Laatste berichten. Reclame- Ingezonden HLM de Koningin, H K.H. Prinses Juliana en Prins Bernhard voor de microfoon. Onze ïrib met de„5aïakan Uit het opstel van Niek v. d. Giezen. ff 472e STAATSLOTERIJ Vloeibladen Drukkerij De Boer gens met één mep 5 tanden tegelijk uit zijn jnond te slaan. Deze deegkwakkende krachtpatser had zich later niet onverdienstelijk gedragen door zijn slachtoffer voor zijn rekening van 'n stelle tje nieuwe tanden te voorzien en ook op de rechtzitting scheen de behandeling in deze zaak een doodgewoon verloop te zullen heb ben, doch aan het slot van de scène kreeg de bakker naar het scheen 'n aanval van nood gedwongen razernij, liet de afgeknokte ge tuige terug komen voor het getuigenhekje, begon met gebalde en trillende vuisten 'n dreigende houding aan te nemen, zoodat ma joor J. Luiten teneinde op alle gebeurlijk heden voorbereid te zrjn, hem al voorzichtig van achter bij zijn deftig colbertje pakte. Zoowel officier als politierechter geraakten in een stadium van uiterste verbazing over deze onverwachte „deining", wat den zenuw knoop geen goede punten bezorgde. De offi cier opende het offensief door 40 boete of 20 dagen te requireeren en de politierechter sneed de worst in nog veel dikker plakken en veroordeelde de nog altijd trillende en vuis- tenballende bakkerassistent tot 50 boete of 25 dagen, alsmede 3 maanden gevangenis straf, voorwaardelijk, ter waarschuwing voor het geval, dat hij de kroongetuige met de on tijdig ingezette valsche tanden, op een of andere wijze zou molesteeren. 't Is te hopen, dat onze geweldenaar deze zachte, maar niettemin heel duidelijke wenk heeft begrepen, anders staan de 3 maandjes voor hem klaar. Wat getuige L. betreft, hem werden zijn uitgeslagen tanden, die als corpora delictii hadden dienst gedaan, in een sigarenzakje plechtig uitgereikt. S c h a g e n. Hij kreeg z'n portie voor oud en nieuw. De koopman Hendrik H. uit Schagen, een mannetje, dat onder de zuinige merken kon worden gerangschikt, had nog 'n voorw. straf op zijn kladboekje, die hem, nu hij weer op nieuw met mevrouw Justitia in conflict was gekomen, na een korte formaliteit met geslo ten deuren, werd opgelegd. Er valt met de heeren wel eens te scharrelen, maar je moet er geen gtjntje van maken, dat is heel onge zond. De tranen kwamen als mosterd na den maaltijd. In den nacht van 16 op 17 Augustus speelde zich te Den Helder 'n drama af, dat in een film heusch geen slechten indruk gemaakt zou hebben. In dien bewusten nacht dan be vonden Simon de W. en Dirk B. zich op straat, toen er plotseling 'n vrouw op de W. toekwam, greep hem om z'n middel en liep toen hard waggelende weg. Maar de W., na van z'n schrik bekomen te zjjn, vermiste z'n porte- monnaie, inhoudende 10 en twintig centen. De vrouw was gauw ingehaald, de politie er spoedig b|j en toen vonden zij na fouilleeren de portemonnaie. De vrouw bleek te zijn de 27-jarige mej. Alida Johana M., die in Den Helder op moreel gebied zeer slecht bekend staat. Heden deed verd. 't voorkomen of zij dien nacht dronken was en niet wist wat of deed, doch de officier dacht er anders over en vorderde 3 maanden gevangenisstraf. Verd., die bijna al dien tijd geen stom woord had gesproken en geen klare wijn tegenover den Politierechter wilde schenken, verviel na 't vernemen van dezen eisch in 'n hysterische huilbui, zoodat wij 't pleidooi van Mr. Judell zeer moeilijk konden volgen, doch wat hier op neerkwam, dat deze raadsman 'n straf ver langde gelijk die aan 't voorarrest. Doch de Politierechter sloeg de goede bedoelingen van den geachten verdediger in den wind en ver oordeelde de vrouw conform den elsch. Veel menschenmin en Christenplicht, Brengt Staatspensioen ende armoe zwicht HELDERSCHE COURANT VAN WOENSDAG g SEPTEMBER 1936 Tenslotte geven we hier nog een uittreksel mt het opstel van Niek v. d. Giezen. Als Niek voet aan boord gezet heeft schrijft hij: Van heimwee was niet veel te bespeuren. Er was dadelijk een vroolijke sfeer aan boord, hetgeen men de geheele reis kon waarnemen, al was de regen dan ook wel eens spelbreker! Eigenlijk merkten we dat niet eens, want de sportleiders hielden ons steeds aan den gang met verschillende spelen. Die sportleiders heb ben er slag van om zoo'n groot gezelschap aan den gang te houden. Aan de eettafels was het altijd een gezellige boel. Hoe kon het ook anders? De „Nederland" weet wat de magen van goede Hollandsche jongens toekomt. Ze lieten zich dan ook tijdens het eten niet on betuigd en lieten zich de door den kok uitste kend toebereide maaltijden goed smaken. We hadden ook een tafelyell, welke als volgt luidde: „Waarom heeft een ijscoman een druppel aan z'n neus, want ze dragen geen pyama's op de maan." Na den regen-Maandag is Niek in de kom buis, bij den kok aangeland en dan schrijft hij: Deze tocht was erg regenachtig, en terug zijnde op de Tarakan holden we naar de kom buis, waar wij onze jassen bij den kok af gaven om te drogen. Een fijne vent is die kok van de „Tarakan", we waren altijd wel kom, als we maar geen rommel maakten. De Noorsche gids hield 's avonds een lezing over Noorwegen in onze taal. De avond werd verder doorgebracht met zingen onder leiding vande sportleiders. Ook werd de Tarakanyell ingestudeerd, welke luidde: Riktik rikketikketik. Hopsa, hopsa hol, Riktik rikketikketik. Hopsa, hopsa hol, Havermouth met spercieboonen, Havermouth met mokkapunt. Het woordje Mokkapunt werd wel eens verbasterd met Mekkapunt, omdat de „Tara kan" ook wel dienst doet als schip voor Mek- kagangers. Behalve de gewone uitstekende maaltijden gingen we 's avonds niet eerder naar bed zon der eerst nog een broodbol van pl.m. 4 ons tegen de zeeziekte naar binnengewerkt te hebben. Dinsdag was Odda onze landingsplaats, waar we verwelkomd werden door een aan tal blozende Noorsche schoonen, waar menig een nog wel eens correspondentie in den vorm van ansichten mee zal hebben. P.lm. 12 km in marschtempo gingen we naar de Buarbrae (brae gletscher), onderwijl de prachtige omgeving niet uit het oog verliezend. De laatste 500 meter moesten klimmend afge legd worden, hetgeen, gezien de glibberigheid met veel valpartijtjes gepaard ging, maar het doel, de gletscher, werd toch bereikt. Dit be reiken van den gletscher werd beloond met een heerlijk genieten van het uitzicht om en be neden ons. De gesmolten sneeuw van den glet scher vormde een riviertje, dat zich met don derend geweld in het dal stortte. Op den terugweg voelden we de vermoeidheid van den vorigen wandeltocht. Het was dan ook een vreemd gevoel in de Hollandsche vlakke- landbeenen met dat vele klimmen en dalen. Bij onze terugkomst in Odda waren er heel wat Oddaneesche jongedames op de been om onze vermoeidheid met een paar goed geko zen Noorsche woorden weer wat op te beu ren. Al verstonden wij geen Noorsch, begrij pen deden we het wel. Bij terugkeer aan boord met onze natte kleeren zagen we heel wat bootjes, die ons uitgeleide kwamen doen. Onze jongens beantwoordden deze vriende lijkheid met het geven van snuisterijen in briefjes verpakt. Tegen 5 uur vertrokken we weer van Odda, langdurig nagewuifd door de bovengenoemde Oddasche schoonen. Den volgenden morgen vroeg stapten we alweer te Skjolden aan land om den langsten tocht van 32 km te maken. De eerste 12 km ging per auto. Het ging met duivelsche vaart langs berghellingen en vooruitstekende rot sen afgewisseld door een paar prachtige haarspeldbochten, die ons het angstzweet op het voorhoofd deed komen. 4 km moesten we nog loopen, welke wij, zes jutters, niet mee maakten. Aan het eind van dezen doodenrit keken we als roovers rond en doken toen on verhoeds in de struiken aan den kant van den weg en ging kruipende door een droge bed ding naar boven tot op 300 meter, waar de door ons meegenomen Tarakanbol genuttigd werd. Het was daar een prachtig uitzicht, overal bergen en nog eens bergen van duize lingwekkende hoogte met hier en daar een huis er tegenaan geplakt. Deze huisjes zijn alle van hout met leibedekking. Den terug weg hebben wij wederom loopende volbracht en b|j aankomst te Skjolden hing onze tong op de schoenen. Het verdere van den dag voe ren we met onze „Tarakan" door de prach tige fjorden vol afwisseling. En onze excursist besluit: Behoudens vele jongensstreken was de geest aan boord uitstekend, dank zij de goedé zorg van de Maatschappij „Nederland", onze leiders en niet te vergeten de koks, die voor ons inwendige uitstekend gezorgd hebben. In één woord, alles was in de puntjes verzorgd en menige jongen, ook schrijver van dit ar tikel, verlangt er naar nog zoo iets mede te maken. Besluit ik met de directie van de Helder- sche courant van harte te bedanken voor haar bemoeienissen, waardoor deze prachtige, leerzame Noorsche reis in alle opzichten is geslaagd. (Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie, Niet geplaatste stukken worden niet teruggezonden). Geachte Redactie. Naar aanleiding van het ingezonden stuk van abonné H. H. op mijn ingezonden stukje resp. in de Courant van 5 en 3 Sept. zij het mij vergund het volgende op te maken. Abonné H. H. zegt, dat wat ik wil reeds bestaat, maar dat is niet juist. Ik wil een af sluiting maken daar waar hij wezen moet, n.1. in het begin van de fortgrachten. (Als het mogelijk was zou ik een sluis willen maken in het N.H. Kanaal tusschen bassin en Held. kanaal). Voordat de sluis bij den Mid denweg in werking komt dus dicht gaat als hij niet vast staat moet eerst een groote hoeveelheid versch water, wat zoo noodig is om het Held. kanaal te ververschen, weg loopen. Zulks is in mjjn plan uitgesloten. Wat betreft de sluizen aan het begin van het Spuikanaal zou ik willen opmerken dat deze, als ze in de praktijk voldoen? beter op hun plaats waren geweest aan het einde van het Spuikanaal, dan had tenminste ook de Singel stankvrij gebleven. Abonné H. H. verwacht veel van baggeren, maar ik verwacht daarvan niets anders dan stank zoolang het baggeren duurt. Modder, die afgedekt is met water, stinkt niet. Het i3 hier het water dat de stank verspreidt. Nu is hier m.i. maar één oplossing, n.1. van tijd tot tijd een flinke strooming in het kanaal te brengen, altijd één kant op, dan verdwijnt de modder meteen. Mij kwam nog van zeer gewaardeerde zijde ter oore, dat de belangen van den polder, dit loozen op het N.H. kanaal, niet toestaan dat er gespuid wordt op tijden (zomer), wannéér die voor de waterverversching in het Held. kanaal noodig zou zijn. Met de belangen van dien polder moet na tuurlijk rekening worden gehouden, doch ik vraag mij af, of het niet mogelijk is in deze wat te geven en te nemen. Mocht het belang van de polders zwaarder wegen dan de stank in het Held. kanaal, welnu, doe dan de sluizen aan het begin van het spuikanaal dicht en pomp, door middel van een flinke motorpomp, water in het spuikanaal teneinde een kunst matige strooming te verkrijgen. Met dank voor de plaatsing, P. C. Vijn. (Niet officieel) éde klasse, 2de lijst Trekking van Dinsdag 8 September 1936 Hooge Prijzen f 5000.— 15378 2000.— 1080 1500.— 10229 1000.— 9462 20465 400.— 8848 18953 200.— 2916 12922 20745 100.— 293 2882 3183 10077 16697 18589 20244 Prijzen van 65. 2 138 143 221 223 229 261 308 340 348 358 366 375 376 415 452 464 496 513 546 576 593 617 636 720 759 778 799 800 805 810 846 856 868 901 962 977 1010 1020 1037 1062 1114 1116 1129 1150 1184 1187 1233 1298 1312 1356 1367 1428 1442 1474 1530 1533 1605 1616 1629 1636 1638 1705 1720 1763 1787 1887 1914 2076 2096 2110 2134 2148 2149 2186 2195 2240 2281 2338 2406 2450 2468 2482 2491 2512 2556 2569 2598 2649 2691 2749 2769 2797 2844 2850 2855 2868 2876 2884 2891 2960 2995 3011 3059 3060 3097 3121 3147 3151 3162 3175 3182 3243 3248 3313 3353 3366 3398 3426 3434 3437 3440 3453 3515 3589 3596 3609 3626 3687 3712 3792 3827 3892 4030 4139 4150 4160 4167 4171 4200 4295 4339 4374 4375 4381 4385 4389 4442 4484 4504 4513 4527 4536 4539 4575 4581 4586 4612 4629 4635 4642 4716 4871 4900 4913 4914 4923 4965 4981 4984 5048 5053 5063 5115 5128 5149 6167 5201 5243 5310 5313 5336 5351 5370 5373 5455 5489 5509 5513 5516 5522 5543 5569 5677 5720 5738 5773 5784 5861 5881 6905 5909 5931 5939 5964 5972 6015 6050 8061 6128 6146 6189 6213 6284 6307 6322 6348 6363 6381 6402 6413 6458 6495 6537 6570 6582 6634 6637 6675 6683 6698 6708 6750 6789 6808 6850 6851 6875 6878 6885 6898 6909 6936 6937 6939 7068 7132 7153 7160 7182 7191 7195 7201 7231 7299 7363 7409 7499 7556 7599 7611 7724 7725 7731 7798 7895 7919 7945 7948 7968 8071 8075 8093 8151 8286 8314 8355 8368 8388 8398 8489 8515 8538 85*1 8673 8698 8736 8751 8853 8985 8991 9006 9018 9049 9077 9082 9090 9096 9144 9166 9207 9221 9225 9247 9360 9376 9386 9391 9446 9460 9504 9505 9523 9556 9600 9632 9711 9727 9728 9743 9763 9794 9880 9930 9948 9952 9963 9985 10033 10038 10046 10096 10220 10228 10232 10234 10347 10358 10414 10420 10450 10486 10526 10589 10592 10629 10632 10650 10670 10709 10767 10774 10776 19839 10847 10876 10890 10921 10944 11040 11050 11066 11077 11081 11114 11152 11177 11182 11226 11238 11302 11327 11371 11417 11424 11432 11455 11502 11504 11507 11527 11547 11564 11614 11625 11638 11672 11693 11699 11727 11730 11766 11792 11843 11058 11866 11907 11936 11958 11979 11999 12003 12010 12030 12032 12045 12063 12126 12160 12192 12199 12268 12292 12305 12322 12331 12332 12337 12351 12359 12371 12388 12416 12448 12487 12500 12525 12568 12570 12594 12596 12658 12672 12673 12681 12895 12965 13001 13015 13026 13077 13106 13114 13163 13168 13169 13205 13220 13238 13251 13256 13263 13307 13355 13391 13497 13515 13525 13536 13636 13638 13652 13653 13664 13686 13687 13710 13778 13800 13832 13834 13912 13940 13973 13974 14053 14070 14073 14089 14125 14171 14177 14223 14241 14270 14283 14295 14354 14372 14438 14441 14444 14455 14479 14435 14503 14512 14517 14525 14554 15461 14567 14573 14606 14634 14642 14660 14664 14694 14763 14767 14774 14810 14837 14873 14884 14885 14918 14927 14934 14939 14960 15008 15081 15120 15186 15200 15221 15222 15224 15374 15416 15425 15439 15461 15487 15523 15555 15562 15566 15630 15643 15682 15701 15729 15744 15758 15769 15794 15818 15892 15904 15925 15933 15961 16021 10067 16083 16088 16227 16238 16240 16264 16278 16298 16315 16332 16362 16382 16409 16428 16436 i6487 16509 16525 16531 16533 16598 16602 16622 16671 16703 16740 16825 16828 16864 16885 16925 16930 16965 16974 16981 17053 17060 17139 17169 17179 17183 17202 17250 17304 17316 17393 17438 17502 17511 17529 17552 17644 17685 17689 17696 17721 17743 17748 17779 17786 17902 17911 17936 18039 18055 18058 18072 18143 18172 18212 18268 18270 18369 18404 18415 18416 18500 18511 18527 18529 18567 18595 18649 18660 18672 18674 18700 18750 18758 18774 18804 18814 18827 18869 18879 18990 18991 19002 19021 19104 19118 19121 19154 19177 19184 19194 19197 19215 19250 19254 19303 19336 19347 19352 19390 19391 19393 19412 19486 19515 19568 19573 19590 19591 19633 19649 19652 19717 19757 19778 19730 19805 19812 19814 19819 19854 19872 19891 19900 19936 19939 19970 19973 19979 19991 20002 20041 20046 20156 20178 20209 20211 20218 20224 20270 20281 20371 20372 20431 20453 20496 20541 20594 20602 20605 20615 20635 20653 20674 20766 20776 20787 20817 20832 20907 20915 Hedenmiddag kwart voor een hebben Hare Majesteit de Koningin, Prinses Juliana en Prins Bernhard voor de radio, over beide zenders gesproken. De Koninklijke Familie werd met een kort woord ingeleid door den Minister van Binnenlandsche Zaken, Mr. J. A. de Wilde. Rede H.M. de Koningin. Ingezetenen van alle deelen des lands, De bladen hebben II gisteren de blijde tijding kunnen mededeelen van de ver loving tusschen Prinses Juliana en Prins Bernhard. In groote en beslissende momenten van mijn leven en dat der mijnen gevoel ik mij meer dan ooit verbonden aan mijn Volk. Ik dank U voor Uw innig medeleven met mij en mijn gezin. Het is mij een diepgevoelde behoefte in dit gelukkig oogenblik, vergezeld van het verloofde paar, stralend van blijdschap, tot U te spreken, waardoor Gij allen in ruime mate zult kunnen deelen in onze vreugde. Ik kan U niet zeggen hoe dankbaar ik ben, dat deze verloving eene is, die uit sluitend op beiderzijdsche genegenheid gebaseerd is; de beste waarborg voor een gelukkige toekomst. Het is mij een voldoening hier aan te kunnen toevoegen, dat ik de keuze van mijn Dochter toejuich en alleszins ver standig acht, gezien de eigenschappen van Haar verloofde. Ofschoon hij onlangs eerst den leeftijd van 25 jaren bereikt heeft, blijkt hij een degelijk en hard wer ker te zijn. Dadelijk na de voltooiing van de studie in de rechten zocht en vond hij werk op economisch gebied. Een jaar later werd hij te werk gesteld te Parijs, terwijl in het voornemen lag om zijn studie te Amsterdam te voltooien. Zijn verloven gebruikte hij voor buitenland- sche reizen, waarbij hij o. a. ook Neder land en Marokko bezocht. Waar het slechts mijn bedoeling is het verloofde paar bij U in te leiden, wensch ik hen thans aan het woord te laten komen. Ik besluit met den wensch, dat Juliana en Bernard door het smaken van een groot eigen geluk in ruime mate de kunst zullen mog enverstaan anderen gelukkig te maken en tot zegen te zijn. En vooral, veel, heel veel voor het Nederlandsche Volk te kunnen doen. Daartoe sterke hen God. Ik heb gezegd. H.K.H. Prinses Juliana spreekt. Hoe kan ik U beschrijven wat een blij moment in mijn leven dit is. Ik ben ge* lukkig, mijn verloofde aan U te kunnen voorstellen. Nadat wij elkaar in den loop van het jaar het eerst in de wintersport, daarna hier te lande en onlangs in de bergen ontmoet hebben, zijn wij het ge* leidelijk aan eens, zéér eens, geworden, Nu wij plotseling van de stilte in de feestvreugde geplaatst zijn, zullen deze uren tot de mooiste van ons leven be* hooren. Wij zijn verrast en overweldigd en ik dank U bij deze voor dit alles, voor de tallooze schriftelijke felecitaties en ge* lukwenschen en het paradijs van bloe* men. Mijn verloofde wil zich eerst nog wijden aan de studie van ons land en de overzeesche gewesten, door zijn aan* leg in economische richting. Wij zijn zóó gelukkig door zooveel blijken van mede* leven en zullen trachten uit ons eigen geluk zooveel mogelijk geluk om ons heen te verspreiden. En nu zal Bernhard tot II spreken. Prins Bernhard aan het woord. In de eerste plaats een woord van in* nigen dank voor de ontvangst, welke mij in Nederland ten deel is gevallen. IR begrijp volkomen, dat deze hartelijke ge* lukwenschen in de eerste plaats de Prin* ses gelden, daar ik nog een onbekende: voor U ben. Ik zal trachten mij met taal en land vertrouwd te maken en ik hoop, dat men mij daartoe rustig den tijd zal laten. Ik hoop, dat wij dan na twee of drie maanden kunnen trouwen en mijn VrouW tot een werkelijken steun zal kunnen zijn, In mijn betrekking tot het Nederland* sche Volk neem ik mij voor, te laten lei* den door de verhouding, welke altijd tusschen Nederland en het Huis van Oranje bestaan heeft. (Ongecorrigeerd)* toon te converseeren met een inlandsch huis knechtje. Hij had z|jn respectabel wit gewaad van vanmiddag verwisseld voor de ruwe bruine Pij. zooals de gewone Marrokaan die draagt, en een gezadelde muilezel, die hem heuvel op waarts had gebracht, stond slaperig in de nabijheid. Een havelooze jongen met een gescheurd hemd aan en een klein stapeltje kranten onder den arm, slenterde naar de poort. De huis knecht trachtte hem tegen te houden en stak hand uit naar een krant, maar de jongen begon te lachen. „Neen," zei hij, „van de baas zelf krijg ik een fooi!"Hij liep door; trof" Mr. Higgins- worth aan, lui rookend. in een dekstoel, die onder een boom was neergezet, reikte hem een courant en waóhttfe. Mr.' HigginsWorth maakte direct een aanvang met-de lectuup, zag toen dat de jongen bleef staan en grauwde: „Hoepel op..." De jongen, in het besef, dat er niets voor hem zou afvallen, verdween. Met juist psychologisch begrip hadden Macdonald en Mr. Montgomery en Harry Kane vastgesteld, dat Mr. Higgingsworth on middellijk zou beginnen te lezen. Alle buiten landers deden dat. Vreemden in een vreemd land missen hun krant misschien nog het meest van alles. Mr. Higginsworth had twee kolommen ge lezen of doorgezien toen het huis knechtje hem kwam storen met de mededee- ling, dat een zekere Achmed Abdeslen, een betrouwbare muilezeldrijver, hem wenschte te spreken. „Neen," viel Hr. Higgingsworth nijdig uit. „Ik ben niet te spreken. Wat wil hij overi gens?" „Hij gaat met een karavaan diep het bin nenland in. Hij denkt, mijnheer, dat u het aangenaam zult vinden als hij tapijten, mooie tapijten, voor u meebrengt van de plaats Waar hij heengaat. Mooie tapijten, en spot goedkoop, m(jnheer." „Neen," herhaalde Mr. Higginsworth, nóg kwaadaardiger. „Schiet op, alsjeblieft!" „Maar mijnheer..." „Schiet op, zeg ik je!" „Uitstekend," verklaarde Sidi Harry Kane, alias Achmed Abdeslam de muilezeldrijver met Oostersche beeldspraak, toen het huis knechtje hem het resultaat van zijn zending had meegedeeld; „de muilezel die geen weide vind, kan net zoo goed blijven waar hij is." Plotseling blafte de stem van Mr.. Higgins worth van de andere zijde van den muur: „Verdraaid Hassan, waar zit je voor den duivel? Kom hier!" Hassan kwam uit zijn kruisbeenige positie overeind en gehoorzaamde den roep. Achmed Abdeslam glimlachte en knikte. Toen spitste hij de ooren. „Waar is die muilezeldrijver waarover je het had?" hoorde hij Mr. Higgingsworth vra gen. „Is hij al weg?" „Neen, mijnheer," antwoordde Hassan. „Hij staat nog bjj de poort. „Stuur hem bij me. Spreekt hij Engelsch?" „Ja, mijnheer, héél goed Engelsch. Zoowat net zoo goed als ik..."- „Ben je," vroeg Mr. Higginswordt, toen Achmed Abdeslam, de muilezeldrijver, in ne derige houding voor hem stond, „ooit ver Zuidelijk geweest? In Marakesj bijvoor beeld?" „O ja, Lord. Ben in alle plaatsen geweest overal. Marakesj, Agadir, Saffi," klonk het zangerig: „Mogador, Tlemcen, Dareel „Je hoeft geen aardrijkskundeles voor me op te zeggen," viel Mr. Higginsworth hem ongeduldig in de rede. „Ik wil naar Marakesj. Ik ik schrijf een boek over Marokko, be grijp je? Hoeveel kost me die reis?" Achmed Abdeslam merkte op, dat de krant nog ongeopend was; alleen de frontpagina was in het midden opgevouwen. Verder, dat Mr. Higginsworth's groote handen trilden. „Marakesj heel ver," zei hij. „Lange weg, helsch lange weg..." „Ik weet het," beaamde Mr. Higgins worth grimmig. „U wilt terugkomen, Lord?" „Niet direct," antwoordde Mr. Higgins worth nóg grimmiger. „Jij brengt me daar heen. Ik kom terug als ik klaar ben. Hoeveel kost me dat?" „Tweehonderd pond." „Duizend dollar, eh? Goedkoop ls..." Mr. Higginsworth dacht even na. „In orde. Wan neer kim je vertrekken? Is je karavaan klaar?" „Zeker," deelde Achmed mee. „Al twee da gen klaar. Ga tapijten koopen. Wanneer wilt u gaan?" „Over een uur," was het korte, besliste bescheid. „Dat kan. Geef me geld. Zal muilezel vqor u koopen. Alles." Hij stak een bruine, niet zeer schoone hand uit. Mr. Higginsworth aarzelde niet langer dan een seconde. Toen haalde hij een bundel bank papier uit zijn binnenzak en telde twintig pond in Engelsch geld af. „De helft van de rest krijg je als we ver trekken," zei hij, „en de laatste portie b|j aankomst in Marakesj." „Goed," stemde de muilezeldrijver toe. „Over een uur ben ik hier." Achmed Abdeslan stopte het geld in den gordel onder zijn pij, op één biljet van een pond na, dat hij in Hassan's hand liet glijden, besteeg zijn muilezel en reed weg. Binnen het uur had Inspecteur MacDonald bericht van hem, en aan het eind van dat uur, toen de schaduwen van den Oosterschen avond zich al dicht over het land hadden gelegd, zat Mr. Higginsworth, met een Marokkaanschen man tel over zijn rijcostuum schrijlings in een oud zadel op een kloek muildier en aanvaardde de reis met Achmed Abdeslam naast zich. Een processie van zes muilezels, gereden en bij den teugel gevoerd door drie donkere, strui- sche bergbewoners, vormde de achterhoede. Mr. Higginsworth was erop gebrand, om mijlen en mijlen afstand te scheppen tusschen zich en Tanger, tusschen zich en het Ameri- kaansche consulaat, tusschen zich en den Amerikaanschen consul. In Marakesj wós geen consul. In de zwartleeren tasch, die in een der geweven zadelzakken vóór hem ge borgen was, bevond zich het exemplaar van de „Al-Moghreb-Aksa", met het bericht, dat als dynamiet onder Mr. Higginsworth dek stoel had gewerkt. In gedachten las hij het voor de honderdste maal, terwijl zijn muil ezel over den eindeloozen weg door een onbe kende wereld schommelde, den eenen dag na den anderen... Nieuw uitleveringsverdrag. Parijs, 25 Juni. Telegrammen uit Wash ington brengen het nieuws van het sluiten van een uitleveringsverdrag tusschen de Vereenigde Staten en Marokko, dat den lsten Juli in werking zal treden. Door dit tractaat zal opnieuw een schuilplaats voor fraudeerende bankiers gesloten worden. Den eersten Juli! De dag van zijn vertrék uit Tanger was den acht-en-twinigsten Juni geweest... Een week na hun vertrek, omstreeks mid dernacht want om de brandende zon te vermijden reisden ze zooveel mogelijk bij don ker werden in de verte, aan de andere zijde van een zwarte vlakte, de lichten van een stad zichtbaar. „Is dat Fez?" informeerde Mr. Higgins worth. Volgens zijn berekening moest het deze plaats zijn. Er was geen enkele reden om huiverig voor Fez te zijn er was daar geen Amerikaansche consul. Achmed Abdeslam grinnikte vaag, gaf een antwoord dat kant nog wal raakte en had plotseling dringende bezigheden bij de achter hoede van de karavaan. Ze bereikten de ommuurde stad en kwa men aan een groote poort, bewaakt door ge wapende inlandsche soldaten. De poort was gesloten. Achmed had een snelle, voor Mr. Higginsworth onverstaanbare conservatie met de schildwachten. Gapend stond een v&n hen op om een muntstuk te accepteeren, dat de muilezeldrijver hem aanbood en de poort te openen. „Nu slaapplaats gaan zoeken," richtte Achmed Abdeslan zich tot Mr. Higginsworth. „Neen, dit is Fez niet. Fez dóAr!" Hij maakte een breed gebaar naar het Westen. „Dit betere weg..." Achmed leidde hem door de nauwe straten van een donkere, slapende stad. „Weet waar het is," verklaarde hij. „Ben hier meer geweest. Ha, hier zjjn we er!" H(j steeg af. Mr, Higgingsworth volgde zijn voorbeeld en haalde haastig de zwarte tasch uit den zadelzak. Zij hadden stilgehouden voor een met ijzer beslagen deur van een massief gebouw, waar van de vensters van tralies waren voorzien. Achmed liet den zwaren klopper driemaal vallen daarna nog twee keer. Weldra volgde het geluid van schuifelende pantoffels en de deur ging open. Achmed zei iets in het Arabisch en kreeg antwoord in dezelfde taal. „Ga binnen," hernam h|j daarop tot Hig ginsworth. De ex-bankdirecteur volgde Achmed naar een deur, waaronderdoor een lichtstreep naar buiten viel. Die deur bracht hem en zijn be geleider in een kamer en in die kamer zag hij een man, een blanke, overeind zittend in bed, met verwarde haren, maar heldere, wakkere oogen. H|j had dien man meer gezien, aan gene zijde van den Oceaan. „Hallo, Broeder Higgingsworth," begroette Inspecteur Macdonald hem opgewekt. „Wel kom in Tlemcen!" „Tlemcen!" stamelde Mr. Higginsworth, terwijl hij zich doodsbleek op een stoel liet neervallen. „Tlemcen!" „Ja, in Algerië," lichtte Mr. Macdonald in. „Daar kom je vanzelf, als je van Tanger maar ver genoeg gaat... in de goede richting." Mr. Higginsworth staarde naar Macdonald, staarde toen naar Achmed Abdeslam. Daarop mompelde hij bitter: „In de val geloopen!" „Absoluut," bevestigde Macdonald. „Het Amerikaansche uitleveringsverdrag met Frankrijk geldt ook in Algierië. Dat betee- kent een lange reis, vriendlief, in mijn gezel schap een donkere mijnheer achter een groene tafel, een nieuw costuum en kortge knipt haar." „En jij Mr. Higginsworth keek giftig naar Achmed Abdeslen. „Een vuile lokvogel, hè? En neemt mjj geld nog op den koop toe..." Achmed trok uit zijn gordel een bundeltje bankbiljetten en smeet ze op tafel voor Ms. Higginsworth. „Wel, broeder Higginsworth," zei hij lang zaam. „Allah haat schurken. En jij bent een schurk eerste klas, vier-en-twintig karaat, honderd procent. Die zwarte tasch van je kan de menschen In Riverdale misschien weep 'n beetje op de been helpen. Maar ik weet niet zeker of ik al die moeite zou hebben genomen, als je me niet met je rijzweep te lijf was gegaan." Mr. Higginsworth schrok op. „O ja, je hebt geen geheugen voor gezich* ten," merkte hij kalm op. Mr. Higginsworth's oogen werden grooter en grooter. „Waar heb jij dat vlekkelooze Engelsch geleerd," vroeg hij. „Deksels-nog-aan-toe, ik bén een Engelsch* man!" Mr. Higginsworth zakte machteloos in elkaar. Een verwenscht land was dat hier. „Enfin," sputterde hij, „het maakt ten slotte niet veel verschil, nu er met Marokko ook een uitleveringstractaat is. Het zou alleen maar een kwestie van tjjd geweest zijn. In Marakesj of waar ook." „Je vergist je, waarde heer," mengde Macdonald zich weer in het gesprek. „Ma* rokko levert niet uit." „Ik weet het zeker," hield Mr. Higgins* worth vol. „Het stond in het laatste nummep van het weekblad, ik las het een uur voop mjjn vertrek. Dat is de reden, waarom iX wegging." „Zeker, ik weet ervan," gaf Macdonald op* gewekt toe. „Maar er stond een eh een drukfout in het bericht over dat verdrag. Ze halen op drukkerijen soms zulke gekke din* gen uit." „Een drukfout?" hijgde Mr. Higginsworth, „Ja, een vergissing in den naam van het land, waarmee de Vereenigde Staten een nieuw uitleveringstractaat gesloten hebben» Die ezel van een zetter maakte er Marokko van. Het had Nicaragua moeten zijn zoo stond het in alle andere kranten." In de gang klonken zware voetstappen. DO deur ging open en twee Fransche gendarmen traden binnen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 7