Buitenlandsch Overzicht. MditfteïlVaca! MAAS - de aller beste ei wil bron/ DE GOUDEN BRUG NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIER1NGEN EN ANNA PAULOWNA ZATERDAG 13 JUNI 1930 Verbinding met geheel West-Friesland. Van Zeeland niet geslaagd. Naar een extra-parlementaire regeering? Conflict bij het Pariser Tageblatt. Thomas neemt afscheid van het Lagerhuis. Het treurige einde van een glansrijke loopbaan. Maarschalk Badoglio treedt af als onderkoning van Ethiopië. De Italianen in Abessinië. De binnenlandsche moei lijkheden in Frankrijk. NEERLANDS ZUIVEL VOEDT U GOEDI Een burgeroorlog dreigt in China. Het ongeluk in de Goeringstraat. Hoe word ik snel bruin? FEU ILLE TON. roman van M hanno plessen. 7764 EERSTE BLAD COURANT Abonnement per 8 maanden bfl vooruitbet. t Heldersche Courant 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2.—, NederL Oost- en Weet-Indlë per zeepost 2.10, Idem per mail en overige landen 3.20. Losse nos. 4 ct; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct. Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.—. Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekenlng No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct per regel, minimum 40 ct.; b(J niet-contante betaling 15 ct. per regel, minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct De onzekere toestand in de wereld. Chamberlain beweert dat de sanctie-politiek gefaald heeft en bepleit opheffing. - De verstrooide Joden keeren terug. Onzekere toestand. De toestand in de we reld is onzeker en don ker. Het vertrouwen van den mensch in den Volkenbond en verdra gen is ernstig geschokt en de mogendheden weten nog niet naar welken kant zij zich oriënteeren zullen. Onzekerder dan op dit oogenblik is de toe stand in Europa wellicht nooit geweest, zegt de overzichtschrijver van de N.R.CL Wie bij elkaar behooren en wie tegenover elkaar staan is moeilijk nog uit te maken. En heele- maal in het duister ligt, hoe over eenige maanden de staten van Europa gepaard of verdeeld zullen zijn. Op het oogenblik ligt alles uit elkaar. Hoe Frankrijk, Engeland, Duitschland, Italië te genóver elkaar staan, wij weten het niet. Wfl kunnen in Juli het front van Stresa, zooal niet in oude glorie, dan toch in zijn oude schijnbestaan, hersteld zien, maar wjj kunnen ook een Duitsch-Italiaansche toenadering be leven, waarvan de hechtheid wel even twij felachtig zal wezen, maar die toch als „werk hypothese" van grooten invloed zal zijn in de Europeesche politiek. Ongeveer zooals het drievoudig verbond van Duitschland, Oosten rijk en Italië van vóór den oorlog. Staat in het Westen niets vast, in Midden Europa is het niet beter gesteld. Men zou dat, bij navraag te Weenen kunnen vernemen. Het moge waar zijn, dat Schuschnigg nu weer geruststellende verzekeringen van Mus- solini heeft gekregen, het was reeds kenmer kend genoeg, dat hij ze noodig had. Niemand kan Schusnigg waarborgen, dat hij er niet over een maand weer behoefte aan zal ge voelen; en dat hjj ze dan nog zal kunnen krij gen. De eeuwigheid van tractaten en beloften is nooit van korter duur geweest dan in deze dagen. En het woord van Italië is geen brug van beton. Alles is in beweging, zucht het blad aan het eind van zijn artikel, en wij vragen ons af wanneer het zal dagen in het Oosten. De nacht is nog geenszins voorbij. De sanctie- politiek heeft gefaald. De Britsche minister van financiën, Neville Chamberlain, heeft de zer dagen in een rede onomwonden te kennen gegeven, dat de sanctie- politiek gefaald heeft en hij heeft gepleit voor opheffing van de sancties. Als de Negus dus nog eenige hoop heeft gehad op Enge land, zal de moed hem nu wel in de schoenen gezakt zijn, want al sprak Chamberlain niet namens de regeering, hfl is toch de tweede man in het Engelsche kabinet en dus zal hij deze dingen niet zeggen, als h(j de regeering er door in moeilijkheden zou brengen. Wij laten hieronder een uittreksel volgen uit de rede van Chamberlain, waarop we hier boven wezen. Nog nimmer in zijn politieke loopbaan - hadden dermate moeilijke problemen om een oplossing gevraagd. Het conflict in Oost-Afrika heeft geleid tot een ernstige 3 maal per dag Den Helder- Wieringermeer - Medemblik - Hoorn - Amsterdam. verwijdering van elkaar van twee mo gendheden, die zeer langen tfld goede vrienden zijn geweest. De politiek van collectieve veiligheid, waar aan de regeering van harte haar steun heeft gegeven, was naar de meening van het ka binet te verkiezen geweest boven de oude po litiek van bondgenootschappen. De Omstan digheden, waaronder het conflict in Afrika begon, leken geschikt om het nieuwe systeem te beproeven. Wfl mogen echter niet blind zijn voor de feiten, en moeten constateeren, dat de politiek van collectieve veiligheid, ge baseerd op de toepassing van sancties, mis lukt is, niet in staat gebleken een oorlog te voorkomen, subsidiair een oorlog te doen ein digen. Maar er is geen reden om, nu de politiek van collectieve veiligheid gefaald heeft op de wfl'ze, zooals men haar tot dusver heeft willen uitvoeren, daarom de Volkenbondsgedachte op te willen geven en zijn idealen te laten varen. Wie oog heeft voor de feiten, moet er kennen, dat den Volkenbond een taak is op gelegd, die boven zijn krachten gaat. De mogendheden, die deel uitmaken van den Vol kenbond, moeten de situatie bezien en be sluiten tot een beperking van de taak van den Bond in de toekomst, zoo dat deze taak in overeenstemming is met de kracht, die de Bond kan ontwikkelen. Dat zou den Volken bond weder den moreelen invloed, dien zij in de wereld heeft uitte oefenen, kunnen ver zekeren. Maar als de taak van den Bond op deze wijze beperkt wordt, moet erkend wor den, dat de Bond niet langer op zichzelf den vrede in de wereld kan waarborgen. De sanctiepolitiek impliceert het ge vaar van oorlog. Naarmate de sancties doeltreffender zijn, wordt het gevaar van oorlog grooter. Is het dan niet duidelijk, uit wat nu gebeurd is, aldus Chamberlain, dat de mogendheden niet aan een derge lijk gevaar mogen worden blootgesteld, tenzij hun levensbelang bedreigd is? Het zal verstandig zijn om de mogelijkheid te onderzoeken, de vuurhaarden te locali- seeren en te trachten een meer practische methode te vinden om den vrede te verzeke ren door regionale overeenkomsten, goed te keuren door den Volkenbond, doch slechts te garandeeren door die mogendheden, wier be langen afhankelijk zijn van deze gevaarzones. Maar welke politiek wij ook volgen om den vrede te verzekerenzoo zeide de minister het zal onmogelijk zijn resultaten te be reiken, zoo onze bewapening niet op peil is. Aan de taak deze bewapening op peil te brengen, werkt de regeering thans met al haar kracht. De oppositie betoogt, dat deze politiek tot oorlog moet leiden. Dat is een onbehoorlijk verwijt. Zien wij naar Europa, Afrika en Azië, dan is dat voldoende om te beseffen, dat, wanneer Engeland zijn rechtmatige belangen wenscht te handhaven, onze weerkracht vol doende moet zijn. De Joodsche tragedie. In den Bijbel komt een profetie voor, waarin gezegd wordt dat het Joodsche volk weer het land der vaderen zal be zitten en wie acht geeft op de teekenen van den tijd, die ziet deze profetie in vervulling gaan, want al is het waar dat nog tien duizenden Joden verspreidt over de wereld leven, er is een terugkeer naar Palestina, zooals we die in de geschiedenis niet kennen. De oorzaken daarvan zullen we op het oogen blik niet nagaan, die zijn bekend. Ze zijn uit gedreven en nu is het meest tragische dat ze in het land der vaderen niet met vreugde ont vangen worden. Integendeel, wie de nieuws berichten volgt weet dat de Arabische on lusten in Palestina het gevolg zijn van de ontevredenheid der Arabieren over de Jood sche imigratie. De N.R.Crt. schreef dezer dagen: Het tafereel is ontzaglijk tragisch: Joden, uit de verstrooiing te samen opgedreven, aan kloppend aan de poorten van het oude tehuis, en daartegenover van dat tehuis, in verzet tegen hen, die zij om hun capaciteiten, hun talrijkheid, hun hulpmiddelen en het vreemde in hun wezen vreezen. Zij weigerden degenen, die de bedoeling hebben hun medebewoners te zijn, maar die, door de kracht der feiten, onweerstaanbaar de hoofdbewoners dreigen te worden van hun land. Het is een vorm van botsing, zoo ondenkbaar vreemd, als slechts uit de ondenkbaar vreemde geschiedenis van Israël kon ontstaan. De gevoelens van beide partijen kan men begrijpen, gevoelens nog weer gecompliceerd door de reacties van een, in zijn rustig en gemakzuchtig, elementair conservatisme opgeschrikt volk, gelijk de Arabieren van Palestina waren. De terugkomst der verstrooide Joden, in een breeden stroom, het is een schouwspel bovendien, zooals de film ons vertoont, als zij teruggedraaid wordt. Uiteengevallen stukken vereenigen zich tot het oude geheel! De gevolgen van dit historisch wondertafe- reel heeft Engeland nu te administreeren. Geen gemakkelijke taak. Van Zeeland heeft tot één uur Donderdag middag zijn onderhandelingen voor de samen stelling van het nieuwe kabinet voortgezet. Het werd echter geleidelijk meer en meer waarschijnlijk, dat hij tengevolge van zekere eischen, door de sociaal-democraten gesteld, die onder meer zes portefeuilles voor hun partij in bet nieuwe kabinet opeischten, in zijn taak van kabinetsformatie niet zou slagen. Om kwart over één begaf van Zeeland zich naar het koninklijk paleis, waar hij tot half drie met den koning in gesprek bleef. Na dit onderhoud heeft van Zeeland ons het volgende verklaard: Ik heb den koning verzocht de mij gegeven opdracht' tot samenstelling van een nieuwe regeering te willen terugnemen. De moeilijkheden, welke ik heb ontmoet, betreffen minder het programma dan de ver deeling van de portefeuilles. Ik deed wat ik kon, maar op zekere eischen heb ik gemeend niet te kunnen ingaan. In officieuze kringen blijkt men thans zeer ernstig aan de samenstelling van een extra parlementaire regeering te denken. Nieuw blad onder leiding van Bernhardt opgericht. Het „Journal des Débats" meldt dat zich bij het „Pariser Tageblatt" een merkwaardig incident heeft voorgedaan. Dit orgaan wordt door Duitsche vluchtelingen uitgegeven en staat onder leiding van Georg Bernhardt, den bekenden journalist en schrijver. De eigenaar van het blad, een Rus, heeft Bernhardt op plompe wijze ontslagen en vervangen door iemand die geneigd zou zijn de Hitleriaansche politiek te begunstigen. De medewerkers van Bernhardt hebben zich aan diens zijde geschaard en zullen met ingang van morgen een orgaan publiceeren, dat ana loog is aan het „Pariser Tageblatt", zooals dat tot nu toe was. Het was een tooneel vol dramatische span ning, dat zich Donderdagmiddag in het La gerhuis afspeelde, schrijft de Londensche cor respondent van „De Telegraaf", toen de voor malige minister van Koloniën J. H. Thomas, na een persoonlijke verklaring te hebben af gelegd, waarin hfl zijn voornemen aankondig de om ook onmiddellijk als lid van het par lement af te treden, zich moeizaam van zijn zetel verhief en, na een buiging voor den voorzitter te, hebben gemaakt, met sleepen den tred 's lands vergaderzaal verliet, waar hij zijn triomfen als politicus had gevierd en waar hij nu het uur van zijn diepste vernede ring had beleefd. Een schrijnend moment, dit tragische beeld van het einde van een politieke carrière. Een sympathiek gemurmel van „hear, hear", dat van alle zijden van het Huis op klonk, deed Thomas uitgeleide. Wel zeer stond in dit contrast met de doodsche stilte, waaronder enkele minuten later sir Alfred Butt, die eveneens zijn Lagerhuiszetel heeft opgegeven, op soortgelijke wijze zijn uittocht deed. Wat Thomas ook moge hebben mis daan niemand vóelde de neiging in zich op komen om, zooals de premier Baldwin later zoo juist zeide, „dit bittere uur nog bitter der voor hem te maken." Het was een overvol Lagerhuis, waarvan de leden tot in de uiterste hoeken waren sa mengedrongen, dat zich deze aangrijpende slotscène van het begrootingslekdrama af speelde. Enkele minuten voor het einde van den vragentijd kwam Thomas binnen en nam plaats op de tweede bank aan de regeerings- zijde aan den anderen kant van het gang pad, dat de ministerieele banken van het vol gende blok scheidt, van welke plaats reeds zoo vele demissionnaire ministers vóór hem de redenen voor het opgeven van hun be windsfunctie hebben uiteengezet. Een half jaar geleden stond hier Sir Samuel Hoare, wiens rehabilitatie als minister juist dezer dagen haar beslag krijgt. Voor Thomas is er geen rehabilitatie meer. Wel diep scheen h(j hiervan doordrongen, toen hij zijn zorgvuldig getypte verklaring ontvouwde en deze met duidelijke, maar omfloerste stem langzaam begon voor te lezen. „Ik kan alleen zeggen," besloot Thomas met een stem die van ontroering trilde, dat geen woorden in dit debat mij meer kunnen wonden dan ik gewond ben. Niets kan ooit gezegd worden, dat mij meer zal vernederen, dan ik reeds vernederd ben." Door de open vensters in het daggedeelte weerklonk de Big Ben, die het uur van vier sloeg. In de gespannen stilte van de zaal vie len zijn slagen als die van een onafwendbaar noodlot. In deze beklemmende sfeer uitte Thomas zijn laatste woorden: „Doch ik kan ten minste gaan tot één, die al mijn beproe vingen en al mijn triomfen heeft gedeeld en die steeds nog in mij gelooft in dit donker ste uur van mijn leven." Op de gereserveerde tribune luisterde me vrouw Thomas naar de gevoelvolle woorden aan haar adres gericht. Toen trok Thomas zich terug. Westminster, waar hij gedurende 27 jaar een leidende rol speelde, zal hem niet meer terugzien. Maarschalk Badoglio heeft den Duce ver zocht hem te ontlasten van zijn functie van onderkoning van Ethiopië, teneinde zonder verwfll zijn werkzaamheid als chef van den generalen staf te kunnen hervatten. Mussolini heeft dit verzoek ingewilligd, waarbij hjj den maarschalk meedeelde, dat het den koning behaagd heeft, Badoglio te benoe men tot Hertog van Addis Abeba. Maarschalk Graziani zal Badoglio als onderkoning opvol gen. Abessflnsche troepen In de bergen. De Daily Herald heeft een onderhoud gehad met Heroey, den Abessflnschen minister van buitenlandsche zaken, thans te Londen, die het volgende zeide: De oorlog gaat door. Abessinië is nog niet veroverd. Wanneer wfl vrede vragen doen wfl dat niet aan de Italianen, maar aan de recht vaardigheid van den Volkenbond. Wfl laten de rechtvaardigheid van onze zaak in de handen van onze medeleden van den Volkenbond. Abessinië zal zijn plaats te Genève als een niet-veroverd land blijven Innemen. Door den Soedan wordt de verbinding in stand gehouden met de regeering te Gore. Onder regentschap van Bitwoded Walar Tsa- dik heeft de regeering het heft nog in handen, van Gore uit en verder het Westen in. Van daar zal nieuwe tegenstand worden georgani seerd. De legers, die de frontlinie vormden in het Noorden, zijn de Westelijke bergen ingetrok ken. Reeds heeft de regeering 10.000 man wei- bewapende en vastberaden krijgers bijeen in het land rondom Gore. In het Zuiden beschikt ras Desta over 15.000 man, die zich onder z(jn bevelen hebben geschaard. De verspreide troe pen uit Ogaden worden geleidelijk opnieuw bijeengebracht. De regentijd is begonnen. Het zal moeilijk zijn voor de beide hoofdlegers bijeen te komen en een concentratie tot stand te brengen van de troepen, die onder de ver schillende generaals en stamhoofden staan. De rivieren zijn woeste stroomen geworden en de bergpassen zijn onbegaanbaar, maar de regens hebben ook de Italianen tot bewegingloosheid gedoemd. De Italiaansche vliegtuigen zijn hulpeloos, aangezien de regenwolken laag boven de ber gen hangen. De wegen zijn onbruikbaar en expedities naar het binnenland zijn onmoge lijk. Zij zijn gevangen in hun eigen garni zoenen. Tegen October, wanneer de regens voorbij zijn, zullen de Abessijnsche legers gereorgani seerd zijn en zal de tegenstand opnieuw los breken. Het zal een bergoorlog worden. De omvang der stakingen is moeilijk te overzien. De omvang, die de stakingen thans in Parijs en in de provincie aannemen, is moeilijk te overzien. De berichten, die uit de verschillende stakingscentra binnenkomen, spreken elkaar voortdurend tegen. Dit is in hoofdzaak te wijten aan de omstandigheid, dat in vele be drijven de arbeiders kort na het hervatten van het werk, toch weer in staking gaan. Zeker is het, dat in Parijs in het hotel-, café- en restaurantbedrijf de algemeene staking is af gekondigd, en dat reeds de meeste restaurants in het centrum van Parijs zijn gesloten. In het Noorden schijnt in vele bedrijven het werk te z(jn hervat. De kans op het uitbreken van een burger, oorlog meldt Reuter uit Sjanghai, wordt steeds grooter. De voorhoede der Zuidelijke troepen rukt naar het Noorden op. De regee ring te Nanking heeft inderhaast troepen en vliegtuigen naar Sjanghai gezonden. In officieele kringen te Sjanghai wordt ontkend, dat Tsjentsjou door de Zuidelijken zou zijn genomen, zooals door de Japanners wordt beweerd. In welingelichte kringen is men van meening, dat Nanking tenslotten den vrede zal koopen door financieele en politiek# concessies, die een verzwakking van de cen trale regeering tot gevolg zullen hebben. Britsche kanonneerbooten naar Kanton. De Britsche kanonneerbooten „Cieala" en „Tarantula" hebben bevel gekregen van Hongkong naar Kanton op te stoomen om d# veiligheid der daar wonende Britsche onder danen te verzekeren. Een hernieuwde oproep van Tsjiang Kal-sjek tot vrede. Tsjiang Kai-sjek heeft nogmaals een beroep op Tsjeng Tsji-tang gedaan om een einde aan de mobilisatie te maken, in afwachting van de besluiten van het centrale executieve comité. De ernst van den toestand, met het oog op het opdringen van de zijde der Japan ners, maakt een nationale eenheid noodigfe aldus Tsjiang Kai-sjek. Reuter meldt echter uit Kanton, dat de mili taire leiders aldaar, dit beroep hebben afge wezen. Ook in andere provincies zijn d# zuideljjke legers opgemarcheerd. De hoop om een burgeroorlog te vermflden vermindert met den dag. Tien divisies uit Nanking zijn thans op weg naar Hoenan en de drie naburige provincies, terwijl bevestigd wordt, dat de zuidelijke troepen geheel Zuid- Hoenan bezet houden. De onderhandelingen* zoo zegt men, zullen tot op het laatste oogen blik worden voortgezet, ondanks de afwijzing van het beroep van Tsjiang Kai-sjek, maar indien ze uiteindelijk mochten afspringen, zal Nanking in ieder geval trachten Tsjang-sja, de hoofdstad en sleutel van Hoenan, bezet t# houden. Men koestert nog eenige hoop, om Kwantoeng van Kwang-sji, het uitgangspunt van de militaire actie, los te maken door mid del van een groote financieele concessie. Donderdagmiddag is minister Goebbels als getuige gehoord in het proces wegens het on geluk in den ondergrondschen spoorweg in d# Hermann Goeringstrasse te Berlijn. De mini ster zeide dat hij den bouw vaak bezocht had en daarbij den indruk gekregen had dat met eenig gebrek aan verantwoordelijkheids gevoel gewerkt werd. Verscheidene keeren heb ik de betrokken autoriteiten op de m.i, bestaande fouten gewezen. Als leek op zuiver bouwkundig gebied kon ik echter geen bepaalde voorschriften geven. Het verhoor werd hier tot 5 uur onderbro ken. Door AMILDA-zonnebruincrême krijgt Uw gelaat, armen en hals direct een gezond, sportlef bruine teint, die tevens volkomen beschermt tegen zonnebrand. Flacon 90 ct. Tube 60 ct. Doos 50 en25ct, 45) Renate glimlacht. Graaf Royter verzet zich tegen de ontroe- welke zich van hem meester maakt bij ^et aanschouwen van deze kleine, moedig lachende vrouw, in wier teere, van geest be delde trekken zich de gelijkenis van vele ge neraties openbaart. Hij reinigt eenigszins ver strooid het glas van zijn monocle. ..Welnu, sper je ooren maar open: Eerst heb ik mijn oordeel over de symphonie ge- j-cestst aan die van mijn vriend Berlinger. °u, en die was er zoo totaal weg van, dat stante pede naar de Philharmonie is ge- *endEnfin, om kort te gaan, het stuk is ^"genomen en zal reeds in het komende Mei- hcert worden uitgevoerd". „Ach, oom... wat is dat heerlijk..." Heel zachtjes komt het over de lippen van Renate, terwijl zij den ouden heer stralend aanziet. „Ja, kind, het doet me zelf ook buitenge woon genoegen... Zorg er dus maar voor, dat die monsieur Vonberg zich zoo spoedig moge lijk met directeur Seeger in verbinding stelt Maar wfl tweeën drinken nu eerst eens gezel lig een glas Tokayer..." Renate's bezoek aan de woning van de familie Royter duurt veel langer dan den buiten in de kou wachtenden Gabriel Schwar- zer lief is. En juist hier, in deze deftige wijk, bevindt zich geen enkele van die gezellige Weensche café's welke zich zoo bij uitstek leenen om degeen, die h(j volgt, in het oog te houden. Hfl' steekt juist min of meer wan hopig zijn achtste sigaret op. als mevrouw Lien. eindelijk verschijnt. Lachend steekt zij de straat over, loopt regelrecht op den detective toe en reikt hem stralend de hand. „Dag meneer Schwarzer..." De aangesprokene weet niet, wat hem over komt. Hij laat zijn sigaret vallen en staart Renate aan, te verbaasd om een woord over zijn lippen te brengen. Deze echter zegt vroolijk: ,,Ik stel voor om den terugweg samen te doen. U heeft moeite genoeg gehad om me op de hielen te blijven. Ik meen uw zware taak, waarvan u zich zoo trouw hebt ge kweten, nu wel wat te mogen verlichten". Schwarzer drukt Renate's hand met het zelfde enthousiasme, waarmee hij verzekert: „Ik heb van het begin af gezien, dat u de voortreffelijkste vrouw van de wereld bent". „Daarvoor bent u ook de be emde detec tive met den scherpen blik", i agt Renate, terwijl ze opgewekt vervolgt: En nu gaan we naar Sacher. Daar laten we ons een uit stekend maal klaar maken. Dat hebben we toch wel verdiend, waar?" Schwarzer knikt enthousiast, zooals hfl trouwens alles zonder tegenspraak bevestigt, wat Renate in haar uitgelaten stemming be weert of voorstelt. Als dan na het middagmaal de koffie ge serveerd is ,zegt Renate, plotseling ernstig: „U kunt uw vriend Szartossy het volgende meedeelen: Ik heb via mijn oom, graaf Royter en door bemiddeling van diens vriend, baron Berlinger, die intendant van de Staatsopera is, Vonberg's symphonie het bestuur van het Philharmonisch Orkest doen toekomen. Daar vóór echter heb ik mij in Dresden op de hoogte gesteld van het oordeel van den bekenden dirigent, Ernst Rung en deze was een en al lof. Nu is de symphonie aange nomen. Ik zal meneer Vonberg van een en ander in kennis stellen..." „Mevrouw, ik voel me werkelijk verlegen... De wijze, waarop u mij te verstaan gaf, dat u reeds lang van mijn taak op de hoogte was, doet mfl weliswaar de hoop koesteren, dat vriend Szartossy's goede bedoelingen ten op zichte van u niet in twijfel worden getrokken, maar desondanks weet ik nu niet, of u geen aanstoot neemt aan mijn daardoor noodzake lijk geworden inmenging, als... ik bedoel, om dat..." „Maakt u zich daarover maar niet onge rust, meneer Schwarzer. Laat het u genoeg zijn, als ik u verzeker, dat ik Stefan Szar tossy's bezorgdheid voor mij op de juiste waarde weet te schatten. En dat ik mij uw achtervolging als die van een trouwen be schermengel, gaarne heb laten welgevallen, heb ik immers bewezen. Het is noodig, dat u een en ander weet... en als ik bepaalde details voor u verborgen wilde houden, zou dat dom en kinderachtig zijn. Ik ben tenslotte een vrouw, die het leven kent, oud en ervaren genoeg om te weten wat nuttig en noodig is, een vrouw van over de veertig..." „Een koningin bent u...", ontglipt het Gabriel Schwarzer. En nu hij dit eenmaal ge zegd heeft, is er ook geen houden meer aan. Hij moet zijn vereering onder woorden bren gen, zijn vereering voor de vrouw in haar meest idealen vorm. Zijn beroep heeft hem meestal in aanraking gebracht met den zelf- kan van het leven. Voor het eerst ontmoet hij hier den zielenadel in zijn smettelooze rein heid... Renate laat hem rustig uitspreken. Als hij eindelijk een pauze maakt in zjjn huldebetui ging zegt ze met een fjjn glimlachje: „Een koningin ben ik toch heusch" niet. Slechts een zeer eenvoudige... bruggenbouw- ster, die een brug van wederzijds begrijpen slaat van mensch tot mensch. En aangezien men nu eenmaal niet kan bouwen, zoolang het puin niet is weggeruimd, was deze reis, waarop u mijn trouwe Ekkehart bent ge weest, noodzakelijk. Ik dank u daarvoor. En nogmaals: schrijft u vooral aan Stefan Szar tossy. Schrijf hem alles. Ook dat en hoe wfl elkaar hebben ontmoet en ons hebben uitge sproken". „Ik zal het hem liever telefoneeren". „Net zoo u wilt... maar nu is mfln tfld helaas om. Ik moet terug maar m'n hotel". „Mag ik u vergezellen...?" „Nee... liever niet... ik verwacht namelflk bezoek... een familielid, de Jonge barones Geitier-Hattorf Gabriel Schwarzer weet genoeg en Renate Lien verlaat het restaurant om aan de brug, die zij voor Sylvester Vonberg bouwt, den sluitsteen toe te voegen. Den sluitsteen, waar door z)j eerst haar draagkracht zal ver krijgen Den geheeien middag brengen Johanna en Renate tezamen door; zjj zeggen elkaar din gen, welke men slechts met z'n beiden kan bespreken en ook dan nog maar met halve woorden. Zoo komt het, dat de beide vrouwen ook eigenlijk niet zoo heel veel praten. Korte aanduidingen zijn reeds voldoende... een enkel gebaar... af en toe een blik... Zij begrijpen elkaar onmiddellijk tot in de kleinste bijzon derheden. De avond is reeds gevallen, als Johanna eindelflk van de lage poef, waarop zfl heeft plaats genomen, opstaat. „Hartelflk dank, Renate..." „Dank...? Waarvoor...?" „Wat je voor me gedaan hebt, is..." „Nee, nee Johanna, je vergist je. Ik heb niets voor je gedaan... ook voor mezelf niet. Wat ik gedaan heb, was vanzelfsprekend. dat moest ik doen... van binnen uit... een* voudig volgens het gebod van m'n natuur"* „Ja, Renate... Jfl bent, zooals je zfln moei. Dat is het. Eenvoudig noem je het mfl schflnt het wonderbaarlijk. Maar ik geloof, dat er elgenlflk geen woord bestaat, dat ooit het wezen van den mensch volkomen kan weergeven... In zulke gevallen is onze taal dat wat zich binnen in den mensch bevindt, dkt, wat pfln doet... dé&rdoor leeft men im mers en dringt tot je bewustzijn door, dat men leeft arm... Noem het 't hart of noem het de ziel, „Het is goed, dat je dat inziet, Johanna. Je zult dat besef noodig hebben. Het huwelijk met den kunstenaar beteekent geen eeuwigen Zondag. Het kent, als geen ander, naast on vergelijkelijk mooie uren ook tallooze, die slechts van strfld vervuld zfln. Het stelt, vóór alles, zeer hooge eischen aan het zielsbegrtp van de vrouw". In een plotselinge impuls werpt Johanna zich aan Renate's hals. (Slot volgt.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 1