Buitenlandsch Overzicht
AKKERTJE
Het luchtwapen der Sowjets.
CHINA
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
REIST PER WACO-
64ste JAARGANG
naar HOORN, EDAM, AMSTERDAM
en GEHEEL WEST-FRIESLAND
Bezoek van Mussolini aan
Hitier?
China en Japaa
Neem
•en
Een veranderde houding ten
opzichte van de katholieke kerk
in Duitschland?
Ter nagedachtenis van koningin
Astrid.
EEN
IN
B E N B O LT
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldereche Courant 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2.—,
Nederl. Ooet- en West-Indlë per zeepost 2.10, Idem per mail en overige
landen 8.20. Losse nos. 4 ct; fr. p. p. 6 ct Weekabonnementen 12 ct
Zondagsblad resp. 0.50, f 0.70, 0.70, 1.-. Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Poet-Girorekening No. 16066.
ADVEBTENTIÈN:
20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) b(J vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct per regel,
minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct
per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
Een mislukt bezoek van Dr. Schacht aan Parijs.- Rusland komt
met een voorstel tot hervorming van den Volkenbond. - Nog
alsmaar Abessinié.
Mislukt
Duitsch
bezoek aan
Parijs
Dr. Schacht, de direc
teur van de Duitsche
Rijksbank, heeft Parijs
bezocht op het meest
ongunstige tijdstip, dat
hij daarvoor had kunnen
uitkiezen, n.1. juist op
het moment, dat de ver
lenging van den dienstplicht in Duitschland
werd afgekondigd. Dr. Schacht, die zeker niet
op de hoogte geweest is van deze daad van
Hitier, zal in stilte Hitler's voorbarigheid ver-
wenscht hebben, want van zijn zending kon
onder deze omstandigheden niet veel terecht
komen. Schacht kwam nu immers in een
Frankrijk, dat versterkt wantrouwen tegen
Puitschland koesterde.
De News Chronicle schrijft in een hoofd
artikel:
„Naar verluidt is dr. Schacht met een drie
ledig doel naar Parijs gegaan: le. van de
Fransche regeering de belofte te krijgen, dat
puitschland de mark mag devalueeren tot het
dienstig lijkende peil, zonder dat Frankrijk
tegenmaatregelen neemt; 2e. de teruggaaf
van de Duitsche koloniën te bespreken en 3e.
het FranschRussisch verbond den genade-
Slag te geven. Geen van drieën is hem gelukt.
Dat is niet verwonderlijk, maar de omstandig
heden waaronder Schacht zijn zending begon
Zfln wel opmerkelijk. De Duitsche regeering
geeft thans blijkbaar toe, dat zij de werkloos
heid alleen afdoende kan bestrijden door uit
breiding van haar wapeningsprogram. Als dat
zoo is, is het een erkenning van de volstrekte
mislukking van Schacht's oeconomische poli
tiek.
Dr. Schacht heeft te Parijs kenbaar ge
maakt, dat het alternatief voor de aanvaar
ding van zijn voorstellen een voortzetting van
Puitschlands herbewapening zou zijn. Waar
toe dat zou leiden, heeft hij aan de verbeel
dingskracht van zijn hoorders overgelaten. De
News Chronicle keurt een dergelijke taktiek
In felle bewoordingen af en geeft Blum gelijk,
dat hij zijn pogingen om tot een vreedzame
Schikking te komen voortzet, zonder aan
dreigementen toe te geven.
GENERAAL V. FK1TSCH,
de hoogste chef van het Duitsche leger.
De
hervorming
van den
Volkenbond
De regeering van Sow-
Jet-Rusland heeft den
secretaris-generaal van
den Volkenbond een nota
doen toekomen in ant
woord op het verzoek tot
indiening van voorstellen
tot vervolmaking van de
toepassing der beginselen van het Handvest.
De Sowjet-Russische regeering is van
meening, dat een herziening van het
statuut van den Volkenbond op het oogen-
blik niet gerechtvaardigd zou zjjn op
grond van de moeilijkheden, waarop de
procedure tot amendeering van het Hand
vest op grond van artikel 26 zou stuiten.
Zij stelt echter met het oog op een juistere
toepassing van het Handvest, de volgende
grondslagen voor:
1. In geval van oorlog tegen een lid van
den Volkenbond moet de Volkenbondsraad bin
nen drie dagen worden bijeengeroepen.
2. Binnen drie dagen na zijn bijeenroeping
moet de Volkenbondsraad zijn houding bepalen
aangaande het al dan niet aanwezig zijn van
omstandigheden die aanleiding geven tot de
toepassing van artikel 16.
3. Na de baststelling van een staat zijn toe
vlucht tot een oorlog heeft genomen, wordt
deze beschouwd als zijnde in staat van oorlog
met alle leden van den Volkenbond en moeten
tegen dezen staat sancties worden toegepast.
4. De toepassing van militaire sancties ge
schiedt door staten, die partijen zijn in ver
dragen van wederzijdschen bijstand en die ge
meenschappelijk moeten optreden, evenals
door die staten, die zich willen onderwerpen
aan de aanbeveling van den Volkenbondsraad
op grond van de bepalingen van artikel 16
paragraaf 2.
5. Het niet nemen van het in paragraaf 2
bedoelde besluit door den Volkenbondsraad
mag de onmiddellijke uitvoering hunner ver
plichtingen door staten die partijen zijn in
verdragen van wederzijdschen bijstand, niet
verhinderen.
6. De staten die partijen zijn in verdragen
van wederzijdschen bijstand hebben het recht,
onmiddellijk hun strijdkrachten gereed te
maken, zoodra de secretaris-generaal van den
Volkenbond in kennis zal zijn gesteld van een
oorlog tegen een staat, lid van den Volken
bond.
7. Militaire sanctie-maatregelen door on
derteekenaren van wederzijdschen bijstand ge
nomen, zullen niet beschouwd worden als
daden van agressie.
8. Onafhankelijk van de militaire sancties
neemt de Volkenbondsraad een besluit aan
gaande de in werking treding van de bij de
paragrafen 1 en 3 van artikel 16 voorziene
maatregelen, en een desbetreffend besluit is
bindend voor alle sta ten-leden van den Vol
kenbond.
9. Elk lid van den Volkenbond, dat weigert
deel te nemen aan oeconomische en finan-
cieele sancties, kan onderworpen worden aan
oeconomische uitzonderingsmaatregelen door
de andere staten.
10. De staten, leden van den Volkenbond,
verplichten zich alle wetgevende maatregelen
te nemen, die dienstbaar zijn aan de toe
passing dezer maatregelen.
11. Verdragen van wederzijdschen bijstand
tusschen staten, die belang hebben bij de hand
having der veiligheid in bepaalde gebieden,
worden beschouwd als zijnde een veiligheids
garantie binnen het kader van het Handvest.
MAARSCHALK TUKHATCHEVSKI,
onder-minister van oorlog in Sowjet-Rusland.
Abessinië
Abessinië!! We leven
snel en zouden haast ver
geten, door de opvolgen
de sensationeele gebeurtenissen in ons wereld
deel, dat er nog zoo iets van een land is, dat
het grofste onrecht is aangedaan, door een
„beschaafde" natie. Nog steeds schijnt de
keizer van Abessinië niet alle hoop opgegeven
te hebben op eenige medewerking van de zijde
van den Volkenbond.
De Daily Herald meldde Zaterdag nog eens,
een bericht dat wij ook opgenomen hebben,
dat de keizer van Abessinië bereid is naar
zijn land terug te keeren.
De keizer, aldus het blad, zou zich alleen
naar de nieuwe hoofdstad willen begeven, en
zelf den Volkenbond vragen, West-Abessinië,
dat een bevolking van 2 millioen zielen heeft,
onder mandaat te plaatsen, hetzij van Groot-
Brittannië, Zweden of Zwitserland.
In dit verband zij herinnerd aan de mede-
deeling van de News Chronicle in het begin
van deze week, dat de Galla's uit West-
Abessinië reeds in Juni Engeland gepolst
zouden hebben over een mandaat over dat
deel van Abessinië, dat den Italianen nog niet
in handen is gevallen. De News Chronicle wist
toen tevens te melden, dat ras Immeroe, het
hoofd van de Abessijnsche regeering te Gore,
bereid zou zijn samen te werken met Enge
land, als dit land het voorgestelde mandaat
zou aanvaarden.
De Britsche regeering, die het niet noodig
vond het Britsche publiek op de hoogte te
stellen, zond een ontwijkend antwoord.
De houding der regeering, zoo zeide de
News Chronicle, is, dat Engeland reeds ge
noeg mandaten heeft en den internationalen
toestand niet nog ingewikkelder wil maken en
een storm van verontwaardiging in Italië wil
ontketenen door er nog een in Abessinië bij te
nemen.
AUTOBUSDIENSTEN
Inlichtingen WACO,
Kanaalweg 137, Den Helder - Tel. 773
In zekere politieke Duitsche en buitenland-
sche kringen te Berlijn doet volgens Havas het
gerucht de ronde, dat Mussolini in de tweede
helft van September een bezoek zou kunnen
brengen aan Hitier. Men verzekert, dat dit
bezoek onderwerp van de besprekingen tus
schen Horthy en Hitier zou hebben uitgemaakt.
Mussolini zou per vliegtuig komen en landen
op het vliegveld, dat men te Berchtesgaden
bezig is aan te leggen voor Hitier.
In dezelfde kringen hecht men aan dit even-
tueele bezoek van Mussolini groot politiek be
lang. Mussolini zou dit bezoek als tegenbezoek
brengen voor dat wat Hitier in Venetië
hem gebracht heeft, in den zomer van 1933.
De Duce zou van de gelegenheid gebruik ma
ken persoonlijk zijn dankbaarheid te uiten voor
de houding, die Duitschland tijdens de sancties
heeft aangenomen.
Tegenspraak te Rome?
Uit Rome meldt Reuter dat daar het ge
rucht over een bezoek van Mussolini aan Hitier
niet wordt bevestigd. Weliswaar moet de Duce
Hitler's bezoek te Venetië nog beantwoorden,
doch daaromtrent zijn nog geen stappen ge
daan.
DE GRAAF VAN COVADONGA BUITEN
GEVAAR.
I
Reuter meldt uit New York, dat de graaf
van Covadonga, naar de geneesheeren ver
klaren, thans buiten gevaar is.
Het incident te Tsjengtoe.
107 Japansche journalisten te Sjanghai heb
ben de Japansche regeering verzocht, een zoo
krachtig mogelijke houding aan te nemen te
genover China in verband met den moord op
twee hunner collega's te Tsjengtoe den 24sten
van deze maand.
De Japansche ambassadeur in China
acht het incident zeer ernstig.
De Japansche ambassadeur in China, Kawa-
goe, is Zaterdag te Sjanghai aangekomen uit
Tsingtao. Hij verklaarde, dat z.i. de moord op
de twee Japanners te Tsjengtoe een buiten
gewoon ernstig incident is.
Hij verklaarde voorts nog, dat de besprekin
gen die hjj te Tientsin en Peking met de Chl-
neesche politieke leiders had gevoerd, hem den
indruk hadden gegeven, dat er voor Japan
gunstige vooruitzichten bestaan op oeconomi
sche samenwerking met Noord-China.
bl| Hoofdpijn, Ki«tpi|n, Spierpijn,
Zenuwpijn, Rheumatische pijnen
De droom van maarschalk Toesjatsjewski vervuld.
70.000 parachutisten staan gereed.
(Van onzen V.P.B.-correspondent.)
Moskou, Augustus 1936.
Voor de vliegtuigindustrie van de Sowjet-
Unie werken op het oogenblik 74 bedrijven,
n.1. 28 fabrieken voor vliegtuigbouw, 14 fa
brieken voor motorenbouw en 32 werkplaat
sen voor de vervaardiging van vliegtuig-
onderdeelen. In deze fabrieken werken op het
oogenblik in totaal ongeveer 160.000 arbei
ders. De snelle groei van de Russische vlieg
tuigindustrie blijkt, misschien wel het best
uitde navolgende cijfers: In 1929 bedroeg het
aantal arbeiders in deze industrie 40.000, ver
deeld over 26 bedrijven; in 1932 110.000 arbei
ders, verdeeld over 54 bedrijven; en in 1934
140.000 arbeiders, verdeeld over 62 bedrijven.
De jaarlijksche productie aan vliegtuigen be
droeg in 1929 500 stuks, in 1932 1500 stuks
en in 1934 3100 stuks. Gaat Rusland op dezen
weg voort, en dat Is men vast van plan, dan
zal het productiecijfer in het jaar 1940 onge
veer 12.000 vliegtuigen bereiken.
Zijn er voldoende vliegers?
Het vraagstuk of er voor een zoo snellen
groei van de materiëele sterkte een voldoende
aantal geschoolde vliegers ter beschikking
staat, is door de organisatie „Ossoaviachim"
reeds lang geleden opgelost. Deze organisatie
houdt zich reesd jaren bezig met de opleiding
van jonge communisten tot vliegtuigbestuur
ders en vliegtuigwaarnemers. Niet minder
dan 1500 luchtvaartscholen vindt men in de
Sowjet-Unie. Rusland kan dan ook niet
slechts alle hl militairen dienst gestelde vlieg
tuigen bemannen, maar beschikt bovendien
nog over een aanzienlijke reserve aan vlie
gers.
De parachutisten.
Rusland heeft intusschen niet alleen de
beschikking over een groot aantal geschoolde
vliegers, maar er bestaat ook nog een bijzon-
deren „tak" van het luchtwapen: de val
schermtroepen. Men zal de plank niet mis
slaan, indien men beweert, dat de schepping
van deze troepen moet worden toegeschreven
aan maarschalk Toesjatsjewski, die reeds ge
durende de interventie-oorlogen in het onder
zijn bevel staande Vde legercorps gebruik
maakte van „minjar-troepen", die achter het
front hun ondermijnend werk verrichtten. In
den strijd om het behoud van het communis
tische rijk sloeg Toesjatsjewski de witten met
tactische manoeuvres aan het front, met
agitatoren achter het front en met provoca
teurs in het front. In zijn boek over den oor
log wijdt Toesjatsjewski bijzonder veel aan
dacht aan de „minjar-troepen". In de voor
stelling van Toesjatsjewski is den dolkstoot
in den rug van den vijand door „de vangst
van zielen" een van de beste methoden om tot
de overwinnig te geraken. Het is dan ook be
grijpelijk, dat dé roode maarschalk, den val
schermtroepen een zeer bijzondere opleiding
laat geven en hun groei op de partijcongres
sen geestdriftig bespreekt. Bij de behandeling
van de militaire begrooting voor 1936 becij
ferde Toesjatsjewski het aantal goed ge
schoolde parachutisten op 60.000 man. We
derom is het de organisatie „Ossoaviachim",
die voor de opleiding van parachutisten
zorgt; reeds in 1934 onderhield deze organi
satie 22.000 terreinen, waarop men zich prac-
tisch in het parachutespringen kon oefenen.
De miltiaire taak van de valschermtroepen ls
de vernieling van achter het vijandelijk front
liggende verkeerswegen, spoorwegen en brug
gen, stations, depóts, gebouwen waarin com
mando-staven zetelen, enz. Dat het inderdaad
mogelijk is, een groot aantal menschen door
middel van valschermen achter het vijandelijk
front te brengen, werd bewezen tijdens de
manoeuvres van 1935, toen de „roode partij"
3000 parachutisten uit de bommeneskaders
achter de vijandelijke linies liet neerdalen.
Fantasie is hier werkelijkheid geworden.
Toesjatsjewskl's betrekkelijk kleine minar-
troepen van het jaar 1918, die zich moeizaam
op ski's achter het vijandelijk front werkten,
zijn uitgegroeid tot een vliegend leger, dat in
dit jaar reeds bijna 70.000 man telt.
Een manschroute naar het hart
van Europa-
Wanneer de droom van maarschalk Toe-
sjatsjewsi geheel in vervulling gaat en de
Russische wapenfabrieken vliegtuigen aan
den loopenden band vervaardigen, evenals
tractoren en Fordwagens, zal Rusland's mili
taire macht waarschijnlijk grooter zijn dan
die van alle andere Eurpeesche landen te sa
men. In dit feit is een groot gevaar gelegen.
„Omdat het Roode Leger in den geest van het
internationalisme en de gemeenschap, die alle
arbeiders der wereld omvat, is opgeleid en
daarom het leger van de wereldrevolutie, het
leger van de arbeiders aller landen is." Deze
woorden, die, Stalin in 1928 bij het 10-jarig
bestaan van het Roode Leger sprak, houden
een bedreiging voor Europa in, een bedrei
ging, die nog nimmer herroepen werd, on
danks het feit, dat Rusland sindsdien lid van
den Volkenbond is geworden en met Frank
rijk en Tsjecho-Slowakije bondgenootschap
pen sloot. Zal Stalin zijn „marschroute" nog
eens naar het hart van Europa uitstippelen?
(Auteursrecht V.P.B.) (Nadruk verboden.)
Het herderlijk schrijven van de
katholieke bisschoppen heeft in nat.-
soc. kringen een gunstigen indruk
gemaakt.
Het herderlijk schrijven van de bisschoppen,
dat op de conferentie te Fulda is opgesteld,
heeft in nationaal-socialistische kringen een
een goeden indruk gemaakt. Hier wordt ge
zegd: „De kerk vereenigt zich met het natio-
naal-socialisme in den strijd tegen het wereld-
bolsjewisme. Zij roept den zegen van den
hemel af over het werk van den Leider en
verklaart haar geestelijke krachten in dienst
te stellen van de nationale gemeenschap."
In tegenstelling met haar gewoonte, publi
ceert de Nationalzeitung te Essen, een orgaan
van Goering, groote uittreksels uit het schrij
ven en legt den nadruk op karakteristieke
passages. Het blad zegt over het schrijven, dat
dit het beste bewijs is, dat de houding van
de nationaal-socialisten ten aanzien van de
katholieke kerk is gewijzigd.
Om den katholieken bisschoppen een bewijs
te geven van zijn veranderde houding, heeft
Hitier het herderlijk schrijven gunstig ont
vangen. Tijdens de Olympische spelen kreeg da
pers opdracht zich te onthouden over de pro
cessen over zedendelicten van katholieke
geestelijken en in het begin van deze week
besloot de regeering zelfs een aantal schan
daalprocessen niet te doen plaats hebben. Ook
zouden eenige deviezenprocessen worden ge
staakt. Men gelooft verder, dat deze maat
regelen gepaard zullen gaan aan een amnestie,
welke zich ook zal uitstrekken tot het ver
goeden van de boeten en confiscaties in dei
deviezenprocessen tegen geestelijken.
Ook redenen van buitenlandschen politieken
aard zouden oorzaak zijn van deze gewijzigda
houding ten aanzien van de katholieken.
Naar men verzekert heeft Mussolini de aan
dacht van den Leider er op gevestigd, dat het
officieele anti-katholicisme funest is en Hitier
zou reeds verzekeringen hebben gegeven in
deze richting voor het afsluiten van het
Duitsch-Oostenrijksche accoord van 11 Juli.
Tenslotte hebben ook de anti-bolsjewistische
verklaringen van het Vaticaan ten aanzien van
Spanje te Berlijn een diepen indruk gemaakt.
De brief van de bisschoppen en de maat
regelen van den Leider beteekenen het einde
van den „Kulturkampf", welke in Duitschland
heerscht sedert het aan het bewind komen
van het nationaal-socialisme.
Zaterdagochtend in de kapel van het ko
ninklijk slot te Laken is door den deken te
Laken een mis opgedragen, die bijgewoond is
door den koning samen met zrjn kinderen en
zijn moeder. Er waren nog aanwezig, de leden
FEUILLETON
UIT HET ENGELSCH
DOOR
83
Gedurende eenige minuten zette de abt
Zijn godvruchtige meditatie voort, zonder no
titie te nemen van hun tegenwoordigheid en
in zwijgend, eerbiedig wachten bleven zij
staan tot de priester zich verhief en het
Woord tot hen richtte.
„Gegroet mun kinderen!"
Forsyth's hart sprong op van vreugde.
Dit was geen niets ontziend fanaticus, maar
een rome, zachtemoedige oude man.
„Gegroet, O vader!" antwoordde hij in het
Chineesch.
De abt keek hem een oogenblik aan en
een glimlach lichtte op zijn gerimpeld ge-
Zicht
„Gij hebt de tong, maar zijt niet van
China?" sprak hij.
„Neen," was het bescheid, „ik ben van En
geland, maar ik zou China willen dienen tot
inijn laatsten adem."
„Engeland!" herhaalde de abt op naden
kenden toon. „Ik heb van dat land gehoord.
Er was een monnik hier, die er eens geweest
$ras en als de onrust van zijn hart hem niet
hierheen getrokken had, zou hij daar geble
ven zijn, want hij hield van het land dat
goed voor hem was!"
Forsyth zegende den hemel voor deze ge
lukkige samenloop van omstandigheden. Toen
vervolgde de oude man:
„Gij zoudt China willen dienen, hoe zoudt
gij willen dienen?"
„Ik ben dokter geneesheer. Ik dien de
lichamen der menschen."
„Geneesheer!" De abt hield even op en
maakte een buiging naar zijn Boeddhabeeld.
„Onze Heer Boeddha was eveneens heelmees
ter," ging hij voort „Gij kent de geschiede
nis?"
Forsyth knikte bevestigend.
„Waarom kwaamt gij hier in dezen tem
pel der Hooge rotsen?", zette de abt zijn
ondervraging voort, terwijl zijn oude oogen
een onderzoekenden glans kregen.
Het was Forsyth duidelijk, dat dit het kri
tieke moment was en dat veel van zijn ant
woord zou afhangen. Hij vertelde de sim
pele waarheid.
„Vader, wij staken de heuvelen over op
weg naar de provincie Yunnan. Wij ver-
dwaalden en in het onweer en de duisternis
droegen onze voeten ons naar Uw heilige
toevluchtsoord."
„Zeg liever, dat de heer des Levens u ge
leid heeft! Gezegd zij Boeddha! Maar met
welk doel waart ge op weg naar Yunnan?"
Forsyth aarzelde niet. Iets in de manier
van doen van den ouden man vertelde hem,
dat deze dingen wist, waarover niet gespro
ken was en hij besloot tot volkomen open
hartigheid.
„Vader, wij vluchten voor de achtervolging
van een door-en-door slecht mensch, den
gouverneur-Li Weng-Ho, die booze oogen
wierp op deze dame.
„Wat is die dame van u?" viel de abt snel
in, zonder Kathleen zelfs maar aan te zien.
„Zij zal weldra mijn vrouw zijn."
„Uw vrouw! Het is den mensch beter dat
hij het pad des Vredes alléén volgt, zooals
onze gezegende meester Boeddha geleerd
heeft. Maar toch is er deugd in u, want ik
ken u als een spreker der waarheid."
„Hoe, vader, gij hebt gehoord
De abt liet hem den zin niet afmaken.
„Heden in den middag, kwamen er soldaten
van de Yamen, die naar u vroegen, maar
toen waart ge nog niet hier geweest. Zij
vertelden een geschiedenis niet ongelijk aan
uw eigene, behalve, dat de vrouw de echt-
genoote zou worden van den mandarijn.
Maar Li Weng-Ho is mij bekend als een man
des kwaads. Twee jaar geleden was er een
jonge man van dit kloostermaar waar
om zou ik Uw ooren bezoedelen met een ver
haal van boosheid? Het hart is al zoo ge
neigd tot zonden, dat daarbij door het oor
niets behoeft te worden gevoegd. Het is ge
noeg, dat ik uw verhaal geloof. Totdat gij
ten vertrek gereed staat, zult gij hier asyl
vinden
„En mijn reisgenooten?"
„Zij ook! De dame die uw echtgenoote zal
zijn, moet zich evenwel huisvesting in het
vrouwenkwartier getroosten."
„Vader we zijn u onuitsprekelijk dank
baar."
Het gevoel van bevrijding deed Forsyth
haast stamelen toen hij dit zei.
De oude man knikte en sloeg op de gong.
Op het geluid verscheen onmiddellijk de mon
nik, die hem naar het vertrek geleid had en
nadat de abt hem eenige aanwijzingen had
gegeven, noodigde de man hen met een bui
ging uit hem te volgen. Weer doorkruisten
ze een warnet van gangen en beklommen ze
een hooge trap met aan het einde opnieuw
een lange gang, waar de monnik op een
deur hing. Een oogenblik later hoorde men
het vallen van een hefboom, waarna de deur
geopend werd en een bedaagde ineenge
schrompelde non verscheen.
De monnik wees op Kathleen en gaf de
orders door, die hij ontvangen had, waarop
de non, zonder een woord te spreken, tegen
het meisje boog en haar haastig meenam
naar binnen, waarna de deur weer dichtviel.
Vervolgens bracht hun geleider de beide
plannen naar hun vertrekken, cellen zooals
de monniken ze zelfs hadden, alleen stond
er een bank in, waarop men languit kon lig
gen. Er werd hun een eenvoudigen maaltijd
voorgezet en daarop werden ze aan zichzelf
overgelaten.
Forsyth strekte zich op de bank uit en
liet de avonturen van den afgeloopen dag
nog eens de revue passeeren, maar hij was
nog niet ver gekomen of de vermoeidheid
overmande hem en binnen vijf minuten sliep
hij in.
Omstreeks twaalf uur echter schrok hij
wakker door het klinken van een gong. In
de gang hoorde hij het sandalen-geklepper
van vele voeten, eenige minuten later ge
volgd door eentonig gezang. Dat was de
middernachtelijke godsdienstoefening, be
dacht hij, zooals het vroom gebruik die den
bewoners der Boeddhistische kloosters voor»
schrijft. Maar lang hield zijn geest er zich niet
mee bezig; weldra was hij weer in slaap.
Hij hoorde niets van den terugkeer der mon
niken op hun strooien schoeisel of van de
gong, die een uur later door de stilte van het
klooster galmde.
Maar eenigen tijd daarna, werd hij plot
seling gewekt door de aanraking van een
koude hand. Hij veerde overeind op zijn har
de legerstede en staarde den monnik die,
een lamp in de hand voor hem stond.
»De abt verlangt Uwe onmiddellijke tegen
woordigheid," luidde de korte aankondiging.
„Er is gevaar!"
„Gevaar!"
Meteen was Dick Forsyth klaar wakker.
Hij stapte op den grond, gleed in zijn schoe
nen en beduidde den monnik dat hij klaar
was. Toen hij uit zijn cel op de gang trad,
kwam Ching uit de cel ernaast, hevig gapend.
„Beroerde boel," bromde hij, „kan niet
rustig slapen," Forsyth gaf geen antwoord.
Terwijl hij den monnik volgde door de kron
kelende gangen, vroeg hij zich af, wat voor
gevaar het wel mocht zfln, waarvoor hij mid
den in den nacht moest opstaan. Hij ervoer
het toen zij de kamer van den abt bereikt
hadden.
„Het noodlot heeft gewild, o heelmeester,"
sprak de oude man hem toe, „dat gij niet
bij ons zult blijven tot na het dagen van den
ochtend en dat Ik U niet toonen zal de schat
ten van ons klooster, zooals ik zou hebben
gewild. Maar Boeddha zij geprezen!"
„Wat is er, vader?"
„Soldaten! Zij zoeken U en Uwe metge
zellen, o geneesheer, en met hen is Ah Yeo,
de secretaris van den gouverneur!"
„Weten zij dat we hier zijn?"
„Dat niet! Maar dat gij langs dezen weg
gekomen zijt vermoeden zij, want zij heb
ben gesproken met kolenbranders achter den
heuvel."
„Wij hebben er geen gezien!"
„Zij zagen U en vertelden hetgeen ze ge
zien hadden. Maar de secretaris en de sol
daten hebben de volle maat van het on
weer gehad en zijn doorweekt en zeer ver
moeid. Het is noodig, dat zij hun kleeren
drogen en slapen en als ik mij in hun ge
woonten niet bedrieg, zullen zij tot lang in
den morgen slapen en zult gij een goeden
voorsprong hebben als gij nu gaat"
„Nu vader?"
„Nu! Het onweer is voorbij. De maan
schijnt helder. Kijk!' Terwijl hij sprak wierp
hfl het tralievenster open en Forsyth zag
het zilveren licht glanzen op de boomen,
waarvan de takken nog zwaar neerhingen
door den regen en op de sneeuw der bergen
in de verte. Toen nam de abt opnieuw het
woord.
„De toebereidselen voor Uw reis zijn ge
maakt In de bergplaats onder den stoel be
vindt zich voedsel en twee strengen geld..."
„Vader, daaraan bestaat geen gebrek I
Wij..."
De oude man onderbrak hem door een
handbeweging.
„De gift van een onzer meesters die een
heelmeester was, aan hem die geneest! Hier
hebben we weinig behoefte aan geld, maar
daar buiten," hij maakte met zijn knok-
kige hand een omvattende beweging naar de
door de maan-verlichte wereld „is groote
nood. Men kan er veel goed mee doen. Maar
helaas wordt het meestal ten kwade aange
wend. Wat zeide die leeraar, dien gij volgt
over geld? Herinnert ge het U?"
„Hij leerde, dat de liefde tot het geld, de
wortel tot alle kwaad is."
„Juist, mijn zoon. Begeerte is de voor
naamste zonde, en er is maar één zonde die
daarmede kan worden vergeleken: iemand
het leven te benemen zooals Li Weng-Ho
het Uwe nemen zou. Daarom bied jk U de
helpende hand. Zie, de vrouw komt."
Het voorhangsel werd ter zijde gescho
ven en Kathleen kwam binnen, een vragen
de blik op haar gezicht.
Forsyth legde haar de situatie uit.
„Ah Yeo is met soldaten in het klooster
aangekomen en daarom gaan wij meteen op
weg. Het is het eenige wat ons overblijft."
„Ja," gaf ze toe, „dat is het eenige."
(Wordt vervolgd.)