Buitenlandsch Overzicht. De burgeroorlog in Spanje IE CHINA Geheim vlootbouw- programma van de Japansche marine. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WEERINGEN EN ANNA PAULOWNA REIST PER WACO- DONDERDAG 27 AUGUSTUS 1936 64ste JAARGANG AUTOBUSDIEN ST E N naar HOORN, EDAM, AMSTERDAM en GEHEEL WEST-FRIESLAND Juliette Adamf Het proces Trotski Zinowjef. Verlenging van den dienstplicht in Duitschland. EEN IN B E N B O LT S. Kamenef overleden. Het verblijf van Trotski in Noorwegen. Opzienbare mededeeling van het dagblad „Jiji", Ex-keizerin Zita bezoekt den Paus. De postzegels van Koning Eduard VIII. Een waarschuwing van Stal in. Hevig artillerievuur op het front van Irun en San Sebastian. Voorzorgsmaatregelen aan de Fransche grens. Rio Tinto-mijnen in handen der nationalisten. Een groote aanval op Irun San Sebastian aanstaande? en Een poging tot verzoening? COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.Heldersche Courant 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2. Nederl. Oost- en West-Indlë per zeepost 2.10, idem per mail en overige landen 8.20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 ct Weekabonnementen 12 ct. Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.—. Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel, minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct De internationale angst en de bewapening overal Reacties in Frankrijk en België op de verlenging van den diensttijd Duitschland. De internationale vrees. Toen de ontwapenings conferentie belegd was en men vol hoop was op goede resultaten hebben we ons niet al te opti mistisch getoond over een eventueel te bereiken resultaat en helaas is dat pessimisme niet beschaamd geworden, doch bleek de conferentie op een volkomen mislukking uit te loopen. Immers, waar het onderling vertrouwen ontbreekt is er geen basis tot vruchtbare onderhandeling en bij de algemeene vrees voor elkanders bedoelingen is er geen hoop te koesteren dat Europa tot een voor de wereld gezegende samenwerking zal komen. Ons optimisme van Dinsdag over de Italiaan- sche instemming met het Fransche plan tot niet inmenging in de Spaansche binnenland- sche aangelegenheden is alweer teniet gedaan door een bericht dat we in hetzelfde nummer moesten opnemen over de verlenging van den dienstplicht in Duitschland. Al zijn de reacties in het buitenland op deze daad van Hitier be trekkelijk zwak, dat neemt niet weg, dat het wantrouwen in de bedoelingen van Duitsch land sterker geworden is en dat men straks weer over zal gaan tot uitbreiding van eigen verdedigingsmiddelen, tot nog meerdere be wapening dus. Het gaat hard in Europa, schreef de Nw. Rott. Crt. Dinsdagavond in een hoofdartikel, doelend op de bewapeningsziekte. En het blad schreef o.m.: In 1933 nog, op de ontwapeningsconferentie, vroeg Hitier het recht, op gelijken voet met de andere Europeesche groote mogendheden, een leger van 300,000 man te bezitten. Gisteren heeft hij een besluit genomen, dat het Duitsche leger binnen korten tijd op bijna een millioen man moet brengen. De Russen zijn hem voor gegaan met een maatregel, die hun in vredes tijd ongeveer 2 millioen man sterk maakt. Zij hebben er de ruimte en de mannetjes voor. Rusland handelde uit vrees voor Duitschland, en Duitschland handelde uit vrees voor Rus land. Frankrijk en Polen zullen zich nu ge noopt voelen, het „goede" voorbeeld te volgen. En allerlei andere volken zullen niet ten achter blijven. Het begin van de ontwapeningsconferentie, dat vrijwel samenviel met de eerste actie van Japan op het Chineesche vasteland, is het be gin geweest van een periode van bewapening, zooals Europa nog niet heeft gekend. De ont wapeningsconferentie is niet geworden, zooals men in 1926, aan den aanvang van de voorbe reiding, had gehoopt, het voorspel tot een tijd perk van grooter vreedzaamheid in de wereld en van toenadering der volken, maar de epiloog van een betrekkelijk rustige periode. Rusland en Duitschland wapenen tegen elkaar. Dat is nog iets anders dan wanneer Frankrijk en Duitschland tegen elkaar wape- nen. Deze twee landen grenzen aan elkaar, hebben elkaar onmiddellijk te duchten. Een wedstrijd in bewapening uit wederzijdsche vrees tusschen Rusland en Duitschland is het gevolg van voorstellingen in veel grooter dimensies. De grondgedachte is een Europee sche kruistocht van het bolsjewisme tegen Europa, of een fascistische kruistocht tegen het communistische, democratische en semi-demo- cratische of semi-fascistische Europa. Dit tweetal denkt in termen van een wereldoorlog. Niet minder. Want de Russen duchten een samenwerking tusschen Duitschland en Japan. Dat deze gedachte niet volkomen dwaas is, blijkt daaruit, dat de Britsche en Amerikaan- sche gedelegeerden op het half-officieele con in gres voor „Pacific Relations" de Japanners op den man af hebben gevraagd, of reeds een daartoe strekkende overeenkomst bestond. Josjizawa, de Japansche oud-minister van buitenlandsche zaken, heeft het ontkend, maar eraan toegevoegd, voor de toekomst niet te kunnen instaan. Als die geweldige massa's in beweging raken, kunnen Duitschland en Rusland niet bjj elkaar komen, tenzij over een reeks tusschen- liggende landen. Polen scheen een tijd lang gewillig, om Duitschland door te laten. Op het oogenblik schijnt het daarover weer tot andere gedachten te zijn gekomen. Maar hoe het zij, als die drie mogendheden zich opmaken tot hun worsteling, wordt er heel wat in Oost- Europa, dat als buffer bedoeld was, versplin terd. Het is niet waarschijnlijk, dat de weste lijke groote mogendheden bij deze titanische katastrofe, welke de wereld zou dreigen uit te leveren aan het machtgebod van een of twee geweldenaars, lijdzaam zouden toezien. De kansen zijn overgroot op een generale lawine. Rusland en Duitschland moeten ernstig aan dergelijke mogelijkheden gelooven, als zij op het oogenblik den vreeselijken last van deze krachtsinspanning op zich nemen. De verlenging van den dienst' tijd in Duitsch' land. We schreven hierboven reeds dat de reacties op Hitler's daad in het bui tenland niet sterk waren, maar dat men zeker met wantrouwigen blik het oog naar Duitschland gericht zou houden. Want of Duitschland nu alleen en uitsluitend om het Russische gevaar deze drastische maat regelen neemt? Men twijfelt er aan. Een redacteur van de Paris Soir heeft de verlenging van den diensttijd in Duitschland besproken met een aantal vooraanstaande politieke personen in Frankrijk. De voorzitter van de legercommissie van de Kamer meende, dat Frankrijk het initiatief moest nemen tot de bijeenroeping van een nieuwe internationale conferentie, teneinde tot een overeenkomst nopens de beperking en de controle van bewapening te komen. Zoolang een dergelijke overeenkomst niet bestaat, be hoorde Frankrijk er volgens hem voor te zor gen, de noodige militaire maatregelen te nemen, opdat het noodzakelijke evenwicht tus schen de Fransche en de Duitsche strijdkrach ten weer hersteld zou kunnen worden. Maurice Thorez, de algemeene secretaris van de communistische partij, verklaarde, dat na het oogenblik waarop Hitier brutaalweg den diensttijd verlengd had, geen Franschman meer mocht vergeten, dat volgens Mein Kampf, Frankrijk voor Hitier de belangrijkste vijand is, die Duitschland wenscht te verslaan. De instelling van den dienstplicht van twee jaar Inlichtingen WACO, Kanaalweg 137, Den Helder - Tel. 773 toont overduidelijk aan, dat Hitier het belang rijkste gevaar is voor den vrede. Het is nood zakelijk, dat de vrede gered wordt en allen, die zich in een oorlogsavontuur wenschen te stor ten, moeten een vastbesloten en vereenigd Frankrijk tegenover zich vinden. Generaal Hirschhauer, lid van den senaat, meende, dat de verlenging van den dienstplicht in Duitschland dit land de mogelijkheid geeft militaire operaties te beginnen zonder eerst een algemeene mo bilisatie af te kondigen. De oud-minister van oorlog, Fabry, schrijft in de Intransigeant, dat Duitschland een positie wenscht in te nemen, die een tegenwicht vormt tegen alle denkbare coalities. Hij acht de wijze waarop het feit bekend gemaakt werd karak teristiek voor Hitier, die op eigen gezag kon beslissen en handelen. In België waren het Dinsdag eenige avond bladen, die beschouwingen vastknoopten aan het Duitsche besluit. Het Laatste Nieuws schreef: De Duitsche dienstplichtigen van alle wa pens zullen in den vervolge twee jaar dienen. Wanneer men tevens rekening houdt met den tijd, doorgebracht in den z.g. arbeidsdienst, dan komt men tot een diensttijd van drie jaar en een legereffectief van twee millioen manschap pen in vredestijd. Wanneer deze maatregel de volle uitwerking zal hebben gehad zal het Duitsche leger heel wat sterker zijn dan in 1914 en over de meest moderne uitrustingen beschikken. Voor de uit breiding van den diensttijd wordt het Rus sische gevaar als voorwendsel gebruikt. Ja, vooral België ziet met angst en vreeze het Duitsche gevaar naderen. En wat kan het ertegen doen? De oudste Fransche schrijfster, Juliette Adam, is Zondag overleden op het kasteel van haar dochter, mevr. Paul Second, het kasteel Cagnolle, te Callian (Var), na een leven, ge wijd aan de letteren en kunst. Zij zou 4 Octo- ber haar hondersten verjaardag hebben ge vierd. Het vonnis voltrokken. Het praesidium van het centrale uitvoeren de comité der Sowjet-unie heeft, naar Tass meldt, het gratie-verzoek van de Maandag ter dood veroordeelde leden van het vereenig- de centrum TrotskiZinowjef afgewezen. Aan alle zestien veroordeelden is het doodvonnis voltrokken. Uitvoeringsbepalingen. De rijksminister van oorlog heeft de vol gende uitvoeringsbepalingen uitgevaardigd: le. In het najaar worden na eenjarigen actieven dienst ontslagen: a. de vrijwilligers van het geboortejaar 1913 en vorige jaren; b. de in Oost-Pruisen ter vervulling van actieven dienstplicht ingelijfde dienstplichtigen van het geboortejaar 1916, voor zoover zij zich niet vrijwillig tot een tweede jaar dienst willen verplichten of reeds voor een langeren dienst tijd hebben verplicht. 2. In het najaar 1936 blijven een tweede jaar in actieven dienst: de in het najaar van 1935 ingelijfde dienstplichtigen van het ge boortejaar 1914 en die van jongeren leeftijd, die thans hun dienstplicht vervullen, met in begrip van de vrijwilligers uit deze geboorte jaren. feuilleton uit het engelsch door 81 ..Ja, maar ik zie hem er best voor aan, sich van de grenzen van zijn provincie niets aan te trekken en, als hij ons op het spoor komt, zjjn mannen achter ons aan naar ïunan te zenden." „Laten we hopen van niet," antwoordde Forsyth bemoedigend." Kathleen kon de gedachte aan den man darijn echter niet zoo gemakkelijk van zich afzetten. Li Weng-Ho, beroofd van zijn prooi cn het slachtoffer van diepe vernedering, ®ou ongetwijfeld energiek zijn in de achter- Volging en ongenadig in zijn wraak. Dat ze aog zoo dicht bij Pi-Chow waren, had haar diep teleurgesteld en er kwam een druk over kaar, waaraan ze zich niet kon ontworstelen. Bovendien begon het weer te veranderen. Boven de heuvels pakten zich wolken samen. Zü werden steeds grooter in aantal en om- gulden ten laatste de toppen der heuvels. Verder naar beneden hingen de wolken- sluiers als rook om de boomkruinen. De Vluchtelingen zelf waren in een vochtigen 111181 gewikkeld, die hen tot op de huid nat jhaakte en hen belette verder om zich heen zien dan een paar meter. De tocht werd hoogst onaangenaam. De rotssteenen op het pad waren glibberig door de opeenhooping van vocht. Het natte gras doorweekte hun voeten en beenen, de hoo rnen waaronder zij doorgingen deden een regen van zware druppels op hen neervallen. De gedruktheid, die Kathleen al een poos gevoeld had, deelde zich aan Forsyth mede en alleen Ching bleek bij machte een hoop- vollen kijk te houden op een wereld, die zijn gulden aspect verloren had. „Heel slechte mist," constateerde hij, toen zij op den top van een glibberige verheven heid even stil stonden om wat te rusten. „Maar de zon schijnt er boven. Hij verwarmt ons weer gauw!" Het was moeilijk zich dit voor te stellen op deze van mist doordrenkte hellingen en geen van de beide anderen gaf antwoord. Ching bemerkte hun somberheid en snater de opgewekt door. „Heel slechte mist, maar verbergt ons voor de mannen van den mandarijn, als zij dezen kant uitkomen." „Misschien," meende de dokter somber. „Maar de mist kan hen ook voor ons verber- gen-" Zij gingen weer voort en tweehonderd meter verder kwamen zij aan een punt, waar het pad zich in twee deelen splitste, die zich rechts en links van een steil stuk rots, waar in het hoofd van Boeddha was uitgehouwen, voortzetten. In onzekerheid hielden zij halt. „U blijft hier," besliste Ching; „ik ga langs dezen wegdenk die ons naar Yunan brengt." Terwijl hij sprak wees hij naar het recht- sche pad en zonder op de toestemming van den dokter te wachten, trok hij op ver kenning uit. Zwijgend stonden Dick For syth en Kathleen daar samen, terwijl boven hun hoofden de steenen, onbewogen oogen van het kolossale gezicht in het tijdlooze schouwden. Een kwartier ging voorbij; toen klonk door den mist het geluid van vlugge voetstappen. Instinctmatig schoof Kathleen dichter naar Dick, die direct een arm om haar heen legde. Enkele seconden later doem de Ching uit den nevel op. Zijn gele gezicht voorspelde slecht nieuws. „Wat is er?" fluisterde Forsyth gejaagd. „Mannen van den mandarijn daar!" Ching maakte een hoofdbeweging over zijn schou der. „Zijn met z'n drieën en zij hebben ge weren. Zij wachten op ons, zoo zeker als iets." XX. Het klooster. De eerste oogenblikken na Ching's mede- deeling staarde Forsyth hem onthutst aan, terwijl in de trekken van Kathleen Barring ton verbijstering der wanhoop te lezen stond. Toen vroeg de dokter plotseling: „Komen ze dezen kant op, Ching?" „Neen. Blijven daar en wachten op ons." „En hebben ze je niet gezien?" „Neen, ik hoorde ze praten en keek zoo listig als een slang. Zitten langs den weg en spelen kaart." „Dan weten zij zeker niet, dat wij hier zijn," merkte Forsyth zacht tegen Kathleen op. „Ze zijn hier alleen om den weg te be waken, voor het geval we van dezen kant zouden komen. Iemand moet gisterenavond laat Li Weng-Ho en zijn secretaris hebben gevonden. Wij moeten dat andere pad pro- beeren." „Niet doen," adviseerde Ching haastig. „Dat pad gaat vast en zeker terug. De sol daten moeten het zijn afgekomen langs an 3e. De opperbevelhebbers der weermacht zullen de hiertoe nog noodige aanvullende be palingen afkondigen. Het centraal comité van de communistische partij en het centrale uitvoerende comité en de raad van volkscommissarissen van de Sowjet-Unie, alsmede het volkscommissariaat van defensie, doen mededeeling van het over lijden na een korte, ernstige ziekte van den leger-commandant eerste rang Sergej Kame nef (geen broer van den gisteren geëxecu teerden leider van het centrum-Trotski- Zinowjef), lid van het centrale uitvoerende comité van de Sowjet-Unie, hoofd van de verdediging tegen luchtaanvallen van het roode leger en gewezen opperbevelhebber van alle Sowjet-strijdkrachten in de jaren van den burgeroorlog. Hem worden zekere voorwaarden gesteld. De minister van justitie heeft het pas- bureau opgedragen Trotski de voorwaarden van zijn verblijf in Noorwegen te herinneren en hem te verzoeken zich gedurende „het restant van zijn verblijf" niet in politieke aan gelegenheden te mengen en zich als schrijver te beperken tot historische geschriften of tot beschouwingen, die tegen geen enkel land zijn gericht. Tokio, 25 Augustus 1936. Volgens een opzienbarende bewering van het dagblad „Jiji", dat te Tokio verschijnt, heeft de Keizerlijke Japansche marine be sloten, over te gaan tot de uitvoering van een geheim vlootbouwprogramma, dat Japan tot de sterkste mogendheid ter zee zou maken. Dit programma zou voorzien in den bouw van een groot aantal eenheden der kleine en snelle scheepscategoriën, zooals torpedojagers en duikbooten, dus oorlogs schepen, die voor de verdediging van de Ja pansche eilandenwereld, die niet zoo heel uit gestrekt is, als men dikwijls aanneemt en dus groote slagschepen met een groote actie radius overbodig maakt, van de allergrootste beteekenis zijn. Het Japansche blad schrijft woordelijk „Het feit, dat Japan aan het eind van dit jaar door geen enkel verdrag meer gebonden is, veroorlooft het de Japansche marine een vloot te bouwen, die zich in alle opzichten aan de nationale wenschen van het volk en de geografische eischen van het land aanpast. Bij de uitvoering van dit nieuwe vloot- en luchtvloot-bouwprogramma zal Japan zich in geen enkel opzicht naar het Engelsche en Amerikaansche voorbeeld richten. Weliswaar zal ook Japan slagschepen bouwen, die gelijk waardig of zelfs superieur zijn in qualita- tief opzicht aan de groote oorlogsschepen van de andere zeemogendheden, maar wij denken er niet over ten aanzien van deze scheepseenheden een vlootbouwwedstrijd te ontketenen. Het vlootbouwprogramma zal, door ver betering van de contra-spionnage, volkomen geheim gehouden worden. Want", zoo ver klaart het blad, „de oorlogswapenen van een staat zullen des te krachtiger zijn, naar mate de andere staten er minder van weten." (Auteursrecht V.P.B.-United Press), De Paus heeft op Castel Gandolfo een par ticuliere audiëntie verleend aan ex-keizerin Zita. Hij heeft zich drie kwartier met de kei zerin onderhouden. Komen Vrijdag in omloop. De eerste postzegels met den beeltenaar van koning Eduard VHI zullen Vrijdag in omloop gebracht worden. Kleur en teekenlng zijn dezelfde gebleven als bij de bestaande ze gels van koning George. De waarde van 1% 2% stuiver worden het eerst verstrekt. eD penny-postzegel volgt volgende week. De eerste uitgifte is van beperkten aard. De Evening News publiceert een bericht volgens hetwelk Stalin ln een radoirede tot het roode leger zou hebben verklaard: Wij staan aan den vooravond van ern stige gebeurtenissen. Men kan u elk oogenblik vragen uw leven te offeren in de verdediging van uw proletarischen ge- boortgrond". Nader meldt Havas uit Londen, dat de uit lating van Stalin, waarvan een der avond bladen gewag maakt, een zekere sensatie heeft verwekt in politieke kringen te Lon den. De toenemende spanning tusschen Moskou en Berlijn wekt te Londen ernstige bezorgd heid in verband met de conferentie van vijf, die een der weinige punten uitmaakt, waarop men zijn hoop nog gevestigd heeft. Sedert Woensdagochtend zeven uur donderen aan het front van IrunSan Sebastian ononderbroken de kanonnen van de nationalisten. Vliegtuigen worden in hun actie gehinderd door een sterken laaghangenden nevel, hetgeen niet weg neemt, dat zij vele bommen op de stel lingen van het Volksfront hebben ge worpen. Naar het geluid van de motoren te oor- deelen, zijn in den middag zwaardere vlieg tuigen in actie gekomen, terwijl ook de ont ploffingen van zwaardere bommen worden gehoord. De Fransche gendarmerie heeft uitgebreide maatregelen genomen om te voorkomen, dat gewapende henden de grens overschrijden. Uit de richting van Irun hoort men een voortdurend geweer- en mitrailleurvuur, waar- tusschen de ontploffinger van handgranaten klinken. Naar men van de grens kan waar nemen, hebben de nationalisten zich vooruit- gewerkt tot ongeveer twee kilometer van Irun. Ook uit de richting van San Sebastian is geschutvuur te hooren. De Rio Tinto-maatschappij te Londen heeft bericht ontvangen, dat het gebied rondom de mijnen bij Huelva alsmede de stad Nerva door de nationalisten zijn bezet. Dit geschiedde zonder dat er tegenstand werd geboden. De exploitatie liep geen schade op. De regeeringskruiser „Miguel de Cervantes" heeft gisteren verscheidene salvo's gelost op Ceuta, na tevoren de kust ten westen van Gibraltar te hebben gebombardeerd. Radio-Sevilla bevestigt dat het spoorweg verkeer in alle door de opstandelingen bezette provincies is hersteld, evenals de geregelde treinenloop op de lijn SevillaHendaye en vice-versa. Volgens geloofwaardige berichten bedraagt het aantal manschappen, dat uit Marokko naar Spanje is vertrokken, 12.000, terwijl in Marokko nog 37.000 man zijn. Uit Hendaye wordt gemeld, dat 700 man van den Tercio in de omgeving van Cyarzun zjjn aangekomen en tezamen met de opstan dige militie een aanval op groote schaal voorbereiden op Irun en San Sebastian. Aan den kant der regeeringsstrijdkrachten is alles gereed voor het bieden van weerstand. Kleine posten met automatische wapenen zijn ingericht en patrouilles zorgen voor een voortdurende verbinding. De eerste linies lig gen verschanst achter prikkeldraadversper ringen, terwijl speciale secties gereed staan om tusschen beide te komen. Verder wordt gemeld, dat de artillerie van de forten Gua- delupe, San Marcos en San Marüal dagelijks hun demoraliseerend vuur op de opstandelin genstellingen doen neerkomen, vooral Oyarzun als doelwit kiezende. Drie regeeringsvliegtuigen, die uit Santan der vertrokken waren, hebben Dinsdagavond de stellingen der opstandelingen aan het front van Guipuzcoa gebombardeerd. Reuter maakt gewag van pogingen om het eind van den Spaanschen burgeroorlog te hel pen te bespoedigen of althans het lijden en da materieele verliezen zooveel mogelijk te ver zachten door het nemen van maatregelen op humanitairen grondslag, voor welke pogingen op het oogenblik in verscheidene hoofdsteden en ook te Londen belangstelling zou bestaan. Het denkbeeld moet afkomstig zijn van den deken van het diplomatieke corps te Madrid, den ambassadeur van Argentinië, en den steun hebben van den Franschen en Engelschen am bassadeur en o. a. gericht zijn op de uitwis seling van burgerlijke gevangenen. Ter dood veroordeeld. De majoor en drie kapiteins, die te Barce- lona voor den krijgsraad gestaan hebben van wege hun aandeel aan den opstand, zrjn tefl dood veroordeeld. Het vonnis Is terstond vol trokken. deren weg kan niet, want ik brug doorge sneden." Forsyth dacht na. Ching's voorstelling van zaken scheen de eenige juiste te zijn en na een oogenblik overweging nam de dokter op nieuw het woord. „In de gegeven omstandigheden blijft er maar één ding over. Wij moeten den weg verlaten en den heuvel beklimmen. Daarna moeten we rechts aanhouden tot we de wachtpost voorbij zrjn en dan weer probeeren op den weg terug te komen." Ching ging op zjjn gewone wijsgeerige manier accoord met het voorstel. „Beter nek breken, dan levend gevild door Li Weng-Ho. We vertrekken meteen." Onverwijld begonnen zij hun gewaagde onderneming. Het pad volgend, dat, als Ching's topografisch inzicht juist was, naar Pi-Chow terugvoerde, bereikten zij een punt, waar het mogelijk leek den heuvel tot boven aan toe te beklimmen. Maar een gemakkelijke taak hadden zij zich allerminst gesteld, struik gewas en hoornen zouden hun bewegingen ernstig belemmeren en Kathleen stelde voor, dat ze daar den draagstoel zouden achterlaten. „Neen," weerde Forsyth af, „we moeten hem meenemen. Het wil er bij mij niet uit, dat we er later blij om zullen zijn. Daarbij, als we hem hier laten en hij wordt gevonden, zou dat een spoor voor onze achtervolgers kunnen zijn. Neen hoor, de stoel moet mee." Dat meenemen was echter een halsbrekende toer. De bodem was vreeselijk oneffen en tweemaal moesten zij door een klein bosch, zóó dicht dat het bijna onmogelijk was er doorheen te dringen. En al dien tijd was in de stilte der bergen de grootste voorzichtigheid geboden, want het geluld droeg hier ver en een rollende steen zou voor de kaartende soldaten beneden een noodlottige aanwijzing kunnen zijn. Na een tocht van bijna twee uren, hielden zij even stil om weer op adem te komen. De beide mannen baadden in hun zweet en zon der zich om den mist te bekommeren, wier pen zij zich op het ruwe berggras. Maar nauwelijks lagen zij of van ver beneden hen klonk een plotseling geluid van ruwe stem men. Ching luisterde en begon te grijnzen. „De soldaten maken ruzie over de kaarten. De een bedriegt de anderen." Toen de twist voortduurde spitste Forsyth de ooren om vast te stellen waar het geluid vandaan kwam. De stemmen moesten bijna van recht onder hen opstijgen en bewezen hen dat de lijn van hun vlucht, hoe moeilijk ook te handhaven in den mist en de woeste om geving, werkelijk de juiste was. „Kom, vooruit Kathleen," zei hij in een plotselinge opwelling van hoop. „Kom Ching! Terwijl ze kijven, zullen ze wel geen aan dacht hebben voor andere dingen en zijn we het gevaarlijke punt voorbij." Zij vervolgden hun weg, terwijl de wolken om hen heen steeds dichter werden. Het land schap kreeg een nog wilder aspect, de af gronden werden veelvuldiger, de uitstekende steenen en rotspunten steeds moeilijker te overwinnen. Ten laatste, in het besef dat zij nu veilig waren, trachtten zij het pad terug te vinden, doch ze slaagden daarin niet en telkens dreven terreinhindernissen hen hooger. Terwijl Forsyth en Kathleen bij den stoel bleven, liet Ching hen alleen om het pad op te sporen. Hij was nauwelijks vertrokken, toen tusschen de heuvelen een zacht gerommel van donder weerklonk. Forsyth keek rond. „Ik vrees dat we onweer krijgen." „Ja," luidde Kathleen's ontmoedigd ant woord. Een bliksemflits speelde om de toppen van de boomen onder hen en toen klonk het rollen van den donder aanmerkelijk dichter bij en het weerkaatste luguber tusschen de bergwanden. Opnieuw zocht het meisje de bescherming van haar metgezel en weer sloeg hij den arm om haar heen en trok haar naar zich toe. Zwijgend bleven zij wachten, geen woorden vindend tegenover het gevaar en de grimmige majesteit van de natuur. De minuten gingen traag voorbij; de invallende avond voegde zich bij de schimmen van het onweer en het werd steeds donkerder op de heuvelhelling. Forsyth begon ongerust te worden; et waren nu al ongeveer twintig minuten ver- loopen sinds Ching's vertrek en nog was do Chinees niet terug. Als hij maar niet ver dwaald was in deze wildernis... De gedachte had nauwelljk vorm aange nomen in zijn brein toen hij tot zijn onbe schrijfelijk opluchting in het blauwe licht van een bliksemstraal hun trouwen metgezel zag naderen. „Niets te vinden," kondigde hij somber aan, „Ben bang wij zijn verdwaald." „Dat lijkt mij ook," stemde Forsyth toe. „Maar we kunnen hier niet blijven; je kunt er op aan dat we straks een regentje krijgen van wat-ben-je-me en voor het zoover is moeten we op de een of andere manier dek king zoeken. Die overhangende rotsen ginds zullen ons tenminste eenigszins tegen den regen beschermen. Laten we daarheen gaan voor het heelemaal donker is. Toen Ching en hij den stoel optilden liep Kathleen voorop in de richting, die hij aan gegeven had. Ze bereikte de rots eerder dan haar metgezellen en op het moment dat zq er aankwam, werd het witte gesteente ver licht door een bliksemlicht. Voordat de don derslag volgde, gaf ze eensklaps een schreeuw. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 1