Buitenlandsch Overzicht.
De koning van
Keizer van
Italië,
Ethiopië.
JfaótfietlVaco?
de gouden
brug
Melk sterkt f3 maal daags een glas/
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Maarschalk Badoglio tot
benoemd.
onderkoning
Transpireerende Voeten,
M.i. 7750 EERSTE BLAD
DINSDAG 12 ME0 1936
64»te JAARGANG
De waarde van papieren verdragen,
te blijven van den Volkenbond?
Heeft het zin om lid
De
volkenbond.
Geweldige geestdrift in Italië
3 maal per dag Den Helder -
De rede van Mussolini.
Verscherping van het
geschil tusschen den
Volkenbond en Italië.
De Italiaansche vertegenwoordigers
weigeren met de Atessijnschen y
tezamen te zitten.
NEERLANDS ZUIVEL VOEDT U GOED!
FEUILLETON.
COURANT
Abonnement per 3 maanden bi) vooruitbet: Helderschc Courant 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1 1.65; binnenland 2.—,
Nederl. Oost- en Weet-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overige
landen 3.20. Losse nos. 4 ct; fr. p, p. 6 ct Weekabonnementen 12 et
Zondagsblad resp. 0.60, 0.70, 0.70, f 1.—. Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.60, 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekenlng No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel,
minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct.
per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
Duitschland heeft den
Volkenbond voor een
voldongen feit geplaatst,
eerst met zijn eenzijdige
herbewapening en daar
na met zijn bezetting van het Rijnland.
Italië heeft hetzelfde gedaan met zijn bin
nenrukken van het land van een lid van den
Volkenbond en nu Zaterdagavond met de
afkondiging van het Italiaansche keizerrijk
Abessinië. Andere leden hebben geknarsetand,
hebben moord en brand geschreeuwd, en zich
toen neergelegd bij de feiten, na de opstelling
en het aannemen van scherpgestelde resolu
ties. De knuppel achter de deur, de hond aan
den ketting. En Hitier en Mussolini lachen.
Over de waarde van die scherpgestelde re
soluties, schreef de N. R. Crt. Zaterdag
avond in een hoofdartikel eenige zinnen. Wij
ontleenen daaraan het volgende:
Na de eenzijdige herbewapening van
Duitschland in Maart van het vorig jaar is
in den Raad van den Volkenbond een resolu
tie aangenomen, waarbij een commissie werd
ingesteld, die maatregelen zou beramen tegen
den staat, die voortaan eenzijdig zijn ver
plichtingen zou verloochenen.
Men heeft later van die commissie
niets meer gehoord. De resolutie heette
toen een groote overwinning van de
Fransche politiek en z$ was ook in op
merkelijk goede bewoordingen gesteld.
De overwinning blijkt echter van een
soort, dat men zjjn ergste vijanden altijd
nog kan gunnen. Het blijft bij woorden.
Wij hebben hier weer hetzelfde beleefd na
de remilitarisatie van het Rijnland. Parijs
moest Londen geducht vermanen voor het
zich het verdrag van Locarno met zijn duide
lijke bepalingen herinnerde. Toen de Engel-
sche regeering daarvan het besef gekregen
had, heeft zij Frankrijk ook niet teleurge
steld. Men zal zich de verrassend scherpe re
solutie, die te Londen aangenomen is, herin
neren en de eischen, die zij aan Duitschland
Stelde betreffende onthouding van verster
king van het geremilitariseerde gebied, be
treffende een neutrale zone en tijdelijke be
zetting met neutrale troepen. Nadat deze re
solutie opgesteld en aangenomen was, heeft
een eervolle plaats gekregen tusschen an
dere actestukken en niemand praat er meer
over. Op zichzelf beschouwd is dit maar het
beste. De gevaarlijke kant van alles echter,
dat de wereld de strijdlustige mogendheden
zoo verschrikkelijk ernstig moet gaan be
schouwen, omdat zij onverschillig voor alle
recht handelen en dat de wereld tegelijkertijd
een steeds sterker besef moet gaan krijgen
van alles, wat in onze dagen in gerechteltjken
vorm tot stand komt.
De vraag, die vooral
de kleine mogendheden
zich zullen gaan stellen
is deze: „Heeft mijn lid
maatschap van den Vol
kenbond nog wel eenige practische waarde?"
Als mijn belangen door de groote mogend
heden toch niet beschermd worden, dan kan
ik de Volkenbondscontributie en de duizenden
die Genève opslikt door middel van afgevaar
digden voor de bijna permanente conferen
ties, beter besparen. Inderdaad als de kleine
mogendheden niet meer hebben te verwach
ten van hun lidmaatschap van den Volken
bond, dan Abessinië, dan kunnen ze beter
uittreden en toch hebben de neutrale staten,
die daarover dezer dagen hebben geconfe
reerd, daartoe nog niet kunnen besluiten.
Te Genève hebben de ministers van buiten-
landsche zaken van Zweden, Noorwegen,
Denemarken, Nederland, Finland, Spanje en
Zwitserland beraadslaagd over de vraag,
welke houding zij te Genève dienen aan te ne
men. Aan het slot der conferentie is het vol
gende communiqué uitgegeven.
„De vertegenwoordigers der zeven staten
bevestigen unaniem hun gehechtheid aan het
werk van den Volkenbond.
Zij hebben van gedachten gewisseld over
de gevolgen der huidige gebeurtenissen voor
de organisatie en de werking van den Vol
kenbond."
„De Courant" wist nog mee te deelen dat
de neutrale mogendheden in afwachting van
de Raadszittingen, die gisteren zijn begon
nen, geen definitieve beslissing hadden geno
men al wordt verondersteld dat hun hou
ding ten opzichte van de verovering van
Abessinië door Italië ongeveer als volgt zou
zijn:
De kleine staten zullen, wanneer tot
voortzetting der sancties tegen Italië be
sloten wordt, deze ten volle ondersteunen,
mits deze voortgezette sanctieactie ten
doel heeft pressie op de Italiaansche re
geering uit te oefenen, opdat deze 'n meer
tegemoetkomende houding aanneemt, dan
die welke blijkt uit Mussolini's verkla
ringen van gisternacht, dat Abessinië bij
Italië wordt ingelijfd en dat koning Vic-
tor Emanuel tot keizer wordt geprocla
meerd. Indien echter in den loop der
raadszittingen mocht blijken, dat de
sancties alleen worden voortgezet, ten
einde Mussolini te dwingen de belangen
van Frankrijk en Engeland in Abessinië,
neergelegd in het verdrag van 1906, in
de toekomst te ontzien, dan zullen de
neutrale Staten weigeren aan een voort
zitting der sanctie-actie deel te nemen
THOMAS INSK1P,
de Engelsche minister van Defensie, on
der wiens leiding thans de bewapening
van Engeland plaats vindt.
Zaterdagavond heeft te Rome na afloop
van den ministerraad en de zitting van den
grooten fascistischen raad een betooging
plaats gevonden op het Piazza Venezia, waar
Mussolini zijn aangekondigde rede, over de
belangrijke besluiten van de beide raden be
kend zou maken.
De enorme betooging op het plein voor het
Palazzo Venezia te Rome had plaats bij het
schijnsel van fakkels en onder het zingen
van vaderlandsche liederen en krijgsgezan
gen. Met spanning wachtte een enorme me
nigte de besluiten af van den grooten fascis
tischen raad en den ministerraad, die de
Duce aanstonds van het balcon van het pa
leis zou afkondigen. Sedert zonsondergang
had de massa van zwarthemden, legerafdee-
lingen en burgers op het plein en in de aan
grenzende straten angstaanjagende afmetin
gen aangenomen. Ook alle andere groote
pleinen van de hoofdstad waar luidsprekrs
waren opgesteld, wemelde van fascisten en
burgers, die uitgelaten waren van de groot
ste vreugde. Het fantastisch schouwspel op
het Piazza Venezia werd nog verhoogd door
het schijnsel van zoeklichten, dat over de
mensehenzee speelde. Een woud van vaan
dels en vlaggen aldus Stefani bevond
zich rondom het altaar des vaderlands, waar
vertegenwoordigers van alle strijdkrachten
bijeen stonden. Op het balcon van het paleis
Koning Victcr Emanuel, die tot keizer van
Abessinië werd uitgeroepen.
Wieringermeer - Medemblik - Hoorn -
Amsterdam.
Verbinding met geheel West-Friesland.
Itaiië's dictator, Benito Mussolini.
woonden de prinsessen van het Huis van Sa-
voye de hisotrische plechtigheid bij.
Addis Abeba stond in radiophonische ver
binding met het paleis en zoodoende konden
ook de bezettingstroepen een aandeel hebben
in de hetooging. Terwijl het plein en om
geving onophouwelijk weerklonken van uit
bundige uitroepen en van muziek, kwarn om
tien uur de groote fascistische raad in een
zaal van het paleis hijeen. De zitting duurde
niet langer dan tien minuten en onmiddellijk
daarna vergaderde ook de ministerraad op
zijn beurt, hetwelk niet langer dan drie mi
nuten vorderde.
In het paleis waren ook aanwezig de mili
taire attaché's van de landen, die niet aan de
sanctie-maatregelen deelnemen.
Om half elf precies, plaatselijken tijd, ver
scheen de Duce op het balcon, begroet door
eindelooze toejuichingen. Hij begon met aan
te kondigen, dat Italië eindelijk zijn impe
rium had, waarna de menigte in grenzenlooze
geestdrift uitbarstte. Mussolini ging voort:
Het is een fascistisch keizerrijk, omdat het
de symbolen van den wil en macht van den
Romeinschen lictor draagt en het Is een rijk
des vredes, omdat Italië den vrede wil voor
zich en voor allen en omdat het slechts oor
log voert, wanneer het daartoe door de nood
zakelijkheid wordt gedrongen.
Aldus is de Romeinsche traditie, die na te
hebben overwonnen zich verbonden heeft met
de overwonnen volkeren.
Het grondgebied en het volk van Abes
sinië zijn thans geplaatst onder de alge
heele souvereiniteit van het koninkrijk
Italië; de Koning van Italië heeft zich
Handen en Oksels behandele men met
Purolpoeder. Dit is het meest afdoende
middel. In bussen van 45 en 60 ct.
Alleen bi) Apoth. en Drogisten.
en zgn opvolgers den titel van Keizer
van Ethiopië.
Ethiopië wordt bestuurd en vertegen
woordigd door een gouverneur-generaal,
die den titel draagt van onderkoning en
waaraan ondergeschikt zijn de gouver
neurs - an Eritrea en Somaliland.
Aan den onderkoning zijn ook onder
geschikt alle burgerlijke en militaire
autoriteiten in de gebieden, welke binnen
zijn rechtsbevoegdheid liggen.
In een tweede decreet wordt maar
schalk Badoglio benoemd tot gouverneur-
generaal van Ethiopië met den titel en
volmachten van onderkoning.
De Duce eindigde zijn rede: het volk van
Italië, dat met zijn bloed het rijk heeft ge
schapen, zal het met zijn arbeid vruchtbaar
maken en het verdedigen met zijn wapens.
De menigte begroette het einde van de
toespraak met een nieuwe geestdriftige ova
tie, die verscheidene minuten duurde en die
den Duce noodzaakte eenige keeren op het
balcon terug te komen.
Dank aan Mussolini.
Het kwam tot een nieuwe manifestatie van
geestdrift, toen de vice-secretaris van de fas
cistische partij op het balon verscheen en
mededeelde, dat de groote fasctische raad in
zijn zitting een motie had aangenomen, waar
in de dankbaarheid van het land wordt uit
gedrukt jegens Mussolini, den grondvester
van het nieuwe imperium.
Toejuichingen voor den koning.
Na afloop van de betooging op het Piazza
Venezia begaf de menigte zich naar het Ko
ninklijk paleis. De Koning verscheen spoedig
op het balcon van het paleis en de menigte
juichte hem uitbundig toe. De Koning bleef
met den kroonprins gedurende een langen
tjjd op het balcon en de geestdrift van de
menigte nam steeds toe.
De vreugde in de stad duurde tot diep in
den nacht.
Ook op het platteland was men samen
gekomen om naar de rede van den Duce te
luisteren.
Graziani tot maarschalk benoemd.
Op voorstel van Mussolini ls generaal Gra
ziani dooor den Koning benoemd tot maar
schalk van Italië.
De nieuwe onderkoning van Abessinië,
maarschalk Badoglio.
De Volkenbondsraad is gisterenmiddag onder
voorzitterschap van Anthony Eden zjjn 92ste
zitting begonnen. De Raad was geheel com
pleet. Alle In den Volkenbondsraad vertegen
woordigde regeeringen hadden hun eersten ge
delegeerde ditmaal naar Genève afgevaardigd.
Reeds in de korte openingsvergadering achter
gesloten deuren, die steeds aan de eerste open
bare vergadering pleegt vooraf te gaan, ls
waarschijnlijk de belangrijkste beslissing ge
vallen, die de Raad ln deze week te treffen
zou hebben. De Raad heeft, ondanks het verzet
van baron Aloisi, besloten het punt nummer 18
van de agenda, getiteld „geschil tusschen Abes
sinië en Italië", op de agenda te handhaven,
Door deze beslissing is ongetwijfeld het
geschil tusschen den Volkenbond en Italië
nog verscherpt. Aloisi is consequent ge
weest tot het alleruiterste.
De stelling van Aloisi was deze, dat er niet
alleen geen reden meer bestaat om Wol de
Mariam uit te noodlgen aan de Raadstafel
plaats te nemen bij de bespreking van punt 18
der agenda, doch dat dit geheele punt 18 van
de agenda moest worden geschrapt, aangezien
de verdwijning van Abessinië als souvereinen
staat het onmogelijk maakt, dat nog langer
van een geschil tusschen Italië en Abessinië
kan worden gesproker-
De Raad was echter van een andere meening.
Zoodra Aloisi verklaarde eenige opmerkingen
over punt 18 der agenda te willen maken, noo-
digde de Raadsvoorzitter Eden den vertegen
woordiger van Abessinië uit, aan de Raads
tafel zitting te nemen, zooals steeds in al deze
maanden geschied is, zoodra het geschil tus
schen Italië en Abessinië aan de orde kwam.
Aloisi verklaarde hierop, dat de Italiaansche
delegatie niet kan dulden, dat een zoogenaam
de Abessijnsche gedelegeerde aan de Raads
tafel zit. Er bestaat in Abessinië, zeide Aloisi,
zelfs geen schijn meer van organisatie van een
zelfstandigen staat. De eenige daar bestaande
souvereiniteit is die van Italië. Iedere discussie
over een zoogenaamd geschil tusschen Italië en
Abessinië is dus zonder doel geworden. De ver
tegenwoordiger van Italië weigerde dan ook
hieraan deel te nemen. Onmiddellijk na deze
woorden verliet Aloisi en alle andere leden van
de Italiaansche delegatie de Raadszaal.
De Volkenbondsraad zette rustig de bespre
kingen voort over de door Aloisi opgeworpen
vraag of er nog een geschil tusschen Abessinië
en Italië bestaat, zoodat punt 18 op de agenda
moet worden gehouden.
Eden verklaarde als raadsvoorzitter van
meening te zijn, dat deze vraag bevestigend
moet worden beantwoord.
De Madariaga en Munch zeiden onmiddellijk
hierop, dat zfl de meening van den voorzitter
volkomen deelden en dat punt 18 op de agenda
gehandhaafd moet blijven. Daar niemand
eenige afwijkende meening deed hooren, werd
aldus besloten.
Dit wil natuurlijk niet zeggen, dat de raad
afgezien heeft van het voornemen, om de be
sprekingen over Abessinië te verdagen tot half
Juni, in verband met het demissionaire karak
ter van de tegenwoordige Fransche regeering.
ROMAN VAN
HANNO PLESSEN.
81)
Daar blijft Rcnate ook reeds staan en..<
W steekt hem de hand toe:
»Ik vind het buitengewoon prettig u weer
eens gezien te hebben, meneer Szartossy..."
"Lruwehjk is de vanzelfsprekendheid, waar-
1j!e<r ze> °P zoo bijzonder hartelijke wijze...
Scheid neemt.
Daartegen is van zijn kant niets in te
rengen; hem rest nog slechts een hoffelijke
buiging
Maar nauwelijks heeft zij hem den rug
begekeerd, of hij kan zichzelf wel om de
dor- slaan, dat hij als de eerste de beste
omrne jongen den moed miste voor de con-
n 'oneel-beleefcie vraag nog een eindje te
»^gen vergezellen.
zitt ^aat °P een mÜ'Paa'tje langs den weg
p.. e" en terwijl hg met nerveuze vingers zijn
boa 8:'nt *e stoppen, tracht hij hun gesprek
Heeft*:n'S 'n ziJn herinnering terug te roepen,
hgg z'i <ian niets gezegd, waaruit althans
ken? ,ou<^n8 tegenover hem was op te ma
pels ^n vo°rhoofd trekt zich in diepe rim-
\ya8 erwiJ' hij peinzend voor zich uitstaart.
26 anders tegen hem dan de laatste
maal, dat hij haar ontmoette...? Minder har
telijk dan bij zijn bezoek aan de Lantaarn,
Was er iets gebeurd, wat veranderd
Het zijn alles vragen, welke zich aan hem
opdringen en waarop hij nog lang tevergeefs
een afdoend antwoord zoekt.
Reeds geruimen wachten de gasten van
Hotel Lansersee op de dagelrjksche verschij
ning van Margot Sellert, die hen reeds eenige
malen als schoonrijdster op de gladde ijzers in
verrukking heeft gebracht. Vandaag echter
heeft de jonge actrice van het Münchener
Kleintooneel, die hier tijdens de eerste vijf
dagen van haar vacantie een zeer regelmatig
en vooruit vastgesteld ontspanningsprogramma
afwerkte, iets anders te doen dan zich op de
ijsbaan van het hotel te laten bewonderen.
Toen zij gisteren op haar middagwandeling
toevallig in de omgeving van de Lantaarn
verzeild geraakte, is haar ter oore gekomen
aan wie dit huis behoort. En dat heeft haar
op een idéé gebracht, tot welker verwezen
lijking zij zoo spoedig mogelijk de eerste
stappen wil ondernemen.
Derhalve ls zij nu over de dicht besneeuwde
Lanser Hange op weg naar Renate Lien. Een
lichtgroen sportcostuum, zoo chique als slechts
beroemde modehuizen in de wereldsteden die
vermogen af te leveren, sluit nauw om haar
slanke gestalte. Zij heeft de witte wollen muts
afgenomen en loopt blootshoofds door het stille
bergland. Zonne-reflexen liggen als gouden
stippen op haar rood-blond, licht golvend haar,
dat een verstandig, sympathiek en door groote
oogen beheerscht gelaat omlijst. Die oogen,
van de zeldzame kleur van goud barnsteen,
hebben bepaald iets fascineerends. Haar tred
is beslist en doelbewust. In regelmatige af
standen zet zij haar voeten vooruit. Haar
stappen zijn niet te groot en niet te klein,
niet te vlug en niet te klein, niet te vlug en
niet te langzaamZij hebben dezelfde ge
lijkmatigheid als haar wezen.
Met open oogen loopt Margot Sellert, door
dezen hoek van de Alpenwereld, welke als
geen andere, schoonheid en grootschheid in
zich vereenigt. Over het vreedzame dal met
zijn bosschen en weiden, dwaalt haar blik
naar de imposante gletscherwereld van de
Innsbrueker NordketteZij is meer dan
tevreden over de keuze van haar vacantieoord.
In de acht vrije dagen, welke zij haar direc
teur heeft afgebedeld, zal ze voldoende nieuwe
krachten verzamelen om aan de eischen,
welke het seizoen bij het kleintooneel onge
twijfeld zal stellen, op afdoende wijze het
hoofd te kunnen bieden. En als dan bovendien
het bezoek aan Renate Lien haar het beloofde
succes zal brengen, ja, dan kan haar korte
trip naar de Lansersee niet genoeg worden
gewaardeerd
O, Margot Sellert weet wel, wat zij doet.
Vandaag zoo goed als anders. Slechts een
maal, een enkele maal in haar leven heeft
haar rustige bezonnenheid haar in de steek
gelaten, heeft een, met alle verstand en logica
spottend gevoel haar weloverwogen zakelijk
heid verstikt en over haar nuchter-practische
levensbeschouwing getriomfeerd. De roes was
kort kon, in overeenstemming met haar
natuur, ook niet anders zijn. Het ontwaken
was bitter en pijnlijk de erkenning, waartoe
dit moest leiden. Streng en meedoogenloos
over zichzelf oordeelend, kan ze zich deze
zwakheid niet althans nu nog niet verge
ven. Sindsdien werkt ze met verdubbelde
energie en leeft ze bewuster dan ooit in een
instinctmatig streven deze schande uit te wis-
schen.
Na een wandeling van een uur, precies zoo
als zij het vooruit heeft berekend, bereikt ze
de Lantaarn. Het geluk ls haar gunstig, want
voor de deur maakt Renate Lien, die zooeven
schijnt te zijn teruggekeerd, juist aanstalten
zich van haar skies te ontdoen. Margot Sel
lert herkent het frjne, intelligente profiel van
de bekende schrijfster, hoewel deze in werke
lijkheid veel jonger en knapper is dan op de
foto's in de geïllustreerde bladen en haar
boeken. Met een paar flinke stappen staat de
actrice naast haar.
„Renate Lien," zegt ze en er ligt zooveel
hartelijke vereering in dezen naam, dien haar
weeke, welluidende stem met een bijna teer
timbre uitspreekt, dat de aangesprokene met
blijde verrassing het hoofd opheft. De vragen
de blik, waarmee zij Margot opneemt, heeft
onmiddellijk een uitdrukking van sympathie.
„Excuseert u mijn onbescheidenheid, me
vrouw," vervolgt deze. „Ik ben Margot Sellert
van het Münchener Kleintooneel... Dat zet u
misschien slechts bitter weinig, want ik ben
lang niet zoo bekend als u, maar..."
„Dat zullen we voorloopig maar in het mid
den laten," valt Renate haar lachend in de
rede. „In ieder geval doet deze toevallige ken
nismaking mij buitengewoon genoegen, juf
frouw Sellert." Met deze woorden steekt zij
haar bezoekster de hand toe.
„Toevallig is zij niet," bekent deze. „Ik
ben hier niet zonder bedoeling... en dat ik u
zoo voor de deur van uw woning kon overval
len, is een bijzonder gelukkige omstandigheid,
want wie weet, of ik anders wel zoo hartelijk
zou zijn ontvangen..."
De vrijmoedigheid, waarmee zij aan haar
gedachten uiting geeft, is zoo vermakelijk,
dat Renate er geheel op in gaat.
„Als de zaken zoo staan, zal ik u dus wel
moeten verzoeken om binnen te komen."
Lachend opent zij de deur voor haar gast, zon
der er bij te denken, dat zij nu zelf een vreem
de in haar woning laat, waartoe zij zelfs haar
besten vrienden de toegang heeft geweigerd,
om haar logé, Sylvester Vonberg, in dezen
overgangstijd tegen eiken blik van buiten
staanders te vrijwaren.
Zóó komt de actrice in den schrijfhoek van
de Lantaarn.
In een zeer geanimeerd gesprek zitten de
beide vrouwen tegenover elkaar. In geestelijk
opzicht volkomen harmonieerend, ontbreekt
het haar niet aan de noodige aanknoopings-
pimten.
Renate, die in haar teruggetrokken leven
voor een dergelijke uitwisseling van gedach
ten slechts zelden gelegenheid krijgt, geeft
zich geheel aan het genoegen daarvan over
en Margot Sellert pakt bereldwillg en breed
voerig uit over alles, wat maar in het gesprek
wordt aangeroerd. Zij voelt zich niet alleen ge
vleid door de buitengewoon hartelijke ont
vangst, welke haar ten deel ls gevallen, maar
al spoedig is zij ook geheel onder de bekoring
van de charme, die er van haar gastvrouw
uitgaat.
„Nu moet ik toch eindelijk eens met de
reden van m'n bezoek voor den dag komen,"
zegt zij tenslotte. „Natuurlijk is het een ver
zoek, dat ik tot u te richten heb... een vrien
delijk verzoek..."
„Als het in m'n vermogen ligt, zal lk er
gaarne aan voldoen, juffrouw Sellert..."
„Dat is al een voorloopige toezegging... Ik
houd u aan uw woord, want inwilligen kunt u
het zeker!" En een en al opgewektheid nu
vervolgt de tooneelspeelster:
„De zaak ls deze. Ik moet midden Februari
een voordracht houden voor de radio. Het
onderwerp wordt aan mij overgelaten. Hoewel
lk al ruim drie weken weet, dat ik moet op
treden, kon ik het er maar niet met mezelf
over eens worden welk onderwerp ik zal kie
zen. U zult niet willen gelooven wat ik al
alles overwogen en weer verworpen heb...
Maar toen ik gisteren hoorde, dat die witte
dobbelsteen, waartoe ik me al dadelijk op de
een of andere manier aangetrokken voelde,
de woning was van Renate Lien, wist ik plot-
seling wat me te doen stond... Ik zou graag
een van uw verhalen willen voordragen..*
Maar... een nieuw, dat nog niet is uitgege
ven... Daarom zit ik nu hier... U moet weten
dat ik ontzettend eergierig ben... maar mis
schien is u dat intusschen zelf al opgeval
len..."
Renate knikt haar bezoekster vriendelijk
toe. „U krijgt van mij het manuscript van
m'n laatste verhaal, „De gouden brug!"
„O, wat heerlijk... ik dank u hartelijk,"
zegt Margot met een kleur van blijdschap.
„Mag ik het direct meenemen...? Ik moet
namelijk overmorgen alweer naar Mlinchen
terug."
„Zoo gauw gaat het helaas niet," lacht
Renate, „want de geschiedenis moet eerst
nog worden geschreven. „Ik ben vandaag
tijdens m'n ski-tour pas op het idee gekomen.
U ziet dus, dat u wel iets nieuws krijgt..*
nieuwer kan het zelfs niet." En de belang
stellende vraag in Margot's blik ontwarend,
vervolgt ze aarzelend:
„Het wordt de geschiedenis van den regen-
hoog. Deze als meteorologisch-optisch ver
schijnsel te verklaren, is de taak van den
natuurkundige. Wij, van het gilde der zoo
genaamde schoone kunsten, mogen er ons
een andere voorstelling van maken...
Zoo'n regenboog heeft in mijn oogen iets
verzoenends, wanneer na druilerig en triest
regenweer de zon hem in lichtende kleuren
aan den hemel toovert. Dan lijkt hij het
symbool tusschen hemel en aarde, tusschen
God en de Menschen. Geschapen door een
goddelijke macht voor de lijdende, dwalende
creaturen, opdat dezen daarlangs den weg
zullen vinden uit de diepte, de kleinzieligheid
en de zonde naar het hoogere, de ruimte en
de reinheid..."
(Wordt vervolgd.),