POPULAIR BIJVOEGSEL VAN DE HELDERSCHE COURANT Hugo de Groot. ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1936 AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN VOOR DE Een ernstige waarschuwing. De vlucht per boekenkist. Europa's Wonder. We zullen niet de hele geschiedenis van Hugo de Groot gaan vertellen, een der meest geleerde mannen, die Nederland ooit heeft gekend, maar wel een stukje aardige historie, n.1. de geschiedenis van de boekenkist, waarvan jullie ongetwijfeld wel meer zult hebben gehooi*]. Hugo de Groot werd in Augustus 1618 in hechtenis genomen, dat was tijdens de twisten tussen de Remonstranten en de contra-Remonstranten. De Groot viel ;n ongenade bij de grote heren en werd ge vangen genomen. Zijn goederen werden in beslag genomen en hij zou zijn hele leven verbannen moeten worden naar het kasteel Loevestein, omdat hij er van werd be schuldigd, zich te hebben gemengd in godsdienstige zaken, en Holland daarmede geen goed te hebben gedaan. hebber, die minder nauwkeurig was in het vervullen van zijn plicht, liet de kisten ten slotte zo maar doorgaan, zonder er in te kijken. En dat bracht uitkomst. Geholpen door zijn vrouw Maria, die het plan trouwens ook bedacht had, kroop Hugo de Groot op zekere morgen, toen er weer een kist weg moest, in de kist, die maar klein was en alleen lucht door het sleutelgat liet. Alles ging goed. De man nen die de kist kwamen halen, mompelden wel, dat de kist zwaar was. „Zou de arme kerel er missichien zelf inliggen?" Maar bij dat zinnteje bleef het ook. Hugo de Groot werd naar het schip gebracht en naar Gorkum vervoerd. Elsje van Houweningen, zijn dienstbode, ging ook naar Gorkum, onder voorwendsel daar boodschappen te doen, maar in wer kelijkheid deed zij dit om zoveel mogelijk in de buurt van de kist te blijven en daar door haar meester eventueel te kunnen helpen. Eindelijk, na twee volle uren kwam het schip te Gorkum aan; Hugo de Groot kon Hugo de Groot verbergt zich in de boekenkist, geholpen door zijn vrouw Maria. Op het slot Loevestein bracht Hugo de Groot zijn tijd door met het lezen van boeken, zeer geleerde boeken, terwijl hij zelf werken schreef over de wetenschap, vooral over de staathuishoudkunde. Zijn vrouw wist hem echter uit zijn verban ningsoord te krijgen. Reeds eerder had zij bij de Staten van Holland pogingen in het werk gesteld om haar man zijn vrijhéid terug te doen krijgen, maar zonder resultaat. Toen bedacht zij een listig plan. Hugo de Groot ontving iedere week voor zijn letterkundig werk een kist met boeken, zoals werken van Vossius, Erpenius, enz. Deze boeken kreeg hij van vrienden ter leen, maar hij moest steeds zorgen de boeken tijdig en onbeschadigd in grote kisten terug te zenden. Nu, daar zorgde mevrouw de Groot wel voor. Zij was een vrouw, die niet van slor digheid hield en prompt iedere week stond de boekenkist achter de voordeur om door een paar lieden te worden afgehaald en op een schip te worden gebracht, dat naar Gorkum voer. De bevelhebber van Loeve stein moest, wanneer de kisten de poort uitgingen, altijd even het deksel oplichten om te zien, of zich wel inderdaad allemaal boeken in de kist bevonden. Dat ging zo al wekenlang en de bevel- zich bij den vriend, waar de kist heenge bracht werd, verkleden als metselaar en zo onopgemerkt naar Antwerpen uitwijken. Op raad van zijn vrienden ging Hugo ae Groot van Antwerpen naar Parijs, voorzien van aanbevelingsbrieven, welke hij z'n Franse vrienden toonde. Te Parijs begon Hugo de Groot weer dadelijk te scnrijver.. „Over het Regt van Oorlog en VreedE", was het eerste boekwerk, dat in de Fransche hoofdstad van zijn hand verscheen. Na een verblijf van elf jaar keerde Hugo de Groot vanuit Parijs terug in de hoop, dat Holland hem thans vriendelijker gezind zou zijn, maar neen, de Staten van Holland koesterden nog altijd een grote haat tegen den listigen man, die de grote heren zo ffln bij de neus had gehad en opnieuw zag Hugo de Groot zich genoodzaakt naar het buitenland te gaan. Hij ging naar Hamburg en vandaar uit naar Zweden. Koningin Christina zond hem als Zweeds gezant naar Parijs en hier bleef de Groot ongeveer nog 10 jaar. Hij overleed te Rostock op 28 Augustus 1645. Zijn stoffelijk overschot werd bijgezet te Delft, in het familiegraf. Op de Groote Markt te Delft staat thans nog een reusachtig standbeeld van Hugo de Groot, een van Nederland's bekwaamste en dapperste mannen. VERDEELING VAN GOEDEREN. Zooals men weet, had de zoo ongelukkig om het leven gekomen senator Huey Long, een beweging gesticht, die op pseudo-com- munistischen grondslag een verdeeling van goederen propageerde. Heele gemeenten in den staat Louisana hebben zich tijdens het leven van den senator bij deze beweging aangesloten, die ook thans nog bestaat, ook al heeft ze na de vermoording van Huey Long grootendeels haar beteekenis verloren. Wat er overigens in de practijk van de bereidheid om de goederen vrijwil lig onder elkaar te verdeelen terecht komt, bewjjst het volgende geval: het dorp Rho- dessa, in Louisiana was bijzonder arm en daarom ook een van de ijverigste leden in de beweging tot verdeeling der goederen. Vier weken geleden echter werd er in Rhodessa een petroleumbron aangeboord. Het duurde niet lang, of er bleek een on derneming bereid de explotitie op zich te nemen, waarin de gemeente participeerde. De inwoners van Rhodessa ontvangen uit deze onverwachte bron van inkomsten thans een maandelijksche rente van 25.000 dollar. Deze rijkdom heeft tot onmiddellijk ge volg gehad, dat Rhodessa officieel zijn uit treden uit de beweging heeft aangekon digd. „Ik hoor, dat uw echtgenoot aan zijn bed gekluisterd is... het is toch hoop ik niets ergs?" „O nee! Ziet u, ik draag zijn broek." Rechter: Op de plek, die je als je woon plaats hebt opgegeven staan niet eens huizen. Landloper: Juist meneer, daar slaap ik altijd. Bakker (tot jongen die een brood komt halen.) Het brood is een cent opgeslagen. Jongen: Denkt na en vraagt: Wanneer? Bakker: Vandaag. Jongen (leukweg)Geef me dan een brood van gisteren. We willen een oogenblik de aandacht der ouders vragen voor een zeer bedenke lijk verschijnsel, dat vooral in de laatste jaren in steeds toenemende mate naar vo ren treedt. Het is den verzorger van deze rubriek uit eigen ervaring en ervaring, hem door anderen medegedeled, gebleken, dat de af leiding op allerlei gebied van de school gaande jeugd een grooten invloed ten kwade heeft op het onderwijs. Er zijn hem gevallen bekend, dat tien- of 'twaalfjarige' Teerlingendnè~avonclën achtereen twaalf uur te bed gingen, omdat zjj mede moesten werken aan uit voeringen. Hij bemerkte, dat de kinderen des mor gens absoluut ongeschikt waren het onder wijs te volgen, eendeels wegens het gebrek aan nachtrust, waardoor een sterke ver suftheid intrad, anderdeels doordat de emoties der avonden zoo sterk waren, dat de belangstelling voor iets anders geheel zoek was. Nu is het in het algemeen bijna op iedere school zóó, dat de moeilijkste onder- wijsvakken, als Ned. Taal en Rekenen in de ochtenduren gegeven worden, aange zien men van oordeel is, dat de leerlingen dan nog het meest frisch zijn en dus het best in staat tot denken en l^t opnemen van het behandelde. Het lijdt echter aan geen twijfel, dat kinderen, die slechts eenige uren nachtrust hebben genoten en des morgens nog met een vol hoofd over het gebeurde van den vorigen avond in de schoolbank zitten, absoluut hun gedachten niet bij hun werk kunnen houden en mede door de belang rijkheid der lesuren veel verzuimen. Iedere leerkracht kan dan ook in het schriftelijk werk met eenige moeite de in zinking aanwijzen, welke op en neergaan met de bijgewoonde gezellige avondjes en uitvoeringen. En wanneer men dit nog eens eenige malen achtereen gaat doen, dan is geen onderwijzer in staat in die dagen de leer lingen ook maar iets bij te brengen, wat denkkracht vereischt. Terwijl er nog bijkomt, dat dergelijke uitvoeringen meestal druk en zenuwachtig gaan, er moet snel een programma afge werkt worden. Het is een gehaast en ge jakker om door het overvulde programma heen te komen. En den volgenden morgen en nog eenige dagen daarna merkt men bij zijn leerlingen deze drukke gejaagdheid nog duidelijk, vooral in het gemaakte schriftelijk werk. Neem hier nog bjj de dagen, voorafgaan de aan de uitvoering, die in het teeken van het genot staan der te verwachten avonden, en waarover de klas het reeds ge- ruimen tijd zeer druk heeft. Ouders, die het met hun kinderen wel meenen, en die er prijs op stellen, dat hun kinderen zich nu reeds wapenen met een zekere hoeveelhied kennis en ontwikke ling, om gereed te staan bij een te hopen herleving der wereldwelvaart, raden wjj ten zeerste aan. dit onderwerp eens nauw keurig te overdenken! Wij zijn absoluut niet tegen een pretje voor onze kinderen! Geef het kind echter wat des kinds is, d.w.z. wat nuttig is en overeenkomt met zijn leeftijd en ka rakter. Men moet van maat weten. En vooral nog dit: Verscheidene ouders nemen hun kinderen mede naar een uitvoering, niet terwille van het plezier voor het kind dit is vaak zeer dubieus en schijn doch uit eigenbelang, omdat anders één der ouders thuis moet blijven. Het is echter een eigenbelang dat zeer ernstige gevol gen in de nabije en verre toekomst voor kinderen en ouders mee zalbrengenN Onafgezien van het lichamelijk nadeel, dat ook aanwezig is, staat het groote nadeel, aan de geestelijke vermogens be rokkend. Men denke hier toch eens zeer ernstig over! Het gebeurt ook vaak, dat men van de goede bedoeling uitgaat: het kind ook iets te gunnen in deze moeilijke tijden. Men re deneert dan, dat een kind toch niet behoeft te lijden onder deze dingen. Wij zijn niet in allen deele het hiermede eens en vinden het lang zoo erg niet, uit oogpunt van karakter- en menschvorming, dat onze kinderen de ernst der tijden lee- ren aanvoelen en meedragen, doch afge zien hiervan nog,, laat men dan met mate te werk gaan. Bijv. een kinderavondje aan het einde der week, en zoo eens eenige keeren in het seizoen. Daar zal niet zooveel nadeel van uitgaan, als men het een beetje verstandig aanlegt. Het ware te hopen, dat bestuurders van vereenigingen aan bovenstaande hun aan dacht zouden willen schenken en in samen werking met bevoegden hiermede rekening hielden bij het organiseeren der kinder avonden. Een ander groot gevaar bemerkten wij in het veelvuldig gébruiken van kinderen bij het organiseeren van bazars en verlotin. gen. Men wordt thans dagelijks ongeveer bestormd met lootjes voor vereeniging die en vereeniging die, welke door kinderen aan den man gebracht worden. Wij zien hie ook een groot gevaar in en raden de ouders dringend aan, hun aan dacht aan deze zaak te schenken. De invloed hiervan op onderwijs en ont wikkeling van geestelijke vermogens en karakter is in vele gevallen bijzonder nadeelig. Tijd- en plaatsruimte belet ons, dit met uitspraken van groote peadagogen en doktoren te bewijzen. Ook bij dit werk blijkt, dat veel gedaan wordt, wat niet „eens kinds" is. en met liefdadigheid, bijv. gezien uit oogpunt voor en van de kinderen, al zeer veel verschilt. Vaak blijkt, dat het door en van volwas senen opgelegde liefdadigheidsgevoelens zijn. en absoluut niet spontaan uit het kin derhart zijn opgeweld. Het effect is in deze gevallen ook abso luut nihil en in sommige gevallen zelfs lijnrecht in strijd met het beoogde doel. Nogmaals, wij willen tegen dit alles een ernstig waarschuwend woord doen klinken en hopen, dat het als zoodanig overdacht, en in toepassing gebracht moge worden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 13