Buitenlandsch Overzicht In het Madrid van den burgeroorlog. AKKEWT3ES CHINA Voor Vrouwen vooral NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA No. 7804 EERSTE BLAD ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1936 64ste JAARGANG N.V. WACO Autobusdiensten uitgebreide Dienstregeling Europa's vergeten man. Kerken als kazernes en hospitalen ingericht. Het leven gaat zijn gang - maar in 'andere vorm. FEU ILLETON EEN IN B E N B O LT zijn "AKKERTJES" een ideaal middel akki :r.ca< i-he :ts vjf .x/ De commissie voor de niet-inmenging. Sabotage van Duitschen en Italiaanschen kant? COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet. i Heldersche Courant 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2. Nedert. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, Idem per mail en overige landen 3.20. Losse nos. 4 ct; fr. p. p. 6 ct Weekabonnementen 12 ct Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.—. Modeblad resp. f 1.20, 1.50, 1.50, 1.70. Verschynt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur; P. O. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVEBTENTIENj 20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bjj vooruitbetaling 10 ct per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel, minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct De Duitsche handhaving van de koloniale eischenreacties in Engeland en Frankrijk. - Japan kiest eieren voor zijn geld; het geschil met China. De Koloniale eischen van Duitschland Al heeft de proclama tie van Hitier niet veel sensationeels gebracht het feit, dat Hitier on omwonden verklaard heeft, dat Duitschland zijn koloniale eischen handhaaft, heeft nogal wat stof doen opwaaien en verschillende En gelsche bladen zijn er weinig over gesticht Zoo schrijft de Times, dat de Engelsche pu blieke opinie nooit bereid zal zijn den terug keer van koloniën serieus te overwegen, be halve door een algemeene regeling, en daar tegenover, het practisch afstand doen door Duitschland van den oorlog als een politiek instrument. Op het oogenblik wordt de oorlogsmen taliteit in Duitschland aangemoedigd. Nu concessies doen zou eenvoudig beteeke- nen, dat men Duitschland uitnoodigde morgen met krachtiger eischen te komen. De Morning Post schrijft, dat de terugkeer van de Afrikaansche koloniën naar Duitsch land dit land uitgangspunten zou verschaffen tot nieuwe expansie. Indien de Britsche re geering in plaats van te draaien, ondubbel zinnig verklaard zou hebben, dat zij onder geen omstandigheid koloniën zou afstaan, dan was het wel zeker geweest, dat een procla matie als die van Woensdag niet zou zijn uit gesproken. De Daily Herald bespreekt de proclamatie onder de titels „Zwak verweer" en „Het oude lied". Het blad schrijft, dat Duitschland thans op moet houden met schreeuwen en zich be reid moet verklaren intensief deel te nemen aan de besprekingen, bij welke de Locarno- mogendheden een openhartig onderzoek van den geheelen oeconomischen toestand willen betrekken. De forsche toon van het artikel van de Times duidt er op, zegt de Londensche corr. van de Nw. Rott. Crt., dat het blad, dat voor kort altijd een zeer toegeeflijke houding te genover Duitschland heeft bepleit, aan de practische resultaten van een toenaderings politiek begint te wanhopen. De verlenging van den dienst in Duitsch land, de Duitsche obstructie van de niet- inmengings-overeenkomst en het gevaar, dat Duitschland bij een overwinning van de Spaansche rebellen een rol in de Middelland- sche Zee zal gaan spelen, zijn daar ongetwij feld niet vreemd aan. Belangrijker echter schijnt in dit verband Duitschland's steeds duidelijker wordende weigering een eventueel nieuw Locarno met een gelijksoortige over eenkomst voor Oost-Europa aan te vullen. De Fransche bladen bespreken uitvoerig de proclamatie van Hitier, maar leveren weinig commentaar. De Matin schrijft: Duitschland eischt bij monde van zijn oppersten Leider zijn koloniën terug. Duitschland is van plan door alle mid delen zijn veiligheid en onafhankelijkheid te verzekeren. Het zal zijn militaire toebereid selen aanvullen door een grootsch oecono- misch vier-jaren-plan. Als uitgangspunt voor de buitenlandsche, militaire en oeconomische politiek wordt op het communistische gevaar in Europa gewezen. Het wachtwoord blijft: j,Berlijn tegen Moskou". In de Figaro schrijft d'Ormesson: Een autarkisch vier-jaren-plan is aangekondigd. Beteekent dit een manoeuvre van het Duit sche rijk om te komen tot een bespreking over de koloniën? Zou Duitschland er niet toe ko men om te zeggen: Geef mij koloniën, door middel waarvan ik afstand zal doen van mijn Ersatz-grondstoffen en terug zal keeren tot het normale oeconomische leven? Mevrouw Tabouts schrijft in L'Oeuvre, dat voor het buitenland de voornaamste bedoeling van de redevoering van Hitier was aan te kondigen, dat de koloniale eischen op het oogenblik voorop worden geplaatst. De spanning in het Verre Oosten was da laatste weken weer aar dig tot het kookpunt ge stegen, tengevolge van het anti-Japansche optreden van China. Op het oogenblik schijnt China nationaal te ontwaken, zoo schreef de N.R.Crt. dezer dagen. De onder ling strijdende groepen in het Midden en het Zuiden leggen hun geschillen bij. Tsjiang Kai Sjek, de moeilijk doorgrondbare, die voor den eenen Chinees de nationale held is, en voor den andere de verrader des vaderlands, heeft deze keer in zijn strijd tegen het Zuiden, zijn krach ten slechts gebruikt om een eenheid af te dwin gen; niet om te onderwerpen. Er gaat een strooming van verhoogd zelfbe wustzijn tegenover de Japanners door China, en ook de regeering te Nanking, die een tijd lang zoo murw leek, geeft er van blijk. Zulke stroomingen blijven in China nooit plaatselijk beperkt. Onmiddellijk hebben de Japanners er den weeromstuit van te voelen gekregen in de provincies, die zij reeds veilig meenden te be- heerschen. Opeens bleek daar het woord van Nanking weer te gelden voor de eerst zoo ge willige machthebbers. Door China kunnen plot seling moreele, nationale stroomingen gaan, waartegen Japansche militairen met hun wa pens, zooals ieder ander geweld, machteloos zijn. Waar moeten zg er tegen beginnen, en wat moeten zij doen om de weerbarstigheid te onderdrukken Met het ontstuimige Zuiden vereenigd, be schikt Tsjiang over numeriek ontzaglijke krachten. Daarbij is hij een veldheer. Japan legt daartegenover op het oogenblik onmiskenbare aarzeling aan den dag. De toe stand is gespannen. In de met knalgas geladen atmosfeer zijn reeds vonken gespat: eerst de moord op de twee Japansche journalisten te Tsjeng Toe, en daarna de moord op den ver- chineesten Japanner te Pakhoi. Ter geruststelling kan nog worden gemeld, dat een bericht uit Tokio gezonden is, waaruit men op mag maken, dat de voorzichtigheid het daar voorloopig gewonnen heeft. Men zal om de incidenten geen militaire actie beginnen, maar, de Chineezen er over aansprekende, hun voorstellen, de regeling van deze aangelegen heid tot uitgangspunt te maken van nieuwe vriendschap. Reeds vaak heeft men andere middelen ge bruikt voor dit doel. Men begon er op te slaan, VANAF 1 SEPTEMBER Den Helder - Wieringermeer- Medemblik - Hoorn- Amsterdam v.v. Vraagt gratis hiervan dienstregeling aan onze chauffeurs en ons kantoor Den Helder, Kanaal- weg 137. Tel. 773. en verklaarde dan, er mede te zullen ophouden, als de Chineezen een einde maakten aan de anti-Japaasche propaganda in hun land. Nu wil men blijkbaar aan het andere einde beginnen, en het denkbeeld tot verzoening het eerst naar voren brengen. Men verklaart tevens te erken nen, dat het Tsjiang niet gemakkelijk zal val len, de vriendschap met Japan voor de zijnen aannemelijk te maken. Onvervulde droomen van Halle Selassie. (Van onzen V.P.B. correspondent). Londen, 7 September 1936. De wereld vergeet snel, te snel volgens de meening van den ex-keizer van Abessinië, met wiens lot de geheele wereld een half jaar lang medelijden heeft gehad. Haile Selassie is geen droomer, die onvervulbare wenschen najaagt. Hij heeft zich in rijn toestand geschikt, of schoon het er niet goed bij hem in wil, dat hij nu reeds de „vergeten man" van Europa is. HAILE SELASSIE. Onlangs verklaarde Haile Selassie aan een bezoeker in zijn woning in Princes Gate, dat zijn bekend beroep op het geweten van de wereld hem een bedrag van 3000 pond had opgebracht, dus ongeveer 21.000 gulden. Het betrof hier de kwestie van de met toestem ming van de Bank van Engeland uitgeschre ven leening van den negus, die eigenlijk 200.000 pond moest opbrengen. De negus hield dit bedrag voor noodzakelijk, wilde hg naar Abessinië terugkeeren om de vijande lijkheden tegen Italië weer te hervatten. Wat is er van den „geweldigen schat" geworden, die de negus mee naar Europa zou hebben genomen? Waar zijn de kisten met goud, die hem op zijn reis naar Palestina vergezeld zouden hebben? Waar blijven de opbrengsten van de uitgestrekte landgoederen die hij in Engeland en Zwitserland zou bezit ten? Legenden en nog eens legenden! De negus, die voor 't uitbreken van den oorlog onnoemlijk rijk was, moet in Londen wel dege lijk op de kleintjes passen. Zelfs de f 21.000 waren welkom, hoewel zij eigenlijk niet voor 't particulier gebruik van den negus bestemd waren. Nog steeds bewoont de keizer een huurhuis. Thans is hij van plan een klein land huis in de nabijheid van Londen te koopen, waar hij de rest van zijn levensdagen in ge- pasten eenvoud hoopt te slijten. Nog steeds bestaat het Abessijnsche gezant schap, is dr. Martin de erkende vertegen woordiger van Engeland in Abessinië. Dit gezantschap, dat thans eenzelfde rol speelt als de vele wit-Russische gezantschappen na de werldoorlog, wordt niet alleen door den negus gefinancierd. Ook de „rassen", die hun geloof in den negus nog niet hebben laten varen, dragen een steentje bij. Zoowel voor hen als voor den negus zelf is tenslotte het gezantschap het laatste kenmerk van de Abessijnsche souvereiniteit, het laatste offi ciéél gebouw, waarboven de Abessijnsche vlag wappert. John Yindrich, bijzonder correspondent van United Press, seint uit Madrid: Madrid, 8 September 1936. De burgeroorlog, die voor de poorten van de Spaansche hoofdstad woedt, heeft het leven en het straatbeeld van Madrid volko men veranderd; het is, alsof het vreeselijke woord „oorlog!" de menschen van alle mu ren, uit alle café's en winkels aanstaart. En werkelijk wordt de vreemdeling, die een wan deling door de paseos en calles onderneemt, bij eiken stap er aan herinnerd, dat er op slechts enkele uren afstand van de stad een verbitterden, bloedigen, vertwijfelden strijd wordt gestreden. In alle straten staan gewapende meisjes en vrouwen van de meest verschillende leeftij den, die met collectebusjes rinkelen en de voorbijgangers om giften voor de gewonden, zieken en weezen van de militie vragen; overal hangen groote plakkaten, waarop theatervoorstellingen ten gunste van de ge wonde soldaten worden aangekondigd. De taxi's zijn zoo goed als geheel verdwenen; alle chauffeurs streden aan het front of rijden op vrachtwagens met munitie en proviand voor de troepen; ook de groote roode auto bussen zijn voor het transport van gewonden gerequireerd en schitteren door afwezigheid. Slechts de electrische tram rijdt nog. De bars, bioscopen en theaters zijn óf gesloten, öf door de arbeidersorganisaties in beslag ge nomen; op de caféterrassen zitten heele scha ren militiemannen in blauwe overalls en een soort phyrgische mutsen op het hoofd, die vol trots de hun uitgereikte geweren en re volvers aan hun vrienden laten zien. De stormtroepen de civiele gardisten, die in de stad dienst doen, zijn uitgerust met nieuwe halfautomatische geweren, klaarblijkelijk Winchesters, die weliswaar niet ver dragen, maar uitstekend geschikt voor straatgevech ten moeten zijn. Verder hebben zg boosaardig uitziende lichte machinegeweren van Duitsch fabricaat, die dertig schoten in een razend snel tempo vermogen af te vuren, bij zich. Kerken als kazernes. Voortdurend trillen de huizen door het voorbijrijden van zware vrachtwagens, die op de zijwanden voorzien zijn van de letters „CNT", „UGT" of „FAI" en ook van hamer en sikkel en andere symbolen van de arbei dersorganisaties. De kerken zijn in kazernes, hospitalen of zetels van den staf van de mi litie veranderd. Achter de vensters van de Club der Schoone Kunsten, waar vroeger voorname oude heeren zaten en boven hun koffie insliepen, zitten thans zwaar bewapen de militiesoldaten en voor de deuren staan heele bergen kisten, want een van de meest belangrijke hoofdkwartieren van de militie heeft in de club zijn tenten opgeslagen. Ver derop, bij het Ministerie van Binnenlandsche Zaken, zien wij, dat alle vensters van dit ge bouw met zandzakken gebarricadeerd zijn en overal stuiten wg op kinderen van het Volks front, de zoogenaamde „pioniers", die met be hulp van zand, cement, water en een kleur stof de symbolen van de linksche organisa ties, zooals hamer en sikkel, sterren, enz. op het plaveisel aanbrengen. De kinderen stel len zich daarna bij deze kunstwerken op en vragen aan de voorbijgangers geld voor de hospitalen. Wanneer het lawaai van de vrachtwagens verstomt, hoort men het gerof fel van trommels, waarachter de compag nieën, bataillons en regimenten van de mili tie mannen en vrouwen naar de stations en de frondten marcheeren. Madrid proletariseert zich. Merkwaardig is, hoe snel het Spaansche afscheidswoord „adios" met God dat tot nog toe algemeen gebruikt werd en in vele streken ook als groet geldt, thans verdwenen is. Men heeft het wegens het daarin voorko men van den naam van God afgeschaft en in de plaats daarvan als groet „salud" heil of den socialistischen groet „abur", dat uit het Baskisch of Aragonesisch stammen moet, ingevoerd. Maar niet alleen aan den groet bemerkt men, dat Madrid zich proletariseert; de boorden en dassen verdwijnen, de cos- tuums maken plaats voor de Amerikaansche overalls en ook de schoenen worden door de bevolking meer en meer vervangen door de „alpergatas", de oude Spaansche sandalen. Het enthousiasme is groot. Direct gevoelt men, dat de atmosfeer in Madrid geladen is met enthousiasme en vast beradenheid. Groote groepen luid zingende socialistische, communistische en syndieali- sche demonstranten trekken voortdurend door de straten, de Internationale wordt aan geheven en telkens en telkens hoort men den aan de Fransche verdedigers van Verdun ont leenden uitroep „Zij zullen er niet doorko men!" namelijk de rebellen. Hoewel de sol daten van de militie er zeer dikwijls ruw en wild uitzien, moet men toch toegeven, dat zij in het bijzonder tegenover buitenlanders, die steeds hun nationale kleuren op een band om hun arm of een lintje in hun knoopsgat dra gen, zeer hoffelijk en hulpvaardig zijn. Natuurlijk is de oorlog het onderwerp van het dagelijksch gesprek van alle Madrilleenen vooral de luchtaanvallen, die het maat schappelijk leven uit de café's en restaurants naar de kelders hebben verlegd. Er komt een heel merkwaardige stemming tot stand, wan neer de huisbewoners zich om vijf uur in den morgen in den kelder verdringen, terwijl de Vijandelijke bommenwerpers naderen wan neer de angst vreemden tot vrienden maakt, wanneer het keukenmeisje aan de zijde van de hertogin siddert. Talrijke liefdesgeschie denissen moeten in de kelders hun aanvang gevonden hebben! Intusschen rijden buiten de auto's en de trams met blauwe lampen, om niet door de vijandelijke vliegers ontdekt te worden maar de straatlantaarns verspreiden een hel der licht. Iemand heeft vergeten den stroom uit te schakelen. Zelfs de bedelaars z(jn verdwenen. Ja, en zeer zonderling doet in Madrid de volkomen afwezigheid van schoenpoetsers en straatkooplieden aan. Zij staan aan het front; en wonder boven wonder, zelfs de bedelaars zijn verdwenen. Ook zij strgden voor het Volksfront. Daarvoor in de plaats werkt echter de radio 24 uren per dag. Berichten worden niet uitgezonden, de uitzendingen bestaan uit gramofoonmuziek. De meest ge liefde plaat van de regeering schijnt „I'm in Heaven" uit „Top Hat" te zijn, want men brengt deze melodie steeds weer ten gehoore. Ook „Sunny Boy" had men weer te voorschijn gehaald, maar klaarblijkelijk zijn er bezwaren ingekomen, want „Sonny Boy" is geheel ver stomd. De verveelde luisteraars verdrijven zich den tijd met het afstellen op de zenders van de rebellen, hoofdzakelijk op Sevilla, waar generaal Queipo de Llano zijn beroemd geworden radio-toespraken houdt. De stem van den generaal die de schoonvader van Niceto Alcala Zamorra is, komt dik en sappig uit den luidspreker en soldaten van de militie troepen beweren, dat hij zich voor zijn toe spraak moed zou indrinken. De lange rijen huisvrouwen, die tot nu toe eiken morgen op de vleeschmarkt stonden, zijn snel aan het verdwijnen. Niet dat Madrid thans een overvloed van vleesch heeft; maar in ieder geval rijden voortdurend geheele UIT HET ENGELSCH DOOR 38 Een oogenblik bekeek de man haar met nieuwsgierige oogen, toen gaf hg een schreeuw en enkele andere drongen om den stoel om haar aan te zien. Ze hadden hetzelfde type als de man met de lantaarn en waren allen ge wapend. De mannen begonnen opgewonden met elkaar te redeneeren in een taal, waarvan Kathleen niets verstond maar die in elk geval geen Chineesch was; nog meer mannen voeg den zich bg de groep tot er ongeveer eer dozijn bgeen waren, die allen deelnamen aan de levendige discussie. Na eenige minuten gingen zg een paar passen terug en Kathleen ontdekte een vast gebonden gestalte die naast den stoel stond. Het was Ah Yeo, en toen zg' naar hem keek, begon hij te spreken. „Het schijnt dat het ons niet gegeven is de reis naar Pi Chow rechtsreekt te maken, edele dame." ..Dt lgkt mij ook!" antwoordde ze en vroeg toen: „Wie zgn die mannen?" ,tIk weet het niet met zekerheid, zg hebben Veel van Wha Miaoe, den beruchten roover- stam, maar ze zijn nog wilder en krggszuch- tiger. Een of ander soort bergvolk, vermoed ik, dat in verborgen uithoeken van de heuvels woont." „Wat zouden ze met ons doen?" „Dat staat nog te bezien," klonk het som ber. „Ze zullen ons direct dooden of ons vast houden om een losprijs te verdienen. We zul len het laatste maar hopen en eerlgk gezegd lijkt mij dat vooralsnog het waarschgnlijkste, want wat hebben ze aan onze lgken? En als mgn edele meester een hoog bedrag voor U moet betalen, zal hg u des te hooger waar- deeren!" Het meisje negeerde dezen schimpscheut en terwgi ze den blik van hem afwendde en naar de roovers keek, kwam een van hen op Ah Yeo toe en sprak hem aan in een weinig beschaafd klinkend, met dialect dooreenge- mengd Chineesch. Kathleen probeerde er iets van op te vangen, maar slaagde daar niet in; de secretaris scheen evenwel den zin van 's mans woorden te begrijpen; want hg gaf be scheid op zachten, ernstigen toon. Verscheidene keeren maakten de anderen tegenwerpingen en eenmaal wees hij met de hand naar Kath leen. De- stem en de gebaren van den secre taris werden dringender en de roover verliet hem om met zgn metgezellen te overleggen. Ah Yeo keerde het hoofd naar haar om. „We liggen nu op de weegschaal," deelde hij mee. „Ik heb duizend zilveren taels voor uw bevrijding geboden." „En hoe wilt u aan dat geld komen?" „Mgn achtenswaardige meester is onmetetijk rijk," gaf hg zoetsappig ten ontwoord. „Het kan hem niets schelen om dien prgs te beta len voor zijn speelgoed!" Het meisje werd vuurrood en toen zg in haar stoel terugkromp, was er weer die dui- velsche glimlach op Ah Yeo's gezicht. Hg zweeg, maar een paar minuten later toen de woordvoerder van de roovers den draagstoel opnieuw naderde, hernam hg: „Nu zullen we zien naar welken kant de balans doorslaat." De roover sprak enkele oogenblikken met hem, daarbg tweemaal op Kathleen wgzend en riep Ah Yeo haar toe: „Voorloopig is ons laatste uur nog niet ge slagen, deugdzame vrouwe. Deze heeren ge ven terecht de voorkeur aan duizend taels boven het voldoen van hun slachtoffer-instinc ten. Wij worden in ggzeling gehouden. Boeddha zij met ons!" Een paar seconden later trok een der roo vers aan de gordgnen van den stoel. Deze laatste werd ruw opgetild en de colonne zette zich in beweging. Geruimen tgd later, naar het Kathleen toe scheen, wekten een plotselinge schok van den draagstoel en een gegons van luidruchtige stemmen haar uit de trieste overpeinzingen, waaraan zg zich gedurende den tocht had overgegeven. Lichten flakkerden door de gor dgnen, eenige malen bonsden menschen tegen den nu stilstaanden stoel en door het algemeen geraas heen hoorde zg het scherpe gekef van honden. Ze lichtte het gordgn op en keek op zich heen. Een volksmenigte van hetzelfde type als de mannen, die hen gevangen genomen hadden, stond bijeengedromd; ook vrouwen waren erbg; vrouwen die opvielen door haar won derlijken haardos. Sommigen hadden het haar als een hoorn op zg gedraaid, anderen droe gen het als een spitsen toren boven op het hoofd. Een paar dozgn lantaarns en toortsen verlichtten de gezichten om haar heen en gunden haar ook een blik op een collectie armzalige woningen en hutten, die tezamen een onaanzienlgk dorp vormden. Ah Yeo kon zij nergens ontdekken, en ter- wgi haar oogen hem zochten, baande de man, die straks met Li Weng-Ho's secretaris ge sproken had en die blijkbaar een persoon van gewicht was, zich door de rumoerige toe schouwers een weg naar den draagstoel. Hij was vergezeld van een vrouw, dik en forsch maar met een vriendelijk gezicht. Hij zei iets tegen Kathleen, waarvan het meisje echter geen syllabe begreep. Toen probeerde hij het met gebaren en daaruit maakte zij op, dat ze uit den stoel moest komen. Zij gehoorzaamde, tegelijkertijd op haar verbonden voet wijzend. De man wendde zich naar de vrouw naast hem, voegde haar een paar woorden toe en onmiddeligk nam zg Kathleen in haar armen en droeg haar weg alsof zg' een baby was. XXVI. Ah Yeo verdwijnt van het tooneel. De woning, waar Kathleen door de forsche vrouw heengedragen was, was weinig meer dan een hut, een bouwsel van een vertrek zon der verdieping; De kamer was in tweeën ge deeld door een schot van ruwe matten. Er was geen stookplaats, maar op de harde leemen vloer brandde een houtvuurtje, waar van de rook een zoo goed mogelijk heen komen zocht. Zachter dan iemand van deze vrouwetijke kolos zou hebben verwacht, zette de gast vrouw het meisje op een ruwen stoel neer. Een oogenblik nam zg haar gast met nieuws gierige oogen op, toen, haar gewonden voet opmerkend, plaatste zg een krukje zoodanig, dat de voet daarop kon rusten. Kathleen dankte haar in het Chineesch welke taal de vrouw blijkbar verstond, want ze gaf onmid deligk antwoord, echter in een dialect, dat voor het Engelsche meisje zoo goed als onver slaanbaar was. Daarop nam de vrouw een kroes van een ruwe plank en ging naar buiten. Toen ze en kele minuten later terugkeerde, was de kroes gevuld met geitenmelk. Ze reikte den drank aan Kathleen, die, omdat de vrouw zoo haar best deed vriende- lgk te zgn, de nog warme melk aannam en er langzaam van nipte. Maar het was een heele zelfoverwinning om die lafenis tot zich te nemen... Direct daarop werd de deur geopend en traden twee mannen binnen: Ah Yeo en de rooverhoofdman; op het gezicht van den eer sten lag een eenigszins bezorgde trek. De vrouw begroette den heuvelbewoner met een scherpe vraag. De man antwoorde op ge ruststellenden toon, maar de vrouw praatte rad en heftig door en daar zij zag dat Ah Yeo verstond waar het over ging, ondervroeg Kathleen hem. „Wat zegt die vrouw?" „Zg vraagt waar haar man is, en dit heer schap beweert dat hg het niet weet, maar ik heb zoo'n idee dat hg liegt!" „Waarom?" „Omdat er op den weg hierheen een man gevallen is en zgn been gebroken heeft en ze hem hebben laten liggen waar hg is gevallen. Als nu de man van deze vrouw niet mee terug gekomen is, ligt de veronderstelling voor de hand dat hij de gewonde is." „Hebben ze hem alleen in de duisternis ge laten met een gebroken been!" riep Kathleen ontzet uit. „Och ja," was het onbewogen wederwoord. „Zoo is dat soort dat in deze bergen rond zwerft! Maar wat zullen we ons druk maken om een roover, die zonder twijfel zgn verdien de loon krggt? Ik heb belangrgk nieuws met u te bespreken. Die schurk daar heeft de prgs van uw losgeld verhoogd tot drie duizend zilveren taels." „En dat is meer dan uw achtenswaardige Hoeveel vervelende kwaaltjes zijn er niet, die voor vrouwen echte dag-bedervers zijn» een opkomende migraine, zoo'n nare zenuw hoofdpijn, die U blijft kwellen, telken* terugkeerende zenuwpijnen, die maar niet verdwijnen willen, of andere klachten op gezette tijden, die U het leven vergallen. Voor èl die gevallen helpen "AKKERTJES" wondersnel. Ge zult het zelf ondervinden. Neemt ze in huis. Misschien kunnen ze U reeds vannacht goed van pas komen bij* Hoofdpijn, Kiespijn, Spierpijn,Zenuwpijn, Rheumotische pijnen, Lendenpijn, Vrou- wenpijn, Migraine, Onbehaaglijkheid. Overal verkrijgbaar. Per 12 stuks 52 cent. Volgens recept van Apotheker Dumont karavanen van vrachtwagens met opschrif ten als „Valencia aan Madrid Leve de Republiek", die levensmiddelen aanbrengen door de straten. Zij worden begroet door een jubelende menschen massa de vuist in de lucht gestoken en op de lippen de vraag: „Is dat sleohts voor het front?" En op de wagens troonen minstens twee ongeschoren, maar gelukkige arbeiders, die de hoofdstad met zwaaiende geweren begroeten. Alle vracht wagens dragen de namen van de steden, dis den Madrileenschen „con Saludos" levensmid delen zenden. Te eten hebben wij dus; maar iederen avond vullen wij peinzend de badkui pen slechts voorzichtigheidshalve inge val de waterleidingen den volgenden dag eens niet meer zouden functionneeren. Gebrek aan water dat zou een verschrikkelgke catastrophe zgn. Intusschen gaat het leven in Madrid zgn gang ondanks oorlog en luchtaanvallen. Het gaat zijn gang, hoewel ook in een anderen nieuwen vorm. Want den mensch went ten slotte aan alles. De over het algemeen zeer goed ingelichte politieke correspondent van de Morning Post meldt, dat de verdaging van de coördinatie, commissie voor een belangrijk deel ls te wg- ten aan hernieuwde obstructiemanoeuvres van de Duitsche en Italiaansöhe regeeringen. Het zou nader gebleken zijn, dat op voorstel van den president der commissie de maatregelen, door de verschillende regeeringen genomen voor de uitvoering van de overeenkomst, op tafel te leggen, de Duitsche en Italiaansche afgevaardigden geantwoord hadden dezen maatregelen niet te kennen, zoodat zij zich hieromtrent eerst met hun regeeringen in verbinding moesten stellen. meester wenscht te betalen?" informeerde Kathleen smalend. „Neen," klonk het poeslief. „Het is nog niet het tiende van hetgeen het hem waard is om u in Pi-Chow terug te hebben, maar het is niet de bedoeling van dien schavuit om U te laten gaan. Kijk hem aan! Ziet U wel, hoe hg zgn oogen geen seconde van U af heeft?" Het was maar al te waar, wat Ah Yeo zei. Al den tgd, dat hg met de vrouw des huizes had gepraat, had de rooverhoofdman gretige blikken op Kathleen geworpen, en zich reali- seerend wat Ah Yeo bedoelde, kreeg het meisje een kleur als vuur, om direct daarna doodsbleek te woren. „Wat wat „Het is niet alleen mijn achtenswaardige meester, die gevoel voor schoonheid heeft," vervolgde Ah Yeo veelbeteekenend. Het meis je huiverde toen zij den bergbewoner nog eens goed op nam en toen ging de secretaris van den mandarijn voort: „Over een half uur moet ik weggaan „Weggaan!" Kathleen schreeuwde het bgna uit, want hoewel zg den man uit den grond van haar hart haatte, had zij toch het gevoel, dat zgn aanwezigheid een soort van bescher ming zou zijn. „Ja. Ik word verondersteld naar Pi-Chow te gaan om voor den drie duizend taels los prijs te zorgen. Ik twgfel echter of het da bedoeling is, dat ik de Yamen zal bereiken. Het lgkt mij waarschgntijker, dat ik onder weg in de duisternis gedood zal worden." Kathleen keek hem aan met oogen vol ver schrikking. Ah Yeo's manier van doen was zoo ernstig, dat zg geen oogenblik aan da juistheid van zgn veronderstelling twgfelde. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 1