Het zingende blad.
PAG. 6
ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1936
T JUTTERT.m
Magnetische scheepjes.
Om na te tekenen.
De vijanden van het
bosch.
Bruinblad moest zich eigenlijk erg een
zaam voelen, want ze was het enige blad
aan de hele eik met een gewoon kleedje
aan. Maar ze was niet eenzaam, want ze
had een geheim, dat haar heel erg geluk
kig maakte. Zó gelukkig en big was
Bruinblad altijd, dat haar zusters er over
spraken. Zg hoorde dan wel wat zg zeiden,
doch ze luisterde liever naar de liederen,
die de vogels dicht bij haar zongen.
Gewoonlijk werd zg des morgens vroeg
gewekt door het getjilp van 'n jonge lijs
ter, die met een heel zacht stemmetje zat
te piepen. Dat maakte Bruinblad altijd zo
Juichend, maar liever dan dit te vertellen
en uitgelachen te worden, hield zij het
yoor zich.
„Wat maakt Bruinblad toch zo geluk
kig," hoorde een harer zusters in een
prachtig scharlakenrood kleed, vragen.
„Als ik zo'n armoedige jurk aan had, dan
Zou ik mijn oogjes rood schreien."
„Ik begrijp ket ook niet," fluisterde
Oranjeblad, een andere zuster. Ze lacht
alsof ze net zo'n mooi kleed draagt als
Wij. Ze zou toch evengoed zo'n praóht-
jurk kunnen hebben gehad, als ze zich,
net als wg, in het zonlicht had gebaad,
Inplaats van aldoor naar die lijsters te
luisteren."
„Maar," viel Purperblad in de rede, „nu
öe lijsters vertrokken zijn, zal ze wel zon
nebaden willen nemen en dan zal de kleur
Van haar kleed nog wel iets veranderen".
„Het zal tenminste anders helemaal
niet prettig voor haar zijn, om zo te blij
ven", hernam Scharlakenblad.
Bruinblad hoorde ieder woord, dat haar
zusters over haar zeiden, doch ze bleef ge
lukkig en behield haar geheim.
Nu zou er grote partij worden gegeven,
de wind had de uitnodigingen al rondge
deeld. Naar aanleiding van deze invitatie
namen al de bladeren dien dag nog eens
een extra zonnebad, om er op het feest
zo voordelig en mooi mogelijk uit te zien.
Maar Bruinblad vond, dat ze geen mooi
kleed nodig had, ze was bruingrijs van na
ture en zo wilde zij blijven.
Eens, toen ze nog jong was, had Bruin
blad aan de moederlijster, die vlak bg haar
haar nestje had gebouwd, gezegd, dat ze
zo graag een kleedje wilde hebben in de
kleur van de lijster haar veren.
„Welnu," had deze vriendelijk gezegd,
„neem maanlichtbaden en luister naar
mijn gezang, als je dat steeds volhoudt,
krijg je vanzelf je wens vervuld."
Nacht na nacht had Bruinblad nu maan
lichtbladen genomen en steeds naar het
gezang der lijsters geluisterd. En jawel,
toen ze op zekere morgen ontwaakte, had
ze een prachtig bruin kleedje aan, met
grgze strepen, net als haar vriendjes de
lijsters. O, als ze haar hartewens net zo
gemakkelgk kon bereiken als haar nieuwe
kleedje! Het leek wel heel eenvoudig, ten
minste zoals de lijster het haar voorstelde.
Toen ze er eens met de lijster over ge
sproken had, zei deze: „Let nauwkeurig
iedere avond op de zonsondergang, denk
dan aan het liefste geluid dat je kent."
Dit advies was gemakkelijk op te volgen.
Iedere avond had Bruinblad vanuit haar
verborgen schuilplaatsje naast het lijster-
nestje, de zonsondergang gadegeslagen.
Toen de lijsters nog in het nest woonden,
hadden ze er samen naar gekeken, terwijl
de vogels prachtige liederen opdroegen aan
de zonnestralen, ze zongen dan van de
mooie natuur, de prachtige kletfren in het
bos, van het frisse water in het beekje en
van de mooie bloemen. „Je denkt aan het
liefste geluid dat je kent", ook dat was heel
gemakkelgk, want was het gezang van
haar vriendjes niet het mooiste wat er be
stond?
Zou haar wens heus vervuld worden,
als ze iedere nacht trouw de raad opvolgde
en overdag en 's avonds luisterde naar het
gezang Bruinblad wilde het proberen,
haar andere vw(as was immers ook vervuld
geworden door maar vol te houden.
Doch deze hartewens was veel belang
rijker. Ze koesterde hem vanaf het ogen
blik, dat ze een jonge lijster voor het eerst
tegen zijn moeder had horen tjilpen, en
naarmate de lijster groeide en mooier ging
zingen, was de wens van Bruinblad dieper
geworden. Zo verdiept was ze steeds in
het gezang, dat ze liever bleef luisteren,
inplaats van zich in het zonlicht te gaan
baden. Geen ogenblik verloor zg het nestje
uit het oog.
Eens had zij met haar zusters over haar
grote wens gesproken. Toen zij haar
vroegen, waarom ze toch ook niet bij haar
kwamen praten, zei ze: „Neen, ik wil
liever naar het gezang van de lijsters
luisteren en me oefenen, want ik wil ook
leren zingen."
Hard hadden zij gelachen, allemaal, haar
voor de mal gehouden en haar bespot. Ha,
ha, een zingend blad. Wat verbeeld Bruin
blad zich toch eigenlijk web Eerst wilde
zij een bruingrijs kleed, dat al zo raar
was en nu wilde ze weer gaan zingen.
Waarom was Bruinblad toch zo heel
anders als haar zusters?"
Bruinblad had er heel veel verdriet van
en spijt, dat zij haar geheim had verteld;
gelukkig had ze niet verteld, hoe ze wilde
leren zingen. Misschien zou er eens een
tijd komen, dat zij haar zusters zou kunnen
verrassen en dan zouden ze haar niet voor
de gek houden en haar uitlachen.
Eindelijk kwam de grote partij. Bruin
blad hoorde de vrolijke muziek van de
helpers van meneer de Wind.
„Arm Bruinblad", hoorde ze haar zusters
fluisteren, „ze zal het helemaal niet prettig
hebben op het feest." Ze waren het gesprek
over dat zingen al weer lang vergeten.
Om hunne stemmen niet te horen, zei
Bruinblad tot zichzelf:
„Let op de zonsondergang, denk aan je
liefste geluid, dat je kent."
„Waar zgn jullie, waar blijven jullie
dan", riep meneer de Wind en enige ogen
blikken later zag Bruinblad haar zusters
dansen en springen, terwijl de wind het
rhythme aangaf. Steeds wilder en wilder
dansten ze tot zij op het laatst baadden
in het zweet. „Houdt op, meneer de Wind,
we zgn doodmoe, we moeten nu gaan
slapen." riepen ze allemaal. Bruinblad
schrok hevig en zag, dat de wilde wind al
haar zusters van de takken had afgeblazen,
ze dwarrelden op de grond, bg de bloemen.
„Maar ik ben lang niet moe," riep
meneer Wind. „Nu komt de tijd voor de
werkelgke muziek en zich tot Bruinblad
wendende, vroeg hij zachtjes: „Wil je een
liedje zingen, dan zal ik er op mijn harp
bij spelen."
Bruinblad sprong op van vreugde, de
wind dacht dus heus, dat zg zingen kon.
Dan, terwijl de wind vast de melodie in
zette, keek ze oplettend naar de onder
gaande zon, dacht heel intens aan het
liefelijke zingen van de lijsters; zachtjes
begon Bruinblad te zingen, eerst verlegen,
daarna alles om zich heen vergetende, het
ene lied na het andere.
Tenslotte zong ze een slaapliedje voor
haar zusters, die daar doodmoe op de
grond bij de bloemen lagen en ze was heel
gelukkig toen ze zag, dat haar zusters
haar vol bewondering en dankbaar aan
keken.
In ieder huis zijn wel een paar kurken
te krijgen en als moeder ze niet nodig
heeft zal zij ze zeker graag aan jullie
willen afstaan.
Wij kunnen zowel grote als kleinere
kurken gebruiken alleen moeten zij wel
goed heel zijn. Om te beginnen maken wij
van deze kurken een paar kleine schepen.
Met een zakmes maken wij van de kurk
de scheepsromp, zoals op de prentjes
duidelijk te zien is, en wij kunnen het
schip dan naar believen schoorstenen of
zeilen geven. Als masten gebruiken wij
spelden van staal, niet van ijzer of alluml-
nium. Met een gewoon hoefijzermagneet
kunnen wij dadelijk vaststellen of zij van
staal zijn, omdat die alleen door de magneet
worden aangetrokken.
Het is noodzakelijk, dat wg het schip
van een kleine kiel voorzien, die wij het
best kunnen maken van een stukje blik, dat
Onvoldoende uitgerust.
Vader: Hoe bevalt het je op school?
Henk: Gaat wel.
Vader: Ontbreekt er niets aan je school-
behoeften
Henk: Ja, een paar gummi-ooren!
Een heel schadelijke vlinder is de Non
vlinder, een klein onogelijk wit vlindertje
met zwarte streepjes langs de randen, het
achterlijf is roze.
De eikeboktor is een griezelig beest, dat
ongeveer 5 cm lang wordt. De larven ont
wikkelen zich in het hout en daar aj
34 jaar nodig hebben om tot ontwikke
ling te komen, zijn zij vanzelfsprekend heel
schadelijk.
Onderwijzer (tot het zoontje van den
bakker): Bg je vader kosten 5 brood)63
12 cent, hoeveel kosten 25 broodjes?
Kleine Jan: Zoveel broodjes moet
niet ineens koopen, meneer dan worden ze
te oudbakken.
Het vliegend hert is een van de gevaar
lijkste vijanden van de naaldboomen. De
kever wordt 14 mm groot en is dofbruin
gekleurd. Op de dekschilden zijn over-
langse strepen.
De larven van de boekdrukkevers ma
ken gangen in de schors van oude bomen-
In zeldzame regelmaat liggen de broed-
kamers onder de schors. De hierdoor aan
getaste bomen sterven af.
eenvoudig in de kurk wordt gedrukt.
De grootte van de kiel moet men een
voudig proberen. Als het schip zover klaar
is, dat het goed drijven kan, vullen wij een
diepe schotel met water en laten de
schepen daarin rondvaren. Dit doen wij
door onze magneet er dichter bij of verder
vandaan te houden.
Jullie zult er verbaasd over zgn hoever
weg de magneet nog steeds zijn aantrek
kingskracht behoudt.
Ook de rups van de naaldvlinder is scha
delijk. Iedere rups heeft ongeveer 800
naalden noodig voor voedsel, eer hij tot
vlinder is omgetoverd.
De eikenspinner is een kleine vlinder,
waarvan de lelijke langharige grijze rup.
sen in hele optochten de bomen kaalvre
ten.