Buitenlandsch Overzicht.
WIELERBAAJTWBERINOEN
CHINA
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
REIST PER WACO-
Ho. 7808 EERSTE BLAD
ZATERDAG 19 SEPTEMBER 1936
64ste JAARGANG
AUTOBU S Dl E N STEN
naarHOORN, EDAM,AMSTERDAM
en GEHEEL WEST-FRIESLAND
De binnenlandsche moeilijkheden
in Frankrijk.
Een verklaring van den Franschen
minister van handel.
Ontstemming te Weenen.
Horthy naar Italië.
PIJNENBURG - SLAATS enz.
EEN
IN
B E N B O LT
xxvm.
rAKKEcS rat
E {jet daar vooratop!
MKEKÏJiS CACHET5)
AMERIKA WIL
PARAAT ZIJN.
Palestijnsch resume.
Negus doet beroep op
Haagsche Hof.
COURANT
Abonnement per 3 maanden btf vooruitbet: Heldersche Courant 1.50; Koe gras,
Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en TöceT 1.65; binnenland 2.
Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overige
mtfr--:--xj. 'inden 3.20. Losse nos. 4 ct; fr. p. p. 6 ct Weekabonnementen 12 ct
Zondagsblad reep. 0.50, 0.70, 0.70, 1.—. Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE B<JpR Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Glrorekening No. 16066.
ADVERTENTIE Nt
20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) b(j vooruitbetaling
10 ct per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel,
minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct
per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct
De vijf mogendheden bereiden zich voor op de conferentie, welke
in October a.s. gehouden wordt De houding van Duitschland
en Italië - De politiek van Blum, den Franschen premier.
Het lot van de
conferentie
van vijf.
Zooals men weet is
door de Engelsche regee
ring het plan geopperd
om de Conferentie van
Vjjf 19 October te doen
aanvangen. Nog onge
veer 5 weken resten den Mogendheden om
zich voor deze gewichtige conferentie voor te
bereiden. Dat is ruim voldoende, doch Italië
en Duitschland klagen over tijdsgebrek, het
geen niet op een erg goeden wil wijst. Het
voorwendsel van tijdsgebrek moet als een uit
vlucht gekarakteriseerd worden, in feite gaat
het om heel andere dingen!
De „Temps" zegt daarover:
Italië wil niet aan een gezamenlijke confe
rentie deelnemen voor de Abessijnsche kwestie
geliquideerd is. De medewerking van Musso-
lini aan een Europeesch plan is slechts te ver
krijgen door de aanvaarding zonder eenig
voorbehoud van de uitgemaakte zaak in Oost-
Afrika en op deze wijze wil hij de militaire
overwinning van maarschalk Badoglio door
een diplomatieke overwinning voltooien.
Deze moeilijkheden, zal een ieder duidelijk
zijn, hoe groote ze ook schijnen te zijn, moeten
opgelost worden. De diplomatie bezit voldoen
de middelen om een toestand te regelen, die
in feite niet meer te veranderen is.
Het blad vervolgt dan:
Maar met de Duitsche bezwaren is het an
ders gesteld, want deze zijn ontsproten aan
redenen van algemeene politiek. Duitschland,
dat zich aan dubbele verdragschennis heeft
schuldig gemaakt, heeft feitelijk het grootste
belang den daardoor geschapen toestand door
een algemeene conferentie te regelen.
Maar Duitschland wenscht geen alge
meen Europeesch debat, waarbij het zijn
kaarten op tafel zou moeten leggen, met
het gevolg, dat het er dan waarschijnlijk
niet erg goed zou afkomen in de oogen
van de wereldmeennig. De in Neurenberg
gehouden redevoeringen bewijzen boven
dien, dat het Rijk aan geen besprekingen
wil deelnemen waarbij ook Rusland ver
tegenwoordigd zou zijn. Maar er bestaat
geen algemeen geldend reglement in
Europa, krachtens hetwelk men één mo
gendheid of een groep van mogendheden
zou kunnen uitsluiten van deelneming.
Toch is het duidelijk, dat men de pogingen
om een vruchtbare mogelijkheid van gedaoh-
■tenwisseling te vinden, moet voortzetten, maar
de Engelschen, die zoo bijzonder aan deze poli
tiek gehecht zijn, beginnen nu met eenig pes
simisme het internationaal aspect te belqjken.
Hun stelling, dat de conferentie geen enkel
probleem uit den weg moet gaan, is redelijk en
gerecht, maar het zal moeilijk zijn, bij den te
Berlijn heerschenden geest, om haar daar te
doen aanvaarden.
Dat moge ook blijken uit de zoo juist ge
houden redevoeringen te Neurenberg. Deze
toch hebben de internationale sfeer volkomen
gewijzigd, in dien zin, dat zij een juist tegen-
overgestelden indruk op Engeland en de V.S.
gemaakt hebben als de Nat—Socialisten zelf
wel verwacht hebben.
De Duitschers, die zoo gaarne steunpunten
in Engeland vestigen, weten nochtans dat, zoo
men niet mocht slagen met een nieuw systeem
van veiligheid in het Westen, de waarborgen,
die Engeland aan Frankrijk en België heeft
gegeven definitief zullen worden, maar blind
als ze zijn door hun nieuwe mystiek, ontken
nen ze alle realiteiten en zijn bereid alles op
te offeren aan het stelsel waaraan ze zich
blindelings hebben overgegeven.
Blum
in Binnen' en
Buitenland
Blum is een typisch
minister-president. Hij is
ongetwijfeld de meest
geschikte persoon, die de
Fransche regeering ooit
op die plaats gehad
heeft. En als we dit zeggen, dan bedoelen we
we dat ten opzichte van de buitenlandsche
politiek. Niet alleen omdat hij zich in deze een
goed diplomaat getoond heeft, maar ook om
dat hij daarbij over een dosis geluk heeft te
beschikken, die een staatsman beslist niet
missen kan. Duitschland heeft met haar jong
ste redevoeringen in Neurenberg een wig wil
len drijven tusschen de Europeesohe betrek
kingen en nu ziet het, dat Moskou en Parijs
als gevolg daarvan néder tot elkaar gekomen
zijn. Ook de Fransche toenadering tot Polen
is onder Blum's leiding tot stand gekomen. En
bovendien is nu weer van een versterkten
band tusschen de leden van de Kleine Entente
sprake. Dat beteekent weer vergrooting van
de veiligheid van Frankrijk.
Dit zijn allemaal goede dingen, die zeer ten
gunste van Blum's leiding spreken, ook al
heeft hij dit niet alles zelf bewerkt. De
N.R.Crt. zegt:
Frankrijk wordt een te veiliger vriend, naar
mate het een minder vijandige politiek tegen
over Duitschland voert. De Oost-Europeesche
staten hebben niet te vreezen, dat Blum trach
ten zal hen voor een Poolsch wagentje van
anti-Duitschheld te spannen. Hij toont zich
steeds bereid, met Berlijn in vriendschap te
praten. Dit wordt vooral te Londen gewaar
deerd. Een Londensche correspondent schreef
dezer dagen, dat Frankrijk in langen tijd geen
minister-president heeft gehad, die zich in zoo
hoog aanzien te Londen mocht verheugen als
Blum.
Dit is van groot belang voor de positie
van Frankrijk, daar wantrouwen in de be
doelingen van Parijs, en de vrees, voor
onsympathieke Fransche doeleinden te
worden gespannen, totnogtoe de krachtig
ste beletselen hebben gevormd voor ware
bereidwilligheid te Londen, met Frankrijk
samen te werken.
Dat Laval deze, toch al te ongunstige stem
ming niet verbeterd heeft, hoeft geen betoog.
Een tegengif tegen de houding van Laval in
de Abessijnsche aangelegenheid had Engeland
dringend noodig. Blum schijnt niet slecht
daarvoor te dienen.
Hoe geheel anders vergaat het dienzelfden
Blum in zijn binnenlandsche politiek. Zijn New
Deal blijft het wantrouwen wekken van het
Fransche kapitaal, al spreekt Vincent Auriol,
de minister van financiën, het nog zoo gerust-
Inlichtingen WACO,
Kanaalweg 137, Den Helder - Tel. 773
stellend toe. De stakingen blijven voortduren,
omdat duurte de verhooging van loonen en
salarissen, uiteraard, op den voet is gevolgd.
Auriol is vol moed ten opzichte van het resul
taat van het experiment, maar de psycholo
gische uitwerking is ongunstig. Bij deze con
stateering zullen wij het laten. Men moet af
wachten.
De bezetting van de fabrieken door stakers
schijnt een aanvaard stelsel te worden, al heeft
de regeering ook in den Senaat beloofd, het
niet meer te zullen dulden. Het gaat kalm
door. Men kan voorspellen, dat er toch wel
eens weer een regeering zal komen, die dezen
nieuwen vorm van druk op den werkgever
onvereenigbaar vindt met de rechten van het
bezit, welke ook Blum,' volgens Auriol's eigen
woorden, volstrekt onaangetast wil laten. De
ongelukken, die Blum meent te moeten ont
wijken, zouden dan te erger kunnen uitvallen,
omdat het stelsel reeds diep wortel geschoten
zou hebben.
Thiriez zet het standpunt der
werkgevers uiteen.
Donderdagmorgen zijn te Parijs de onder
handelingen voortgezet om tot een oplossing
in het conflict in de textielindustrie te komen.
Om kwart voor tien heeft Chautemps de af
gevaardigden der werknemers ontvangen; Sa-
lengro heeft een onderhoud gehad met de af
gevaardigden der werkgevers, waarbij Blum
niet tegenwoordig was.
Thiriez, de voorzitter der afgevaardigden
der werkgevers, heeft tegenover de pers nog
een verklaring afgelegd. „Na blijk te hebben
gegeven", aldus Thiriez, „van onzen wil tot
verzoening, hebben wij van de regeering
geëischt om eenerzijds de bezetting der fa
brieken in de toekomst te verbieden, ander
zijds nauwkeurig aan te geven, welke de rech
ten en de plichten van de arbeidersafgevaar
digden zullen zijn. En verder, dat hun be
voegdheden en wijze van verkiezing van dien
aard zullen zijn, dat het gevaar der werk
gevers er niet onder te lijden zal hebben.
Eerst, wanneer ons op deze punten genoeg
doening zal zijn verschaft, kunnen wij salaris
kwesties onder oogen zien.
Over zijn reis naar Warschau en
Berlijn.
In een verklaring betreffende zijn reis naar
Warschau en Berlijn, zeide de minister van
handel, Bastid, zeer tevreden te zijn over de
resultaten.
„Ik vond in Polen," aldus Bastid, een
Frankrijk gunstig gezinde sfeer en onder
vond, dat allen met wie ik gesproken heb,
bezield waren met den wensch, alle kwesties
uit den weg te ruimen, die een beletsel zouden
kunnen vormen voor onze goede betrekkin
gen.
Te Berlijn heb ik slechts enkele uren ver
toefd en was daar de gast van dr. Schacht,
met wien ik de besprekingen voortzette, die
hij zelf te Parijs had geopend. Hieruit moge
blijken, dat het contact niet verbroken is en
dat de regeeringen der beide landen van den
gemeenschappelijken wensch bezield zijn, hun
handelsbetrekkingen op bevredigende en sta
biele grondslagen te vestigen. Wij zijn, men
begrijpe dit goed, nog slechts in het begin
stadium. De onderhandelingen zullen in den
loop van October hervat worden.
DE GRAAF VAN COVADONGA.
De zoon van den ex-koning van Spanje, de
graaf van Covadonga, die te New York ziek
ligt, schijnt het na nogmaals in levensgevaar
te zijn geweest, weer iets beter te maken. Hfl
heeft zijn elfde bloedtransfusie ondergaan.
Zijn moeder, die thans bij hem is, hoopt hem
mee te kunnen nemen naar Europa.
Over de uitlating nopens Oosten
rijks wapening te Bratislava.
In Weensche politieke kringen, die onder de
huidige omstandigheden natuurlijk met die
der regeering identiek zijn, heeft de passage
in de besluiten van de Kleine Entente nopens
Oostenrijk groote bevreemding gewekt en
voor zoover de sferen van de „nationalen"
betreft, zelfs een heftig protest uitgelokt. De
eerste publicatie van de besluiten van Bratis
lava geschiedde te Weenen in den tekst van het
officieele Tsjecho-slowaaksche persbureau,
waarin men thans slechts een heel algemeen
gehouden zinsnede over Oostenrijk aantreft.
Pas later werd de tekst bekend gemaakt, die
vaststelt, dat de wapening van Oostenrijk de
betrekkingen van dezen staat met de Kleine
Entente slechter heeft gemaakt. Daar uit de
besluiten tevens blijkt, dat de Kleine Entente
zelf eveneens haar wapening wil versterken
en zich ten aanzien van haar veiligheid niet
meer uitsluitend op den Volkenbond verlaat,
is men te Weenen de meening toegedaan, dat
de passage nopens Oostenrijk een inmenging
beteekent in de binnenlandsche zaken van
souvereinen staat en daarom van de hand
moeten worden gewezen.
Men zegt, dat staatssecretaris Schmid, die
thans te Rome vertoeft, telefonisch opdracht
heeft gekregen over dit thema te spreken
met den duce. Tevens zou een drukke ge-
dachtenwisseling tusschen Weenen en Boeda
pest gaande zijn, daar men ook te Boeda
pest ernstig ontstemd is over Bratislava.
Naar de Times uit Rome vernam, is in de
besprekingen van Schmidt met Mussolini en
Ciano besloten binnenkort te Weenen een bij
eenkomst te beleggen van de ministers van
buitenlandsche zaken van Italië, Oostenrijk
en Hongarije, overeenkomstig het daartoe in
de protocollen van Rome bepaalde.
Na zijn bezoek aan Hitier zou hij
weer den nadruk op de Italiaansch-
Hongaarsche vriendschap willen leg
gen.
Hoewel officieel nog niets bekend gewor
den is en men in bevoegde kringen te Boeda
pest de grootste reserve in acht neemt, schijnt
het toch zeer waarschijnlijk, dat de Hongaar-
sche regent Horthy binnenkort en mogelijk
nog voor het einde van de maand een bezoek
aan Rome zal brengen. Men gelooft niet, dat
dit bezoek een officieel karakter zal dragen.
Niettemin zal hij ongetwijfeld gelegenheid
vinden met de leidende Italiaansche personen
in contact te komen.
Naar verluidt, dat het bezoek van Horthy
er voor, om na zijn bespreking met Hitier te
Berchtesgaden den nadruk te leggen op de
Hongaarseh-Italiaansche vriendschap. Hoewel
uit dit bezoek zou blijken, dat Hongarije
meer prijs stelt op de Italiaansche vriend
schap, dan op de Duitsche, blijft het tegen
over beide staten zijn volstrekte onafhanke
lijkheid bewaren.
CONFLICT TUSSCHEN CHINA EN JAPAN
VERMEDEN.
Het gevaar voor een conflict tusschen Chi-
neesche en Japansche troepen te Pakhoi is
ZATERDAG 19 SEPT., 6.30 u., komen
ENORM PROGRAMMA
KAARTEN PER TELEFOON 66, HIPPOLYTUSHOEF
FEUILLETON
UIT HET ENQELSOH
DOOR
41
„Tijd om wakker te worden, Dokter Fop-
syth, en tijd om weg te gaan."
„Waarom?" vroeg Forsyth, onmiddellijk
op zijn qui vive.
„Bewoners van het dorp hebben in de gaten
dat wij hier zijn en dat staat ze niet aan.
Vragen eigenaar van de herberg ons weg te
sturen. Groote gekken!" voegde hij er smalend
aan toe.
„Dus we moeten meteen vertrekken?"
„Eigenaar vindt het beroerd, zegt hjj, maar
hij zegt ja. Voelt er niets voor zijn herberg
met steenen gebombardeerd."
„En wat gebeurt er als we vertrekken?"
„Weet ik niet. Veel menschen buiten. Be
driegen onszullen ons misschien slaan,
misschien met steenen gooien. Daar staan ze."
Ching voerde den dokter naar een ga, in den
muur, dat diende om licht en lucht toe te laten,
forsyth keek naar buiten. Voor de herberg
was een opgewonden menigte, mannen, vrou
wen en kinderen samengestroomd. Een man
sprak de menschen te, maar het geroezemoes
Was zoo hevig, dat de dokter niets kon opvan
gen van wat hij zei. Ching gaf uitleg.
».Ik heb het daarnet kunnen verstaan. Hij
vertelde U en Missie Barrington vreemde hon
den en dat China niet wil"
Een geschreeuw van beneden verdrong
Ching's stem en toen hjj omlaag keek, zag
Forsyth dat z(j ontdekt waren. Toen zij zich
teruggetrokken hadden groeide het gescheeuw
aan tot een wild geloei en de volgende seconde
vloog een steen door de opening om met een
plof tegen den tegenovergestelden muur te
belanden.
Voor bewezera diensten.
Er gleed een bezorgde trek over Forsyth'e
gezicht en naar Kathleen gaande, die door
het rumoer bulten gewekt was, zette hjj haar
den toestand uiteen.
„Misschien zijn ze tevreden gesteld als we
weggaan," opperde het meisje.
„Het is mogelijk," gaf Forsyth toe, maar
aan den anderen kant
Een donderend salvo van steenen tegen de
muren en een nieuw gejoel onderbraken hem.
Enkele van de projectielen drongen door het
gat en Forsyth nam Kathleen haastig bij den
arm om haar buiten het schotsveld in veilig
heid te brengen.
„Zoolang ze in deze stemming zijn, vrees
ik dat we hier niet vandaan kunnen," sprak
hjj rustig. „Zoo'n beschieting zonder dat we
dekking hebben, is levensgevaarlijk. Het is 't
beste om het maar op een belegering te laten
aankomen."
Hij wendde zich met een kort bevel tot
Ching.
„In orde," was het bescheid en oogenblik-
kelijk werd de ruwe ladder, die toegang gaf
tot den zolder opgeheschen. Deze strategische
zet geschiedde juist op tijd, want op hetzelfde
©ogenblik bolderde een troepje mannen den
stal in. De kerels brulden van teleurstelling,
toen zjj de ladder zagen verdwijnen; hun
oorlogskreten werden door een gehuil van
buiten beantwoord en opnieuw gaven de be
legeraars de volle laag met steenen en afval.
Forsyh voegde zich b(j Kathleen om haar
gerust te stellen.
„Er is geen reden om je al te angstig te
maken, kindje. Tenzij ze den boei in brand
steken, kunnen ze ons niet veel kwaad doen.
En je weet hoe het Chineesche gepeupel is.
Over een paar uur krijgen ze genoeg van het
spelletje en dan kunnen we, als het nacht
wordt, misschien in de duisternis ontsnappen."
Het meisje glimlacht een beetje bedrukt.
„Het schjjnt ons noodlot te zjjn om altjjd in
de duisternis te moeten ontsnappen, liefste,"
Eensklaps ging hjj op geheel anderen toon
voort. „Maar ik vraag me af, wat er nu aan
de hand is?"
Het schreeuwen en tieren buiten was als bij
tooverslag verstomd en alleen een licht stem-
men-gegons was nog hoorbaar. Voor Forsyth
en zjjn metgezellen had die betrekkelijke stilte
iets onheilspellends het scheen een stilte
vóór den storm en Ching kroop naar den
muur op verkenning uit.
De menigte had de herberg thans den rug
toegekeerd en hield de oogen gericht op het zij
pad, dat naar den hoofdweg leidde. Langs dat
pad naderde een detachement ruiters in uni
form gelukkig niet meer de uniform van
Li Weng-Ho's Yam en en te midden van deze
cavalcade waren niet minder dan zeven draag
stoelen, door koelies op de schouders getorst,
zichtbaar. Aan elke zijde van de stoelen
liepen eveneens geüniformeerde mannen
het was blijkbaar de familie of hofhouding van
een hooggeplaatst personage.
„Wat is dat, Ching?"
„De stoet van een mandarijn of misschien
wel de gouverneur van deze provinci. Heele
hooge oome, in elk geval!"
„Dan zullen we misschien toch een kansje
hebben om weg te komen."
„Misschien," meende Ching, 'n tikje wan
trouwend. „Misschien ook niet! Alles hangt
nu af van de hooge oome!"
De optocht kwam steeds dichterbij, een
man op een muildier reed in draf vooruit en
zei iets tot de verzamelde menigte. Een paar
wezen naar het gebouw, waar de vluchtelin
gen nu alle drie het verloop der gebeurtenis
sen in spanning gadesloegen, terwijl de helft
van de drom luide explicaties ten beste gaf.
Na eenigen tijd keerde de bode zijn rijdier
om, voegde zich weer bij den stoet, ging naar
een door vier koelies gedragen stoel rijden en
gaf den inzittende een omstandig verslag van
zijn bevinding, zooals de aandachtige toe
schouwers van de herberg op den hooizolder
duidelijk konden zien. Plotseling verscheen
een man, die een langen bamboepaal droeg,
waaraan een papleren draak hing.
Deze bevestigde hij aan een houten hek vóór
herberg, verdween weer en kwam nog geen
minuut later terug met een snoer winpels en
vaantjes.
„Aha!" kwam het opgelucht over Forsyth's
lippen; „de attributen van een regeeringsver-
tegenwordiger! Je had gelijk, Ching, de mijn
heer in den stoel moet inderdaad een heel
hooge piet zijn. Enfin, hoe hooger hoe beter,
want zoo iemand zal allicht eenig verantwor-
deUjkheidsgevoei beziten."
Ruiters, soldaten en draagstoelen hielden
voor de herberg stil en een oogenblik later
boog heel de troep bijeengestroomde dorpe
lingen zich diep in het stof.
Forsyth keek oplettend naar den man, wien
dit slaafsche eerbewijs gold, maar kon van
wege den enormen zonnehoed, dien hij droeg,
alleen het onderstuk van zijn gezicht zien.
Zonder zijn stoel te verlaten, of dien zelfs
maar door de koelies van de schouders te
laten nemen, gaf deze halfgod zijn orders en
even later rees de waard, die zich onder de
knielenden bevond, overeind en bleef nader-
oÖ6tisfiétrrverio
WeLorforg
Op "AKKERTJES"
komt nevenstaand
merk voordan alleen
kunt Ge zeker zijn
een "AKKERTJE"
te hebben gekregen.
Overtuig U, dat men
U geen waardelooze
prullen in de hand stopt. Met een „AK
KERTJE" waarop het merk AKKER in
ruit-vorm voorkomt, kunt Ge erop reke
nen dat Uw hoofdpijn, kiespijn, zenuw
pijn, influenza of griep dadelijk verdwijnt,
zonder dat Ge maag-krampen krögt.
Dit AKKER-merk waarborgt echtheid.
Nederlandsch Product- Recept van Apotheker Dumont
Koker met 12 stuks 52 ct. Zakdoosje, 3 stuks 20 ct.
verhoed, doordat het Chineesche 19de leger
zich uit Pakhoi heeft teruggetrokken.
Men weet, dat dit Chineesche leger zich er
tegen verzette, dat te Pakhoi Japansche amb
tenaren aan wal zouden gaan om een onder
zoek in te stellen naar het incident. Pakhot
is thans bezet door troepen van Kwantoeng.
De Amerikaansche minister van Buiten
landsche Zaken, Cordell Huil, heeft, zooals
reeds in het kort gemeld, een rede gehouden
aan een diner van de „Good Neighbourhood
League", een organisatie, die gevormd is om
de politiek van president Roosevelt te steunen.
In deze rede uitte de minister zijn bezorgd
heid over de verontrustende internationale
situatie. Huil zeide, dat, terwijl de Vereenigde
Staten alle pogingen in het werk stellen om
de vitaliteit van het Kellog-pact te handhaven,
„andere sterke naties de voorkeur er aan
hebben gegeven, zich niet aan deze overeen
komst te storen", zoodat het vertrouwen in
het pact aanzienlijk is gedaald.
Terwijl de Vereenigde Staten nog steeds
hopen, dat de politiek van goede nabuurschap
algemeen zal worden aanvaard, hebben zij in
den laatsten tijd hun defensieve strijdkrachten
aanzienlijk moeten uitbreiden, daar zij tot de
slotsom zijn gekomen, dat dit noodzakelijk
was met het oog op de algemeene toeneming
der bewapening elders.
Zonder eenig land bij den naam te
noemen, betreurde Huil het krachtig naar
voren komen van de dictatuur en van
haat en wederzijdsche vrees in andere
deelen van de wereld. Hij zeide voorts,
dat de regeering der Ver. Staten in den
laatsten tijd de noodzaak heeft ingezien,
met grooten ernst te overwegen, welke
haar betrekkingen met andere landen zou
den zijn, „indien ongelukkigerwijze op
nieuw een oorlog onder de groote landen
van de wereld zou uitbreken".
Amerika, voegde Huil er aan toe, staat ge
reed om aan alle pogingen deel te nemen tot
beperking der bewapening door wederzijdsche
overeenstemming, doch gezien den toestand,
waarin zich de wereld thans bevindt, zouden
de V. S. de zaak van den vrede niet dienen
door te leven zonder voldoende defensie. Wij
moeten zeker zijn, zoo zeide hij, dat wij niet
op eenig land den indruk maken, dat wij ver
zwakt zijn en niet in staat om weerstand te
bieden om onze rechten te verdedigen.
Amerika's bijdrage tot de zaak van den vrede,
besloot Huil, ligt in zijn bereidheid om vriend
te zijn, maar geen geallieerde.
(Daily Tel. service).
Droevige gevolgen van den
Arabischen opstand.
Jeruzalem, Sept. 1936.
United Press meldt uit Jeruzalem:
Sinds het begin van de Arabische staking
en den opstand tegen het Engelsche gezag tot
10 September 1936 hebben de onlusten in
Palestina het volgend resultaat gehad:
34 Engelschen gedood, waarvan 7 door on
gevallen. Hiervan behoorden er 22 tot het
leger, 5 tot de luchtmacht en 7 tot de politie-
troepen.
144 Engelschen gewond, waarvan 105 be-
hoorend tot het leger en luchtmacht en 39
tot de politietroepen.
Ongeveer 700 Arabieren gedood, met inbe
grip van 6 Arabische politieagenten. 81 Joden
gedood en 276 gewond.
200.000 vruchtboomen vernield; 280 brand
stichtingen; 400 stuks vee door geweerschoten
gedood.
48 bruggen in de lucht gesprongen, wat een
schade van 100.000 pond veroorzaakte. 300
gevallen van onderbreking van telefonische
verbindingen; schade volgens opgave van de
postautoriteiten 80.000 pond.
32 aanslagen op treinen.
130 daden van sabotage, die een schade van
200.000 pond veroorzaakten. Boetes opgelegd
aan stakers: 18000 pond.
Directe en indirecte verliezen der Joden
volgens schatting van de banken en verzeke
ringsmaatschappijen: 1,500.000 pond.
Verliezen der Arabieren met inbegrip van
de verwoestingen te Jaffa en in andere plaat
sen: 800.000 pond.
130 communisten gedeporteerd, waaronder
90 Joden, 5 Syrische Armeniërs en 5
anderen.
420 personen, waaronder 18 Arabische com
munisten, in concentratiekampen onderge
bracht.
2000 personen gearresteerd, waarvan 40
onder de noodverordening veroordeeld. 90
bomaanslagen.
400 bommen, waaronder drie helsche
machines, in beslag genomen.
35 ton geweren, revolvers, munitie en dyna
miet in beslag genomen, waarvan 20 bij
de poging, deze wapens in Palestina binnen
te smokkelen.
De gewapende macht, die tegen de opstan
delingen werd gebruikt, bestaat uit:
75.000 man troepen, 680 Britsehe politie
beambten, 1890 Arabische politiebeambten,
380 Joodsche politiebeambten; 3000 vrijwilli
gers, waarvan 90 Joden, 5 Engelschen
en 5 Arabieren; 700 man van de Royal Air
Force met 85 vliegtuigen, waarvan 200 man
met 80 pantserauto's in Transjordanië ge
stationeerd zijn; 970 man Transjordanische
grenstroepen, bestaande uit 120 Engelschen en
850 Arabieren.
Bovendien liggen er voortdurend gemiddeld
14 Britsehe oorlogsschepen In de Palestijnsche
havens.
Engelsch rechtsgeleerde zal voor
Abessinië optreden.
De adviseurs van den keizer van Abessinië
hebben een bespreking gehouden met een pro
cureursfirma in de City over het voornemen
van den Keizer aan het Permanente Hof van
Internationale Justitie in Den Haag te ver
zoeken een buitengewone zitting te beleggen
teneinde de zaak van Abessinië tegen Italië
te hooren.
Indien dit doorgaat zal St. John Hutchinson
K. C. de zaak van Abessinië voor het Hof be
pleiten.
tredend, in een eerbiedig afwachtende hou
ding op eenigen afstand van den draagstoel
staan. De man binnenin sprak nog eens en
de waard rende zijn huis in en geen twintig
seconden later hoorde Forsyth zijn opgewon
den stem in de stal beneden.
„Edele Heer! Deugdzame Vrouwe!"
„Wel?" informeerde Forsyth door het trap
gat. „Wat is er?"
„Zijne Doorluchtige Excellentie wenscht U
onmiddellijk bij zich te zien!"
„Wie is zijne Doorluchtige Excellentie?"
wilde Dick weten.
„De nieuwe Gouverneur van de provincie,
en hjj is boos, héél boos op de bewoners van
dit dorp voor wat u is aangedaan. Zijn oogen
zijn als vlammen en zijn woorden priemen als
dolken. U zult een goed woord voor me doen,
Edele Heer! U zult zeggen, dat ik niet bij
machte was de dwaasheid van deze lieden
te
De dokter maakte een eind aan den woor
denstroom door de ladder te laten zakken.
„Kom Kathleen, kom Ching, de krijgskans
is gekeerd."
De herbergier geleidde hem snel naar den
wachtenden gouverneur, om wien de menigte
nog steeds iir ootmoed geknield lag. Toen zij
den stoel van den gouverneur bereikt hadden,
kwam uit den volgenden draagstoel een
hooge, blijde kreet van een verraste kinder
stem.
„O, Kathleen, jij bent het!"
Stom van verbazing draaide Forsyth het
hoofd om en zag een klein meisjesfiguurtje,
schitterend getooid, overeind staan in den
stoel, het smalle handje wuivend, het aller
liefste gezichtje stralend van zonnige vreugde.
Kathleen zelf keek ongeloovig, en vloog
toen op het kind af.
„Jij, Nang-Kung? Mijn kleine bloesem!"
riep ze, met een gebroken snik in haar stem.
Forsyth keek nog eens naar het kleine
meisje en daarna verbijsterd naar den gou
verneur, die een paar glimlachende oogen op
hem gericht hield.
„Het is een poover hart, dat geen dank
baarheid, kent, Dr. Forsyth, en een herinne
ring
Toen daagde het in Forsyth's geest.
„U Uwe Excellentie!" riep hij verrukt,
„Zooals U ziet!" hernam de gouverneur,
nog steeds glimlachend. „We zijn nu onder
hen, die op het gestoelte der eere zitten en
in staat een tegendienst te bewijzen, voor
wat U en uw vriend Dr. Burritt aan mijn
kleine in Tal-Ting hebben gedaan." Hij brak
af, de glimlach stierf in zjjn oogen en hfl
trok somber de wenkbrauwen samen.
„Het schijnt overigens, dat we juist op tijd
zijn!" Bij deze woorden op luidjes, strengen
toon gesproken, bogen de geknielde dorpsbe
woners opnieuw hun hoofden in het stof. De
gouverneur keek met een peinzenden blik
naar hen, wendde zich af en vervolgde tot
Dr. Forsyth:
„Vertel U me alstublieft Dr. Forsyth, wat
er gaande was! Ik zie dat U gewond bent..,
„Daarvoor zijn de dorpsbewoners niet aan
sprakelijk, Excellentie. Dat komt op de reke
ning van een ander."
„Aha!" Weer dwaalden zijn oogen naar de
dorpelingen. „Maar zij zouden een nieuwe re
kening hebben geopend. Ja ik denk dat
wij den nacht hier zullen doorbrengen en aan
deze menschen een klein lesje in gastvrijheid
en beleefdheid geven, met den stok als het
noodig is. U zult onze gast zijn, dokter met
Miss Barrington, en misschien zal ik in staat
zijn iets te doen om de rekening tusschen ons
voor een deel te vereffenen."
(Wordt vervolgd.)