GEMENGD NIEUWS BINNENLAND HELDERSCHE COURANT VAN DONDERDAG u JUNI 1936 De arrestatie van een aantal inbrekers in Den Haag. Moordaanslag na de kermis. Witte Nelis en zijn handlangers veroordeeld. Ontvreemding van gouden horloges en zegelringen. De ingestorte tribunes. Een botsing met melaatschen. Een ernstig spoorweg ongeluk in Italië. Twee onderofficieren door kleurlingen doodgeschoten. De Queen Mary terug in Southampton. Ontploffing in een mijntunnel. 18 dooden, 3 gewonden. De ramp in de Oresford- mijn. Een levensteeken van de Girl Pat? Drie dooden bij een auto-ongeluk. Amsterdam ontslaat gemeente- personeel vervroegd. De visschers in IJmuiden blijven staan. Het tweede raam in de Domkerk te Utrecht. Weer conflict in het visscherijbedrijf te IJmuiden. Laatste vergadering van het N.C.C. Voorstellen tot algeheele reorganisatie in het spoorwegbedrijf. meegaan—eng—n»g»g— joop en bereikte een niet onbelangrijk hoogere snelheid. jjoe verleidelijk moet het geweest zijn, nu notr wat te forceeren, wat gedaan zou kunnen zijn met nog 10.000 paarden uit het spaar potje der ketels. Zeer terecht heeft men het j-uime surplus aan vaart niet willen opvoeren piet nog een extra bedrag, dat geforceerd verkregen had kunnen worden. Het is vol doende te weten, dat men forceeren kan, en jnen zal forceeren als de dienst het eischt, dat is wanneer het in het zeegevecht om buigen of breken gaat; eerst dan breekt men het spaarvarken. Hoe menig sportsman haalt een record en ervaartlater, dat hij toen Zijn hartkwaal opgeloopen heeft. Welnu, de technische medici van ons schip riskeeren geen kans op een verborgen hartgebrek, dat tot uiting zou kunnen komen op een tijdstip, dat het zijn hart geheel en al, tot brekens toe, moet kunnen geven. Na de vollekrachtproef is nog met volledig succes, volle vaart loopend, het roer aan boord gelegd, om te zien, of de roermachine den ontzettenden druk, die dan op het roer komt, goed kon weerstaan, het heeft dien druk glansrijk doorstaan. De „De Ruyter" heeft Woensdag 27 Mei .en Donderdag te Greenock stilgelegen in af wachting van de komst van „den hoogen druk", de voltallige commissie der proef nemingen. Er is olie en water bijgeladen, de ketels zijn geïnspecteerd en de chef van de machinekamer mocht, spinnend als een poes, melden, dat zij zich puik gehouden hadden. In het zog van deze commissie is onderge- teekende, de pennist van het schip, meege- varen en na zooveel mogelijk kennis vergaard te hebben te kooi gekropen op de plek waar hij en de schout-bij-nacht, voorzitter der com missie, 33 jaar geleden, in hun hangmatten in de „nor" (adelborstenverblijf) piepten (sliepen) ,op de goede oude „Willemien". In dien tijd bedienden wij, jonkers, het roer, het keteltje en de machine van de stoomsloep om beurten en koelden ons jeugdig tempera ment op de sloep, waar wilde adelborsten toch geen kwaad mee konden uitrichten. De schout bij-nacht van nu stond toen met de hand aan de pet voor een jeugdige tweede-klas die pas sagieren ging of hij zat achter op den spiegel in de verdrukking, wanneer de hofmeesters met hun rrjanden met victualie breeduit de ruimte in de kajuit voor zich opeischten. En nu zag ik den jonker van toen met stram militair saluut ontvangen door den kwartier meester der motorsloep. Achter hem aan daalde ik de treden van de landingstrap op Greenock's pier af, zij waren in die 33 jaren niet vernieuwd, oud hout houdt het lang uit, zij waren mis schien iets glibberiger dan vroeger en met nog meer mos bedekt, terwijl inmiddels onze schedels hun begroeiing inboetten Wilt U weten wat wij, twee promotiemak kers, bij het weerzien van die oude pier heb ben afgesproken? Dat wij, na den gepleégden proeftocht, met ons beiden nog eens zouden gaan passagieren en wij hebben het gedaan, rustig in een auto en evenals vroeger cadeau tjes gekocht, voor anderen dan toenniet meer voor ouders en meisjes, maar nu voor onze kinderen en vrouwen, en wij zijn geëin digd in een tearoom met een kopje chocolade en wat wij hebben opgehaald uit dien schoonen tijd der jeugd, vertel ik U niet. Ajo, alle gekheid op een stokje! Wij zijn geen adelborsten zonder zorgen meer; ieder op z'n post, de vlagofficier op die hooge, verantwoor delijke, ik in mijn hoekje met mijn blocnote. Ik benijd hem niet, want hij draagt de ver antwoordelijkheid voor de overname van een staatsbezit, dat niet falen mag en mij benijdt hij zeker niet, want tegen pennelikkerij ziet een zeeman hoog op; hij bewondert althans, dat een schrijver tevreden is met de snelheid van slechts 23 Meter per uur. Wij verlaten Vrijdag den 29en Mei de reede van Greenock. Ons schip glijdt dicht langs den Oostoever der Clyde, langs frisch groene heuvels en bloeiende bremboschjes de lente is laat in Schotland langs stadjes van somber grijzen steen, doch met wonder lijk mooie kerktorens. Over het heuvellandschap trekken losse buitjes, soms striemt mij kille regen in het gezicht, maar dan weer speelt zonlicht in de dalen en op het groene watervlak, sterk bewogen door een frissche bries van wind kracht 4. Wij hebben een nogal lang traject af te leggen om ketels en turbines gelegenheid te geven zich aan te passen aan de zeer hooge temperatuur van den overhitten stoom. Daarom stoomen wij eerst rondom het eiland Arran, waar de gemeten mijl op afgebakend Is. Wij hebben ditmaal een specialen „mijl"- loods bij ons, wiens dagelijks werk het is, mij len te runnen. Een collega van hem is bezig met een nieuwen Engelschen torpedojager, welken wij in den loop van den dag dan ook herhaaldelijk in vliegende vaart passeeren. De wind valt niet mee; windkracht 4 is niet heel sterk, maar wij maken zelf wind en deze gevoegd bij Aeolus'bries bereikt stormkracht; men moet zich op het onbeschutte dek wer kelijk voortworstelen om den bak te bereiken. Hij snijdt mij zoo in het gezicht, dat het mij ijkt, 0f mijn wangen afbladeren, zooals het aagje grondverf van den kruiser, dat in den oop der laatste weken er niet fraaier op ge worden is. (Wordt vervolgd). Binnenland KIND VERDRONKEN. Het 4-jarig zoontje van den parlevinker G. van W. te Huizen (Geld.), dat sinds gister avond 7 uur werd vermist, is vanmorgen om half 12 uit de Diepe Bloem opgehaald. Een tragische bijzonderheid is, dat de vader zelf met een dreg het lijkje ophaalde. Het lijkje is naar het ziekenhuis te Huizen overgebracht. STELENDE KINDEREN. Drie jongens, respectievelijk 11, 10 en 9 jaar oud, die op het dak van de Campanula- school aan den Floraweg te Amsterdam werden aangetroffen en verdacht werden van looddiefstal, zijn aangehouden. Zij hebben op zijn minst 24 in braken gepleegd. Eenige dagen geleden zijn de 53-jarige van S. en de 29-jarige B. door de politie te 's-Gra- venhage gearresteerd als verdacht van diverse inbraken aldaar. Beiden zijn Zaterdag j.1., nadat zij een volledige bekentenis hadden af gelegd, naar het huis van bewaring gebracht. Uit het onderzoek is gebleken, dat er ook nog een derde persoon bij betrokken was, die in verband hiermede gisterenochtend door de politie is aangehouden. Het is de 55-jarige J. L. B„ die in bewa ring is gesteld. Aanvankelijk ontkende deze met de inbraken iets uitstaande te hebben, doch tenslotte heeft ook hij bekend. Het aantal inbraken, dat door dit drietal is gepleegd, bedraagt thans 24, waarmede een aanvang is gemaakt In December 1925. De gearresteerden schonken aan winkeliers de meeste aandacht, omdat zij vermoedden, dat deze des Zondags de ontvangsten van den Zaterdag in huis hadden. Zij gingen de gan gen van hun slachtoffer dan zorgvuldig na en wanneer de betrokkene des Zondagsavonds zijn huis verliet, sloegen de inbrekers, meestal tusschen 8 en 12 uur, hun slag. In de meeste gevallen pleegden zij diefstal van geld en sieraden. Noch het geld, noch de sieraden konden achterhaald worden. Dinsdagavond is tijdens de kermis te Nis- telrode (Br.) een moordaanslag gepleegd, waarvan de 23-jarige De Laat het slachtoffer is geworden. Ongeveer half twaalf, na het sluiten van de café's, begaf zich een groep menschen huiswaarts, die gezamenlijk de ker mis hadden bezocht. Door nog niet opgehel derde oorzaak ontstond ruzie tusschen eeni- gen van hen. Op een gegeven moment zakte en van hen, zekere De L., in elkaar en bleef hevig bloedend op den grond liggen. Het bleek, dat hij met een mes in de borst was gestoken, in de onmiddellijke nabijheid van de hartstreek. Omstanders droegen het slacht offer naar de' woning van dr. Bouwman, die eerste hulp verleende. Daar Nistelrode niet in het bezit is van een ziekenhuis, deed de dokter den gekwetste naar diens woning ver voeren. De marechaussee uit Uden, die ge waarschuwd werd, stelde onmiddellijk een uitgebreid onderzoek in. In den loop van den nacht werden de gebroeders H. en zekere G. uit Nistelrode van hun bed gelicht en naar de marechausseekazerne te Uden overgebracht, waar zij als verdachten van het misdrijf wer den opgesloten. Het mes, waarmede de aan slag is gepleegd, is op de plaats van het mis drijf teruggevonden en door de politie in be slag genomen. De toestand van het slacht offer is zorgwekkend. Een van de aangehoudenen heeft bekend. Het voortgezette onderzoek inzake den moordaanslag op de kermis te Nistelrode heeft gisteren den heelen dag voortgeduurd. Een van de aangehoudenen, de timmerman J. H„ uit Nistelrode, heeft tenslotte een bekentenis afgelegd en verklaard, dat hij den noodlotti- gen steek heeft toegebracht. Volgens zijn ver klaring betreft het een vergissing, daar hij de Laat, die uit het naburige Vinkei afkomstig is, in het geheel niet zou kennen. De onder grond van het gebeurde is een liefdesgeschie denis. H. wilde zich op een medeminnaar wre ken en had daartoe een gunstige gelegenheid afgewacht. Hij verkeerde in de meening dat zijn medeminnaar zich bij het groepje kermis- vierders bevond, waarbij ook De Laat zich had aangesloten. Toen de mannen bij het sluitings uur de herberg verlieten, sloop H. naar voren en bracht zijn vermeenden vijand een messteek in de borst toe. In het donker had hij evenwel niet gezien, dat hij den verkeerde had getrof fen, want De Laat, die gehuwd is, had met het heele geval niets uit te staan. H. is gevan kelijk naar Vinkei overgebracht, teneinde met het slachtoffer te worden geconfronteerd. Het is niet de eerste maal, dat H. in een steek partij is betrokken. Verleden jaar was hij in een soortgelijke affaire gewikkeld, doch hij is toen door de rechtbank wegens gebrek aan be wijs vrijgesproken. Hij zal ter beschikking van den officier van justitie te 's-Hertogenbosch worden gesteld. In den toestand van het slachtoffer is nog geen verandering gekomen. De rechtbank heeft gisteren vonnis gewezen in de zaak tegen drie inbrekers, die terecht hebben gestaan wegens inbraak in de stoom- zuivelfabriek van de N.V. J. E. Schaap en Co. aan den El burgerstraatweg te Nunspeet in den nacht van 14 op 15 Januari van dit jaar. Zooals men weet, meent men met de arresta tie van deze drie inbrekers de hand te hebben gelegd op de daders van verscheidene dief stallen, waarbij de brandkasten door middel van dynamiet zijn opengebroken. De 33-jarige zeeman G. M., die bekend had en tegen wien 4 jaar gevangenisstraf was ge- eischt onder aftrek van voorloopige hechte nis, werd veroordeeld tot 2ys jaar gevange nisstraf onder aftrek. De 29-jarige monteur C. J. K. en de 39-ja- rige C. N. de V., bijgenaamd Witte Nelis, die beiden zes jaar tegen zich hadden hooren eischen, zijn veroordeeld tot resp. 4 jaar èn 4YS jaar gevangenisstraf. In de zweminrichting „De Re gentes" in Den Haag. Vrijdag j.1. is in Den Haag aangehouden als verdacht van heling van 2 gouden horloges en een gouden zegelring, de 24-jarige T. G. van der P., wonende aldaar. Bij onderzoek bleken de gouden horloges en de ring destijds te zijn ontvreemd uit de zweminrichting „De Regentes". De 24-jarige Van der P. heeft be kend, deze voorwerpen ten verkoop te hebben gekregen van den 30-jarigen J. B., die in ver band hiermede op Zaterdag j.1. in zijn woning werd gearresteerd en naar het hoofdbureau van politie is overgebracht. J. B.' heeft een volledige bekentenis afge legd. Buitenland De onder-burgemeester van Boekarest gearresteerd. In den loop van den middag heeft men het gisteren noodig geacht ook Basilescoe, den vice-burgemeester van Boekarest in hechtenis te nemen. Na urenlange besprekingen werd het bevel van arrestatie 's avonds bevestigd. De verdachten probeerden de schuld op den burgemeester te schuiven, die naar hun zeggen een te korten termijn voor het opslaan van de tribunes had gelaten. Het bericht overdreven. Volgens de Boekarester bladen zouden de eerste berichten over het aantal dooden en gewonden bij de instorting van de beide tri bunes te Boekarest aanzienlijk overdreven zijn geweest. Er zijn drie dooden en de toe stand der gewonden geeft geen reden tot ongerustheid. Vele hunner zijn reeds uit het ziekenhuis ontslagen. Behalve de ontwerpers van de tribunes zijn ook de aannemers in hechtenis genomen. Uit het onderzoek is intusschen gebleken, dat er veel te veel menschen op de tribunes waren toegelaten, driemaal zooveel als ge oorloofd was. MEIN KAMPF IN HET CHINEESCH. In het Chineesch bestond tot dusver slechts een onvolledige vertaling van Hitler's Mein Kampf uit het Engelsch. Eenigen tijd geledein heeft het nationaal-Chineesche vertalings instituut nu een volledige vertaling uit het Duitsch uitgegeven. werden getrokken. Potgieter ontmoette, na dat hij intusschen groote verliezen geleden had, de troep onder Gerrit Maritz, en met hem vereenigd, behaalde hij nieuwe voor- deelen. Te Winburg op 6 Juni 1837 kwam men samen met den trek onder leiding van Pieter Retief, die Natal had leeren kennen. Hier werd, althans ten deele, het besluit genomen om Oostwaarts naar Natal te trekken, daar leek het beloofde land aanwezig, al wist men gevaren te loopen door de Zoeloes.. Maar de trekkers mochten dappere lieden zijn, vrome lieden tevens, de eenigheid onder hen liet te wenschen over. Het eene deel wilde niet onder Potgieter, het andere deel niet onder Maritz dienen, en zoo was het Retief alleen, die zich zeewaarts begaf, over het hooge Drakenge bergte naar Natal. De Zoeloes stonden toen onder het Koningschap van den beruchten Dingaan, die Tshaka was opgevolgd en niet zijn beleid en kunde, maar wel zijn bloeddor stigheid toonde. Maar Retief meende, dat ook met deze inboorlingen, gelijk met anderen, te onderhandelen viel. Hij trok er, vergezeld van een handvol volgers op uit, om, gelijk Pot gieter met Moselekatse had willen doen, met Dingaan te onderhandelen in zijn hoofdstad Umkumgumblovu. Hij werd er schijnbaar vriendelijk ontvangen; hij kwam er tot een tractaat met Dingaan, krachtens hetwelk deze Natal aan de boeren afstond; tractaat, dat in het museum te Pieter Maritzburg nog bewaard wordt. Maar toen alles geschikt scheen, werden hij en zijn mannen tot een af scheidsdronk met den Koning uitgenoodigd, en hen werd gezegd, dat me bij die gelegen heid, zonder den Koning te beleedigen, de wapenen niet mocht medenemen. Van hun weerloosheid werd gebruik gemaakt om hen koelbloedig te vermoorden, en tegelijk trok Bij de kolonie .voor melaatschen te Aboe Zabal in de nabijheid van Cairo is gisteravond een ernstige botsing ontstaan tusschen de poli tie en de bewoners der kolonie, die demon steerden tegen hun verzorging, welke, naar zjj beweren, zeer slecht is. 20 politie-agenten en 50 melaatschen werden gewond. HET ONGELUK TE BOEKAREST. Volgens de officieele berichten zijn bij de instortingsramp te Boekarest drie personen gedood, en 653 gewond, waarvan 373 in de ziekenhuizen moesten worden opgenomen; van 17 gewonden is de toestand ernstig. Volgens hardnekkige geruchten zouden echter twaalf personen zijn gedood. In de wrakstukken van de ingestorte - tri bunes op het plateau van Cotroceni is brand uitgebroken, die den indruk maakte moed willig te zijn veroorzaakt. Met grooten spoed moest de brandweer ontboden worden. Gisterenochtend is een locaaltrein van Nola naar Napels, dichtbij Napels bij het gehucht. Buiola, ontspoord. De trein zat vol reizigers, in hoofdzaak werklieden. Drie wagons vielen om, waarbij tal van reizigers gekwetst wer den. De eerste cijfers spraken van 6 dooden en 40 gewonden, later was het aantal dooden tot 15 gestegen, dat der gewonden tot 200. De meeste gewonden zijn in ziekenhuizen te Na pels ondergebracht. Omtrent de oorzaak van het ongeluk was bij het afzenden der eerste berichten nog niets bekend. De betrokken overheidspersonen bevinden zich ter plaatse. Te Reselauil, een klein inboorlingendorp in de nabijheid van Constantine in Algerië, zijn Dinsdagavond in het bivak van het vijftiende regiment der Senegal-schutters, door een plotseling krankzinnig geworden kleurling soldaat twee Europeesche onderofficieren dood geschoten. Vervolgens joeg de ongelukkige zichzelf een kogel door het hoofd. De Queen Mary is om 14.25 te Southampton teruggekeerd en heeft daarmede haar eerste reis over den Atlantischen Oceaan volbracht. Vier en half uur te voren had het schip aan gelegd te Cherbourg, waar ruim 200 passa giers van boord waren gegaan. Voor de derde maal op den overtocht is het schip gistermor gen in het kanaal door mist opgehouden. Duizenden stonden op de kêCde en juichten de Queen Mary bij het binnenvaren toe. Batavia. Volgens bij de regeering ontvangen berichten van den assistent-resident van Kota Nopan (Sumatra's Westkust) heeft gister- middig een ontploffing plaats gehad in het voorste dynamiet-magazijn van den mijntun nel bij het mijnbedrijf Pagaran Siojoe deze ontploffing werd gevolgd door een tweede groote en een derde, kleine ontploffing. De oorzaak is nog onbekend. Door den ontstanen luchtdruk zijn 18 Inlandsche werklieden on middellijk gedood, terwijl drie Inlandsche werklieden door dynamietdampen aan de longen zijn aangetast. Een van deze laatsten verkeert in levensgevaar. Ook een lid van de reddingsbrigade raakte bedwelmd. (Aneta). De commissie van onderzoek naar de oor zaken van de ramp in de Gresford-mijn heeft gisteren haar verdere beraadslagingen ver daagd tot 14 Juli na een pleidooi van Jos Hall, den advocaat der mijnwerkersfederatie, die betoogde, dat de geheele ramp te wijten was aan het schandelijke optreden van de be drijfsleiders en het gebrek aan verantwoorde lijkheidsgevoel van de directie. Daaraan alleen hadden de 265 mannen die in September 1934 verongelukt waren hun dood te wijten. Spr. pleitte voor een absoluut verbod van het ge bruik van electrische inrichtingen in kolen mijnen en hij wenschte dat de mijninspecteurs in 't vervolg gekozen zouden worden, wel uit deskundigen, maar dan uit dezulken die in geen enkel opzicht van eenige directie afhan- een groote bende Zoeloes er op uit om het achtergebleven Lager te overvallen, waarin men helaas maar al te wel slaagde, zoodat de plaats, waar deze verschrikkelijke slach ting, in het bijzonder onder vrouwen en kin deren werd aangericht nog steeds den naam draagt van Weenen. Dank zij de moedige voortvarendheid van de jonge boeren, die ont snapte, werden andere Lagers gewaarschuwd. Men kon zich vereenigen en voorloopig de aan vallen van de Zoeloes afslaan. Men riep de de broeders aan de andere zijde van het Drakengebergte te hulp, en al mocht onder linge verdeeldheid hen hebben gescheiden, ze gaven aan die roepstem gehoor. Voorloopig echter viel er niet aan te denken om Dingaan en zijn goed gedrilde krijgers te overwinnen; op 17 April 1838 werd een bloedige neder laag geleden, en kon de dood van Gerrit Uys en zijn zoon niet worden gewroken. Maar het was, dank zij het beleid dat Pretorius toonde, mogelijk om enkele honderden vastberaden boeren tot den krijgsmacht te vereenigen. Zij op 16 December 1838 werd de Zoeloekoning, trokken op Dingaan en zijn hoofdstad af, en ondanks zijn groote overmacht, geslagen en vernietigd. Hij zelf werd vervolgd in de wil dernis en gedood en zijn broer Panda werd in zijn plaats gesteld, en hem werd het Noor delijk gedeelte als vestigingsgebied voor hem en zijn krijgers toegewezen. Aan Retief had Dingaan inmiddels Natal afgestaan, en dit gedeelte der Boeren meende zich daar in vrede te kunnen vestigen en er hun gezag erkend te zien, ook door de Engelschen, die immers gezegd hadden de hand niet over Natal te willen uitstrekken! kelijk waren of eenig belang bij de exploitatie hadden. Bij het eerste spoor van mijngas had de ventilatie verbeterd moeten worden, maar er was niets geschied en spr. had in zijn lang jarige ondervinding nog nooit een geval bijge woond van onverantwoordelijker leiding, die met menschenlevens gespeeld had. ELLEN GAKRET ANDERSON. De eerste vrouwelijke dokter in Engeland 100 jaar. Nu zijn er 6000. In het naar haar genoemde ziekenhuis is gisteren de 100ste geboortedag van Ellen Garret Anderson, in leven de eerste vrouwe lijke dokter in Engeland herdacht. De direc teur van het ziekenhuis zeide in een feestelijke herdenkingsrede, dat er thans ruim 60Ö0 vrou welijke dokters in Engeland werkzaam waren, die voor een goed deel haar bestaansrecht aan het pionierswerk van mevrouw Anderson te danken hebben gehad. De kapitein van een Amerikaansch stoom schip heeft aan den gouverneur van Britsch- Guyana te Georgetown meegedeeld dat hij eergisteren op ongeveer 47 mijl ten N.-O. van Cayenne aangeroepen was door den kapitein van een treiler die verklaarde geen brandstof en geen voedsel meer aan boord te hebben voor hem en de 4 leden van zijn bemanning. Alle namen op het schip waren zorgvuldig weg gewischt en toen de Amerikaan naar de scheepspapieren had gevraagd had de kapitein geantwoord dat deze in orde waren en zijn schip de Margaret Harold heette. Toen de Amerikaan nader vroeg hoe deze Britsche treiler aan de N.-O. kust van Zuid-Amerika terecht was gekomen had de Engelschman zijn zeilen geheschen en was zonder hulp af te wachten in N.-W. richting vertrokken. Aangezien een schip Margaret Hold niet op Lloyds register voorkomt vermoedde de Ame rikaan dat hij in contact was geweest met de Girl Pat uit Grimsby die op zoek zou zijn naar een schat. De eigenaars van de Girl Pat zijn door de Engelsche regeering op de hoogte ge steld en men wacht nu welke haven de treiler ten slotte zal moeten aandoen. In de buurt van het plaatsje Broege is een auto met vier personen tegen een boom te pletter gereden. Drie der inzittenden kwamen om het leven. De vierde bleef ongedeerd. DE LEIDING VAN DE GENERAL THESAURIE. Naar men de „N. R. Crt." meldt, heeft de heer B. J. de Leeuw, oud-directeur van finan ciën in Nederlandsch-Indië, zich, op verzoek van den minister van financiën, bereid ver klaard, de leiding van de generale thesaurie van diens departement tijdelijk op zich te nemen. DE ZOMERPOSTZEGELS IN HET GEDRANG. Het comité voor de zomerpostzegels deelt mede, dat er bij het publiek verwarring dreigt te ontstaan, nu de P.T.T. tegelijkertijd twee extra-postzegels uitgeeft, n.1. den zomerpost- zegel en den jubileumpostzegel, gewijd aan het 300-jarig bestaan van de Utrechtsche univer siteit. Deze laatste postzegel wordt zonder bijslag verkrijgbaar gesteld, terwijl de post ambtenaren opdracht hebben hem te pousseeren. Er wordt daarom nog eens met nadruk op gewezen, dat wie zomerpostzegels bedoelt, ook zomerpostzegels moet vragen. De zomer- zegels zijn duurder, omdat de bijslag bestemd is voor noodlijdende kunstenaars en hulpbe hoevende t.b.c.-lijders. De gemeenteraad van Amsterdam heeft gisteravond de voordracht tot het geven van ontslag aan 57-jarige werklieden en aan 60- jarige ambtenaren aangenomen met slechts de stemmen der communisten tegen. Ook het voorstel tot verlaging van de wachtgelden werd aangenomee, echter niet dan nadat tevoren een voorstel-De Jong was goedgekeurd, strekkende om aan dezen laatsten maatregel geen terugwerkende kracht te geven. In een gisteravond te IJmuiden gehouden vergadering van zeelieden, welke was belegd buiten de besturen van de organisaties om, hebben de ruim 400 aanwezigen besloten op de nieuwe voorwaarden niet naar zee te gaan. Er is felle critiek uitgeoefend op de besturen van de verschillende organisaties, omdat deze zich tegen den zin van de zeelieden, met een loonsverlaging hadden accoord verklaard. Een comité van actie is gevormd, dat op dracht kreeg de besturen van de verschillende organisaties te machtigen een contract met de reeders af te sluiten voor den duur van een jaar op de oude voorwaarden. De voorzitter deelde mee, dat de R.K. Fa- brieksarbeidersbond te Tilburg f 5000 voor de stakers heeft uitgetrokken. Overdracht aan kerkvoogden. Gisterenochtend heeft in de Domkerk te Utrecht een samenkomst plaats gehad voor de plechtige overdracht aan kerkvoogden der Ned. Herv. gemeente te Utrecht van het in die kerk aangebrachte Noorder Transseptraam en drie vensters in de lantaarn van het koor, alle naar het ontwerp van prof. R. N. Roland Holst. Tijdens het orgelspel in het begin van de samenkomst zakte het doek weg, dat het raam bedekte en werd dit schoone kunstwerk voor de bezoekers zichtbaar. Gisteren geen schepen uitgevaren. Gisterenmorgen hadden van de IJmuider visschersvloot vijf stoomtrawlei's naar zee moeten vertrekken. Er is echter geen enkel schip uitgevaren, omdat de leden van den centralen bond van transportarbeiders weiger den op de nieuwe voorwaarden naar zee te gaan. De leden van den christelijken en den oud-katholieken bond wilden wel varen, doch er waren onder de opvarenden van de vijf boo ten slechts drie leden van deze organisatie. Jlir. Van Citters reikt den ge denkpenning uit aan H. K. H. Prinses Juliana. Dinsdag is te 's-Gravenhage de slotverga dering gehouden van het Nationaal Crisis Comité. Nadat de vergadering de rekening en ver antwoording had goedgekeurd en daarmede het dagelijksch bestuur had gedechargeerd, sprak de voorzitter, jhr. Van Citters, een slui tingsrede uit, waarin hij o. a. zeide: „Koninklijke Hoogheid, het is U bekend, dat het Comité een eenvoudige gedenkpen ning liet slaan ter uitreiking aan diegenen, die zich in den arbeid voor het Nationaal Crisis-Comité bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt. Wilt mij veroorloven, namens het bestuur U hierbij een afslag van dien penning aan te bieden. Daar staat heel eenvoudig op: „In dankbare herinnering aan uwe mede werking". „Koninklijke Hoogheid, wie zou meer aan spraak hebben op onze dankbaarheid, wiens medewerking zal blijvender dan de Uwe in onze herinnering voortleven?" De Prinses spreekt. Daarna sprak Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana ongeveer het volgende: „Volgaarne sluit ik mij aan in de eerste plaats bij den dank, welke de Voorzitter ge bracht heeft aan de leden van het Algemeen Comité om door hunne toetreding, nu vier en een half jaar geleden, de oprichting van een Nationaal Comité mogelijk te maken. „Ik denk ook met dankbaarheid aan de plaatselijke comité's en de velen, die zich daarbij aansloten om dikwijls in stilte en voor de buitenwereld haast onopgemerkt het om vangrijk werk tot uitvoering te brengen, niet minder aan allen, personen, vereenigingen of groepen, die geregeld hunne bijdrage offerden ten bate van steunbehoevenden. „In het bijzonder dank ik den voorzitter, de leden en secretarissen van het dagelijksch bestuur en ik eindig met te wijzen op de vol doening, welke ik gevonden heb in de wijze, waarop heel het Nederlandsche volk het saamhoorigheidsgevoel heeft doen spreken om den nood van de zwaarst getroffen crisis slachtoffers zooveel mogelijk te lenigen." De staat zal de Staatsspoorwegen, ter waarde van 100 millioen, in de nieuwe n.v. inbrengen tegen 10 millioen aan aandeelen. Ingediend is een ontwerp tot reorganisatie van het spoorwegbedrijf. In de memorie van toelichting zeggen de ministers van waterstaat en van financiën o.m.: In de eerste plaats heeft de crisis het ver voer, zoowel van personen als van goederen, in sterke mate doen afnemen. Daarbij komen andere moeilijkheden, welkfe zich in de jaren 19211923 in veel minder sterke mate deden gevoelen. Terwijl eenerzijds én door de internationale handelsbelemmerin gen én door de algemeene daling van het wel vaartspeil het aanbod van vervoer en goede ren sterk is geslonken, heeft zich anderzijds zoowel in den personen- als in den vracht auto een machtige concurrent ontwikkeld, dio het railverkeer uit de deels monopolistische positie van vroeger heeft verdrongen. De samenwerking van beide oorzaken heeft op de financieele uitkomsten van het spoorweg bedrijf een zeer nadeeligen invloed, welk na deel nog is vergroot door de uitbreiding, welke in de laatste jaren door het graven van kanalen aan het vervoer te water is ge geven. Nog een vierde omstandigheid moet als een van de belangrijke oorzaken van de finan cieele moeilijkheden, waarin het spoorweg bedrijf thans verkeert, vermeld worden. Da verscherpte concurrentie met de weinig kapi taalintensieve autodiensten heeft voor da spoorwegen het vraagstuk van de overkapitalisatie steeds meer accuut doen worden. In het rap port van de mrs. Van Doorninck, Van Manen en Van der Meulen is de overkapitalisatie van S.S. en H.S. op grond van te geringe afschrijvingen in vorige jaren, becijferd op 229 millioen. Het inhalen van den achterstand is tot slechts enkele millioenen guldens beperkt ge bleven en nu de productieve waarde der spoorwegen blijft dalen, is allengs een toe stand ontstaan, welke grondige herziening onvermijdelijk maakt. Hoe de regeering zich de ver betering denkt. Vooreerst is het noodig, de taak, die de spoorwegen te midden van andere verkeers middelen hebben te vervullen, opnieuw en zoo goed mogelijk te bepalen. Een objectief on derzoek daaromtrent kan slechts tot de con clusie leiden, dat, terwijl eenerzijds de spoor wegen als middel van vervoer zoowel van personen als van goederen niet kunnen worden gemist, anderzijds speciaal wat het locale en regionale vervoer betreft, passender verkeers middelen zijn ontstaan, waartegen de spoor wegen niet meer kunnen concurreeren. Moet deze conclusie er onvermijdelijk toe leiden, met de inkrimping van het bedrjjf nog verder te gaan en de organi satie op eenvoudigen grondslag in te rich ten, anderzijds zal ook het gedeelte, dat daarna overblijft, in menig opzicht verder gemoderniseerd worden en, waar moge lijk, beter moeten worden toegerust met snellere en economischer vervoermiddelen dan de meer en meer verouderende stoom treinen. Voorts zal verbetering moeten worden ge zocht in eenvoudiger en overzichtelijker con structie van het bedrijf, in bevrijding van nog overgebleven onereuze exploitatiecontracten en niet het minst ook leniger en minder ge bonden bedrijfsvoering, die een goede aan passing waarborgt aan de diensten van andere vervoersondernemingen. En eindelijk zal ook herziening in financieel opzicht niet zijn te ontgaan. Deze overwegingen hebben de regeering geleid tot de overtuiging, dat het wenschelijk is, S.S. en H.S. samen te voegen in een nieuwe N.V, De Nederlandsche Spoorwegen, tei wijl sche boeren, meer nog handelaren, er hun in trek; zij vestigden zich in wat thans de bloeiende plaatsen Simonstown, Port Elisa- beth en Grahamstown, aan of onmiddellijk nabij de kust gelegen, zijn. Dat, gezien Ijet Engelsch karakter der Regeering, in deze Plaatsen de Engelsche taal werd geb'ruikt voor het verkeer tusschen regeering eir bur gers en voor de rechtspraak, is begrijpelijk. - ?aar dat een aanslag werd gedaan op de lollandsche taal voor wat reeds toen Kaap- olonie was, is een fout, die zich, ook voor de overheerschers zeiven, bitter heeft ge roken. Daarbij komt, dat economisch het Engelsch bewind zich in nadeeligen zin voor de boeren ontwikkelde. Einde 1835, bgein 1836 bemerkte de van oorsprong Holandsche bevolking van de Kaap kolonie, dat Dr. Philip en de naar Engeland uitgeweken kapitein Stockenstroom, door de Engelsche regeering tot onder-Gouverneui bevorderd, er alle gezag in handen zouden krijgen. Dat beteekende voor hen, dat niet alleen geen bescherming, en zeker niet in de grensdictricten, zou worden verleend tegen cle Naturellen, die dit optreden der blanken niet zagen als wijs beleid, maar als zwakte, en steeds stoutmoediger werden. Het betee kende voor hen ook, gelijk de ervaring leerde, dat zjj werden berecht in een taal, die zij niet konden spreken en waaraan zij niet konden deelnemen omdat de leden der jury's En- Se'sch moesten verstaan. Het beteekende, naar zij oordeelden, een langzamer ondergang van de bedrijven, die zij met groote moeite nadden gesticht, maar het beteekende voor alles, dat zij hun vrijheid zouden verliezen. En 7, >0 kwam in het voorjaar van 1836, toen het eer daarvoor gunstig was, bij dat gedeelte der boeren, in het Noorden en Oosten van de kaapkolonie gevestigd, het besluit om te trekken. Zij wisten reeds wat trekken was; de voorvaderen van deze familiën, die uit een mengeling van talen het Afrikaansch hebben gemaakt, waren, zonder zich om de gevaren te bekommeren, reeds voortgetrokken in de streken, waar slechts Hottentotten en andere inlandsche stammen waren gevestigd. Zij lieten hun huizen, comfortabel en typisch Hollandsch ingericht in de onmiddellijke om geving van Kaapstad, uiteraard minder com fortabel naarmate men het omliggende land naderde, voor wat zij waren. Men laadde het huisraad op de groote, door ossen getrokken karren, en men ging er op uit, een onzekere toekomst tegemoet. Een gedeelte van dezen trek richtte zich naar de Oranjerivier, welks naam reeds aan den Hollandschen oorsprong van Zuid-Afrika herinnert. Tot Zoutpansberg ging men samen, daarna splitste men zich in twee groepen van elk ongeveer 50 personen. Een dezer groepen werd door de Zwarten aangevallen en op een paar kinderen na, ge heel uitgemoord. Een andere groep bereikte moeitevol de Delagoabaai, doch verkeerde ten gevolge van het verlies van alle vee in zoo- danigen toestand, dat slechts de hulp der Por- tugeesche autoriteiten hen van den honger dood kon redden. Een tweede trek, die onge veer 10.000 personen omvatte, waarbij ook de later zoo bekende President Kruger zich be vond, stond onder leiding van Hendrik Pot gieter; langs de Vetrivier trok men op de Vaal af. Men slaagde er in de Matabelen, die hier onder leiding van den reeds genoemden Moselekatse het grootste deel van het gebied bezetten, te overwinnen, men vormde tegen den stormloop der talrijke zwarte krijgers de lagers, waarbij de karren in een groote kling

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 15