Buitenlandsch Overzicht.
DE GOUDEN
BRUG
De oorlog in
Abessinië.
jleistpet Waccf
zoo goed
voor 't leer!
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
No. 7742
EERSTE BLAD
DONDERDAG 23 APRIL 1936
64ste JAARGANG
De Volkenbondshutp aan Abessinië een volkomen mislukking. -
Een Noorsch blad spreekt over het faillissement van den VoL
kenbond. -■ Chamberlain over de Engelsche begrooting, die
overal teleurstelling bracht.
Het
faillisement
van den
Volkenbond.
De Engelsche
begrooting.
De Engelsche begrooting
ingediend.
FEUILLETON.
ROMAN VAN
HANNO PLESSEN
Optimisme in Amerika.
Groote mannen laten zich gunstig
over de toekomst uit
De raad van den Volkenbond.
De Duitsche en Fransche
vredesplannen.
De bedreiging van Addis Abeba
De Italiaansche opmarsch
naar Addis Abeba.
Nog in eert begin stadium.
De Abessijnsche kroonprins
te Addis Abeba.
De troebelen in Palestina.
3 maal per dag Den Helder-
Amsterdam.
Verbinding met geheel West-Friesland.
COURAMT
Abonnement per 3 maanden bj vooruitbet: Heldersche Courant 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wleringen en Texel 1.65; Mnnenbmd 2.
Nederi. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overige
landen 3.20. Losse noa 4 ct.; fr. p. p. 6 ct Weekabonnementen 12 ct
Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.—. Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70.
Verschjnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekenlng No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentlën (gevraagd, te koop, te huur) bj vooruitbetaling
10 ct. per regel, minimum. 40 ct.; bj niet-contante betaling 15 ct. per regel,
minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 30 ct
per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
We hebben er in ons
De mislukte vorig overzicht al van
bemiddeling. gewaagd dat de hulp
van den Volkenbond aan
Abessinië, voor laatst
genoemd land niet anders dan op een groote
teleurstelling is uitgeloopen. De Volkenbond
ziet het leidelijk aan dat Abessinië uitgemoord
woordt door de „beschaving" van Italië en tot
0 Mei zal men ook verder geen ingrijpende
maatregelen nemen om de misdaad van Italië
te staken of ook maar te verminderen. Het
arme Abessinië, dat zooveel vertrouwen in
Genève gesteld had, is wel zeer gedesillusio
neerd in zijn verwachtingen van de hulp der
Volkenbondsleden en het is niet te verwonde
ren dat Wolde Mariam, de Abessijnsche ver
tegenwoordiger te Genève dezer dagen met
bitterheid vroeg of dat nu alles was wat een
aangevallen mogendheid van het instituut te
Genève te verwachten had. Italië daarentegen
is over de laatste Volkenbondsvergadering en
de besluiten die er niet genomen werden, niet
slecht te spreken. Het kan immers ongestoord
zijn gang gaan en la er van overtuigd dat er
geen macht ter wereld is die haar plannen
verder kan verijdelen.
In een beschouwing die de hoofdredacteur
van „De Avondpost" dezer dagen aan de Ita-
liaansche oorlogsmethoden wijdde vroeg hij
ojn.:
Als Christus nu eens op aarde kwam, en in
Italië toefde.
Ja...
Zou hij dan, ten opzichte van die gifgassen,
ook bidden: „Vader, vergeef het hun, want zij
weten niet wat zij doen?"
Wij betwijfelen het. Want zj weten goed wat
ze doen, deksels goed. En dit na negentien
eeuwen Christendom.
Ja, bedroevend, in-bedroevend is het geval
Italië. Het heeft ons geleerd, dat ook in onze
eeuw het recht van den sterkste zegeviert en
dat de zwakke van een instituut als den
Volkenbond niets te verwachten heeft.
Nooit heeft de Volken
hond zulke donkere uren
beleefd als de laatste
dagen en in het bizonder
Maandag, zoo schreef de
Fransche journaliste,
mevr. Tabouis Dinsdag
in baar blad 1'Oeuvre.
Het was alsof in deze laatste bijeenkomst de
doodsklok geluid werd, de uiteengaande gede
legeerden wisten geen woorden te vinden.
En ook Aften posten, het leidende conserva
tieve orgaan in Noorwegen, constateert in een
hoofdartikel onder het hoofd: „Het faillisse
ment van den Volkenbond" dat de Volkenbond
In zijn tegenwoordigen organisatievorm volk-
komen onbruikbaar is als werktuig voor een
collectief waarborgen van den vrede, omdat
met betrekking tot het Itaüaansch-Abessjn-
«che conflict alles zijn gang gegaan is
alsof er geen Volkenbond was en alsof er geen
Verdragen en traetaten bestonden.
De eenige redding zou een sluiting van het
Suez-kanaal zijn, maar het blad gelooft niet,
dat Engeland in verhand met eigen belangen
en nog minder terwille van den Volkenbond
een dergelijk offer wil brengen, vooral niet nu
gebleken is, dat de Volkenbond bestaat „uit
naties met zeer verschillende moraal en ver-
uiteenloopende opvattingen voor verantwoor
delijkheid voor aanvaarde verplichtingen en
onderteekende traetaten of pacten. Daarmee
is de rol van den Volkenbond als collectieve
waarborg tegen oorlog ten einde, in dit op
zicht heeft hg opgehouden te bestaan." JQe
proefneming is volbracht en het resultaat ia
negatief**, schrijft het blad verder. „De les,
die men uit het voorgevallene kan trekken is,
dat een colleetief werktuig tot handhaving
van den vrede gebaseerd' zal moeten zijn op
een verbond van naties en rassen, die in zeke
ren zin eenzelfde moreele opvattting van aan
vaarde verplichtingen hebben, en dan kan dit
verbond eventueel groeien door aansluiting
van anderen, naarmate zij dezelfde moraal
hebben verworven. Wij willen thans niet de
naties aanwijzen, waarmee men dan zou
moeten beginnen. Maar wij gelooven, dat er
voldoende zijn en dat zij groot genoeg zijn om
zich van de taak te kwijten."
Dinsdag heeft de Brit-
sche minister van finan
ciën, Chamberlain, zijn
begrooting bekend ge
maakt en al had niemand
in Engeland verwacht dat de minister een be
lastingverlaging aan zou kondigen, een bittere
teleurstelling ia het geweest, dat Chamberlain
gemeend heeft eenige belastingen te moeten
verhoogen en dat om de enorme uitgaven, die
de Defensie op het ©ogenblik vraagt, te
kunnen dekken.
In een radiorede, die de minister gehouden
heeft ter toelichting van zijn begrooting, zeide
hij o.m. over het Defensie-vraagstuk:
Sinds 1924 hebben opvolgende conservatieve-,
arbeiders- en nationale regeeringen het voor
beeld aan de wereld willen geven van feitelijke
ontwapening en wij hebben thans veel oude
schepen en een luchtmacht die zonder de uit
breiding van vorig jaar volkomen ontoe
reikend zou zijn geweest.
Helaas hebben andere volken ons voorbeeld
niet alleen niet gevolgd maar sommigen van
hen hebben herwapend op een waarlijk alar-
meerende wijze en snelheid. Binnen enkele
jaren moeten wij dien achterstand inioopen;
dat is een harde noodzakelijkheid die niet lan
ger te vermijden was en de uitgaven voor de
drie departementen van defensie die vorig
Jaar 124 millioen eischten zullen dit jaar 178
of een toeneming van 54 millioen vorderen.
Ik zeg er dadelijk bij dat deze uitgaven op de
begrootingen van 1937 en 1938 nog veel hooger
zullen worden maar dan kunnen wij een lee
ning sluiten. In plaats van een zeer substan
tieel overschot heb ik door die 178 millioen
een eindcijfer van uitgaven van bijna 800 mil
lioen of een tekort van ruim 21 millioen. Om
dat de eerste vereischten van iedere begroo
ting is dat zj sluitend zij, moest dit te ver
wachten tekort dus in de allereerste plaats
weggewerkt worden.
In het teeken der bewapening.
Verhoogingen van inkomstenbelasting
en van rechten op thee en bier.
Dinsdagmiddag heeft Neville Chamberlain
de begrooting 1936/'37 ingediend. De rede was
korter dan de laatste jaren en in bijna 1% uujf
was de minister door de voornaamste cjfer^
en toelichtingen heen. De minister begon met
de eindcijfers die in baten op 776% en in uit
gaven op 797.9 millioen begroot waren, zoodat
er een tekort was van 21.2 millioen. Van dat
cijfer behoefde men echter niet te schrikken,
want de verhooging der uitgaven kwam bijna
geheel op rekening van de defensie-maatrege
len en de cijfers in het afgeloopen jaar waren
zoozeer meegevallen, dat de minister niet twij
felde of het tekort zou uit de loopende ont
vangsten worden gedekt.
Komende tot de loopende begrooting zeide
spr., dat ook deze was opgemaakt, steunende
op de beide grondpijlers van zijn oeconomisch-
financieel beleid1: tarieven en goedkoop geld,
maar bovendien zou spr.
maatregelen tegen belastingontduiking
voorstellen.
Verhooging van de Inkomstenbe
lasting en de rechten op thee.
Omdat dè defensie-maatregelen van de re
geering ten behoeve van het geheele volk ge
nomen werden, was het ook billijk dat het ge
heele volk er toe zou bijdragen en spr. stelde
daarom een algemeene verhooging der inkom
stenbelasting met 3 stuiver in het pond voor,
benevens een verhooging der rechten op thee
met 2 stuiver. (Meer dan 20 leden der oppo
sitie staan op en roepen hier: „schande,
schande").
De defensie-uitgaven.
Aangezien de vooruitzichten voor een spoe
dige overeenkomst nopens ontwapening of be
perking van bewapening thans niet zeer gun
stig waren, had de regeering, zooals bekend
was, moeten besluiten tot herziening van de
drie diensten van de landsverdediging: leger,
vloot en luchtvaart. Het was 's ministers plan
om de uitgaven ieder jaar uit de loopende ont
vangsten te dekken, want men mocht de
komende of opgroeiende generatie niet belas
ten met uitgaven, die thans noodzakelijk
waren. De cijfers waren berekend over de
eerstkomende 5 jaar en voor wat er dan later
nog eventueel noodig zou zijn kon men een
leening stuiten.
Spr. meende het Engelsche volk te mogen
gelukwenschen, dat het de vermeerderde uit
gaven der bewapening uit de loopende ont
vangsten zou kunnen betalen zonder aanzien
lijke vermeerdering van den schuldenlast.
Het debat.
Majoor Attlee zeide, dat deze begrooting
met haar geweldige uitgaven voor oorlogs
doeleinden in het land geen weerklank noch
enthousiasme zou vindei, en de maatregelen
zelf, al werden ze dan weer zooals overal el
ders onder den naam „defensie-maatregelen"
aangediend, ten slotte tot oorlog zouden lei
den.
Sir Archibald Sinclair noemde de begroe
ting er een van „in duigen gevallen verwach
tingen", een erkenning, dat het oorlogsge
vaar acuut was geworden.
Bogrooti n gsresoluties aangenomen.
Het Lagehuis heeft de begrootingsresolu-
ties anagenomen.
23)
Dat is het weer, zooals de all round winter-
sportbeoefenaar in Iglerhof zich dat wenscht.
£>e levendige drukte in de hall van het hotel
legt van deze stemming voldoende getuigenis
Onder gelach en gescherts, onder Ski-heil
*h Gelukkig Nieuwjaar-geroep worden tochten
8an*engesteld, wandelingen besproken, ski's
^gewreven en rugzakken gepakt...
Om 11 uur zijn allen uitgevlogen.
Besluiteloos staat Szartossy bij den ingang
Van het hotel. Deze stralende Nieuwjaarsdag
dreigt voor hem in grenzenlooze eentonigheid
3e zullen verloopen. Renate heeft hem immers
uitdrukkelijk voor een der eerste dagen van
^t nieuwe jaar geïnviteerd en door nu maar
totea recta naar de Lantaarn te loopen, waar
'tij met hart en ziel heen wordt gedreven, zou
toonen haar wenschen niet te respecteeren.
Hij zal er zich dus goedschiks of kwaadschiks
moeten leerleggen. Onwillekeurig ont-
8naPt hem een zucht, terwijl hij met de punt
Van zjn ski-stok fantastische ornamenten in
®neeuw teekent.
Reeds eenigen tijd slaat de directeur van
j** hotel den Hongaar gade. Zijn functie
"•"engt mee, dat hij zich voortdurend van het
fioen en laten van zjn gasten op de hoogte
houdt, als was het alleen maar om aan even-
tueele wenschen onmiddellijk gehoor te kun
nen geven, klachten te voorkomen en In alle
opzichten de atmosfeer van tevredenheid en
de goede toon in zijn hotel te kunnen hand
haven. Bovendien behoort meneer Szartossy
door zijn naam, afkomst en... portefeuille tot
die elitegroep van hotelgasten, die men met
zekere voorrechten pleegt te behandelen. Het
is zoowaar een eerezaak bij zoo'n hoogge
achte persoonlijkheid zelfs maar het geringste
gevoel van onbehagen, ontevredenheid of
voorbijgaande verveling onmiddellijk in de
kiem te smoren.
De directeur begint zijn diplomatieke missie
daarmee meneer Szartossy zijn hartelijke ge
lukwenschen voor 1936 aan te bieden. Daaruit
spruit dan als vanzelf» een schier devote in
formatie voort naar het welzijn, de tevreden
heid en de plannen van den hooggeachten
gast en deze geeft weer op haar beurt aan
leiding tot een lichte conversatie, welke Szar
tossy als afleiding en verstrooiing op dit
oogenblik niet onwelkom is. Als scherp op
merker ontgaat dit den directeur uiteraard
niet en in zijn voldoening daarover laat hij
zich nu eerst recht van zijn beste zijde zien.
Hij ontpopt zich al spoedig als een veelzijdig
man, die goed onderlegd en van alle markten
thuis is, een man van de soort, zooals zijn
metier die eischt.
Voortdurend de lichte conversatietoon hand
havend, noodigt hij meneer Szartossy in zijn
privé kantoor, waar een privé glas likeur
wordt geserveerd en des directeurs kleine,
maar uitgelezen miniaturen verzameling
wordt bezichtigd.
„Zoo heeft elk mensch nu eenmaal zijn
stokpaardje, z'n hobby, z'n zwakheden, of hoe
u het noemen wilt", zegt hij bescheiden en in
zijn glimlach ligt zoowel een excuus als de
trots van den bezitter.
„Als het een zwakheid is, dan verbergt zij
in dit geval toch een groote kracht in zich",
antwoordt Szartossy, terwijl hij zich geïnte
resseerd over de kleine kostbaarheden heen-
buigt. „En dit hier is al een bijzonder fraai
stuk!" Daarmee neemt hij een, gracieus op een
stukje ivoor geschilderd vrouwenportret ter
hand. Lang en in stille bewondering bekijkt
hij het. Eindelijk zegt hij peinzend: ..Weet u
welke uitwerking dat heeft...? Dezelfde als
een in louter geur en kleuren opgeloste oud-
Weensche wals..."
,,'t Is ook mijn mooiste stuk... een echte
Kiehuber... U hebt het met kennis van zaken
eruit gezocht", antwoordt de directeur. „Maar
wat zegt u van dit beschilderde porcelein...
hier, die sterk geïdealiseerde jongenskop? Een
Italiaan heeft het me dezer dagen te koop
aangeboden. Hij schrijft er het volgende
over..." De directeur opent een lade, waaruit
hij een brief neemt, doch bij deze beweging
valt rinkelend een klein voorwerp op den
grond. Szartossy bukt zich mechanisch om
het op te rapen, maar plotseling is hij een en
al verbazing.
„Hé, dat is toch...!" Tot zijn grenzenlooze
verwondering herkent hij den ouden wapen
ring der Geitiers. Denzelfdcn, dien Johanna
op Kerstavond heimelijk aan Sylvester heeft
geschonken. Den ring, dien hij spoedig offi
cieel zou dragen en welke een kleine week
later met al zijn andere bezittingen in kamer
65 in beslag werd genomen. Evenals bij die
gelegenheid de directeur, herkent thans Stafan
Szartossy het eigendom van barones Geitler-
Hattorf. Hjj heeft vroeger immers meer dan
eens dit opvallende sieraad aan haar hand
kunnen bewonderen.
Het is wel zeer pijnlijk, dat Szartossy dezen
ring hier moet vinden. De directeur ver-
wenscht zichzelf in stilte, dat hij deze onaan
gename situatie door zijn onbedachtzaamheid
heeft geschapen. Aarzelend en zichtbaar ver
Het is een vreugde om bij alle narigheid die
er in de wereld is en waarvan we steeds in
onze kolommen melding moeten maken, nu
eens optimistischer klanken te kunnen laten
hooren. Ze komen wel van verre, van de
nieuwe wereld, maar wie zegt dat ze geen
begin zijn van hoopvoller toekomst.
Hier volgen ze dan:
American Locomotive Co.
Dickerman, de president van de American
Locomotive Co. heeft verklaard, dat de per
18 dezer geboekte orders ongeveer 9.500.000
beliepen tegen 2.800.000 een jaar geleden.
De vooruitzichten noemde hij beter dan de
laatste vijf jaar geweest is.
De vooruitzichten van de koperin
dustrie.
President Gates van de Phelps Dodge heeft
in de heden gehouden algemeene vergadering
de volgende verklaring afgelegd: Voor het
eerst sedert vijf jaar ben ik werkelijk opti
mistischer gestemd ten aanzien van de
vooruitzichten der koperindustrie.
Indien de openbare nutsbedrijven de moei
lijkheden, ontstaan door de wettelijke bepa
lingen, te boven kunnen komen, zou de vraag
naar koper van die zijde belangrijk kunnen
toenemen. Het verbruik van electrischen
stroom is op het oogenblik zeer bevredigend
en sinds eenigen tijd worden geregeld record
cijfers geregistreerd.
President Pennsylvania It-li. optimis
tisch.
De president van de Pennsylvania Railroad,
Clement, verklaarde:
Ons bedrijf ondergaat, zoowel wat perso
nen- als goederenvervoer betreft een opleving.
Beide zijn grooter dan een jaar geleden. De
vervoercijfers der maatschappij over de
afgeloopen week bereikte weer het peil van
voor de overstroomingen. Ik heb geen reden
om aan te nemen, dat er iets is, dat den
huidigen gang van zaken zou kunnen belem
meren.
Toenemende afzet van de Chrysler
Corp.
President Keiler heeft in de Dinsdag ge
houden algemeene vergadering van de Chrys
ler Corp. verklaard, dat de huidige omzetten
in Plymouth, Dodge, de Soto en Chrysler-
wagens aanmerkelijk grooter zijn dan een
jaar geleden.
De geboekte orders wijzen er op, dat gedu
rende het geheele voorjaar een bevredigende
productie gehandhaafd kan blijven. Het niveau
waarop deze productie zich beweegt, ligt veel
huoger dan in 1934 In de fabrieken van de
Chrysler corp werken thans 62.000 arbeiders.
Het gemidedlde uurloon is hooger dan ooit te
voren; het overtieft zelfs dat van 1929.
Komen in Mei verdere sancties ter
sprake
Naar Reuter uit Genève meldt, valt uit de
commentaren, gisterenavond door de Engel
sche gedelegeerden geleverd op de rede van
Eden, af te leiden, dat het vrijwel zeker is, dat
Eden in de gewone raadszitting, die 11 Mei
te Genève bijeen moet komen, het vraagstuk
van de sancties in zijn vollen omvang op zal
werpen.
Eden gaat niet naar Berlijn.
Reuter verneemt te Londen uit officieele
bron dat Eden niet naar Berlijn zal gaan om
daar vragen te stellen met betrekking tot de
Duitsche vredesplannen.
Kalmeering van de bevolking.
Uit Addis Abeba wordt gemeld:
In alle deelen van de stad zijn Dinsdag bil
jetten aangeplakt van den volgenden inhoud:
„Om een einde te maken aan het circulee-
ren van geruchten, die de vijand rondstrooit
over zijn opmarsch naar Addis Abeba, geeft
de regeering de bevolking de verzekering,
dat zij in contact is gebleven met de volgende
steden: Sjolameda, op 150 km van Addis
Abeba, aan den weg naar Dessié; Ankober,
Warra Heiloe, Hawasj, Dagaboer, Dzjidzjiga,
Harrar, Afdeme, enz.
Volgens Dinsdagmorgen ontvangen mede-
deelingen gaat het leven in, deze plaatsen, zijn
gewonen gang,"
Abessjnsche tegenspraak omtrent
het vertrek van, de Keizerin.
Naar Reuter uit Addis Abeba meldt,, was
Maandagavond de stad bijna geheel, verlaten-.
In den nacht van Zondag op Maandag en
Maandagochtend vroeg, heeft een lange rj
voertuigen de hoofdstad verlaten.
De berichten uit Italiaansche bron, volgens
welke ook de Keizerin uit de hoofdstad zou
zjn vertrokken, worden echter tegengespro
ken. Ondanks den raad van haar raadslieden
heeft zij geweigerd Addis Abeba te verlaten.
Maandagnacht is den heelen nacht de uit
tocht uit de hoofdstad voortgegaan. Duizen
den Engelschen en andere vreemdelingen heb
ben den nacht doorgebracht in het park voor
het Britsche gezantschap. De Britsehe autori
teiten doen echter hun best om een paniek
onder de Europeanen te voorkomen en hebben
hen vanochtend weten te bewegen hun huizen
weer op te zoeken. Voor het overige is de
stad vrijwel verlaten. De weinige achterge
blevenen wachten rustig de komst van de Ita
lianen af.
DE BIJEENKOMST VAN DE COMMISSIE-
WESTMAN.
De dalende goudvoorraad van Italië.
De commissie Westman voor het toezicht op
de naleving der bestaande sanctiebepaiingen
tegen Italië, die op verzoek van de raadscom
missie van dertien door den voorzitter der
commissie van achttien de Vasconcellos is bij
eengeroepen, heeft reeds Dinsdag haar derde
zitting geëindigd.
Bij de opening van de bijeenkomst heeft de
Vasconcellos als voorzitter van de commissie
van achttien onderstreept, dat in strijd met
zekere beweringen, de maatregelen die de
coördinatiecommissie heeft voorgesteld, wel
degelijk doeltreffend zijn en dat zij belangrijk
den handel van Italië en de geldmiddelen, die
voor het voeren van den oorlog noodig zjn,
verminderen.
De vermindering van het Italiaan
sche gondbezlt met bijna 50 procent.
Interessant zijn ook de door Westman mede
gedeelde cijfers voor den gouduitvoer uit
Italië.
Telt men deze cijfers van den Italiaanschen
gouduitvoer van 20 October tot Maart bijeen,
dan ziet men, dat Italië voor ten minste 105.3
millioen gouddollar aan goud heeft uitgevoerd.
Op 20 October van het vorig jaar bedroeg de
geheele goudvoorraad van de Bank van Italië
227.2 millioen gouddollar. Men ziet dus, dat de
Bank van Italië bijna de helft van haar goud
voorraad verloren heeft. Intusschen is hier na
tuurlijk niet bekend hoeveel goud de Italiaan
sche regeering in Italië zelf nog heeft kunnen
innen, ter vermeerdering van dezen zeer stin
kenden voorraad.
De weg van Dessié naar Addis Abeba
figureert thans zoowel in Italiaansch als in
Abessjnsche oserwinningsberichten. De
Italianen zeggen dat de opmarsch voor
spoedig verloopt en dat hun voorhoede nog
slechts 80 kilometer van Addis Abeba af is.
De Abessijnen zeggen daarentegen, dat de
Italianen nog nauwelijks gelegenheid heb
ben gehad om hun opmarsch te beginnen
en dat er Dinsdag even Noordelijk van
Dessié een gevecht heeft plaats gehad,
waarbj de Italianen het onderspit hebben
gedolven.
Wat van deze berichten het juiste is, is
natuurlijk moeilijk uit te maken.
Reuter meldt uit Addis Abeba
De kroonprins- is gisteren te Addis Abeba
aangekomen om de verdediging van de hoofd
stad te organiseeren.
De keizerin doet een beroep op
de pers.
De Keizerin heeft gisteren eenige persver
tegenwoordigers ontvangen. Zj heeft hun een
beroep op de pers van de wereld ter hand ge
steld, waarin zj nog eens het Abessjnsche
geval uiteenzet. Dit beroep geldt speciaal voor
Frankrijk en Engeland, welke beide landen
verzocht wordt tot eenige actie over te gaan
voor het te laat is. Zj gaf voorts te kennen,
dat zj tot het laatst in Addis Abeba zou
bijven, temidden van haar volk.
De booten van den oorlog.
Havas meldt uit Rome:
Een nieuw bedrag, groot 1.440.500.000 lire,
is uitgetrokken voor de buitengewone uit
gaven, noodig voor de campagne in Oost-
Afrika.
De kosten van de expeditie, gerekend van
20 Juni af, bedragen thans 8.560.500.000 lire.
Reeds 28 dooden en 169 gewonden.
De hotsingen tusschen Joden en Arabieren
in Palestina hebben tot dusver, naar United
Press meldt, reeds 28 dooden gevergd, name-
ljk 18 Joden eD 10 Arabieren. Voorts zjn
109 personen gewond, en wel 53 Joden en 56
Arabieren. Van de gewonde Joden verbeeren
er zeven in levensgevaar.
In een heden gepubliceerd manifest der lei
ders van alle Arabische parijen wordt ver
klaard, dat de algemeene staking tot nader
order zal worden voortgezet. Slechts in de
maalderjen, de ziekenhuizen en apotheken, de
verkeersmiddelen en de koffiehuizen mag het
werk voortgezet worden.
Wieringermeer - Medemblik Hoorn -
legen zoekt hij naar een plausibele verklaring.
„Achdie ringja, die behoort hier
eigenljk niet.ik heb hem gisteren pas
dat wil zeggen, hij werd
„M'n waarde directeur, mj kunt u gerust
klare wjn schenken". Szartossy's blik is vast
op den man .egenover hem gericht. „Ik moet
er u zelfs dringend om verzoekenWeest
u ervan overtuigd, dat het geen nieuwsgierig
heid is, die mj daartoe drijft... En van m'n
discretie kunt u natuurlijk verzekerd zjn!"
„Dat spreekt vanzelf", haast de ander zich
te verzekeren. Hj is zichtbaar verheugd open
hartig te kunnen spreken en maakt daarvan
ook rijkeljk gebruik. Zoo verneemt Szartossy
alles. Zelfs Vonberg's brief aan den directeur
krjgt hj te lezen
„Een fjne klant!" meent deze te mogen op
merken, terwjl de Hongaar belangstellend
kennis neemt van den inhoud van het in zoo
cynischen toon gestelde epistel, achter welks
gezochte woorden zich een mateloos leed ver
bergt. En v/ijl hj reeds zooveel weet van de
noodlottige verhouding tusschen Johanna en
Sylvester, valt het hem niet moeilijk thans
haar waren aard en haar diepe beteekenis,
waarvan de directeur natuu.ljk geen flauw
vermoeden heeft, te doorgronden. En- dat deze
het ook nooit vermoeden zal, daarvoor zal hj
Stefan Szartossy zorgen. Als man van
eer voelt hj zich daartoe min of meer ver
plicht
Zóó verdiept hij zich in zjn eigen gedach
ten, dat hj de, voor Sylvester Vonberg weinig
vleiende opmerking van den directeur in 't ge
heel niet hoort. Pas wanneer deze nogmaals
van zjn minder gunstige meening over den
componist bljk geeft, dringt het tot hem
door:
„Zoo'n oplichter!"
Oplichter. Ja, dat was het. Slechts als zoo
danig kon de man, die het trotsche, goedge-
loovige meisje zoo'n droevige ontgoocheling
had bereid, worden gekwalificeerd. Gedurende
eenige seconden staat Szartossy zjn laatste
ontmoeting met Johanna voor den geest en
in dat korte tjdsbestek wordt hem ook alles
duideljk, wat toen nog onverklaarbaar was...
„Bij zulk soort menschen is het altijd twij
felachtig, of zj hun bezittingen wel eerljk
hebben verkregen", meent de directeur van
Iglerno- het zwjgen eindeljk te moeten ver
breken. „Wie weet wat voor onaangenaam
heden ik me door dit pant nog op den hals
kan halen... U begrjpt, dat ik in het belang
van m'n hotel elk opzien moet vermjden
M'n positie is dus allerminst benijdenswaar
dig... Eenerzjd» zal slechts de opbrengst van-
dien ring in staat zjn de vrj omvangTjke
schulden van Vonberg aan Iglerhof te dek
ken, maar anderzijds kan ik toch bezwaarljk
met dat sieraad aan 't leuren gaan, vooral
daarom al niet, omdat het tenslotte alleen
voor liefhebbers eenige waarde heeft... Ja, ja,
't valt werkeljk niet mee om overal behoor-
ljk tuschendoor te zeilen..."
„De zaak is niet zoo erg als u denkt", ant
woordt Szartossy rustig en gedecideerd. „U
zelf bent toch volkomen gedekt, omdat u im
mers, zoo noodig, steeds kimt ntoonen ge
heel te goeder trouw te hebben gehandeld.
Niet waar...? Juist. En dat dit noodig zal
bijken te zjn, kan ik u, menschcljkerwjze
gesproken, wel op een briefje geven... Nee,
u behoeft met verbaasd te zjn. Verlaat u zien
maar gerust op mj... 't Is werkeljk zoo. Dat
is dan één. Het andere betreft de schuld van
meneer Vonberg aan het hotel. Die za' ik ver
effenen. Ik geef u een blanco chèque..." Zon
der zjn mededeelingen te onderbreken, haalt
Szartossy zijn chèqueboek te voorschjn, tee
kent een formulier en overhandigt dit den
directeur: „U maakt dan de rekening van
meneer Vonberg op en vult het bedrag hier
in".
„Uitstekend, meneer Szartossy... met het
grootste genoegen... dat ie werkeljk... maar
wat moet er dan gebeuren met die dingen,
die... e..."
De manier, waarop Szartossy hj deze
kwestie ingrjpt, is zoo ongewoon, dat het den
gewieksten hoteldirecteur geheel van zijn stuk
brengt
„Dat punt levert in 't geheel geen moeilijk
heden op", beslist Szartossy. „Het makkeljkst
dunkt het me, dat u meneer Vonberg's bagage
eenvoudig in depót geeft. En dien ring kunt
u het beste aan mj overlaten. U behoeft er
dan niet mee te leuren... en op die manier
zjn alle partjen er het meest bj gebaat".
Dat moet de directeur zonder meer toe
geven, Hj is geen detective, noch van do
politie en de betrekkingen, die er mogeljk
tusschen den oplichter en de barones bestaan,
interesseeren hem al evenmin als de beweeg
redenen, welke de Hongaar kan hebben om
zich zoo royaal te toonen. Voor hem is de
zaak hiermee afgedaan en dat bovendien op
een wjze, die hj zich niet had durven
droomen.
Stefan Szartossy echter vindt in het be
wustzijn een goede daad te hebben verricht
de innerljke bevrediging, welker afwezigheid
hj aan het begin va» dezen dag zoo pjnljk
heeft gevoeld...
(Wordt vervolgd.)