Op en om het Binnenhof. Het slot Köpenick bij Berlijn. T JUTTERTJE ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1936 'PAG. '5 moerbeien en frambozen en kruis- en aal bessen, terwijl men nog bezig is met het nemen van proeven met verschillende uit den Kaukasus afkomstige wilde abriko zen, die men zoodanig wil trachten te veredelen, dat ze ook in minder zachte landstreken zullen groeien. In Murano heeft een kloosterzuster een preparaat uit planten weten samen te stellen, dat met goed gevolg tegen mala ria wordt aangewend. Het middel is reeds meerdere malen toegepast bij de arbei ders, die in moerasachtige streken moes ten werken en door malaria-aanvallen soms doodziek waren en radicaal genezen werden. De resultaten zijn inderdaad buitenge woon, zoodat het hoofd-secretariaat van de Fascisten in Venetië zich thans met de verspreiding van het preparaat bezig houd. Een hoenderparkhouder in Glasgow heeft een middel ontdekt, waardoor de eieren niet meer zoo spoedig kneuzen. Zoodra ze gelegd zijn, worden ze in een oplos sing gedompeld, waardoor ze een min of meer hard, doch elastisch huidje krijgen, over de schaal. Eieren, die zelfs op langen afstand ver voerd worden, moeten op deze wijze ge vrijwaard worden tegen breuk. UIEN ALS GENEESMIDDEL. Reeds bij de oude Egyptenaren en Grie ken komen op talrijke graffresco's uien als offergave voor. Nero gebruikte ze vanwege zijn keel en ook Hippokrates at uiten uit een gezond heidsoogpunt. Uien en prei, bieslook, e.d zijn onmisbaar om zoowel als groenten als bij sla verwerkt te worden, terwijl het kookwater uitstekend is voor nierlijders, jicht, rheumatiek en galsteen. Prei is on misbaar bij soepen en kan niet genoeg gebruikt worden, evenals knoflook. Het zwavelachtige Allylsulfide heeft een buitengewone werking op het organis me, dat tot meerdere werking geprikkeld wordt en vele verkeerde stoffen afzet. De in prei en uien voorkomende aetheri- sche olie werkt tevens desinfecteerend, waarom het gebruik van genoemde look- soorten dan ook niet genoeg aanbevolen kan worden. In Ceylon komt op 200 geboorten één tweeling voor, in Noorwegen op iedere 35 geboorten. Men heeft statistisch vast gesteld, dat men in de meer noordelijke landen ook meer tweelingen aantreft. Historische plaats als Olympisch kwartier. Gedurende de Olympische Spelen zuilen 100 deelnemers aan de Olympische roei- wedstrijden in het historische slot Köpenick bij Berlijn, niet ver van de roeibaan Grunau wonen. Menige andere deelnemer ^hl ze hierom benijden! Zeker is er niets Hooiers dan een verblijf in de fraaie, ^*bageiyke en modem ingerichte huisjes van het Olympische dorp, maar in een historische plaats te wonen, in vertrekken, waardoor nog steeds de adem van groote geschiedkundige gebeurtenissen gaat, is wel iets zeer bijzonders. Het slot van Berlijn-Köpenick is een echt historische plaats. Hier kwam n.1. op 26 October 1730 de Pruisische krijgsraad bijeen, die op bevel van den „soldaten"- Koning Frederik Willem I den jongen kroonprins van Pruisen ter dood moest veroordeelen. De kroonprins, de latere Frederik de Groote, de stichter van Sans- souci, had een andere natuur dan zijn strenge, Spartaansche eenvoudige vader. Hij was levenslustig en verdroeg het puriteinsche regime van Frederik Willem I niet. Daarom nam hij op zekeren dag te zamen met zijn vriend Katte de vlucht. Spoedig echter werden beiden gevangen genomen en ter berechting naar Köpenick gebracht. De vader was over het ongedici- plineerde en smadelijke gedrag van de beide jongelieden zoo verstoord, dat hij hun dood eischte. Slechts aan het volhouden van de Pruisische generaals van den krijgsraad was het te danken, dat ten minste de kroonprins er het leven afbracht. Zijn ongelukkige vriend Katte moest er echter aan gelooven; hij werd spoedig daarna in het nabije Küstrin terecht gesteld... De zaal, waarin deze voor de geschiedenis van Pruisen zoo gedenkwaardige zitting van den krijgsraad plaats vond, is in denzelfden toestand bewaard gebleven. In deze lichte, met wapenen getooide zaal werd een blad van de geschiedenis van Pruisen omgeslagen, en er begon een nieuw hoofdstuk dat voor geheel Europa, ja voor de geheele wereld van beteekenis werd. Had Frederik Willem I destijds zijn zin doorgezet, dan was er thans geen Sanssouci in Potsdam. Ja, men kan zich niet indenken hoe geheel anders het lot van Duitschland en Pruisen en daarmede van geheel Europa zou zijn geworden! Die duistere gebeurtenissen in Köpenick werden voor hem een gezonde les. Hij leerde de militaire gestrengheid van zijn vader begrijpen. Hij werd rijper en ernstiger en begon er over na te denken, dat er voor den enkelen mensch en voor een volk niets gezonder is dan doelbewuste strengheid en onvoorwaardelijke discipline. De deelnemers aan de Olympische Spelen, die in het Köpenicker Slot worden inge kwartierd, zullen ruimschoots gelegenheid hebben, te genieten van deze herinneringen uit den tijd van het jonge Pruisische koningsschap. Want de zalen, die eertijds voor de hofhouding dienst deden, zijn thans als eetzaal, bibliotheek, rook-, muziek- en werkkamers ingericht. Ja, enkele van deze statievertrekken dienen zelfs als slaap kamers. De bewoners ervan zullen de allegoriën der zolderschilderingen dus in de daarvoor natuurlijke houding, n.1. van uit hun bed, kunnen zien en trachten te doorgronden! Weekkroniek De Eerste Kamer behandelt nog een aantal ontwerpen en gaat daarna tot September uiteen. - De naderende ver' kiezingsstrijd. „Spaansch" 1 Een richtsnoer voor den kiezer. - „Doe het maar niet Den Haag, 30 Juli '36. De huidige zittingsperiode van de Sta- ten-Generaal heeft ook thans nog geen einde genomen, want vóór den dag, dat minister De Wilde zich naar het Binnen hof zal begeven om, namens H. M., de gewone zitting gesloten te verklaren, ko men de Senatoren nog in openbare ver gadering bijeen. Deze week heeft de Eerste Kamer een reeks ontwerpen afgedaan, maar tot het gereed maken van alle in de achter ons liggende periode door de Tweede Kamer aangenomen ontwerpen is het niet geko men. O.a. het bekende wetje tegen vor ming van particuliere weercorpsen bleef nog liggen, en zal in de tweede week van September naar president De Vos liet vermoeden wel in behandeling worden genomen. De Senaat is dus officieel niet „op recès". Het tijdperk van werken kan nog niet worden afgesloten, aldus sprak praeses aan het slot der vergadering van j.1. Woensdag. Maar Augustus heeft men dus volkomen „Kamervrij" gehouden! Over de korte debatten, welke deze week in de oude Statenzaal zijn gevoerd, valt eigenlijk niet zoo heel veel bijzonders te melden. Zeker niet onbelangrijke zaken als het ontwerp nopens de gemeentelijke girodiensten (die niet meer zonder minis- terieele vergunning mogen worden opge richt) lokten geenerlei debat uit. Wel werden opmerkingen gemaakt over het voorstel, beoogende een andere regeling van het kosteloos procedeeren bij recht banken te verkrijgen. Een nieuwe cate gorie van „minvermogenden" zal worden ingevoerd, waardoor zij, die voorheen moeilijk procedeeren konden, wijl zij niet geheel „onvermogend" zijn, maar toch de vaak hooge proceskosten niet vermochten op te brengen, nu een heel wat dragelijker tarief kunnen erlangen. En tevens zal voortaan beter kunnen worden gewaakt tegen het klakkeloos verstrekken van „briefjes van onvermogen". Van een drietal kanten kwamen beden kingen los. De wonderlijk-vitale, 83-jarige mr. Van Sasse van IJsselt (R.K.), die nog steeds paraat is bij de behandeling van juridische aangelegenheden en die dan voor den vuist weg zijn gedegen opinie zegt, bleek wel instemming bij de heeren Mendels (S.D.) en Van der Hoeven (C.H.) te vinden toen hij critiek had op het feit, dat nu de rechter bij voorbaat zal moeten gaan uitmaken, hoeveel een proces wel kosten zal. Mr. Mendels vreesde wel wat voor een goede rechtsbedeeling der armen. Maar Minister van Schaik stelde alleen gerust. Daar wordt niet aan geraakt. En het wetje kreeg zonder verder verzet het zegel der Kamer. Van de overige ontwerpen, welke op de agenda mogen genoemd worden. de credieten voor werkverruiming en in dustrie-financiering, de steenkolencontin- genteering, waarover heel weinig gespro ken werd. Nog enkele „hamerstukken" glipten zonder meer onder den presiden- teelen hamer door, en reeds in den voor middag kon de vergadering worden ge sloten, nadat men te elf uur bijeen was gekomen. Zoo staat dan een maand van parlemen taire rust vóór ons, tenminste „onvoor ziene omstandigheden daargelaten", gelijk tegenwoordig de voorzitter der Tweede Kamer voorzichtigheidshalve pleegt te zeggen, als hij de Kamer op recès stuurt en meedeelt, dat men niet meer bijeen zal komen in de loopende periode En de kans op zulke „bijzondere om standigheden" is er, met de jaren, niet geringer op geworden. Gelukkig zijn niet in de eerste plaats binnenlandsche toe standen daarvan de schuld, maar moeten we steeds rekening houden met onver wachte groote spanningen in het buiten land om ons heen. Wie had enkele weken geleden gedacht, dat Spanje op het punt stond, zich in den afgrond der revolutie te werpen? Nu ligt het land, waaraan onze vaderlandsche historie ten nauwste verbonden is, wel heel ver af, maar wie zal momenteel kunnen zeggen, wat de ge volgen van dien broederkrijg zullen zijn? De parlementaire democratie, zooals men die daar in toepassing trachtte te bren gen, zal in ieder geval het loodje moeten leggen, krijgt Europa er weer een autori tair geregeerd land bij, van welken kant dat straffe regime dan ook zal worden uitgevoerd. Al het schokkende wereldgebeuren der laatste maanden moet op den buiten- staanden Nederlander soms wel een uiterst-verwarrenden indruk maken. En nu wij langzamerhand wederom het tijd perk van de periodieke verkiezingen na deren, wordt ook hier de belangstelling voor politieke en sociale vraagstukken extra gesplitst. Zelfs werd dezer dagen op een politieke bijeenkomst de vrees ge uit, dat het straks, in het voorjaar van '37, als de electorale strijd in vollen gang is, wel eens „Spaansch zou kunnen toe gaan". De Hemel beware ons! Maar dat de gemoederen soms tot kookhitte zullen worden gebracht, men om het nu maar heel zacht uit te drukken elkaar niet altijd in alle opzichten respecteeren zal, mag inderdaad wel worden gevreesd. Het denkbeeld is wel eens geopperd, om den verkiezingsstrijd maar radicaal uit te bannen. Wie in een week of zes, acht tot aanhanger van deze of gene partij moet worden gebombardeerd, is een alles be halve principieel gefundeerd aanhanger. Vandaar, dat in verkiezingstijd de „leu zen" voor den dag worden gehaald, om de weifelenden tot zich te .üy.kfe.eiL Meer dan ooit zal het thans zaak zijn, dat het Nederlandsche volk zich op zijn funda- menteele principes bezint. De huidige va- cantietijd is inderdaad niet de aangewe zen periode om de massa tot politieke studies aan te zetten, doch de ernst der kwestie mag nimmer uit het oog worden verloren. Op den C.H. Landdag te Oranjewoud voerde minister Slotemaker de Bruine het woord. Daarbij zei hij dingen, die vèr boven het eng partijverband uitgaan. Zijn visie op wat voor den kiezer richtsnoer moet zijn zal door weinigen, hoe hun po litieke opvatting ook moge zijn de uiter sten dan daargelaten), als niet juist wor den aangemerkt. Kort en krachtig kwam het inzicht van den heer Slotemaker hier op neer: „Er is een partij-verbrokkeling, waar door combinatie's noodzakelijk worden, die spoedig iets gewrongens krijgen; er is eed belangen-groepeering, die met zich brengt, dat gejaagd wordt naar positie voor be paalde groepen of zelfs personen; er is de overtuiging, dat iedereen over alles een oordeel hebben mag. Misschien dat in rustigen tijd dit drieëerlei vrij onschul dig kan worden; maar in dagen van zware crisis op allerlei gebied is dit één en ander onverdragelijk en roept het in breeden kring de gedachte op, dat de heele volksinvloed dan maar moet worden opgeruimd. Ik ben overtuigd, dat aan dit gevaar een niet-denkbeeldjg gevaar ernstige aandacht gewijd moet worden; het kan naar mijn overtuiging zeer wel worden ondervangen, indien men er slechts toe komen kan, in de kiezers massa op elk dier punten zuiverder ideeën te doen leven. De kiezers moeten weten, dat een verbrokkeling, die niet nadruk kelijk door beginselen wordt vereischt, radicaal verwerpelijk is. Zij moeten worden opgevoed tot het standpunt, dat de publieke zaak de zaak is van het geheele volk en het algemeen belang, niet ten dienst van groepen of personen. Zij moeten leeren, dat men zich slechts dan zijn plaats waardig toont als lid van de volksgemeenschap en de kiezers-gemeenschap, wanneer men zich wenscht te bepalen tot datgene, waarover men in staat is te oordeelen." Als een soort „politieke geloofsbeleide- nis" voor den kiezer beval de minister het volgende aan: „Bij de politieke opvoeding des volks moet het derhalve naar mijn overtuiging gaan om deze vier dingen. De kiezers moeten kiezen in verband met beginselen, niet met beloften en détails. Zij moeten zich laten bepalen zooveel mogelijk door het algemeen belang en moeten goedvin den, ja eischen, dat de verantwoordelij ken het algemeen belang doen gelden, Niemand mag daarbij vergeten, dat een volk bestaat uit een aantal groepen en geledingen, elk met een eigen wezenlijk recht; en dat ook voor een volk geldt; indien één lid Ujdt, lijden alle leden. Ten derde moeten de kiezers aanvaarden, dat de leiders met hun verantwoordelijkheid rekenen; dat zij dus niet berekenen op welke manier zij stemmen kunnen ver werven anders dan door de deugdelijkheid van hun betoog; en zij moeten het niet- zeggen van de volle waarheid herkennen als laf in plaats van als verstandig. Ten slotte moeten zij de onderscheiding tus- schen Regeering en Parlement en vervol gens die tusschen Parlement en kiezers volk scherp in het oog houden." Het door minister Slotemaker uitge lokte nieuwe spellingsbesluit heeft in de pers nog heel wat stof doen opwaaien, niet het minst de wijze, waarop oud minister Marchant zich tegenover een redacteur van de soc. „Arbeiderspers", die den gewezen bewindsman over de nieuw ste oekaze kwam interviewen, heeft uit gelaten. Woordelijk kwam de hoofdzaak van het betoog des heeren Marchant hier op neer: „Het onderwijs zal verstandig doen als het het heele spellingbesluit van minister Slotemaker straal negeert en de leerplan nen niet overeenkomstig dit nieuwe be sluit gaat wijzigen. Men moet de boel niet overhoop halen. Volgend jaar zit daar een andere minister, die er allicht anders over zal oordeelen dan de heer Slote maker, die een uitsluitend persoonlijk standpunt inneemt." Men had toch stellig van een ex- gezagsdrager mogen verwachten, dat hij zich wat omzichtiger zou uitdrukken waar het hier daden van de hoogste Overheid betreft. Dat hij teleurgesteld is over de wijze, waarop men „zijn" regeling heeft veranderd, laat zich vanzelfsprekend zeer goed denken. Doch het „doe het maar lekker niet" maakte op velen een pijn lijken indruk, als zijnde geen uitlating vaa iemand, die nog vrij kort geleden Regee- ringsverantwoordelijkheid heeft gedram gen Parkypen^riex

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 17