Vragen
van abonné's
T HOEKJE
OUDERS
Wolken
aan den huwelijkshemel?
Verzorging van de huid
in den herfs*
Vet is en blijft het beste
beschermingsmiddel.
Onze eerste plicht is niet
„Hamsterend
Tob nooit hoekje
VOOR DE
Minderwaardigheids
gevoel*
Kleine herfststormen.
Opvoedkundige geschillen.
door
G. C. MEYER—SCHWENCKE.
Men zegt wel eens schertsenderwijze, dat
huwelijken in den hemel worden gesloten en
dat daarom alles even vredig en gelukkig be
hoort te zijn. Wij leven echter op een zeer on
volmaakte aarde en wij zijn niet minder on
volmaakte menschen met vele fouten en ge
breken. Het kan dan ook niemand verwonde
ren, dat zelfs in het beste huwelijk nu en
dan wolkjes aan den hemel zichtbaar zijn,
zelfs wel eens heele donkere, al hebben zij dan
ook altijd nog lichte randen! Soms zullen het
donkere, dreigende regenwolken zijn, maar na
een electrisch geladen atmosfeer, kan ook een
echte donderbui losbarsten, die de lucht ech
ter meermalen zuivert! Met andere wóórden
ook in de beste huwelijken kunnen zich
jneeningsverschillen voordoen, doch hélaas zijn
er ook maar al te veel gevallén, waar man
en vrouw zich niet aan elkander aanpassen
kunnen of willen of waar om andere, ern
stige redenen moeilijkheden ontstaan.
Over deze laatste willen wij thans niet spre
ken, omdat de oorzaken dermate kunnen zijn,
dat de verwijdering steeds grooter wordt en
tenslotte niet te overbruggen is.
Zij noemen slechts die huwelijken, waar zich
tusschen beide partijen meermalen kleine on-
eenigheden of meeningsverschillen voordoen,
die in den grond niet zóó ernstig opgenomen
behoeven te worden. Veelal beginnen de
wolkjes aan den huwelijkshemel zich eerst
langzamerhand samen te pakken en wat in
den aanvang met kleine dingen begint, kan
uitgroeien tot grootere conflicten en de har
monie verstoren, waarom voorkomen beter is
dan genezen.
Op vele spotprentjes ziet men een eerste
twist tusschen een jong echtpaar wel eens
uitgebeeld, naar aanleiding van een mislukten
maaltijd, vandaar dat men vaak beweert, dat
de liefde van den man door de maag gaat!
Gelukkig is dit zéér overdreven, doch er is
In dit gezegde inderdaad een grond van waar
heid. Kan men het een man wel euvel duiden,
Indien hij 's avonds na een dag van inge
spannen werken, moe en hongerig thuis komt,
gaarne een smakelijk, keurig opgediend maal
en een opgewekte vrouw vindt?
Wij, vrouwen moeten hieraan vooral den
ken en een man niet zoodra hij thuis is, met
allerlei kleinigheden, die wij gewoonlijk véél
te breed uitmeten, lastig vallen. Zulks werkt
niet alleen op het humeur, doch maakt prik
kelbaar en nerveus. Vele menschen lijden in
deze tijden van spanning en depressie toch al
aan een z.g. nerveuse maag, die het noodig
maakt, dat zij rustig en kalm kunnen eten
en niet geprikkeld worden. Een man moet,
thuiskomende, rust en kalmte vinden, geen
haasten om vlug de tafel te dekken en geen
heen en weer hollende huisvrouw. Alles kan
voorkomen worden, indien wij vroeg met alle
toebereidselen, ook en vooral betreffende de
bereiding van het middagmaal, beginnen. Ons
genot wordt niet zooveel grooter, indien wij
een half uur langer uitblijven, lezen of hand
werken en voor een goede stemming in huis
zouden wij desnoods nog wel een klein offer
mogen brengen, omdat er zoo oneindig veel
van afhangt.
Alhoewel het vaak moeilijk is, moeten wij
trachten, dat ééne onvriendelijke antwoord te
weerhouden, dat ons op de lippen komt, in
dien een man prikkelbaar thuiskomt, waar
door wij in de meeste gevallen de situatie
redden. Immers, „wie zich zelf overwint is
Sterker, dan hij, die een stad inneemt!"
Wij hebben slechts één voorbeeld genoemd,
doch er zijn nog zoo ontelbaar vele kleinig
heden, die in een huwelijk de aanleiding zijn
tot oneenigheden.
Ernstiger wordt het feit, wanneer een of
zelfs beide partijen reden meenen te hebben
om ijverzuchtig te zijn. In dergelijke gevallen
wordt echter een oude wijsheid in practijk ge
bracht, n.1. dat men elkander pas naar waar
heid leert schatten, wanneer men op het punt
staat elkander te verliezen.
De meeste meeningsverschillen ontstaan
echter in verband met opvoedingsproblemen
omtrent de kinderen en hieruit vloeien vaak
vèrdragende gevolgen voort. Juist om het
geen beide ouders het liefst is de kin
deren mag geen strijd ontstaan, temeer
hog daar hierdoor indrukken worden opge
daan, die deze hun geheele leven bi) blijven.
Het is in-treurig, indien kinderen oneenig
heden tusschen beide ouders moeten mee
maken, vooral omdat zij, als onschuldigen, de
aanleiding zijn. Is het dan te verwonderen,
dat zjj niet weten, welke houding zij moeten
aannemen in dergelijke gevallen en zich niet
altijd weerhouden iets ongepastst te zeggen?
Meeningsverschillen over opvoedkundige
draagstukken moeten door de ouders onder-
"ng besproken worden, niet in aanwezig
heid der kinderen.
Wie van beide partijen schuld heeft, in
dien zich wolken aan den huwelijkshemel voor
doen, is moeilijk te zeggen, meestal is het
aan beide partijen te wijten. Het is daarom
de plicht van man en vrouw zich niet zonder
taeer te laten gaan en zelfs al is toegeven
v°or een der partijen gewenscht, dan moet
hkm trachten zich zelf te overwinnen en er
hiet tegenop zien „de minste' te zijn. He
feven is zoo kort en zoo heel vaak ziet men,
dat een van beiden ontijdig wordt weggeno
men, waarom moet door weinig verdraag
zaamheid het leven van twee menschen dan
toch zoo vaak verbitterd worden?
Slechts eendrachtig samengaan over de
gouden brug van wederzijdsch begrijpen kan
lelden tot een harmonisch huwelijks- en geluk
kig gezinsleven!
Niets is zoo fataal voor de gelaatshuid als
het wisselvallige herfstweer met zijn regen
en windvlagen. Wanneer wij in deze maan
den niet de noodige voorzorgen nemen, is het
niet te verwonderen, wanneer de spiegel ons
op een goeden dag te zien geeft, dat onze
teint er niet beter op wordt en roode plek
ken te zien geeft. Ook de handen protestee
ren en worden ruw en zien er alles behalve
mooi uit.
Vet is en blijft de beste bescherming voor
de huid en de natuur zelve bedient zich van
dit natuurlijke afweermiddel tegen een te
schrale huid; alleen in bepaalde gevallen
moeten wjj de helpende hand bieden. De huid-
klieren scheiden een soort vet af, die een
onzichtbare, dunne laag over de huid ver
spreiden, die vocht en koude weerhoudt
rechtstreeks in te werken en als het ware
een bescherming biedt tegen stof en vuil van
buiten af, zoodat deze aan de oppervlakte
blijven. Juist bij ruw weer is het echter ge
wenscht deze vetlaag te vermeerderen en
daarom moeten handen en gelaat, naast
grondig gereinigd te zijn, ingevet worden met
goede vette crème.
Indien men een gevoelige huid heeft, is
het beter inplaats van water en zeep, de
huid met een watje met olie te reinigen, b.v.
olijf- of amandelolie. Hard water kan men
zachter maken door toevoeging van borax,
terwijl men steeds goede zeep moet gebrui
ken. Overvette en andere medicinale zeep-
soorten kunnen eveneens gebruikt worden,
indien men een gevoelige huid heeft, temeer
waar sommige vrouwen en meisjes iets
tegen iets reinigen van de huid met olie,
hebben.
Het invetten 's morgens en 's avonds wordt
gevolgd door klopmassage, die echter niet te
krachtig mag zijn en met de vingertoppen
wordt uitgevoerd. Te krachtige massage
rekt de huid uit en men bereikt het tegen
gestelde, n.1. het vormen van rimpels. Vooral
de omtrek der oogen moet voorzichtig be
handeld worden.
De handen moeten na het wasschen goed
gedroogd en daarna ingevet worden b.v. met
50 glycerine en 50 rozenwater. Men
houdt de huid hierdoor soepel en blank en
voorkomt springen.
Verschillende preparaten zijn trouwens in
den handel, die met succes gebruikt kunnen
worden, doch glycerine is wel een van de
meest billijke.
Het geen wij reeds zoo lang verwacht heb
ben, is thans een feit: de waardevermindering
van den gulden heeft plaats gevonden, d.w.z.
ten gevolge hiervan zullen de prijzen geleide
lijk stijgen en zal men dus in de toekomst
voor eenzelfde artikel meer moeten betalen
of wat op hetzelfde neerkomt, voor één gul
den een mindere hoeveelheid kunnen koopen.
Velen onzer hebben den Minister President
kort geleden door de radio hooren spreken
en tevens, hoe Z.Exc. erop aandrong om toch
vooral rustig en kalm te blijven. Lang, wel
licht te lang is in verband met den econo-
mischen toestand de waarde van onzen gul
den gehandhaafd geworden.
Thans rust op ons, als huisvrouw een
groote verantwoordelijkheid, want immers
een groot deel van het inkomen van den man
en zoodoende van het volksinkomen gaat door
onze handen.
Wij behoeven ons geenszins opgejaagd te
gevoelen en evenmin behoeven wij ons te dek
ken door extra-inkoopen tegen een onver
mijdelijke verhooging van allerlei artikelen.
Zulks zou niet alleen ten koste van anderen,
minderbedeelden gaan, doch tevens leiden tot
noodelooze prijsopdrijving.
„Hamsteren" dat reeds in de jaren 1914
1918 door zoovele huisvrouwen gedaan werd,
kunnen wij beschouwen als iets immoreels.
Immers, het gevolg hiervan is niet anders,
dan dat de beschikbare voorraden spoedig uit
geput geraken en door de groote aanvraag
zal een aanmerkelijke stijging ontstaan. Voor
namelijk worden hierdoor getroffen al dege
nen, die door den nood der tijden toch reeds
zoozeer getroffen zijn, van den eenen dag in
den anderen leven en niet weten, hoe zij aan
het allernoodigste moeten komen.*
Wanneer wij, huisvrouwen, solidair zijn en
onze inkoopen blijven doen, zooals wij tot dus
verre gewoon waren, dan handelen wij in het
algemeen belang. Evenzeer als er wetten ge
maakt worden om prijsopdrijving te voor
komen, hebben wij, vrouwen de plicht tegen,
over ons volk om geen dwaze inkoopen te
doen, omdat we wellicht in een meer bevoor
sche vrouwen, kunnen dan ook ongetwijfeld
eens-willend samenwerken om een algemeene
verwarring te voorkomen en zullen zelfbe
wust en rustig verder gaan, ten einde het
allen, die geroepen zijn orde te scheppen niet
noodeloos moeilijk te maken.
Zondag.
Toast met amandelvulsel.
Gebraden kip met compöte.
Aardappelen.
Maandag.
Ribstuk.
Andijvie.
Aardappelen.
Roomijs.
Dinsdag.
Koud vleesch.
Snijboonen.
Aardappelen.
Appelvla.
Woensdag.
Nierommelet.
Spinazie.
Aardappelen,
loterjus, gemengde sla.
Donderdag.
Carbonade.
Worteltjes.
Aardappelen.
Griesmeel met peren.
Vrijdag.
Aardappelsoep.
Spaghetti met
tomatensaus.
Compote.
Zaterdag.
Gehakt.
Stoofsla.
Hangop.
Amandelspanen.
Toast met amandelvulsel.
Stukjes oud brood b.v. rondjes, die met een
glas gestoken zijn, boter, 1 groote tomaat,
zout, peper, 1 klein uitje, 20 gram boter, 1
dessertlepel bloem, 1 theelepel tomaten-Ket-
chup, 50 gram zoute amandelen.
De tomaat wordt even in heet water ge
legd en van het velletje ontdaan, daarna zeer
fijn gesneden, evenals het uitje. Boter smel
ten in een steelpannetje en ui en tomaat gaar
smoren, niet bruin laten worden, daarna de
bloem er door roeren en enkele minuten door
laten koken, tenslotte van het vuur de ket
chup en gehakte amandelen toevoegen en het
mengsel warm houden, peper en zout naar
smaak.
Kleine rondjes brood worden geroosterd en
warm beboterd, daarna belegd met het
mengsel, waarop een tweede rondje komt.
Opstapelen op schaaltje met papieren ser
vetje, garneeren met takjes peterselie.
Roomrijst.
liter melk, *4 liter slagroom, 1 pakje
vanillesuiker, 75 gram suiker, 75 gram rijst,
10 gram of 5 blaadjes witte gelatine, 1 eiwit.
Voor deze pudding moet men de beste rijst
gebruiken, die heel blijft bij het koken. De
melk wordt aan de kook gebracht, de rijst
er in gestrooid en op een asbestplaatje zacht
jes gaar gekookt. Gelatine intusschen in
koud water oplossen en evenals de suiker
door de rijst roeren als deze geheel gaar is.
Room en eiwit stijf kloppen met een tikje
zout en door de rijst scheppen als deze af
gekoeld is, daarna alles in een steenen vorm
overbrengen en storten als de pudding koud
en stijf is.
Nierommelet.
4 eieren, 4 lepels melk, - opgehoopte lepel
bloem, 1 kopje heet water met 1 bouillon
blokje of een kopje water en jus, klein uitje,
1 kalfsnier, 25 gram boter, peper en zout.
De nier wordt opgezet met koud water, dat
afgegoten wordt als het even gekookt heeft,
daarna nogmaals opgezet en in weinig water
gaar gekookt, desnoods gehalveerd; daarna
in kleine stukjes snijden. De ui in boter frui
ten, bloem toevoegen en de bouillon, waarna
de stukjes vleesch met peper en zout naar
smaak nog 7 minuten zachtjes blijven
stoven.
De eieren worden met het zout en de melk
flink geklopt en daarna wordt er in de koeke-
pan een ommelet van gebakken met een
stukje gesmolten boter, die op een ver
warmde schotel wordt overgebracht met de
nier in het midden. Ommelet in drieën vouwen
en warm opdienen.
Griesmeel met peren.
750 gram peren, IY2 liter bessensap, 1 kopje
water, ruim een half kopje suiker, liter
melk, 1 ei, 40 gram griesmeel, 50 gram
suiker, stukje boter.
De peren worden geschild, in vieren ge
sneden, klokhuizen uitgehaald, met water en
bessensap zachtjes gaar gekookt, daarna door
een paardeharen zeef gewreven en de suiker
er door geroerd.
Melk aan de kook brengen en de gries
meel er in strooien, evenals de suiker, daarna
roerende eenige minuten door laten koken,
pan van het vuur nemen, het geklopte er er
door roeren en het stukje boter en de pud'
ding met de garde luchtig opkloppen, daarna
de helft in een glazen schaal doen, vervol
gens purée en daarna de rest van de gries-
meel.
EEN VASTE WIL.
Wie wil die kan.
Om na tb gaan, hoe wij een vasten wil kun
nen aankweeken, dienen wij eerst eens te
zien, wat de ontwikkeling van een vasten wil
in den weg staat.
Op een oogenblik, dat wij iets beloven, zijn
wij van plan dit te volbrengen, dus willen
wij het volbrengen. Ja, maar menigmaal belo
ven wij iets veel te lichtvaardig, en komen
al heel gauw na de belofte overwegingen, die
daartegen pleiten. Ja, we hebben dat nu wel
beloofd, maar eigenlijk zal het toch heel moei
lijk gaan, want dan komen wij in botsing
met andere verplichtingen. Ja, wat dan?
Dan de gedane belofte maar terugnemen. Ook
voor onszelf nemen wij menigmaal besluiten,
die wij niet kunnen handhaven, en waarop wij
weer geheel of gedeeltelijk moeten terug
komen. Daardoor komt het, dat onze besluiten
en beloften niet door de noodige kracht en
vastheid geschraagd werden. En dit aanhou
dende veranderen verslapt onzen wil; hoe kan
deze sterk zijn, wanneer wij vandaag het eene
van plan zijn en morgen het andere? En wan
neer „het andere" alleen van kracht blijft,
wanneer zich toevallig geen derde mogelijk
heid voordoet, die ons dan weer wenschelijker
toelijkt!
Om een vasten wil aan te kweeken, is het
noodig dat wij duidelijk-omlijnde plannen ma
ken en ons daar, althans in hoofdzaak, aan
houden. Houdt met verschillende dingen reke
ning, zoodra U een plan begint uit te werken.
Indien voor dit plan iets anders moet wijken,
overweegt dan of het de moeite waard is dit
ervoor te laten wijken. Gaat alles goed na, al
vorens u tot uzelf zegt: „Ja dat doe ik en zoo
doe ik het".
Overweegt nog zorgvuldiger het voor en
tegen, alvorens aan een ander iets te zeggen.
Belofte maakt schuld, en ook voor onze eigen
karaktervastheid is het beter, dat wij elke
belofte houden, behoudens onder onverzwakte
en zeer sterke dwang van de omstandigheden.
Nauwkeurigheid ten opzichte van hetgeen wij
beloofd hebben verwerft ons een welverdiende
reputatie van loyaliteit en betrouwbaarheid.
Of vindt u het prettig, wanneer over u zou
worden gesproken als over een jongeman,
ons bekend, en over wien een gesprek van
twee zijner kennissen luidde als volgt:
„Han komt immers morgen bij je om de
radio na te zien?"
„Nu, ik hoop het".
„Maar hij beloofde het je toch? Ik heb het
hem zelf hooren zeggen"!
„O, jawel, luidde het antwoord, waarop
veelbetëëkenend volgde: „ik heb hem wel
Mevr. B. vraagt ons:
Ik heb een bontjas en zou deze zelf willen
reinigen, omdat ik stoomen wat te kostbaar
vind.
Antw.: Reinigen met benzine. Oppassen
voor vuur. Benzine is een sterk desinfectee-
rende vloeistof, die vrijwel alle kiemen doodt
en daarom den laatsetn tijd ook veelvuldig
toepassing vindt in de geneeskunde bij het
desinfecteeren van wonden. Benzine goed in
wrijven met een zacht borsteltje. Indien
waschbenzine u te duur is, kunt u voor het
haar ook wel gewone benzine gebruiken. Dit
is voor de vacht zelfs zeer goed. Op de kraag
en bij de manchetten kunt u dan wasch
benzine nemen, omdat gewone benzine altijd
nog wel iets vettig is.
meer hooren beloven, waar niets van terecht
kwam".
Het streven naar waarheidsliefde is ook
iets, dat aan onze karaktervastheid ten
goede komt, al mag het verband niet zoo op
vallend zijn.
Menigeen, die overigens weinig onwaarheid
spreekt, heeft valsche schaamte om ronduit
te bekennen: „dat weet ik niet". Wanneer aan
zoo iemand iets gevraagd wordt, waarvan hij
niet op de hoogte is, draait hij om het ant
woord heen, of herhaalt op goed geluk het
geen hij meent, weieens te hebben hooren
zeggen. M.a.w. hij verloochent zijn onkunde
terzake, en elke verloochening van de waar
heid omtrent onszelf verslapt onzen wil. Over
wint die valsche schaamte, niemand kan alles
weten, wat hem gevraagd wordt. Wanneer u
dus iets gevraagd wordt, dat u niet weet,
komt hier dan rond voor uit, en als U het
vervelend vindt, zorgt dan u direct op de
hoogte te stellen, zoodat u een volgende
keer het antwoord niet behoeft schuldig te
blijven.
DR. JOS. DE COCK.
Wat een ondeugd.
Moeder: Jan, heb je netjes excuus ge
vraagd, toen je die dame op haar teen hebt
getrapt
Jan: Ja moeder, en zij heeft mij een dub
beltje gegeven, omdat ik zo beleefd was.
Nou, toen heb ik ook op haar andere teen
getrapt en weer excuus gevraagd.
De lezers schrikken niet van dezen term!
Inderdaad werd er de laatste jaren wel wat
te veel geschermd met dit woord. Vooral de
individuaal-psychologischen hebben er een be-
teekenis aan vastgekoppeld, welke niet door
allen geapprecieerd kan worden.
Heel wat mislukkingen worden geschreven
op rekening van het minderwaardigheids
gevoel en omgekeerd wordt het groote succes
van velen beschouwd als voortvloeide uit het
minderwaardigheidsgevoel, dat deze succes
vollen" in hun leven meedroegen. Zoo las ik
dezer dagen een studie over Hitier, waarin
de schrijver uiteenzette, dat juist het bij Hit-
Ier aanwezig zijnde gevoel van minderwaar
digheid hem tot de hoogte gebracht heeft,
waarop hij thans verkeert.
Zonder ons in dit alles te verdiepen, willen
we hier aan de hand van enkele voorbeelden
uit de practijk der opvoedkunde nagaan, van
welke beteekenis het minderwaardigheids
gevoel bij het kind is ten opzichte van zijn
leeren en succes in het latere leven.
Ik versta dan hier onder minderwaardig
heidsgevoel, dat aan ieder min of meer wel
bekende gevoel van gebrek aan zelfvertrou
wen. Ik laat dat buiten beschouwing de
vraag, of deze bepaling nu wel altijd volko
men den inhoud van het minderwaardigheids
gevoel weergeeft.
We hebben hier met twee dingen rekening
te houden: allereerst, dat gebrek aan zelf
vertrouwen een negatief iets is. (in de licht
ste gevallen) doch in de sterkere gevallen
komt daar een positief remmende
factor bij.
Wanneer een kind tot de overtuiging komt:
Ik kan het werk, mij gedragen, onmogelijk
volbrengen, dan treedt deze remmende in
vloed sterk naar voren.
„Minderwaardigheidsgevoel" kan het ge
heele denk- en wilsleven tot stilstand bren
gen", zegt Dr. Hamaker ergens in een studie
over dit onderwerp.
Deze uitspraak van een ervaren paedagoog,
als Dr. Hamaker is, moest wat meer tot de
opvoeders en onderwijsgevenden doordringen.
Dan zouden er heel wat leed en tegelijk mis
lukte leerlingen bespaard kunnen blijven. Kin
deren, bij wie de overtuiging van niet te zul
len slagen, gaat postvatten, wekken zeer vaak
den indruk van lui te zjjn en dom.
Ik moet u hier een sterk staaltje van ver
tellen. Voor eenige jaren terug zag ik van
nabij hoe een leerling uit de tweede klas
steeds minder zijn best ging doen en tenslotte
den onmisbaren indruk van luiheid wekte.
Zijn vader, een zeer eenvoudige, en weinig ont
wikkelde arbeider, die zelf zijn gebrek aan
kennis weer voelde, sprak mij hierover eens
aan en vertelde mij toen, dat hij er onder ge
bukt ging, dat zijn jongen eenigst kind
op school mislukken zou. Hij had zoo vurig
gehoopt, dezen jongen later uit de fabriek
te kunnen houden. En deze hoop verdween nu
bij den dag.
Eenige dagen na dit gesprek bleek me, dat
deze eenvoudige arbeider met groote ernst
zelf aan het zoeken was gegaan naar de oor
zaken van deze domheid bij zijn jongen. En
opeens werd het hem duidelijk, waar de fout
zat.
Ik vergeet dit vooral niet spoedig, en ik
stond verbaasd, toen deze arbeider mij vroeg,
of ik bewerken wilde, dat zijn zoontje een
hooger punt kreeg, dan hij wel verdiende. In
overleg met de betrokken leerkracht werd de
proef genomen en gedurende drie maanden
volgehouden. Het resultaat was prachtig. De
knaap begon langzamerhand beter te schrijven
en te rekenen, en heeft zonder haperen vlot
de lagere school doorloopen en maakt het
thans op de ambachtsschool bijzonder goed.
De eer van dit alles komt naast de volhar
ding van de betrokken leerkracht voor het
grootste gedeelte toe aan den vader.
Dergelijke gevallen zijn niet zeldzaam en
ouders en opvoeders met ruimeren blik kun
nen in samenwerking alzoo veel vruchtdragend
werk verrichten. Maar nu moet wel gewaar
schuwd worden, dat natuurlijk niet elk geval
zich zoo laat oplossen.
Doch hiervoor is de onderwijzer, die iets
meer van zjjn arbeid maakt, dan les geven
van 9 tot 4 uur. Die studie maken en moeite
getroosten wil, zich in de resultaten van de
ervaringsopvoedkunde in et werken.
Met huisbezoek wordt in dit opzicht veel er
varingsmateriaal opgedaan, dat in de han
den der leerkrachten met inzichten in erva
ringsopvoedkunde zeer waardevol worden kan.