DE GEBROEDERS „GOOCHEM Raadsels rf JUTTERJTE ZATERDAG 5 SEPTEMBER 1936 PAG. 7 Een plant, die vliegen vangt. I4 1' verdwenen. Toen de kleuren alle neerge- waren, ontstond in het middenpunt Jer ringen, een zwarte ronde vlek, welke «ch uitbreidde tot meer dan een halve duim ia diameter, vóórdat de bel barstte. de ringen tussen de objectglazen te nderzoeken, vond Newton, als er slechts acht of negen met het blote oog zichtbaar waren, dat men er meer dan veertig kon zien door middel van een prisma, en zelfs la de luchtplaat geheel wit scheen te zijn, vertoonde het prisma nog een menigte 'ineen. Deze waarnemingen stelde Newton staat om zijn kleurenschaal te vormen, welke van groot nut is bij optische onder zoekingen. pe vliegenvangende dionaen komt uit j,roord-Amerika, vanwaar zij, voor om- gtreeks 150 jaar naar Europa werd over gebracht. De dionaen is opmerkelijk door de prikkelbaarheid van haar bladeren. Wanneer er een insect de onvoorzichtig heid heeft op de bladeren te gaan zitten, dan sluiten zich die bladeren, waarvan de randen met doornachtige haren zijn bezet, doordat het lapje van het blad zich samen- rouwt, en de haartjes in elkaar passen, zoals de tanden van twee kammen. Zodoende wordt het insect dan door het blad gedood, want de scherpe haartjes, die zo scherp zijn als een doorn dringen diep in het lichaam van het kleine diertje en doorboren het geheel en al. De vliegenvangende dionaen heeft een sehulpachtigen en dradigen wortel, de bladeren, welke daaruit ontspruiten, staan langs de grond verspreid; uit twee bijna ovale lapjes, die, zoals gezegd, behaard zijn, en op de bovenkant kleine roodachtige kliertjes en enige tamelijk harde stekels hebben. Deze blaadjes, die heel gevoelig zijn en op elk geluid of elke beweging snel rea geren, zitten in de lengte van een nerf vast, welke zodanig als scharnier werkt, dat bij aanraking van een of ander voor welp de beide kanten elkaar naderen en hun doornen of borstels inéénsluiten. Zij hebben aan de top een brede, gevleugelde steel, die soms langer dan het blad zelf is. Uit het midden van de bladrozet verheft zich een ruige stengel van zes tot zeven duim lengte, uitloopend in een tros van vjjf tot zeven witte bloemen, met stelen en schutsblaadjes voorzien. De bloemen zijn samengesteld: Ze bestaan uit een kelk van vijf lang werpige, spitstoelopende blaadjes en een bloemkroon, die aan de rand vijf langwer pige, ovale bloembladeren draagt en in het hart tien meeldraden. De ronde vruchten van deze vreemd soortige plant zijn eenhokkig en bevatten een menigte zaadkorrels. leuke versiering voor kinderkleren. Hierbij zien onze meisjes een tweetal voorbeelden tot versiering van kinder- of poppenkleertjes afgebeeld. Misschien zijn er onder jullie, die een kleiner zusje heb ben endan kan je moeder behulpzaam zijn met het garneren van Zus' jurk. Bekijk eens het eerste prentje. Het zijn twee achter elkaar waggelende ganzen. Een hele rjj van die gansjes vormt een leuk pa troon voor op een schortrand. Je kunt ze in kruissteken maken, maar ook borduur steken, dan heb je slechts den omtrek te tekenen. Het tweede prentje laat jullie zien een meisje van de vorige eeuw. Ja, heus, zo hepen de kindertjes erbij in 1830! Is het geen grappig tekeningetje? Je kimt het kindje in velerlei kleuren maken, b.v. de hoed maak je blauw en het lint in heur haar rood. De jurk. groen, enz. Je zoudt zo iets ook op een kussen kun nen maken of op het dekentje van je pop penwieg. De onderwijzer had de kinderen over de sneeuw verteld en om nu te zien, of zij het hadden begrepen vroeg hij: „Annie, als wij op een koude winter dag naar buiten gaan en wjj wandelen de laan af, wat zien wij dan aan iedere hand? Annie: Handschoenen, meneer. Mevrouw: „Annie, ik heb de sleutel van mijn bureau verloren. Wil je even de doos met sleutels voor me halen? Ik wed, dat er daar wel een bij is, waarmee ik het open krijg." Annie: „Dat is niet noodig, mevrouw. Er is geen enkele sleutel in het heele huis, die op uw bureau past!" bloemen gieten. Als het alle dagen regent Geeft dat kinderen verdriet! Neen, ze zijn niet bang voor water Maar te veel willen zij niet. Als het droog is, hele dagen, Krijgen ook de bloemen dorst. Maar dat kim je wel verhelpen En het geeft niet of je morst! Geeft op tijd de bloemen water, Maar zeg overdrijft het niet, Want als bloemtjes te nat zijn Geeft dat eveneens verdriet. nieuwe raadsels, een ster-puzzle. Op de tekening zijn tien verschillende stukken aangegeven, die met elkaar een ster vormen, met hier en daar een zwart gemaakt stuk erin. Knip de stukken uit en leg ze zo te samen, dat zij een land vormen in Amerika, n.L Texas. Als je niet weet, hoe het land er uit ziet, neem dan je atlas er bij. aardrijkskundig kamraadsel. Boven vgn links naar rechts de naam van een groote handelsstad. Van boven naar beneden: 1. Mooie plaats in Gelderland. 2. Dorp op de Veluwe. 3. Dorp in Groningen. 4. Dorp in Noord-Brabant. 5. Eiland in het IJselmeer. 2 1 S Oplossing: Lucifersprobleem. Verleg de twee lucifers van de rechter zijde zo, dat zij naar buiten een punt vor men. Leg de losse lucifer in het midden er tussen en je hebt twee parallelogrammen. Oplossing: 52.is vijf en een half maal de verhoging plus de verhoging of in het totaal 6V2 maal de verhoging. 52.gedeeld door 6% is 8. De man verdiende dus 44.en heeft 8.ver hoging gekregen. ff 218. Tegen de nacht kwam een matroos wat bed- degoed brengen en spreidde dat op den grond uit, waarop hij hen beduidde dat zij konden gaan slapen. Hij liet een briefje op de kist achter, nam het blad mee en vertrok. Nauwelijk» was de deur achter hem gesloten of beiden pakten net briefje op en lazen het gretig. 219. „Dit briefje is van den man met het lapje voor zijn oog," zo lazen zij. „Jullie zijn op een Chi- neesch piratenschip," stond er verder op het briefje. „Ik ben zelf al jarenlang een gevangene. Denk erom dat het zeer gevaarlijk is aan boord. Ik zal over jullie waken. Éénoog." 220. Dat is wat anders dan met een brandglas door de stad lopen, zei Pit. Ik begrijp niet, dat we zover van land af zijn. Maar je moetniet denken dat ik me zo maar gevangen geef. Ik ga vannacht op onderzoek uit. Als jij maar begrijpt dat ik niet meega, bibberde Pat.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 19