Buitenlandsch Overzicht Hebt Gij Lendenpijn? AKKERTJES CHINA NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERENGEN EN ANNA PAULOWNA De militaire positie der Russische bu u rstaten No. 7800 eerste blad zaterdag 5 september 1936 64ste JAARGANG n.V. WACO Autobusdiensten uitgebreide Dienstregeling Wat zal Roemenië doen? AKKER.CACHETS Nieuwe berichten over onlusten in Rusland. Christus of Mussolini EEN IN B E N B O LT COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet: Heldersche Courant 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2.-, e erl. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overige landen 3.20. Losse nos. 4 ct; fr. p. p. 6 ct Weekabonnementen 12 ct Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1._. Modeblad resp. f 1.20, 1.50, 1.50, 1.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct per regel, minimum 40 ct; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel, minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct Is het einde van het Palestijnsche conflict in zicht? Een on gunstige beslissing voor de Joden? - De Spaansche kwestie als internationaal gevaar. Einde van het Palestijnsche conflict Het conflict in Pa lestina, tusschen de Jo den en Arabieren, dat al sedert maanden tot een bloedigen strijd in het heilige land aanlei- uin geeft, schijnt zijn einde te naderen. Zoo als men weet waren de extremistische ele menten onder de Arabieren, die al spoedig de leiding hadden genomen van de opstandige beweging, niet bereid te capituleeren voor en aleer zij van de Engelsche regeerigng de plechtige belofte hadden verkregen, dat de immigratie van Joden definitief zou worden stopgezet en de verkoop van grond aan Zio nisten zou worden verboden. Het Handelsblad schrijft daarover: De Engelsche regeering heeft consequent geweigerd deze belofte te doen en, ofschoon na lang aarzelen, met geweld gepoogd de op stand der Arabieren te fnuiken, maar noch- thans voor de toekomst ruimte opengelaten voor een zoodanige schikking, dat de Ara bieren daarin voldoening zouden kunnen vin den. Bemiddelingspogingen, verscheidene kee- ren door Abdoelah, den emir van Transjorda- nië, den aan Palestina grenzenden staat on der Engelsche souvereiniteit, vruchteloos be proefd, beloven thans resultaat te zullen opleveren. De Palestijnsche zaak heeft zich, hetgeen men verwachten kon en wat den Palestijn- schen Arabieren natuurlijk niet anders dan welgevalilg kan zijn, uitgebreid tot een Pan- Arabische zaak. De leiders van vrijwel alle Arabische staten, die om Palestina gerang schikt liggen, blijken zich den laatsten tijd be moeid te hebben met het vraagstuk, dat ten slotte wat de naaste toekomst belangt ook hun ter harte gaat. De Arabische pers ziet er een grooten stap voorwaarts in naar de vestiging van de eenheid der Arabische staten, waarvan Palestina voortaan een integraal deel zal uit maken. Generaal Noeri Pasja es-Said, de minister van buitenlandsche zaken van Irak, is de man, in wien zich de bemoeienis heeft ge concentreerd en die er naar het schijnt in is geslaagd, de Palestijnsche Arabieren toe gankelijk te maken voor zijn bemiddeling. Noeri Pasja geniet zoowel in Arabische als in Britsche kringen gezag; hij is in den opstand tegen de Turken met Lawrence een der voor naamste leiders geweest. Hij heeft met de leden van het Hooge Arabische Comité en de leiders der extremisten geconfereerd over de voorwaarden, waarop zij bereid gevonden konden worden de algemeene staking af te gelasten en den rebellen te bevelen, hun aan vallen op Joden en de Britsche troepen te staken. Thans houden de berichten uit Palestina hardnekkig vol, dat het Hooge Arabische Co mité na langdurige besprekingen tusschen gematigden en extremisten zich bereid heeft verklaard, de bemiddeling van Noeri Pasja te aanvaarden op grond van de volgende for mule: 1. Een geleidelijke algemeene amnestie voor alle Arabieren, die deel hebben genomen aan de jongste onlusten; 2. Opschorting van de Joodsche immigratie gedurende het onderzoek van de koninklijke commissie; 3. Een belofte van de Palestijnsche regeering, dat de koninklijke commissie tot een zooda nige beperking van de Joodsche immigratie zal adviseeren, dat daardoor vrees bij de Ara bieren met betrekking tot hun toekomstige positie in het land zal worden weggenomen; 4. Dat een vertegenwoordiger van de regee ring van Irak het recht verkrijgt, voor de Commissie te verschijnen om de eischen der Palestijnsche Arabieren te ondersteunen; 5. Dat na het onderzoek van de commissie de regeering van Irak haar pogingen bij de Britsche regeering voortzet om uitvoering te verkrijgen van de adviezen der Commissie, die gunstig zijn voor de Arabieren, en annulee ring van zoodanige adviezen, die ongunstig voor hen zijn. Intusschen blijft het Hooge Arabische Co mité niet bereid last te geven om de staking of de daden van geweld te doen beëindigen, zoolang het er niet ten volle van is verzekerd, dat Noeri Pasja door de Arabische regeerin gen wordt gemachtigd tot het voeren van zijn onderhandelingen, en zoolang hij niet defini tief van de Engelsche regeering de aanvaar ding van deze voorwaarden heeft verworven. Het woord is thans in de eerste plaats wel aan de Engelsche regeering, maar algemeen neemt men in Palestina aan, dat zij, wat het hoofdpunt en wat de tendenz betreft bereid is, de voorwaarden te aanvaarden. In de Engelsche pers en bij de Engelsche politici wint de gedachte veld, dat de Joden en Arabieren in rechtstreeksche onderhande lingen naar een oplossing dienen te streven van een vraagstuk, dat hun gemeenschappelijk zoo zeer ter harte gaat. Een warm voorstander van deze gedachte blijkt o.a. baron Lugard, Engelsch lid van de Permanente Mandaten-commissie van den volkenbond, die de doornigheid van het Pale stijnsche probleem uitstekend kent en meent dat de Joden eigener beweging bereid zijn zich opofferingen te getroosten om de bestaande moeilijkheden te overwinnen. Nog steeds dreigende gevaren. Wij zijn van de Spaan sche kwestie nog niet af als gevaar voor de inter nationale betrekkingen, schreef de Nw. Rott. Crt. dezer dagen in een hoofd artikel. Men kan nu eenige hoop koesteren, dat de actie te Hendaye, die ten doel heeft het element van wreedheid, dat den Spaanschen burgeroorlog zoo bizonder kenmerkt, de baas te worden en tevens zal kunnen dienen om de strijdende partijen met elkaar in onderhande ling te brengen. De Argentijnsche gezant Daniël Mancilla doet wat hij kan, om het stamverwante, Spaan sche volk van zijn hevige, politieke stuiptrek kingen te verlossen. Het is een gunstige om standigheid, dat Saavedra Lamas, de Argen tijnsche minister van buitenlandsche zaken, juist in deze dagen in Europa op bezoek komt. Als gezaghebbendste vertegenwoordiger, aan dezen kant van den Oceaan, van de Spaansch- sprekende wereld in Zuid-Afrika zou hij, met zijn overredend woord, bijzonder gewicht in de schaal kunnen leggen. Hij is de man ernaar om het goede werk, en tevens de eer, van een VANAF 1 SEPTEMBER Den Helder - Wieringermeer- Medemblik - Hoorn- Amsterdam v.v. Vraagt gratis hiervan dienstregeling aan onze chauffeurs en ons kantoor Den Helder, Kanaal- weg 137. Tel. 773. vredestichtende bemiddeling met bijzondere energie na te streven. Wij zagen dat werk ook liever aan Zuid- Amerikaansche diplomaten alleen overgelaten. Want gaan de Europeesche mogendheden zich met het vergelijk bemoeien, dan zal men zien, dat zij daarbij eigen politieke belangen gaan najagen. En dat zou niet alleen den vrede in Spanje, maar ook dien in Europa weinig ten goede komen. Als Duitschland door een bijzonder ijverige fascistische propaganda, en Italië en Duitsch land beide door bijzonder effectieve materieele ondersteuning van de opstandelingen, blijk heb ben gegeven groot gewicht te hechten aan de zegepraal van de fascistische officieren in Spanje, dan zullen zij zeker ook diplomatiek het uiterste probeeren, zooveel mogelijk uit het conflict te halen voor hun leer. Italië heeft nog speciale oogmerken voor zijn positie in de westelijke Middellandsche Zee. Daartegenover zullen weer Frankrijk en Engeland niet stil zitten, Frankrijk bevreesd dat, na een zege praal van de Duitsch-Italiaansche propaganda in Spanje, zekere kringen in Frankrijk aan de beurt zullen komen voor een even afdoende bewerking en bijstand; en Engeland, voor al deze politieke dingen op zich zelf misschien onverschillig, uit beduchtheid voor zijn positie in de Straat van Gibraltar. Neen, het beste zou zijn, als men dit alles de Spanjaarden van Europa en Amerika onder elkaar liet uit praten. Zij zijn bovenstbeste deskundigen in het behandelen van staatsgrepen en burger oorlogen. Het bericht uit Berlijn wees op een ernstig gevaar. Men weet nu eenmaal, dat Hitier altijd tusschen twee richtingen aarzelt. Men kan er nooit voor instaan, dat de gematigde richting het bij hem zal winnen. Ware dat zoo, dan zou er heel wat niet gebeurd zijn. Dat Hitier al die dingen ongestraft heeft kunnen doen, maakt het gezag van de tot een gewaagde politiek opdrijvende richting slechts te grooter. Volgens dit bericht dan, van de zeer inge wijde Berltjnsche correspondent van de Times, zou het departement van buitenlandsche zaken de atmosfeer voor algemeene onderhandelin gen over een Locarno niet willen bederven, maar zou de radicaal nationaal-socialistische richting het ijzer van den Spaanschen opstand nu zoo gunstig op temperatuur vinden, dat men, naar haar meening, niet zou mogen ver zuimen het voor Duitsch gebruik te smeden. De menschen van die richting zien in den Spaanschen burgeroorlog de beslis sende gebeurtenis voor Europa. Het verdrag van non-interventie zou, volgens hun opvatting, toch geen stand kunnen hou den. Zij zouden er reeds op rekenen, dat Mus- solini het geduld zal verliezen en dat daarna Blum zijn radicale aanhangers niet meer in bedwang zal kunnen houden. Italië en Duitsch land zouden dan samen tengunste van de op standelingen kunnen optreden en Frankrijk schaakmat zetten. De volken van Oost Europa, die nu nog op hun verbond met Frankrijk re kenen, zouden dan Frankrijks machteloosheid beseffen, en eieren voor hun geld kiezen. De Baltische Randstaten in het nauw (Van onzen V.P.B.-correspondent). Riga, September 1936. In de verdediging tegen een eventueel streven naar expansie van Rusland spelen de westelijke nabuurstaten van de Sovjet-Unie een rol van beteekenis. De vraag, die voor de wereld en in het bijzonder voor Europa van groot belang is, luidt: Openen Estland, Let land, Lithauen, Polen, Roemenië en Tsjecho- Slowakije hun grenzen voor Rusland, of zul len zijn voor het opdringende communisme een muur vormen? „Een ding staat vast, indien ergens een socialistische revolutie aan de macht komt (zooals in Sovjet-Rusland), dan heeft zg het natuurlijke recht, zich uit te breiden; dan zal zij met elementair geweld er naar streven, door onmiddellijke inwerking op alle nabuurstaten de geheele wereld te omspan nen. Haar belangrijkste werktuig zal natuur lijk haar militaire macht zijn." Dat schrijft maarschalk Toesjatsjewski, de militaire des kundige van het Roode Leger. De enorme bewapening van de Sovjet republieken heeft de nabuurlanden op de ge varen gewezen, die hen hg een eventueelen aanval uit het Oosten zouden bedreigen. Een ieder van deze staten staat nu voor de keuze, of hij met Sovjet-Rusland een verdrag zal sluiten of nog in stand houden, om daarbij de kans te loopen vroeger of later bij de Unie van Socialistische Sovjet-Republieken inge lijfd te worden, dan wel of hij zich in ver- eeniging met de anderen tegenover de be dreiging uit het roode Oosten te weer zal stellen. De positie der Baltische staten. Door het verlies van Finland en de Balti sche randstaten is Sovjet-Rusland bijna vol komen van de Oostzee afgesloten. Daarmede is het land de basis voor een operatie in de Oostzee ontnomen. Een basis, die eerst door inlijving van de Baltische randstaten weer teruggewonnen kan worden en volgens Rus sische opvatting teruggewonnen moet wor den. Rusland heeft in de Oostzee o.a. de be schikking over 40 duikbooten en een flottielje mijnenleggers. De hoofdsteunpunten van de Russische Oostzeevloot zijn voorloopig nog slechts Leningrad en het „Roode Malta", Kroonstad. Maar met een zoo goed uitgeruste vloot zal het gemakkelijk zijn, voor de Balti sche randstaten Lenin's woorden „den volke ren te bewijzen, dat voor hen geen andere redding bestaat dan de Sovjet-republiek" in de daad om te zetten. Estland dreigt een bijzonder gevaar, want het snijdt den machtigen Russischen staat van de kust af. Slechts 10 van de Estische bevolking, dus ongeveer 90.000 menschen, zijn Russen. Maar de militaire noodzake lijkheid voor Rusland, een grootere kustbasis te verkrijgen, zal op zekeren dag wel een re den voor de militaire bezetting van Estland laten vinden. Estland poogt dan ook steels een neutrale houding tegenover Sovjet-Rus land aan te nemen. Maar de bloedige waar schuwing, die thans uit Spanje komt, heeft hier dermate ontnuchterend gewerkt, dat de eerste teekenen van een versterken van den tegenstand tegen den almachtigen buurman reeds te speuren zijn. Zoo is b.v. het onder richt in de Russische taal op de scholen on derbroken. De leider van de Estlandsche weer macht, generaal Laidener, poogt thans op militair gebied een kleine, maar goed uitge ruste troep tegen het gevaar uit het Oosten te smeden. Maar wat zal deze zonder de schepping van een eenheidsfront der Russi- Hel ongemak van velen, die een ziltend leven leiden. Verrast zult Ge zijn na één of twee Volgens recept van Apotheker Dumont sche nabuurstaten tegen het communistische gevaar kunnen uitrichten? De Russische generale staf gaat bij het zoeken van den besten weg voor zijn troepen bij een eventueelen Europeeschen oorlog uit van de geografische ligging van Rusland. Zoo wijzen de Russische generaals er op, dat bij eventueel noodzakelijke vermijding van den sterk militair verdedigden Poolschen weg, de tocht door Roemenië ook in de lucht strategisch zeer ongunstig is, daar de Kar paten een moeilijke hindernis op dezen weg van 2500 K.M. lengte vormen. Zoo geven de Russische militaire plannen voor den eventueelen oorlog tegen Midden- Europa dan ook de voorkeur aan den door- marsch door Letland, om over dit land het bevriende Lithauen te bereiken. Dat met dezen doormarsch ook de zelfstandigheid van de desbetreffende staten automatisch ophoudt, wordt slechts door weinige politici der Bal tische staten ontkend. Polen, Tsjecho-Slowakge en Roemenië. Dat de Sowjets alle tussohenliggende staten zog noodig ook Polen als het moet onder den voet willen loopen, bewijst het feit, dat er sinds kort met koortsachtigen haast door dag- en nachtploegen aan den aanleg van autowegen van Moskou naar Minsk en andere strategisch belangrijke punten aan de Pool- sche grens wordt gewerkt. Polen heeft intus schen een sterk leger, dat het land in ieder geval voor onaangename verrassingen kan bewaren. Het belangrijkste buitenlandsche Russische steunpunt is Tsjecho-Slowakije. Russische staf-officieren in uniform zijn sinds kort be gonnen met het opmetingswerk voor de spoor wegverbinding van Mehiiew in Rusland naar Sighiti in Tsjecho-Slowakije, die vier sporen zal bezitten en over Tsjernowitz in Roemenië loopt. Juist hier blijkt de enorme beteekenis van de Roemeensche sleutelstelling. Roemenië met zijn overwegende plattelands bevolking vormt geen goeden grond voor het communisme. Op het oogenblik staat Roemenië nog onder druk van Parijs, Praag en Moskou. Frankrijk en Tsjecho-Slowakije vooral dringen op een verdrag met Rusland aan. In het land zelf bestaat tegen een dergelijke politiek echter een groote oppositie. Dat is reeds dezer dagen tot uiting gekomen in den val van Titulescu, den bekenden voorvechter van de Fransche verdragspolitiek. Intusschen is de strijd in Roemenië om den in de toekomst te volgen politieken koers daarmede nog geens zins beëindigd. Van dit land zal het voor een groot deel afhangen of er al dan niet een dam tegen het communisme wordt opgewor pen. Het Duitsche Nieuwsbureau weet mee te deelen, dat een aantal troepenafdeelingen uit Wit-Rusland naar de Oekraine vervoerd zijn, om daar als versterking tegen de opstandige boeren dienst te doen. Ook naar Georgië en Azerbajdzjan zouden troepenversterkingen on derweg zijn. Er zouden reeds verscheidene dui zenden boeren gearresteerd zijn en er zouden groote transporten van boeren uit het Zuiden Leningrad gepasseerd zijn, op weg naar het Noorden, waar zij bij den aanleg van nieuwe spoorwegen te werk zouden worden gesteld. Aan de Matin ontleent het Duitsche Nieuws bureau nog een bericht, als zou in het ge bied van Magnitogorsk een samenzwering ont dekt zijn, aan het hoofd waarvan een zekere Tabakof stond, die een vriend van Tomski ge noemd wordt. Deze Tabakof zou erin ge slaagd zijn de slecht betaalde arbeiders van het Donbekken (dat echter in een geheel an der deel van Rusland ligt dan Magnitogorsk) om zich heen te verzamelen, gebruik makend van de door de Stachanof-beweging ontstane ontevredenheid, en thans zou de politie een heel net van geheime comité's ontdekt hebben, die een stakingsbeweging voorbereiden, die vergezeld zou gaan met boerenopstanden en muiterijen in het leger. In de N. R. Crt. lezen wij de volgende op merkingen: „Mussolini heeft te Avellino zich zelf over troffen. Hij heeft er wederom een nieuwe jaartelling ingevoerd, door te spreken van het jaar I van het fascistische imperium, naast het jaar XTV van het fascistische tijd perk. Daarmede overtreft hij ver alle vroe gere scheppers van nieuwe jaartellingen. Twee in een menschenleven, dat is een on gekende weelde. En het is volstrekt niet on waarschijnlijk, dat wg nog meer nieuwe jaar tellingen van Mussolini te wachten hebben. Als men zoo ongedurig is met zijn tijdreken kunde als de duce, kan men in den loop van een lang en voorspoedig bestaan, menige nieuwe serie in het leven roepen. Er is een jaartelling, die de geboorte van Jezus Christus tot uitgangspunt heeft en een jaartelling, welke van Mohammed afkomstig is. Eens was er een jaartelling van de Fransche revolutie. Deze echter is verdwenen. De Russen hebben een schuchtere poging gedaan om ook het begin van hun revolutie tot uitgangspunt te maken voor een nieuwe reeks van jaren. Hun revolutionaire telling heeft echter zelfs in eigen land nooit goed wortel geschoten. Maar, zooals gezegd, Mussolini is nu al aan zijn tweede toe." Ja: er is een jaartelling, die de geboorte van Jezus Christus tot uitgangspunt heeft. Houston Stewart Chamberlain, de groote vrijzinnige schrijver, heeft daarvan in één zijner boeken dit gezegd: De geboorte van Christus is de voornaamste datum van de geheele geschiedenis der menschheid. Geen veldslag, geen regeerings- begin, geen natuurverschijnsel, geen ontdek king bezit een beteekenis, die met het korte aardsche leven van den Galiciër vergeleken kan worden; de geschiedenis van bijna twee duizend jaar bewijst dit en nog steeds heb ben wij nauwelijks den drempel van het Christendom betreden. Het is in zijn diepste wezen alleszins te verantwoorden, wanneer wij dit jaar het eerste noemen en er onzen tijd naar berekenen. Ja, in zekeren zin mag men wel zeggen, dat de eigenlijke geschiede nis eerst met de geboorte van Christus een aanvang neemt". Aldus Chamberlain. Maar Mussolini denkt er anders over. Niet Christus' geboorte is het groote feit der wereldgeschiedenis, maar z ij n, Mussolini's politiek. En in plaats van een jaartelling, die begint met de geboorte van den Verlosser, de open baring Gods, den Man van Liefde, Vrede en Gerechtigheid, stelt de Italiaansche dictator een andere, die aanvangt met het in onrecht en afschuwelijk gif-gas-geweld geboren „im perium". Maar de Ongeschonden Figuur van Chris tus zal in volle ongereptheid leven als da macht van een Mussolini allang gebroken is en de historie over hem heeft geoordeeld. FEU ILLETON UIT HET ENGELSCH DOOR 35 „Wat is er, Ching?" „Man kijkt naar ons. Daar boven!" Dick Forsyth wendde den blik vlug in de aangegeven richting en ontdekte een man ge kleed als een koelie, die van een hoog rots achtig punt, geen dertig meter van hen af, naar hen stond te kijken. Toen hij zag, dat hij opgemerkt werd, trok het nieuwsgierige heerschap zich ijlings terug. „We moeten ons haasten, Ching! We weten niet wie die man was," luidde Forsyth's con clusie. „Het kan een eenvoudige landman ge weest zgn, maar hij kon ook een vermomde Soldaat wezen, vooruit gestuurd om het ter rein te verkennen. In ieder geval heeft hg ons gezien en als hg den heuvel opgaat en iemand van Ah Reo's soldaten tegenkomt, is het spel uit." Ze haastten zich zooveel de moeilijke weg dit toeliet en in den laten middag hadden zij het laagste gedeelte van den heuvelrug al- Weer bereikt en naderden den voet. Hu ontmoetten zij meer voetgangers en daar het nutteloos was te trachten hen te Vermijden, stapten zij stevig door, niet let tend op de uitvorschende blikken, die op hen werden geworpen. Het begon al te schemeren, toen ze aan een dorp kwamen, aan den ingang waarvan een herberg stond: „De herberg van den altijd durenden voorspoed." De gelegenheid deed haar naam weinig eer aan, vormde zelfs een scherpe tegenstelling ermee, maar het beteekende onderdak, en daar het bovendien nog was begonnen te regenen, scheen het raadzamer beschutting te zoeken voor den nacht. Forsyth overlegde met Ching, die van meening was, dat ze zich thans buiten de achtervolgingszone bevonden, en zij besloten hier voor den nacht af te stap pen, wanneer het mogelijk was. Zij werden ontvangen door een Chinees met norsche oogen, die in antwoord op hun vra gen meedeelde, dat hg twee kamers disponi bel had. Zij namen die direct, maar bemerk ten bij het binnentreden, dat die twee kamers in werkelijkheid één geheel vormden, met een dun matten schot ertusschen en niets dan matten als deur. Een verdere inspectie bracht aan het licht dat er een paar leege dood kisten in de kamer stonden en dat het ven ster uitkeek op het plaatsje waar de stoel „gestald" was. Ching's oogen twinkelden van pret toen hij de doodkisten in de gaten kreeg. „Heel nette Chinaman, de baas van deze herberg. Hij heeft doodkisten klaar voor als hij dood gaat. Dat doet iedere Chinees die weet hoe het hoort." „Twee Ching?" informeerde Forsyth ge amuseerd. „Een voor hemzelf en een voor zijn vrouw," legde Ching ernstig uit. „Precies als eenmaal voor U en Missie Barrington." „Och, die kisten, zullen mij in mijn slaap niet storen," lachte de dokter. „Zelfs niet als er een doode in zat... zoo moe ben ik." Maar hij zou bemerken dat andere dingen wel in staat waren zijn rust te verstoren. Met het oog op een vroegtijdig vertrek den volgenden morgen waren ze bijtijds naar bed gegaan en de dokter had nog maar kort ge slapen, toen een hand hem zachtjes heen en weer schudde en zoo tot de werkelijkheid bracht. „Dokter! Dokter Forsyth!" fluisterde Ching's stem aan zijn oor. „Ja?" fluisterde hjj terug. „Een man, twee mannen in de kamer. Stil... heel stil!" Dick Forsyth luisterde met ingehouden adem en hoorde na enkele seconden het mat ten gordijn dat de kamer in tweeën splitste, ritselen toen iemand er tegen opbotste, daar op viel iets met een gerinkel van metaal op den onbedekten grond, een gerinkel dat van niets anders afkomstig kon zijn als van.^ een mes. XXIU. Nogmaals ontvoerd. De geluiden van zich bewegende dingen in de kamer overtuigden Forsyth dat Ching niet gedroomd had en het rinkelen van het mes was voldoende bewijs, dat, wie de indrin ger of indringers ook mochten zgn, hun be doelingen vijandig waren. Een oogenblik lag de dokter volmaakt stil en de man die het mes had laten vallen maakte evenmin geluid. Toen werd de diepe stilte verbroken doordat Ching hevig begon te ademen en een volmaakt geïmiteerd ge snork liet hooren. Oogenblikkelijk begonnen de voorzichtige bewegingen opnieuw, en For syth kon vaststellen, dat er minstens twee indringers moesten zgn. De manschappen van Li Weng-Ho waren dus de achtervolging be gonnen, dat stond voor hem vast en hadden hem hier achterhaald. Hij glipte zoo zacht hij kon van de houten krib en sloop op zijn kousen naar de plek vanwaar de geluiden kwamen. Nauwelijks had hij dat gedaan, of Ching liet een scherpen waarschuwingsroep hooren. Het volgende oogenblik slaakte iemand anders een half onderdrukten kreet van pgn, toen de dokter tegen hem opbotste. Hij kon niets zien in de helsche duisternis, maar over tuigd dat de man een vijand was, pakte hg hem beet, drukte zijn armen tegen de zijde vast en toen de kerel probeerde zich los te wringen vielen zij beiden op den grond. Heen en weer rolden ze, de onzichtbare tegenpartij wanhopig worstelend om los te komen, Forsyth even wanhopig pogend hem vast te houden. Geluiden, die zijn oor bereik ten, vertelden hem dat Ching even ingespan nen bezig was als hij zelf en enkele oogen- blikken later werd hij gewaar, dat een nieu we invasie zich in de kamer uitgestort had, want het geschuifel van verscheidene voet stappen klonk over den vloer. De kamer scheen opeens vol mensenen te zijn. Iemand was over hem en zijn tegen stander gestruikeld en viel languit voorover. Nog weer andere zware voeten trapten op en langs hem en in het donker schreeuwden de indringers opgewonden met elkaar. Toen, nog worstelend, hoorde Forsyth opeens Kathleen's stem: „Dick! Dick! o, Dick!" Die smeekende noodkreet stuwde een golf van wanhoop in hem omhoog. Zonder zich te bekommeren om het mes, dat, zooals hij wel begreep, de ander in de hand had, liet hij hem los en greep naar zijn hoofd. Op hetzelfde moment moest de man met verbazingwekkende vlugheid gestoken hebben, want hij voelde een flits van schrij nende pijn in zijn linkerschouder. Gelukkig geen diepe wond, schoot het door zijn koorts achtig werkende hersenen. Voordat de kerel echter opnieuw kon steken, bonsde hij zgn hoofd met kracht tegen den vloer en toen hrj bemerkte dat zijn slachtoffer slap werd, strompelde hij overeinde. „Kathleen!", schreeuwde? hij, toen hij weer op zijn trillende beenen stond. „Kathleen!" „Dick!, Di..." Haar angstige stem, vlakbg, werd ge smoord; naar Dick vermoedde, door een hand, die over haar mond werd gelegd en op het zelfde moment stroomde alles naar de deur. Hij werd neergeslagen, getrapt en toen een voet met groote kracht tegen zgn slaap be landde verloor hij het bewustzgn. Het eerst wat hij voelde toen hg bij kwam, waren handen, die over zgn lichaam tastten en Ching's schor geluid drong in zijn ooren. „Dokter, Dokter Forsyth!" „Ja, ik leef nog Ching. Wat „Ze zijn weg, maar ze hebben Missie Bar rington meegenomen." Forsyth ging overeind zitten, met de pgn der wanhoop in het hart. „Weet je het zeker, Ching?" „Heel zeker. Hoorde haar schreeuwen, ging kijkenMissie Barrington weg." „Dan, Ching, moeten we haar meteen ach terna," sprak Dick overeind krabbelend. „Kan niet," was het weinig hoopvolle ant woord. „Drie man met geweren wachten ons op onder aan de trap." „Mannen van Li Weng-Ho?" „Dragen niet zijn uniform, maar zeker mannen van Li Weng-Ho, want ik hoor Ah Yeo's stem bevelen geven om Missie Bar rington in den stoel te zetten. Heel beroerde boel." „Inderdaad, maar we zullen hier toch van daan moeten, Ching. Ik zou mijn schoenen wel eens willen zoeken. Heb je een lucifer?" Hij hoorde een ritselen, het strijken van een lucifer over een doosje; een seconde later kwam er een blauwe vlam en de benauwde geur van zwavel. Bij het zwakke schijnsel zag Dick Forsyth dat Ching's voorhoofd een diepe snede ver toonde, terwgl nauwelijks een een meter van hem vandaan, zijh eigen tegenpartij nog steeds in de bewusteloosheid lag waarin hij hem geslagen had. Bij de omgegooide krib ontdekte hij zijn schoen op de plaats waar hg ze neergezet had, voor hg ging slapen. Hjj kon ze nog net bereiken voor de lucifer uit gebrand was en begon ze in het duister aan te trekken. Toen hg klaar was fluisterde hij tot zijn metgezel: „Ching, kunnen we de soldaten daar bene den niet overrompelen door de trap af te hol len en ze ondersteboven te loopen?" Ching schudde bedenkelgk het hoofd. „Zij schieten zoo gauw wij probeeren, en wat moet Missie Barrington dan beginnen?" „Chinghet raam!" „Denk juist daaraan.. Als wij aan den on derkant gaan hangen en ons naar beneden laten vallen „Er zouden daar ook gewapende mannen kunnen zijn." „Kgken," antwoordde de Chinees droogjes. Hij hoorde Ching naar het houten tralie werk gaan en hem na korten tgd met iets van onderdrukte uitgelatenheid in zijn stem zeggen: (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 1