Einde van op den het seizoen Libanon Duitschland gaat Ter verhooging onzer rijksinkomsten binnenzeeën graven! Donderdag 1 October 1936 Derde blad Uittocht uit de schilderachtige bergdorpen» Afscheid van Dn B* H+ Vos De opheffing van den huurtoeslag De inbraak te Laren Een tweede Nijl zal ontstaan. SCHOON EN INDRUKWEKKEND IS OOK IN DEZEN TIJD VAN HET JAAR HET LIBANON-GEBERGTE MET ZIJN DIEPE DALEN EN MACHTIGE BERGTOPPEN, DIE NU SPOEDIG BEDEKT ZULLEN ZIJN MET EEN WIT SNEEUW KLEED. DAMASCUS. In September. MEER menschen dalen thans neder van den Libanon, dan dat er op stijgen tegen de gewijde hoogten. Het is ook hier thans herfst ge worden. De avonden in het gebergte zijn reeds frisch en verdrijven de zomergasten. De booten, die thans van Beyrouth naar Egypte vertrekken zijn vol, de woestijnauto bussen van Damascus naar Bagdad reeds voor weken besproken door reizigers, die op den Libanon gedurende de zomermaan den koelte hebben gezocht. Beneden, aan den voet van den Libanon en aan den oever van de Middellandsche Zee, te Beyrouth, bemerkt men niet veel van den herfst, behalve dan dat de dadel palmen in parken en tuinen hun zware trossen donkerbruine vruchten dragen. Toen ik echter, op weg van Beyrouth naar Da mascus, in een automobiel opklom tegen de hellingen van den Libanon, ontwaarde ik reeds na een goed half uur rijden het najaar, dien ouden bekende, aan alle zijden. En hoe hooger we stegen, hoe nadrukkelij ker hij zich liet kennen. Op duizend en meer meter hoogte lieten de boomen reeds langzamerhand hun geel geworden blade ren vallen en overal voelde men zijn killen adem. In de bergdorpen en stadjes heerschte reeds de weemoed om het voor bije zomerseizoen, doch in de hoogstgele gen plaatsjes, daar, waar men vele maan den de wintersport kan beoefenen, zat men niet bij de pakken neder, doch bereidde men zich voor op het winterseizoen, dat over enkele maanden dwars door de sneeuw nieuwe gasten zal brengen. Uit diepe dalen klommen langzaam omhoog kleine karava nen kameelen, ezeltjes en muildieren, zwaar beladen met brandhout voor den winter, die op de hoogten "van den Libanon streng kan zijn. Schoon en indrukwekkend is ook in de zen tijd van het jaar het Libanon-gebergte met zijn diepe dalen en machtige bergtop pen, die nu spoedig bedekt zullen zijn met een wit sneeuwkleed. In de diepe dalen ziet men soms een schilderachtig dorpje met een toren van een Christelijke kerk of wel met de slanke minaret van een Moha- medaansch bedehuis, een moskee. In won derlijke bochten slingert de uitstekende automobielweg omhoog om daarna weder te dalen en dan weder te klimmen, tot hij tenslotte een hoogte van meer dan tweedui zend meter bereikt. Op die hoogte sloten we de raampjes van onze automobiel om ons te beschermen tegen de snijdertd-koude berglucht. Oostelijk van het Libanon-gebergte, daar van gescheiden door een lang, breed dal, verheft zich een ander gebergte, de anti-Li- banon. Ook daartegen klom onze automo biel op om daarna neder te dalen naar de hoogvlakte van Damascus, want Damascus ligt zevenhonderd meter boven den zeespie gel. Vele malen reeds bezocht ik Damascus, maar telkens als ik deze kleurige, levendi ge stad terug zie, is het me een vreugde. Nu verkeert deze tientallen eeuwen oude stad in feeststemming. Ze is immers de hoofdstad van Syrië en Syrië heeft door het dezer dagen te Parijs gesloten verdrag zijn volkomen onafhankelijkheid en zelfstandig heid gekregen. Onder de ongeveer twee en een half millioen inwoners van Syrië zijn er echter ook vele, die deze vrijheid en vol komen onafhankelijkheid min of meer be denkelijk vinden. In de eerste plaats zijn dit tienduizenden Christenen, dan de Alowie- ten en een groot deel der Druzen, die vree zen voor de onverdraagzaamheid der sterke Mohamedaansche meerderheid in het land. Het is waar, nog dezer dagen zeide een voornaam Mohamedaan in prachtige geest drift: „Wij, Syriërs, moeten thans de woor den „Mohamedaan" en „Christen" uit ons woordenboek schrappen", doch dat de groo- te massa der Moslims in Syrië dezelfde mee ning is toegedaan, geloof ik niet. Reeds nu is er bloéd gevloeid in een streek (de stad Tripoli en omgeving) die is toegewezen aan de Republiek van den Li banon en waarvan een deel der bevolking aansluiting bij Syrië verlangt. Elders, bin nen de grenzen van Syrië, zijn het de Aio wieten en een deel der Druzen, die protes teeren tegen hun vereeniging met het nieu we, overwegend Mohamedaansche Syrische rijk. Over de meening der hier wonende Jo den behoef ik geen woord te zeggen. Met leedwezen en angst zien ze het oogenblik naderen, dat zij niet meer kunnen rekenen op de bescherming door de Franschen te gen een geestdrijvende Mohamedaansche meerderheid. De Fransche bladen bevatten thans juhelartikelen over de edelmoedigheid der Fransche politiek, die aan Syrië de vrij heid schonk, maar honderdduizenden hier, Christenen, Alowieten, Druzen, Joden zien in die edelmoedigheid een tegenover hen gepleegd verraad, dat hun rust en veilig heid bedreigt. Eigenaardig op het eerste gezicht en toch bij nadere beschouwing zeer verklaarbaar is het, dat de hier wonende inlandsche Christenen inzake het Palestina-vraagstuk, hetwelk de gemoederen hier fel in beroering houdt, de zijde kiezen der Mohamedanen. Dit drukt zich ook uit in de hier verschijnen de, door Christenen uitgegeven Fransche bladen. Vrees voor de Mohamedanen speelt hierbij natuurlijk de grootste rol. Een buitengewoon sterke bekoring gaat voor mij (en ik geloof: voor allen, die deze slad bezochten) uit van Damascus, waar over ook nu nog een waas van poëzie schijnt te hangen, niettegenstaande Damas cus toch ook een electrische tram en een modern gedeelte heeft. Maar ook in de mo derne wijken van Damascus brengen de menschen van allerlei slag, die men hier ontmoet, toch nog altijd kleur, leven als een herinnering aan een sprookje. De bevolking zelf is overwegend Moha medaan. Vele dezer Mohamedanen dragen nog de oude, kleurige kleeding met pof broek en op het hoofd een turban. De ge moderniseerde Arabieren hier zijn gekleed als Europeanen, maar op het hoofd heb ben ze steeds nog de roode „tarboesji" (fez) met het afhangende zwarte kwastje. Dit hoofddeksel maakt bij de toch wel zeer eentonige Europeesche kleeding een bijzon der aardig effect. De Mohamedaansche vrou wen der stadsbevolking dragon hier nog algemeen den sluier, die het geheelc gelaat bedekt, maar meer dan vroeger heb ik hier thans toch vooral jonge vrouwen gezien, die een zeer doorzichtige sluier dragen, waardoor het gelaat wel „bedekt" maar niet „verborgen" is. Behalve de stadsbewoners ontmoet men te Damascus, een centrum van een uitge strekt gebied, vele „fellahs" (boeren), die op ezels of op kameelen hun groenten, hun vruchten, hun melk, hun kaas en boter naar de stad brengen. Zij komen allen uit de naaste, vruchtbare omgeving van Damas cus. Dan ziet men echter ook de woestijn bewoners, trotsche Bedoeïnen, meestal op kameel, soms te paard, die met verachting nederzien op de Arabische stadsbewoners en op de „fellahs", de boeren, die land be bouwen en tuinbouw bedrijven, volgens de Bedoeinen een verachtelijke bezigheid. Nu en dan ontwaart men ook in het bonte ge woel Druzen, de beroemdste krijgslieden uit deze streken. Hun gebied is de Djebbel Druus (Bergland der Druzen), op ongeveer honderd kilometer van Damascus. Zij zijn geen Mohamedanen, doch hebben hun ei gen godsdienst, waarvan de grondslag ge vormd wordt door geheime^ boeken, die al leen aan de ingewijde priesters bekend zijn. De Druzen haten en verachten de Mohame danen. Desniettegenstaande worden ook zij door het te Parijs gesloten verdrag ingelijfd bij het overwegend Mohamedaansche Syri sche rijk. Eigenaardig is het, dat de Druzi- sche krijgslieden, voor wie de dood geen verschrikking heeft, als vrouwen hun wenk brauwen en oogharen verven. In kleeding onderscheiden, de Druzen zich niet veel van de Bedoeïnen. Ook zij dragen den wijden, in plooien neerhangenden mantel en op het hoofd een hoofddoek, die wordt vastge houden door een soort worst.yan paarde- haar, de „agaal". Een enkele maal ziet men nog eenige Mo hamedanen, die een zeer hooge, bruine muts dragen. Dat zijn „derwisjen", behoorende tot een broederschap van dansende of van zich zelf kastijdende derwisjen. Vroeger woonden deze menschen in Turkije, maar door Kemal Pasja, of, zooals hij thans heet, Ataturk, zijn ze uit Turkije verdreven en te Damascus, dit middelpunt van zoovele godsdiensten en zoovele rassen, hebben ze thans een onder komen gevonden. Ook voor iemand, die reeds vele malen Da mascus bezocht en er zelfs, als de schrijver dezer regelen, maandenlang woonde, blijft het oude gedeelte der stad met zijn soms smalle en voor een deel overdekte winkel straatjes (soeks), zijn heerlijke moskeeën, zijn bont gewoel, steeds zijn aantrekkings kracht behouden. Elk oogenblik kan men er, ook nu nog, tooneeltjes zien, die aan il lustraties uit een sprookje doen denken. J. K. BREDERODE. Be 17-jarige Bortmunder zwemmer, Joachim Balke, in zijn merkwaardige vlinderstijl bij het borstzwemmen. Bez er dagen won hij de 100-yard in het Londensche zwemstadion bij de opening van het winter-zwemseizoen. Als geneesheer-directeur Hellendoorn. van Nadat Dinsdagavond in een intieme bij eenkomst de aftredende geneesheer-direc teur van het sanatorium, Dr. B. H. Vos, af» scheid van patiënten en oud-patienten had genomen, waarbij hem door het huldigings comité een tegeltableau met symbolische voorstellingen, een bank en eenige kleinere geschenken werden aangeboden, was er gisterochtend gelegenheid voor andere par ticulieren om afscheid te nemen van dr. Vos. Tevens, werd hij gehuldigd door dé vereeni ging tot -exploitatie van volks-sanatoria, welke eigenaresse is van het sanatorium en zetelt te 's-Gravenhage. Velen uit den lande waren opgekomen om bij dit afscheid aanwezig te zijn. Uit de westelijke provinciën vooral was een groot gezelschap gearriveerd, terwijl ook Twente goed vertegenwoordigd Was. Een zeer groot deel der aanwezigen bestond uit doktoren, speciaal t.b.c.-artserj, oii^ler -yvien Dr. Vos een vooraanstaande plaats in neemt. Tal van assistenten, die in den loop der jaren aan het sanatorium waren ver- bondén, waren gekomen, om hun oud-direc teur te huldigen. Des morgens had de onthulling plaats van een buste van Dr. Vos, opgesteld in het hoofdgebouw, welke werd aangeboden na mens de vereeniging. De voorzitter, Mr. G. Jannink uit 's-Gra venhage, hield daarbij een rede, waarin hij de verdiensten van Dr. Vos schetste. In den middag werd de nieuwe geneesheer-direc teur, Dr. H. Vos, als zoodanig geïnstalleerd door Mr. Jannink. Na de installatieplechtigheid, bestond er in het ontvanggebouw gelegenheid afscheid te nemen van Dr. B. H. Vos, waarvan een zeer druk gebruik werd gemaakt. Vele plaatselijke autoriteiten en uit dén omtrek waren hierbij aanwezig. Tenslotte vereenigde het gezelschap zich aan een thee. Laat de buitenlander mede beta len. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft het volgende rondschrijven toegezon den aan de gemeentebesturen: De Minister van Financiën bracht onder mijn aandacht, dat indien hier te lande be langrijke werken (bouwen van ovens, cen trales, enz.) worden uitgevoerd door buiten- landsche ondernemingen, en buitenlandsche werknemers (ingenieurs, opzichters, mon teurs, enz.) voor het verrichten van de werkzaamheden in Nederland worden te werkgesteld, deze ondernemingen en werk nemers veelal, ingevolge artikel 2, letter c, der wet op de inkomstenbelasting 1914, aan de belastingen naar het inkomen onderwon pen zijn. 'Het komt echter voor, dat de be lastingadministratie de wetenschap, dat zulk een werk hier te lande is uitgevoerd, eerst verkrijgt als 't werk reeds geruimen tijd is afgeloopen. Met het oog op een goede regeling en in vordering van de aanslagen, zou het van groot nut zijn, indien zij tijdig bekend ware met de uitvoering van zulke werken hier te lande. In verband daarmede moge ik u, op uitnoodiging van mijn voornoemden ambtgenoot, verzoeken voor zooveel betreft de werken, die door gemeentelijke instel lingen (gasfabrieken, ejectriciteitsbedrijven e.a.) rechtstreeks of zijdelings aan buiten landsche ondernemingen worden gegund, den accountant, hoofd van het 2e bureau van den accountantsdienst der directe be lastingen te 's Gravenhage, telkens als een werk is opgedragen in kennis te stellen met den naam en de plaats van vestiging van de onderneming, alsmede met de namen en woonplaatsen van buitenlandsche werkne mers die hier te lande voor de uitvoering van het werk, worden te werk gesteld." Gigantisch plan van een Duitsch in genieur. - De Sahara wordt vruchtbaar gemaakt. Het Hamburger jacht „Pitnm" be haalde in de te Napels gehouden zeil wedstrijden het Europeesch kampioen schap in de Sterklasse Munchen, Sept. 1936. DE Munchener ingenieur Sörgel heeft de regeering een grootsch plan voorgelegd omtrent droogleg ging van de Middellandsche Zee, waardoor men een half millioen vierkante kilometer nieuw land zou winnen. Men zal zich dit plan nog wel kunnen herinneren; het was in 1931, dat Sörgel met het voorstel aankwam. Het project stuitte echter op zoo veel tegenstand, dat Ir. Sörgel het liet va ren. Thans heeft dezelfde ingenieur een plan ontworpen tot schepping van een drietal in Midden-Afrika gelogen binnenzeeën; men gelooft, dat de verwezenlijking van het plan een algeheele ommekeer zal brengen in Ccn- traal-Afrika, niet alleen op cultureel, doch ook op geografisch en klimatologisch gebied. Het nieuwe plan van den ingenieur is tot in de finesses uitgewerkt. Slechts hem, die met de toestanden in Afrika niet op de hoogte is, zal het plan een utopie toeschij nen. Beschouwde men de bouwmeesters van het Suez-Kanaal en het Panama-Kanaal niet als kinderachtige fantasten? Reeds lang varen de zeekasteelen dwars door Amerika-op-zijn-smalst en tusschen Azië en Afrika. Jarenlang reeds doorkruisen de autobussen de onmetelijke Sahara Afrika „Europeesch" en „Amerikaansch". -Eens sprak men van het „land der onbe grensde mogelijkheden" en daarmee bedoel do men Amerika. Heden ten dage is Ame rika niet meer alles. Het zwarte werelddeel is voor de Yankee's een gevaarlijke concur rent op dit punt geworden. De Italiaansche veldtocht in Ethiopië is geëindigd/ Het Ro- meinsrhe Imperium nam groote economische en cultureele verplichtingen op zich. Het nieuwe rijk wordt met een ongekende snel heid gecultiveerd en gemoderniseerd. Oost- Afrika is een nieuw centrum van cultuur geworden. Het eeuwen van de wereld afge sloten Ethiopië wordt herboren en krijgt een Europeesche opvoeding. Vóór precies50 jaar veroverde Europa een andere sterke bastion 0)> Afrikaanschen bodem. Daar, waar de voortrekkerscolonnes der boeren door steppen en wildernis trokken, waar een paar kaffer- kralen aan den Witwaterrarid stonden, be vindt zich thans Afrika s moderne hoofdstad, de stad der wolkenkrabbers volgens Ameri kaansch model, Johannesburg. Had men in dat stichtingsjaar 1886 kun nen deuken, dat er 50 jaar later in het dorp Johannesburg 20 verdiepingen hooge huizen zouden worden opgetrokken en dat men er 50 jaar later het grootste vliegveld van Transvaal zou vinden? En nu komt een Duitscher met een gigan tisch plan ter klimatologische en cultureele afsluiting van Afrika. De verwezenlijking van het plan ligt binnen de grenzen der mogelijkheid. Techniek en wetenschap staan den modernen mensch ten dienste. Een zee zal een oerwoud verslindenl Drie groote binnenzeeën denkt de inge nieur te scheppen. Het noordelijkste hiervan wordt het „Tsjadmeer". Het zal een aan merkelijk deel van de Sahara beslaan, het oenigst koninkrijk Bornoe zal volkomen worden overstroomd. Het „Congo-meer", zal, volgens plannen van Ir. Sörgel, oneindige gebieden van Centraal-Afrika onder water zetten; een groot deel van het oerwoud zal „verdrinken". Het zuidelijkst der drie bin nenzeeën zal het „Victoriameer" zijn. Met het grootste meer van Afrika, het Yictoria-meer, heeft dit water niets gemeen. Het zal meerdere duizenden km. van het „oude" meer verwijderd liggen. Het Victoria meer zal, volgens plannen van Sörgel, het laagland van Zuid-Rhodesië geheel onder zijn watermassa's begraven en bovendien een deel van Botsjoeanaland overstroomen. De Congo met de Middellandsche Zee verbonden. Volgens het project van Ir. Sörgel neemt het water van de Congö, tenminste wanneer de plannen van den watei bouwkundige ten uitvoer worden gebracht, eenmaal den vol genden loop: De uit hel oerwoud komende nevenstroomen van de Congo, de Loealaba, de Oebangi, en de rivieren Lomami, Maringa, Tsjoeapa, Loealaka, Loekenie en Kasai, ont moeten elkaar in het water van het Congo- meer. Een deel van deze watermassa's vliedt nabij Leopoldville als eigenlijke Congo naar den Atlantischen Oceaan. Het grootste deel van het water evenwel wordt naar het Noorden, door den Soedan en de Sahara voortgestuwd. De afstand van het noordelijk deel van het Congomeer tot aan 't zuidelijk deel van het Tsjadmeer, bedraagt rond 500 k.m. Hier wordt het Congomeer met be nutting van de Tsjadrivier in het Tsjadge- bied geleid. Het Tsjad-meer heeft tot heden toe geen afvloeiing. Ir. Sörgel wil door de te graven afvloeiing een geheel nieuwen Afrikaanschen stroom uit het niet te voorschijn tooveren en daardoor niet minder dan een „tweeden Mijl" scheppen! Hierdoor bereikt het uit het Centraal-Afri- kaansche oerwoud komende Congowater het 6000 km. ver noordelijk gelegen water van de Middellandsche Zee. De Sahara zal bewoon-' baar wordenl De „stroom der toekomst" zal zijn weg vanaf het noorden van het voormalig Tsjad meer, via Tanezrouft, dwars door de Sahara nemen. Een deel van Tibesti en Borkoe, evenals het gebied rond de oases Kauarm Bilma en lat verdwijnen in het Tsjadmeer, de eigenlijke oases worden eilanden. De „tweede Nijl" zal uitgestrekte gebieden van Algerië, Tunesië en Tripolis in vruchtbaren grond omtooveren. Vier koloniale rijken, Engeland, Frank rijk, Italië en België, zullen bij de uitvoering van Sörgel's plannen geïnteresseerd zijn. De reusachtige, toekomstige watermassa's in Centraal-Afrika zullen geheel het zwarte we relddeel aanmerkelijk wijzigen. Het zuide lijkste der drie binnenzeeën, het Victoria- Meer, zal zelfs het naburige Kalahari van het noodige bodemwater kunnen voorzien. Negen gezinnen gezet. uit woningen Naar aanleiding van een Dinsdag gewe zen vonnis door den kantonrechter, mr. Stheeman Hesse te Schiedam, zijn .gisteren negen gezinnen uit hun woningen gezet, toe- behoorende aan de N.V. „De Driekleur", waarvan directeur is de heer Bitter te Schiedam. De huurders hadden, in ver band met de intrekking van den huurtoe slag, geweigerd, de volle huur te betalen en vijftig cent in mindering gebracht. De di rectie van genoemde woningen heeft in kort geding vonnis tegen de betrokkenen ver kregen, ondanks de mededeeling van den verdediger, Mr. Donker, dat hij van minis ter Slingenberg.de toezegging had, dat reeds de volgende week een wetsontwerp dienaan gaande zal worden ingediend, waardoor een dergelijke uitzetting kan worden voor komen. De kantonrechter heeft het vonnis gewezen op grond van zijn bewering, dat hij niets te maken had met nog komende wetten, doch alleen oordeelde naar Jjestaande wet ten. Het gemeentebestuur heeft nog moeite gedaan, het vonnis uitgesteld te krijgen, hetgeen mislukte. De negen betrokken gezinnen konden gisteren onmogelijk een nieuwe woning be trekken. Over een en ander heerscht in Schiedam nogal ontstemming. Dieven hadden niets aan den inhoud van de brandkast. In samenwerking met de Hilversumsche recherche is de Larensche politie er in ge slaagd, de hand te leggen op een der da ders van de geruchtmakende inbraak bij den heer Z. van de B. te Laren, waar eenige weken geleden de brandkast werd wegge sleept. Gisternacht heeft de politie een inval ge daan in verschillende perceelen te Hilver sum en daarbij drie personen gearresteerd. Een der gearresteerden, de 23-jarige recidi vist M. de J., bekende tenslotte, met een ka meraad de inbraak te hebben gepleegd. Zij hadden de brandkast op een auto gezet en in de woning van de J. open gebroken. Toen deze niets anders bleek te bevatten dan geldswaardige papieren op naam, heb ben zij de brandkast weer op de auto gezet en bij de Hakkelaarsbrug onder Muiden in het water geworpen. Gistermorgen is de kast weer opgevischt en de inhoud bleek geheel intact te zijn. De medeplichtige van de J. hoopt men heden of morgen te kunnen ar resteeren. HUWELIJK VAN STARHEMBERG IN EERSTE INSTANTIE NIETIG VERKLAARD. VORST STARHEMBERG De kerkelijke rechtbank van het aartsbisdom Weenen heeft als eerste in stantie het huwelijk van vorst Starhem berg nietig verklaard. Deze uitspraak heeft in Weenen groot opzien gebaard

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 9