Buitenlandsch Overzicht.
MditfteïlVaca!
MAAS - de aller beste ei wil bron/
DE GOUDEN
BRUG
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIER1NGEN EN ANNA PAULOWNA
ZATERDAG 13 JUNI 1930
Verbinding met geheel West-Friesland.
Van Zeeland niet geslaagd.
Naar een extra-parlementaire
regeering?
Conflict bij het Pariser
Tageblatt.
Thomas neemt afscheid van
het Lagerhuis.
Het treurige einde van een
glansrijke loopbaan.
Maarschalk Badoglio treedt af
als onderkoning van Ethiopië.
De Italianen in Abessinië.
De binnenlandsche moei
lijkheden in Frankrijk.
NEERLANDS ZUIVEL VOEDT U GOEDI
Een burgeroorlog dreigt
in China.
Het ongeluk in de Goeringstraat.
Hoe word ik snel bruin?
FEU ILLE TON.
roman van
M hanno plessen.
7764 EERSTE BLAD
COURANT
Abonnement per 8 maanden bfl vooruitbet. t Heldersche Courant 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2.—,
NederL Oost- en Weet-Indlë per zeepost 2.10, Idem per mail en overige
landen 3.20. Losse nos. 4 ct; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct.
Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.—. Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekenlng No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct.; b(J niet-contante betaling 15 ct. per regel,
minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct
per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
De onzekere toestand in de wereld. Chamberlain beweert
dat de sanctie-politiek gefaald heeft en bepleit opheffing. - De
verstrooide Joden keeren terug.
Onzekere
toestand.
De toestand in de we
reld is onzeker en don
ker. Het vertrouwen
van den mensch in den
Volkenbond en verdra
gen is ernstig geschokt en de mogendheden
weten nog niet naar welken kant zij zich
oriënteeren zullen.
Onzekerder dan op dit oogenblik is de toe
stand in Europa wellicht nooit geweest, zegt
de overzichtschrijver van de N.R.CL Wie bij
elkaar behooren en wie tegenover elkaar
staan is moeilijk nog uit te maken. En heele-
maal in het duister ligt, hoe over eenige
maanden de staten van Europa gepaard of
verdeeld zullen zijn.
Op het oogenblik ligt alles uit elkaar. Hoe
Frankrijk, Engeland, Duitschland, Italië te
genóver elkaar staan, wij weten het niet. Wfl
kunnen in Juli het front van Stresa, zooal
niet in oude glorie, dan toch in zijn oude
schijnbestaan, hersteld zien, maar wjj kunnen
ook een Duitsch-Italiaansche toenadering be
leven, waarvan de hechtheid wel even twij
felachtig zal wezen, maar die toch als „werk
hypothese" van grooten invloed zal zijn in
de Europeesche politiek. Ongeveer zooals het
drievoudig verbond van Duitschland, Oosten
rijk en Italië van vóór den oorlog.
Staat in het Westen niets vast, in Midden
Europa is het niet beter gesteld. Men zou dat,
bij navraag te Weenen kunnen vernemen.
Het moge waar zijn, dat Schuschnigg nu
weer geruststellende verzekeringen van Mus-
solini heeft gekregen, het was reeds kenmer
kend genoeg, dat hij ze noodig had. Niemand
kan Schusnigg waarborgen, dat hij er niet
over een maand weer behoefte aan zal ge
voelen; en dat hjj ze dan nog zal kunnen krij
gen. De eeuwigheid van tractaten en beloften
is nooit van korter duur geweest dan in deze
dagen. En het woord van Italië is geen brug
van beton.
Alles is in beweging, zucht het blad aan
het eind van zijn artikel, en wij vragen ons
af wanneer het zal dagen in het Oosten. De
nacht is nog geenszins voorbij.
De sanctie-
politiek heeft
gefaald.
De Britsche minister
van financiën, Neville
Chamberlain, heeft de
zer dagen in een rede
onomwonden te kennen
gegeven, dat de sanctie-
politiek gefaald heeft en hij heeft gepleit
voor opheffing van de sancties. Als de Negus
dus nog eenige hoop heeft gehad op Enge
land, zal de moed hem nu wel in de schoenen
gezakt zijn, want al sprak Chamberlain niet
namens de regeering, hfl is toch de tweede
man in het Engelsche kabinet en dus zal hij
deze dingen niet zeggen, als h(j de regeering
er door in moeilijkheden zou brengen.
Wij laten hieronder een uittreksel volgen
uit de rede van Chamberlain, waarop we hier
boven wezen.
Nog nimmer in zijn politieke loopbaan -
hadden dermate moeilijke problemen om
een oplossing gevraagd. Het conflict in
Oost-Afrika heeft geleid tot een ernstige
3 maal per dag Den Helder-
Wieringermeer - Medemblik - Hoorn -
Amsterdam.
verwijdering van elkaar van twee mo
gendheden, die zeer langen tfld goede
vrienden zijn geweest.
De politiek van collectieve veiligheid, waar
aan de regeering van harte haar steun heeft
gegeven, was naar de meening van het ka
binet te verkiezen geweest boven de oude po
litiek van bondgenootschappen. De Omstan
digheden, waaronder het conflict in Afrika
begon, leken geschikt om het nieuwe systeem
te beproeven. Wfl mogen echter niet blind
zijn voor de feiten, en moeten constateeren,
dat de politiek van collectieve veiligheid, ge
baseerd op de toepassing van sancties, mis
lukt is, niet in staat gebleken een oorlog te
voorkomen, subsidiair een oorlog te doen ein
digen.
Maar er is geen reden om, nu de politiek
van collectieve veiligheid gefaald heeft op de
wfl'ze, zooals men haar tot dusver heeft willen
uitvoeren, daarom de Volkenbondsgedachte
op te willen geven en zijn idealen te laten
varen. Wie oog heeft voor de feiten, moet er
kennen, dat den Volkenbond een taak is op
gelegd, die boven zijn krachten gaat. De
mogendheden, die deel uitmaken van den Vol
kenbond, moeten de situatie bezien en be
sluiten tot een beperking van de taak van
den Bond in de toekomst, zoo dat deze taak
in overeenstemming is met de kracht, die de
Bond kan ontwikkelen. Dat zou den Volken
bond weder den moreelen invloed, dien zij in
de wereld heeft uitte oefenen, kunnen ver
zekeren. Maar als de taak van den Bond op
deze wijze beperkt wordt, moet erkend wor
den, dat de Bond niet langer op zichzelf den
vrede in de wereld kan waarborgen.
De sanctiepolitiek impliceert het ge
vaar van oorlog. Naarmate de sancties
doeltreffender zijn, wordt het gevaar van
oorlog grooter. Is het dan niet duidelijk,
uit wat nu gebeurd is, aldus Chamberlain,
dat de mogendheden niet aan een derge
lijk gevaar mogen worden blootgesteld,
tenzij hun levensbelang bedreigd is?
Het zal verstandig zijn om de mogelijkheid
te onderzoeken, de vuurhaarden te locali-
seeren en te trachten een meer practische
methode te vinden om den vrede te verzeke
ren door regionale overeenkomsten, goed te
keuren door den Volkenbond, doch slechts te
garandeeren door die mogendheden, wier be
langen afhankelijk zijn van deze gevaarzones.
Maar welke politiek wij ook volgen om den
vrede te verzekerenzoo zeide de minister
het zal onmogelijk zijn resultaten te be
reiken, zoo onze bewapening niet op peil is.
Aan de taak deze bewapening op peil te
brengen, werkt de regeering thans met al
haar kracht.
De oppositie betoogt, dat deze politiek tot
oorlog moet leiden. Dat is een onbehoorlijk
verwijt. Zien wij naar Europa, Afrika en Azië,
dan is dat voldoende om te beseffen, dat,
wanneer Engeland zijn rechtmatige belangen
wenscht te handhaven, onze weerkracht vol
doende moet zijn.
De Joodsche
tragedie.
In den Bijbel komt een
profetie voor, waarin
gezegd wordt dat het
Joodsche volk weer het
land der vaderen zal be
zitten en wie acht geeft op de teekenen van
den tijd, die ziet deze profetie in vervulling
gaan, want al is het waar dat nog tien
duizenden Joden verspreidt over de wereld
leven, er is een terugkeer naar Palestina,
zooals we die in de geschiedenis niet kennen.
De oorzaken daarvan zullen we op het oogen
blik niet nagaan, die zijn bekend. Ze zijn uit
gedreven en nu is het meest tragische dat ze
in het land der vaderen niet met vreugde ont
vangen worden. Integendeel, wie de nieuws
berichten volgt weet dat de Arabische on
lusten in Palestina het gevolg zijn van de
ontevredenheid der Arabieren over de Jood
sche imigratie.
De N.R.Crt. schreef dezer dagen:
Het tafereel is ontzaglijk tragisch: Joden,
uit de verstrooiing te samen opgedreven, aan
kloppend aan de poorten van het oude tehuis,
en daartegenover van dat tehuis, in verzet
tegen hen, die zij om hun capaciteiten, hun
talrijkheid, hun hulpmiddelen en het vreemde
in hun wezen vreezen. Zij weigerden degenen,
die de bedoeling hebben hun medebewoners
te zijn, maar die, door de kracht der feiten,
onweerstaanbaar de hoofdbewoners dreigen
te worden van hun land. Het is een vorm van
botsing, zoo ondenkbaar vreemd, als slechts
uit de ondenkbaar vreemde geschiedenis van
Israël kon ontstaan. De gevoelens van beide
partijen kan men begrijpen, gevoelens nog
weer gecompliceerd door de reacties van een,
in zijn rustig en gemakzuchtig, elementair
conservatisme opgeschrikt volk, gelijk de
Arabieren van Palestina waren.
De terugkomst der verstrooide Joden, in
een breeden stroom, het is een schouwspel
bovendien, zooals de film ons vertoont, als zij
teruggedraaid wordt. Uiteengevallen stukken
vereenigen zich tot het oude geheel!
De gevolgen van dit historisch wondertafe-
reel heeft Engeland nu te administreeren.
Geen gemakkelijke taak.
Van Zeeland heeft tot één uur Donderdag
middag zijn onderhandelingen voor de samen
stelling van het nieuwe kabinet voortgezet.
Het werd echter geleidelijk meer en meer
waarschijnlijk, dat hij tengevolge van zekere
eischen, door de sociaal-democraten gesteld,
die onder meer zes portefeuilles voor hun
partij in bet nieuwe kabinet opeischten, in zijn
taak van kabinetsformatie niet zou slagen.
Om kwart over één begaf van Zeeland zich
naar het koninklijk paleis, waar hij tot half
drie met den koning in gesprek bleef.
Na dit onderhoud heeft van Zeeland ons het
volgende verklaard:
Ik heb den koning verzocht de mij gegeven
opdracht' tot samenstelling van een nieuwe
regeering te willen terugnemen.
De moeilijkheden, welke ik heb ontmoet,
betreffen minder het programma dan de ver
deeling van de portefeuilles. Ik deed wat ik
kon, maar op zekere eischen heb ik gemeend
niet te kunnen ingaan.
In officieuze kringen blijkt men thans zeer
ernstig aan de samenstelling van een extra
parlementaire regeering te denken.
Nieuw blad onder leiding
van Bernhardt opgericht.
Het „Journal des Débats" meldt dat zich
bij het „Pariser Tageblatt" een merkwaardig
incident heeft voorgedaan. Dit orgaan wordt
door Duitsche vluchtelingen uitgegeven en
staat onder leiding van Georg Bernhardt, den
bekenden journalist en schrijver. De eigenaar
van het blad, een Rus, heeft Bernhardt op
plompe wijze ontslagen en vervangen door
iemand die geneigd zou zijn de Hitleriaansche
politiek te begunstigen.
De medewerkers van Bernhardt hebben zich
aan diens zijde geschaard en zullen met ingang
van morgen een orgaan publiceeren, dat ana
loog is aan het „Pariser Tageblatt", zooals dat
tot nu toe was.
Het was een tooneel vol dramatische span
ning, dat zich Donderdagmiddag in het La
gerhuis afspeelde, schrijft de Londensche cor
respondent van „De Telegraaf", toen de voor
malige minister van Koloniën J. H. Thomas,
na een persoonlijke verklaring te hebben af
gelegd, waarin hfl zijn voornemen aankondig
de om ook onmiddellijk als lid van het par
lement af te treden, zich moeizaam van zijn
zetel verhief en, na een buiging voor den
voorzitter te, hebben gemaakt, met sleepen
den tred 's lands vergaderzaal verliet, waar
hij zijn triomfen als politicus had gevierd en
waar hij nu het uur van zijn diepste vernede
ring had beleefd. Een schrijnend moment,
dit tragische beeld van het einde van een
politieke carrière.
Een sympathiek gemurmel van „hear,
hear", dat van alle zijden van het Huis op
klonk, deed Thomas uitgeleide. Wel zeer
stond in dit contrast met de doodsche stilte,
waaronder enkele minuten later sir Alfred
Butt, die eveneens zijn Lagerhuiszetel heeft
opgegeven, op soortgelijke wijze zijn uittocht
deed. Wat Thomas ook moge hebben mis
daan niemand vóelde de neiging in zich op
komen om, zooals de premier Baldwin later
zoo juist zeide, „dit bittere uur nog bitter
der voor hem te maken."
Het was een overvol Lagerhuis, waarvan
de leden tot in de uiterste hoeken waren sa
mengedrongen, dat zich deze aangrijpende
slotscène van het begrootingslekdrama af
speelde. Enkele minuten voor het einde van
den vragentijd kwam Thomas binnen en nam
plaats op de tweede bank aan de regeerings-
zijde aan den anderen kant van het gang
pad, dat de ministerieele banken van het vol
gende blok scheidt, van welke plaats reeds
zoo vele demissionnaire ministers vóór hem
de redenen voor het opgeven van hun be
windsfunctie hebben uiteengezet. Een half
jaar geleden stond hier Sir Samuel Hoare,
wiens rehabilitatie als minister juist dezer
dagen haar beslag krijgt. Voor Thomas is er
geen rehabilitatie meer. Wel diep scheen h(j
hiervan doordrongen, toen hij zijn zorgvuldig
getypte verklaring ontvouwde en deze met
duidelijke, maar omfloerste stem langzaam
begon voor te lezen.
„Ik kan alleen zeggen," besloot Thomas
met een stem die van ontroering trilde, dat
geen woorden in dit debat mij meer kunnen
wonden dan ik gewond ben. Niets kan ooit
gezegd worden, dat mij meer zal vernederen,
dan ik reeds vernederd ben."
Door de open vensters in het daggedeelte
weerklonk de Big Ben, die het uur van vier
sloeg. In de gespannen stilte van de zaal vie
len zijn slagen als die van een onafwendbaar
noodlot. In deze beklemmende sfeer uitte
Thomas zijn laatste woorden: „Doch ik kan
ten minste gaan tot één, die al mijn beproe
vingen en al mijn triomfen heeft gedeeld en
die steeds nog in mij gelooft in dit donker
ste uur van mijn leven."
Op de gereserveerde tribune luisterde me
vrouw Thomas naar de gevoelvolle woorden
aan haar adres gericht. Toen trok Thomas
zich terug. Westminster, waar hij gedurende
27 jaar een leidende rol speelde, zal hem niet
meer terugzien.
Maarschalk Badoglio heeft den Duce ver
zocht hem te ontlasten van zijn functie van
onderkoning van Ethiopië, teneinde zonder
verwfll zijn werkzaamheid als chef van den
generalen staf te kunnen hervatten.
Mussolini heeft dit verzoek ingewilligd,
waarbij hjj den maarschalk meedeelde, dat het
den koning behaagd heeft, Badoglio te benoe
men tot Hertog van Addis Abeba. Maarschalk
Graziani zal Badoglio als onderkoning opvol
gen.
Abessflnsche troepen In de bergen.
De Daily Herald heeft een onderhoud gehad
met Heroey, den Abessflnschen minister van
buitenlandsche zaken, thans te Londen, die het
volgende zeide:
De oorlog gaat door. Abessinië is nog niet
veroverd. Wanneer wfl vrede vragen doen wfl
dat niet aan de Italianen, maar aan de recht
vaardigheid van den Volkenbond. Wfl laten de
rechtvaardigheid van onze zaak in de handen
van onze medeleden van den Volkenbond.
Abessinië zal zijn plaats te Genève als een
niet-veroverd land blijven Innemen.
Door den Soedan wordt de verbinding in
stand gehouden met de regeering te Gore.
Onder regentschap van Bitwoded Walar Tsa-
dik heeft de regeering het heft nog in handen,
van Gore uit en verder het Westen in. Van
daar zal nieuwe tegenstand worden georgani
seerd.
De legers, die de frontlinie vormden in het
Noorden, zijn de Westelijke bergen ingetrok
ken. Reeds heeft de regeering 10.000 man wei-
bewapende en vastberaden krijgers bijeen in
het land rondom Gore. In het Zuiden beschikt
ras Desta over 15.000 man, die zich onder z(jn
bevelen hebben geschaard. De verspreide troe
pen uit Ogaden worden geleidelijk opnieuw
bijeengebracht. De regentijd is begonnen. Het
zal moeilijk zijn voor de beide hoofdlegers
bijeen te komen en een concentratie tot stand
te brengen van de troepen, die onder de ver
schillende generaals en stamhoofden staan. De
rivieren zijn woeste stroomen geworden en de
bergpassen zijn onbegaanbaar, maar de regens
hebben ook de Italianen tot bewegingloosheid
gedoemd.
De Italiaansche vliegtuigen zijn hulpeloos,
aangezien de regenwolken laag boven de ber
gen hangen. De wegen zijn onbruikbaar en
expedities naar het binnenland zijn onmoge
lijk. Zij zijn gevangen in hun eigen garni
zoenen.
Tegen October, wanneer de regens voorbij
zijn, zullen de Abessijnsche legers gereorgani
seerd zijn en zal de tegenstand opnieuw los
breken. Het zal een bergoorlog worden.
De omvang der stakingen is moeilijk
te overzien.
De omvang, die de stakingen thans in Parijs
en in de provincie aannemen, is moeilijk te
overzien. De berichten, die uit de verschillende
stakingscentra binnenkomen, spreken elkaar
voortdurend tegen. Dit is in hoofdzaak te
wijten aan de omstandigheid, dat in vele be
drijven de arbeiders kort na het hervatten van
het werk, toch weer in staking gaan. Zeker is
het, dat in Parijs in het hotel-, café- en
restaurantbedrijf de algemeene staking is af
gekondigd, en dat reeds de meeste restaurants
in het centrum van Parijs zijn gesloten. In het
Noorden schijnt in vele bedrijven het werk te
z(jn hervat.
De kans op het uitbreken van een burger,
oorlog meldt Reuter uit Sjanghai, wordt
steeds grooter. De voorhoede der Zuidelijke
troepen rukt naar het Noorden op. De regee
ring te Nanking heeft inderhaast troepen en
vliegtuigen naar Sjanghai gezonden.
In officieele kringen te Sjanghai wordt
ontkend, dat Tsjentsjou door de Zuidelijken
zou zijn genomen, zooals door de Japanners
wordt beweerd. In welingelichte kringen is
men van meening, dat Nanking tenslotten den
vrede zal koopen door financieele en politiek#
concessies, die een verzwakking van de cen
trale regeering tot gevolg zullen hebben.
Britsche kanonneerbooten naar
Kanton.
De Britsche kanonneerbooten „Cieala" en
„Tarantula" hebben bevel gekregen van
Hongkong naar Kanton op te stoomen om d#
veiligheid der daar wonende Britsche onder
danen te verzekeren.
Een hernieuwde oproep van Tsjiang
Kal-sjek tot vrede.
Tsjiang Kai-sjek heeft nogmaals een beroep
op Tsjeng Tsji-tang gedaan om een einde aan
de mobilisatie te maken, in afwachting van
de besluiten van het centrale executieve
comité. De ernst van den toestand, met het
oog op het opdringen van de zijde der Japan
ners, maakt een nationale eenheid noodigfe
aldus Tsjiang Kai-sjek.
Reuter meldt echter uit Kanton, dat de mili
taire leiders aldaar, dit beroep hebben afge
wezen.
Ook in andere provincies zijn d#
zuideljjke legers opgemarcheerd.
De hoop om een burgeroorlog te vermflden
vermindert met den dag. Tien divisies uit
Nanking zijn thans op weg naar Hoenan en
de drie naburige provincies, terwijl bevestigd
wordt, dat de zuidelijke troepen geheel Zuid-
Hoenan bezet houden. De onderhandelingen*
zoo zegt men, zullen tot op het laatste oogen
blik worden voortgezet, ondanks de afwijzing
van het beroep van Tsjiang Kai-sjek, maar
indien ze uiteindelijk mochten afspringen, zal
Nanking in ieder geval trachten Tsjang-sja,
de hoofdstad en sleutel van Hoenan, bezet t#
houden. Men koestert nog eenige hoop, om
Kwantoeng van Kwang-sji, het uitgangspunt
van de militaire actie, los te maken door mid
del van een groote financieele concessie.
Donderdagmiddag is minister Goebbels als
getuige gehoord in het proces wegens het on
geluk in den ondergrondschen spoorweg in d#
Hermann Goeringstrasse te Berlijn. De mini
ster zeide dat hij den bouw vaak bezocht
had en daarbij den indruk gekregen had dat
met eenig gebrek aan verantwoordelijkheids
gevoel gewerkt werd. Verscheidene keeren
heb ik de betrokken autoriteiten op de m.i,
bestaande fouten gewezen. Als leek op zuiver
bouwkundig gebied kon ik echter geen
bepaalde voorschriften geven.
Het verhoor werd hier tot 5 uur onderbro
ken.
Door AMILDA-zonnebruincrême krijgt Uw
gelaat, armen en hals direct een gezond,
sportlef bruine teint, die tevens volkomen
beschermt tegen zonnebrand.
Flacon 90 ct. Tube 60 ct. Doos 50 en25ct,
45)
Renate glimlacht.
Graaf Royter verzet zich tegen de ontroe-
welke zich van hem meester maakt bij
^et aanschouwen van deze kleine, moedig
lachende vrouw, in wier teere, van geest be
delde trekken zich de gelijkenis van vele ge
neraties openbaart. Hij reinigt eenigszins ver
strooid het glas van zijn monocle.
..Welnu, sper je ooren maar open: Eerst
heb ik mijn oordeel over de symphonie ge-
j-cestst aan die van mijn vriend Berlinger.
°u, en die was er zoo totaal weg van, dat
stante pede naar de Philharmonie is ge-
*endEnfin, om kort te gaan, het stuk is
^"genomen en zal reeds in het komende Mei-
hcert worden uitgevoerd".
„Ach, oom... wat is dat heerlijk..." Heel
zachtjes komt het over de lippen van Renate,
terwijl zij den ouden heer stralend aanziet.
„Ja, kind, het doet me zelf ook buitenge
woon genoegen... Zorg er dus maar voor, dat
die monsieur Vonberg zich zoo spoedig moge
lijk met directeur Seeger in verbinding stelt
Maar wfl tweeën drinken nu eerst eens gezel
lig een glas Tokayer..."
Renate's bezoek aan de woning van de
familie Royter duurt veel langer dan den
buiten in de kou wachtenden Gabriel Schwar-
zer lief is. En juist hier, in deze deftige wijk,
bevindt zich geen enkele van die gezellige
Weensche café's welke zich zoo bij uitstek
leenen om degeen, die h(j volgt, in het oog te
houden. Hfl' steekt juist min of meer wan
hopig zijn achtste sigaret op. als mevrouw
Lien. eindelijk verschijnt.
Lachend steekt zij de straat over, loopt
regelrecht op den detective toe en reikt hem
stralend de hand.
„Dag meneer Schwarzer..."
De aangesprokene weet niet, wat hem over
komt. Hij laat zijn sigaret vallen en staart
Renate aan, te verbaasd om een woord over
zijn lippen te brengen. Deze echter zegt
vroolijk:
,,Ik stel voor om den terugweg samen te
doen. U heeft moeite genoeg gehad om me
op de hielen te blijven. Ik meen uw zware
taak, waarvan u zich zoo trouw hebt ge
kweten, nu wel wat te mogen verlichten".
Schwarzer drukt Renate's hand met het
zelfde enthousiasme, waarmee hij verzekert:
„Ik heb van het begin af gezien, dat u de
voortreffelijkste vrouw van de wereld bent".
„Daarvoor bent u ook de be emde detec
tive met den scherpen blik", i agt Renate,
terwijl ze opgewekt vervolgt: En nu gaan
we naar Sacher. Daar laten we ons een uit
stekend maal klaar maken. Dat hebben we
toch wel verdiend, waar?"
Schwarzer knikt enthousiast, zooals hfl
trouwens alles zonder tegenspraak bevestigt,
wat Renate in haar uitgelaten stemming be
weert of voorstelt.
Als dan na het middagmaal de koffie ge
serveerd is ,zegt Renate, plotseling ernstig:
„U kunt uw vriend Szartossy het volgende
meedeelen: Ik heb via mijn oom, graaf Royter
en door bemiddeling van diens vriend, baron
Berlinger, die intendant van de Staatsopera
is, Vonberg's symphonie het bestuur van het
Philharmonisch Orkest doen toekomen. Daar
vóór echter heb ik mij in Dresden op de
hoogte gesteld van het oordeel van den
bekenden dirigent, Ernst Rung en deze was
een en al lof. Nu is de symphonie aange
nomen. Ik zal meneer Vonberg van een en
ander in kennis stellen..."
„Mevrouw, ik voel me werkelijk verlegen...
De wijze, waarop u mij te verstaan gaf, dat
u reeds lang van mijn taak op de hoogte was,
doet mfl weliswaar de hoop koesteren, dat
vriend Szartossy's goede bedoelingen ten op
zichte van u niet in twijfel worden getrokken,
maar desondanks weet ik nu niet, of u geen
aanstoot neemt aan mijn daardoor noodzake
lijk geworden inmenging, als... ik bedoel, om
dat..."
„Maakt u zich daarover maar niet onge
rust, meneer Schwarzer. Laat het u genoeg
zijn, als ik u verzeker, dat ik Stefan Szar
tossy's bezorgdheid voor mij op de juiste
waarde weet te schatten. En dat ik mij uw
achtervolging als die van een trouwen be
schermengel, gaarne heb laten welgevallen,
heb ik immers bewezen. Het is noodig, dat u
een en ander weet... en als ik bepaalde details
voor u verborgen wilde houden, zou dat dom
en kinderachtig zijn. Ik ben tenslotte een
vrouw, die het leven kent, oud en ervaren
genoeg om te weten wat nuttig en noodig is,
een vrouw van over de veertig..."
„Een koningin bent u...", ontglipt het
Gabriel Schwarzer. En nu hij dit eenmaal ge
zegd heeft, is er ook geen houden meer aan.
Hij moet zijn vereering onder woorden bren
gen, zijn vereering voor de vrouw in haar
meest idealen vorm. Zijn beroep heeft hem
meestal in aanraking gebracht met den zelf-
kan van het leven. Voor het eerst ontmoet hij
hier den zielenadel in zijn smettelooze rein
heid...
Renate laat hem rustig uitspreken. Als hij
eindelijk een pauze maakt in zjjn huldebetui
ging zegt ze met een fjjn glimlachje:
„Een koningin ben ik toch heusch" niet.
Slechts een zeer eenvoudige... bruggenbouw-
ster, die een brug van wederzijds begrijpen
slaat van mensch tot mensch. En aangezien
men nu eenmaal niet kan bouwen, zoolang
het puin niet is weggeruimd, was deze reis,
waarop u mijn trouwe Ekkehart bent ge
weest, noodzakelijk. Ik dank u daarvoor. En
nogmaals: schrijft u vooral aan Stefan Szar
tossy. Schrijf hem alles. Ook dat en hoe wfl
elkaar hebben ontmoet en ons hebben uitge
sproken".
„Ik zal het hem liever telefoneeren".
„Net zoo u wilt... maar nu is mfln tfld
helaas om. Ik moet terug maar m'n hotel".
„Mag ik u vergezellen...?"
„Nee... liever niet... ik verwacht namelflk
bezoek... een familielid, de Jonge barones
Geitier-Hattorf
Gabriel Schwarzer weet genoeg en Renate
Lien verlaat het restaurant om aan de brug,
die zij voor Sylvester Vonberg bouwt, den
sluitsteen toe te voegen. Den sluitsteen, waar
door z)j eerst haar draagkracht zal ver
krijgen
Den geheeien middag brengen Johanna en
Renate tezamen door; zjj zeggen elkaar din
gen, welke men slechts met z'n beiden kan
bespreken en ook dan nog maar met halve
woorden. Zoo komt het, dat de beide vrouwen
ook eigenlijk niet zoo heel veel praten. Korte
aanduidingen zijn reeds voldoende... een enkel
gebaar... af en toe een blik... Zij begrijpen
elkaar onmiddellijk tot in de kleinste bijzon
derheden.
De avond is reeds gevallen, als Johanna
eindelflk van de lage poef, waarop zfl heeft
plaats genomen, opstaat.
„Hartelflk dank, Renate..."
„Dank...? Waarvoor...?"
„Wat je voor me gedaan hebt, is..."
„Nee, nee Johanna, je vergist je. Ik heb
niets voor je gedaan... ook voor mezelf niet.
Wat ik gedaan heb, was vanzelfsprekend.
dat moest ik doen... van binnen uit... een*
voudig volgens het gebod van m'n natuur"*
„Ja, Renate... Jfl bent, zooals je zfln moei.
Dat is het. Eenvoudig noem je het mfl
schflnt het wonderbaarlijk. Maar ik geloof,
dat er elgenlflk geen woord bestaat, dat ooit
het wezen van den mensch volkomen kan
weergeven... In zulke gevallen is onze taal
dat wat zich binnen in den mensch bevindt,
dkt, wat pfln doet... dé&rdoor leeft men im
mers en dringt tot je bewustzijn door, dat
men leeft
arm... Noem het 't hart of noem het de ziel,
„Het is goed, dat je dat inziet, Johanna.
Je zult dat besef noodig hebben. Het huwelijk
met den kunstenaar beteekent geen eeuwigen
Zondag. Het kent, als geen ander, naast on
vergelijkelijk mooie uren ook tallooze, die
slechts van strfld vervuld zfln. Het stelt, vóór
alles, zeer hooge eischen aan het zielsbegrtp
van de vrouw".
In een plotselinge impuls werpt Johanna
zich aan Renate's hals.
(Slot volgt.)