PAO. 6
ZATERDAG 50 MEI W«
T JUTTERT.ie
De theevisite van
Lientje-Liesje-Lotje
Ztesfe jongens en meisjes.
Haast zou ik schrijven nog met de
Texelse lucht in m'n longen en het zee
wier in m'n haar, ga ik aan jullie schrij
ven, want gisteren maakten we onze eer
ste excursie, waarvan je het verslag na
tuurlijk gelezen hebt in de krant van Don
derdag. Ik heb daar dus eigenlijk niet veel
jneer bij te vertellen. We hebben het
„reuze" gehad. M'n Texelse vriendje
Harry du Porto heb ik de hele middag
zowat in z*n keel gekeken, zo'n pret had
hij. En de andere jongens en meisjes heb
ben gezongen, gelachen en geleerd. Want
het bezoek aan die meeuwenkolonie ver
geten we niet meer. En nu volgende week
gaan we met een ander clubje, natuurlijk
even opgewekt en fleurig als dat van
Woensdag en als dan het weer ook weer
ZO fijn is, dan belooft ook de tweede excur
sie een succes te worden.
O ja, een van de jongens en meisjes,
heeft abusievelijk de bal, waar we mee op
strand hebben gespeeld, mee naar huis ge
nomen. Wil hij of zij die even op kantoor
bezorgen? En de leidster van de meisjes
heeft nog een portemonnaitje in bezit van
een van de meisjes. Ze kan dat ook op kan
toor komen halen.
Het boek is deze week gewonnen door:
Jan Dekker, Gravenstraat 81.
En nu eerst de briefjes van de vorige
Week:
Frans Blom, Hefloo Van de week ben
!k nog langs je huis gekomen, Frans, en ik
heb nog naar je uitgekeken, of ik je blije
gezicht zag, omdat jij de vorige keer de ge
lukkige winnaar van het boek was. Ik zag
wel het blije gezicht van de bomen en van
de bloemen daar bij jullie in de buurt, maar
van jou kreeg ik geen glimp te zien.
Roodborstje. Je mag wel iedere week
Versjes inzenden, Roodborstje, tenminste als
Ze van je zelf zijn, als ze van een ander zijn
dan mag je het ook zo nu en dan wel eens
doen, maar vergeet dan alsjeblieft niet de
naam van die ander te vermelden, anders
Zou je met 'n anders veren pronken en dat
doe je natuurlijk niet graag. Je ingezonden
raadsels vond ik minder geschikt. Ik dank
je wel voor de moeite.
Jan Kohier. Dat zijn fijne dingen, Jan,
jeerst met de welpen naar Alkmaar en dan
het genot dat je fietsen leert en bovendien
het vooruitzicht dat je een fiets krijgt, als
je overgaat naar de derde klas. Wat zal je
je best doen, je zou tenminste wel heel dom
Z{jn als je dat niet deed. Er was maar één
droevig ding in je briefje en dat was het
Verlies van je hond, omdat hij mek was.
Anraie Moor. Ik ben een klein beetje
benieuwd of jij of een van m'n andere vrien
dinnetjes of vriendjes met een prijs gaat
strijken voor het opstel voor veilig verkeer.
Nu ik dit schrijf weet ik het nog niet, maar
jnorgen wel.
Atle Sinnigo, Julianadorp. Brrr, wat 'n
Ondeugend broertje heb jij, Atie. Je moeder
Zal wel minder vriendelijk gekeken hebben
toen hij de inktpot omgooide. Als hij het nu
maar in de stal gedaan heeft dan is de
tamp tenminste niet zo erg. Maar anders...
Rika Sinnige, Julianadorp. Nee, ik heb
me nog niet aan een zeebad gewaagd, Rika,
prikt me nog teveel, ik wacht nog een
paar weekjes. De versjes van Tony heb ik
doorgestuurd naar Leerdam. Wat een pak
was het. Ik denk dat onze medewerker daar
er wel blij mee zal zijn. Ik hoop eens te
komen, hoor, maar de kinderen zijn een
paar weken niet thuis geweest, doch nu
Zijn ze weer present.
Annie Crum, Anna Paulowna. Hoe
Ik de namen van al m'n raadselvriendjes en
Vriendinnetjes onthoud, Annie? Wel, dat is
heel gemakkelijk. Ze schrijven me die naam
Iedere week, net als jij en dus is het voor
mij al heel eenvoudig om te weten dat jij
Annie heet en dat een ander Marietje of
Maartie. Grietje of Claartje heet. Je mag
iedere week een briefje schrijven, hoor en
ik zal trachten het iedere week te beant-
Ssdoorden. Heb je #1 veel gefietst? Je woei
Antie Eehnan, de Waal (T.) Ziezo,
Antie, nu ben je geen vreemde meer voor
me. We hebben elkaar nu een hele middag
gezien en het was fijn, hè, ik heb me ten
minste best geamuseerd en heb veel zin in
de tocht voor volgende week. Willen jlxllie
soms ook weer graag mee Als je zin hebt,
kom je maar weer naar Den Burg, hoor, op
dezelfde plaats. Er gaan toch veel makke
kinderen in een autobus, dus jullie kunnen
er ook wel bi). Laat me het even weten vóór
Dinsdagmorgen. Ik geloof, als ik de keus
had tussen de twee konijntjes, dat ik het
witte aan zijn oortjes pakte, want dat heeft
zeker ook rode oogjes en dat is wel erg lief.
Vind je ook niet?
Madeliefje. Zo ben jij gestruikeld over
't tweede raadsel, Madeliefje. En toch geen
been gebroken? Van de week stond je
vaster op je voeten, want nu waren ze goed,
alle drie.
Geertje de Vrooroe. Als ik tijd had om
je te beklagen, Geertje, zou ik doen, wat een
drukte, wat een drukte heb je, 't is om
zo'n klein meisjeshoofd op hol te brengen,
't is maar goed dat je mij in die tijd geen
briefje geschreven hebt.
J<k>P v. Bommel. De kaart voor Texel
zal wel in je bezit zijn, Joop. Ik hoop voor
je dat er nog vriendjes of kennissen van
je meegaan, al zal je je ook al is dat niet
het geval best amuseren, want er zullen
genoeb aardige jongens bij zijn.
Jan Koopman. Dat vind ik goed, Jan,
dat jij ze iedere week oplost, de raadsels
uit 't Juttertje, maar dat kan nog maar
een paar weken, want dan krijgen jullie
zomervacantie.
Jan Blokker. Je bent niet het eerste
Blokkertje, Jan, dat meedoet aan de
raadsels. Een paar jaar geleden had ik
een paar broertjes uit Haarlem, die trouw
inzonden, maar die ben ik kwijt geraakt en
ik weet heus niet meer waar ze wonen.
Ben jij soms een neefje?
Jongens en meisjes, ik heb me deze week
aan m'n belofte kunnen houden, alle brief
jes zijn beantwoord. Tot volgende week dus.
Kindervriend,
het niet beter, dat we eerst eens kijken
wat er in zit?"
Hfl begon toen te lachen en zei: „Nu kijk
maar eens en als je het mooi vindt, is het
voor jou."
Vol verwachting haalde Lientje-Liesje-
Lotje al de touwtjes netjes van de doos af
en eindelijk kon zij de deksel er af halen.
Wat denken jullie wel, dat zij toen vond?
Een pracht van een poppen-theeserviesje.
Ach wat was Lientje-Liesje-Lotje blij en
je begrijpt dat oom Wim er een extra dikke
zoen voor kreeg.
Na het servies nog eens en nog eens be
wonderd te hebben, gingen zij er mee naar
de keuken, waar haar moeder juist bezig
was een heerlijke cake te bakken. Zij had
ook koekjes gebakken, die waren juist
klaar. Moeder moest het serviesje ook be
wonderen en daarna vroeg Lientje-Liesje-
Lotje met een zacht stemmetje of Suze,
haar vriendinnetje van middag mocht
komen thee drinken. Moeder vond het
natuurlijk dadelijk goed.
Gauw ging Lientje-Liesje-Lotje een schoon
tafelkleedje op de tuintafel leggen. Zij had
van haar moeder een klein presenteer
blaadje gekregen waar juist het serviesje
zo mooi op stond. Het blad werd midden
op de tafel gezet, moeder had echte thee,
suiker en melk aan Lientje-Liesje-Lotje
gegeven en van een stukje deeg dat zij nog
over had een heel mooi klein caketje voor
haar dochtertje gebakken, dat op een mooi
bordje ook op de tafel stond. Vlug plukte
Lientje-Liesje-Lotje nu een paar bloemen
schikte ze in een vaas, zette zij bij het
serviesje en was nu helemaal klaar om
visite te ontvangen.
Zij liep nu naar buiten en wilde juist de
straat oversteken om naar het huis van
Suze te gaan, toen Suze juist haar deur
uitkwam. Zij wuifden tegen elkaar en
Lientje-Liesje-Lotje riep: „Ik kom je juist
halen om bij mij thee te komen drinken, ik
heb van oom Wim een serviesje gekregen".
„En ik kom juist vragen of jij bij mij thee
komt drinken", riep Suze terug, „want ik
stok in zijn handen waarvan hij met zijn
mes de bast afsneed. Toen hij de twee
vriendinnen daar zo besluiteloos zag
staan, vroeg hij dadelijk: „Wat is er aan
de hand, hebben jullie ruzie?"
Verontwaardigd schudden zij beiden het
hoofd en vertelden hun moeilijkheden.
„Nou", zei Jan, „dat is toch nog al
gemakkelijk op te lossen. Jullie halen
allebei je theeblad en al het lekkers en dan
gaan jullie in de schaduw van een der
bomen zitten en heb je een dubbele thee-
partij".
Hij had er bij willen zeggen en dan
vragen jullie mij op de thee, omdat ik je
aan zo'n mooie oplossing heb geholpen,
maar dat deed hij toch maar niet.
De meisjes waren erg verwonderd, da
zij zelf niet op dat idee gekomen waren es
liepen nu vlug naar huis om even la ('r
met het hele serviesje en de bloemen en
het lekkers naar buiten te komen, waar
spoedig een grote plek schaduw onder e®n
der bomen hadden gevonden.
Nu had ieder der meisjes een kopje over,
want het serviesje had twee kopjes
schoteltjes en Jan, die even was bli)ve
kijken hoe alles er uitzag, werd dadelijk
de thee gevraagd. Suze wil4e niet ac
blijven en vroeg Jan ook op de thee, w
bordjes, een met een stuk cake, daarna ee
met een heerlijke koek en een met ee
beschuitje met aardbeienjam. Ht)
maar wat en zei na afloop: „Als N
soms weer met iets geen raad
dan geef ik je gratis mijn hulp"-
bedankte de beide meisjes voor de har
lijke theevisite en stralend ging ieder weer
naar zijn eigen huis terug.
Kleine Marietje ziet met verbazing,
oom aan tafel groote hoeveelheden wa
drinkt. «om»
Oom, vraagt het kind, heetf u
bloemen in uw buik, dat u zoo dru
gieten moet?
deze week zowat van Je zadel, hè? Ja, dat
wordt wel beweert, dat als de koekoek
roept, dat er regen komt, dus luister maar
goed.
LoeJd en Leem v. d. Wal, Den Haag.
Natuurlijk had Jij ook mee naar Texel
mogen gaan, Loeki, als je in Den Helder
gewoond had en je had ook vast veel ple
zier gehad, maar ook in Den Haag weet je
je best te vermaken, dat lees ik iedere
week uit je briefjes. Nu de vorige week
weer zo'n fijne tent gemaakt en naar de
dieren tuin geweest en volgende week
weer een feestweek. t Lijkt wel of je uit
sluitend voor je plezier leeft daar in de
Residentie.
Jan Bak. Of er teveel vriendjes zijn,
Jan, nee, er zijn er wel veel, maar nooit
teveel. Je kent die bekende spreuk wel:
„Hij die als vriend hier binnenkomt, komt
nooit te vroeg, doch steeds te laat. „Nu,
dat zou ik ook boven m'n kinderhoekje
kunnen zetten. Dus jij bent welkom.
Loesje Flotat Wat een reizen maak je
tegenwoordig, Loesje, de ene week naar
Amsterdam en de volgende week naar
Texel en waar ga je nu weer heen? Wat
hebben we een plezier gehad, hè, dat kwam
natuurlijk door het zonnige weer en door
jullie zonnig humeur.
Jeanme Grande. Als deze krant bjj
jullie in de bus valt, Jeanne, dan zit jij in
Amsterdam, met tienduizenden andere tur
ners, voor het grote gymnastiekfeest en als
je dit briefje leest dan zijn je gedachten nog
vol van wat je daar gezien hebt en meege
maakt. Is het zo niet, je hoofd staat er
eigenlijk nog helemaal niet naar om 't Jut
tertje te lezen.
Riet Koopman, Dat is leuk, Riet, het
eerste briefje dat ik aan jou schrijf kan
meteen een gelukwens bevatten voor je ver
jaardag op 2e Pinksterdag. Dat zal dus een
dubbele feestdag voor je worden. En wat
leuk dat je ook op 2e Pinksterdag geboren
bent. Dat is wel een bijzondere omstandig
heid, dat je verjaardag er nu ook weer op
valt.
Op zekere dag kreeg Lientje-Liesje-Lotje
een grote verrassing. Haar oom was naar
de markt geweest en had daar bloemen en
planten gekocht. Bij het teruggaan naar
zijn huis was hij even bij het huis van
Lientje-Liesje-Lotje langs gekomen en had
haar een grote kartonnen doos gegeven
met het verozek deze even voor hem vast
te houden. Lientje-Liesje-Lotje had eens
met de doos gerammeld, doch hoorde niets
zij had hem eens van alle kanten bekeken,
doch kon er niets bijzonders aan ontdek
ken. Alleen zij kon hem niet open maken,
want er zaten een massa touwtjes om
heen. Zij was heel erg nieuwsgierig en
Oom Wim, die dat zag, zei tegen haar:
„Wil je die doos voor mij opbergen, ik kom
hem dan over een paar dagen wel halen".
Nu zag die doos er niet naar uit, dat er
iets in zat, wat een paar dagen bewaard
moest blijven en daarom zei ze: „Oom is
heb net van mijn vader een theeserviesje
gekregen, een prachtig helemaal blauw."
„Het mijne is ook blauw", antwoordde
Lientje-Liesje-Lotje. De meisjes waren nu
vlak bij elkaar gekomen.
„Kom", zei Lientje-Liesje-Lotje, „ga
nu met mij mee naar huis, ik heb al thee
gezet en moeder heeft een kleine cake voor
ons gebakken".
,Neen," zei Suze, „ga nu met mfl mee,
want ik heb van moeder een taartje er bjj
gekregen en een schoteltje met aardbeien-
jam en twee beschuitjes en mijn thee is ook
al gezet".
Dat was een grote moeilijkheid. Want in
haar hartje wist Lientje-Liesje-Lotje zeker,
dat haar thee-partij de mooiste zou zijn en
Suze was er van overtuigd dat het hare nog
beter was.
„Toe, ga mee", vleide Lientje-Liesje
Lotje.
„Neen, ga jij met mij mee", zei Suze.
En terwijl zij het samen niet eens kon
den worden kwam als een reddende engel
hun vriendje Jan aangewandeld. Hij had eer