DE GEBROEDERS .GOOCHEM Bellen Kazen. De bonte speelweide. T JUTTERTJE ZATERDAG TS JULI m« PAa 7 Hoe dikwijls hebben wij als kinderen over een kom met zeepsop gestaan en met een gewone aardewerk pijp, soms zelfs met een stroomhalm, voorzichtig of krachtig in de schuimende vloeistof geblazen met als resultaat een prachtige kleurige zeep bak We zagen hem grooter en grooter worden, totdat hg eensklaps uiteen spatte! Wanneer de bel niet uiteenging, maar groot genoeg was om met een sierlijke zwaai naar omhoog te worden gedreven, dan volgden wg juichend zijn vlucht, tot dat hg tenslotte eveneens uiteen spatte! Naarmate wjj jonger waren, ging ons deze kunst primitiever af, doch ouder ge worden zijnde, legden wij ons toe op het voorzichtig blazen van groote mooi ge vormde zeepbellen. Het uiteen spatten, dat eens onze grootste vreugde uitmaakte, be vredigde ons thans niet meer. Wg waren tot het bewustzijn gekomen, dat in de fijne doorzichtige zeepbelde wereld zich in zeld zame vormen en heerlijke kleuren weer spiegelde. Ons oog zag wenschen, die door het uiteen springen van het dunne vlies ver weg de wereld werden ingedragen! De eene zeepbel volgde de anderen en evenals onze wenschen werden ze teniet gedaan. Soms stemde het ons tot denken, en dan was het gedaan met het bellen blazen en de betoovering was verbroken. Is het bellenblazen inderdaad, naarmate wij ouder worden, tot een einde gekomen of hebben wij het op andere wijze voortge zet? Wij hebben onze nap met zeepsop, steken het strootje in het schuim en voor zichtig heffen wij het op en blazen eerst zachtkens, daarna met steeds grooter wor dende kracht. Het aanzienlijke druppeltje wordt een groote glanzende bal, en wg ge nieten van het prachtige kleurenspel. Wg zgn niet tevreden met het verkregen resultaat, verlangen steeds mooier en grooter zeepbellen, steeds schitterender kleuren doch telkenmale ondergaan wij een gevoel van teleurstelling, omdat allen steeds weer uiteen spatten... Weg is alle heerlijkheid! Het gaat ons volwassenen, thans in het volle leven staande, precies eender als in onze kinder jaren. Wij benutten in werkelijkheid niet meer de nap met zeepsop en de stroohalra, of aardewerk pijp om bellen te blazen. Maar, vragen wij ons af, zijn de vele wen schen en verlangens, die dagelijks in ons opkomen en die steeds grooter worden wel iets anders dan zeepbellen? Groeien zij niet van ons bewust verlan gen tot de alles beheerschende wensch? Zijn er niet steeds meer dingen die wij ons wenschen, waarvan toch telkenmale een pijnlijke teleurstelilng geven? Wjj allen, jong en oud, verheugen ons op het bellen blazen, omdat er een soort betoovering van uit gaat, die ons boeit. De vraag is echter, hoe onze levens houding zal zijn, indien de zeepbel uiteen spat. Wie zijn teleursteling dan niet weet te overwinnen, en met een gevoel van wee moed de verdwenen betoovering nastaart, is zeker zeer onverstandig. Zeepbellen zijn nimmer duurzaam, zij gaan steeds uiteen, en reeds het kind be grijpt dit intuïtief en verheugt zich zelf meer op het eindresultaat, dat uit het ont staan van zijn bel. Het weet namelijk, dat alle zeepbellen uiteen spatten, doch dat de volgende wellicht weer mooier is dan de voorgaande en dat stelt hem tevreden Brave jongens. 'Jongen, zegt moeder, je ben nu num mer één van de klas. Zorg nu dat je ieder keer nummer één bent. Och moeder, antwoordt de jongen, waarom? U moet andere moeders dat ge noegen ook eens gunnen. Onderwijzer: „Wat verstaat men onder dood seizoen... Nu, Andries?" Andries (dokters zoontje): „Wanneer iedereen gezond is, meneer." OPLOSSING VAN EEN WOLKENRAADSEL. Iedere wolk heeft een lichtende rand. Oplossingen der raadsels van de vorige week. 1. Vliegen, spinnen. 2. Klopjacht. 3. Koe, roek, mot, tor, rot, ree, merel. 4. De roest. 5. Rome, Alkmaar. Raadsels. Een man, die geen ogen had, zag ap pelen op een tafel liggen. Hg nam geen appelen weg en hij liet ook geen appelen liggen. Hoe kan dat? Welke bekende naam komt ge met de volgende letters maken? a.e.o.o.l.n.n.p. Op welke stoel zit men niet, maar staat men? Met welk spoor kan men niet reizen? Welk gebak wordt een dier, als men de laatste letter weglaat? Klaar voor de reis. Een schilderijtje voor je kamer. Hier zien jullie weer een aardig scha- duwprentje, dat uitgeknipt en opgeplakt kan worden, of als je het heel mooi wilt maken, dan kun je het natekenen en er een schilderijtje voor je kamertje van ma ken. Het stelt voor een kaboutertje, dat door het bos loopt en daar ziet, dat er een woudreus omgevallen is. Onder het schil derijtje kim je dan in blokletters schrij ven: „De omgevallen woudreus". jurkjes kunnen jullie helemaal volgens je eigen smaak versieren. De kartonnen rand wordt nogmaals met een groene reep be plakt, daardoor wordt het steviger. Na tuurlijk kan men de rg uit meerdere fi guurtje samenstellen, maar men moet het wel zorgvuldig uitmeten, zodat aUe kin dertjes een goede plaats hebben. En nu de weide! De schijf beplakken wij met groen papier. Van glanzend papier worden kleine bloempjes geknipt De spel den met de gekleurde knoppen worden door de bloempjes gestoken en zo op de weide vastgestoken. De speld is dan tege lijk de steel. Van groen papier maken wg kleine blaadjes, die ook aan de speld wor den vastgemaakt. Hoe meer bloempjes er op de weide bloeien, hoe mooier het is. Nu moeten wg nog proberen, de reep, waarop de kinderfiguurtjes zijn uitgeknipt, bewegelijk te maken. Voor dit doel beves tigen wij aan de reep een tamelijk lang dun touw en wel zo, dat de aanhecht- riaal, wat spelden liefst met gekleurde koppen, zo mogelijk een smal stukje groen crèpe-papier, dat men wel eens om bloem potten ziet en een stuk touw van 23 meter.En nu vooruit. De kleine meisjes, die in een kring dansen, worden eerst op de reep papier getekend. Daar zij zicht op de weide bewegen, moet het buitenste pa pier, dat met streepjes getekend is, min stens zo hoog zij als de schijf. Zowel de voor- (a) als achterkanten (b) van de figuurtjes worden beschilderd. De knoop buitenop komt te liggen, zoals de grootste tekening duidelijk aantoont, nu draaien wij het touw vérschillende keren om de schijf heen, daarna trekken wg er langzaam aan en dan zul je zien, dat het rijtje meisjes allergenoegelijkst hun rond- dansje maakt. De reep mag echter niet te strak om de schijf heen zitten. Probeer er nu nog een liedje bij te ma ken en je zult zien, hoe blij je kleine broertjes en zusjes met dit eigengemaakte spelletje zijn. Speelgoed voor de kleintjes, dat wfl zelf kunnen maken. Het best kunnen wij een flikkendoosje gebruiken om dit spelletje te maken, met een gladden rand, ongeveer 20 cm in door snede. Als de deksel een overstekend kantje heeft, draaien wg de doos om en gebruiken de onderkant. Wij kunnen ook een rond stukje triplex nemen, of een dek sel van een botertonnetje bijv. De schijf moet ongeveer 2% tot 3 cm hoog zijn, zeker niet lager dan 2% cm. Verder hebben wij een reep tekenkarton noodig van ongeveer 8 k 9 cm breedte, deze moet rondom de schijf gelegd kun nen worden en iets groter zijn, zodat de uiteinden over elkaar gelegd en vastge plakt kunnen worden. Dan hebben we nog nodig een stukje groen papier, zo groot als de schijf, en het gewone tekenmate- 169. Ijlings schoot de koetsier toe om zijn meesteres le helpen, die druipend van de modder tegen Pit begon hit te varen, die daar zelf eveneens druipend al een toonbeeld van verslagenheid stond. Daar ze toch nat was, baggerde ze verder door de modder tot ze aan de kaot van de weg atottd. 170. Ze ging aan de kant van de weg zitten op de uitgespreide jas van den koetsier en gebood Pat naar de stad te gaan om een ander rijtuig voor haar te bestellen. „Als we terug zijn," brieste ze tegen Pit. Wil ik jou en je broer geen minuut meer zien. Jullie zijn ontslagen. 171. Zo stonden de broers dus weer op straat, buiten hun schuld. Elk met een weinig je loon op zak trokken ze er op uit om een ander baantje te zoeken. „Eerst gaan we de stad eens in, zei Pit. „Er is juist kermis, misschien kunnen we nog wat leuks beleven."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 11