Buitenlandsch Overzicht AKKERTJE Het luchtwapen der Sowjets. CHINA NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA REIST PER WACO- 64ste JAARGANG naar HOORN, EDAM, AMSTERDAM en GEHEEL WEST-FRIESLAND Bezoek van Mussolini aan Hitier? China en Japaa Neem •en Een veranderde houding ten opzichte van de katholieke kerk in Duitschland? Ter nagedachtenis van koningin Astrid. EEN IN B E N B O LT COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldereche Courant 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2.—, Nederl. Ooet- en West-Indlë per zeepost 2.10, Idem per mail en overige landen 8.20. Losse nos. 4 ct; fr. p. p. 6 ct Weekabonnementen 12 ct Zondagsblad resp. 0.50, f 0.70, 0.70, 1.-. Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Poet-Girorekening No. 16066. ADVEBTENTIÈN: 20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) b(J vooruitbetaling 10 ct per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct per regel, minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct Een mislukt bezoek van Dr. Schacht aan Parijs.- Rusland komt met een voorstel tot hervorming van den Volkenbond. - Nog alsmaar Abessinié. Mislukt Duitsch bezoek aan Parijs Dr. Schacht, de direc teur van de Duitsche Rijksbank, heeft Parijs bezocht op het meest ongunstige tijdstip, dat hij daarvoor had kunnen uitkiezen, n.1. juist op het moment, dat de ver lenging van den dienstplicht in Duitschland werd afgekondigd. Dr. Schacht, die zeker niet op de hoogte geweest is van deze daad van Hitier, zal in stilte Hitler's voorbarigheid ver- wenscht hebben, want van zijn zending kon onder deze omstandigheden niet veel terecht komen. Schacht kwam nu immers in een Frankrijk, dat versterkt wantrouwen tegen Puitschland koesterde. De News Chronicle schrijft in een hoofd artikel: „Naar verluidt is dr. Schacht met een drie ledig doel naar Parijs gegaan: le. van de Fransche regeering de belofte te krijgen, dat puitschland de mark mag devalueeren tot het dienstig lijkende peil, zonder dat Frankrijk tegenmaatregelen neemt; 2e. de teruggaaf van de Duitsche koloniën te bespreken en 3e. het FranschRussisch verbond den genade- Slag te geven. Geen van drieën is hem gelukt. Dat is niet verwonderlijk, maar de omstandig heden waaronder Schacht zijn zending begon Zfln wel opmerkelijk. De Duitsche regeering geeft thans blijkbaar toe, dat zij de werkloos heid alleen afdoende kan bestrijden door uit breiding van haar wapeningsprogram. Als dat zoo is, is het een erkenning van de volstrekte mislukking van Schacht's oeconomische poli tiek. Dr. Schacht heeft te Parijs kenbaar ge maakt, dat het alternatief voor de aanvaar ding van zijn voorstellen een voortzetting van Puitschlands herbewapening zou zijn. Waar toe dat zou leiden, heeft hij aan de verbeel dingskracht van zijn hoorders overgelaten. De News Chronicle keurt een dergelijke taktiek In felle bewoordingen af en geeft Blum gelijk, dat hij zijn pogingen om tot een vreedzame Schikking te komen voortzet, zonder aan dreigementen toe te geven. GENERAAL V. FK1TSCH, de hoogste chef van het Duitsche leger. De hervorming van den Volkenbond De regeering van Sow- Jet-Rusland heeft den secretaris-generaal van den Volkenbond een nota doen toekomen in ant woord op het verzoek tot indiening van voorstellen tot vervolmaking van de toepassing der beginselen van het Handvest. De Sowjet-Russische regeering is van meening, dat een herziening van het statuut van den Volkenbond op het oogen- blik niet gerechtvaardigd zou zjjn op grond van de moeilijkheden, waarop de procedure tot amendeering van het Hand vest op grond van artikel 26 zou stuiten. Zij stelt echter met het oog op een juistere toepassing van het Handvest, de volgende grondslagen voor: 1. In geval van oorlog tegen een lid van den Volkenbond moet de Volkenbondsraad bin nen drie dagen worden bijeengeroepen. 2. Binnen drie dagen na zijn bijeenroeping moet de Volkenbondsraad zijn houding bepalen aangaande het al dan niet aanwezig zijn van omstandigheden die aanleiding geven tot de toepassing van artikel 16. 3. Na de baststelling van een staat zijn toe vlucht tot een oorlog heeft genomen, wordt deze beschouwd als zijnde in staat van oorlog met alle leden van den Volkenbond en moeten tegen dezen staat sancties worden toegepast. 4. De toepassing van militaire sancties ge schiedt door staten, die partijen zijn in ver dragen van wederzijdschen bijstand en die ge meenschappelijk moeten optreden, evenals door die staten, die zich willen onderwerpen aan de aanbeveling van den Volkenbondsraad op grond van de bepalingen van artikel 16 paragraaf 2. 5. Het niet nemen van het in paragraaf 2 bedoelde besluit door den Volkenbondsraad mag de onmiddellijke uitvoering hunner ver plichtingen door staten die partijen zijn in verdragen van wederzijdschen bijstand, niet verhinderen. 6. De staten die partijen zijn in verdragen van wederzijdschen bijstand hebben het recht, onmiddellijk hun strijdkrachten gereed te maken, zoodra de secretaris-generaal van den Volkenbond in kennis zal zijn gesteld van een oorlog tegen een staat, lid van den Volken bond. 7. Militaire sanctie-maatregelen door on derteekenaren van wederzijdschen bijstand ge nomen, zullen niet beschouwd worden als daden van agressie. 8. Onafhankelijk van de militaire sancties neemt de Volkenbondsraad een besluit aan gaande de in werking treding van de bij de paragrafen 1 en 3 van artikel 16 voorziene maatregelen, en een desbetreffend besluit is bindend voor alle sta ten-leden van den Vol kenbond. 9. Elk lid van den Volkenbond, dat weigert deel te nemen aan oeconomische en finan- cieele sancties, kan onderworpen worden aan oeconomische uitzonderingsmaatregelen door de andere staten. 10. De staten, leden van den Volkenbond, verplichten zich alle wetgevende maatregelen te nemen, die dienstbaar zijn aan de toe passing dezer maatregelen. 11. Verdragen van wederzijdschen bijstand tusschen staten, die belang hebben bij de hand having der veiligheid in bepaalde gebieden, worden beschouwd als zijnde een veiligheids garantie binnen het kader van het Handvest. MAARSCHALK TUKHATCHEVSKI, onder-minister van oorlog in Sowjet-Rusland. Abessinië Abessinië!! We leven snel en zouden haast ver geten, door de opvolgen de sensationeele gebeurtenissen in ons wereld deel, dat er nog zoo iets van een land is, dat het grofste onrecht is aangedaan, door een „beschaafde" natie. Nog steeds schijnt de keizer van Abessinië niet alle hoop opgegeven te hebben op eenige medewerking van de zijde van den Volkenbond. De Daily Herald meldde Zaterdag nog eens, een bericht dat wij ook opgenomen hebben, dat de keizer van Abessinië bereid is naar zijn land terug te keeren. De keizer, aldus het blad, zou zich alleen naar de nieuwe hoofdstad willen begeven, en zelf den Volkenbond vragen, West-Abessinië, dat een bevolking van 2 millioen zielen heeft, onder mandaat te plaatsen, hetzij van Groot- Brittannië, Zweden of Zwitserland. In dit verband zij herinnerd aan de mede- deeling van de News Chronicle in het begin van deze week, dat de Galla's uit West- Abessinië reeds in Juni Engeland gepolst zouden hebben over een mandaat over dat deel van Abessinië, dat den Italianen nog niet in handen is gevallen. De News Chronicle wist toen tevens te melden, dat ras Immeroe, het hoofd van de Abessijnsche regeering te Gore, bereid zou zijn samen te werken met Enge land, als dit land het voorgestelde mandaat zou aanvaarden. De Britsche regeering, die het niet noodig vond het Britsche publiek op de hoogte te stellen, zond een ontwijkend antwoord. De houding der regeering, zoo zeide de News Chronicle, is, dat Engeland reeds ge noeg mandaten heeft en den internationalen toestand niet nog ingewikkelder wil maken en een storm van verontwaardiging in Italië wil ontketenen door er nog een in Abessinië bij te nemen. AUTOBUSDIENSTEN Inlichtingen WACO, Kanaalweg 137, Den Helder - Tel. 773 In zekere politieke Duitsche en buitenland- sche kringen te Berlijn doet volgens Havas het gerucht de ronde, dat Mussolini in de tweede helft van September een bezoek zou kunnen brengen aan Hitier. Men verzekert, dat dit bezoek onderwerp van de besprekingen tus schen Horthy en Hitier zou hebben uitgemaakt. Mussolini zou per vliegtuig komen en landen op het vliegveld, dat men te Berchtesgaden bezig is aan te leggen voor Hitier. In dezelfde kringen hecht men aan dit even- tueele bezoek van Mussolini groot politiek be lang. Mussolini zou dit bezoek als tegenbezoek brengen voor dat wat Hitier in Venetië hem gebracht heeft, in den zomer van 1933. De Duce zou van de gelegenheid gebruik ma ken persoonlijk zijn dankbaarheid te uiten voor de houding, die Duitschland tijdens de sancties heeft aangenomen. Tegenspraak te Rome? Uit Rome meldt Reuter dat daar het ge rucht over een bezoek van Mussolini aan Hitier niet wordt bevestigd. Weliswaar moet de Duce Hitler's bezoek te Venetië nog beantwoorden, doch daaromtrent zijn nog geen stappen ge daan. DE GRAAF VAN COVADONGA BUITEN GEVAAR. I Reuter meldt uit New York, dat de graaf van Covadonga, naar de geneesheeren ver klaren, thans buiten gevaar is. Het incident te Tsjengtoe. 107 Japansche journalisten te Sjanghai heb ben de Japansche regeering verzocht, een zoo krachtig mogelijke houding aan te nemen te genover China in verband met den moord op twee hunner collega's te Tsjengtoe den 24sten van deze maand. De Japansche ambassadeur in China acht het incident zeer ernstig. De Japansche ambassadeur in China, Kawa- goe, is Zaterdag te Sjanghai aangekomen uit Tsingtao. Hij verklaarde, dat z.i. de moord op de twee Japanners te Tsjengtoe een buiten gewoon ernstig incident is. Hij verklaarde voorts nog, dat de besprekin gen die hjj te Tientsin en Peking met de Chl- neesche politieke leiders had gevoerd, hem den indruk hadden gegeven, dat er voor Japan gunstige vooruitzichten bestaan op oeconomi sche samenwerking met Noord-China. bl| Hoofdpijn, Ki«tpi|n, Spierpijn, Zenuwpijn, Rheumatische pijnen De droom van maarschalk Toesjatsjewski vervuld. 70.000 parachutisten staan gereed. (Van onzen V.P.B.-correspondent.) Moskou, Augustus 1936. Voor de vliegtuigindustrie van de Sowjet- Unie werken op het oogenblik 74 bedrijven, n.1. 28 fabrieken voor vliegtuigbouw, 14 fa brieken voor motorenbouw en 32 werkplaat sen voor de vervaardiging van vliegtuig- onderdeelen. In deze fabrieken werken op het oogenblik in totaal ongeveer 160.000 arbei ders. De snelle groei van de Russische vlieg tuigindustrie blijkt, misschien wel het best uitde navolgende cijfers: In 1929 bedroeg het aantal arbeiders in deze industrie 40.000, ver deeld over 26 bedrijven; in 1932 110.000 arbei ders, verdeeld over 54 bedrijven; en in 1934 140.000 arbeiders, verdeeld over 62 bedrijven. De jaarlijksche productie aan vliegtuigen be droeg in 1929 500 stuks, in 1932 1500 stuks en in 1934 3100 stuks. Gaat Rusland op dezen weg voort, en dat Is men vast van plan, dan zal het productiecijfer in het jaar 1940 onge veer 12.000 vliegtuigen bereiken. Zijn er voldoende vliegers? Het vraagstuk of er voor een zoo snellen groei van de materiëele sterkte een voldoende aantal geschoolde vliegers ter beschikking staat, is door de organisatie „Ossoaviachim" reeds lang geleden opgelost. Deze organisatie houdt zich reesd jaren bezig met de opleiding van jonge communisten tot vliegtuigbestuur ders en vliegtuigwaarnemers. Niet minder dan 1500 luchtvaartscholen vindt men in de Sowjet-Unie. Rusland kan dan ook niet slechts alle hl militairen dienst gestelde vlieg tuigen bemannen, maar beschikt bovendien nog over een aanzienlijke reserve aan vlie gers. De parachutisten. Rusland heeft intusschen niet alleen de beschikking over een groot aantal geschoolde vliegers, maar er bestaat ook nog een bijzon- deren „tak" van het luchtwapen: de val schermtroepen. Men zal de plank niet mis slaan, indien men beweert, dat de schepping van deze troepen moet worden toegeschreven aan maarschalk Toesjatsjewski, die reeds ge durende de interventie-oorlogen in het onder zijn bevel staande Vde legercorps gebruik maakte van „minjar-troepen", die achter het front hun ondermijnend werk verrichtten. In den strijd om het behoud van het communis tische rijk sloeg Toesjatsjewski de witten met tactische manoeuvres aan het front, met agitatoren achter het front en met provoca teurs in het front. In zijn boek over den oor log wijdt Toesjatsjewski bijzonder veel aan dacht aan de „minjar-troepen". In de voor stelling van Toesjatsjewski is den dolkstoot in den rug van den vijand door „de vangst van zielen" een van de beste methoden om tot de overwinnig te geraken. Het is dan ook be grijpelijk, dat dé roode maarschalk, den val schermtroepen een zeer bijzondere opleiding laat geven en hun groei op de partijcongres sen geestdriftig bespreekt. Bij de behandeling van de militaire begrooting voor 1936 becij ferde Toesjatsjewski het aantal goed ge schoolde parachutisten op 60.000 man. We derom is het de organisatie „Ossoaviachim", die voor de opleiding van parachutisten zorgt; reeds in 1934 onderhield deze organi satie 22.000 terreinen, waarop men zich prac- tisch in het parachutespringen kon oefenen. De miltiaire taak van de valschermtroepen ls de vernieling van achter het vijandelijk front liggende verkeerswegen, spoorwegen en brug gen, stations, depóts, gebouwen waarin com mando-staven zetelen, enz. Dat het inderdaad mogelijk is, een groot aantal menschen door middel van valschermen achter het vijandelijk front te brengen, werd bewezen tijdens de manoeuvres van 1935, toen de „roode partij" 3000 parachutisten uit de bommeneskaders achter de vijandelijke linies liet neerdalen. Fantasie is hier werkelijkheid geworden. Toesjatsjewskl's betrekkelijk kleine minar- troepen van het jaar 1918, die zich moeizaam op ski's achter het vijandelijk front werkten, zijn uitgegroeid tot een vliegend leger, dat in dit jaar reeds bijna 70.000 man telt. Een manschroute naar het hart van Europa- Wanneer de droom van maarschalk Toe- sjatsjewsi geheel in vervulling gaat en de Russische wapenfabrieken vliegtuigen aan den loopenden band vervaardigen, evenals tractoren en Fordwagens, zal Rusland's mili taire macht waarschijnlijk grooter zijn dan die van alle andere Eurpeesche landen te sa men. In dit feit is een groot gevaar gelegen. „Omdat het Roode Leger in den geest van het internationalisme en de gemeenschap, die alle arbeiders der wereld omvat, is opgeleid en daarom het leger van de wereldrevolutie, het leger van de arbeiders aller landen is." Deze woorden, die, Stalin in 1928 bij het 10-jarig bestaan van het Roode Leger sprak, houden een bedreiging voor Europa in, een bedrei ging, die nog nimmer herroepen werd, on danks het feit, dat Rusland sindsdien lid van den Volkenbond is geworden en met Frank rijk en Tsjecho-Slowakije bondgenootschap pen sloot. Zal Stalin zijn „marschroute" nog eens naar het hart van Europa uitstippelen? (Auteursrecht V.P.B.) (Nadruk verboden.) Het herderlijk schrijven van de katholieke bisschoppen heeft in nat.- soc. kringen een gunstigen indruk gemaakt. Het herderlijk schrijven van de bisschoppen, dat op de conferentie te Fulda is opgesteld, heeft in nationaal-socialistische kringen een een goeden indruk gemaakt. Hier wordt ge zegd: „De kerk vereenigt zich met het natio- naal-socialisme in den strijd tegen het wereld- bolsjewisme. Zij roept den zegen van den hemel af over het werk van den Leider en verklaart haar geestelijke krachten in dienst te stellen van de nationale gemeenschap." In tegenstelling met haar gewoonte, publi ceert de Nationalzeitung te Essen, een orgaan van Goering, groote uittreksels uit het schrij ven en legt den nadruk op karakteristieke passages. Het blad zegt over het schrijven, dat dit het beste bewijs is, dat de houding van de nationaal-socialisten ten aanzien van de katholieke kerk is gewijzigd. Om den katholieken bisschoppen een bewijs te geven van zijn veranderde houding, heeft Hitier het herderlijk schrijven gunstig ont vangen. Tijdens de Olympische spelen kreeg da pers opdracht zich te onthouden over de pro cessen over zedendelicten van katholieke geestelijken en in het begin van deze week besloot de regeering zelfs een aantal schan daalprocessen niet te doen plaats hebben. Ook zouden eenige deviezenprocessen worden ge staakt. Men gelooft verder, dat deze maat regelen gepaard zullen gaan aan een amnestie, welke zich ook zal uitstrekken tot het ver goeden van de boeten en confiscaties in dei deviezenprocessen tegen geestelijken. Ook redenen van buitenlandschen politieken aard zouden oorzaak zijn van deze gewijzigda houding ten aanzien van de katholieken. Naar men verzekert heeft Mussolini de aan dacht van den Leider er op gevestigd, dat het officieele anti-katholicisme funest is en Hitier zou reeds verzekeringen hebben gegeven in deze richting voor het afsluiten van het Duitsch-Oostenrijksche accoord van 11 Juli. Tenslotte hebben ook de anti-bolsjewistische verklaringen van het Vaticaan ten aanzien van Spanje te Berlijn een diepen indruk gemaakt. De brief van de bisschoppen en de maat regelen van den Leider beteekenen het einde van den „Kulturkampf", welke in Duitschland heerscht sedert het aan het bewind komen van het nationaal-socialisme. Zaterdagochtend in de kapel van het ko ninklijk slot te Laken is door den deken te Laken een mis opgedragen, die bijgewoond is door den koning samen met zrjn kinderen en zijn moeder. Er waren nog aanwezig, de leden FEUILLETON UIT HET ENGELSCH DOOR 83 Gedurende eenige minuten zette de abt Zijn godvruchtige meditatie voort, zonder no titie te nemen van hun tegenwoordigheid en in zwijgend, eerbiedig wachten bleven zij staan tot de priester zich verhief en het Woord tot hen richtte. „Gegroet mun kinderen!" Forsyth's hart sprong op van vreugde. Dit was geen niets ontziend fanaticus, maar een rome, zachtemoedige oude man. „Gegroet, O vader!" antwoordde hij in het Chineesch. De abt keek hem een oogenblik aan en een glimlach lichtte op zijn gerimpeld ge- Zicht „Gij hebt de tong, maar zijt niet van China?" sprak hij. „Neen," was het bescheid, „ik ben van En geland, maar ik zou China willen dienen tot inijn laatsten adem." „Engeland!" herhaalde de abt op naden kenden toon. „Ik heb van dat land gehoord. Er was een monnik hier, die er eens geweest $ras en als de onrust van zijn hart hem niet hierheen getrokken had, zou hij daar geble ven zijn, want hij hield van het land dat goed voor hem was!" Forsyth zegende den hemel voor deze ge lukkige samenloop van omstandigheden. Toen vervolgde de oude man: „Gij zoudt China willen dienen, hoe zoudt gij willen dienen?" „Ik ben dokter geneesheer. Ik dien de lichamen der menschen." „Geneesheer!" De abt hield even op en maakte een buiging naar zijn Boeddhabeeld. „Onze Heer Boeddha was eveneens heelmees ter," ging hij voort „Gij kent de geschiede nis?" Forsyth knikte bevestigend. „Waarom kwaamt gij hier in dezen tem pel der Hooge rotsen?", zette de abt zijn ondervraging voort, terwijl zijn oude oogen een onderzoekenden glans kregen. Het was Forsyth duidelijk, dat dit het kri tieke moment was en dat veel van zijn ant woord zou afhangen. Hij vertelde de sim pele waarheid. „Vader, wij staken de heuvelen over op weg naar de provincie Yunnan. Wij ver- dwaalden en in het onweer en de duisternis droegen onze voeten ons naar Uw heilige toevluchtsoord." „Zeg liever, dat de heer des Levens u ge leid heeft! Gezegd zij Boeddha! Maar met welk doel waart ge op weg naar Yunnan?" Forsyth aarzelde niet. Iets in de manier van doen van den ouden man vertelde hem, dat deze dingen wist, waarover niet gespro ken was en hij besloot tot volkomen open hartigheid. „Vader, wij vluchten voor de achtervolging van een door-en-door slecht mensch, den gouverneur-Li Weng-Ho, die booze oogen wierp op deze dame. „Wat is die dame van u?" viel de abt snel in, zonder Kathleen zelfs maar aan te zien. „Zij zal weldra mijn vrouw zijn." „Uw vrouw! Het is den mensch beter dat hij het pad des Vredes alléén volgt, zooals onze gezegende meester Boeddha geleerd heeft. Maar toch is er deugd in u, want ik ken u als een spreker der waarheid." „Hoe, vader, gij hebt gehoord De abt liet hem den zin niet afmaken. „Heden in den middag, kwamen er soldaten van de Yamen, die naar u vroegen, maar toen waart ge nog niet hier geweest. Zij vertelden een geschiedenis niet ongelijk aan uw eigene, behalve, dat de vrouw de echt- genoote zou worden van den mandarijn. Maar Li Weng-Ho is mij bekend als een man des kwaads. Twee jaar geleden was er een jonge man van dit kloostermaar waar om zou ik Uw ooren bezoedelen met een ver haal van boosheid? Het hart is al zoo ge neigd tot zonden, dat daarbij door het oor niets behoeft te worden gevoegd. Het is ge noeg, dat ik uw verhaal geloof. Totdat gij ten vertrek gereed staat, zult gij hier asyl vinden „En mijn reisgenooten?" „Zij ook! De dame die uw echtgenoote zal zijn, moet zich evenwel huisvesting in het vrouwenkwartier getroosten." „Vader we zijn u onuitsprekelijk dank baar." Het gevoel van bevrijding deed Forsyth haast stamelen toen hij dit zei. De oude man knikte en sloeg op de gong. Op het geluid verscheen onmiddellijk de mon nik, die hem naar het vertrek geleid had en nadat de abt hem eenige aanwijzingen had gegeven, noodigde de man hen met een bui ging uit hem te volgen. Weer doorkruisten ze een warnet van gangen en beklommen ze een hooge trap met aan het einde opnieuw een lange gang, waar de monnik op een deur hing. Een oogenblik later hoorde men het vallen van een hefboom, waarna de deur geopend werd en een bedaagde ineenge schrompelde non verscheen. De monnik wees op Kathleen en gaf de orders door, die hij ontvangen had, waarop de non, zonder een woord te spreken, tegen het meisje boog en haar haastig meenam naar binnen, waarna de deur weer dichtviel. Vervolgens bracht hun geleider de beide plannen naar hun vertrekken, cellen zooals de monniken ze zelfs hadden, alleen stond er een bank in, waarop men languit kon lig gen. Er werd hun een eenvoudigen maaltijd voorgezet en daarop werden ze aan zichzelf overgelaten. Forsyth strekte zich op de bank uit en liet de avonturen van den afgeloopen dag nog eens de revue passeeren, maar hij was nog niet ver gekomen of de vermoeidheid overmande hem en binnen vijf minuten sliep hij in. Omstreeks twaalf uur echter schrok hij wakker door het klinken van een gong. In de gang hoorde hij het sandalen-geklepper van vele voeten, eenige minuten later ge volgd door eentonig gezang. Dat was de middernachtelijke godsdienstoefening, be dacht hij, zooals het vroom gebruik die den bewoners der Boeddhistische kloosters voor» schrijft. Maar lang hield zijn geest er zich niet mee bezig; weldra was hij weer in slaap. Hij hoorde niets van den terugkeer der mon niken op hun strooien schoeisel of van de gong, die een uur later door de stilte van het klooster galmde. Maar eenigen tijd daarna, werd hij plot seling gewekt door de aanraking van een koude hand. Hij veerde overeind op zijn har de legerstede en staarde den monnik die, een lamp in de hand voor hem stond. »De abt verlangt Uwe onmiddellijke tegen woordigheid," luidde de korte aankondiging. „Er is gevaar!" „Gevaar!" Meteen was Dick Forsyth klaar wakker. Hij stapte op den grond, gleed in zijn schoe nen en beduidde den monnik dat hij klaar was. Toen hij uit zijn cel op de gang trad, kwam Ching uit de cel ernaast, hevig gapend. „Beroerde boel," bromde hij, „kan niet rustig slapen," Forsyth gaf geen antwoord. Terwijl hij den monnik volgde door de kron kelende gangen, vroeg hij zich af, wat voor gevaar het wel mocht zfln, waarvoor hij mid den in den nacht moest opstaan. Hij ervoer het toen zij de kamer van den abt bereikt hadden. „Het noodlot heeft gewild, o heelmeester," sprak de oude man hem toe, „dat gij niet bij ons zult blijven tot na het dagen van den ochtend en dat Ik U niet toonen zal de schat ten van ons klooster, zooals ik zou hebben gewild. Maar Boeddha zij geprezen!" „Wat is er, vader?" „Soldaten! Zij zoeken U en Uwe metge zellen, o geneesheer, en met hen is Ah Yeo, de secretaris van den gouverneur!" „Weten zij dat we hier zijn?" „Dat niet! Maar dat gij langs dezen weg gekomen zijt vermoeden zij, want zij heb ben gesproken met kolenbranders achter den heuvel." „Wij hebben er geen gezien!" „Zij zagen U en vertelden hetgeen ze ge zien hadden. Maar de secretaris en de sol daten hebben de volle maat van het on weer gehad en zijn doorweekt en zeer ver moeid. Het is noodig, dat zij hun kleeren drogen en slapen en als ik mij in hun ge woonten niet bedrieg, zullen zij tot lang in den morgen slapen en zult gij een goeden voorsprong hebben als gij nu gaat" „Nu vader?" „Nu! Het onweer is voorbij. De maan schijnt helder. Kijk!' Terwijl hij sprak wierp hfl het tralievenster open en Forsyth zag het zilveren licht glanzen op de boomen, waarvan de takken nog zwaar neerhingen door den regen en op de sneeuw der bergen in de verte. Toen nam de abt opnieuw het woord. „De toebereidselen voor Uw reis zijn ge maakt In de bergplaats onder den stoel be vindt zich voedsel en twee strengen geld..." „Vader, daaraan bestaat geen gebrek I Wij..." De oude man onderbrak hem door een handbeweging. „De gift van een onzer meesters die een heelmeester was, aan hem die geneest! Hier hebben we weinig behoefte aan geld, maar daar buiten," hij maakte met zijn knok- kige hand een omvattende beweging naar de door de maan-verlichte wereld „is groote nood. Men kan er veel goed mee doen. Maar helaas wordt het meestal ten kwade aange wend. Wat zeide die leeraar, dien gij volgt over geld? Herinnert ge het U?" „Hij leerde, dat de liefde tot het geld, de wortel tot alle kwaad is." „Juist, mijn zoon. Begeerte is de voor naamste zonde, en er is maar één zonde die daarmede kan worden vergeleken: iemand het leven te benemen zooals Li Weng-Ho het Uwe nemen zou. Daarom bied jk U de helpende hand. Zie, de vrouw komt." Het voorhangsel werd ter zijde gescho ven en Kathleen kwam binnen, een vragen de blik op haar gezicht. Forsyth legde haar de situatie uit. „Ah Yeo is met soldaten in het klooster aangekomen en daarom gaan wij meteen op weg. Het is het eenige wat ons overblijft." „Ja," gaf ze toe, „dat is het eenige." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 1