pQPULMBUyOEGSEL VAN DE HELDFRSCHE COURANT u)et bedelaarsgilde in den loop der tijden. THOfKJ ©ypget ZATERDAG 23 MEI L936 auteursrechten voorbehouden als Richard op hun villa! voddenrapers van Parijs. u lompen op straat, De naar een internationale organisatie VOOR DE 750 De oude „strompeljarnea" vau Chicago. De bedelarij is in alle landen der wereld „preid. Ook is het bedelen niet een ver schijnsel van den tegenwoordigen tijd; de bedelaars hebben altijd bestaan en in de jliddeleeuwen waren de bedelaars zelfs 'gel talrijker dan thans. Men had toen nog „een goed georganiseerde armenverzorging g„ werkverschaffing, zoodat de steden, maar vooral het platteland, veel last ondervonden van bedelaars, landloopers en zigeuners. Onder het masker van bede- laar drongen echter heel wat dieven, spionnen en ander geboefte met ongunstige oogmerken de woningen der eerzame bur gers binnen, die in het geven van aalmoe zen een goed werk zagen. Omtrent de praktijken, waarvan de bedelaars zich in die dagen bedienden, ver telt een oud boek, het „Liber Vagatorium", hetwelk omstreeks 1490 te Bazel is ver schenen. Uit dit boek blijkt, dat de bede laars in verschillende categoriën waren te onderscheiden. Vooreerst had men de ge wone bedelaars, die ter wille van God of van een heilige een aalmoes vroegen; deze lieden waren geen bedriegers, meestal waren het arme en gebrekkige menschen. Dan waren er de bedelaars, die met zware ketenen beladen het land doortrokken en ieder, die het maar hooren wilde, vertel den, dat zij met die ketenen onschuldig waren vastgeklonken geweest in de gevan genis of op de galeien. Meestal vertelden lij dan, dat zij een_ge]fifte. aan.£fin Jheilige "hadden gedaan, en dat na die gelofte hun onschuld aan het licht was gekomen. Zij smeekten dan om een kleinigheid te geven, opdat zij hun gelofte zouden kunnen hou den. Doch meermalen werden lichaams gebreken voorgewend, zulks om medelijden op te wekken. Zeer veel geraffineerde streken. gebruikten de Middeleeuwsche bedelaars om het medelijden hunner medemenschen op te wekken. Zoo waren er de z.g. „zeeperen". Zij besmeerden zich met zalf en beplakte hun lichaam met rauw vleesch, om den indruk te wekken alsof zij vol zweren en builen zaten. Dit soort bede laars kostten den magistraten heel wat zorg, want maar al te vaak was de plaag zoo erg, dat tot de strengste maatregelen moest worden overgegaan. Zoo vaardigde de magistraat te Arnhem in 1545 een plakkaat uit, hetwelk den zwervers en bedelaars verbood de s*ad nog langer te bewonen. Waren zij na drie dagen nog niet weg, dan werd hun neus afgesneden en wanneer de burgers kans zagen, mochten zij zelfs de zwerversverdrinken. Meer malen sloegen verschillende gewesten de banden in een en hield men een „Generale jacht" op de vagebonden. Om de eerzame burgers tegen den over- last der bedelaars te beschermen, was er oen bgzonder soort politie in het leven ge roepen. Deze waren doorgaans in het rood gekleed en hadden een hond bij zich en waren gewapend. Zij werden door het volk annenjagers" genoemd. Ook thans doet de overheid nog alles om de landlooperij le bestrijden. In de groote steden heeft vooral de ienst van het Maarschappelijk Hulpbe- |'°°n de studie van het bedelaarsvraagstuk 'er genomen. Een voorname factor erbij ia, dat het publiek zijn volle mede werking verleent. Enkele jaren geleden werd door Maatschappelijke Steun te Ani- «erdam een lijst opgemaakt van de voor- naa®ste bedelaars aldaar. Aan al deze Peraonen werd medegedeeld, dat zij niet boefden te bedelen, doch dat genoemde ®ns' bereid was steun te verleenen. Zeer ea hebben hiervan gebruikt gemaakt et lot der bedelaars moet men niet altgd tragisch opvatten, want niet alle Jjdelaars zijn even beklagenswaardig. Er ponder hen, die met bedelen goed hun verdienen, .Vooral in Amerika maken de bedelaars dikwijls goede zaken. Leden van de Universiteit te Chicago hebben eens een speciale studie gewijd aan de bedelarij, waarbij men tot de conclusie kwam, dat de bedelaar in Chicago van 5 tot 20 dollars per dag verdient! Eenlgen tijd geleden werd te New York een man gearresteerd, omdat hij in de wagens van den ondergrondsche had ge bedeld. Het bleek, dat hij in ruim vijf mi nuten tijd niet minder dan 25.72 dollars han ontvangen. Bij verder verhoor ver klaarde deze man, dat hij een slechte week heeft, wanneer hij niét minstens 20 dollars ontvangt! De meeste bedelaars in de groote Amerikaansche steden, die op de hoeken der straten en op de stations en trappen der ondergrondsche hun vaste plaats hebben, bieden een hartverscheu rende aanblik. In werkelijkheid echter leidt deze bende van bedreigers (de meesten zijn dit inderdaad) een vroolijk leven. Velen van hen komen van hun villa's naar de stad met een auto om „zaken" te doen. Eenige jaren geleden was te Chicago „de oude strompeljames" een bekend bedelaar. Van huis uit was hij een welvermogend man; Williams, zoo was zijn naam, was de zoon van welgestelde ouders, doch werd reeds vroegtijdig wees. Zijn vaderlijk erfdeel verspeelde hij. Na den dood van zijn vrouw vatte hij zijn zwerversleven weer opt. waarbij .zijn doch ter hem vergezelde. Og een dezer tochten - kwam hij ook—te-Ghieago aany-waar- «en—|- arbeider uit medelijden een stuk' brood- aan zijn dochter gaf. Het brood zat in een krant gewikkeld. Williams las deze en zag plotseling zijn eigen naam en toenaam staan; het bleek een oproep te zijn van de erfgenamen van zijn broer, die was over leden. In lompen gehuld verscheen Williams voor den notaris, die hem aanvankelijk niet wilde gelooven. Na onderzoek bleek echter zijn identiteit en werd hem de erfe nis uitgekeerd, waardoor Williams weer in goeden doen kwam. Maar het nieuwe leven beviel hem niet; met hart en ziel hing hij aan zijn oude beroep en hij voelde, dat hij weer moest gaan bedelen, waarop hij zijn „werkpak" weer aantrok. Niemand herkende in den armoedigen bedelaar den rijkaard, die aan zoovele officieele feestelijkheden deelnam. Williams had veel sympathie voor alle armen en ongelukkigen, die hij ruimschoots hielp. De opbrengst van zijn bedelarij be steedde hij dan ook hoofdzakelijk voor lief dadige doeleinden. Niemand vermoedde ooit, dat deze bede laar zoo'n merkwaardig dubbelleven leidde; eerst na zijn dood lekte het geheim uit. De koning der bedelaars was dr. James How, die enkele jaren ge leden op 56-jarigen leeftijd te Philadelphia overleed. Ondanks zijn rijkdom koos hij het leven der zwervers. Na zijn dokters examen ving h(j dit leventje aan, dat hij tot zijn dood heeft geleid. Hij dichtte in de V.S. de „Brotherhood Welfare Associa- tion", welke uit zwervers en vagebonden bestond. Voor het stichten van tehuizen voor zwervers gebruikte How zijn geheele vermogen. Drie jaar geleden bezocht hij Europa met het plan een internationale organisatie van bedelaars te stichten. Memoreeren wij tenslotte nog een merk waardig soort bedelaars, n'.l. de vodden rapers van Parijs. In den vroegen morgen verlaten zij hun huizen, gewapend met een zak, waarin z(j hun vodden bewaren. De meeste voddenrapers houden de traditie in eere; het beroep gaat dikwijls van vader op zoon over. DE POLITIE TEN GEPASTEN TIJDE. (NR) Kaapstad: De beide jongè Zuid-Afrikaners Cooper en Duncan hadden op zekeren avond hun stoutmoedig plan ten uitvoer gebracht: zij hadden een jacht gestolen en waren er mee vertrokken.' Hun doel was met het vaartuig de Ertgelsche kust te bereiken. Toen men den volgenden morgen vast stelde, dat het jacht verdwenen was, be gaf zich dadelijk een politie-boot op weg. Zij ontdekte de twee dieven in een toe stand van volkomen uitputting, hulpeloos aan boord van het door de zee totaal ont redderde jacht, ver van de kust. Bij het verschijnen van de politiemannen waren deze gekomen om beide misdadigers met de vlugge politieboot mee te nemen. Maar zelden zullen twee menschen zich met grootere bereidwilligheid hebben laten arresteeren. RUSLAND BOUWT HET HOOGSTE HOTEL. Moskou: De hoogste bergtop der Kau- kasus, de 5629 meter hooge Elbroes, zal in het volgend jaar, 1937, een hotel krij gen. Het hotel zal slechts driehonderd meter van den top worden gebouwd en daardoor het hoogste hotel ter wereld worden. Om aan sterren en regenvlagen beter weerstand te kunnen bieden, wordt het hotel in den vorm van een luchtschip opgetrokken; het krijgt een „aerodyna- mischen" vorm. Het hotel zal tweehonderd personen kunnen herbergen. Reeds thans is men begonnen met het transport van het bouwmateriaal op den Elbroes. Alleen reeds dit transport levert vele moeilijkheden op. Hédaar... Is er hik geen bediende in deze schoenzaak 2" enkele Het kind ea het spel. S- IL .~~T In een bekend gedichtje zegt de Wijs Mouton: Koning in z'n klompen, Koning in z'n zin, De wereld in een doosje En hij er middenin. Aan het gedichtje moest ik dikwijls denken, wanneer ik spelende kinderen be zig zag. Hoe kunnen zij in hun spel ver diept zijn. Niets hooren ze van hetgeen om hen heen gebeurt, je kunt ze iets vra gen, roepen om te eten, het geeft alle maal niets. Het hoort u niet, het is „weg", zooals wij „weg" kunnen zijn in een boek of in onze krant. Wanneer ik dit hier zoo neem als voorbeeld, concludeere men daaruit niet, dat ik het kind zie als een klein mensch, een volwassene in zak-formaat! Allerminst! Wij doen helaas veel te. dik wijls alsof dit zoo is. Wij zien een kind zoo graag „wijs" en vinden het leuk, als het al zoo „wijs" kan doen, maar later zien we tot onzen spijt in, dat we toch beter afwaren met een écht kind, een kind, dat nog kind met de kinderen is en in heel zijn wezen nog het kihderlijke heeft bewaard. Het is op grond hiervan, dat we ouders steeds afraden hun kinde ren groot te laten brengen bij grootouders bijv. Zeker, zij zullen er wé! goed voor zijn, tè goed zelfs, maar het kind bewaart in den omgang met oude* menschen niet zijn eigen aard. Het wordt te vroeg-wijs, het wordt een oud-mannetje of -vrouwtje. Aan het zelfde gevaar staat het „eenige kind" bloot en vooral, wanneer de ouders in hun begrijpelijke! liefde, den gan- schen dag zich bezig houden met hun eenigste lieveling! Het kind moet spelen met zijn kameraadjes, laat het desnoods een duwtje, een tik, een schram of een krab oploopen in dezen omgang met zijn lotgenootjes. Dat kan heusch geen kwaad, het zal hem leeren zich in zijn eischen te beperken en rekening te houden met wat anderen eischen; het zal hem ook vroeg reeds zichzelf leeren verdedigen en redden. Ik heb altoos medelijden met kinderen, die op het speelplein niet kunnen spelen met anderen. Het is zoo'n echt zielig ge zicht, een dergelijk kind op een afstand te zien staan kijken naar het vroolijke spel van zijn kameraadjes. Vaak ontdekte ik, dat de schuld van dit onwennige in de houding van het kind bij zijn te liefheb bende ouders lag. Zjj hebben het vertroe teld en met een overdreven zorg omringd^ Jantje mocht niet vallen, geen natte voet jes halen, niet thuis komen met een scheur in zijn bloesje, een gebroken kK&ap, stukgetrokken veter of wat dan ook. Jantje moet altijd zoet en netjes op straat loopen, recht doorloopen naar school, nooit eens ruzie maken met zijn vriendjes en hen daarbij laten zien, dat hij zijn man netje stond, o neen. Jantje is braaf, netjes, beleefdmaar eigenlijk toch een onge lukkig jongetje, niet waar? Pit wil timmeren. Ha, daar heeft hij vaders hamer te pakken. Vlug loopen, zeg en wat spijkertjes en plankjes brj elkaar zoeken! En dan aan den gang. Wat zal hij ma ken? Een stoof voor moeder of een kistje voor de droogpennetjes. Hoe trols is hü. als hij met zijn eerste product aan komt dragen! Stel hem nu niet teleur, door te gaan wijzen op de fouten, welke er aan zijn maaksel kleven. Gebruik het kistje, al hangt het nog zoo scheef in elkaar en vervang uw mooie kistje door het on- noozele prutswerk van uw jongen. Want in zijn geest is het geen prutswerk. Neen, daarvoor was hij te ingespannen bezig. En tenslotte zal uw jongen het niet bij dit eene kistje laten. Hij zal spoedig ge noeg inzien, dat zijn eerste kistje toch niet mooi genoeg is voor moeder en hij zal aan een beter beginnen, mogelijk wel vijf, zesmalen achtereen En moeders, niet mopperen over den rommel, dien hij maakt, hoor. Neem even stoffer en blik en ruimt den boel op en vertel hem, dat een echte timmerman na afloop van zijn arbeid zijn gereedschap in pakt en de krullen bij elkaar veegt. Kin deren hébben is een onuitsprekelijk geluk, dat nog het best gevoeld wordt door hen, die ze niet hebben. Maar met kinderen omgaan eischt zorg, geduld en veel liefde. Geen kalverliefde, neen, daacmee kan men ze slechts bederven. In strengheid kan ook liefde liggen? De ware opvoeder(ster) weet in dit opzicht den weg te bewandelen, welke eigenlijk niet valt voor te schrijven, maar door loopend moet worden aangevoeld al naar de omstandigheden zijn. Evenals de vorige maal doe ik een be roep op alle belangstellenden, mij foto's af te willen staan van spelende kinderen, Bij voorbaat dank.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 17