Herfst over Den Helder let nieuwe 'oek Naar de Noordelijke Landen en Volken* Brochures en periodieken* Burgerlijke Stand van Den Helder Marineberichten V isscherij berichten Stoomvaartberichten Kon men raden naar den naam van een pop. peze naam was „Marie", en werd door meer dere personen geraden. Bij loting werd de eerste prijs, een flesch advocaat, toegewezen azm den heer F. Duinker, de tweede prijs, een flesch boerenjongens, aan den heer J. Tim nier, en de derde, een flesch wijn, aan den beer' P- d. Vis. Herfst Dat zijn de avonden, windstil, en met hoog te<ren den zwart-blauwen azuurkoepel een onnatuurlijk bleek-gele maan, dat is het wit achtige licht van een trillende zon des mor gens vroeg in de ruiten der huizen, het zijn de grauwe kleuren in de duinen en het zijn de zilveren draden die meeslieren des nachts en des morgens. Dat is de herfst. Hij is even plotseling gekomen als de lente en spoedig hebben wij er ons in geschikt. We weten het: het is de eeuwige cirkelgang, van de reïncarnatie in de natuur. Herfst in Den Helder. Des morgens, heel vroeg op den Dijk, met aan den zeekant de kleine blauwe kuifjes van het water, 't blauw van de luchten er boven, en met een ontzag lik veld van blonde en licht-grijze schapen wolkjes erop. Een veld, dat heel langzaam naar de kim wegzakt. Onmerkbaar langzaam. De zee is nu stil geworden. Het vroolijke rumoer van hen, die hier vele maanden zwommen, is verstild. Overbleven de meeu wen, die hier hun nimmer eindigende glij vluchten uitzwieren, de duikertjes wat verder op, nog altjjd even parmantig, even stemmig en even zorgeloos in hun op-vliegen. De zee, met die heel bijzondere tintenmen- geling van alleen heldere kleuren, d&t is de herfst. Bruin, onder aan de glooiing, ligt, als het water laag is, het wier. De geuren ervan waaien over den Dijk en tot aan Huisduinen toe kun je ze ruiken. Dan, over de boulevard, zijn we bij de zee, zooals we hem den zomer zoo vele malen gezien hebben: breed en kalm. Aan den einder staat ze in een witte schitte ring van het diffuse herfstlicht en héél in de verte, bijna niet meer te zien, zien we de masten van een schip. Hoog erboven hangt een rooksliert, die evengoea de uitlooper van een wolk zou kunnen zijn. Waar het schip is, is de wolk; ze blijven bij elkaar. Het strand is geel en wit. Op de duinkam- men staat de helm, en de reeds dorrende pun ten wiegen in de najaarswind heen en weer. En het is hier dat d~ verlatenheid op je valt. Geen mensch komt meer op het strand. Een enkele oude visscher, die niets uitvoert, loopt wellicht eens per dag langs den zeekant, daar waar de korte golfjes tegen het zand aan ritselen. Het vroolijke spel van stoeien en zwemmen is voorbij, en de garde der strandliefhebbers zal 8 lange maanden geduld moeten oefenen. De zee trekt zich er niet veel van aan. Even imposant, even rustig gaat ze voort haar golven op te stuwen tegen deze weering van zand en evenals in den zomer vindt men de meest curieuse zaken hier. Flesschen met Spaansche etiketten, kurken van redding boeien, eigenaardig gevormde stukken hout. Het zijn dingen, waarbij je je fantasie aan het werk kan zetten, als je daar zoo eenzaam op een herfstmorgen loopt. Intusschen klautert de zon omhoog en ze brengt nog wat welkome warmte. Veel is 't niet meer; een net voelbare koestering; in de schaduw van de duinen loop je al te rillen. In de stad is de herfst in duizend vormen. De jongens en meisjes die naar school gaan loopen al met jekkers, waarop groote gouden knoopen als prachtige medailles blikkeren; de slagers en bakkers in hun witte jasjes staan zich aan de deuren de handen te wnjven, die op de sturen van hun fietsen rood geworden zijn. In de slootjes, buiten de stad, iii het leven bijna geheel verdwenen. De vette bruine kik kers knorren 's-avonds niet meer als je er met de fiets langs komt, de krekels zitten hiet meer geheimzinnig te knisteren, en het riet is dun geworden. Bruin is het water, en meestal bewegings loos. Een enkele stekel kun je af en toe weg zien zigzaggen, maar daar blijft het ook bij. Ook hier kwam de herfst overscheeren. En de dag gaat om en reeds vroeg zakt de zon weg, achter de kim, en wij blijven achter in den schemer, en zeggen tot elkaar: wat worden de dagen toch al kort. Ban komt de avond, en de schaduwen scheeren als geweldige vleermuizenwieken over de huizen en de straten. De lichten gaan °P en in de buitenwijken wordt het stil. En dan, als het bijna geheel donker is, omt de maan aanzeilen: groot en statig en goudgeel. Ze zet het heele hemeldak van °ord naar Zuid in een machtigen gloed, waartegen de wolken, ver weg, afsteken als voorwerelsche wezens; soms zie je reuzen die elkaar te lijf gaan, springende luipaarden en vo°rthollende wilde zwijnen. Je kunt er dikwijls een geheele menagerie van maken. e nacht komt heel stil, en de spinnen be tuinen hun werk. Ze spinnen eindelooze draden van muur tot muur en van tak tot k. Een enkel windstootje doet ze trillen en oven als waren het even aangeraakte snaren vkn een heel teer instrument. Ze raken los en 2Ón te licht om de grond te bereiken. Bh ze komen tegen de gezichten van de jhenschen, die ze herftsdraden genoemd heb- eh. en daar kleven ze vast-. Overal neemt de haast onmerkbare herfst- "^hd ze mee op haar wieken: naar het ?rand, naar den Dijk en naar de Buiten aven. Sommige zullen wel zeewaarts ge- ten van Nieuwediep zoekt, ze uit 'n oogen. En bromt wat op die vermaledijde herfst draden. lederen dag en lederen nacht wordt het nu wat koeler des avonds laat als een visschers- vloot binnenkomt, slaan de jongens met de armen onophoudelijk tegen elkaar, om hun bloed wat vlugger te doen loopen, want het water is al vinnig koud. En rimpeloos ligt de haven van Nieuwe diep en de lichten van de Harssens en Wier- hoofd worden als groteske guirlandes van rood en blauw in het havenwater weerspiegeld. Als er een bottter of een vlet binnenkomt vermengen zich het rood en het geel en het groen van deze lichten in de deining van het water tot een bont palet van duizend tinten en het lijkt soms of de boot vaart op een zee, ver weg, van een exotisch land... van louter vuur en kleuren. Maar de koude wind maakt te spoedig een einde aan deze droomerijen en vertelt U dat ge in Holland zjjt. En teruggaande door de straten en over de grachten, met het witte maanlicht boven ons, en tusschen de aarde en de sterren de bevende herfstdraden, weten we het: het is midherfst. En de winter komende... blazen biet. worden en waar die blijven weten we Misschien wrijft straks een eenzame gar- a envisscher, die in zijn schuitje naar de lich- (Reisindrukken van een Poolschen Esperantist). Als de geest van den beroemden Franschen schrijver en stoutmoedigen droomer Jules Veme nu in onze wereld was teruggekomen om er eens een kijkje te nemen, zou hij zich wel schamen en zoo snel hij kon teruggaan naar de andere wereld... De fantastische vluchten in de boeken van Jules Verne „Rond om de wereld in veertig dagen", „Reis naar de maan" e.d. zijn reeds lang kinderspel ge worden. De vlucht over de Atlantische Oceaan heeft al meermalen plaats gehad, een reis om de wereld is iets „vanzelfsprekends" de aar de is immers rond, niemand verspert den weg, waarom zou men dus niet...? Maar onze we reld is in kleine stukjes verdeeld: als we Europa van boven af bekijken, doet het ons aan een schaakbord denken, en ieder hokje is versperd, ten eerste door hooge politieke-, paspoort-, douane- en zooveel andere muren, dat wanneer de reiziger voortdurend derge-' lijke „verrassingen" moet overwinnen, hij eenvoudig met zijn gezond verstand vraagt: „Waarom, voor wiens welzijn en nut?" Bo vendien bestaat er een andere categorie ver sperringen op dien „vrijen weg", ze zijn niet formeel, slechts feitelijk, maar niet minder hardnekkig en onoverwinnelijk of zelfs meer de andere. De taalmoeilijkheden zijn des te grooter naarmate de taal van het land, waar wij reizen verder afstaat van de z.g. „Europeesche talen". Dat heb ik gedurende twee maanden ondervonden. Letland, Finland, Estland en Zweden hebben prachtige talen; de melodieuze uitspraak van de Zweden, de weeke, bijna zangerige uitspraak van de Estlanders zijn werkelijk bekoorlijk,, maar beste lezer, Nederlander, Pool, of wat gij ook zijt, begrijp ze maar eens Vooral in Fin land, waar men weinig kennis van vreemde talen heeft, verzamelden zich meer dan eens vijftien of twintig personen om mij heen en niemand van hen begreep mijn eenvoudige vraag: „Welken weg moet ik nemen naar de X-straat?" Soms verloor ik veel tijd om alleen maar duidelijk te maken, dat is Espe ranto, Duitsch of Russisch sprak, behalve Poolsch en gebrekkig eenige andere talen. Een heele groep menschen stond mij aan te kijken en kon geen woord verstaan. Het ergst was het in de restaurants: daar kon ik im mers de menu's niet lezen; ik moest dan op letten, wat de een of andere gast nam, en met gebaren hetzelfde vragen... meer dan eens kwam ik door zoo'n keus bedrogen uit en moest ik tenslotte hongerig weggaan. Voor mijn vertrek vroeg men mij soms in Warschau, waarom mijn reis naar 't Noorden ging, waarom naar Estland.Maar dan kon ik niet dat antwoord geven, dat ik nu, na mijn terugkomst, geef. Op mijn reis van twee maanden heb ik meer over die landen geleerd dan ik door een tweejarige studie uit stapels boeken zou kunnen leeren. De landen, die ik heb leeren kennen, zijn in alle opzichten een bezoek waard. Myn reis had een algemeen doel: landen en volkeren te bestudeeren; en bovendien een meer geprecieseerd plan: als jurist-crimino loog was ik uitgezonden om bekend te worden met de rechtspraak- en gevangenis-proble men in de genoemde landen. Anderzijds maakte ik ook kennis met de Esperanto-be- weging in de nooidelijke landen, waar deze wereldtaal werkelijk een belangrijk hulpmid del bij de propaganda is geworden. Soms hiel pen Esperantisten mij taalmoeilijkheden op te lossen, die ik Zonder Esperanto niet zou heb ben opgelost. Maar genoeg hiervoor, over bijzonderheden zal ik op betrokken plaatsen spreken, nu moet ik mij haasten naar het hoofdstation in Warschau om den trein te halen naar een oude stad in het noorden van Polen, Grodno, vandaar naar een andere Poolsche stad, Wil- no, te reizen en zoo aan de grens te komen. Het was een donkere nacht en in den trein waren maar heel weinig passagiers gebleven; ik zag alleen politiebeambten en gendarmes van de grenswacht. Ik stond aan het raampje en peinsde over het aardrijkskundig schaak bord van Europa. Ik wist, dat ik over enkele oogenblikken in een vreemd land zou zijn, als 't ware in een geheel andere wereld, met andere zeden en gewoonten en een taal, die ik niet zou verstaan. Ik keek door het raampje en zag alles het zelfde als in mijn vaderland; niets was ver anderd: dezelfde hemel, dezelfde boomen, de zelfde regen alles volkomen hetzelfde... Maar daar schijnt een lampje, ik zag een ge bouwtje, als 't waren een huisje voor één mensch, om voor den regen te schuilen... Het was de wachtpost aan de Poolsch-Letlandsche grens en erin stond een gewapende gendarme... Zoo ging ik de grens over. Onder dergelijke gedachten ging de nacht voorbij, de regen hield op en heldere zonnestralen verschenen san de horizon... Na korten tijd zag ik, alles op den helder blauwen hemel geteekend, de omtrekken van een kerk en hooge huizen daar was Riga. De metropolis van het Letlandsche volk baadde in het zonlicht en het groen. Riga is een stad, die men een tuin kan noemen. Door de heele stad slingert zich een prachtig ka naal, in welks helder water majestueuze eiken, dennen en artistieke reusachtige ge bouwen zich spiegelen. Riga is sedert den we reldoorlog meer dan tweemaal zoo groot ge worden en wordt nog voortdurend bijgebouwd en uitgebreid. Dat staat in verband met het karakter en vooral met het lot van voor en na den oorlog van het Letlandsche volk. Maar daarover in mijn volgend artikeL „Adolf Bitier", De Biografie van een Dictator" door Konrad Heiden. Uitgegeven by „Contact" te Amsterdam. Ing. f £.90, Geb. f 8.90. Het is geen wonder, dat tal van scribenten met biografischen neigingen zich met een ware wellust op het mysterieuze leven van Duitsch- land's meest recenten hervormer geworpen hebben. Het is eveneens geen wonder, dat deze man, al naar het temperatment des schrijvers, ons afgeschilderd wordt als Nietzeaansch Über mensch of als berekend jager naar aardsche roem, naar volksgunst en naar geldelijk gewin. Konrad Heiden zegt in het voorwoord tot zijn werk, dat dit zijn ontstaan te danken heeft aan de behoefte (van Heiden) de waarheid te zeggen en wij willen direct toegeven dat men na lezing van de laatste pagina van dit bijna 400 pagina's tellende foliant, inderdaad tot de conclusie moet komen dat veel, wat hier ge schreven staat, inderdaad aanspraak mag maken op objectiviteit. Veelniet alles. Want meermalen ligt het er dik op, dat ook Heiden zich niet geheel wist te ontworstelen aan de verstikkende greep der persoonlijke op vatting. Dit neemt niet weg, dat men dit werk achter elkaar uitleest, hetgeen iets zegt voor een biografie. Er zijn gedeelten die zelfs positief spannend zijn beschreven, ondanks het feit, dat Heiden zich steeds houdt aan de nuchterste realiteit. Zijn wijze van schrijven is evenwel in zekere mate zóó suggestief, zóó tot de fan tasie van den lezer sprekend, dat men mee leeft met de besproken figuren. Goeddeels leert men den „FUhrer" kennen, de man, door zijn tegenstanders smadelijk ge noemd „De Boheemsche infanterist", den man die volhield, toen allen zich tegen hem keerden. Hitier, die met de vasthoudendheid van een bloedhond zich steeds weer vastbeet in zijn toekomstfantasieën. Hitierook de jongen, die het op de school vertikte te leeren, en die, reeds vroeg wees zijnde, de kans liep voor galg en rad op te groeien. En men leest ook hoe het leven hem trapte en hoe hij leerde wat het beteekent in een staat te leven, die niet voor al zijn onder danen op kan komen. En hen geen bestaan verzekert. Het gaat niet aan in kort bestek zelfs maar eenigszins aan te geven hoe volledig dit werk is. Men krijgt een goed deel van het ontstaan der N.S.D.A.P. te lezen, men leest de opgang van Hitier, diens neergang en zijn fabelachtige machtsgreep. En Heiden schildert ons prachtig het gevoels leven van dezen vreemden mensch, die thans de supervisie heeft over millioenen Duitschers, die de geheele verantwoordelijkheid over het Groote Rijk draagt, alleen, geheel alleen...... Het zijn juist deze gedeelten die ons het minst objectief voorkomen. Tenslotte is het moeilijk over Adolf Hitier een eigen oordeel te hebben: wij kennen hem uit de couranten, uit de tijdschriften en ook een beetje uit zijn redevoeringen. Maar wat weten wij van den gevoelsmensch Hitiervan den droomer Adolf Hitiervan den slechten Adolf Hitier Heiden laat meermalen de fiolen van zijn toorn over hem losbarsten, over hem en diege nen, welken om en nabij den Führer staan Goering, Goebbels, Alfred Rosenberg en Rudolf Hess. Wy kunnen hier niet oordeelen. Wij voe len ons onbevoegd. Men leze echter dit boek, want veel valt er uit te leeren. Men leert in ieder geval het raadsel begrijpen, hoet het mogelijk was, dat de N.S.D.A.P. in Duitschland aan den macht kwam. En wat de waarheid over den persoon Hitier betreft, we zouden de woorden van Konrad Heiden terug kunnen voeren op hem zelf, daar waar hij zegt: „Hij (Hitier) is noch een Übermensch, noch een marionet, maar een zeer belang wekkend tijdgenoot. Hij heeft grooter menschenmassa's in beweging gebracht dan iemand voor hem. Het schijnt echter wel aan de bijzondere magnetische per soonlijkheid van hem te leggen, dat het oordeel over hem telkens weer op de een of andere wijze wordt vertroebeld". Maarzoo niet geheel objectief dit werkdan toch spannend en: actueel! Verschenen bij de Uitgeverij Schuyt te Vel- sen: drie maps teekenvoorbeelden naar Hol- landsche landschappen, opklimmend in moei lijkheid. Prijs 0.40 per serie van 10 stuks. Verschenen bij Van Holkema en Warendorf's Uitgevers Maatschappij te Amsterdam: 1. „Nieuwe Paden" door G. van Nes-Uil- kens, een v.ervolg op „Eerwaarde". Eerwaar de is nu geen dominee meer, hij schrijft en krijgt een baantje bij een krant. Het is hem een opluchting, niet meer te hoeven preeken in Meerdorp, maar met het neerleggen van zijn ambt, heeft hij nog meer verloren, zijn Godsgeloof en zijn stuur in de wereld. Hoe „Eerwaarde", zooals zijn pleegkind Wietske hem nog altijd noemt, langs moei lijke paden zijn geloof, nu gelouterd en van binnen uit ontstaan, herkrijgt lezen we in ciit boek, ook hoe Wietske een levensbestemming krijgt en hoe Eerwaarde meerdere menschen op een goed, nieuw pad weet te leiden. Vlot en vaak met rake dialogen geschreven soms haast al te raak voor een eenvou dige dorpelingen als Wietske's moeder Veel mooie gedachten, veel ontroerende momenten worden ons gegeven, al geeft Wietske's „nieuwe pad" ons toch geen volkomen bevre diging. Prijs 3.25, geb. 3.90. 2. Bij dezelfde verschenen herdrukken van de Historische kinderboeken: „Door de Russische sneeuwvelden", uit het Engelsch van G. A. Herity en „In de wouden der Germanen" door E. Mplt. De boekjes zijn bekend genoeg en het be leven van eenige herdrukken is een aanbe veling op zichzelf. Toch moet ons van 't hart, dat het spreken over Leningrad in Napoleons tijd een storend anachronisme is en dat de twee jonge Germanen ons toch wel wat erg het goed en het kwaad vertegenwoordigen. Ook het boek van J. P. ZoomersVermeer: „Stormvogeltje" beleefde een tweede, her ziene druk. Het blijft wat erg zoetelijk, kin derachtig en overdreven al zit er ook veel aardigs in het karakter van het meisje. Maar het geheel doet onecht aan. Rie Reiderhoff verzorgde de illustraties duidelijk maar slap, vooral waar ze mannen wil teekenen. Prijs per boek in prachtband 1. „Het Kind", 14-daagsch periodiek voor ouders en opvoeders. Uitg. C. A. Spin Én., Amsterdam. Uit den inhoud, ais steeds keurig verzorgd, vermelden wij allereerst het lezenswaardige artikel „Fascistische Opvoedingsidealen", waarin dit moderne systeem behandeld wordt. Voorts een aantal gedichten, waarin met name dat van Johan Toot de aandacht ver dient. Van de vele korte en langere artikelen noe men wij dat van den bekenden Mr. G. T. J. de Jongh: „Sietze", waarin hij op gevoelige wijze over een jeugdepisode schrijft. Voorts „Over het vcorkomen van stotteren", terwijl velen het noodige kunnen leeren uit de bijge voegde afdeeling „Het Indische Kind". Nillmijmeringen. Huisorgaan der N.V. Le- vensverz. Mij. Nülmij van 1859 Oct./Nov.-num mer. Uitg. Paleisstr. 3, Den Haag. Uit den inhoud van dit zeer leesbare perio diek noemen wij „De numerieke methode" (bij de beoordeeling van keuringsrapporten) en Een Radiohoorspel" in 1 bedrijf. De foto's en kleine illustraties tusschen den tekst zijn als gewoonlijk geslaagd. ,JPerrin's Premielotenboek". Uitgave van de Financieele Uitgevers Mij. te Oisterwijk (N.Br.) Een aardig werkje, waarin werden opgeno men, en dat wel zoo volledig als de samenstel lers eenigszins vermochten, een opgave van alle belangrijke premieleeningen, door de diverse landen uitgegeven. Een boekje, dat o.i. zeker in een behoefte voorziet. I.N.E.F., Jndië in Nederland door de Film", secretariaat: Goudenregenstraat 266, Den Haag. Dit is een zoo juist opgerichte stichting, wel ke zich ten doel stelt door middel van de film meer kennis te verspreiden, zoowel in Neder land als daar buiten, van onze overzeesche ge westen. Het eerste I.N.E.F.-nummer mag aanspraak maken op een degelijke uitvoering. Amroh-bulletin. Populair Radio-orgaan, uitg. Amroh-Muiden. Van de in dit nummer opgenomen artikelen noemen wij: „Versterking in topvorm", „De AB 32 W Versterker" en „Vossenjacht Successen". Onze Gezondheid. Maandbl. der Ver. tot Bev. der Gezondheid in de Grafische vakken in Ne derland. 27ste jrg. Oct.-nummer. Uitg, Keizers gracht 409, Amsterdam. Behalve dat in dit nummer het noodige opge nomen werd de groote jubileumsverloting be treffende, zijn daar tal van aardige rubrieken. Zoo wordt geschreven over „Amuletten en nog wat". K.L.M. Winterdienstregeling 1936/1937. Gel dig van 4 Oct. tot 3 April. Bouwkundige Bladen. Ie jrg. Nummer 8. Tijdschrift gewjjd aan de techniek van het bouwvak. Uitg. G. W. de Boer, Middelburg. Uit den inhoud vermelden wij: „Deurkruk ken en hun bevestiging" door Ir. van der Broek, „Modellen voor de studie van zaalaccoustiek" door ir. R., Vermeulen en „De aansprakelijk heid van den aannemer", door mr. W. A. M. Cremers. Buitensport. Geïll. halfm. tijdschrift, gewijd aan het buitenleven in den ruimsten zin des woords. Nummer 19/20. Uitg. „De Spieghel", Prinsengracht 856, Amsterdam. Het is altijd vyeer prettig als de „Buiten sport" op de redactietafel verschijnt en ook thans weer maakt het periodiek aanspraak op een uitstekende redigeering. A. den Doolaard, ervaren schrijver en avonturier, heeft het over „Per ski van Nice naar Chamonix", en voegt aan zijn artikel toe een schat van fotomate riaal bij, terwijl voorts tal van andere goden eveneen? uitstekende bijdragen leverden. In het bijzonder noemen wij hiervan „Mignon", door J. C. Berkhuysen Jr. Verschenen bij de Zuid-Hollandsche Uitg. Mij., het Najaarnummer van het Letterkundig Tijdschrift: Schakeling onder hoofdredactie van W. J. A. Roldanus, die een literaire na jaarswandeling met ons onderneemt om ons met eenige uitgaven van bovengemelde maat schappij te doen kennis maken. Hij schrijft over het standaardwerk door den Noorschen kolonel Gudmund Schnitler geschreven, ver taald door den Oud-Insp. v. h. wapen der Inf. Luit.-Gen. tit. W. H. C. Boelaard. Verder wordt een en ander gezegd over de biologie van Gulbranssen, waarvan de deelen 1 en 2 reeds tot de „best-sellers" gerekend worden, terwijl het 3e binnenkort verschijnt. Anton Pieck heeft de aesthetische verzor ging op zich genomen. Verder bespreekt de redacteur het werk van den Amerikaan Clarence Day: „Dictator"; „De vrouw aan het stuur" van Ursula Parrott, het nieuwe boek van mevr. v. Nes Uilkens: „En de aarde draait", door Anton Pieck ge ïllustreerd; een roman van een ander Neder- landsch schrijfster, Marie Gevers: „De Reis naar het land van Belofte" en de biografie van Gerald du Maurien door zijn dochter, door mevr. Amker Pinkhof vertaald als „De ge schiedenis van mijn vader". Verschenen bij Van Holkema en Warendorf's Uitg. Mij. te Amsterdam: -de September-afle- vering van „De Kern", uit welker als steeds belangstellende inhoud wij noemen: Kunst en dictatuur; Lichaam en geest; Vaarwel aan den Volkenbond; Nederlanders te veel!; Tagore, profeet van het Oosten; Verzorging der jongen; Japans producten en grondstof fen. van 6 October 1936. BEVALLEN: J. J. DitoVan Brederode, d.; K. WagemakerVan Duin, d.; J. J. de HeerHoogerwerf, z. OVERLEDEN: A. Prins (m.), 32 jaar. Bij beschikking van den minister van staat, minister van defensie a.i. is de luitenant ter zee der 2e klasse J. B. Reiche 5 October 1936 geplaatst aan boord van Hr. Ms. „Jan van Brakel". Bij beschikking van den minister van staat, minister van defensie a.i. zijn de officieren vlieger der 2e klasse A. C. Zoethout en A. W. Witholt, dienende bij het vliegkamp „De Kooij", 7 October 1936 ter beschikking gesteld. Luitenant ter zee der le kl. J. J. van der Have en J. C. d'Engelbronner, zoomede luite nant ter zee der 2e kl. J. N. J. van der Meij, aan wien vergund is uit Oost-Indië naar Neder land terug te keeren, zijn 30 September aan boord van het m.s. Johan van Oldenbarnevelt van Batavia vertrokken. Luitenant ter zee der 2e kl. L. Brouwer, 1 October overgeplaatst naar Leiden van den marinestaf bij het departement van defensie, zal aldaar aan de rijksuniversiteit de studie volgen in de Japansche taal. 6 Oct.: Aangebracht door korders: Tongen per kg 1.040.92 Slips 0.800.72 Schol I per kist 9.007.50 Schol II 5.35—,, 4.85 Scharren 2.752.40 Aangebracht door garnalenvisschers: Levende garnalen per lit 1.35 Gekookte garnalen per kg 0.15 Stoomvaart Mij Nederland. Christiaan Ht-ygens, t., wordt 7 Oct. te A'dam verwacht. Johan de Witt, u., 5 Oct. v. Sabang. Tabian, u., pass. 5 Oct. Dakar. Kon. Ned. Stoomboot Maatschappij. Calypso, 5 Oct. v. Catania. Costa Rica, u., pass. 4 Oct. Ouessant. Euterpe, 6 Oct. te A'dam. Hebe, 5 Oct. v. Aarhus. Ino, 3 Oct. te Balbao. Irene, 6 Oct. te Kopenhagen. Iris, 4 Oct. v. Puerto Barrios. Merope, 5 Oct. v. Salonica. Orpheus, 6 Oct. te A'dam. Stuyvesant, 5 Oct. van Paramaribo. Trajanus, 6 Oct. te A'dam. Triton, 5 Oct. v. Candia. HollandAmerika Ljjn. Beemsterdijk, pass. 5 Oct. Prawle Point. Binnendijk, 8 Oct. v. Philadelphia. Blommersdijk, pass. 5 Oct. Kaap Ttace. Boschdijk, 4 Oct. v. New Orleans. Delftdijk, 5 Oct. te San Francisco. Leerdam, 5 Oct. v. R'dam. Nictheroy, 5 Oct. v. Southampton. Volendam, 3 Oct. v. Ambrose lichtschip. HollandWest-Afrika Lijn. Amstelkerk, u., 5 Oct. v. Bordeaux. Silver JavaPacific Ljjn. Hopecrest, 5 Oct. v. Colombo. Tosari, 5 Oct. te Los Angeles. Rotterdamsche Lioyd. Garoet, t., pass. 6 Oct. Point de Galle. Kertosono, t., pass. 5 Oct. Ouessant. Kota Nopan, t., 6 Oct. v. Singapore. Modjokerto, t., pass. 6 Oct. Kaap del Armi. Sibajak, t., 6 Oct. te Marseille. RotterdamZuid-Amerika L(jn. Alchiba, t., 5 Oct. v. St. Vincentt. Alphacca, t., 5 Oct. v. Rio Janeiro. Alpherat, u., pass. 4 Oct. Oussant. HollandAfrika Ljjn. Boschfontein, u„ 6 Oct. v. Antwerpen. Kon. Paketv. Maatschappij. Le Maire, 5 Oct. te Manilla. Roggeveen, 5 Oct.'v. Port Louis (Maur.). Swartenhondt, 5 Oct. v. Port Louis (Maur.) JavaChinaJapan Lijn. Tjinegara, 5 Oct. te Shanghai. Tjisaroea, 4 Oct. te Hongkong. JavaNew Vork Lijn. Rhexenor, 4 Oct. v. Batavia. Stoomvaart-Mij. Oceaan. Helenus, 5 Oct. v. Penang. Neleus, 5 Oct. v. Penang. Polydorus, pass. 6 Oct. Gibraltar. Emzetco Lijn. Jonge Jacobus, 4 Oct. te Bougie. Jonge Johanna, pass. 6 Oct. Gibraltar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 5