Stadsnieuws
HERMAN NYPELS'
moderne pasvorm
nog GEEN
prijsverhoging
oude guldens prijs
HERMAN NIJPELS'
DE KLEDING WORDT DUURDER
de
STROOPER.
MAATAFDELING
De „Dorus Rijkers"-
Avond*
Bij den aanvang
amusements-seizoen
Waar gaan we heen
Vrijdag 9 October 1936
Heldersche Courant
Tweede Blad
De tuinwedstrijd van de
„W oningstichting"*
KLEDERMAKERIJ DEN HELDER
naar de eisen des tijds
Alle oud-redders en hun vrouwen
gratis toegang.
Koopt vandaag nog een kaart 11
Onze nieuwe NAJAARS- en
WINTERVOORRAAD ver
kopen wij nog voor de
Een practisch man
Profiteert daarvan
KLEDINGMAGAZIJNEN
DEN HELDER
van het
Licht op voor alle voertuigen
FEUILLETON,
DOOR
PETER BARON.
bezoek van den commissaris der
koningin.
Naar wij vernemen zal de Commissaris der
Koningin in de provincie Noord-Holland, jhr.
Koëll, Maandag a.s. een bezoek brengen aan
0nze stad. De komst van den commissaris
geldt een gewoon inspectiebezoek.
PE HEER R. v. GENNEP, ASS. DER
PIRECTE BELAST., OVERGEPLAATST.
Naar wij vernemen is de heer R. v. Gennep,
assistent der Directe Belastingen en Acc.,
overgeplaatst naar Rheden. De heer R. van
Gennep is vooral in slagerskringen hier ter
atede en in den omtrek een bekend ambte
naar, daar hij vele jaren voor de accijns op
het geslacht werkzaam was en het vee al
vorens de laatste wandeling naar de slacht
bank te maken, eerst door hem geschat, ge
wogen en wel eens een enkele keer te licht
bevonden werd in de aangifte.
Desniettegenstaande was de verhouding
tusschen slagers en den heer v. Gennep uit
stekend.
Uitreiking van de pryzen aan de
70 gelukkigen.
Zooals men weet, heeft de „Woning
stichting" de goede gewoonte om jaarlijks
een wedstrijd onder haar bewoners te or-
ganiseeren in het aanleggen, beplanten en
onderhouden van tuinen. Het groote nut
van zoo'n wedstrijd is meervoudig. Ten
eerste ontstaat er een gezonde en vreed
zame „strijd" tusschen de bewoners om
hun tuin (en) zoo netjes mogelijk aan te
leggen en zoo goed mogelijk te onderhou
den, hetgeen goede eigenschappen aan
kweekt en zoo die aanwezig zijn, accentu
eert, terwijl tevens het aspect van de stad
er in niet geringe mate door wordt ver
fraaid. Bovendien mag het bestuur van de
Stichting verwachten, dat waar de huur
ders buiten hun woning orde en net
heid betrachten, zij dit ook binnen zul
len doen, hetgeen in het voordeel is van
de betrokken woningen, die gespaard blij
ven voor het zoo gevreesde „uitwonen".
Niet geringe voordeelen dus, die het be
staan van dezen wedstrijd niet alleen
rechtvaardigen maar eigenlijk zeer ge-
wenscht doen zijn.
Bijzonder verheugend moet het voor het be
stuur zijn, dat elk jaar het aantal deelnemers
aan den wedstrijd grooter wordt. We herinne
ren ons nog hoe enkele jaren geleden de prijs
winnaars in het kantoortje van de Woning
stichting ontvangen konden worden, doch
thans zou dat kantoortje voor datzelfde doel
eenige malen te klein zijn. Wel degelijk was
een grootere ruimte noodig om de 70 prijs
winnaars een respectabel aantal, vooral als
men weet, dat er ca. 100 deelnemers waren!
te ontvangen. Vandaar dat de feestelijkheid in
de bovenzaal van Café Centraal aan den
Kanaalweg, alhier, plaats had en wel gister
avond.
In spanning zaten daar de gelukkigen, die
zoo dadelijk zouden worden opgeroepen om
hun „loon naar werken" in ontvangst te
nemen. Het vrouwelijke gedeelte van onze
samenleving eischte het leeuwenaandeel van
het gezelschap op, hetgeen trouwens verwacht
mag worden op een bijeenkomst, waar wat te
verdeelen valt! Meer dan 70 paar oogen zoch
ten de met prijsjes overladen tafels af, waar
achter aanwezige bestuursleden van de „Wo
ningstichting", de heeren P. van Dalen, voor
zitter; W. Ornée, secretaris; J. Vonk, penning
meester; P. B. Plasmeijer en F. H. Nijpels, vol
komen dreigden schuil te gaan. In stilte maak
te leder paar oogen zijn keus, doch hoevele
zullen er tijdens de prijsuitreiking opnieuw zy'n
gemaakt
Van de commissie, die zich belast had met
het nazien van de tuinen, die op aanleg, on
derhoud en beplanting beoordeeld waren en die
bestond uit de heeren van Dalen, Meijer, Plas
meijer en den deskundige, Groen, vernamen
wij, dat er dit jaar bijzonder veel werk van de
tuinen gemaakt was. Er waren er bjj, die be
paald uitblonken door de smaakvolle compo
sitie, die dikwijls uit eenvoudige middelen ver
kregen was. Vooral het onderzoek van het be-
langrijke punt: onderhoud, had de heeren veel
genoegen verschaft, want in vele gevallen
straalde de serieuze verzorging van de tuinen
de heeren tegen. Men was dan ook zeer te
vreden over de verkregen resultaten. Hetgeen
voor ons een aanleiding moge zijn om alle
huurders van de Woningstichting, niemand
uitgezonderd, op te wekken om volgend jaar
eveneens aan den wedstrijd deel te nemen.
Deze bestaat toch uit de volgende groepen:
1. Groep van prijswinnaars van vorige
jaren.
2. Groep van deelnemers van vorige jaren,
welke nog geen prijs verwierven.
3. Groep nieuwe deelnemers.
Vooral op deze laatste groep wijzen we hen,
die zich, gezien het succes van de hieronder
volgende „buren", geroepen mochten gevoelen
om ook eens een kansje te wagen.
Voor beoordeeling kwamen in aanmerking
respectievelijk:
A. Kleine voortuinen,
B. Groote voortuinen.
C. Zijtuinen, voor zoover als siertuinen in
gebruik.
D; Achtertuinen,
welke tuinen alle in afgescheiden groepen ge
rubriceerd waren.
Om even over achten, zagen we den heer van
Dalen achter den top van den prijzenberg ver
rijzen om de volgende openingsrede uit te
spreken:
't Is mij een aangename taak U, mede
namens het bestuur der „Woningstichting",
welkom te heeten als prijswinnaars in den
tuinwedstrijd. Ook de vertegenwoordigers van
plaatselijke pers een woord van welkom. Het
verheugt ons, dat zij belangstelt in deze
zaak.
Het is een verblijdend verschijnsel, dat
steeds meerdere bewoners onzer Stichting aan
den door het bestuur uitgeschreven wedstrijd
deelnemen en dat door deze bewoners die
niet aan den wedstrijd deelnemen geprik
keld worden hun vóór- of achtertuinen netjes
te onderhouden.
Een aardig aangelegde en goed onderhou
den vóór- en achtertuin, of zijtuin, verhoogt
het aanzicht der woningen in niet geringe
mate en komt dus het geheel ten goede.
Daarom wil ons bestuur door het be
schikbaar stellen van prijzen gaarne mede
werken tot verwezenlijking van dit goede doel.
Ook dit jaar stelde het een groot aantal
prijzen beschikbaar, die straks aan U uitge
reikt worden.
Ik dank de heeren Meijer en Plasmeijer,
bijgestaan door onzen tuindeskundige, den
heer Groen, voor de vele moeite, die zij zich
belangeloos hebben getroost om tot een goede
beoordeeling te komen en dezen avond te
organiseeren.
De heer Plasmeijer heeft zich, evenals ver
leden jaar, bereid verklaard, het verdere deel
van dezen avond te leiden.
Ik eindig met de hoop uit te spreken, dat
U allen straks tevreden naar huis gaat met
het voornemen volgend jaar weer het beste
beentje voor te zetten.
De ry der prijswinnaars.
Vervolgens nam de heer Plasmeijer de lei
ding van de bijeenkomst over. Hij maakte de
prijswinnaars bekend en liet hen naar voren
komen, waar zij aan de „perstafel", welke
royaal gegarneerd was met feestsigaren, een
lootje mochten trekken. Het nummer dat
daarop vermeld stond wees de volgorde aan,
waarin de voortvarende tuiniers en tuinier
sters een keus uit den prijzenvloed mochten
doen. Een bijzonder woord van lof zwaaide de
heer Plasmeijer toe aan de heeren Welbie en
Agema, die de eerste keus mochten doen.
Toen de zevende prijswinnaars aan de beurt
waren, konden we op een gegeven moment
een opstelling „in slagorde" constateeren. Er
waren er ook liefst zestien!
Wij laten hier de respectabele lijst volgen:
Eerste prijzen.
Groep A. A. Agema; J. Walboom; P. N.
van Reems; J. Beukers; J. Hennink; A. Kra
nenburg.
Groep B. D. Swart; L. Huisman; G.
Lastdrager; Mej. Timmermans; P. Schipper.
Groep D. A. Welbie; A. Agema; G. Last
drager; Mej. Timmermans; D. Swart; J. Beu
kers; P. N. van Reems; J. Walboom.
Tweede prijzen.
G r o e p A. H. Ornée; J. Orynus.
G r o e p D. W. v. d. Pol; H. Ornée; W.
Cronenborgh; G. v. Krimpen; F. Frinks.
Derde prijzen.
Groep A. N. v. d. Pol; W. Cronenborgh;
F. Frinks; D. C. v. Prooyen; J. v. Prooyen.
G r o e p B. J. v. Winden; A. F. Kalwij.
Groep D. A. F. Kalwrj; J. v. Winden; P.
Schipper; H. J. Lücker; J. Hennink.
Vierde prijzen.
Groep A. P. Riteco; C. Krijnen; G. Kos-
sen; W. v. Veen.
G r o e p B. J. C. Artz.
Groep D. H. Krabbendam; P. Riteco.
Vijfde prijzen.
G r o e p A. A. v. Oppen; J. de Reus.
Groep D. C. v. d. Haspel; C. Krijnen.
Zesde prijzen.
Groep A. H. J. Lücker; A. v. d. Schans;
A. M. Noors; J. Snieder; L. Loosen; D. van
Zandwijk.
G r o e p B. C. v. Reeken.
Zevende prijzen.
Groep A. G. v. d. Breevaart; G. van
Harten; C. Krijnen; G. Bedorf; I. v. d. Buure;
P. J. de Loos; G. v. Stenis; Mej. M. Snip;
W. H. Doorn; K. v. d. Maas; A Broers.
Groep B. C. W. v. Santen; H. Krabben
dam.
Groep D. Wed. Harrebommee; J. Har
dingsveld; P. J. Beekman.
Nadat een ieder tevreden was gesteld de
enkeling, die dat niet was, gaan we hier zon
der meer voorbij en nadat juffr. Hennink
namens de prijswinnaars het bestuur dank
voor de genomen moeite had gebracht, sloot
de heer Van Dalen deze blijde bijeenkomst met
een woord van gelukwensch en van aanspo
ring om het volgend jaar voort te gaan op
den ingeslagen weg.
De nuttige wedstrijd, die in alle opzichten
geslaagd was, was dus met een aardige finale
beëindigd.
Nog enkele dagen en de avond, waarop
Den Helder kan demonstreeren, wat het over
heeft voor de oude ridders, welke door de
hulp van het Dorus Rijkersfonds op hun
ouden dag gesteund worden, is daar.
Wij zouden op deze plaats nog eens in
het bijzonder de aandacht willen vestigen
op de, we zouden willen zeggen nood
zakelijkheid van het aanschaffen van een
kaart. Het gaat hier tenslotte om het
'hulpverschaffen aan diegenen, wier ge-
heele leven in het teeken stond van
„hulp". Zij waren het, die bij nacht en
ontij er met hun gammele huikjes op uit
trokken om hen, die door den storm en
golvendood bedreigd werden te helpen.
Hen weg te sleuren uit de kaken van
het Monster... dat Dood heet.
We zouden hier verder op door kunnen
borduren, maar we gelooven niet dat dit in
DEN HELDER noodig is. De Jutters kennen
de zee en ze weten ook de opoffering waar
mede deze blauwe garde zich van zijn taak
kweet.
Wij zijn er in ons hart van overtuigd dat
deze hulp a.s. Zondagavond in het Casino zal
blijken uit een stampvolle zaal, een zaal die
één groote demonstratie zal worden van ons
enthousiasme, van onze dankbaarheid voor
de Blauwe Ridders.
De oude redders gratis toegang.
Behalve dat deze avond uit amusements
oogpunt ongetwijfeld slagen zal, is daar
nog een zeer attractieve factor.
Men heeft namelijk het zeer lofwaardig
besluit genomen alle oud-redders en hun
ne vrouwen uit te noodigen voor dit
feest-van-den-lach, en hiervoor wordt een
apart gedeelte der Casino-zaal gereser
veerd.
Het behoeft zeker geen betoog, dat dit
onderdeel der aanwezigen, voorzien van
ruige baarden en glinsterende medailles
aan het geheel een cachet zal geven, dat
dezen avond tot een bijzonderen stempelt.
Het stemt tevens tot verheugenis, dat
zij, om wie dit alles in eerste en laatste
instantie toch gaat, ook mee kunnen ge
nieten van het gebodene.
Vanzelfsprekend zijn deze blauwe rid
ders vrijgesteld van entrée. Hun in het
bijzonder wenschen wij reeds nu eenige
zéér plezierige uren toe.
Over het programma, dat u geboden wordt
kunnen we kort zijn. Het wordt verzorgd
door een ensemble, dat zijn sporen ruim
schoots verdiend heeft en waarvan de namen
voor zich reeds genoeg zeggen.
Daar is Ad. Timm, de als conferencier op
tredende lebemann, daar is Crochet, die u
herhaaldelijk in verbazing brengt door zijn
allesovertreffende goocheltoeren, daar is
Mary Timm... enfin, daar zijn er te veel om
op te noemen en zij allen zullen u bewijzen
hoe men een vroolijken avond kan organi
seeren, en daarbij en passant een ideëel doel
steunen.
Bijzonder mooi
en voordelig
Zooals men weet zijn de kaarten ver
krijgbaar aan Casino, het Bureau van de
Heldersche Courant en bij alle boekhan
delaren hier ter stede.
Voor bijzonderheden e.d. verwijzen wij naar
de advertenties.
Goede films, goed tooneel en
goede bands. Veel optimisme, on
danks het monetaire zwaard van
Damocles
We schrijven herfst, maar wie den moed
heeft 's-avonds laat z'n neus op straat te
steken, die komt op hetzelfde moment tot de
ervaring, dat de „Wintervorst" alweer een be
hoorlijk eind op weg is om zijn leger, en dan
zooals gewoonlijk in het bijzonder in Jutter-
land, op te slaan
De Wintervorstwel, hij wordt niet
zoo heugelijk binnengeleid als we dat Vrouwe
Lente plegen te doen. Integendeel, we luchten
op allerlei wijzen, uitgezonderd dan de kolen-
„bazen" ons gemoed over dezen „ijstijd",
daarbij evenwel vergetende, dat diezelfde win
ter ook weer z'n vele attracties en voordeelen
biedt.
Want het is tenslotte diezelfde, veelgesmade
winter, die Jutterland weer bijeenbrengt op
de ontelbare vergaderingen, uitvoeringen,
feestjes en feesten en wat daarbij annex is.
Dat ook dit najaar de „leveranciers-van-
vermaak", om het zoo maar eens plastisch uit
te drukken, ondanks de bekende „donkere
wolken", ondanks monetaire problematiek en
ondanks crisis-gemompel, niet stil gezeten
hebben, kan blijken uit de hieronder volgende
opsomming van het komend amusement; een
eeresaluut voor de directies der genoemde in
richtingen, die zooveel mogelijk het beste
van het beste naar Den Helder brengen.
Vrijdag 9 October,
Casino8 uur. Amusements-avond. Bond van
Chr. Marine-Personeel.
Zaterdag 10 October.
Casino, 8 uur. Militair Belangenver. van
Onderofficieren bij de Zeemacht.
Zondag 11 October.
Casino, 8 uur. Cabaretavond ten bate van het
„Dorus Rijkersfonds".
Vrydag 9 Oct. 17.48 uuj
15)
Gedurende dien tyd reed de taxi, die Bar-
bara's auto vanaf Brook Sreet gevolgd was,
hen voorbij en stopte aan het eind van de
straat. Een warm ingepakte heer stapte uit
en ging het huis binnen waarvoor de taxi
stond. Zijn voornemens zouden Keating s
levendige belangstelling opgewekt hebben, als
deze ze had gekend. Maar buiten een ter-
ioopschen blik, toen de taxi passeerde, en een
instinctieve beweging om zich in de scha
duw der portiek te verschuilen, schonk de
inspecteur geen aandacht aan het geval. Hij
bleef verdiept in Brown's manoeuvres met
een kleinen stalen cylinder.
»Je had liever inbreker moeten worden dan
Politieman," merkte hü op.
•■Dat zou misschien ook voordeeliger ge-
Weest zyn," gaf de ander terug, terwjjl hjj de
deur opende.
Keating wendde zich tot den man, die het
huis bewaakt had.
"Ga jy achterom naar de garages van deze
hnizen en let op, dat hy daar niet langs ont
snapt."
Ge man salueerde en Keating ging de ha!
«nnen. Brown en Barbara volgden hem. Wat
Barbara betreft, hij wilde haar niet mee heb
ben naar boven.
„Jonge dame," zeide hij ernstig, „Jij blijft
hier!"
Barbara had dienaangaande wel andere op
vattingen, maar zij begreep, dat het niet de
geschikte tijd was om die bekend te maken.
De hal was haar te donker, te eng; zij knikte
Keating echter toe, dat zy gehoorzaam zou
zijn. Keating sloop de trap op met Brown
in zijn gevolg en Barbara in de achterhoede.
De trap was van steen en leidde met haar
speldbochten naar boven. Er was een kleine
open ruimte naast, zoodat men er op kon
staan.
Dat deed Dennis dan ook. Zoodra hij de
zekerheid had, dat er iemand naar boven
kwam, trok hij zich terug in Larry's zitkamer
en sloot onhoorbaar de deur. Hy was niet ge
heel onvoorbereid op het bezoek en hoewel
hy onderweg alle mogelijke listen had aange
wend om eventueele vervolgers kwijt te
raken, had hy toch een voorzorgsmaatregel
getroffen. Die maatregel bestond in een
haastig gekrabbeld briefje, dat hy nu in een
enveloppe deed, waarna hy in de aangren
zende slaapkamer ging en onderzoekend
rondkeek. Een oogenblik later was de envo-
loppe veilig onder een laag dure sigaretten
verborgen in een gesneden houten doos.
Toen dat gedaan was, ging Dennis de derde
kamer binnen, de badkamer. Lenig sprong hy
op een tafeltje, opende het bovenlicht en
klauterde op het dak. Drie voet van hem af
stond een wijde schoorsteen en deze zou den
man, die zich daar had meenen te verschui
len, ook wel verborgen hebben, als de maan
niet zoo onwelwillend was geweest, plotse
ling te voorschijn te komen en een verrade-
lijke schaduw te werpen. Dennis zag dat en
sprong zonder aarzelen weer door het boven
licht terug. Het raam was al op zijn plaats
en van binnen gegrendeld, voordat de man op
het dak het bereikt had.
Intusschen begreep Dennis, dat hij in de
val zat, en zijn gewone bedaardheid dreigde
hem te verlaten. Hij ging terug naar de zit
kamer, beide deuren achter zich sluitend, en
draaide de peer uit de lamp. Een poosje stond
hij roerloos te luisteren. Hij hoorde een raspend
geluid en herkende dat: iemand was bezig,
het slot te forceeren. Dennis wist niet, dat het
Brown was, die zijn kunsten vertoonde, maar
hoorde wel, dat daar een meester in het vak
aan den gang was. Geheel onverwacht vloog
de deur open en een hand reikte naar den
schakelaar. Dennis hoorde een zwakken klik
en lachte grimmig, toen het even donker
bleef als tevoern. Hij wachtte, totdat de fi
guren zich in de buitenste duiternis begon
nen af te teekenen, smeet toen de peer op den
grond en wierp zich op de detectives. Het
was zyn eenige kans. Hij maakte zich weinig
illusies, maar kende ook geen vrees meer.
De korte knal viel samen met de botsing en
Keating en Brown raakten een oogenblik de
kluts kwyt. Dennis sloeg Brown's hand terug,
slingerde Keating tegen de balustrade, nam In
één sprong de bovenste trap en wilde al naar
beneden vliegen, toen hy plotseling zijn vaart
inhield. Er kwam iemand naar boven!
Had hij geweten, dat het Barbara maar
was, die Keating's verbod trotseerde, dan
zou Dennis haar eenvoudig neergeslagen heb
ben en ontsnapt zijn. Nu keerde hij zich ver
schrikt om.
Op dat oogenblik verscheen Keating boven
aan de trap.
„Halt!" schreeuwde de inspecteur, „blijf
waar je bent, of... verduiveld!"
Zij vuurden bijna tegelijkertijd, Dennis een
fractie van een seconde te laat. Hy wankelde
en tuimelde met het hoofd vooruit naar be
neden om aan de voeten van de ontstelde
Barbara ineen te krimpen. Zij gaf een gil en
Keating kwam de trappen afstormen.
„Hou je goed, jonge dame," hijgde hij ge
ruststellend, terwijl hij ronddanste om haar
te vinden, want het was overal even donker.
„Hij is niet dood, alleen maar een beetje ge
wond."
Hij bukte zich en raakte den bewegingloo-
zen Dennis aan.
„Licht!" riep hij en er kwam licht.
Toen kon hij den toestand overzien. Bar
bara stond met een angstig gezicht tegen den
muur gedrongen en staarde neer op een ge
stalte, die op den overloop aan haar voeten
ineen gekronkeld lag. Keating keek op naar
Brown, die de hand nog aan den schakelaar
hield.
„Voor een revolverheld is de jongen toch
niet zoo zeker me' een knapper als hij mis
schien wel denkt," zei hy met een voldanen
glimlach.
Hy boog zich over den gewonde heen en zijn
glimlach verdween. Integendeel trok hy een
ontevreden gezicht.
„Ik schijn myn vaste hand ook te verlie
zen," bromde hij. „Als ik me niet vergist, heb
ik hem leeljjk geraakt, en het zal een wonder
zijn, als hij lang genoeg leeft om te zien of
het zwart de rechters goed kleedt. Help my
eens, hem naar boven dragen."
Barbara volgde hen langzaam en stond er
bij, toen Keating om de ambulance telefo
neerde.
„Nou, het is een slechte nacht voor je, Bar
bara", zei hij, zonder zich zijn gemeenzaam
heid bewust te zyn.
Barbara deed, alsof zy niets merkte.
„Ik voel me een beetje op," stemde zij toe.
Intusschen was Brown de oorzaak van de
duisternis op het spoor gekomen, had de peer
uit de slaapkamer gehaald en In de lamp ge
draaid. In het licht zag Keating, dat Barbara
bleek en ontdaan was.
„Je kunt me nog meer vertellen," zei hij
ruw, en duwde haar bezorgd in een stoel.
Tegelykertijd keek hy rond om hulp, maar
hij zag alleen de foto van den flatbewoner.
Hij vloekte met gevoel en besefte, dat hij
hoopte op iets, wat hem anders met afkeer
vervuld zou hebben den bijstand van een
vrouw. In een gewone flat zou een schietpartij
de angstige bewoners in nachtgewaad te
voorschijn hebben geroepen, maar Keating
kende Larry's manier van doen veel te goed
om dat hier te verwachten. Larry was een
nachtvogel en verlangde zyn nachtelyke gan
gen niet bespied te zien. Daarom had hij het
geheele huis gehuurd, al bewoonde hy alleen
de bovenste verdieping. Gelukkig voor Kea-
ting loste Barbara de moeilykheid zelf op.
Zij bette haar oogen met een klein en ontoe
reikend zakdoekje en zei:
„Ik stel my aan als een dwaas; Dennis is
erger gewond dan u denkt, we moeten hem
helpen."
Zy ging eerst de slaapkamer, en toen zij
daar niet vond, wat zij zocht, de badkamer
binnen, om een oogenblik later met een hand
doek en een kom water terug te komen. Na
dat zy de wond had gereinigd, legde zy met
de zakdoeken van Keating en Brown een
noodverband aan.
Inspecteur Keating keek verlicht en be
wonderend toe. Hy ging zoo op in haar werk,
dat zy de komst van een agent in uniform
niet eens opmerkte. De agent moest twee
maal kuchen, voor hij de aandacht op zich
gevestigd zag.
{Wordt vervolgd.)