy den
volgenden keer dan eens over praten".
„Mag ik dan nog eens terugkomen?"
„Ik reken enverheug me erop, meneer
Szartossy".
Dam vergezelt Renate haar gast tot voor
de huisdeur.
Szartossy hoort nog geruimen tyd de klank
van haar stem. Hy voelt nog den hartelijken
druk van haar hamd, die smalle, veelzeggende
hand van de aristocratische kunstenares. En
hy denkt slechts dit eene, dat hy haar moet
veroveren. Stap voor stap. Dat hy dienen wil
om haar en dathet leven wondermooi
kan zijn.
Het is niet te verwonderen, dat hy, in deze
gedachten verdiept van den kortsten weg
naar Igls afdwaalt. Het duurt byna drie uren
voor hy het hotel bereikt.
In de hall verspert Sylvester Vonberg hem
den weg. zyn gelaat is ingevallen, onder zyn
oogen liggen donkere kringen.
„WaarWaar isbrengt hy er
lallend uit.
Szartossy, onmiddeliyk beseffend, dat elk
opzien moet worden vermeden, trekt hem met
zich mee in de, op dit uur geheel verlaten
rooksalon.
„Barones von Geitier is op dringend advies
van haar dokter in Milnchen naar het Zuiden
gereisd, waar zy haar tante zal ontmoeten".
„WaarWaarhoudt Vonberg,
byna smeekend aan.
Szartossy aarzelt een oogenblik. Eigeniyk
moest hy dien kerl niets zeggen en hem
rustig in het onzekere laten.
Een dergetyke handelwyze zou zeker ook
geheel in overeenstemming zyn met de be
doelingen van het dappere meisjeMaar
tenslotte heeft hy toch medeiyden met den
man, wiens blik wel zeer duideiyk zyn diep-
geschokten gemoedstoestand verraadt. Zich
zelf veel te gelukkig voelend om hard te
kunnen zyn, zegt hy langzaam:
„De dames zullen elkaar in Triëst ontmoe
ten. Het doel van hun reis is Cairo
Shepheard HotelDan verlaat hy haas
tig de salon.
Sylvester Vonberg laat zich in een fauteuil
vallen. Hy lacht bitter.
CairoShepheard HotelDat kost
geld, veel gelden zyn geheele bezit
bestaat uit drie Oostenryksche shillingen
En zyn lachen verkeert in een wanhopig
snikken, dat hy niet vermag te onderdruk
ken
Sinds uren hoort Johanna niets anders dan
het monotone geratel der wielen van den
trein, die haar naar het Zuiden brengt. Met
elke minuut verwydert zy zich verder van
den man, die haar het hoogste geluk deed
vermoeden om haar daarna het verbitterst
teleur te stellen. Blind voor de grandioze
schoonheid van de Alpenwereld, waar de
Tauerspoor haar doorheen voert, staart zy
slechts op de krampachtig gevouwen han
den in haar schoot.
Op het klaptafeltje van de coupé, welke
zy tot haar geluk met niemand behoeft te
deelen, ligt een wit couvert in kwarto for
maat. Het is een zakenenveloppe. waarop de
naam is gedrukt van het Recherche- en In
formatiebureau Schwarzer, Mlinchen, Brien-
nerstraat 31. (Wordt vervolgd.)