Texel
Uit het politierapport
Visscherij
Het vaandel van het
korps adelborsten*
Verder is deze spreker van meening, dat het
college van B. en W. zich achter de zaak had
moeten zetten, dan zou zeer zeker veel meer
bereikt worden.
We beluisteren dan den heer Visser (Van
Galenstraat), die het verwjjt, door zijn voor
ganger aan het comité gericht, afwijst, er aan
toevoegend, dat het hier een kwestie van elkaar
aanvullen is. De beteekenis van deze vergade
ring is, dat het algemeen comité verneemt wat
de verschillende buurten gaan doen. Zoo gaat
de van Galenstraat hoogstwaarschijnlijk ver
sieren en zal zij de feestelijkheden aan het
comité overlaten. De heer Visser zou willen
voorstellen, dat de buurtcomité's in deze een
zelfde lijn gingen trekken, n.1. zij zorgen
alleen voor de versieringen, en het Oranje
comité voor de algemeene feestelijkheden. Dit
voorstel vond veel bijval in de vergadering.
Enkelen voorzien het van opmerkingen. Zoo
voelt de heer Dekker er voor om uit de kas
van de buurtvereenigingen een bedrag af te
staan asm het comité voor de algemeene feest
viering. De heer Vroegen dringt aan op een
tweede coliecte, waarbij de collectnces moeten
wijzen op de werkloozen, die ook gaarne mee
willen doen, doch niets kunnen afstaan. Zoo
gaat het eventjes door, totdat door den heer
Snel (Huisduinen) een andere kwestie aan
gesneden wordt. Hij constateert n.1. dat op
deze vergadering,. Helders Belang" niet aan
wezig is. Zoo ook de stand- en vakorganisa
ties niet. Hun medewerking acht hij toch wen-
schelijk en wellicht zal het comité derhalve
eenige wijziging moeten ondergaan.
Behalve deze opmerkingen van organisato-
rischen aard komt spreker ook met de mede-
deeling, dat Huisduinen actief zal meedoen
aan de versiering, doch dat verdere plannen
nog niet bekend zijn.
De heer Nijpels geeft richtlenen aan.
Nadat de heer de Jong den laatsten spreker
medegedeeld heeft, dat t.z.t. met de stand- en
vakorganisaties overleg zal worden gepleegd,
komt de heer Nijpels, bestuurslid van de Alge
meene Oranjevereeniging aan het woord. Hij
omschrijft dat het centraal comité de alge-
heele leiding bij de feesten behoort te hebben.
Hier is leiding noodig, onder meer om de ver
siering etc. kenbaar te maken aan het cen
traal comité, zoodat dit de festiviteiten daar
omheen kan bouwen. Spreker denkt b.v. aan
een optocht door de versierde straten en aan
een autorit van de autoriteiten door die
straten. Veel bijval heeft zjjn voorstel om een
prijsje beschikbaar te stellen voor de straat,
die het mooist versierd is. Nadat een plan-de-
campagne, aan de hand van de binnengeko
men gegevens, opgemaakt zou zijn, kan een
tweede bijeenkomst plaats hebben, waarin de
ontworpen plannen aangevuld, gewijzigd, etc.
zouden kunnen worden.
Wat de aanschaffing van de benoodigde
versierstof als lampions, vlaggen, sparre- en
dennegroen betreft, adviseert de heer Nijpels,
om die in massa aan te koopen. Sprekende
over te ontwerpen plannen, denkt spreker aan
een eventueel op te richten monument, dat
de herinnering aan de heugelijke gebeurtenis
zou levendig houden. Hij denkt voorts aan een
optocht naar en door het versierde Huisdui
nen en aan een tocht van tientallen auto's en
ettelijke bussen naar Julianadorp. Tenslotte
roert de heer Nijpels ook even de financieele
zijde van de geschiedenis aan en vernemen de
afgevaardigden, dat het centraal comité wei
gaarne zou zien, dat elke buurtvereeniging
een bedrag in de centrale kas stortte. B.v.
datgene wat er overblijft na aanschaffing van
de versiering.
Wat de kosten van de verlichting aangaat
heeft spreker wel den indruk, dat het gemeen
tebestuur het licht voor die gelegenheid goed-
kooper beschikbaar zal willen stellen.
Een stem uit de K.S.It.
Het is de heer Borgelt, die de vergadering
verblijdt met de mededeeling, dat de plannen
van het comité KoningstraatSpoorstraat-
Keizerstraat al vasten vorm aangenomen heb
ben. Zoo is al beslist, dat deze drie straten
versierd zullen worden. Wat de andere feeste
lijkheden aangaat is men ook hier van mee
ning, dat de organisatie daarvan aan het
Algemeene Comité overgelaten moet worden.
Maar wat de versiering betreft, houdt de heer
Borgelt er een andere meening op na dan de
heer Nijpels. Laat elke buurt voor haar eigen
versiering zorgen, dan maken ze 't tot iets
specifiek eigen, hetgeen veel meer indruk
maakt. Laat iedereen z'n eigen idee naar
voren brengen, dan komt er variatie en is
elke straat een verrassing. Laten we tenslotte
spoedig een Jury benoemen. Is die er eenmaal,
dan is dat van stimuleerenden Invloed op het
aanbrengen van de versieringen.
Pogingen tot oprichting van een
Centraal Inkoopbureau.
De verdere discussies groepeerden zich
hoofdzakelijk om de kwestie of men staande
de vergadering een Centraal Inkoopbureau
voor de versierstof zou oprichten, ja dan neen.
Hei idee werd eerst weer verdedigd door den
heer Visser, die het over het Oranjecomité
wilde laten loopen. Daar voelde de secretaris
var dit comité, Mr. Mulder, echter niet voor.
Er moet volgens hem wel een inkoopbureau
komen, maar samengesteld uit de buurt
comité's, die immers zelf zoo prachtig het
initiatief genomen hebben inzake de versie
ring. In dat bureau moeten menschen be
noemd worden, die verstand van de aan te
koopen zaken hebben. Spreker meent en pas
sant te moeten waarschuwen voor den aard
van de versiering. Met het oog op de moge
lijkheid, dat het feest in Februari of Maart
zou kunnen plaats vinden, hetgeen vochtige
maanden zijn, verdient het aanbeveling om
gebruik te maken van electrische lampjes.
De heer Reus (Hoogstraat) kan er niet mee
accoord gaan, dat het Centraal Inkoopbureau
op deze vergadering gesticht wordt, omdat
vele afgevaardigden wel geen mandaat van
hun comité zullen hebben om besluiten te
nemen. Men zal eerst weer eens voeling met
het eigen comité moeten gaan houden.
De heer Horsman geeft echter een andere
meening ten beste, want hij acht oprichting
van het bureau noodzakelijk, hetgeen Mr. Mul
der onderschrijft, omdat men anders een
tempo achter komt.
Nadat de heer Borgelt nog gelegenheid
gehad heeft om een lans te breken voor den
plaatselijken middenstand (in verband met de
aan te schaffen feestartikelen), wordt ten
slotte besloten om nog geen inkoopbureau te
stichten. Op voorstel van den heer Nijpels
zullen nu de buurtcomité's binnen den kortst
mógelijken tijd aan den secretaris van het
Oranjecomité, Mr. Mulder, Weststraat 39,
mededeelen, dat en wat zij zullen gaan ver
sieren. Daarna zal weer een vergadering
bijeengeroepen worden, waarin men zal praten
over de oprichting van het Inkoopbureau.
Deze vergadering zal zoo spoedig als mogelijk
is uitgeschreven worden.
Een verzoek aan B. en W.
Tijdens de discussies kwam men voorts tot
het besluit om een verzoek aan het College
van B. en W. te richten waarin aan collectieve
vergunning voor het aanbrengen van versie
ringen, met de daaraan verbonden algemeene
voorwaarden, gevraagd zal worden.
Hierna kon de heer de Jong de laatste hand
aan deze vergadering leggen, die wel geen
groote positieve resultaten bracht, doch ons
de overtuiging mee naar kantoor gaf, dat
allen bezield zijn met den wensch om de
Koninklijke Bruiloft strakjes in Den Helder
op zoo goed mogelijke wijze mede te vieren.
Als straks de vele buurtcomité's en het
Oarnjecomité nog wat nader tot elkaar zullen
zijn gekomen, zult U eens zien, wat er alle
maal uit de bus komt! Spoedig hopen we er
meer van te kunnen vertellen. En intusschen
wachten we in spanning op het bericht, dat
ons vertellen zal, wanneer de heuglijke ge
beurtenis zal plaats hebben
Om een belastingplaatje te stelen.
Door een bewoner van de Binnenhaven werd
kennis gegeven, dat in de poort achter zijn
wonig een onbeheerd rijwiel stond, waarvan
het rijwielplaatje vermoedelijk is gestolen,
daar het stuur naast het rijwiel lag.
Aanrijding.
Door een bewoner van de W.Beukelsz.straat
werd kennis gegeven, dat haar dochtertje den
vorigen avond door een garagehouder was
aangereden.
Diefstal door kinderen.
Door de recherche werd proces-verbaal op
gemaakt tegen een tweetal jongens, die zich
schuldig hadden gemaakt aan diefstal van
gelden uit spaardoozen van kinderen eener
school.
VOOR POSTZEGELVERZAMELAARS.
Een bijzonder poststempel.
Brieven en briefkaarten over het geheele
traject vervoerd met den eersten nachtexpresse
BataviaSoerabaja, of omgekeerd, op 1 Nov.
a.s. zullen van een afdruk van een bijzonder
stempel worden voorzien.
De verzamelaars in Nederland kunnen brie
ven en briefkaarten voor elke gewenschte
bestemming met deze eerste treinen doen
vervoeren (dus ook naar hun eigen adres).
Zij moeten gefrankeerd zijn volgens het tarief
van Nederland naar het land van bestemming.
De poststukken moeten voorzien zijn van de
aanwijzing in rooden Inkt: per eersten nacht
expresse BataviaSoerabaja (of Soerabaja
Batavia).
Terugzending geschiedt per luchtpost, indien
het luchtrecht voor de terugzending in Neder-
landsch-Indische frankeerzegels is gekweten
en duidelijk is aangegeven, dat terugzending
per luchtpost wordt verlangd.
De correspondentie, welke in Indië voor
1 November wordt ontvangen, wordt tot het
vertrek van den eersten nachtexpresse be
waard.
Stukken verzonden op 8 October via Genua
(Ms. ,,Marnix van SL Aldegonde") of per
luchtpost, uiterlijk op 24 November a.s., kun
nen den bedoelden trein tijdig bereiken.
Dat de versche haringvisscherij soms nog
wel heel goede uitkomsten kan opleveren,
moge blijken uit de besommingen die de
laatste dagen te IJmuiden door een paar
motortreilers zijn gemaakt. Het waren beide
schepen van de Mij. „Piscator", n.1. de R.O.
schepen, waarvan de „Dirkje" in vier dagen
reis een vangst van 1350 manden maakte met
een opbrengst van 4680 of 1170 per dag
en de „Claesje" met 1600 manden versche
haring voor 3500.
De „Claesje" maakte dus minder per mand,
maar het resultaat is toch zeker bevredigend.
Door den grooten aanvoer had men gedacht,
dat de prijzen een verlaging zouden onder
gaan, maar ze wisten zich uitstekend te hand
haven.
Het „Dagblad van IJmuiden" spreekt zelfs
van hooge vischprijzen. Dit mag misschien
voor Maandag gegolden hebben, maar Dins
dag was er een tendenz van verlaging. Voor
tong werd o.a. besteed 1.20ƒ1.10, kabel
jauw, die den vorigen dag nog gold tot 80.—
per 125 kilo, deed Dinsdag 52.
Toch schijnt er meer belangstelling te zijn
voor den vischexport, want hetzelfde blad
meldt, dat een der grootste exporteurs, die
den laatsten tijd weinig kocht, nu ook weer
flinke zaken deed.
De haring, die Maandag tot 6.deed,
haalde Dinsdag hoogstens 3.60, welke daling
dan ook duidelijk merkbaar was aan de op
brengst van de 1600 manden haring van de
„Claesje". Maandag was er een dusdanige
groote vischaanvoer te IJmuiden, dat alle
trawlers (14 in getal) niet gelijktijdig konden
lossen. Nadat deze gelost waren, kwamen de
20 loggers aan de beurt. Een trawler en een
Deensche kotter bleven echter ongelost en
bewaarden hun visch tot Dinsdag, hetgeen hun
vermoedelijk heel wat nadeel heeft gebracht,
wegens de daling der prijzen.
De levende garnalen brachten aan den af
slag te Amsterdam per lit op van 1.10—
2.Dit is dus de maximumprijs waartegen
de venters immers willen afnemen, zoodat er
vermoedelijk geen hoogere prijs zal zijn te
verwachten.
Door de gezamenlijke vloot der haringdrijf-
netvisseherij is dit jaar bijna 95.000 kantjes
haring meer aangebracht dan verleden jaar
tot September.
Verleden jaar was de aanvoer 191.415
kantjes en dit jaar 286.381 kantjes.
Wat betreft de versche haring zal door de
ingetreden moeilijkheden bij den export daar
van dezer dagen nader worden beslist of, en
zoo ja, welke speciale maatregelen dienen te
worden getroffen met betrekking tot de uit
oefening der visscheitj.
De Urker Noordzeevloot maakte per vaar
tuig visschende tusschen IJmuiden tot Scheve-
ningen van 60- tot 85- de vorige week:
die visschende tusschen Texel en Terschelling
van HO— tot 185— en de snurrevaad-
visschers van 210.tot 330.
De paüngvisscheri) bezuiden den afsluitdij
levert nog goede vangsten, terwijl hij benoor
den dezen dijk minder resultaat opleverde.
Hoe het door H. M. de Koningin
In 1904 erkend werd.
Velen onzer weten en vele anderen weten
het helaas niet, dat de adelborsten zich
mogen verheugen in het bezit van hun eigen
vaandel, dat de trots van het korps is. Dit
vaandel is al oud, doch het ontleent zijn
groote beteekenis eerst aan de groote ge
beurtenis, welke het in September van het
jaar 1904 overkwam.
Het was in de eerste helft van die maand
in dat jaar 1904 een waar feest in onze stad.
Ter gelegenheid van het vijftig jarig bestaan
van het Koninklijk Instituüt van de Marine
waren groote réuniefeesten georganiseerd.
Niet alleen waren dit feesten van en voor
de marine, doch de geheele burgerij had deze
gelegenheid aangegrepen om er haar vreugde
over te uiten, dat Den Helder en de Marine zoo
uitstekend samengingen. Het hoogtepunt van
deze feesten was wel de komst van H. M. de
Koningin en van wijlen Z. K. H. Prins Hen
drik. Op zeer hartelijke wijze werden de
hooge gasten door zeer velen aan het sta
tion binnengehaald, waarna Zij rechtstreeks
naar de Rijkswerf reden. Hier werd door de
adelborsten voor Hen geparadeerd, nadat de
kanonnen van de verschillende oorlogsbodems
gebulderd hadden.
Na in het paviljoen plaats genomen te heb
ben, ontving Hare Majesteit het vaandel. On
der groote stilte en met heldere duidelijke
stem sprak Hare Majesteit toen als volgt:
Officieren en Adelborsten,
Ter gelegenheid van de herdenking der
vestiging van het Koninklijk Instituut voor
de Marine hier ter plaatse vóór vijftig jaren,
heb ik besloten het vaandel van het corps
Adelborsten de eerbewijzen toe te kennen,
welke de vaandels van het leger genieten.
De nieuwe stok, dien Ik wensch ten ge
schenke te geven, is gelijk aan dien, welke
tot de andere vaandels behooren.
Ontvangt uit Mijne handen Uw thans vol
ledig erkend vaandel terug. Ik weet, dat het
bij U heeft aangekweekt die hoedanigheden,
welke het eigendom moeten zijn van een wak
ker corps zeeofficieren.
Moge dit steeds zoo blijven en mogen
plichtsbesef en trouw, de dapperheid, krijgs
tucht, zeemanschap, voortvarendheid en ka
meraadschap, reeds op zoo jeugdigen leeftijd
den Adelborsten ingeprent, later de groote
schat zijn, welken zij in hun verantwoordelijk
en moeitevol beroep met zich voeren.
En, waar de zeeofficier, in dienst van Ko
ningin en Vaderland vergrijsd, reeds lang ge
varen zal hebben onder de banen van onze
vlag, welke met zooveel onverschrokkenheid
en zeemanschap gevoerd is op alle zeeën en
Neêrlands roem in alle werelddeelen met zich
droeg, zal hij met erkentelijkheid gedenken
het vaandel, dat hem het eerste de plichten
leerde, welke hem bekwaamden voor zijne
taak.
Onze groote vlootvoogden namen Gods
woord tot richtsnoer van hun leven en be
schouwden vroomheid als de eerste deugd.
Toekomstige Zeeofficieren, volgt dat voor
beeld en vergeet nooit dat, waar gij ook ko
men moogt in den vreemde, gij den roem hebt
hoog te houden van onze zeehelden van
voorheen.
Zoo sprak de Koningin en het was een
overgelukkige commandant, kapt. ter zee
W. J. de Bfuyne, die het thans Koninklijk er
kende vaandel van Hare Majesteit namen.
het corps overnam.
Hoe het vaandel er uit aet>
Het vaandel is vervaardigd van roode stof
dat omgeven is door twee randen, waarvan
de binnenste goud geborduurd, de buitenste
wit is en het geheel is omzoomd met g0U(Jeil
franje. Op de voorzijde ziet men in zwart
een gekroond anker, waar doorheen een ty
daaronder de woorden „Koninklijk Instituut
der Marine".
De stok is zwart, het gedeelte boven het
doek uitstekend is verguld en stelt voor den
Nederlandschen leeuw, liggend op een lang.
werpig voetstuk, dreigend buitenwaarts kij.
kend, houdende een opgeheven zwaard en be-
schermende een bundel pijlen. Op de lange
voorzijde van het voetstuk staan de woorden
„Voor Koningin en Vaderland", op de korte
zjjden ziet men een gekroonde W. Aan den
stok bevinden zich voorts vier vaandelkwas
ten van roode troetels, twee aan lange
zwarte, twee aan korte gouden koorden.
Wij meenden goed te doen op deze plaats
te releveeren, wat het vaandel van het ln.
stituut eigenlijk is, hoe het door de Hoogste
in den Lande erkend werd en hoe het er precies
uitziet. Dit zal hopenlijk medewerken aan de
verbreiding van meer kennis over dit vaandel,
dat steeds zoo kranig door de uitrukkende
compagnie adelborsten meegevoerd wordt.
Opvallend is het, vooral voor een marine
plaats als de onze, dat, behalve door de mili-
tairen, door zoo weinigen eerbewijs aan dat
vaandel gebracht wordt. Iedere militair, aan
wien het passeert, maakt front en brengt het
militair saluut. Vele burgers ziet men echter
zoo maar voorbij loopen of fietsen. Wij ne
men aan, dat deze zich niet bewust waren
van de aanwezigheid van het Koninklijke
vaandel of niet wisten, welke beteekenis dit
vaandel voor hen, die het meevoeren, en voor
alle zeeofficieren heeft. Mogen bovenstaande
regelen deze burgers wegwijs gemaakt heb
ben, zoodat zij, uit eerbied voor Haar, die
dit vaandel schonk, even den hoed zullen af
nemen, wanneer de compagnie, het vaandel
in haar midden, passeert.
UITSLAG FOUTEN WEDSTRIJD
FA. VLESSING.
In de drie étalages van de zaken der fa.
Vlessing te Den Burg, mocht men gedurende
de verkoopweek raden naar de twee fouten,
die in ieder dezer drie étalages waren gemaakt
Ruim 1600 personen zonden een oplossing in,
doch slechts 33 bleken goed te zijn. Onder
dezen werd de prijs verloot. De gelukkige
winnaar werd de heer K. Gielis, Schildereind
21 Den Burg, die een waardebon van 15 gld.
ontving.
De fouten waren als volgt: een étalagepop
had een verkeerde hand, een regenmantel was
aan de verkeerde zijde gesloten, een étalage
pop had den hoed verkeerd om op, een over
hemd had een verkeerde boord, op een naai
machine stond een klos handgaren, en een
naaitafeltje stond verkeerd om.
Oudeschild.
VISCHAF3LAG.
Oudeschild 7 October 1936.
Aanvoer: 341 kg. gek. garnalen 15 cent
en 879 kg. wulken 2330 cent.
Oosterend.
PRIJSWINNAARS TE OOSTEREND.
Ook te Oosterend werden door verschillende
winkeliers prijzen beschikbaar gesteld gedu
rende de Balleroweek. In den winkel van den
heer Joh. v. d. Slikke, mocht men raden naar
den tijd, waarop een daar verzegeld, horloge
bleef staan. Den juisten tijd, 10.21 werd door
niemand geraden, doch een drietal personen
raadde 10.20. Onder dezen werden de prijzen
verloot, die ten deel vielen aan: den heer P.
Burger, eerste prijs een theeservies, en den
heer D. Mantje Ruysdael, een theeblad.
In het filliaal van den heer C. Huisman
zijn linkervoet met een trede in aianraking
kwamen. Boven op den overloop vond hij een
schakelaar en maakte licht. Haast het eerste,
wat hij zag, was een voet, die uit de deur
opening stak en waarvan een roode pantoffel
afgegleden was. Hij knikte in de richting van
het lijk en zag in een oogopslag alles, wat hij
wilde weten.
„Je zoudt dat kind beter naar haar slaap
kamer kunnen brengen," zei hij over zijn
schouder heen. „Als ze bijkomt en Ralph
ziet..."
„Is hij dood?"
„Dat hoop ik voor hem."
Keating liet zich op zjjn knieën vallen en
stelde een haastig onderzoek in. Hij was daar
nog mee bezig, toen hij achter zich een zwak
geluid hoorde. Hij wendde zich om en begreep
dat Barbara aan Brown's armen ontsnapt
was. Gefascineerd stond zij naar haar vaders
stoffelijk overschot te kijken.
„Je kon beter naar je kamer gaan, jonge
dame," bromde Keating en maakte een bewe
ging om zich tusschen haai en Ralph's gezicht
te plaatsen. Zij wankelde een beetje en ging
zonder wat te zeggen de zitkamer in. Keating
haalde de schouders op en volgde haar. Op een
tafel bjj het raam stond een telefoon; hij nam
den hoorn op en vroeg een nummer aan. Zoo
dra hij verbonden was met den politie-dokter
der divisie, lichtte hij dezen vlug en zakelijk
in en hield een twed». gesprek met deNMor-
tuary. Daarna wendde hij zich weer tot
Barbara, die in een leunstoel zat en recht voor
zich uit staarde.
„Je hoorde eigenlijk in bed te liggen," zei
hij ruw.
„Maar als je je goed genoeg voelt om mjj
te vertellen, wat er gebeurd ls..."
„Ik voel me hee' goed, maar er is niet veel
te vertellen. Ongeveer twintig minuten gele
den werd ik wakker door een geluid, alsof er
iets viel. Ik ging naar de deur, opende ze en
zag..."
Zij hield op en Keating maakte den zin voor
haar af.
„Oom Dennis. Heb je het schot niet
gehoord?"
„Neen." Zij sprak rustig, maar wel merkte
hjj op, dat ze bleek was geworden. Een oogen-
blik was hij bang, dat zij weer flauw zou
vallen. Haar eigenaardige kalmte was niet
natuurlijk, en hij wist bij ondervinding, dat
het een gevaarlijk verschijnsel was. De reactie
zou des te heviger zijn.
„Ik geloof, dat je liever niet meer moest
praten," begon hij. Maar zij keek op en ant
woordde:
„U verwacht een zenuwcrisis? Wees hiaar
niet bang. De manier, waarop hij gestorven
is, heeft mij erg getroffen maar dat hij
dood is Ralph en ik waren geen vrienden.
Zij keek l^ngs hem heen en rilde. Keating
spitste zijn lippen bij het gemeenaam gebruik
van haar vaders voornaam. Zij zag het:
„Ralph en ik hebben ons nooit vader en
dochter gevoeld," zei ze. „Ralph was niet van
dat soort. Hij haatte mij, en ik geloof, dat ik
hem ook haatte. Mijn heele leven heeft h(j al
het mogelijke gedaan om mij verdriet te doen.
Toch is het moeilijk, hem te haten nu."
Keating bief zwijgen. Hij dacht aan een
arme vrouw, wier leven Ralph ook had be
dorven.
„Hij was een lastig heer," zei hjj weifelend.
Barbara antwoordde niet. Uit de gang klonk
het geluld van voetstappen.
„Daar zullen de lui van de Mortuary zjjn,"
meende de inspecteur en stond op.
Hij was er bij, toen de grijze politiedokter
den doode vlug onderzocht, en toen de meege
komen bambten het lijk naar beneden brach
ten, waar de ambulance wachtte. Keating en
de poltiedokter drukten elkaar de hand en
Keating keerde naar Barbara terug. Hij vond
haar nog, zooals hjj haar had verlaten, maar
nauwelijks had zij hem terug zien komen, of
zij barstte uit in hartstochtelijke ontboezemin
gen:
„Hij haatte me hij haatte me hjj deed
al wat hij kon om mij het leven tot een hel
te maken ik had nooit de minste reden om
van hem te houden ik heb nooit een vrien
delijk woord van hem gehoord, en toch het
is een verschrikkelijke dood."
Zij liet zich achterover gljjden in haar stoel
en sloot de oogen. Toen zjj ze weer opende,
zag hij, dat ze haar zelfbeheersching terug
had. Dat beviel hem niet. Hij zou haar liever
zien schreien het eenige, wat haar bedwon
gen ontroering lucht verschaft zou hebben.
„Zou het teveel gevergd zjjn, als ik u ver
zocht, nog even te blijven?" vroeg ze. „Ik
ben zenuwachtig en vrees, dat ik anders weer
in zou storten."
„Dat zou je goed doen."
„Neen, toch niet, dat maakt het maar
erger. Ik kan geen werkelijke spijt hebben,
dat hij dood is, want ik heb geen enkele ge
lukkige herinnering aan hem."
Hjj bukte zich en klopte haar op den schou
der.
„Ik zal bljjven, maar je moet gaan slapen,
je ziet er vermoeid uit."
„Ik ben zoo moe, ik heb bjjna niet gesla
pen. Ik had vergeten mijn slaapmiddeltje in
te nemen, anders was ik ook niet wakker ge
worden. Ik wou maar, dat ik het niet vergeten
had."
„Beter zoo," zei hjj onhandig.
Zij dwong zich tot een glimlach.
„Rookt u maar, als u wilt," noodde zjj hem,
en hjj maakte van haar aanbod gebruik.
„Nu, vertel mjj nu eens alles. Ik geloof wel,
dat ik het verdragen kan. Ik ben nieuwsgie
rig, hoe het kwam, dat u juist in de buurt
was. Wist u dan, dat Dennis het plan
had
Zjj wilde het woord klaarblijkeljjk vermij
den, en Keating hielp haar.
„Ik weet alles, maar het is nu eigenlijk
niet het juiste oogeriblik voor je om zooiets
aan te hooren."
„Ik voel 'me al veel beter, en bovendien zal
ik het vroeg of laat toch moeten vernemen."
Keating knikte toestemmend en wenkte
Brown, die nog als een paal in de deur stond.
„Zie, dat je Kaye aan de telefoon krjjgt,"
zei hij. „Hij zal wel op zjjn flat zjjn, Gros-
venor 2468."
Brown ging naar de telefoon en Keating
keerde zich weer naar Barbara.
„Ken je eenig vrouwvolk, waar je naar toe
zoudt kunnen gaan, beste kind?" vroeg zjj.
„Ik zou naar Molly Wendower kunnen gaan
gaan dat is een schoolvriendin van mjj."
Ralph had geen zusters en de familie van
haar moeder kende zjj niet „Ralph haatte
hen net zoo als mjj."
Keating bromde wat.
„In je vaders oogen had je een leeljjk ee-
brek," zei hjj.
„Wat dan?"
„Dat je op je moeder lijkt."
Barbara keek verrast op.
„Maar hoe weet u
„Dat je een moeder gehad hebt? Dat denk
ik zoo maar."
„Neen, dat ik op haar ljjk."
„Ik weet alles," verzekerde Keating weer.
„Dat is mjjn vak. Ik ben met je moeder in
aanraking gekomen door Ralph. Wjj hadden
hm zaken met elkaar."
Hij begreep de uitdrukking van haar oogen
met goed en daarom verraste het hem, dat ze
„U hoeft het niet te verbloemen, dat Ralph
een misdadiger was. Ik weet dat heel goed.
Dennis was het ook."
Keating zei er maar niets op. Hij begreep
nu, dat ze zoo weinig nieuwsgierig was, waar
om haar vader was vermoord.
„Maar u moet iets doen," hernam ze plot
seling, en haar stem had weer een harden
klank. „Dennis mag niet ontsnappen."
„Neen," hij. „We hebben een gezellig warme
cel voor Dennis klaar in Wandsworth, al een
paar maanden. Ik denk, dat hij er nu wel aan
spraak op zal maken. Ik heb hem al den
heelen dag in de gaten gehouden, ik had er
zoo'n voorgevoel van, dat hjj stierf van ver
langen om je vader te zien of hem te zien
sterven neem me niet kwalijk. Dat was
niet erg tactisch van mjj. Ik hoop, dat ie
't me zult vergeven."
Ze knikte werktuigeljjk, stond op en ginS
de kamer door. Voor de Turner bleef ze staan,
duwde de schilderjj terug en begon de kope
ren schjjf om te draaien. Hij keek even naar
haar, tot Brown hem de telefoon overreikte.
Superintendant Kaye, mijnheer."
Keating nam den hoorn van Brown over,
keerde Barbara zjjn rug toe en begon met ge
dempte stem te spreken, den mond vlak aan
den hoorn.
„Hallo, ben je daar, Kaye? Met Sam. Wat?
heb ik je nachtrust gestoord? Tracht je er
in te Schikken. Ik ben op de flat van Ralph
Teyst. Zeker. Hij is op reis een lange re'8
hjj heeft vergeten een retourbiljet te ne
men. Ja. Iemand zit Dennis op de hielen-
Wie Kerrow. Handige vent. Binnen het uur
hebben we Dennis te pakken. Anders m°et
de Squad er op uit. Ja. ik heb een bevel tot
inhechtenisneming voor een ander geval. N°u'
ga dan maar weer liggen snorken, terwijl ih
je kostje ophaal. Saluu!" (Wordt vervolgd)