Texel Uit het politierapport Visscherij Het vaandel van het korps adelborsten* Verder is deze spreker van meening, dat het college van B. en W. zich achter de zaak had moeten zetten, dan zou zeer zeker veel meer bereikt worden. We beluisteren dan den heer Visser (Van Galenstraat), die het verwjjt, door zijn voor ganger aan het comité gericht, afwijst, er aan toevoegend, dat het hier een kwestie van elkaar aanvullen is. De beteekenis van deze vergade ring is, dat het algemeen comité verneemt wat de verschillende buurten gaan doen. Zoo gaat de van Galenstraat hoogstwaarschijnlijk ver sieren en zal zij de feestelijkheden aan het comité overlaten. De heer Visser zou willen voorstellen, dat de buurtcomité's in deze een zelfde lijn gingen trekken, n.1. zij zorgen alleen voor de versieringen, en het Oranje comité voor de algemeene feestelijkheden. Dit voorstel vond veel bijval in de vergadering. Enkelen voorzien het van opmerkingen. Zoo voelt de heer Dekker er voor om uit de kas van de buurtvereenigingen een bedrag af te staan asm het comité voor de algemeene feest viering. De heer Vroegen dringt aan op een tweede coliecte, waarbij de collectnces moeten wijzen op de werkloozen, die ook gaarne mee willen doen, doch niets kunnen afstaan. Zoo gaat het eventjes door, totdat door den heer Snel (Huisduinen) een andere kwestie aan gesneden wordt. Hij constateert n.1. dat op deze vergadering,. Helders Belang" niet aan wezig is. Zoo ook de stand- en vakorganisa ties niet. Hun medewerking acht hij toch wen- schelijk en wellicht zal het comité derhalve eenige wijziging moeten ondergaan. Behalve deze opmerkingen van organisato- rischen aard komt spreker ook met de mede- deeling, dat Huisduinen actief zal meedoen aan de versiering, doch dat verdere plannen nog niet bekend zijn. De heer Nijpels geeft richtlenen aan. Nadat de heer de Jong den laatsten spreker medegedeeld heeft, dat t.z.t. met de stand- en vakorganisaties overleg zal worden gepleegd, komt de heer Nijpels, bestuurslid van de Alge meene Oranjevereeniging aan het woord. Hij omschrijft dat het centraal comité de alge- heele leiding bij de feesten behoort te hebben. Hier is leiding noodig, onder meer om de ver siering etc. kenbaar te maken aan het cen traal comité, zoodat dit de festiviteiten daar omheen kan bouwen. Spreker denkt b.v. aan een optocht door de versierde straten en aan een autorit van de autoriteiten door die straten. Veel bijval heeft zjjn voorstel om een prijsje beschikbaar te stellen voor de straat, die het mooist versierd is. Nadat een plan-de- campagne, aan de hand van de binnengeko men gegevens, opgemaakt zou zijn, kan een tweede bijeenkomst plaats hebben, waarin de ontworpen plannen aangevuld, gewijzigd, etc. zouden kunnen worden. Wat de aanschaffing van de benoodigde versierstof als lampions, vlaggen, sparre- en dennegroen betreft, adviseert de heer Nijpels, om die in massa aan te koopen. Sprekende over te ontwerpen plannen, denkt spreker aan een eventueel op te richten monument, dat de herinnering aan de heugelijke gebeurtenis zou levendig houden. Hij denkt voorts aan een optocht naar en door het versierde Huisdui nen en aan een tocht van tientallen auto's en ettelijke bussen naar Julianadorp. Tenslotte roert de heer Nijpels ook even de financieele zijde van de geschiedenis aan en vernemen de afgevaardigden, dat het centraal comité wei gaarne zou zien, dat elke buurtvereeniging een bedrag in de centrale kas stortte. B.v. datgene wat er overblijft na aanschaffing van de versiering. Wat de kosten van de verlichting aangaat heeft spreker wel den indruk, dat het gemeen tebestuur het licht voor die gelegenheid goed- kooper beschikbaar zal willen stellen. Een stem uit de K.S.It. Het is de heer Borgelt, die de vergadering verblijdt met de mededeeling, dat de plannen van het comité KoningstraatSpoorstraat- Keizerstraat al vasten vorm aangenomen heb ben. Zoo is al beslist, dat deze drie straten versierd zullen worden. Wat de andere feeste lijkheden aangaat is men ook hier van mee ning, dat de organisatie daarvan aan het Algemeene Comité overgelaten moet worden. Maar wat de versiering betreft, houdt de heer Borgelt er een andere meening op na dan de heer Nijpels. Laat elke buurt voor haar eigen versiering zorgen, dan maken ze 't tot iets specifiek eigen, hetgeen veel meer indruk maakt. Laat iedereen z'n eigen idee naar voren brengen, dan komt er variatie en is elke straat een verrassing. Laten we tenslotte spoedig een Jury benoemen. Is die er eenmaal, dan is dat van stimuleerenden Invloed op het aanbrengen van de versieringen. Pogingen tot oprichting van een Centraal Inkoopbureau. De verdere discussies groepeerden zich hoofdzakelijk om de kwestie of men staande de vergadering een Centraal Inkoopbureau voor de versierstof zou oprichten, ja dan neen. Hei idee werd eerst weer verdedigd door den heer Visser, die het over het Oranjecomité wilde laten loopen. Daar voelde de secretaris var dit comité, Mr. Mulder, echter niet voor. Er moet volgens hem wel een inkoopbureau komen, maar samengesteld uit de buurt comité's, die immers zelf zoo prachtig het initiatief genomen hebben inzake de versie ring. In dat bureau moeten menschen be noemd worden, die verstand van de aan te koopen zaken hebben. Spreker meent en pas sant te moeten waarschuwen voor den aard van de versiering. Met het oog op de moge lijkheid, dat het feest in Februari of Maart zou kunnen plaats vinden, hetgeen vochtige maanden zijn, verdient het aanbeveling om gebruik te maken van electrische lampjes. De heer Reus (Hoogstraat) kan er niet mee accoord gaan, dat het Centraal Inkoopbureau op deze vergadering gesticht wordt, omdat vele afgevaardigden wel geen mandaat van hun comité zullen hebben om besluiten te nemen. Men zal eerst weer eens voeling met het eigen comité moeten gaan houden. De heer Horsman geeft echter een andere meening ten beste, want hij acht oprichting van het bureau noodzakelijk, hetgeen Mr. Mul der onderschrijft, omdat men anders een tempo achter komt. Nadat de heer Borgelt nog gelegenheid gehad heeft om een lans te breken voor den plaatselijken middenstand (in verband met de aan te schaffen feestartikelen), wordt ten slotte besloten om nog geen inkoopbureau te stichten. Op voorstel van den heer Nijpels zullen nu de buurtcomité's binnen den kortst mógelijken tijd aan den secretaris van het Oranjecomité, Mr. Mulder, Weststraat 39, mededeelen, dat en wat zij zullen gaan ver sieren. Daarna zal weer een vergadering bijeengeroepen worden, waarin men zal praten over de oprichting van het Inkoopbureau. Deze vergadering zal zoo spoedig als mogelijk is uitgeschreven worden. Een verzoek aan B. en W. Tijdens de discussies kwam men voorts tot het besluit om een verzoek aan het College van B. en W. te richten waarin aan collectieve vergunning voor het aanbrengen van versie ringen, met de daaraan verbonden algemeene voorwaarden, gevraagd zal worden. Hierna kon de heer de Jong de laatste hand aan deze vergadering leggen, die wel geen groote positieve resultaten bracht, doch ons de overtuiging mee naar kantoor gaf, dat allen bezield zijn met den wensch om de Koninklijke Bruiloft strakjes in Den Helder op zoo goed mogelijke wijze mede te vieren. Als straks de vele buurtcomité's en het Oarnjecomité nog wat nader tot elkaar zullen zijn gekomen, zult U eens zien, wat er alle maal uit de bus komt! Spoedig hopen we er meer van te kunnen vertellen. En intusschen wachten we in spanning op het bericht, dat ons vertellen zal, wanneer de heuglijke ge beurtenis zal plaats hebben Om een belastingplaatje te stelen. Door een bewoner van de Binnenhaven werd kennis gegeven, dat in de poort achter zijn wonig een onbeheerd rijwiel stond, waarvan het rijwielplaatje vermoedelijk is gestolen, daar het stuur naast het rijwiel lag. Aanrijding. Door een bewoner van de W.Beukelsz.straat werd kennis gegeven, dat haar dochtertje den vorigen avond door een garagehouder was aangereden. Diefstal door kinderen. Door de recherche werd proces-verbaal op gemaakt tegen een tweetal jongens, die zich schuldig hadden gemaakt aan diefstal van gelden uit spaardoozen van kinderen eener school. VOOR POSTZEGELVERZAMELAARS. Een bijzonder poststempel. Brieven en briefkaarten over het geheele traject vervoerd met den eersten nachtexpresse BataviaSoerabaja, of omgekeerd, op 1 Nov. a.s. zullen van een afdruk van een bijzonder stempel worden voorzien. De verzamelaars in Nederland kunnen brie ven en briefkaarten voor elke gewenschte bestemming met deze eerste treinen doen vervoeren (dus ook naar hun eigen adres). Zij moeten gefrankeerd zijn volgens het tarief van Nederland naar het land van bestemming. De poststukken moeten voorzien zijn van de aanwijzing in rooden Inkt: per eersten nacht expresse BataviaSoerabaja (of Soerabaja Batavia). Terugzending geschiedt per luchtpost, indien het luchtrecht voor de terugzending in Neder- landsch-Indische frankeerzegels is gekweten en duidelijk is aangegeven, dat terugzending per luchtpost wordt verlangd. De correspondentie, welke in Indië voor 1 November wordt ontvangen, wordt tot het vertrek van den eersten nachtexpresse be waard. Stukken verzonden op 8 October via Genua (Ms. ,,Marnix van SL Aldegonde") of per luchtpost, uiterlijk op 24 November a.s., kun nen den bedoelden trein tijdig bereiken. Dat de versche haringvisscherij soms nog wel heel goede uitkomsten kan opleveren, moge blijken uit de besommingen die de laatste dagen te IJmuiden door een paar motortreilers zijn gemaakt. Het waren beide schepen van de Mij. „Piscator", n.1. de R.O. schepen, waarvan de „Dirkje" in vier dagen reis een vangst van 1350 manden maakte met een opbrengst van 4680 of 1170 per dag en de „Claesje" met 1600 manden versche haring voor 3500. De „Claesje" maakte dus minder per mand, maar het resultaat is toch zeker bevredigend. Door den grooten aanvoer had men gedacht, dat de prijzen een verlaging zouden onder gaan, maar ze wisten zich uitstekend te hand haven. Het „Dagblad van IJmuiden" spreekt zelfs van hooge vischprijzen. Dit mag misschien voor Maandag gegolden hebben, maar Dins dag was er een tendenz van verlaging. Voor tong werd o.a. besteed 1.20ƒ1.10, kabel jauw, die den vorigen dag nog gold tot 80.— per 125 kilo, deed Dinsdag 52. Toch schijnt er meer belangstelling te zijn voor den vischexport, want hetzelfde blad meldt, dat een der grootste exporteurs, die den laatsten tijd weinig kocht, nu ook weer flinke zaken deed. De haring, die Maandag tot 6.deed, haalde Dinsdag hoogstens 3.60, welke daling dan ook duidelijk merkbaar was aan de op brengst van de 1600 manden haring van de „Claesje". Maandag was er een dusdanige groote vischaanvoer te IJmuiden, dat alle trawlers (14 in getal) niet gelijktijdig konden lossen. Nadat deze gelost waren, kwamen de 20 loggers aan de beurt. Een trawler en een Deensche kotter bleven echter ongelost en bewaarden hun visch tot Dinsdag, hetgeen hun vermoedelijk heel wat nadeel heeft gebracht, wegens de daling der prijzen. De levende garnalen brachten aan den af slag te Amsterdam per lit op van 1.10— 2.Dit is dus de maximumprijs waartegen de venters immers willen afnemen, zoodat er vermoedelijk geen hoogere prijs zal zijn te verwachten. Door de gezamenlijke vloot der haringdrijf- netvisseherij is dit jaar bijna 95.000 kantjes haring meer aangebracht dan verleden jaar tot September. Verleden jaar was de aanvoer 191.415 kantjes en dit jaar 286.381 kantjes. Wat betreft de versche haring zal door de ingetreden moeilijkheden bij den export daar van dezer dagen nader worden beslist of, en zoo ja, welke speciale maatregelen dienen te worden getroffen met betrekking tot de uit oefening der visscheitj. De Urker Noordzeevloot maakte per vaar tuig visschende tusschen IJmuiden tot Scheve- ningen van 60- tot 85- de vorige week: die visschende tusschen Texel en Terschelling van HO— tot 185— en de snurrevaad- visschers van 210.tot 330. De paüngvisscheri) bezuiden den afsluitdij levert nog goede vangsten, terwijl hij benoor den dezen dijk minder resultaat opleverde. Hoe het door H. M. de Koningin In 1904 erkend werd. Velen onzer weten en vele anderen weten het helaas niet, dat de adelborsten zich mogen verheugen in het bezit van hun eigen vaandel, dat de trots van het korps is. Dit vaandel is al oud, doch het ontleent zijn groote beteekenis eerst aan de groote ge beurtenis, welke het in September van het jaar 1904 overkwam. Het was in de eerste helft van die maand in dat jaar 1904 een waar feest in onze stad. Ter gelegenheid van het vijftig jarig bestaan van het Koninklijk Instituüt van de Marine waren groote réuniefeesten georganiseerd. Niet alleen waren dit feesten van en voor de marine, doch de geheele burgerij had deze gelegenheid aangegrepen om er haar vreugde over te uiten, dat Den Helder en de Marine zoo uitstekend samengingen. Het hoogtepunt van deze feesten was wel de komst van H. M. de Koningin en van wijlen Z. K. H. Prins Hen drik. Op zeer hartelijke wijze werden de hooge gasten door zeer velen aan het sta tion binnengehaald, waarna Zij rechtstreeks naar de Rijkswerf reden. Hier werd door de adelborsten voor Hen geparadeerd, nadat de kanonnen van de verschillende oorlogsbodems gebulderd hadden. Na in het paviljoen plaats genomen te heb ben, ontving Hare Majesteit het vaandel. On der groote stilte en met heldere duidelijke stem sprak Hare Majesteit toen als volgt: Officieren en Adelborsten, Ter gelegenheid van de herdenking der vestiging van het Koninklijk Instituut voor de Marine hier ter plaatse vóór vijftig jaren, heb ik besloten het vaandel van het corps Adelborsten de eerbewijzen toe te kennen, welke de vaandels van het leger genieten. De nieuwe stok, dien Ik wensch ten ge schenke te geven, is gelijk aan dien, welke tot de andere vaandels behooren. Ontvangt uit Mijne handen Uw thans vol ledig erkend vaandel terug. Ik weet, dat het bij U heeft aangekweekt die hoedanigheden, welke het eigendom moeten zijn van een wak ker corps zeeofficieren. Moge dit steeds zoo blijven en mogen plichtsbesef en trouw, de dapperheid, krijgs tucht, zeemanschap, voortvarendheid en ka meraadschap, reeds op zoo jeugdigen leeftijd den Adelborsten ingeprent, later de groote schat zijn, welken zij in hun verantwoordelijk en moeitevol beroep met zich voeren. En, waar de zeeofficier, in dienst van Ko ningin en Vaderland vergrijsd, reeds lang ge varen zal hebben onder de banen van onze vlag, welke met zooveel onverschrokkenheid en zeemanschap gevoerd is op alle zeeën en Neêrlands roem in alle werelddeelen met zich droeg, zal hij met erkentelijkheid gedenken het vaandel, dat hem het eerste de plichten leerde, welke hem bekwaamden voor zijne taak. Onze groote vlootvoogden namen Gods woord tot richtsnoer van hun leven en be schouwden vroomheid als de eerste deugd. Toekomstige Zeeofficieren, volgt dat voor beeld en vergeet nooit dat, waar gij ook ko men moogt in den vreemde, gij den roem hebt hoog te houden van onze zeehelden van voorheen. Zoo sprak de Koningin en het was een overgelukkige commandant, kapt. ter zee W. J. de Bfuyne, die het thans Koninklijk er kende vaandel van Hare Majesteit namen. het corps overnam. Hoe het vaandel er uit aet> Het vaandel is vervaardigd van roode stof dat omgeven is door twee randen, waarvan de binnenste goud geborduurd, de buitenste wit is en het geheel is omzoomd met g0U(Jeil franje. Op de voorzijde ziet men in zwart een gekroond anker, waar doorheen een ty daaronder de woorden „Koninklijk Instituut der Marine". De stok is zwart, het gedeelte boven het doek uitstekend is verguld en stelt voor den Nederlandschen leeuw, liggend op een lang. werpig voetstuk, dreigend buitenwaarts kij. kend, houdende een opgeheven zwaard en be- schermende een bundel pijlen. Op de lange voorzijde van het voetstuk staan de woorden „Voor Koningin en Vaderland", op de korte zjjden ziet men een gekroonde W. Aan den stok bevinden zich voorts vier vaandelkwas ten van roode troetels, twee aan lange zwarte, twee aan korte gouden koorden. Wij meenden goed te doen op deze plaats te releveeren, wat het vaandel van het ln. stituut eigenlijk is, hoe het door de Hoogste in den Lande erkend werd en hoe het er precies uitziet. Dit zal hopenlijk medewerken aan de verbreiding van meer kennis over dit vaandel, dat steeds zoo kranig door de uitrukkende compagnie adelborsten meegevoerd wordt. Opvallend is het, vooral voor een marine plaats als de onze, dat, behalve door de mili- tairen, door zoo weinigen eerbewijs aan dat vaandel gebracht wordt. Iedere militair, aan wien het passeert, maakt front en brengt het militair saluut. Vele burgers ziet men echter zoo maar voorbij loopen of fietsen. Wij ne men aan, dat deze zich niet bewust waren van de aanwezigheid van het Koninklijke vaandel of niet wisten, welke beteekenis dit vaandel voor hen, die het meevoeren, en voor alle zeeofficieren heeft. Mogen bovenstaande regelen deze burgers wegwijs gemaakt heb ben, zoodat zij, uit eerbied voor Haar, die dit vaandel schonk, even den hoed zullen af nemen, wanneer de compagnie, het vaandel in haar midden, passeert. UITSLAG FOUTEN WEDSTRIJD FA. VLESSING. In de drie étalages van de zaken der fa. Vlessing te Den Burg, mocht men gedurende de verkoopweek raden naar de twee fouten, die in ieder dezer drie étalages waren gemaakt Ruim 1600 personen zonden een oplossing in, doch slechts 33 bleken goed te zijn. Onder dezen werd de prijs verloot. De gelukkige winnaar werd de heer K. Gielis, Schildereind 21 Den Burg, die een waardebon van 15 gld. ontving. De fouten waren als volgt: een étalagepop had een verkeerde hand, een regenmantel was aan de verkeerde zijde gesloten, een étalage pop had den hoed verkeerd om op, een over hemd had een verkeerde boord, op een naai machine stond een klos handgaren, en een naaitafeltje stond verkeerd om. Oudeschild. VISCHAF3LAG. Oudeschild 7 October 1936. Aanvoer: 341 kg. gek. garnalen 15 cent en 879 kg. wulken 2330 cent. Oosterend. PRIJSWINNAARS TE OOSTEREND. Ook te Oosterend werden door verschillende winkeliers prijzen beschikbaar gesteld gedu rende de Balleroweek. In den winkel van den heer Joh. v. d. Slikke, mocht men raden naar den tijd, waarop een daar verzegeld, horloge bleef staan. Den juisten tijd, 10.21 werd door niemand geraden, doch een drietal personen raadde 10.20. Onder dezen werden de prijzen verloot, die ten deel vielen aan: den heer P. Burger, eerste prijs een theeservies, en den heer D. Mantje Ruysdael, een theeblad. In het filliaal van den heer C. Huisman zijn linkervoet met een trede in aianraking kwamen. Boven op den overloop vond hij een schakelaar en maakte licht. Haast het eerste, wat hij zag, was een voet, die uit de deur opening stak en waarvan een roode pantoffel afgegleden was. Hij knikte in de richting van het lijk en zag in een oogopslag alles, wat hij wilde weten. „Je zoudt dat kind beter naar haar slaap kamer kunnen brengen," zei hij over zijn schouder heen. „Als ze bijkomt en Ralph ziet..." „Is hij dood?" „Dat hoop ik voor hem." Keating liet zich op zjjn knieën vallen en stelde een haastig onderzoek in. Hij was daar nog mee bezig, toen hij achter zich een zwak geluid hoorde. Hij wendde zich om en begreep dat Barbara aan Brown's armen ontsnapt was. Gefascineerd stond zij naar haar vaders stoffelijk overschot te kijken. „Je kon beter naar je kamer gaan, jonge dame," bromde Keating en maakte een bewe ging om zich tusschen haai en Ralph's gezicht te plaatsen. Zij wankelde een beetje en ging zonder wat te zeggen de zitkamer in. Keating haalde de schouders op en volgde haar. Op een tafel bjj het raam stond een telefoon; hij nam den hoorn op en vroeg een nummer aan. Zoo dra hij verbonden was met den politie-dokter der divisie, lichtte hij dezen vlug en zakelijk in en hield een twed». gesprek met deNMor- tuary. Daarna wendde hij zich weer tot Barbara, die in een leunstoel zat en recht voor zich uit staarde. „Je hoorde eigenlijk in bed te liggen," zei hij ruw. „Maar als je je goed genoeg voelt om mjj te vertellen, wat er gebeurd ls..." „Ik voel me hee' goed, maar er is niet veel te vertellen. Ongeveer twintig minuten gele den werd ik wakker door een geluid, alsof er iets viel. Ik ging naar de deur, opende ze en zag..." Zij hield op en Keating maakte den zin voor haar af. „Oom Dennis. Heb je het schot niet gehoord?" „Neen." Zij sprak rustig, maar wel merkte hjj op, dat ze bleek was geworden. Een oogen- blik was hij bang, dat zij weer flauw zou vallen. Haar eigenaardige kalmte was niet natuurlijk, en hij wist bij ondervinding, dat het een gevaarlijk verschijnsel was. De reactie zou des te heviger zijn. „Ik geloof, dat je liever niet meer moest praten," begon hij. Maar zij keek op en ant woordde: „U verwacht een zenuwcrisis? Wees hiaar niet bang. De manier, waarop hij gestorven is, heeft mij erg getroffen maar dat hij dood is Ralph en ik waren geen vrienden. Zij keek l^ngs hem heen en rilde. Keating spitste zijn lippen bij het gemeenaam gebruik van haar vaders voornaam. Zij zag het: „Ralph en ik hebben ons nooit vader en dochter gevoeld," zei ze. „Ralph was niet van dat soort. Hij haatte mij, en ik geloof, dat ik hem ook haatte. Mijn heele leven heeft h(j al het mogelijke gedaan om mij verdriet te doen. Toch is het moeilijk, hem te haten nu." Keating bief zwijgen. Hij dacht aan een arme vrouw, wier leven Ralph ook had be dorven. „Hij was een lastig heer," zei hjj weifelend. Barbara antwoordde niet. Uit de gang klonk het geluld van voetstappen. „Daar zullen de lui van de Mortuary zjjn," meende de inspecteur en stond op. Hij was er bij, toen de grijze politiedokter den doode vlug onderzocht, en toen de meege komen bambten het lijk naar beneden brach ten, waar de ambulance wachtte. Keating en de poltiedokter drukten elkaar de hand en Keating keerde naar Barbara terug. Hij vond haar nog, zooals hjj haar had verlaten, maar nauwelijks had zij hem terug zien komen, of zij barstte uit in hartstochtelijke ontboezemin gen: „Hij haatte me hij haatte me hjj deed al wat hij kon om mij het leven tot een hel te maken ik had nooit de minste reden om van hem te houden ik heb nooit een vrien delijk woord van hem gehoord, en toch het is een verschrikkelijke dood." Zij liet zich achterover gljjden in haar stoel en sloot de oogen. Toen zjj ze weer opende, zag hij, dat ze haar zelfbeheersching terug had. Dat beviel hem niet. Hij zou haar liever zien schreien het eenige, wat haar bedwon gen ontroering lucht verschaft zou hebben. „Zou het teveel gevergd zjjn, als ik u ver zocht, nog even te blijven?" vroeg ze. „Ik ben zenuwachtig en vrees, dat ik anders weer in zou storten." „Dat zou je goed doen." „Neen, toch niet, dat maakt het maar erger. Ik kan geen werkelijke spijt hebben, dat hij dood is, want ik heb geen enkele ge lukkige herinnering aan hem." Hjj bukte zich en klopte haar op den schou der. „Ik zal bljjven, maar je moet gaan slapen, je ziet er vermoeid uit." „Ik ben zoo moe, ik heb bjjna niet gesla pen. Ik had vergeten mijn slaapmiddeltje in te nemen, anders was ik ook niet wakker ge worden. Ik wou maar, dat ik het niet vergeten had." „Beter zoo," zei hjj onhandig. Zij dwong zich tot een glimlach. „Rookt u maar, als u wilt," noodde zjj hem, en hjj maakte van haar aanbod gebruik. „Nu, vertel mjj nu eens alles. Ik geloof wel, dat ik het verdragen kan. Ik ben nieuwsgie rig, hoe het kwam, dat u juist in de buurt was. Wist u dan, dat Dennis het plan had Zjj wilde het woord klaarblijkeljjk vermij den, en Keating hielp haar. „Ik weet alles, maar het is nu eigenlijk niet het juiste oogeriblik voor je om zooiets aan te hooren." „Ik voel 'me al veel beter, en bovendien zal ik het vroeg of laat toch moeten vernemen." Keating knikte toestemmend en wenkte Brown, die nog als een paal in de deur stond. „Zie, dat je Kaye aan de telefoon krjjgt," zei hij. „Hij zal wel op zjjn flat zjjn, Gros- venor 2468." Brown ging naar de telefoon en Keating keerde zich weer naar Barbara. „Ken je eenig vrouwvolk, waar je naar toe zoudt kunnen gaan, beste kind?" vroeg zjj. „Ik zou naar Molly Wendower kunnen gaan gaan dat is een schoolvriendin van mjj." Ralph had geen zusters en de familie van haar moeder kende zjj niet „Ralph haatte hen net zoo als mjj." Keating bromde wat. „In je vaders oogen had je een leeljjk ee- brek," zei hjj. „Wat dan?" „Dat je op je moeder lijkt." Barbara keek verrast op. „Maar hoe weet u „Dat je een moeder gehad hebt? Dat denk ik zoo maar." „Neen, dat ik op haar ljjk." „Ik weet alles," verzekerde Keating weer. „Dat is mjjn vak. Ik ben met je moeder in aanraking gekomen door Ralph. Wjj hadden hm zaken met elkaar." Hij begreep de uitdrukking van haar oogen met goed en daarom verraste het hem, dat ze „U hoeft het niet te verbloemen, dat Ralph een misdadiger was. Ik weet dat heel goed. Dennis was het ook." Keating zei er maar niets op. Hij begreep nu, dat ze zoo weinig nieuwsgierig was, waar om haar vader was vermoord. „Maar u moet iets doen," hernam ze plot seling, en haar stem had weer een harden klank. „Dennis mag niet ontsnappen." „Neen," hij. „We hebben een gezellig warme cel voor Dennis klaar in Wandsworth, al een paar maanden. Ik denk, dat hij er nu wel aan spraak op zal maken. Ik heb hem al den heelen dag in de gaten gehouden, ik had er zoo'n voorgevoel van, dat hjj stierf van ver langen om je vader te zien of hem te zien sterven neem me niet kwalijk. Dat was niet erg tactisch van mjj. Ik hoop, dat ie 't me zult vergeven." Ze knikte werktuigeljjk, stond op en ginS de kamer door. Voor de Turner bleef ze staan, duwde de schilderjj terug en begon de kope ren schjjf om te draaien. Hij keek even naar haar, tot Brown hem de telefoon overreikte. Superintendant Kaye, mijnheer." Keating nam den hoorn van Brown over, keerde Barbara zjjn rug toe en begon met ge dempte stem te spreken, den mond vlak aan den hoorn. „Hallo, ben je daar, Kaye? Met Sam. Wat? heb ik je nachtrust gestoord? Tracht je er in te Schikken. Ik ben op de flat van Ralph Teyst. Zeker. Hij is op reis een lange re'8 hjj heeft vergeten een retourbiljet te ne men. Ja. Iemand zit Dennis op de hielen- Wie Kerrow. Handige vent. Binnen het uur hebben we Dennis te pakken. Anders m°et de Squad er op uit. Ja. ik heb een bevel tot inhechtenisneming voor een ander geval. N°u' ga dan maar weer liggen snorken, terwijl ih je kostje ophaal. Saluu!" (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 4