Buitenlandsch Overzicht
In het Madrid van den burgeroorlog.
AKKEWT3ES
CHINA
Voor Vrouwen vooral
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
No. 7804
EERSTE BLAD
ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1936
64ste JAARGANG
N.V. WACO Autobusdiensten
uitgebreide Dienstregeling
Europa's vergeten man.
Kerken als kazernes en hospitalen ingericht.
Het leven gaat zijn gang - maar in 'andere vorm.
FEU ILLETON
EEN
IN
B E N B O LT
zijn "AKKERTJES" een ideaal middel
akki
:r.ca<
i-he
:ts
vjf .x/
De commissie voor de
niet-inmenging.
Sabotage van Duitschen en
Italiaanschen kant?
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet. i Heldersche Courant 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2.
Nedert. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, Idem per mail en overige
landen 3.20. Losse nos. 4 ct; fr. p. p. 6 ct Weekabonnementen 12 ct
Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.—. Modeblad resp. f 1.20, 1.50, 1.50, 1.70.
Verschynt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur; P. O. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVEBTENTIENj
20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bjj vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel,
minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct
per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
De Duitsche handhaving van de koloniale eischenreacties in
Engeland en Frankrijk. - Japan kiest eieren voor zijn geld;
het geschil met China.
De Koloniale
eischen van
Duitschland
Al heeft de proclama
tie van Hitier niet veel
sensationeels gebracht
het feit, dat Hitier on
omwonden verklaard
heeft, dat Duitschland
zijn koloniale eischen handhaaft, heeft nogal
wat stof doen opwaaien en verschillende En
gelsche bladen zijn er weinig over gesticht
Zoo schrijft de Times, dat de Engelsche pu
blieke opinie nooit bereid zal zijn den terug
keer van koloniën serieus te overwegen, be
halve door een algemeene regeling, en daar
tegenover, het practisch afstand doen door
Duitschland van den oorlog als een politiek
instrument.
Op het oogenblik wordt de oorlogsmen
taliteit in Duitschland aangemoedigd. Nu
concessies doen zou eenvoudig beteeke-
nen, dat men Duitschland uitnoodigde
morgen met krachtiger eischen te komen.
De Morning Post schrijft, dat de terugkeer
van de Afrikaansche koloniën naar Duitsch
land dit land uitgangspunten zou verschaffen
tot nieuwe expansie. Indien de Britsche re
geering in plaats van te draaien, ondubbel
zinnig verklaard zou hebben, dat zij onder
geen omstandigheid koloniën zou afstaan, dan
was het wel zeker geweest, dat een procla
matie als die van Woensdag niet zou zijn uit
gesproken.
De Daily Herald bespreekt de proclamatie
onder de titels „Zwak verweer" en „Het oude
lied". Het blad schrijft, dat Duitschland thans
op moet houden met schreeuwen en zich be
reid moet verklaren intensief deel te nemen
aan de besprekingen, bij welke de Locarno-
mogendheden een openhartig onderzoek van
den geheelen oeconomischen toestand willen
betrekken.
De forsche toon van het artikel van de
Times duidt er op, zegt de Londensche corr.
van de Nw. Rott. Crt., dat het blad, dat voor
kort altijd een zeer toegeeflijke houding te
genover Duitschland heeft bepleit, aan de
practische resultaten van een toenaderings
politiek begint te wanhopen.
De verlenging van den dienst in Duitsch
land, de Duitsche obstructie van de niet-
inmengings-overeenkomst en het gevaar, dat
Duitschland bij een overwinning van de
Spaansche rebellen een rol in de Middelland-
sche Zee zal gaan spelen, zijn daar ongetwij
feld niet vreemd aan. Belangrijker echter
schijnt in dit verband Duitschland's steeds
duidelijker wordende weigering een eventueel
nieuw Locarno met een gelijksoortige over
eenkomst voor Oost-Europa aan te vullen.
De Fransche bladen bespreken uitvoerig de
proclamatie van Hitier, maar leveren weinig
commentaar.
De Matin schrijft: Duitschland eischt bij
monde van zijn oppersten Leider zijn koloniën
terug. Duitschland is van plan door alle mid
delen zijn veiligheid en onafhankelijkheid te
verzekeren. Het zal zijn militaire toebereid
selen aanvullen door een grootsch oecono-
misch vier-jaren-plan. Als uitgangspunt voor
de buitenlandsche, militaire en oeconomische
politiek wordt op het communistische gevaar
in Europa gewezen. Het wachtwoord blijft:
j,Berlijn tegen Moskou".
In de Figaro schrijft d'Ormesson: Een
autarkisch vier-jaren-plan is aangekondigd.
Beteekent dit een manoeuvre van het Duit
sche rijk om te komen tot een bespreking over
de koloniën? Zou Duitschland er niet toe ko
men om te zeggen: Geef mij koloniën, door
middel waarvan ik afstand zal doen van mijn
Ersatz-grondstoffen en terug zal keeren tot
het normale oeconomische leven?
Mevrouw Tabouts schrijft in L'Oeuvre, dat
voor het buitenland de voornaamste bedoeling
van de redevoering van Hitier was aan te
kondigen, dat de koloniale eischen op het
oogenblik voorop worden geplaatst.
De spanning in het
Verre Oosten was da
laatste weken weer aar
dig tot het kookpunt ge
stegen, tengevolge van
het anti-Japansche optreden van China. Op het
oogenblik schijnt China nationaal te ontwaken,
zoo schreef de N.R.Crt. dezer dagen. De onder
ling strijdende groepen in het Midden en het
Zuiden leggen hun geschillen bij. Tsjiang Kai
Sjek, de moeilijk doorgrondbare, die voor den
eenen Chinees de nationale held is, en voor den
andere de verrader des vaderlands, heeft deze
keer in zijn strijd tegen het Zuiden, zijn krach
ten slechts gebruikt om een eenheid af te dwin
gen; niet om te onderwerpen.
Er gaat een strooming van verhoogd zelfbe
wustzijn tegenover de Japanners door China,
en ook de regeering te Nanking, die een tijd
lang zoo murw leek, geeft er van blijk. Zulke
stroomingen blijven in China nooit plaatselijk
beperkt. Onmiddellijk hebben de Japanners er
den weeromstuit van te voelen gekregen in de
provincies, die zij reeds veilig meenden te be-
heerschen. Opeens bleek daar het woord van
Nanking weer te gelden voor de eerst zoo ge
willige machthebbers. Door China kunnen plot
seling moreele, nationale stroomingen gaan,
waartegen Japansche militairen met hun wa
pens, zooals ieder ander geweld, machteloos
zijn. Waar moeten zg er tegen beginnen, en
wat moeten zij doen om de weerbarstigheid te
onderdrukken
Met het ontstuimige Zuiden vereenigd, be
schikt Tsjiang over numeriek ontzaglijke
krachten. Daarbij is hij een veldheer.
Japan legt daartegenover op het oogenblik
onmiskenbare aarzeling aan den dag. De toe
stand is gespannen. In de met knalgas geladen
atmosfeer zijn reeds vonken gespat: eerst de
moord op de twee Japansche journalisten te
Tsjeng Toe, en daarna de moord op den ver-
chineesten Japanner te Pakhoi.
Ter geruststelling kan nog worden gemeld,
dat een bericht uit Tokio gezonden is, waaruit
men op mag maken, dat de voorzichtigheid het
daar voorloopig gewonnen heeft. Men zal om
de incidenten geen militaire actie beginnen,
maar, de Chineezen er over aansprekende, hun
voorstellen, de regeling van deze aangelegen
heid tot uitgangspunt te maken van nieuwe
vriendschap.
Reeds vaak heeft men andere middelen ge
bruikt voor dit doel. Men begon er op te slaan,
VANAF 1 SEPTEMBER
Den Helder - Wieringermeer- Medemblik - Hoorn-
Amsterdam v.v.
Vraagt gratis hiervan dienstregeling aan onze
chauffeurs en ons kantoor Den Helder, Kanaal-
weg 137. Tel. 773.
en verklaarde dan, er mede te zullen ophouden,
als de Chineezen een einde maakten aan de
anti-Japaasche propaganda in hun land. Nu wil
men blijkbaar aan het andere einde beginnen,
en het denkbeeld tot verzoening het eerst naar
voren brengen. Men verklaart tevens te erken
nen, dat het Tsjiang niet gemakkelijk zal val
len, de vriendschap met Japan voor de zijnen
aannemelijk te maken.
Onvervulde droomen van Halle Selassie.
(Van onzen V.P.B. correspondent).
Londen, 7 September 1936.
De wereld vergeet snel, te snel volgens de
meening van den ex-keizer van Abessinië, met
wiens lot de geheele wereld een half jaar lang
medelijden heeft gehad. Haile Selassie is geen
droomer, die onvervulbare wenschen najaagt.
Hij heeft zich in rijn toestand geschikt, of
schoon het er niet goed bij hem in wil, dat
hij nu reeds de „vergeten man" van Europa
is.
HAILE SELASSIE.
Onlangs verklaarde Haile Selassie aan een
bezoeker in zijn woning in Princes Gate, dat
zijn bekend beroep op het geweten van de
wereld hem een bedrag van 3000 pond had
opgebracht, dus ongeveer 21.000 gulden. Het
betrof hier de kwestie van de met toestem
ming van de Bank van Engeland uitgeschre
ven leening van den negus, die eigenlijk
200.000 pond moest opbrengen. De negus
hield dit bedrag voor noodzakelijk, wilde hg
naar Abessinië terugkeeren om de vijande
lijkheden tegen Italië weer te hervatten.
Wat is er van den „geweldigen schat"
geworden, die de negus mee naar Europa zou
hebben genomen? Waar zijn de kisten met
goud, die hem op zijn reis naar Palestina
vergezeld zouden hebben? Waar blijven de
opbrengsten van de uitgestrekte landgoederen
die hij in Engeland en Zwitserland zou bezit
ten? Legenden en nog eens legenden! De
negus, die voor 't uitbreken van den oorlog
onnoemlijk rijk was, moet in Londen wel dege
lijk op de kleintjes passen. Zelfs de f 21.000
waren welkom, hoewel zij eigenlijk niet voor 't
particulier gebruik van den negus bestemd
waren. Nog steeds bewoont de keizer een
huurhuis. Thans is hij van plan een klein land
huis in de nabijheid van Londen te koopen,
waar hij de rest van zijn levensdagen in ge-
pasten eenvoud hoopt te slijten.
Nog steeds bestaat het Abessijnsche gezant
schap, is dr. Martin de erkende vertegen
woordiger van Engeland in Abessinië. Dit
gezantschap, dat thans eenzelfde rol speelt
als de vele wit-Russische gezantschappen na
de werldoorlog, wordt niet alleen door den
negus gefinancierd. Ook de „rassen", die hun
geloof in den negus nog niet hebben laten
varen, dragen een steentje bij. Zoowel voor
hen als voor den negus zelf is tenslotte het
gezantschap het laatste kenmerk van de
Abessijnsche souvereiniteit, het laatste offi
ciéél gebouw, waarboven de Abessijnsche vlag
wappert.
John Yindrich, bijzonder correspondent van
United Press, seint uit Madrid:
Madrid, 8 September 1936.
De burgeroorlog, die voor de poorten van
de Spaansche hoofdstad woedt, heeft het
leven en het straatbeeld van Madrid volko
men veranderd; het is, alsof het vreeselijke
woord „oorlog!" de menschen van alle mu
ren, uit alle café's en winkels aanstaart. En
werkelijk wordt de vreemdeling, die een wan
deling door de paseos en calles onderneemt,
bij eiken stap er aan herinnerd, dat er op
slechts enkele uren afstand van de stad een
verbitterden, bloedigen, vertwijfelden strijd
wordt gestreden.
In alle straten staan gewapende meisjes en
vrouwen van de meest verschillende leeftij
den, die met collectebusjes rinkelen en de
voorbijgangers om giften voor de gewonden,
zieken en weezen van de militie vragen;
overal hangen groote plakkaten, waarop
theatervoorstellingen ten gunste van de ge
wonde soldaten worden aangekondigd. De
taxi's zijn zoo goed als geheel verdwenen;
alle chauffeurs streden aan het front of rijden
op vrachtwagens met munitie en proviand
voor de troepen; ook de groote roode auto
bussen zijn voor het transport van gewonden
gerequireerd en schitteren door afwezigheid.
Slechts de electrische tram rijdt nog. De
bars, bioscopen en theaters zijn óf gesloten,
öf door de arbeidersorganisaties in beslag ge
nomen; op de caféterrassen zitten heele scha
ren militiemannen in blauwe overalls en een
soort phyrgische mutsen op het hoofd, die
vol trots de hun uitgereikte geweren en re
volvers aan hun vrienden laten zien. De
stormtroepen de civiele gardisten, die in de
stad dienst doen, zijn uitgerust met nieuwe
halfautomatische geweren, klaarblijkelijk
Winchesters, die weliswaar niet ver dragen,
maar uitstekend geschikt voor straatgevech
ten moeten zijn. Verder hebben zg boosaardig
uitziende lichte machinegeweren van Duitsch
fabricaat, die dertig schoten in een razend
snel tempo vermogen af te vuren, bij zich.
Kerken als kazernes.
Voortdurend trillen de huizen door het
voorbijrijden van zware vrachtwagens, die op
de zijwanden voorzien zijn van de letters
„CNT", „UGT" of „FAI" en ook van hamer
en sikkel en andere symbolen van de arbei
dersorganisaties. De kerken zijn in kazernes,
hospitalen of zetels van den staf van de mi
litie veranderd. Achter de vensters van de
Club der Schoone Kunsten, waar vroeger
voorname oude heeren zaten en boven hun
koffie insliepen, zitten thans zwaar bewapen
de militiesoldaten en voor de deuren staan
heele bergen kisten, want een van de meest
belangrijke hoofdkwartieren van de militie
heeft in de club zijn tenten opgeslagen. Ver
derop, bij het Ministerie van Binnenlandsche
Zaken, zien wij, dat alle vensters van dit ge
bouw met zandzakken gebarricadeerd zijn en
overal stuiten wg op kinderen van het Volks
front, de zoogenaamde „pioniers", die met be
hulp van zand, cement, water en een kleur
stof de symbolen van de linksche organisa
ties, zooals hamer en sikkel, sterren, enz. op
het plaveisel aanbrengen. De kinderen stel
len zich daarna bij deze kunstwerken op en
vragen aan de voorbijgangers geld voor de
hospitalen. Wanneer het lawaai van de
vrachtwagens verstomt, hoort men het gerof
fel van trommels, waarachter de compag
nieën, bataillons en regimenten van de mili
tie mannen en vrouwen naar de stations
en de frondten marcheeren.
Madrid proletariseert zich.
Merkwaardig is, hoe snel het Spaansche
afscheidswoord „adios" met God dat tot
nog toe algemeen gebruikt werd en in vele
streken ook als groet geldt, thans verdwenen
is. Men heeft het wegens het daarin voorko
men van den naam van God afgeschaft en in
de plaats daarvan als groet „salud" heil
of den socialistischen groet „abur", dat uit
het Baskisch of Aragonesisch stammen moet,
ingevoerd. Maar niet alleen aan den groet
bemerkt men, dat Madrid zich proletariseert;
de boorden en dassen verdwijnen, de cos-
tuums maken plaats voor de Amerikaansche
overalls en ook de schoenen worden door de
bevolking meer en meer vervangen door de
„alpergatas", de oude Spaansche sandalen.
Het enthousiasme is groot.
Direct gevoelt men, dat de atmosfeer in
Madrid geladen is met enthousiasme en vast
beradenheid. Groote groepen luid zingende
socialistische, communistische en syndieali-
sche demonstranten trekken voortdurend
door de straten, de Internationale wordt aan
geheven en telkens en telkens hoort men den
aan de Fransche verdedigers van Verdun ont
leenden uitroep „Zij zullen er niet doorko
men!" namelijk de rebellen. Hoewel de sol
daten van de militie er zeer dikwijls ruw en
wild uitzien, moet men toch toegeven, dat zij
in het bijzonder tegenover buitenlanders, die
steeds hun nationale kleuren op een band om
hun arm of een lintje in hun knoopsgat dra
gen, zeer hoffelijk en hulpvaardig zijn.
Natuurlijk is de oorlog het onderwerp van
het dagelijksch gesprek van alle Madrilleenen
vooral de luchtaanvallen, die het maat
schappelijk leven uit de café's en restaurants
naar de kelders hebben verlegd. Er komt een
heel merkwaardige stemming tot stand, wan
neer de huisbewoners zich om vijf uur in den
morgen in den kelder verdringen, terwijl de
Vijandelijke bommenwerpers naderen wan
neer de angst vreemden tot vrienden maakt,
wanneer het keukenmeisje aan de zijde van
de hertogin siddert. Talrijke liefdesgeschie
denissen moeten in de kelders hun aanvang
gevonden hebben!
Intusschen rijden buiten de auto's en de
trams met blauwe lampen, om niet door de
vijandelijke vliegers ontdekt te worden
maar de straatlantaarns verspreiden een hel
der licht. Iemand heeft vergeten den stroom
uit te schakelen.
Zelfs de bedelaars z(jn verdwenen.
Ja, en zeer zonderling doet in Madrid de
volkomen afwezigheid van schoenpoetsers en
straatkooplieden aan. Zij staan aan het front;
en wonder boven wonder, zelfs de bedelaars
zijn verdwenen. Ook zij strgden voor het
Volksfront. Daarvoor in de plaats werkt
echter de radio 24 uren per dag. Berichten
worden niet uitgezonden, de uitzendingen
bestaan uit gramofoonmuziek. De meest ge
liefde plaat van de regeering schijnt „I'm in
Heaven" uit „Top Hat" te zijn, want men
brengt deze melodie steeds weer ten gehoore.
Ook „Sunny Boy" had men weer te voorschijn
gehaald, maar klaarblijkelijk zijn er bezwaren
ingekomen, want „Sonny Boy" is geheel ver
stomd. De verveelde luisteraars verdrijven
zich den tijd met het afstellen op de zenders
van de rebellen, hoofdzakelijk op Sevilla,
waar generaal Queipo de Llano zijn beroemd
geworden radio-toespraken houdt. De stem
van den generaal die de schoonvader van
Niceto Alcala Zamorra is, komt dik en sappig
uit den luidspreker en soldaten van de militie
troepen beweren, dat hij zich voor zijn toe
spraak moed zou indrinken.
De lange rijen huisvrouwen, die tot nu toe
eiken morgen op de vleeschmarkt stonden,
zijn snel aan het verdwijnen. Niet dat Madrid
thans een overvloed van vleesch heeft; maar
in ieder geval rijden voortdurend geheele
UIT HET ENGELSCH
DOOR
38
Een oogenblik bekeek de man haar met
nieuwsgierige oogen, toen gaf hg een schreeuw
en enkele andere drongen om den stoel om
haar aan te zien. Ze hadden hetzelfde type als
de man met de lantaarn en waren allen ge
wapend.
De mannen begonnen opgewonden met
elkaar te redeneeren in een taal, waarvan
Kathleen niets verstond maar die in elk geval
geen Chineesch was; nog meer mannen voeg
den zich bg de groep tot er ongeveer eer
dozijn bgeen waren, die allen deelnamen aan
de levendige discussie.
Na eenige minuten gingen zg een paar
passen terug en Kathleen ontdekte een vast
gebonden gestalte die naast den stoel stond.
Het was Ah Yeo, en toen zg' naar hem keek,
begon hij te spreken.
„Het schijnt dat het ons niet gegeven is
de reis naar Pi Chow rechtsreekt te maken,
edele dame."
..Dt lgkt mij ook!" antwoordde ze en vroeg
toen: „Wie zgn die mannen?"
,tIk weet het niet met zekerheid, zg hebben
Veel van Wha Miaoe, den beruchten roover-
stam, maar ze zijn nog wilder en krggszuch-
tiger. Een of ander soort bergvolk, vermoed
ik, dat in verborgen uithoeken van de heuvels
woont."
„Wat zouden ze met ons doen?"
„Dat staat nog te bezien," klonk het som
ber. „Ze zullen ons direct dooden of ons vast
houden om een losprijs te verdienen. We zul
len het laatste maar hopen en eerlgk gezegd
lijkt mij dat vooralsnog het waarschgnlijkste,
want wat hebben ze aan onze lgken? En als
mgn edele meester een hoog bedrag voor U
moet betalen, zal hg u des te hooger waar-
deeren!"
Het meisje negeerde dezen schimpscheut en
terwgi ze den blik van hem afwendde en naar
de roovers keek, kwam een van hen op Ah
Yeo toe en sprak hem aan in een weinig
beschaafd klinkend, met dialect dooreenge-
mengd Chineesch. Kathleen probeerde er iets
van op te vangen, maar slaagde daar niet in;
de secretaris scheen evenwel den zin van 's
mans woorden te begrijpen; want hg gaf be
scheid op zachten, ernstigen toon. Verscheidene
keeren maakten de anderen tegenwerpingen
en eenmaal wees hij met de hand naar Kath
leen. De- stem en de gebaren van den secre
taris werden dringender en de roover verliet
hem om met zgn metgezellen te overleggen.
Ah Yeo keerde het hoofd naar haar om.
„We liggen nu op de weegschaal," deelde
hij mee. „Ik heb duizend zilveren taels voor
uw bevrijding geboden."
„En hoe wilt u aan dat geld komen?"
„Mgn achtenswaardige meester is onmetetijk
rijk," gaf hg zoetsappig ten ontwoord. „Het
kan hem niets schelen om dien prgs te beta
len voor zijn speelgoed!"
Het meisje werd vuurrood en toen zg in
haar stoel terugkromp, was er weer die dui-
velsche glimlach op Ah Yeo's gezicht. Hg
zweeg, maar een paar minuten later toen de
woordvoerder van de roovers den draagstoel
opnieuw naderde, hernam hg:
„Nu zullen we zien naar welken kant de
balans doorslaat."
De roover sprak enkele oogenblikken met
hem, daarbg tweemaal op Kathleen wgzend
en riep Ah Yeo haar toe:
„Voorloopig is ons laatste uur nog niet ge
slagen, deugdzame vrouwe. Deze heeren ge
ven terecht de voorkeur aan duizend taels
boven het voldoen van hun slachtoffer-instinc
ten. Wij worden in ggzeling gehouden.
Boeddha zij met ons!"
Een paar seconden later trok een der roo
vers aan de gordgnen van den stoel. Deze
laatste werd ruw opgetild en de colonne zette
zich in beweging.
Geruimen tgd later, naar het Kathleen toe
scheen, wekten een plotselinge schok van den
draagstoel en een gegons van luidruchtige
stemmen haar uit de trieste overpeinzingen,
waaraan zg zich gedurende den tocht had
overgegeven. Lichten flakkerden door de gor
dgnen, eenige malen bonsden menschen
tegen den nu stilstaanden stoel en door het
algemeen geraas heen hoorde zg het scherpe
gekef van honden. Ze lichtte het gordgn op
en keek op zich heen.
Een volksmenigte van hetzelfde type als de
mannen, die hen gevangen genomen hadden,
stond bijeengedromd; ook vrouwen waren
erbg; vrouwen die opvielen door haar won
derlijken haardos. Sommigen hadden het haar
als een hoorn op zg gedraaid, anderen droe
gen het als een spitsen toren boven op het
hoofd. Een paar dozgn lantaarns en toortsen
verlichtten de gezichten om haar heen en
gunden haar ook een blik op een collectie
armzalige woningen en hutten, die tezamen
een onaanzienlgk dorp vormden.
Ah Yeo kon zij nergens ontdekken, en ter-
wgi haar oogen hem zochten, baande de man,
die straks met Li Weng-Ho's secretaris ge
sproken had en die blijkbaar een persoon van
gewicht was, zich door de rumoerige toe
schouwers een weg naar den draagstoel. Hij
was vergezeld van een vrouw, dik en forsch
maar met een vriendelijk gezicht. Hij zei iets
tegen Kathleen, waarvan het meisje echter
geen syllabe begreep. Toen probeerde hij het
met gebaren en daaruit maakte zij op, dat ze
uit den stoel moest komen. Zij gehoorzaamde,
tegelijkertijd op haar verbonden voet wijzend.
De man wendde zich naar de vrouw naast
hem, voegde haar een paar woorden toe en
onmiddeligk nam zg Kathleen in haar armen
en droeg haar weg alsof zg' een baby was.
XXVI.
Ah Yeo verdwijnt van het tooneel.
De woning, waar Kathleen door de forsche
vrouw heengedragen was, was weinig meer
dan een hut, een bouwsel van een vertrek zon
der verdieping; De kamer was in tweeën ge
deeld door een schot van ruwe matten. Er
was geen stookplaats, maar op de harde
leemen vloer brandde een houtvuurtje, waar
van de rook een zoo goed mogelijk heen
komen zocht.
Zachter dan iemand van deze vrouwetijke
kolos zou hebben verwacht, zette de gast
vrouw het meisje op een ruwen stoel neer.
Een oogenblik nam zg haar gast met nieuws
gierige oogen op, toen, haar gewonden voet
opmerkend, plaatste zg een krukje zoodanig,
dat de voet daarop kon rusten. Kathleen
dankte haar in het Chineesch welke taal de
vrouw blijkbar verstond, want ze gaf onmid
deligk antwoord, echter in een dialect, dat
voor het Engelsche meisje zoo goed als onver
slaanbaar was.
Daarop nam de vrouw een kroes van een
ruwe plank en ging naar buiten. Toen ze en
kele minuten later terugkeerde, was de kroes
gevuld met geitenmelk.
Ze reikte den drank aan Kathleen, die,
omdat de vrouw zoo haar best deed vriende-
lgk te zgn, de nog warme melk aannam en er
langzaam van nipte. Maar het was een heele
zelfoverwinning om die lafenis tot zich te
nemen...
Direct daarop werd de deur geopend en
traden twee mannen binnen: Ah Yeo en de
rooverhoofdman; op het gezicht van den eer
sten lag een eenigszins bezorgde trek. De
vrouw begroette den heuvelbewoner met een
scherpe vraag. De man antwoorde op ge
ruststellenden toon, maar de vrouw praatte
rad en heftig door en daar zij zag dat Ah
Yeo verstond waar het over ging, ondervroeg
Kathleen hem.
„Wat zegt die vrouw?"
„Zg vraagt waar haar man is, en dit heer
schap beweert dat hg het niet weet, maar ik
heb zoo'n idee dat hg liegt!"
„Waarom?"
„Omdat er op den weg hierheen een man
gevallen is en zgn been gebroken heeft en ze
hem hebben laten liggen waar hg is gevallen.
Als nu de man van deze vrouw niet mee terug
gekomen is, ligt de veronderstelling voor de
hand dat hij de gewonde is."
„Hebben ze hem alleen in de duisternis ge
laten met een gebroken been!" riep Kathleen
ontzet uit.
„Och ja," was het onbewogen wederwoord.
„Zoo is dat soort dat in deze bergen rond
zwerft! Maar wat zullen we ons druk maken
om een roover, die zonder twijfel zgn verdien
de loon krggt? Ik heb belangrgk nieuws met
u te bespreken. Die schurk daar heeft de
prgs van uw losgeld verhoogd tot drie duizend
zilveren taels."
„En dat is meer dan uw achtenswaardige
Hoeveel vervelende kwaaltjes zijn er niet,
die voor vrouwen echte dag-bedervers zijn»
een opkomende migraine, zoo'n nare zenuw
hoofdpijn, die U blijft kwellen, telken*
terugkeerende zenuwpijnen, die maar niet
verdwijnen willen, of andere klachten op
gezette tijden, die U het leven vergallen.
Voor èl die gevallen helpen "AKKERTJES"
wondersnel. Ge zult het zelf ondervinden.
Neemt ze in huis. Misschien kunnen ze U
reeds vannacht goed van pas komen bij*
Hoofdpijn, Kiespijn, Spierpijn,Zenuwpijn,
Rheumotische pijnen, Lendenpijn, Vrou-
wenpijn, Migraine, Onbehaaglijkheid.
Overal verkrijgbaar. Per 12 stuks 52 cent.
Volgens recept van Apotheker Dumont
karavanen van vrachtwagens met opschrif
ten als „Valencia aan Madrid Leve de
Republiek", die levensmiddelen aanbrengen
door de straten. Zij worden begroet door een
jubelende menschen massa de vuist in de
lucht gestoken en op de lippen de vraag: „Is
dat sleohts voor het front?" En op de wagens
troonen minstens twee ongeschoren, maar
gelukkige arbeiders, die de hoofdstad met
zwaaiende geweren begroeten. Alle vracht
wagens dragen de namen van de steden, dis
den Madrileenschen „con Saludos" levensmid
delen zenden. Te eten hebben wij dus; maar
iederen avond vullen wij peinzend de badkui
pen slechts voorzichtigheidshalve inge
val de waterleidingen den volgenden dag eens
niet meer zouden functionneeren. Gebrek
aan water dat zou een verschrikkelgke
catastrophe zgn.
Intusschen gaat het leven in Madrid zgn
gang ondanks oorlog en luchtaanvallen.
Het gaat zijn gang, hoewel ook in een anderen
nieuwen vorm. Want den mensch went ten
slotte aan alles.
De over het algemeen zeer goed ingelichte
politieke correspondent van de Morning Post
meldt, dat de verdaging van de coördinatie,
commissie voor een belangrijk deel ls te wg-
ten aan hernieuwde obstructiemanoeuvres van
de Duitsche en Italiaansöhe regeeringen. Het
zou nader gebleken zijn, dat op voorstel van
den president der commissie de maatregelen,
door de verschillende regeeringen genomen
voor de uitvoering van de overeenkomst, op
tafel te leggen, de Duitsche en Italiaansche
afgevaardigden geantwoord hadden dezen
maatregelen niet te kennen, zoodat zij zich
hieromtrent eerst met hun regeeringen in
verbinding moesten stellen.
meester wenscht te betalen?" informeerde
Kathleen smalend.
„Neen," klonk het poeslief. „Het is nog niet
het tiende van hetgeen het hem waard is om
u in Pi-Chow terug te hebben, maar het is
niet de bedoeling van dien schavuit om U te
laten gaan. Kijk hem aan! Ziet U wel, hoe
hg zgn oogen geen seconde van U af heeft?"
Het was maar al te waar, wat Ah Yeo zei.
Al den tgd, dat hg met de vrouw des huizes
had gepraat, had de rooverhoofdman gretige
blikken op Kathleen geworpen, en zich reali-
seerend wat Ah Yeo bedoelde, kreeg het
meisje een kleur als vuur, om direct daarna
doodsbleek te woren.
„Wat wat
„Het is niet alleen mijn achtenswaardige
meester, die gevoel voor schoonheid heeft,"
vervolgde Ah Yeo veelbeteekenend. Het meis
je huiverde toen zij den bergbewoner nog eens
goed op nam en toen ging de secretaris van
den mandarijn voort:
„Over een half uur moet ik weggaan
„Weggaan!" Kathleen schreeuwde het bgna
uit, want hoewel zg den man uit den grond
van haar hart haatte, had zij toch het gevoel,
dat zgn aanwezigheid een soort van bescher
ming zou zijn.
„Ja. Ik word verondersteld naar Pi-Chow
te gaan om voor den drie duizend taels los
prijs te zorgen. Ik twgfel echter of het da
bedoeling is, dat ik de Yamen zal bereiken.
Het lgkt mij waarschgntijker, dat ik onder
weg in de duisternis gedood zal worden."
Kathleen keek hem aan met oogen vol ver
schrikking. Ah Yeo's manier van doen was
zoo ernstig, dat zg geen oogenblik aan da
juistheid van zgn veronderstelling twgfelde.
(Wordt vervolgd.)