Herfst
over Den Helder
let
nieuwe
'oek
Naar de Noordelijke
Landen en Volken*
Brochures
en periodieken*
Burgerlijke Stand van Den Helder
Marineberichten
V isscherij berichten
Stoomvaartberichten
Kon men raden naar den naam van een pop.
peze naam was „Marie", en werd door meer
dere personen geraden. Bij loting werd de
eerste prijs, een flesch advocaat, toegewezen
azm den heer F. Duinker, de tweede prijs, een
flesch boerenjongens, aan den heer J. Tim
nier, en de derde, een flesch wijn, aan den
beer' P- d. Vis.
Herfst
Dat zijn de avonden, windstil, en met hoog
te<ren den zwart-blauwen azuurkoepel een
onnatuurlijk bleek-gele maan, dat is het wit
achtige licht van een trillende zon des mor
gens vroeg in de ruiten der huizen, het zijn
de grauwe kleuren in de duinen en het zijn
de zilveren draden die meeslieren des nachts
en des morgens.
Dat is de herfst.
Hij is even plotseling gekomen als de lente
en spoedig hebben wij er ons in geschikt.
We weten het: het is de eeuwige cirkelgang,
van de reïncarnatie in de natuur.
Herfst in Den Helder. Des morgens, heel
vroeg op den Dijk, met aan den zeekant de
kleine blauwe kuifjes van het water, 't blauw
van de luchten er boven, en met een ontzag
lik veld van blonde en licht-grijze schapen
wolkjes erop. Een veld, dat heel langzaam
naar de kim wegzakt. Onmerkbaar langzaam.
De zee is nu stil geworden. Het vroolijke
rumoer van hen, die hier vele maanden
zwommen, is verstild. Overbleven de meeu
wen, die hier hun nimmer eindigende glij
vluchten uitzwieren, de duikertjes wat verder
op, nog altjjd even parmantig, even stemmig
en even zorgeloos in hun op-vliegen.
De zee, met die heel bijzondere tintenmen-
geling van alleen heldere kleuren, d&t is de
herfst.
Bruin, onder aan de glooiing, ligt, als het
water laag is, het wier. De geuren ervan
waaien over den Dijk en tot aan Huisduinen
toe kun je ze ruiken. Dan, over de boulevard,
zijn we bij de zee, zooals we hem den zomer
zoo vele malen gezien hebben: breed en kalm.
Aan den einder staat ze in een witte schitte
ring van het diffuse herfstlicht en héél in de
verte, bijna niet meer te zien, zien we de
masten van een schip. Hoog erboven hangt
een rooksliert, die evengoea de uitlooper van
een wolk zou kunnen zijn. Waar het schip is,
is de wolk; ze blijven bij elkaar.
Het strand is geel en wit. Op de duinkam-
men staat de helm, en de reeds dorrende pun
ten wiegen in de najaarswind heen en weer.
En het is hier dat d~ verlatenheid op je
valt. Geen mensch komt meer op het strand.
Een enkele oude visscher, die niets uitvoert,
loopt wellicht eens per dag langs den zeekant,
daar waar de korte golfjes tegen het zand
aan ritselen.
Het vroolijke spel van stoeien en zwemmen
is voorbij, en de garde der strandliefhebbers
zal 8 lange maanden geduld moeten oefenen.
De zee trekt zich er niet veel van aan. Even
imposant, even rustig gaat ze voort haar
golven op te stuwen tegen deze weering van
zand en evenals in den zomer vindt men de
meest curieuse zaken hier. Flesschen met
Spaansche etiketten, kurken van redding
boeien, eigenaardig gevormde stukken hout.
Het zijn dingen, waarbij je je fantasie aan
het werk kan zetten, als je daar zoo eenzaam
op een herfstmorgen loopt.
Intusschen klautert de zon omhoog en ze
brengt nog wat welkome warmte. Veel is 't
niet meer; een net voelbare koestering; in de
schaduw van de duinen loop je al te rillen.
In de stad is de herfst in duizend vormen.
De jongens en meisjes die naar school gaan
loopen al met jekkers, waarop groote gouden
knoopen als prachtige medailles blikkeren;
de slagers en bakkers in hun witte jasjes
staan zich aan de deuren de handen te
wnjven, die op de sturen van hun fietsen
rood geworden zijn.
In de slootjes, buiten de stad, iii het leven
bijna geheel verdwenen. De vette bruine kik
kers knorren 's-avonds niet meer als je er
met de fiets langs komt, de krekels zitten
hiet meer geheimzinnig te knisteren, en het
riet is dun geworden.
Bruin is het water, en meestal bewegings
loos. Een enkele stekel kun je af en toe weg
zien zigzaggen, maar daar blijft het ook bij.
Ook hier kwam de herfst overscheeren.
En de dag gaat om en reeds vroeg zakt
de zon weg, achter de kim, en wij blijven
achter in den schemer, en zeggen tot elkaar:
wat worden de dagen toch al kort.
Ban komt de avond, en de schaduwen
scheeren als geweldige vleermuizenwieken
over de huizen en de straten. De lichten gaan
°P en in de buitenwijken wordt het stil.
En dan, als het bijna geheel donker is,
omt de maan aanzeilen: groot en statig en
goudgeel. Ze zet het heele hemeldak van
°ord naar Zuid in een machtigen gloed,
waartegen de wolken, ver weg, afsteken als
voorwerelsche wezens; soms zie je reuzen
die elkaar te lijf gaan, springende luipaarden
en vo°rthollende wilde zwijnen. Je kunt er
dikwijls een geheele menagerie van maken.
e nacht komt heel stil, en de spinnen be
tuinen hun werk. Ze spinnen eindelooze
draden van muur tot muur en van tak tot
k. Een enkel windstootje doet ze trillen en
oven als waren het even aangeraakte snaren
vkn een heel teer instrument. Ze raken los en
2Ón te licht om de grond te bereiken.
Bh ze komen tegen de gezichten van de
jhenschen, die ze herftsdraden genoemd heb-
eh. en daar kleven ze vast-.
Overal neemt de haast onmerkbare herfst-
"^hd ze mee op haar wieken: naar het
?rand, naar den Dijk en naar de Buiten
aven. Sommige zullen wel zeewaarts ge-
ten van Nieuwediep zoekt, ze uit 'n oogen.
En bromt wat op die vermaledijde herfst
draden.
lederen dag en lederen nacht wordt het nu
wat koeler des avonds laat als een visschers-
vloot binnenkomt, slaan de jongens met de
armen onophoudelijk tegen elkaar, om hun
bloed wat vlugger te doen loopen, want het
water is al vinnig koud.
En rimpeloos ligt de haven van Nieuwe
diep en de lichten van de Harssens en Wier-
hoofd worden als groteske guirlandes van rood
en blauw in het havenwater weerspiegeld.
Als er een bottter of een vlet binnenkomt
vermengen zich het rood en het geel en het
groen van deze lichten in de deining van het
water tot een bont palet van duizend tinten
en het lijkt soms of de boot vaart op een zee,
ver weg, van een exotisch land... van louter
vuur en kleuren.
Maar de koude wind maakt te spoedig een
einde aan deze droomerijen en vertelt U dat
ge in Holland zjjt.
En teruggaande door de straten en over de
grachten, met het witte maanlicht boven ons,
en tusschen de aarde en de sterren de bevende
herfstdraden, weten we het: het is midherfst.
En de winter komende...
blazen
biet.
worden en waar die blijven weten we
Misschien wrijft straks een eenzame gar-
a envisscher, die in zijn schuitje naar de lich-
(Reisindrukken van een Poolschen
Esperantist).
Als de geest van den beroemden Franschen
schrijver en stoutmoedigen droomer Jules
Veme nu in onze wereld was teruggekomen
om er eens een kijkje te nemen, zou hij zich
wel schamen en zoo snel hij kon teruggaan
naar de andere wereld... De fantastische
vluchten in de boeken van Jules Verne „Rond
om de wereld in veertig dagen", „Reis naar
de maan" e.d. zijn reeds lang kinderspel ge
worden. De vlucht over de Atlantische Oceaan
heeft al meermalen plaats gehad, een reis om
de wereld is iets „vanzelfsprekends" de aar
de is immers rond, niemand verspert den weg,
waarom zou men dus niet...? Maar onze we
reld is in kleine stukjes verdeeld: als we
Europa van boven af bekijken, doet het ons
aan een schaakbord denken, en ieder hokje is
versperd, ten eerste door hooge politieke-,
paspoort-, douane- en zooveel andere muren,
dat wanneer de reiziger voortdurend derge-'
lijke „verrassingen" moet overwinnen, hij
eenvoudig met zijn gezond verstand vraagt:
„Waarom, voor wiens welzijn en nut?" Bo
vendien bestaat er een andere categorie ver
sperringen op dien „vrijen weg", ze zijn niet
formeel, slechts feitelijk, maar niet minder
hardnekkig en onoverwinnelijk of zelfs
meer de andere. De taalmoeilijkheden zijn
des te grooter naarmate de taal van het land,
waar wij reizen verder afstaat van de z.g.
„Europeesche talen". Dat heb ik gedurende
twee maanden ondervonden. Letland, Finland,
Estland en Zweden hebben prachtige talen;
de melodieuze uitspraak van de Zweden, de
weeke, bijna zangerige uitspraak van de
Estlanders zijn werkelijk bekoorlijk,, maar
beste lezer, Nederlander, Pool, of wat gij ook
zijt, begrijp ze maar eens Vooral in Fin
land, waar men weinig kennis van vreemde
talen heeft, verzamelden zich meer dan eens
vijftien of twintig personen om mij heen en
niemand van hen begreep mijn eenvoudige
vraag: „Welken weg moet ik nemen naar de
X-straat?" Soms verloor ik veel tijd om
alleen maar duidelijk te maken, dat is Espe
ranto, Duitsch of Russisch sprak, behalve
Poolsch en gebrekkig eenige andere talen.
Een heele groep menschen stond mij aan te
kijken en kon geen woord verstaan. Het ergst
was het in de restaurants: daar kon ik im
mers de menu's niet lezen; ik moest dan op
letten, wat de een of andere gast nam, en met
gebaren hetzelfde vragen... meer dan eens
kwam ik door zoo'n keus bedrogen uit en
moest ik tenslotte hongerig weggaan.
Voor mijn vertrek vroeg men mij soms in
Warschau, waarom mijn reis naar 't Noorden
ging, waarom naar Estland.Maar dan kon ik
niet dat antwoord geven, dat ik nu, na mijn
terugkomst, geef. Op mijn reis van twee
maanden heb ik meer over die landen geleerd
dan ik door een tweejarige studie uit stapels
boeken zou kunnen leeren. De landen, die ik
heb leeren kennen, zijn in alle opzichten een
bezoek waard.
Myn reis had een algemeen doel: landen en
volkeren te bestudeeren; en bovendien een
meer geprecieseerd plan: als jurist-crimino
loog was ik uitgezonden om bekend te worden
met de rechtspraak- en gevangenis-proble
men in de genoemde landen. Anderzijds
maakte ik ook kennis met de Esperanto-be-
weging in de nooidelijke landen, waar deze
wereldtaal werkelijk een belangrijk hulpmid
del bij de propaganda is geworden. Soms hiel
pen Esperantisten mij taalmoeilijkheden op te
lossen, die ik Zonder Esperanto niet zou heb
ben opgelost.
Maar genoeg hiervoor, over bijzonderheden
zal ik op betrokken plaatsen spreken, nu
moet ik mij haasten naar het hoofdstation in
Warschau om den trein te halen naar een
oude stad in het noorden van Polen, Grodno,
vandaar naar een andere Poolsche stad, Wil-
no, te reizen en zoo aan de grens te komen.
Het was een donkere nacht en in den trein
waren maar heel weinig passagiers gebleven;
ik zag alleen politiebeambten en gendarmes
van de grenswacht. Ik stond aan het raampje
en peinsde over het aardrijkskundig schaak
bord van Europa. Ik wist, dat ik over enkele
oogenblikken in een vreemd land zou zijn,
als 't ware in een geheel andere wereld, met
andere zeden en gewoonten en een taal, die
ik niet zou verstaan.
Ik keek door het raampje en zag alles het
zelfde als in mijn vaderland; niets was ver
anderd: dezelfde hemel, dezelfde boomen, de
zelfde regen alles volkomen hetzelfde...
Maar daar schijnt een lampje, ik zag een ge
bouwtje, als 't waren een huisje voor één
mensch, om voor den regen te schuilen... Het
was de wachtpost aan de Poolsch-Letlandsche
grens en erin stond een gewapende gendarme...
Zoo ging ik de grens over. Onder dergelijke
gedachten ging de nacht voorbij, de regen
hield op en heldere zonnestralen verschenen
san de horizon... Na korten tijd zag ik, alles
op den helder blauwen hemel geteekend, de
omtrekken van een kerk en hooge huizen
daar was Riga.
De metropolis van het Letlandsche volk
baadde in het zonlicht en het groen. Riga is
een stad, die men een tuin kan noemen. Door
de heele stad slingert zich een prachtig ka
naal, in welks helder water majestueuze
eiken, dennen en artistieke reusachtige ge
bouwen zich spiegelen. Riga is sedert den we
reldoorlog meer dan tweemaal zoo groot ge
worden en wordt nog voortdurend bijgebouwd
en uitgebreid. Dat staat in verband met het
karakter en vooral met het lot van voor en
na den oorlog van het Letlandsche volk.
Maar daarover in mijn volgend artikeL
„Adolf Bitier", De Biografie van een
Dictator" door Konrad Heiden. Uitgegeven
by „Contact" te Amsterdam. Ing. f £.90,
Geb. f 8.90.
Het is geen wonder, dat tal van scribenten
met biografischen neigingen zich met een ware
wellust op het mysterieuze leven van Duitsch-
land's meest recenten hervormer geworpen
hebben.
Het is eveneens geen wonder, dat deze man,
al naar het temperatment des schrijvers, ons
afgeschilderd wordt als Nietzeaansch Über
mensch of als berekend jager naar aardsche
roem, naar volksgunst en naar geldelijk gewin.
Konrad Heiden zegt in het voorwoord tot
zijn werk, dat dit zijn ontstaan te danken heeft
aan de behoefte (van Heiden) de waarheid te
zeggen en wij willen direct toegeven dat men
na lezing van de laatste pagina van dit bijna
400 pagina's tellende foliant, inderdaad tot de
conclusie moet komen dat veel, wat hier ge
schreven staat, inderdaad aanspraak mag
maken op objectiviteit. Veelniet alles.
Want meermalen ligt het er dik op, dat ook
Heiden zich niet geheel wist te ontworstelen
aan de verstikkende greep der persoonlijke op
vatting.
Dit neemt niet weg, dat men dit werk achter
elkaar uitleest, hetgeen iets zegt voor een
biografie. Er zijn gedeelten die zelfs positief
spannend zijn beschreven, ondanks het feit, dat
Heiden zich steeds houdt aan de nuchterste
realiteit. Zijn wijze van schrijven is evenwel
in zekere mate zóó suggestief, zóó tot de fan
tasie van den lezer sprekend, dat men mee
leeft met de besproken figuren.
Goeddeels leert men den „FUhrer" kennen,
de man, door zijn tegenstanders smadelijk ge
noemd „De Boheemsche infanterist", den man
die volhield, toen allen zich tegen hem keerden.
Hitier, die met de vasthoudendheid van een
bloedhond zich steeds weer vastbeet in zijn
toekomstfantasieën.
Hitierook de jongen, die het op de school
vertikte te leeren, en die, reeds vroeg wees
zijnde, de kans liep voor galg en rad op te
groeien. En men leest ook hoe het leven hem
trapte en hoe hij leerde wat het beteekent in
een staat te leven, die niet voor al zijn onder
danen op kan komen. En hen geen bestaan
verzekert.
Het gaat niet aan in kort bestek zelfs maar
eenigszins aan te geven hoe volledig dit werk
is. Men krijgt een goed deel van het ontstaan
der N.S.D.A.P. te lezen, men leest de opgang
van Hitier, diens neergang en zijn fabelachtige
machtsgreep.
En Heiden schildert ons prachtig het gevoels
leven van dezen vreemden mensch, die thans
de supervisie heeft over millioenen Duitschers,
die de geheele verantwoordelijkheid over het
Groote Rijk draagt, alleen, geheel alleen......
Het zijn juist deze gedeelten die ons het
minst objectief voorkomen. Tenslotte is het
moeilijk over Adolf Hitier een eigen oordeel
te hebben: wij kennen hem uit de couranten,
uit de tijdschriften en ook een beetje uit zijn
redevoeringen. Maar wat weten wij van den
gevoelsmensch Hitiervan den droomer
Adolf Hitiervan den slechten Adolf
Hitier
Heiden laat meermalen de fiolen van zijn
toorn over hem losbarsten, over hem en diege
nen, welken om en nabij den Führer staan
Goering, Goebbels, Alfred Rosenberg en Rudolf
Hess. Wy kunnen hier niet oordeelen. Wij voe
len ons onbevoegd.
Men leze echter dit boek, want veel valt er
uit te leeren. Men leert in ieder geval het
raadsel begrijpen, hoet het mogelijk was, dat
de N.S.D.A.P. in Duitschland aan den macht
kwam.
En wat de waarheid over den persoon Hitier
betreft, we zouden de woorden van Konrad
Heiden terug kunnen voeren op hem zelf, daar
waar hij zegt:
„Hij (Hitier) is noch een Übermensch,
noch een marionet, maar een zeer belang
wekkend tijdgenoot. Hij heeft grooter
menschenmassa's in beweging gebracht
dan iemand voor hem. Het schijnt echter
wel aan de bijzondere magnetische per
soonlijkheid van hem te leggen, dat het
oordeel over hem telkens weer op de een
of andere wijze wordt vertroebeld".
Maarzoo niet geheel objectief dit
werkdan toch spannend en: actueel!
Verschenen bij de Uitgeverij Schuyt te Vel-
sen: drie maps teekenvoorbeelden naar Hol-
landsche landschappen, opklimmend in moei
lijkheid.
Prijs 0.40 per serie van 10 stuks.
Verschenen bij Van Holkema en Warendorf's
Uitgevers Maatschappij te Amsterdam:
1. „Nieuwe Paden" door G. van Nes-Uil-
kens, een v.ervolg op „Eerwaarde". Eerwaar
de is nu geen dominee meer, hij schrijft en
krijgt een baantje bij een krant. Het is hem
een opluchting, niet meer te hoeven preeken
in Meerdorp, maar met het neerleggen van
zijn ambt, heeft hij nog meer verloren, zijn
Godsgeloof en zijn stuur in de wereld.
Hoe „Eerwaarde", zooals zijn pleegkind
Wietske hem nog altijd noemt, langs moei
lijke paden zijn geloof, nu gelouterd en van
binnen uit ontstaan, herkrijgt lezen we in ciit
boek, ook hoe Wietske een levensbestemming
krijgt en hoe Eerwaarde meerdere menschen
op een goed, nieuw pad weet te leiden.
Vlot en vaak met rake dialogen geschreven
soms haast al te raak voor een eenvou
dige dorpelingen als Wietske's moeder Veel
mooie gedachten, veel ontroerende momenten
worden ons gegeven, al geeft Wietske's
„nieuwe pad" ons toch geen volkomen bevre
diging.
Prijs 3.25, geb. 3.90.
2. Bij dezelfde verschenen herdrukken van
de Historische kinderboeken:
„Door de Russische sneeuwvelden", uit het
Engelsch van G. A. Herity en
„In de wouden der Germanen" door E. Mplt.
De boekjes zijn bekend genoeg en het be
leven van eenige herdrukken is een aanbe
veling op zichzelf. Toch moet ons van 't hart,
dat het spreken over Leningrad in Napoleons
tijd een storend anachronisme is en dat de
twee jonge Germanen ons toch wel wat erg
het goed en het kwaad vertegenwoordigen.
Ook het boek van J. P. ZoomersVermeer:
„Stormvogeltje" beleefde een tweede, her
ziene druk. Het blijft wat erg zoetelijk, kin
derachtig en overdreven al zit er ook veel
aardigs in het karakter van het meisje. Maar
het geheel doet onecht aan.
Rie Reiderhoff verzorgde de illustraties
duidelijk maar slap, vooral waar ze mannen
wil teekenen.
Prijs per boek in prachtband 1.
„Het Kind", 14-daagsch periodiek voor
ouders en opvoeders. Uitg. C. A. Spin Én.,
Amsterdam.
Uit den inhoud, ais steeds keurig verzorgd,
vermelden wij allereerst het lezenswaardige
artikel „Fascistische Opvoedingsidealen",
waarin dit moderne systeem behandeld wordt.
Voorts een aantal gedichten, waarin met
name dat van Johan Toot de aandacht ver
dient.
Van de vele korte en langere artikelen noe
men wij dat van den bekenden Mr. G. T. J.
de Jongh: „Sietze", waarin hij op gevoelige
wijze over een jeugdepisode schrijft. Voorts
„Over het vcorkomen van stotteren", terwijl
velen het noodige kunnen leeren uit de bijge
voegde afdeeling „Het Indische Kind".
Nillmijmeringen. Huisorgaan der N.V. Le-
vensverz. Mij. Nülmij van 1859 Oct./Nov.-num
mer. Uitg. Paleisstr. 3, Den Haag.
Uit den inhoud van dit zeer leesbare perio
diek noemen wij „De numerieke methode" (bij
de beoordeeling van keuringsrapporten) en
Een Radiohoorspel" in 1 bedrijf. De foto's en
kleine illustraties tusschen den tekst zijn als
gewoonlijk geslaagd.
,JPerrin's Premielotenboek". Uitgave van de
Financieele Uitgevers Mij. te Oisterwijk (N.Br.)
Een aardig werkje, waarin werden opgeno
men, en dat wel zoo volledig als de samenstel
lers eenigszins vermochten, een opgave van alle
belangrijke premieleeningen, door de diverse
landen uitgegeven. Een boekje, dat o.i. zeker in
een behoefte voorziet.
I.N.E.F., Jndië in Nederland door de Film",
secretariaat: Goudenregenstraat 266, Den
Haag.
Dit is een zoo juist opgerichte stichting, wel
ke zich ten doel stelt door middel van de film
meer kennis te verspreiden, zoowel in Neder
land als daar buiten, van onze overzeesche ge
westen.
Het eerste I.N.E.F.-nummer mag aanspraak
maken op een degelijke uitvoering.
Amroh-bulletin. Populair Radio-orgaan, uitg.
Amroh-Muiden.
Van de in dit nummer opgenomen artikelen
noemen wij: „Versterking in topvorm", „De AB
32 W Versterker" en „Vossenjacht Successen".
Onze Gezondheid. Maandbl. der Ver. tot Bev.
der Gezondheid in de Grafische vakken in Ne
derland. 27ste jrg. Oct.-nummer. Uitg, Keizers
gracht 409, Amsterdam.
Behalve dat in dit nummer het noodige opge
nomen werd de groote jubileumsverloting be
treffende, zijn daar tal van aardige rubrieken.
Zoo wordt geschreven over „Amuletten en nog
wat".
K.L.M. Winterdienstregeling 1936/1937. Gel
dig van 4 Oct. tot 3 April.
Bouwkundige Bladen. Ie jrg. Nummer 8.
Tijdschrift gewjjd aan de techniek van het
bouwvak. Uitg. G. W. de Boer, Middelburg.
Uit den inhoud vermelden wij: „Deurkruk
ken en hun bevestiging" door Ir. van der Broek,
„Modellen voor de studie van zaalaccoustiek"
door ir. R., Vermeulen en „De aansprakelijk
heid van den aannemer", door mr. W. A. M.
Cremers.
Buitensport. Geïll. halfm. tijdschrift, gewijd
aan het buitenleven in den ruimsten zin des
woords. Nummer 19/20. Uitg. „De Spieghel",
Prinsengracht 856, Amsterdam.
Het is altijd vyeer prettig als de „Buiten
sport" op de redactietafel verschijnt en ook
thans weer maakt het periodiek aanspraak op
een uitstekende redigeering. A. den Doolaard,
ervaren schrijver en avonturier, heeft het over
„Per ski van Nice naar Chamonix", en voegt
aan zijn artikel toe een schat van fotomate
riaal bij, terwijl voorts tal van andere goden
eveneen? uitstekende bijdragen leverden. In het
bijzonder noemen wij hiervan „Mignon", door
J. C. Berkhuysen Jr.
Verschenen bij de Zuid-Hollandsche Uitg.
Mij., het Najaarnummer van het Letterkundig
Tijdschrift: Schakeling onder hoofdredactie
van W. J. A. Roldanus, die een literaire na
jaarswandeling met ons onderneemt om ons
met eenige uitgaven van bovengemelde maat
schappij te doen kennis maken. Hij schrijft
over het standaardwerk door den Noorschen
kolonel Gudmund Schnitler geschreven, ver
taald door den Oud-Insp. v. h. wapen der Inf.
Luit.-Gen. tit. W. H. C. Boelaard.
Verder wordt een en ander gezegd over de
biologie van Gulbranssen, waarvan de deelen
1 en 2 reeds tot de „best-sellers" gerekend
worden, terwijl het 3e binnenkort verschijnt.
Anton Pieck heeft de aesthetische verzor
ging op zich genomen.
Verder bespreekt de redacteur het werk van
den Amerikaan Clarence Day: „Dictator";
„De vrouw aan het stuur" van Ursula Parrott,
het nieuwe boek van mevr. v. Nes Uilkens:
„En de aarde draait", door Anton Pieck ge
ïllustreerd; een roman van een ander Neder-
landsch schrijfster, Marie Gevers: „De Reis
naar het land van Belofte" en de biografie
van Gerald du Maurien door zijn dochter, door
mevr. Amker Pinkhof vertaald als „De ge
schiedenis van mijn vader".
Verschenen bij Van Holkema en Warendorf's
Uitg. Mij. te Amsterdam: -de September-afle-
vering van „De Kern", uit welker als steeds
belangstellende inhoud wij noemen: Kunst en
dictatuur; Lichaam en geest; Vaarwel aan
den Volkenbond; Nederlanders te veel!;
Tagore, profeet van het Oosten; Verzorging
der jongen; Japans producten en grondstof
fen.
van 6 October 1936.
BEVALLEN: J. J. DitoVan Brederode,
d.; K. WagemakerVan Duin, d.; J. J. de
HeerHoogerwerf, z.
OVERLEDEN: A. Prins (m.), 32 jaar.
Bij beschikking van den minister van staat,
minister van defensie a.i. is de luitenant ter
zee der 2e klasse J. B. Reiche 5 October 1936
geplaatst aan boord van Hr. Ms. „Jan van
Brakel".
Bij beschikking van den minister van staat,
minister van defensie a.i. zijn de officieren
vlieger der 2e klasse A. C. Zoethout en A. W.
Witholt, dienende bij het vliegkamp „De
Kooij", 7 October 1936 ter beschikking gesteld.
Luitenant ter zee der le kl. J. J. van der
Have en J. C. d'Engelbronner, zoomede luite
nant ter zee der 2e kl. J. N. J. van der Meij,
aan wien vergund is uit Oost-Indië naar Neder
land terug te keeren, zijn 30 September aan
boord van het m.s. Johan van Oldenbarnevelt
van Batavia vertrokken.
Luitenant ter zee der 2e kl. L. Brouwer, 1
October overgeplaatst naar Leiden van den
marinestaf bij het departement van defensie,
zal aldaar aan de rijksuniversiteit de studie
volgen in de Japansche taal.
6 Oct.:
Aangebracht door korders:
Tongen per kg 1.040.92
Slips 0.800.72
Schol I per kist 9.007.50
Schol II 5.35—,, 4.85
Scharren 2.752.40
Aangebracht door garnalenvisschers:
Levende garnalen per lit 1.35
Gekookte garnalen per kg 0.15
Stoomvaart Mij Nederland.
Christiaan Ht-ygens, t., wordt 7 Oct. te A'dam
verwacht.
Johan de Witt, u., 5 Oct. v. Sabang.
Tabian, u., pass. 5 Oct. Dakar.
Kon. Ned. Stoomboot Maatschappij.
Calypso, 5 Oct. v. Catania.
Costa Rica, u., pass. 4 Oct. Ouessant.
Euterpe, 6 Oct. te A'dam.
Hebe, 5 Oct. v. Aarhus.
Ino, 3 Oct. te Balbao.
Irene, 6 Oct. te Kopenhagen.
Iris, 4 Oct. v. Puerto Barrios.
Merope, 5 Oct. v. Salonica.
Orpheus, 6 Oct. te A'dam.
Stuyvesant, 5 Oct. van Paramaribo.
Trajanus, 6 Oct. te A'dam.
Triton, 5 Oct. v. Candia.
HollandAmerika Ljjn.
Beemsterdijk, pass. 5 Oct. Prawle Point.
Binnendijk, 8 Oct. v. Philadelphia.
Blommersdijk, pass. 5 Oct. Kaap Ttace.
Boschdijk, 4 Oct. v. New Orleans.
Delftdijk, 5 Oct. te San Francisco.
Leerdam, 5 Oct. v. R'dam.
Nictheroy, 5 Oct. v. Southampton.
Volendam, 3 Oct. v. Ambrose lichtschip.
HollandWest-Afrika Lijn.
Amstelkerk, u., 5 Oct. v. Bordeaux.
Silver JavaPacific Ljjn.
Hopecrest, 5 Oct. v. Colombo.
Tosari, 5 Oct. te Los Angeles.
Rotterdamsche Lioyd.
Garoet, t., pass. 6 Oct. Point de Galle.
Kertosono, t., pass. 5 Oct. Ouessant.
Kota Nopan, t., 6 Oct. v. Singapore.
Modjokerto, t., pass. 6 Oct. Kaap del Armi.
Sibajak, t., 6 Oct. te Marseille.
RotterdamZuid-Amerika L(jn.
Alchiba, t., 5 Oct. v. St. Vincentt.
Alphacca, t., 5 Oct. v. Rio Janeiro.
Alpherat, u., pass. 4 Oct. Oussant.
HollandAfrika Ljjn.
Boschfontein, u„ 6 Oct. v. Antwerpen.
Kon. Paketv. Maatschappij.
Le Maire, 5 Oct. te Manilla.
Roggeveen, 5 Oct.'v. Port Louis (Maur.).
Swartenhondt, 5 Oct. v. Port Louis (Maur.)
JavaChinaJapan Lijn.
Tjinegara, 5 Oct. te Shanghai.
Tjisaroea, 4 Oct. te Hongkong.
JavaNew Vork Lijn.
Rhexenor, 4 Oct. v. Batavia.
Stoomvaart-Mij. Oceaan.
Helenus, 5 Oct. v. Penang.
Neleus, 5 Oct. v. Penang.
Polydorus, pass. 6 Oct. Gibraltar.
Emzetco Lijn.
Jonge Jacobus, 4 Oct. te Bougie.
Jonge Johanna, pass. 6 Oct. Gibraltar.