Buitenlandsch Overzicht
ge£'">r"t
bruind{
MA7IS
AmmELTM-mmm x =*7* ROMA-pudding
TJZttLlll AMANDEUJES'DUDDING
Een goed examen
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
REIST PER WACO-
64ste JAARGANG
De plannen van den negus
AUTOBUSDIENSTEN
naarHOORN, EDAM, AMSTERDAM
en GEHEEL WEST-FRIESLAND
De kwestie van de vrije
stad Dantzig.
Een coup van de nazi's
onwaarschijnlijk?
Drama in de Volkenbonds
vergadering.
Fotograaf tracht zich van het leven
te berooven.
*°rd, '(j0^
^Oor
Pr*chti,
Nog steeds millioenen
geloovigen in Rusland.
B B E N B O LT
COURAN
Abonnement per 3 maanden b*j vooruitbet.: Heldersche Courant 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2.—,
Nederl. Oost- en West-Indlë per zeepost 2.10, Idem per mail en overige
landen 3.20. Losse nos. 4 et; fr. p. p. 6 ct Weekabonnementen 12 ct
Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct; bij niet-contante betaling 15 ct per regel,
minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct
per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
Een verwarde toestand in de Engelsche politiek. De stemming
te Genève wordt er niet beter op.
De Engelsche politiek
toont op het oogenblik
een verward beeld en
als zoodanig is zij een
afschaduwing van het
politieke beeld van de
wereld, dat op zijn zachtst gezegd „duister"
is. Men kan moeilijk de groote lijn zien, waar
langs de wereld een rustiger politieke con
stellatie zal bereiken. Alles is uit zijn even
wicht geslagen en men weet moeilijk „den
weg terug" te vinden.
De verwarring in Engeland op buiten
landsch gebied wordt het beste getypeerd
door het feit, dat een blad als de Times
twee keer in de laatste drie dagen het op
schrift „Wat is Engelands politiek?" boven
haar diplomatieke correspondenties zet.
De Londensche corr. van de N.R.Crt.
schrijft naar aanleiding daarvan aan zijn blad:
Als de Times zich in het openbaar begint
af te vragen waar de regeering nu eigenlijk
naar toe wil, moet het verlangen naar zeker
heid wel heel erg gestegen zijn. Zelfs tot de
regeeringsaanhangers in het Hoogerhuis is
de ontevredenheid over het regeeringsbeleid
doorgedrongen. De conservatieve Lord Ren-
nold heeft daar in scherpe bewoordingen ge
wezen op het gebrek aan diplomatieken tact in
Duff Cooper's Parijsche rede en op de nood
zaak van een groote mate van coördinatie
binnen het kabinet. Wat antwoordde hierop
Lord Halifax voor de regeering Dat hij
„door het debat tot de overtuiging was ge
komen, dat het hoogst onverstandig voor een
minister was zich over de buitenlandsche
politiek uit te laten, zonder zijn woorden eerst
in overleg met zijn collega's zeer nauwkeurig
gewogen te hebben".
Het staat wel droevig met de Engelsche
regeering, als zij er een grove diplomatieke
blunder en twee debatten voor noodig heeft
om tot een dergelijke ontdekking te geraken.
Intusschen heeft ook Eden te Genève weinig
nieuws gebracht over de door Engeland te
volgen politiek. De pers heeft er niet veel
over te zeggen. Wel merkt men op, dat Eden's
opmerkingen over de niet-erkenning van
Italë's verovering toch niet als een Engelsch
voorstel ten gunste van een officieele niet-
erkenning door de Assemblée konden worden
opgevat.
Ook op dat punt schijnt de Engelsche regee
ring vaagheden boven concrete voorstellen te
verkiezen.
Hetzelfde geldt voor de vraag of Italië's
hoop op financieele hulp vor de ontwikkeling
van het geannexeerde gebied verijdeld zal
worden.
Eden heeft hier met geen woord over ge
rept. Zijn verklaring, dat de oeconomische n
financieele maatregelen geen nut meer heb
ben, wijst echter eerder op een bereidwillig
heid ook op financieel gebied weer volkomen
vrijheid van handelen met Italië toe te staan
dan op het tegenovergestelde.
Eén punt in Eden's rede schijnt echter niet
voor misverstand vatbaar, namelijk zijn mee
ning, dat het er bij een hervorming van den
Volkenbond op aankomt, de methoden voor de
handhaving van het Internationale recht zóó
te herzien, dat zij werkelijk uitvoerbaar zullen
Zijn.
Het is duidelijk wat hiermede wordt be
doeld: regionale pacten, waarbij alleen de
direct bij het conflict geïnteresseerde partyen
tot militaire acties verplicht zullen zijn.
Somberheid
te Genève
Te Genève heerscht in
de wereld van den Vol
kenbond een trieste
stemming, zoo schreef
de N.R.Crt. dezer dagen
in een hoofdartikel. Het behagen in het on
vermijdelijke, waartoe men te besluiten heeft,
is heel gering. Het blad haalt een uitspraak
aan van een consequent sanctionnist die sprak
van de huichelarij, die de groote mogendheden
aan den dag leggen.
De N.R.Crt. neemt het echter tegen deze
uitspraak op en het blad schrijft dat dit ver-,
wijt volkomen onverdiend is, want dat er nooit
minder is gehuicheld en dat men nooit op een
Internationale bijeenkomst van dezen aard,
onverbloemder heeft laten blijken, dat men
zich verslagen en vernederd voelde.
Diplomaten plegen hun schaamte, als zij die
bezitten, niet ten toon te spreiden. Te Genève
kan men nu dit merkwaardige verschijnsel
waarnemen. De sympathie voor de Italianen
is er uitermate gering. Wat hun memorandum
had kunnen goedmaken is nog meer dan be
dorven door het collectief optreden van hun
journalisten. Ofschoon men vermoedt, dat zij
op last handelden, ofschoon men mocht aan
nemen, dat verschillende van de deelnemers
waarlijk niet met vreugde hebben meegewerkt
bij het spektakel, wachtte men toch met zekere
spanning af hoe Rome op het gebeurde zou
reageeren. Zou men de aangehouden journa
listen misschien toch verloochenen, nu het
tafereel zoo unaniem afkeer verwekt had
Rome heeft dat niet gedaan, maar de daad in
bescherming genomen.
Men vraagt zich af, waar de edelmoedig
heid, het heroïke, waarop men te Rome zoo
prat gaat, eigenlijk te zoeken zijn. Men zegt
nu van Italiaanschen kant, dat de journalisten
door hun woede over hetgeen zij zagen en
hoorden overmand zijn. Maar hebben mannen
van hun leeftijd en positie dan als straatjon
gens fluitjes in hun zak?, want het bezit van
die fluitjes is het criterium geweest voor het
ln arrest houden van de deelnemers aan de
demonstratie. Acht van de tien bleken er mede
voorzien.
Wat den negus betreft, deze zal geen baat
vinden bij zijn optreden te Genève, maar heele-
maal voor niets gekomen is hij zeker niet.
Enkelen mogen zich geraakt hebben gevoeld
door zijn vrijmoedige critiek daartoe be
hoorden ook onder andere de Franschen, die
zich te weer hebben gesteld ook zij hebben
begrepen, dat zoo men iemand het recht van
vrijuit spreken moest toestaan, het zeker deze
ongelukkige balling was. Nu echter houdt men
zich met de vraag bezig of hij balling blijft.
Hij heeft te kennen gegeven naar zijn land te
willen terugkeeren om zich aan het hoofd te
stellen van het verzet tegen Italië. Hij zou
zich voorstellen met een Vliegtuig binnen zijn
oude grenzen te kunnen komen. Hij maakte
daarop in zijn rede een toespeling, toen hij aan
het slot de vraag stelde: Welk antwoord hij
aan zijn volk zou moeten overbrengen. Zijn
figuur en optreden hebben te Genève onmis
kenbaar sympathie verwekt, en men is niet
bij voorbaat geneigd wat hij zegt over terug
keer als grootspraak te beschouwen.
De grondstemming in deze essemblee ls voor
Italië zeer ongunstig. De sancties zijn machte
loos geworden, goed, dan zal men ze opgeven.
Maar tevergeefs zal Italië tot nog toe naar
eenige teekenen van vergevensgezindheid ge
speurd hebben. Het is als aanvaller aangewezen
en dit vonnis blijft gehandhaafd. Zelfs utilisti
sche overwegingen kunnen de regeeringen
niet bewogen de Italiaansche heerschappij ln
Abessinië te erkennen. Dat ls reeds duidelijk.
De sombere stemming van de Assemblée
wordt verergerd, ja, misschien zelfs in hoofd
zaak gevormd door de zware schaduw van
Duitschland, die er haast voelbaar over heen
ligt.
Zwaarder nog dan de teleurstelling van
het oogenblik drukt de zorg voor de toe
komst. Van - een optimisme, waarvan
Genève immers de zetel heette, merkt men
op het oogenblik niets meer.
Men spreekt vriendelijke woorden, zooals
Baldwin in het Lagerhuis heeft gedaan en
zooals Blum, die uitdrukkelijk zich tot de af
wezigen richtte, in zijn rede deed. Maar met
de innerlijke overtuiging dat men voor doove
ooren spreekt.
Reuters correspondent te Genève heeft van
de Abessijnsche delegatie gehoord, dat een
terugkeer van den negus per vliegtuig naar
Abessinië zelfs niet is overwogen. De negus
blijft tot het einde van de Assemblée te
Genève en gaat vervolgens naar Londen terug.
Zijn verdere plannen zijn nog onbekend.
DE NEGUS VAN ABESSINIË.
Zaterdagmiddag bijeenkomst der
coördinatie-commissie.
Indien, naar men gelooft, de zitting van den
Volkenbond Vrijdag- of Zaterdagochtend ein
digt, zal de coördinatie-commissie Zaterdag
middag kunnen bijeenkomen, tot vaststelling
van de wijze, waarop de sancties tegen Italië
zullen worden opgeheven.
De stemming te Rome.
De te Genève gehouden redevoering zijn
aldus de Romeinsche correspondent van de
Times in de Italiaansche pers niet direct
Inlichtingen WACO
Kanaaiweg 137, Den Helder
gecommentariseerd. Het is echter niet moeilijk
te zien, dat de gebeurtenissen te Genève tot
nog toe in het algemeen teleurstellend zijn
gebleken;
In de vertrouwelijke zitting van den Volken
bondsraad, die Donderdagavond na afloop van
de zitting van de Assemblée is gehouden, is
besloten, de kwesüe van Dantzig op de
agenda van den Volkenbondsraad te plaatsen,
en den voorzitter van den senaat van Dantzig
uit te noodigen, naar Genève te komen. De
aangelegenheid zal Zaterdag in den Raad ter
sprake worden gebracht.
De Britsche meening.
In diplomatieke kringen te Londen gelooft
men niet in de mogelijkheid van een coup van
de nazi's in Dantzig. De redenen, die Duitsch
land er van zullen weerhouden invloed uit te
oefenen in deze richting zijn:
1. De eenstemmigheid, die te Genève ten
aanzien van het vraagstuk Dantzig heerscht
waar Frankrijk, Engeland en Polen een ge
meenschappelijk front vormen.
2. Het oogenblik zou thans wel zeer onge
lukkig zijn, omdat Duitschland zoolang het
geen antwoord heeft gegeven op de Britsche
vragenlijst wil voorkomen dat Groot-Brittan-
niet gedwongen wordt nog nauwere samen
werking met Frankrijk te zoeken.
3. Duitschland zal waarschijnlijk niet in
buitenlandsche avonturen wilen treden voor
het einde van de Olympische spelen in Augus
tus en totdat het voldoende reserves heeft
vpor zijn buitenlandsche deviezen.
„Danziger Freiheit".
Een afdeeling van de S.A. te Dantzig heeft
onlangs een reis gemaakt in het industrie
gebied van Midden Duitschland. Zij werden
overal met geestdrift begroet. Het gemeente
bestuur van Gera heeft nu besloten het plein
waarop de begroeting der nationaal-socialisten
uit Dantzig plaats vond in de toekomst
„Danziger Freiheit" te noemen.
Persstemmen.
De Daily Herald wist gisteren te melden,
dat zoowel te Londen als te Genève gevreesd
werd, dat de nationaal-socialisten een onmid
dellijke poging zouden ondernemen, om zich
van Dantzig meester te maken. Veel zal in
dit opzicht aldus het blad afhangen van
doet Ge, als Ge rustig kunt nadenken,
zónder angst-gevoel, zónder gejaagdheid,
zónder hoofdpijn. Neem daarvoor n
„AKKERTJE". Zoo'n metalen zakdoosje met
3 stuks voor slechts 20 cent is voor U
bijzonder geschikt. Overal verkrijgbaar.
de houding, die door den Poolschen minister
van buitenlandsche zaken, Beek, zal worden
aangenomen. Een krachtige verklaring van
zijn kant, dat Polen er zorg voor zal dragen,
dat het Volkenbondsgezag in Dantzig gehand
haafd blijft, zou de nationaal-socialistlsche
bedreiging nog kunnen afwenden.
Groote ontsteltenis is gisterenmorgen
in de Assemblée van den Volkenbond ge
wekt door een poging tot zelfmoord van
den fotograaf van de „Prager Presse",
Stefan Lux.
Terwijl de gedelegeerde van Cuba zijn rede
hield, weerklonk plotseling een schot door de
zaal. Op een der banken zakte langzaam
Iemand ineen. Een ontzettende verwarring
ontstond. Sommige gedelegeerden renden qe
zaal uit, anderen begaven zich hals over kop
ln de richting, van waar het schot weerklon
ken had.
Te midden van de ontstane verwarring
schorste de voorzitter, de Belgische premier
Van Zeeland, onmiddellijk de besprekingen,
die inmiddels om 11 uur 45 weer hervat zijn.
De zwaargewonde werd buiten de zaal ge
bracht en onverwijld volgde een uitgebreid
onderzoek.
Wat de reden van de poging tot zelfmoord
is geweest, staat tot op dit oogenblik nog
niet vast.
Men neemt aan, dat de man door de span
ning der laatste dagen zenuwziek is gewor
den. Onder zijn collega's was hij amper be
kend.
Het schijnt, dat de poging tot zelfmoord tot
ln alle détails was voorbereid. De politie vond
in Lux' zakken een aantal brieven, gericht
aan den secretaris-generaal Avenol, aan
minister Eden, aan den koning van Enge
land, aan de „Times" en aan de „Manchester
Guardian".
Op de Prager Presse is Stefan Lux
(of Luchs) onbekend:
Onze correspondent te Praag telefoneert ons:
Een journalist Stefan Luchs, die in het be
richt uit Genève correspondent van de Prager
Presse wordt genoemd, is hier op de redactie
zoowel als op de foto-afdeeling van genoemd
blad volkomen onbekend. Ook in andere
Tsjechische journalistenkringen kent men den
naam van Stefan Luchs niet.
De journalist overleden.
Uit een brief die Lux aan Avenol gericht
heeft en uit verdere mondelinge verklaringen
blijkt, dat Lux het besluit tot zijn zelfmoord in
de Volkenbondsvergadering genomen heeft, met
het doel om de aandacht van de wereld op de
behandeling van de Joden in Duitschland te
vestigen. Lux, die van oorsprong Oostenrijker
is en tijdens den wereldoorlog in het Oosten-
rijksche leger heeft gediend, is na den wereld
oorlog staatsburger van Tsjechoslowakije ge
worden en heeft langen tijd in Duitschland ge
woond. Hij is zelf Jood, en heeft korten tijd ge
leden Duitschland verlaten. Hij is getrouwd en
heeft een kind van twaalf jaar.
Later werd nog gemeld, dat de Tsjechische
journalist en fotograaf Lux gisteravond is over
leden.
Een beeld van de verwarring.
Stefani seint over het incident in de Volken
bondsvergadering, waarbij een Tsjechisch pers
fotograaf de hand aan zich zelf sloeg, dat de
gedelegeerden eerst dachten, dat hij van zins
epsn9.-nian
Flacon 90 cU_Tube 60 ct Doos 50 en 25 ct.
was een aanslag te plegen. De meeste gedele*
geerden trachtten te vluchtten, stoelen en ban*
ken werden omgeworpen en een aantal damea
verlieten in allerijl de zaal.
De algemeene opschudding heeft de corres*
pondent van Stefani echter niet kunnen belet*
ten om te constateeren, dat ras Kassa en ras
Nacciboe het eerst wegvluchtten en dat „Ta-
fari", zooals het persbureau den negus gelieft
te noemen, doodsbleek onder een bank kroop.
Een nieuwe methode van bestri}*
ding der religie.
De nieuwe grondwet der Sowjet-Unie ver
leent ook aan priesters en rabbijnen weer
zekere burgerrechten, zooals b.v. het kies
recht. Het was te verwachten, dat deze maat
regel b(j een deel der bevolking, die steed3
heeft moeten hooren, dat de geestelijken
„agenten der bourgeoisie" en verraders van
het Roode vaderland zijn, verbazing zou wek
ken.
Aan de „Daily Telegraph" wordt uit Mos
kou gemeld, dat Emelian Jaroslawski, een der
veteranen van het regime en leider van de
strijdbare liga der godloozen, thans tracht den
maatregel der regeering te rechtvaardigen
door de redeneering, dat het beter is geen
administratieve maatregelen te mengen in den
strijd tegen den godsdienst, omdat officieele
onderdrukking dikwijls juist leidt tot religieus
fanatisme. „We zullen onze anti-religieuze
propaganda met kracht voortzetten, maar we
hoeven, nu ons bewind zooveel sterker is ge
worden, den priesters hun stemrecht niet meer
te onthouden. Hoewel de godsdienst aan het
uitsterven is, zijn er in ons land nog steeds
millioenen geloovigen. Men moet niet denken,
dat de godsdienst verdwijnt als de uitoefening
er van verboden is. Wij zullen blijven strijden
tegen den godsdienst en tegen religieuze in*
stellingen."
De opvattingen van Jaroslawski zijn in den
loop der jaren eenlgszins gewijzigd: ln 1930
stelde hij voor alle kerken van Moskou te
sluiten en tn 1932 alle kerken ln het heeie
land.
Zes onzer ledige buitenverpakkingen kunt U bij Uwen winkelier inruilen met bijbetaling van 15 ets, tegeneen afbeelding van beroemde schilderijen in diepgestempelde gouddruk. •"7JF>OL^.Knv. &J=iONI.N&EN
UIT HET ENGELSCH
DOOR
8)
„Neen, Ching. Handelswaar denk ik. Dat
gaat ons trouwens ook niet aan."
Ching aarzelde zichtbaar, 't was alsof hij
Iets wilde zeggen; toen, er van overtuigd, dat
Forsyth niet voor een praatje te vinden was,
keerde hij zich om en maake toebereidselen
om de bagage uit te laden. Forsyth sloeg
hem gade, en nadat hij gezien had, dat de
kisten op een kruiwagen geladen waren en
Ching gereed was, begaf hij zich op weg met
hem naar het zendingsstation.
Na verscheidene walgelijk riekende, mor
sige straten doorgeloopen te heben, kwamen
ze aan een soort plein, omgeven door hoornen,
waar - a het eene eind een groot huis stond,
omringd door een hoogen steenen muur. De
poort was niet gesloten, ze liepen door een
laan met oranjeboomen naar het huis, waar
van het dak gebogen was met breede over
stekende randen en de deurposten met dra
ken besneden waren.
Een lange ascetisch uitziende Chinees
haastte zich hem tegemoet te komen en 'n
oogenblik later stelde Ching hem voor aan
Vtjn collega en assistent.
„Dokter Wang-Hi. De dokter hier ls een
groot geleerde. Hij zal u helpen arme zielen
gezond te maken."
Forsyth vond hem sympathiek en begroette
hem hartelijk; na een minuut of tien toen ze
van de thee genoten, werd hij het een en an
der over Yong-Hoo gewaar. Wang-Hi, die in
Londen gestudeerd had, sprak perfect En
gelsch en na een poosje stelde Forsyth hem
een directe vraag.
„Is de mandarijn Li Weng-Ho erg lastig?"
„Ik heb geen last van hem gehad," ant
woordde de inlandsche dokter bedaard.,
„Maar Li Weng Ho's afschuw voor vreem
delingen is niet te onderschatten. Ik geloof,
dat bevelen van hoogerhand hem weerhouden
tot vervolging oevr te gaan. Maar toch is er
op zijn vreemdelingenhaat één uitzondering
neen, twee."
„O, ja?"
„Ja, er is hier een handelaar, een Engelsch-
man, Barrington genaamd, die zich met zijn
dochter in de bescherming van den mandarijn
verheugt... Ze schijnen overal in de provincie
heen te kunnen gaan en alles te mogen doen.
Niemand hindert hen. Toch begrijp ik niet
waarom de man hier wonen mag, want dit
is geen verdragshaven."
Dick zat een poosje in gedachten verdiept;
toen vroeg hij abrupt: „Wang-Hi, kunt u mij
ook zeggen wat voor reden de mandarijn kan
hebben om Miss Barrington's bagage te laten
doorzoeken
De Chineesche dokter keek peinzend, toen
schudde hij het hoofd. „Neen, ik zou het niet
weten. Li Weng-Ho en Mr. Barrington zijn
heel dikke vrienden. Ze werken altijd samen.
Ik begrijp niet wat tusschen hen gekomen
kan zijn."
„Ze werken samen. Wat bedoelt u, Wang-
Hi?"
„De mandarijn is een rijk man, die graag
nog rijker wordt, en de Engelschman ls geen
zendeling; neen, hij kwam hierheen om for
tuin te maken. Geen van tweeën bekommeren
ze er zich om wat er met China gebeurt, als
zij maar rijk worden en er staat een kort pad
open, dat naar rijkdom voert..."
„Opium?"
„Ja, opium."
„Maar de wetten?"
„Wat kan het den mandarijn schelen; hij
moet de wetten uitvoeren, hij is de wet zelf.
Yong-Foo ls Peking niet, ook geen verdrags
haven. Li Weng-Hoés wil ls even groot en
machtig als die van Tze Hsi, in de oude da
gen voor de revolutie."
„En denkt u, dat ze de wet met voeten tre
den en kalmweg opium in Yong-Foo smok
kelen?"
„Ik ben er van overtuigd, Dr. Forsyth. Als
U door de benedenstad wandelt, zult u ver
scheidene opiumkitten zien, de prijs van dat
goed is zoo geweldig gestegen. U zult ook het
gemopper van de kooplieden kunnen hooren,
omdat ze niet in een winstgevender artikel
mogen handelen. Verleden week heeft de
mandarijn een bekend handelsman een boete
van vijfhonded tael opgelegd en hem een
dracht bamboeslagen laten toedienen, omdat
hij opium aan een koelie verkocht had; hij
dreigde, dat de volgende overtreder onthoofd
zou worden. Zoo heeft hij de reputatie van
deugdzaam te zijn, maar tegelijkertijd deelt
hij in de winst van den Engelschman."
Een verontrustende uitdrukking kwam in
Dick Fosryth's oogen.
„Denkt u, dat Miss Barrington iets van
deze onderneming afweet?"
„Ik weet het niet. Ik heb haar nooit ge
sproken, maar aangezien ze haar vaders se
cretaresse is, zou ik denken, dat ze er wel
mee op de hoogte is."
Een moment zag Forsyth de lieflijke
schoonheid van het meisje voor zich, hij zag
hoe zij zich over het kinderbedje in Burrits
hospitaal boog en maakt onmiddellijk voor
zichzelf uit, dat Dr. Wang-Hi ongelijk had.
Kathleen Barrington moch haar vaders secre-
tarsse zijn, ze mocht onwetend zijn werktuig
zijn, maar het was buitengesloten, dat ze
samenspande met den mandarijn en Barring
ton bewust meehielp opium te smokkelen;
neen, dat kon zij niet gelooven. Hij hield zijn
gedachten voor zich en vroeg: „Waar is Mr.
Barrington's kantoor?"
Op de kade van de hoofdrivier. Daar heeft
hij zijn kantoor, maar zijn huis staat op den
heuvel, geen steenworp van de hekken van
het paleis van den mandarijn verwijderd."
„Ik denk, dat ik hem vanavond ga opzoe
ken. Ik moet hem vertellen waar zijn dochter
is."
„Zijn dochter..."
„Ja. Ze is in het zendingsstation in KaiBing
en verpleegt een klein meisje, dat daar met
verminkte voetjes ligt."
Verrassing stond in Dr. Wang-Hi's gezicht
te lezen. „Ik sta verbaasd."
„Ja." Forsyth lachte even. „En ik denk,
dat mr. Barrington niet minder verbaasd zal
zijn als hij de feiten hoort."
„Hjj zal kwaad zijn," zei Wang-Hi met
overtuiging.
En die overtuiging van Dr. Wang-Hi wreekte
zich toen Dr. Forsyth, even voor zonsonder
gang, zijn voorgenomen bezoek bracht. Hij
gaf zijn kaartje aan den Chineeschen bedien
de, die hem opendeed en even daarop zei een
grove stem, die van binnen uit het huis
kwam, hem, dat Leiand Barrington thuis was.
De bediende kwam zeggen, dat zijn meester
den bezoeker zou ontvangen en ging deze
voor tot aan de deur, waarvoor een zijden
gordijn gehangen was. Hij klopte en kondigde
op Europeesche wijze aan:
„Dokter Forsyth."
Een moment later begroette hem Barring-
tons harde, booze stem met de woorden: „En,
dokter Forsyth, wat hebt u met mijn dochter
gedaan?"
Hij wendde zich om en merkte den spreker
op, die gezeten was op een gebeeldhouwde,
ebbenhouten bank en hem met onvriendelijke
oogen aankeek.
„Ik heb niets met haar gedaan," gaf de
zendingsarts ten antwoord. „Zë wilde nog een
paar dagen in Kai-Ping blijven. Ik heb een
briefje voor u meegebracht."
HQ overhandigde Barrington een gezegelde
enveloppe, die hij zonder zich te excuseeren
opende. Toen hij met lezen klaar was, ont
spanden zich zijn booze trekken eenigermate.
„Zoo," begon hij, „is mijn dochter een zen
delinge geworden?"
„Dat niet bepaald," antwoordde Forsyth.
„Ze is daar uit medelijden gebleven en ver
pleegt een kindje van een manderijn, dat erg
ziek ls."
„Ja, dat heb ik begrepen, en de Taot'ai in
Kai-Ting is een machtig man. Misschien was
het wel goed als ze bleef. Zelfs een heiden-
Chinees kan dankbaar zijn en je kunt nooit
weten, hoe je dat nog eens te pas kan komen.
Ik veronderstel, dat Ik u mijn dank moet
brengen, dat u mijn bagage op de zendings
sampan heeft vervoerd."
„Miss Barrington scheen van meening te
Zijn, dat ze u ten spoedigste bezorgd moest
worden, en ik was blij haar van dienst te
kunnen zijn."
„Zeker, zeker." De handelaar zweeg en liet
toen een korten lach hooren. „Het is een
reuzenmop om de zendingssampan voor dit
doel te gebruiken."
„Een mop kan geen mop genoemd worden,
als de persoon in kwestie er buiten blijft.
Misschien wilt u zich nader verklaren, Mr.
Barrington."
„Ik niet!" lachte Barrington. „Dat zou alles
bederven. Vraagt u het Kathleen, misschien
zal zjj het u vertellen. Zij heeft alle recht om
er trotsch op te zijn, want zij heeft de mop
verzonnen."
„Als ik de gelegenheid krijg, zal Ik het Miss
Barrington zeker vragen. Het is ongetwijfeld
een goede mop, dat u er zooveel plezier om
hebt."
Barrington gaf hierop geen antwoord, maat
vroeg:
„Denkt u, dat u veel met die zendlngsbewe*
ging in Yong-Foo te doen hebt, dokter?"
„Waarschijnlijk wel."
„Hqf. is gevaarlijk om je met dingen ln
China te bemoeien," hernam Barrington. „Het
is het beste: te leven en te laten leven. Wees
niet kwaad, dat ik dit zeg." De koopman
lachte. „Het is om eigen bestwil, dokter. Ala
u zich bij uw pillen en drankjes houdt, ls het
niet zoo erg. Maar steek uw neus niet in
andermans zaken. Maak geen slapende honden
wakker!"
De waarschuwing werd zóó nadrukkelijk
gegeven, dat Dick Forsyth voelde, dat de man
er iets anders dan zijn eigen welvaren mee
op het oog had, maar het maakte geen indruk
op hem.
„Ik doe alleen mijn plicht," antwoordde hij.
„H'm!" gromde Barrington spottend; toen
zei hij met een lach: „Toch kan ik niet
nalaten u nogmaal te zeggen, dat u, als u
zich in deze stad niet uitsluitend met uw
eigen zaken bemoeit, een bittere pil zult
slikken. Geloof mij, dokter; ik weet, wat ik
zeg. Wij hebben niet veel dingen gemeen
maar we zijn beiden Engelschen en het zou
mij spijten als u het slachtoffer zou wordea
van Chineesch recht. De mandarijn ls eea
barbaar en..."
4
(Wordt vervolgd, i J