Zo'n keurige juffrouw. PAG. 6 ZATERDAG 4 JULI WK T JUT'I bRT.ft» door Carly Vos. De keurige juffrouw vraagt om een dienst. Een ledige enve loppe. O, wat had Treesje een sptft Treesje stond verlegen voor de keurige Juffrouw, in haar ene hand had zij een melkkoker, in haar andere hand een gul den. „Het is maar even werk", verzocht de Juffrouw, „en ik zal je er een dubbeltje voor geven. Je wilt toch zeker wel wat in Je spaarpot er bij hebben?" Natuurlijk had Treesje een spaarpot en iedere keer als zij een gulden bij elkaar had, gingen moeder en zij die gulden op haar spaarbankboekje brengen. Zij had er nu vier gulden opstaan en negentig cent Zaten er al weer in haar spaarpot. Nu zou zij dus met het dubbeltje van die aardige juffrouw er bij, weer een gulden hebben, dan zou zij dus al vijf gulden op de spaar bank hebben staan. Het hart van Treesje begon sneller te slaan. Waarom zou zij eigenlijk, die keurige juffrouw, die haar had aangesproken niet even een dienst bewij zen? Voor haar was het niets om een brief vier etages hoog af te geven. Of zij nu een paar minuten eerder of later met de melk terug was, dat deed er niet toe, want de melk was voor de koffie vanavond, dus moeder had ze niet dadelijk nodig. „Nu zie je," zei de juffrouw, „dat is aar dig van je, ik zie aan je gezicht, dat je de brief wel even voor me wilt wegbrengen. Hier is hij. Geef me dan je melkkoker en geld maar even, dan wacht ik hier tot je terug bent. Ik ga hier zolang op de bank zitten. Vlug dus maar, als je terug komt, heb je je dubbeltje verdiend." Treesje gaf de juffrouw haar melkkoker en de gulden, kreeg daarvoor in ruil de brief en liep naar het huis toe,dat recht tegenover de bank stond. Zij rende de vier trappen op en toen zij boven was, belde zij, maar niemand opende de deur. Daarom drukte z{j nogeens op de bel, en eindelijk, eindelijk hoorde zij slepende stappen naar de deur toe komen, die even later geopend werd. Treesje gaf de brief aan de oude vrouw en zei: „Ik moet deze brief hier bij U afgeven, Mevrouw". „Van wie kom je?" vroeg de oude vrouw verwonderd. Treesje vertelde, dat de keurige dame beneden op de bank op haar zat te wach ten. „Wacht even, dan zal ik de brief open maken en lezen, misschien kan je gelijk antwoord meenemen", zei de dame. Zij opende de enveloppe, maar er zat heelemaal niets in. „Zoo, iemand heeft een grapje met me willen uithalen," zei de oude vrouw boos, gaf Treesje de enveloppe en smeet de deur voor haar neusje dicht. Verbluft keek Treesje naar het papier in haar hand. Toen bekroop haar opeens een hevige angst en als een haas rende zij naar beneden. En jawel, precies zooals zij had vermoed, op de bank, waarop de keurige juffrouw zou wachten, zag Treesje niets anders dan de melkkoker staan, maar de gulden was er niet bij en van de keurige juffrouw was ook niets meer te ontdekken. Huilend liep Treesje naar huis en vertel de moeder wat haar was overkomen. „Kind!" zei moeder boos, „dan ben je door die keurige juffrouw netjes bedrogen geworden. Hoe dikwijls heb ik je nu toch al niet gezegd, dat je je niet met vreemde mensen in mag laten. Dat komt er nu van, als je ongehoorzaam bent. Maar we zullen toch voor de practijken van die juffrouw een stokje proberen te steken. Kom, wij gaan dadelijk naar de politie, dan kan je daar precies vertellen, hoe die juffrouw er uit zag." En zo geschiedde het, maar desondanks duurde het toch nog wel drie weken, totdat het de politie eindeljjk gelukte, die brutale bedriegster, die steeds naar de kinderen toe liep en hen een boodschap voor haar liet doen en dan, zolang het geld voor hen be waarde, op heterdaad kon betrappen. Het geval was echter een waarschuwing voor alle kinderen, vooral toen het in ae courant kwam en de verschillende ouders hun kinderen dus konden waarschuwen. Maar Treesje dacht er nog lang aan, want moeder kon zo maar van haar huis houdgeld geen gulden missen en inplaats van dus haar vijfde gulden weg te kunnen brengen, moest zij de negentig cent, die zg in haar spaarpot had, aan moeder geven, die haar dan het dubbeltje, dat tekort was, maar cadeau deed. Nu Treesje heeft zich niet meer op straat laten aanspreken, zelfs niet al was het nog zo'n keurige juffrouw. V»".- EEN VREEMD BEEST. Hoe vinden jullie dit aardige eendje. Ja, maar het eigenaardige is, dat het eigenlijk een wonderdier is, want als je het diertje in het rond draait, zo dat zijn snaveltje naar boven komt te staan, dan zijn het de oortjes van een konijn geworden, zien jul lie wel. Nu, probeer deze, heel eenvoudige teke ning uit je hoofd te leren door hem heel dikwijls na te tekenen. Als er dan eens wat kinderen bij elkaar zjjn, teken je het eendje en vraagt aan de kinderen, wat voor die je getekend hebt, zeggen zij een „eendje, dan draai je het dier om en laat zien, dat het een konijntje is en geen eendje. Een wolken-raadsel. Op verschillende wolken zien jullie let tergroepen geschreven staan. Probeer van iedere groep eerst een woord te maken en maak dan van de verschillende woorden de goede zin, die op de wolken betrekking heeft. KUNNEN JULLIE DOOR EEN KAART KRUIPEN? Voor dit kunstje hebben wij een kaart nodig uit een spel, dat toch niet meer wordt gebrukt. Wij geven hier als voor beeld klaveraas, maar je kunt er natuur lijk ieder willekeurige kaart voor gebrui ken. Om te beginnen wordt de kaart over langs in het midden voor een groot ge deelte doorgeknipt, zoals je op de tekening aan de zwarte streep, die recht door de klaveraas loopt, ziet aangegeven. Dan wordt de kaart volgens als de aangegeven strepen doorgeknipt, dus nooit natuurlijk over de gehele lengte of breedte, want zou je twee aparte stukken in handen houden en het papier van de kaart moet helemaal aan elkander blijven zitten. ijel) je nu alles geknipt volgens de zwarte strepen, haal dan voorzichtig de stukken uit elkander en je zult zien, dat er een hele grote cirkel is ontstaan waar je gemakite- lijk doorheen kunt kruipen. Hóe smaller je de afstanden knipt de» te groter wordt de cirkel en des te meer kinderen kunnen er doorheen kruipen. Is dat nu geen aardig spelletje? je kunt het zelf maken, het maakt geen vuile boe] en het kost niets. Dat is nog eens wat vinden jullie niet? Ml MACHTIGE KEIZER DER FRANKEN. Van Karei den Groote, den zoon v»n Pepijn den Korte, hebben wij reeds in de lagere klassen van de school geleerd. Karei de Groote was koning van Frankrijk en werd geboren te Aken op 2 April 742. Nit de dood van zijn vader in 768 moest Karei de bezittingen van zijn vader delen met zijn broer Caroloman. Karei de Groote was vaak in oorlog met de Saksen en andere volken. Hij kwam meestal als overwinnaar uit de strijd terug. Karei de Groote ver toefde vaak in de stad Nijmegen, zijn geliefde stad. Karei had een prachtig hof doen bouwen in de nabijheid dier stad en bracht de zomerweken in het slot door, Karei de Groote stond bekend als een rgk man. Toen hij 60 jaar was, overtroffen zijn rijkdommen al de bekende rijken der wereld. Karei had drie zonen, Karei, Lodewijk en Pepijn. Volgens oud gebruik moesten de be zittingen van Karei den Groote onder de zonen worden verdeeld, maar Karei die bang was, dat zijn kinderen na zijn dood over de deling van zijn bezittingen zouden gaan twisten, was zo verstandig zijn goe deren reeds bij het leven te verdelen. Karei die dacht, dat hij nu na de verdeling van zijn goederen een rustig leven kon genie ten moest echter opnieuw ten strijde trek ken thans tegen de Friezen, die veel te hoge belastingen lieten betalen door de leenheren en degenen, die een landgoed bezaten. Karei, die deze handelswijze niet goed keurde, verzamelde zoveel mogelijk een machtig leger en een grote vloot en begaf zich ondanks zijn bijna 70 jaar, in eigen persoon naar de rivier de Aller, om den Deenschen hertog Godfried af te wachten, die zich er op beroemde tegen Karei ten strijde te trekken en bij voorbaat al reeds had meegedeeld, dat hij overwinnaar zou worden. De Hertog zou de Friezen wel eens van dien lastigen Karei de Groote afhelpen, maar... er kwam iets anders tussen. Enige weken voor het gevecht zou plaats hebben, kwam de Hertog te ster ven en de strijd behoefde niet door te gaan. Karei de Groote sloot een vriend schapsverbond met de Friezen, die blij wa ren, dat de twist zo goed afliep, omdat zij bang waren voor de vloot van Karei. I11 1818 vertrok Karei de Groote naar Aken en stierf daar twee jaar later.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 10