Buitenlandsch Overzicht
Hebt Gij Lendenpijn?
AKKERTJES
CHINA
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERENGEN EN ANNA PAULOWNA
De militaire positie der Russische
bu u rstaten
No. 7800
eerste blad
zaterdag 5 september 1936
64ste JAARGANG
n.V. WACO Autobusdiensten
uitgebreide Dienstregeling
Wat zal Roemenië doen?
AKKER.CACHETS
Nieuwe berichten over
onlusten in Rusland.
Christus of Mussolini
EEN
IN
B E N B O LT
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet: Heldersche Courant 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2.-,
e erl. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overige
landen 3.20. Losse nos. 4 ct; fr. p. p. 6 ct Weekabonnementen 12 ct
Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1._. Modeblad resp. f 1.20, 1.50, 1.50, 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel,
minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct
per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
Is het einde van het Palestijnsche conflict in zicht? Een on
gunstige beslissing voor de Joden? - De Spaansche kwestie als
internationaal gevaar.
Einde van het
Palestijnsche
conflict
Het conflict in Pa
lestina, tusschen de Jo
den en Arabieren, dat
al sedert maanden tot
een bloedigen strijd in
het heilige land aanlei-
uin geeft, schijnt zijn einde te naderen. Zoo
als men weet waren de extremistische ele
menten onder de Arabieren, die al spoedig de
leiding hadden genomen van de opstandige
beweging, niet bereid te capituleeren voor en
aleer zij van de Engelsche regeerigng de
plechtige belofte hadden verkregen, dat de
immigratie van Joden definitief zou worden
stopgezet en de verkoop van grond aan Zio
nisten zou worden verboden.
Het Handelsblad schrijft daarover:
De Engelsche regeering heeft consequent
geweigerd deze belofte te doen en, ofschoon
na lang aarzelen, met geweld gepoogd de op
stand der Arabieren te fnuiken, maar noch-
thans voor de toekomst ruimte opengelaten
voor een zoodanige schikking, dat de Ara
bieren daarin voldoening zouden kunnen vin
den. Bemiddelingspogingen, verscheidene kee-
ren door Abdoelah, den emir van Transjorda-
nië, den aan Palestina grenzenden staat on
der Engelsche souvereiniteit, vruchteloos be
proefd, beloven thans resultaat te zullen
opleveren.
De Palestijnsche zaak heeft zich, hetgeen
men verwachten kon en wat den Palestijn-
schen Arabieren natuurlijk niet anders dan
welgevalilg kan zijn, uitgebreid tot een Pan-
Arabische zaak. De leiders van vrijwel alle
Arabische staten, die om Palestina gerang
schikt liggen, blijken zich den laatsten tijd be
moeid te hebben met het vraagstuk, dat ten
slotte wat de naaste toekomst belangt ook hun
ter harte gaat. De Arabische pers ziet er een
grooten stap voorwaarts in naar de vestiging
van de eenheid der Arabische staten, waarvan
Palestina voortaan een integraal deel zal uit
maken.
Generaal Noeri Pasja es-Said, de minister
van buitenlandsche zaken van Irak, is de
man, in wien zich de bemoeienis heeft ge
concentreerd en die er naar het schijnt in
is geslaagd, de Palestijnsche Arabieren toe
gankelijk te maken voor zijn bemiddeling.
Noeri Pasja geniet zoowel in Arabische als in
Britsche kringen gezag; hij is in den opstand
tegen de Turken met Lawrence een der voor
naamste leiders geweest. Hij heeft met de
leden van het Hooge Arabische Comité en de
leiders der extremisten geconfereerd over de
voorwaarden, waarop zij bereid gevonden
konden worden de algemeene staking af te
gelasten en den rebellen te bevelen, hun aan
vallen op Joden en de Britsche troepen te
staken.
Thans houden de berichten uit Palestina
hardnekkig vol, dat het Hooge Arabische Co
mité na langdurige besprekingen tusschen
gematigden en extremisten zich bereid heeft
verklaard, de bemiddeling van Noeri Pasja te
aanvaarden op grond van de volgende for
mule:
1. Een geleidelijke algemeene amnestie voor
alle Arabieren, die deel hebben genomen aan
de jongste onlusten;
2. Opschorting van de Joodsche immigratie
gedurende het onderzoek van de koninklijke
commissie;
3. Een belofte van de Palestijnsche regeering,
dat de koninklijke commissie tot een zooda
nige beperking van de Joodsche immigratie
zal adviseeren, dat daardoor vrees bij de Ara
bieren met betrekking tot hun toekomstige
positie in het land zal worden weggenomen;
4. Dat een vertegenwoordiger van de regee
ring van Irak het recht verkrijgt, voor de
Commissie te verschijnen om de eischen der
Palestijnsche Arabieren te ondersteunen;
5. Dat na het onderzoek van de commissie
de regeering van Irak haar pogingen bij de
Britsche regeering voortzet om uitvoering te
verkrijgen van de adviezen der Commissie, die
gunstig zijn voor de Arabieren, en annulee
ring van zoodanige adviezen, die ongunstig
voor hen zijn.
Intusschen blijft het Hooge Arabische Co
mité niet bereid last te geven om de staking
of de daden van geweld te doen beëindigen,
zoolang het er niet ten volle van is verzekerd,
dat Noeri Pasja door de Arabische regeerin
gen wordt gemachtigd tot het voeren van zijn
onderhandelingen, en zoolang hij niet defini
tief van de Engelsche regeering de aanvaar
ding van deze voorwaarden heeft verworven.
Het woord is thans in de eerste plaats wel
aan de Engelsche regeering, maar algemeen
neemt men in Palestina aan, dat zij, wat het
hoofdpunt en wat de tendenz betreft bereid
is, de voorwaarden te aanvaarden.
In de Engelsche pers en bij de Engelsche
politici wint de gedachte veld, dat de Joden
en Arabieren in rechtstreeksche onderhande
lingen naar een oplossing dienen te streven
van een vraagstuk, dat hun gemeenschappelijk
zoo zeer ter harte gaat.
Een warm voorstander van deze gedachte
blijkt o.a. baron Lugard, Engelsch lid van de
Permanente Mandaten-commissie van den
volkenbond, die de doornigheid van het Pale
stijnsche probleem uitstekend kent en meent
dat de Joden eigener beweging bereid zijn zich
opofferingen te getroosten om de bestaande
moeilijkheden te overwinnen.
Nog steeds
dreigende
gevaren.
Wij zijn van de Spaan
sche kwestie nog niet af
als gevaar voor de inter
nationale betrekkingen,
schreef de Nw. Rott. Crt.
dezer dagen in een hoofd
artikel. Men kan nu eenige hoop koesteren, dat
de actie te Hendaye, die ten doel heeft het
element van wreedheid, dat den Spaanschen
burgeroorlog zoo bizonder kenmerkt, de baas
te worden en tevens zal kunnen dienen om de
strijdende partijen met elkaar in onderhande
ling te brengen.
De Argentijnsche gezant Daniël Mancilla
doet wat hij kan, om het stamverwante, Spaan
sche volk van zijn hevige, politieke stuiptrek
kingen te verlossen. Het is een gunstige om
standigheid, dat Saavedra Lamas, de Argen
tijnsche minister van buitenlandsche zaken,
juist in deze dagen in Europa op bezoek komt.
Als gezaghebbendste vertegenwoordiger, aan
dezen kant van den Oceaan, van de Spaansch-
sprekende wereld in Zuid-Afrika zou hij, met
zijn overredend woord, bijzonder gewicht in de
schaal kunnen leggen. Hij is de man ernaar om
het goede werk, en tevens de eer, van een
VANAF 1 SEPTEMBER
Den Helder - Wieringermeer- Medemblik - Hoorn-
Amsterdam v.v.
Vraagt gratis hiervan dienstregeling aan onze
chauffeurs en ons kantoor Den Helder, Kanaal-
weg 137. Tel. 773.
vredestichtende bemiddeling met bijzondere
energie na te streven.
Wij zagen dat werk ook liever aan Zuid-
Amerikaansche diplomaten alleen overgelaten.
Want gaan de Europeesche mogendheden zich
met het vergelijk bemoeien, dan zal men zien,
dat zij daarbij eigen politieke belangen gaan
najagen. En dat zou niet alleen den vrede in
Spanje, maar ook dien in Europa weinig ten
goede komen.
Als Duitschland door een bijzonder ijverige
fascistische propaganda, en Italië en Duitsch
land beide door bijzonder effectieve materieele
ondersteuning van de opstandelingen, blijk heb
ben gegeven groot gewicht te hechten aan de
zegepraal van de fascistische officieren in
Spanje, dan zullen zij zeker ook diplomatiek
het uiterste probeeren, zooveel mogelijk uit het
conflict te halen voor hun leer. Italië heeft
nog speciale oogmerken voor zijn positie in de
westelijke Middellandsche Zee. Daartegenover
zullen weer Frankrijk en Engeland niet stil
zitten, Frankrijk bevreesd dat, na een zege
praal van de Duitsch-Italiaansche propaganda
in Spanje, zekere kringen in Frankrijk aan de
beurt zullen komen voor een even afdoende
bewerking en bijstand; en Engeland, voor al
deze politieke dingen op zich zelf misschien
onverschillig, uit beduchtheid voor zijn positie
in de Straat van Gibraltar. Neen, het beste
zou zijn, als men dit alles de Spanjaarden
van Europa en Amerika onder elkaar liet uit
praten. Zij zijn bovenstbeste deskundigen in
het behandelen van staatsgrepen en burger
oorlogen.
Het bericht uit Berlijn wees op een ernstig
gevaar. Men weet nu eenmaal, dat Hitier altijd
tusschen twee richtingen aarzelt. Men kan er
nooit voor instaan, dat de gematigde richting
het bij hem zal winnen. Ware dat zoo, dan zou
er heel wat niet gebeurd zijn. Dat Hitier al die
dingen ongestraft heeft kunnen doen, maakt
het gezag van de tot een gewaagde politiek
opdrijvende richting slechts te grooter.
Volgens dit bericht dan, van de zeer inge
wijde Berltjnsche correspondent van de Times,
zou het departement van buitenlandsche zaken
de atmosfeer voor algemeene onderhandelin
gen over een Locarno niet willen bederven,
maar zou de radicaal nationaal-socialistische
richting het ijzer van den Spaanschen opstand
nu zoo gunstig op temperatuur vinden, dat
men, naar haar meening, niet zou mogen ver
zuimen het voor Duitsch gebruik te smeden.
De menschen van die richting zien in
den Spaanschen burgeroorlog de beslis
sende gebeurtenis voor Europa.
Het verdrag van non-interventie zou, volgens
hun opvatting, toch geen stand kunnen hou
den. Zij zouden er reeds op rekenen, dat Mus-
solini het geduld zal verliezen en dat daarna
Blum zijn radicale aanhangers niet meer in
bedwang zal kunnen houden. Italië en Duitsch
land zouden dan samen tengunste van de op
standelingen kunnen optreden en Frankrijk
schaakmat zetten. De volken van Oost Europa,
die nu nog op hun verbond met Frankrijk re
kenen, zouden dan Frankrijks machteloosheid
beseffen, en eieren voor hun geld kiezen.
De Baltische Randstaten in het nauw
(Van onzen V.P.B.-correspondent).
Riga, September 1936.
In de verdediging tegen een eventueel
streven naar expansie van Rusland spelen de
westelijke nabuurstaten van de Sovjet-Unie
een rol van beteekenis. De vraag, die voor de
wereld en in het bijzonder voor Europa van
groot belang is, luidt: Openen Estland, Let
land, Lithauen, Polen, Roemenië en Tsjecho-
Slowakije hun grenzen voor Rusland, of zul
len zijn voor het opdringende communisme
een muur vormen?
„Een ding staat vast, indien ergens een
socialistische revolutie aan de macht komt
(zooals in Sovjet-Rusland), dan heeft zg
het natuurlijke recht, zich uit te breiden;
dan zal zij met elementair geweld er naar
streven, door onmiddellijke inwerking op alle
nabuurstaten de geheele wereld te omspan
nen. Haar belangrijkste werktuig zal natuur
lijk haar militaire macht zijn." Dat schrijft
maarschalk Toesjatsjewski, de militaire des
kundige van het Roode Leger.
De enorme bewapening van de Sovjet
republieken heeft de nabuurlanden op de ge
varen gewezen, die hen hg een eventueelen
aanval uit het Oosten zouden bedreigen. Een
ieder van deze staten staat nu voor de keuze,
of hij met Sovjet-Rusland een verdrag zal
sluiten of nog in stand houden, om daarbij de
kans te loopen vroeger of later bij de Unie
van Socialistische Sovjet-Republieken inge
lijfd te worden, dan wel of hij zich in ver-
eeniging met de anderen tegenover de be
dreiging uit het roode Oosten te weer zal
stellen.
De positie der Baltische staten.
Door het verlies van Finland en de Balti
sche randstaten is Sovjet-Rusland bijna vol
komen van de Oostzee afgesloten. Daarmede
is het land de basis voor een operatie in de
Oostzee ontnomen. Een basis, die eerst door
inlijving van de Baltische randstaten weer
teruggewonnen kan worden en volgens Rus
sische opvatting teruggewonnen moet wor
den. Rusland heeft in de Oostzee o.a. de be
schikking over 40 duikbooten en een flottielje
mijnenleggers. De hoofdsteunpunten van de
Russische Oostzeevloot zijn voorloopig nog
slechts Leningrad en het „Roode Malta",
Kroonstad. Maar met een zoo goed uitgeruste
vloot zal het gemakkelijk zijn, voor de Balti
sche randstaten Lenin's woorden „den volke
ren te bewijzen, dat voor hen geen andere
redding bestaat dan de Sovjet-republiek" in
de daad om te zetten.
Estland dreigt een bijzonder gevaar, want
het snijdt den machtigen Russischen staat
van de kust af. Slechts 10 van de Estische
bevolking, dus ongeveer 90.000 menschen,
zijn Russen. Maar de militaire noodzake
lijkheid voor Rusland, een grootere kustbasis
te verkrijgen, zal op zekeren dag wel een re
den voor de militaire bezetting van Estland
laten vinden. Estland poogt dan ook steels
een neutrale houding tegenover Sovjet-Rus
land aan te nemen. Maar de bloedige waar
schuwing, die thans uit Spanje komt, heeft
hier dermate ontnuchterend gewerkt, dat de
eerste teekenen van een versterken van den
tegenstand tegen den almachtigen buurman
reeds te speuren zijn. Zoo is b.v. het onder
richt in de Russische taal op de scholen on
derbroken. De leider van de Estlandsche weer
macht, generaal Laidener, poogt thans op
militair gebied een kleine, maar goed uitge
ruste troep tegen het gevaar uit het Oosten
te smeden. Maar wat zal deze zonder de
schepping van een eenheidsfront der Russi-
Hel ongemak van velen, die een
ziltend leven leiden. Verrast
zult Ge zijn na één of twee
Volgens recept van Apotheker Dumont
sche nabuurstaten tegen het communistische
gevaar kunnen uitrichten?
De Russische generale staf gaat bij het
zoeken van den besten weg voor zijn troepen
bij een eventueelen Europeeschen oorlog uit
van de geografische ligging van Rusland. Zoo
wijzen de Russische generaals er op, dat bij
eventueel noodzakelijke vermijding van den
sterk militair verdedigden Poolschen weg, de
tocht door Roemenië ook in de lucht
strategisch zeer ongunstig is, daar de Kar
paten een moeilijke hindernis op dezen weg
van 2500 K.M. lengte vormen.
Zoo geven de Russische militaire plannen
voor den eventueelen oorlog tegen Midden-
Europa dan ook de voorkeur aan den door-
marsch door Letland, om over dit land het
bevriende Lithauen te bereiken. Dat met dezen
doormarsch ook de zelfstandigheid van de
desbetreffende staten automatisch ophoudt,
wordt slechts door weinige politici der Bal
tische staten ontkend.
Polen, Tsjecho-Slowakge en Roemenië.
Dat de Sowjets alle tussohenliggende staten
zog noodig ook Polen als het moet onder
den voet willen loopen, bewijst het feit, dat
er sinds kort met koortsachtigen haast door
dag- en nachtploegen aan den aanleg van
autowegen van Moskou naar Minsk en andere
strategisch belangrijke punten aan de Pool-
sche grens wordt gewerkt. Polen heeft intus
schen een sterk leger, dat het land in ieder
geval voor onaangename verrassingen kan
bewaren.
Het belangrijkste buitenlandsche Russische
steunpunt is Tsjecho-Slowakije. Russische
staf-officieren in uniform zijn sinds kort be
gonnen met het opmetingswerk voor de spoor
wegverbinding van Mehiiew in Rusland naar
Sighiti in Tsjecho-Slowakije, die vier sporen
zal bezitten en over Tsjernowitz in Roemenië
loopt. Juist hier blijkt de enorme beteekenis
van de Roemeensche sleutelstelling.
Roemenië met zijn overwegende plattelands
bevolking vormt geen goeden grond voor het
communisme. Op het oogenblik staat Roemenië
nog onder druk van Parijs, Praag en Moskou.
Frankrijk en Tsjecho-Slowakije vooral dringen
op een verdrag met Rusland aan. In het land
zelf bestaat tegen een dergelijke politiek
echter een groote oppositie. Dat is reeds dezer
dagen tot uiting gekomen in den val van
Titulescu, den bekenden voorvechter van de
Fransche verdragspolitiek. Intusschen is de
strijd in Roemenië om den in de toekomst te
volgen politieken koers daarmede nog geens
zins beëindigd. Van dit land zal het voor een
groot deel afhangen of er al dan niet een
dam tegen het communisme wordt opgewor
pen.
Het Duitsche Nieuwsbureau weet mee te
deelen, dat een aantal troepenafdeelingen uit
Wit-Rusland naar de Oekraine vervoerd zijn,
om daar als versterking tegen de opstandige
boeren dienst te doen. Ook naar Georgië en
Azerbajdzjan zouden troepenversterkingen on
derweg zijn. Er zouden reeds verscheidene dui
zenden boeren gearresteerd zijn en er zouden
groote transporten van boeren uit het Zuiden
Leningrad gepasseerd zijn, op weg naar het
Noorden, waar zij bij den aanleg van nieuwe
spoorwegen te werk zouden worden gesteld.
Aan de Matin ontleent het Duitsche Nieuws
bureau nog een bericht, als zou in het ge
bied van Magnitogorsk een samenzwering ont
dekt zijn, aan het hoofd waarvan een zekere
Tabakof stond, die een vriend van Tomski ge
noemd wordt. Deze Tabakof zou erin ge
slaagd zijn de slecht betaalde arbeiders van
het Donbekken (dat echter in een geheel an
der deel van Rusland ligt dan Magnitogorsk)
om zich heen te verzamelen, gebruik makend
van de door de Stachanof-beweging ontstane
ontevredenheid, en thans zou de politie een
heel net van geheime comité's ontdekt hebben,
die een stakingsbeweging voorbereiden, die
vergezeld zou gaan met boerenopstanden en
muiterijen in het leger.
In de N. R. Crt. lezen wij de volgende op
merkingen:
„Mussolini heeft te Avellino zich zelf over
troffen. Hij heeft er wederom een nieuwe
jaartelling ingevoerd, door te spreken van
het jaar I van het fascistische imperium,
naast het jaar XTV van het fascistische tijd
perk. Daarmede overtreft hij ver alle vroe
gere scheppers van nieuwe jaartellingen.
Twee in een menschenleven, dat is een on
gekende weelde. En het is volstrekt niet on
waarschijnlijk, dat wg nog meer nieuwe jaar
tellingen van Mussolini te wachten hebben.
Als men zoo ongedurig is met zijn tijdreken
kunde als de duce, kan men in den loop van
een lang en voorspoedig bestaan, menige
nieuwe serie in het leven roepen. Er is een
jaartelling, die de geboorte van Jezus Christus
tot uitgangspunt heeft en een jaartelling,
welke van Mohammed afkomstig is. Eens was
er een jaartelling van de Fransche revolutie.
Deze echter is verdwenen. De Russen hebben
een schuchtere poging gedaan om ook het
begin van hun revolutie tot uitgangspunt te
maken voor een nieuwe reeks van jaren. Hun
revolutionaire telling heeft echter zelfs in
eigen land nooit goed wortel geschoten. Maar,
zooals gezegd, Mussolini is nu al aan zijn
tweede toe."
Ja:
er is een jaartelling, die de geboorte van
Jezus Christus tot uitgangspunt heeft.
Houston Stewart Chamberlain, de groote
vrijzinnige schrijver, heeft daarvan in één
zijner boeken dit gezegd:
De geboorte van Christus is de voornaamste
datum van de geheele geschiedenis der
menschheid. Geen veldslag, geen regeerings-
begin, geen natuurverschijnsel, geen ontdek
king bezit een beteekenis, die met het korte
aardsche leven van den Galiciër vergeleken
kan worden; de geschiedenis van bijna twee
duizend jaar bewijst dit en nog steeds heb
ben wij nauwelijks den drempel van het
Christendom betreden. Het is in zijn diepste
wezen alleszins te verantwoorden, wanneer
wij dit jaar het eerste noemen en er onzen
tijd naar berekenen. Ja, in zekeren zin mag
men wel zeggen, dat de eigenlijke geschiede
nis eerst met de geboorte van Christus een
aanvang neemt".
Aldus Chamberlain. Maar Mussolini denkt
er anders over. Niet Christus' geboorte is het
groote feit der wereldgeschiedenis, maar
z ij n, Mussolini's politiek.
En in plaats van een jaartelling, die begint
met de geboorte van den Verlosser, de open
baring Gods, den Man van Liefde, Vrede en
Gerechtigheid, stelt de Italiaansche dictator
een andere, die aanvangt met het in onrecht
en afschuwelijk gif-gas-geweld geboren „im
perium".
Maar de Ongeschonden Figuur van Chris
tus zal in volle ongereptheid leven als da
macht van een Mussolini allang gebroken is
en de historie over hem heeft geoordeeld.
FEU ILLETON
UIT HET ENGELSCH
DOOR
35
„Wat is er, Ching?"
„Man kijkt naar ons. Daar boven!"
Dick Forsyth wendde den blik vlug in de
aangegeven richting en ontdekte een man ge
kleed als een koelie, die van een hoog rots
achtig punt, geen dertig meter van hen af,
naar hen stond te kijken. Toen hij zag, dat
hij opgemerkt werd, trok het nieuwsgierige
heerschap zich ijlings terug.
„We moeten ons haasten, Ching! We weten
niet wie die man was," luidde Forsyth's con
clusie. „Het kan een eenvoudige landman ge
weest zgn, maar hij kon ook een vermomde
Soldaat wezen, vooruit gestuurd om het ter
rein te verkennen. In ieder geval heeft hg
ons gezien en als hg den heuvel opgaat en
iemand van Ah Reo's soldaten tegenkomt, is
het spel uit."
Ze haastten zich zooveel de moeilijke weg
dit toeliet en in den laten middag hadden zij
het laagste gedeelte van den heuvelrug al-
Weer bereikt en naderden den voet.
Hu ontmoetten zij meer voetgangers en
daar het nutteloos was te trachten hen te
Vermijden, stapten zij stevig door, niet let
tend op de uitvorschende blikken, die op hen
werden geworpen.
Het begon al te schemeren, toen ze aan een
dorp kwamen, aan den ingang waarvan een
herberg stond: „De herberg van den altijd
durenden voorspoed."
De gelegenheid deed haar naam weinig eer
aan, vormde zelfs een scherpe tegenstelling
ermee, maar het beteekende onderdak, en
daar het bovendien nog was begonnen te
regenen, scheen het raadzamer beschutting
te zoeken voor den nacht. Forsyth overlegde
met Ching, die van meening was, dat ze zich
thans buiten de achtervolgingszone bevonden,
en zij besloten hier voor den nacht af te stap
pen, wanneer het mogelijk was.
Zij werden ontvangen door een Chinees met
norsche oogen, die in antwoord op hun vra
gen meedeelde, dat hg twee kamers disponi
bel had. Zij namen die direct, maar bemerk
ten bij het binnentreden, dat die twee kamers
in werkelijkheid één geheel vormden, met een
dun matten schot ertusschen en niets dan
matten als deur. Een verdere inspectie bracht
aan het licht dat er een paar leege dood
kisten in de kamer stonden en dat het ven
ster uitkeek op het plaatsje waar de stoel
„gestald" was.
Ching's oogen twinkelden van pret toen hij
de doodkisten in de gaten kreeg.
„Heel nette Chinaman, de baas van deze
herberg. Hij heeft doodkisten klaar voor als
hij dood gaat. Dat doet iedere Chinees die
weet hoe het hoort."
„Twee Ching?" informeerde Forsyth ge
amuseerd.
„Een voor hemzelf en een voor zijn vrouw,"
legde Ching ernstig uit. „Precies als eenmaal
voor U en Missie Barrington."
„Och, die kisten, zullen mij in mijn slaap
niet storen," lachte de dokter. „Zelfs niet als
er een doode in zat... zoo moe ben ik."
Maar hij zou bemerken dat andere dingen
wel in staat waren zijn rust te verstoren.
Met het oog op een vroegtijdig vertrek den
volgenden morgen waren ze bijtijds naar bed
gegaan en de dokter had nog maar kort ge
slapen, toen een hand hem zachtjes heen en
weer schudde en zoo tot de werkelijkheid
bracht.
„Dokter! Dokter Forsyth!" fluisterde
Ching's stem aan zijn oor.
„Ja?" fluisterde hjj terug.
„Een man, twee mannen in de kamer.
Stil... heel stil!"
Dick Forsyth luisterde met ingehouden
adem en hoorde na enkele seconden het mat
ten gordijn dat de kamer in tweeën splitste,
ritselen toen iemand er tegen opbotste, daar
op viel iets met een gerinkel van metaal op
den onbedekten grond, een gerinkel dat van
niets anders afkomstig kon zijn als van.^
een mes.
XXIU.
Nogmaals ontvoerd.
De geluiden van zich bewegende dingen in
de kamer overtuigden Forsyth dat Ching
niet gedroomd had en het rinkelen van het
mes was voldoende bewijs, dat, wie de indrin
ger of indringers ook mochten zgn, hun be
doelingen vijandig waren.
Een oogenblik lag de dokter volmaakt stil
en de man die het mes had laten vallen
maakte evenmin geluid. Toen werd de diepe
stilte verbroken doordat Ching hevig begon
te ademen en een volmaakt geïmiteerd ge
snork liet hooren. Oogenblikkelijk begonnen
de voorzichtige bewegingen opnieuw, en For
syth kon vaststellen, dat er minstens twee
indringers moesten zgn. De manschappen van
Li Weng-Ho waren dus de achtervolging be
gonnen, dat stond voor hem vast en hadden
hem hier achterhaald. Hij glipte zoo zacht
hij kon van de houten krib en sloop op zijn
kousen naar de plek vanwaar de geluiden
kwamen.
Nauwelijks had hij dat gedaan, of Ching
liet een scherpen waarschuwingsroep hooren.
Het volgende oogenblik slaakte iemand
anders een half onderdrukten kreet van pgn,
toen de dokter tegen hem opbotste. Hij kon
niets zien in de helsche duisternis, maar over
tuigd dat de man een vijand was, pakte hg
hem beet, drukte zijn armen tegen de zijde
vast en toen de kerel probeerde zich los te
wringen vielen zij beiden op den grond.
Heen en weer rolden ze, de onzichtbare
tegenpartij wanhopig worstelend om los te
komen, Forsyth even wanhopig pogend hem
vast te houden. Geluiden, die zijn oor bereik
ten, vertelden hem dat Ching even ingespan
nen bezig was als hij zelf en enkele oogen-
blikken later werd hij gewaar, dat een nieu
we invasie zich in de kamer uitgestort had,
want het geschuifel van verscheidene voet
stappen klonk over den vloer.
De kamer scheen opeens vol mensenen te
zijn. Iemand was over hem en zijn tegen
stander gestruikeld en viel languit voorover.
Nog weer andere zware voeten trapten op en
langs hem en in het donker schreeuwden de
indringers opgewonden met elkaar. Toen, nog
worstelend, hoorde Forsyth opeens Kathleen's
stem:
„Dick! Dick! o, Dick!"
Die smeekende noodkreet stuwde een golf
van wanhoop in hem omhoog.
Zonder zich te bekommeren om het mes,
dat, zooals hij wel begreep, de ander in de
hand had, liet hij hem los en greep naar zijn
hoofd. Op hetzelfde moment moest de man
met verbazingwekkende vlugheid gestoken
hebben, want hij voelde een flits van schrij
nende pijn in zijn linkerschouder. Gelukkig
geen diepe wond, schoot het door zijn koorts
achtig werkende hersenen. Voordat de kerel
echter opnieuw kon steken, bonsde hij zgn
hoofd met kracht tegen den vloer en toen hrj
bemerkte dat zijn slachtoffer slap werd,
strompelde hij overeinde.
„Kathleen!", schreeuwde? hij, toen hij weer
op zijn trillende beenen stond. „Kathleen!"
„Dick!, Di..."
Haar angstige stem, vlakbg, werd ge
smoord; naar Dick vermoedde, door een hand,
die over haar mond werd gelegd en op het
zelfde moment stroomde alles naar de deur.
Hij werd neergeslagen, getrapt en toen een
voet met groote kracht tegen zgn slaap be
landde verloor hij het bewustzgn.
Het eerst wat hij voelde toen hg bij kwam,
waren handen, die over zgn lichaam tastten
en Ching's schor geluid drong in zijn ooren.
„Dokter, Dokter Forsyth!"
„Ja, ik leef nog Ching. Wat
„Ze zijn weg, maar ze hebben Missie Bar
rington meegenomen."
Forsyth ging overeind zitten, met de pgn
der wanhoop in het hart.
„Weet je het zeker, Ching?"
„Heel zeker. Hoorde haar schreeuwen,
ging kijkenMissie Barrington weg."
„Dan, Ching, moeten we haar meteen ach
terna," sprak Dick overeind krabbelend.
„Kan niet," was het weinig hoopvolle ant
woord. „Drie man met geweren wachten ons
op onder aan de trap."
„Mannen van Li Weng-Ho?"
„Dragen niet zijn uniform, maar zeker
mannen van Li Weng-Ho, want ik hoor Ah
Yeo's stem bevelen geven om Missie Bar
rington in den stoel te zetten. Heel beroerde
boel."
„Inderdaad, maar we zullen hier toch van
daan moeten, Ching. Ik zou mijn schoenen
wel eens willen zoeken. Heb je een lucifer?"
Hij hoorde een ritselen, het strijken van
een lucifer over een doosje; een seconde later
kwam er een blauwe vlam en de benauwde
geur van zwavel.
Bij het zwakke schijnsel zag Dick Forsyth
dat Ching's voorhoofd een diepe snede ver
toonde, terwgl nauwelijks een een meter van
hem vandaan, zijh eigen tegenpartij nog
steeds in de bewusteloosheid lag waarin hij
hem geslagen had. Bij de omgegooide krib
ontdekte hij zijn schoen op de plaats waar
hg ze neergezet had, voor hg ging slapen. Hjj
kon ze nog net bereiken voor de lucifer uit
gebrand was en begon ze in het duister aan
te trekken. Toen hg klaar was fluisterde hij
tot zijn metgezel:
„Ching, kunnen we de soldaten daar bene
den niet overrompelen door de trap af te hol
len en ze ondersteboven te loopen?"
Ching schudde bedenkelgk het hoofd.
„Zij schieten zoo gauw wij probeeren, en
wat moet Missie Barrington dan beginnen?"
„Chinghet raam!"
„Denk juist daaraan.. Als wij aan den on
derkant gaan hangen en ons naar beneden
laten vallen
„Er zouden daar ook gewapende mannen
kunnen zijn."
„Kgken," antwoordde de Chinees droogjes.
Hij hoorde Ching naar het houten tralie
werk gaan en hem na korten tgd met iets
van onderdrukte uitgelatenheid in zijn stem
zeggen:
(Wordt vervolgd.)