Amsterdamsche Brieven. Marine^brieven uit Indië T JU TI ERTJE ZATERDAG 30 MEI f036 PAG. 5 worden gezuiverd door er insectenpoeder onder te laten verbranden. Tusschen de spiralen en het binnenwerk stopt men versche couranten, nadat men eerst de stoelen heeft omgekeerd en ze bespoten heeft met een vloeibaar verdel gingsmiddel. In fauteuils stopt men ook couranten tusschen de zitting en de zij kanten. Het gebruiken van oude couranten heeft weinig zin, daar de lucht van de versche drukinkt de motten juist zeer on- aangenaam is. Kleedingstukken moeten voor het opber gen steeds ontvlekt worden, daar alle vet te, vuile en stoffige vlekken de motten Het Koninklijk bezoek. De zes dagen „Koninklijk bezoek" zijn weer achter den rug. De schoone slaper op den Dam, alias het nu dan wel voorgoed tot Paleis gebombardeerde oude Raadhuis van Jacob van Campen, is, na een korte week van „wakker" deelname aan het leven, teruggevallen in zijn chronischen dommel. Zijn oogen glinsteren weer dicht, de vensters sloten zich weer en de gor dijnen gingen neer; en het kleuterige ver sierseltje, dat hij, in deze feestelijke da gen, in zijn schoone haardos, dat is dus: bovenop de carillon-koepel, - gestoken had verween weer: de Koninklijke stan daard werd, nadat Koningin en Prinses dezen Woensdag voor het laatst in de be kende statie-karos waren uitgereden, neer gehaald... Het kon niet anders, dan dat ook de burgemeester, in zijn toespraak gehouden bij de ontvangst ten Paleize van Gemeente bestuur en Raad, van die nood en druk gewagen moest. Dat Amsterdam, de „eer ste handelsstad van ons land" wel in de eerste plaats in zeer sterke mate de „droeve gevolgen der economische moei lijkheden" ondervinden moet, ook hier wees dr. de Vlugt op. Gelukkig kon hij, behalve op deze „donkere schaduwen" ook nog wijzen op „vele lichtzijden", die er in „onze goede stad" zijn. „Amsterdam", zeide hij, „is bekend om zijn energie, zijn durf en initiatief, om groote problemen aan te grijpen en ook in vroegeren tijd heeft het zijn veerkracht getoond, waar door het weerstand kon bieden aan een slopende economische inzinking. Immers, in de eerste helft van de vorige eeuw heeft de stad eveneens een ernstige crisis door gemaakt en toen scheen het ook, of voor immer de oude glorie was heengegaan. En hoe is zij herrezen uit die inzinking, hoe wel zij toen niet als nu zooveel rijke bron nen en veelvermogende krachten bezat..." Het plan-Koopman. Energie, durf en initiatief ontbreekt het hen die, hoevele jaren achtereen nu al niet, het „groote Schouwburg-plan Koopman" pousseeren en tot stand trachten te bren gen, zeer zeker niet. Het is echter zeer de vraag of zij, de laatste jaren, nu toch ze ker de „vraag" onder het publiek naar meer „schouwburgruimte" allerminst sterk spreekt!, die energie en durf niet aan een bij voorbaat reeds verloren zaak ver spillen. Zeker is, dat het Gemeentebestuur dit schouwburg-plan als een „verloren zaak" nu ook maar zoo gauw mogelijk wenscht te liquideeren. Wethouder de Mi randa was in de laatste Raadsvergadering de tolk van deze opvatting; hij wees er op. dat er, doordat men steeds maar nieuwe en gewijzigde plannen indiende, door de ambtenaren ten stadhuize nu al jaren aan de zaak gewerkt is en het nu maar eens dit moest zijn, omdat, aangezien de schouwburg „er toch niet komt", al dit werk maar verloren tijd en arbeid is. Niet lang geleden hebben, naar men weet, B. en W. een prae-advies uitge bracht over deze zaak, een prae-advies, dat zonder meer afwijzend was en waarin werd vastgelegd, dat „B. en W. geen me dewerking aan de N.V. De Groote Schouw burg wenschen te verleenen, door garan deering van rente en aflossing van de voor uitvoering van het plan vereischte geldleening. Aan een nieuw complex schouwburg-variété-zalen en restaurant kennen zij in de eerste jaren „geen levens vatbaarheid" toe, een standpunt, dat, gezien den toestand waarin de bestaande zaken van dit soort de laatste jaren ver- keeren, zeker niet onredelijk kan heeten... Intusschen bleken er bij de behandeling van dit advies in den Raad verschillende leden te zijn, die bezwaren maakten tegen bet zoo maar, zonder meer van de baan schuiven van het plan-Koopman. Er is nog altijd betoogden zij, bet in October !932 door mr. Romme en zes medeleden ingediende en aangenomen voorstel, waar bij B. en W. werden „uitgenoodigd ter be vordering van de tot standkoming van bet plan-Koopman, in nieuw overleg te treden met het bestuur van de N.V. De Groote Schouwburg", Aan die „uitnooai- aantrekken om er hun eitjes te deponeeren. Aan te bevelen is om een kist met blik te bekleeden, indien men wintergoed mot- vrij wil bewaren. De papieren mottenzak- ken zijn eveneens uitstekend. Kleine voor werpen van wol pakt men in papier en plakt dit dicht, bergt de pakjes in koffers of doozen, die goed afgesloten kunnen worden. Stofzuigers helpen zeer zeel om het mot- tenbroedsel uit kleeden te houden, doch dan moet men hiermede niet meer vlug heen en weer gaan, doch grondig en lang zaam de kleeden uitzuigen. ging" hebben B. en W. nooit voldaan. En daarover in de eerste plaats was professor Romme zeer verbolgen. ,Er is geen over leg gepleegd, niettegenstanade dat uit drukkelijk was gevraagd", zeide hij ver ontwaardigd. „Het resultaat van een nieuw overleg zou den Raad ter definitieve beslissing voorgelegd worden. Een con creet voorstel was verwacht; thans leggen B. en W. den Raad slechts raadseltjes voor..." En hij verklaarde dat hij mits dien de zaak niet rijp vond voor „monde linge behandeling in den Raad"; zij moet, oordeelde hij tenslotte, maar „terug naar de afdeelingen", in welken zin hij dan ook een voorstel deed, dat evenwel met slechts één stem meerderheid, „kelderde"... Zoo dat B. en W. ten laatste toch hun zin zul len krijgen; hun prea-advies wordt, zooals het er ligt, behandeld en als deze brief onder uw oogen komt zal het waarschijn lijk reeds zijn aangenomen en zullen zij, die daar achter Americain, bij het Leid- sche plein in hun verbeelding reeds den nieuwen Koopman-kunsttempel aan schouwden, voorloopig weer genoegen moeten nemen met het oude Bellevue dat er thans is en nog wel geruimen tijd zal blijven voortbestaan... Gedrang op Schiphol! Op het oogenblik dat uw briefschrijver dezen Amsterdamschen brief tikt, daveren 19 militaire toestellen door de lucht, van Soesterberg op weg naar Schiphol. Met de entree van het bekende „Java-eskader" van onze luchtmacht wordt de eerste stap gedaan naar décentraiisatie van dë~ lucht macht. Inderdaad is het wel een beetje gek, dat zelfs in een klein land als het onze, de geheele militaire „land-lucht macht" geconcentreerd is in één plaats. Bezuinigingsoverwegingen dit lange woord, dat nu zoo dikwijls gebruikt moet worden, mag wel eens afgekort worden tot b.o. of zooiets! hebben langen tijd de décentraiisatie tegengehouden, maar nu is het dan zoover, dat verschillende bestaan de vliegvelden in Nederland, hun eigen mi litaire lucht-bezetting krijgen. Als eerste terrein is Schiphol aan de beurt. Een oude kazerne vlak bij Schiphol, waar in oorlogs tijd een bezetting lag, is weer ingericht voor de ongeveer 40 man, die mee zullen komen, Meteen echter is er thans op Schiphol een eenigszins eigenaardige toe stand, die er al lang was, acuut geworden. Het vliegveld n.1. behoort aan Defensie sn de gemeente Amsterdam heeft het mede gebruik van het terrein. De gemeente ver huurt nu weer gedeelten aan de K.L.M., de Nationale Luchtvaart School, Fokker cn anderen. Het burger-luchtverkeer is zeer belangrijk. Ieder oogenblik strijken er machines neer van alle Europeesche lucht lijnen als: de Air France, Deutsche Luft- Hansa, Imperial Air-ways, de KLM, niet te vergeten, en vele andere kleinere maat schappijen. Fokker gebruikt het terrein om zijn toestellen in te vliegen en de Na tionale Luchtvaart School klimt dagelijks naar boven. Een „burgerlijk" gedrang van je welste! Maar het gó&t, tenminste tot nu toe. Anders wordt het echter nu nog een in totaal 33-tal militaire machines dit zelfde terrein gaan gebruiken voor hun oefeningen, die meestal niet bestaan in een rustig aan- en af-vliegen, maar in duiken, touren, vrilles enz. enz. Rustig laten deze onverschrokken vliegers hun toestel van 2000 meter naar beneden val- len om eerst op een 200 meter' afstand van den grond hun toestel weer „op te trek ken". 't Zal voor de Amsterdamsche burgerij wel een aardig gezicht zijn, al deze kunst stukken en .stunts". Echter één van de partijen zal wel moeten opkrassen. Maar wie? Het terrein is van Defensie en De fensie zal dus wel de eerste rechten laten gelden! De burgerluchtvaart dan maar verhuizen? Dat zou wel het laatste zijn wat Amsterdam wenscht! Met groote kos ten is het terrein aangelegd, verbindings wegen gemaakt en nu alles kant en klaar is, "dan maar de verhuiswagen laten voor kómen en elders een goed heenkomen zoe ken? Wij zijn benieuwd wat ten slotte nog zal voortkomen uit deze ingewikkelde situatie. De bgtgS&eaje van Schiphol als burger luchthaven werd verleden Zaterdag nog eens aangestreept door onthulling van de „lucht-wegwijzer". De overgebleven duiten van het A.N.W.B. huldigings-monument (de zonnewijzer aan de Amstellaan) wa ren nog net voldoende om nog een tweede plannetje ten uitvoer te brengen en zoo is op Schiphol dan de eerste „lucht-wegrwij- zer" verrezen. De overdracht aan de ge meente had met eenige plechtigheid plaats en nu kan iedere bezoeker van Schiphol de richting aflezen waarin de verschillende binnen- en buitenlandsche steden liggen, die vanuit Amsterdam per vliegtuig be reikbaar zijn. Haamstede komt er op voor, maar óók Batavia! De eerste schuchtere handwijzer, die naar het naaste dorpje op drie kilometer afstand wees, zal wel nooit gedroomd hebben, dat hij nog eens zou uitgroeien tot een wegwijzer, die... naar onze tegenvoeters wijst! Een nieuwe lente, een nieuw geluid! Kon de armzalige handwijzer niet droo- men van zijn „luchtige" nazaat op Schip hol, het eerste kristal-ontvangertje in de Radio-wereld heeft zeker nooit gedroomd van zijn nazaat, het „space-control-instru- ment". Deze uitvinding van Prof. Thére- min, een soort van gedresseerde „mexi- caansche hond". Deze uitdrukking moge minder vleiend schijnen, maar het is toch precies wat het is. De gillende en jamme rende tonen, die elke radio-enthousiast aan zijn toestel weet te ontlokken als net genereert, zijn hier aan zeer muzikale ban den gelegd en het is mogelijk werkelijke en wel zeer wonderlijke muziek te maken met dit „genereeren". Mevrouw Lucie Bigelow Rosen introduceerde dit instrument in de Amsterdamsche muziek wereld op een concert, gegeven in de kleine zaal van het Concertgebouw. Een geheel geslaagde introductie kunnen wij het nog niet noemen, hoewel, soms, zeer fraaie en machtige klanken gehoord wei den. Wij zullen waarschijnlijk eerst nog Beste Klaas, Waarschijnlijk heb je het uitblijven van mijn brieven beschouwd als een gevolg van het varen van het eskader. Mis echter. Vlak voor we weggingen is de briefschrij ver van de Heldersche Courant de C.B.Z. ingedwaald. Geopereerd aan een breuk, hetgeen hem een poosje de gelegenheid ontnam om achter de schrijfmachine te gaan zitten. Maar nu het eenmaal weer zoover is, brand ik ook weer van verlan gen om eenige impressies van dezen „hof" te vertellen. In de eerste plaats zou je term niet volledig zijn als je niet even hier terecht was gekomen, maar zooals je je misschien nog wel van drie jaren ge leden herinneren zult had ik dit „genoe gen" reeds toenmaals. Toch heeft het zijn voordeelen dat je op het eind van je term hier nog even verzeild raakt, want zooa'.s je weet wordt je bij binnenkomst van allle kanten onderzocht. Nou man en behalve dan hoogergenoemd euvel werd er niks gevonden, hetgeen proveert voor een ruim vierjarig verblijf in deze streken. Geen malaria, geen dysenterie, geen „spoortje" eiwit in mijnsuiker, kortom een breuk sadja. Nou en die was zoo geschoren. De C.B.Z. zelf is nog precies dezelfde van 10 jaar geleden en vermoedelijk ook van 50 jaar geleden. De muziektent tada pakai muziek staat nog steeds in den achter tuin, evenals dien eeuwenouden waringin- boom. Rechts boven in den hoek resideert nog steedt dokter Bottema, wat Z.W.E.G. tien jaar geleden ook al deed. Alleen hoor de ik, dat het mettertijd toch de bedoeling is, dat dokter van Heusden, nu nog in Nieuwediep, hier Hoofd van de Marine- afdeeling zal wordeh. De blokzaal fun geert nog steeds voor liefhebbers van streng arrest en 's middags 4 uur dan zie je alle marinemannen, die hier onderge bracht zijn in hun pakian C.B.Z. een wan deling maken in den achtertuin. Op het oogenblik wordt hier ook verpleegd die ouwe portier van de werf, Bensink, je weet wel met die soldateske snorren. Die goeie man is 39 jaar in Indië geweest, zou thuisvaren met de Dempo van ver leden week en laat hij me nu net op het laatste oogenblik de C.B.Z. indwalen. De klass'e-afdeeling wordt nog steeds gesteund door de eeuwenoude pilaren en behoeft noodzakelijk een nieuw dak. Maar daartoe moeten er geen patiënten zijn; nu met een Indische exzeempje ligt er al gauw iemand. Verder hebben we aan onze bedden een radio, die den tjjd wel doet korten. We zijn het er echter over eens dat je hier beter ziek kunt liggen dan in Holland. Je hebt hier tenminste nog wat vertier, zij het dan dat de „baboe pot" het grootste deel van het verkeer in handen heeft. wat moeten wennen aan het zeer bijzon dere geluid van dit instrument, dat wel eens een belangrijke ommekeer in de mu ziekwereld zou kunnen beteekenen. De mogelijkheden zijn inderdaad zoo geheel verschillend van al wat tot nu toe op eenig instrument bereikt werd, dat zij nog niet te overzien zijn. Het zal echter nog wel een tijdje duren, voor Mengelberg dit instrument aan zijn orkest zal toevoe gen! „Je moet niet met dien millionnaJr trouwen, hij houdt alleen maar van z-'n geld." „Ik ben ook van plan die liefde te deelen..." Een heer zit een uur in een restaurant te wachten. Tenslotte vraagt hij bedeesd aan een kellner: Zeg eens, vriend, je hebt me toch niet vergeten Heelemaal niet, meneer. U is toch die meneer met dien gevulden kalfsrug. Het eten is wel wat eentonig, maar dat is overal behalve bij „moeder thuis", het geen niet wegneemt, dat ik graag eens een „halve Meynekes" door het keelgat zou willen gieten en een broodje met paling of een nieuwe haring zou willen proeven. Sjonge kerel ik moet er niet aan denken, dat jullie daar nu weer mee beginnen en dat de kersen en aardbeien alweer aan het rood worden zijn. Dat wordt nu het 6e jaar ik was nog een jaar in de West ook voordat ik hierheen ging dat Ik daar ketelaar van blijf. Wat ik van de Marine weet heb ik alleen maar van hooren zeggen natuurlijk. En dat is nog maar een klein beetje, want de vrindjes zitten allemaal op het eskader en dat is uit, dus zelfs de Vrijdagavond overigens de uitgaansavond voor den varensgezel, komen er weinig bezoekers. In de cercle Hellendoorn is een brandje geweest, tijdens het optuigen voor het (schrik niet) Lentefeest. Nu is dat „Früh- lingserwachen" in de Charttepietclub ge geven. Je moet anders een behoorlijk voorstellingsvermogen hebben hoor om hier in de lentestemming te raken, want het is nog volop kentering naar de Oostmoeson toe en het is somwijlen 's ochtends voor zonsopgang reeds boven de 80 graden. De dienst Conservatie is men bezig op te heffen als zoodanig. De schepen die daar onder ressorteerden werden weer door de werf overgenomen, waartoe eenige officie ren ter beschikking van de DME (direc teur Marine Etablissement) zajn gesteld. Naar ik hoorde zal Hr. Ms. „Java" met een kernbemanning in dienst gesteld worden. De „tangsi baree" krijgt dan weer zijn oude bestemming n.1. departementsgebouw voor den varenden kruiser, hetgeen een belang rijke vooruitgang is, want in de gebouwen A, B, C, D en de loods zat je toch maar behoorlijk opgesloten. Nu is tenminste daar het eerste beste stukje „anging" (wind) ons en heeft het niet eerst over het stilstaande lage water acher in het bassin gestreken, hetgeen nu niet bepaald een lekkere lucht gaf. O, ja, Klaas, ik moet je nog bedanken om dat je kort geleden mijn ouders eens bent gaan opzoeken. Dat hadden we voor jouw vertrek afgesproken, dat 's wei zoo, maar als je zoo met tropenverlof bent, heb je wel wat anders te doen df|n direct al die afspraken van uit de Oost te ver-i vullen. Mijn dank dus, maar ik hoop nu toch spoedig zelf in levenden lijve voor ze te staan. Kom kerel, ik ga maar weer eens eins digen. Ik beloof je nu verder weer geregeld bericht. Heer Klaas tot zoolang, HENK. J v

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 17