Vragen van abonné's T HOEKJE OUDERS Wolken aan den huwelijkshemel? Verzorging van de huid in den herfs* Vet is en blijft het beste beschermingsmiddel. Onze eerste plicht is niet „Hamsterend Tob nooit hoekje VOOR DE Minderwaardigheids gevoel* Kleine herfststormen. Opvoedkundige geschillen. door G. C. MEYER—SCHWENCKE. Men zegt wel eens schertsenderwijze, dat huwelijken in den hemel worden gesloten en dat daarom alles even vredig en gelukkig be hoort te zijn. Wij leven echter op een zeer on volmaakte aarde en wij zijn niet minder on volmaakte menschen met vele fouten en ge breken. Het kan dan ook niemand verwonde ren, dat zelfs in het beste huwelijk nu en dan wolkjes aan den hemel zichtbaar zijn, zelfs wel eens heele donkere, al hebben zij dan ook altijd nog lichte randen! Soms zullen het donkere, dreigende regenwolken zijn, maar na een electrisch geladen atmosfeer, kan ook een echte donderbui losbarsten, die de lucht ech ter meermalen zuivert! Met andere wóórden ook in de beste huwelijken kunnen zich jneeningsverschillen voordoen, doch hélaas zijn er ook maar al te veel gevallén, waar man en vrouw zich niet aan elkander aanpassen kunnen of willen of waar om andere, ern stige redenen moeilijkheden ontstaan. Over deze laatste willen wij thans niet spre ken, omdat de oorzaken dermate kunnen zijn, dat de verwijdering steeds grooter wordt en tenslotte niet te overbruggen is. Zij noemen slechts die huwelijken, waar zich tusschen beide partijen meermalen kleine on- eenigheden of meeningsverschillen voordoen, die in den grond niet zóó ernstig opgenomen behoeven te worden. Veelal beginnen de wolkjes aan den huwelijkshemel zich eerst langzamerhand samen te pakken en wat in den aanvang met kleine dingen begint, kan uitgroeien tot grootere conflicten en de har monie verstoren, waarom voorkomen beter is dan genezen. Op vele spotprentjes ziet men een eerste twist tusschen een jong echtpaar wel eens uitgebeeld, naar aanleiding van een mislukten maaltijd, vandaar dat men vaak beweert, dat de liefde van den man door de maag gaat! Gelukkig is dit zéér overdreven, doch er is In dit gezegde inderdaad een grond van waar heid. Kan men het een man wel euvel duiden, Indien hij 's avonds na een dag van inge spannen werken, moe en hongerig thuis komt, gaarne een smakelijk, keurig opgediend maal en een opgewekte vrouw vindt? Wij, vrouwen moeten hieraan vooral den ken en een man niet zoodra hij thuis is, met allerlei kleinigheden, die wij gewoonlijk véél te breed uitmeten, lastig vallen. Zulks werkt niet alleen op het humeur, doch maakt prik kelbaar en nerveus. Vele menschen lijden in deze tijden van spanning en depressie toch al aan een z.g. nerveuse maag, die het noodig maakt, dat zij rustig en kalm kunnen eten en niet geprikkeld worden. Een man moet, thuiskomende, rust en kalmte vinden, geen haasten om vlug de tafel te dekken en geen heen en weer hollende huisvrouw. Alles kan voorkomen worden, indien wij vroeg met alle toebereidselen, ook en vooral betreffende de bereiding van het middagmaal, beginnen. Ons genot wordt niet zooveel grooter, indien wij een half uur langer uitblijven, lezen of hand werken en voor een goede stemming in huis zouden wij desnoods nog wel een klein offer mogen brengen, omdat er zoo oneindig veel van afhangt. Alhoewel het vaak moeilijk is, moeten wij trachten, dat ééne onvriendelijke antwoord te weerhouden, dat ons op de lippen komt, in dien een man prikkelbaar thuiskomt, waar door wij in de meeste gevallen de situatie redden. Immers, „wie zich zelf overwint is Sterker, dan hij, die een stad inneemt!" Wij hebben slechts één voorbeeld genoemd, doch er zijn nog zoo ontelbaar vele kleinig heden, die in een huwelijk de aanleiding zijn tot oneenigheden. Ernstiger wordt het feit, wanneer een of zelfs beide partijen reden meenen te hebben om ijverzuchtig te zijn. In dergelijke gevallen wordt echter een oude wijsheid in practijk ge bracht, n.1. dat men elkander pas naar waar heid leert schatten, wanneer men op het punt staat elkander te verliezen. De meeste meeningsverschillen ontstaan echter in verband met opvoedingsproblemen omtrent de kinderen en hieruit vloeien vaak vèrdragende gevolgen voort. Juist om het geen beide ouders het liefst is de kin deren mag geen strijd ontstaan, temeer hog daar hierdoor indrukken worden opge daan, die deze hun geheele leven bi) blijven. Het is in-treurig, indien kinderen oneenig heden tusschen beide ouders moeten mee maken, vooral omdat zij, als onschuldigen, de aanleiding zijn. Is het dan te verwonderen, dat zjj niet weten, welke houding zij moeten aannemen in dergelijke gevallen en zich niet altijd weerhouden iets ongepastst te zeggen? Meeningsverschillen over opvoedkundige draagstukken moeten door de ouders onder- "ng besproken worden, niet in aanwezig heid der kinderen. Wie van beide partijen schuld heeft, in dien zich wolken aan den huwelijkshemel voor doen, is moeilijk te zeggen, meestal is het aan beide partijen te wijten. Het is daarom de plicht van man en vrouw zich niet zonder taeer te laten gaan en zelfs al is toegeven v°or een der partijen gewenscht, dan moet hkm trachten zich zelf te overwinnen en er hiet tegenop zien „de minste' te zijn. He feven is zoo kort en zoo heel vaak ziet men, dat een van beiden ontijdig wordt weggeno men, waarom moet door weinig verdraag zaamheid het leven van twee menschen dan toch zoo vaak verbitterd worden? Slechts eendrachtig samengaan over de gouden brug van wederzijdsch begrijpen kan lelden tot een harmonisch huwelijks- en geluk kig gezinsleven! Niets is zoo fataal voor de gelaatshuid als het wisselvallige herfstweer met zijn regen en windvlagen. Wanneer wij in deze maan den niet de noodige voorzorgen nemen, is het niet te verwonderen, wanneer de spiegel ons op een goeden dag te zien geeft, dat onze teint er niet beter op wordt en roode plek ken te zien geeft. Ook de handen protestee ren en worden ruw en zien er alles behalve mooi uit. Vet is en blijft de beste bescherming voor de huid en de natuur zelve bedient zich van dit natuurlijke afweermiddel tegen een te schrale huid; alleen in bepaalde gevallen moeten wjj de helpende hand bieden. De huid- klieren scheiden een soort vet af, die een onzichtbare, dunne laag over de huid ver spreiden, die vocht en koude weerhoudt rechtstreeks in te werken en als het ware een bescherming biedt tegen stof en vuil van buiten af, zoodat deze aan de oppervlakte blijven. Juist bij ruw weer is het echter ge wenscht deze vetlaag te vermeerderen en daarom moeten handen en gelaat, naast grondig gereinigd te zijn, ingevet worden met goede vette crème. Indien men een gevoelige huid heeft, is het beter inplaats van water en zeep, de huid met een watje met olie te reinigen, b.v. olijf- of amandelolie. Hard water kan men zachter maken door toevoeging van borax, terwijl men steeds goede zeep moet gebrui ken. Overvette en andere medicinale zeep- soorten kunnen eveneens gebruikt worden, indien men een gevoelige huid heeft, temeer waar sommige vrouwen en meisjes iets tegen iets reinigen van de huid met olie, hebben. Het invetten 's morgens en 's avonds wordt gevolgd door klopmassage, die echter niet te krachtig mag zijn en met de vingertoppen wordt uitgevoerd. Te krachtige massage rekt de huid uit en men bereikt het tegen gestelde, n.1. het vormen van rimpels. Vooral de omtrek der oogen moet voorzichtig be handeld worden. De handen moeten na het wasschen goed gedroogd en daarna ingevet worden b.v. met 50 glycerine en 50 rozenwater. Men houdt de huid hierdoor soepel en blank en voorkomt springen. Verschillende preparaten zijn trouwens in den handel, die met succes gebruikt kunnen worden, doch glycerine is wel een van de meest billijke. Het geen wij reeds zoo lang verwacht heb ben, is thans een feit: de waardevermindering van den gulden heeft plaats gevonden, d.w.z. ten gevolge hiervan zullen de prijzen geleide lijk stijgen en zal men dus in de toekomst voor eenzelfde artikel meer moeten betalen of wat op hetzelfde neerkomt, voor één gul den een mindere hoeveelheid kunnen koopen. Velen onzer hebben den Minister President kort geleden door de radio hooren spreken en tevens, hoe Z.Exc. erop aandrong om toch vooral rustig en kalm te blijven. Lang, wel licht te lang is in verband met den econo- mischen toestand de waarde van onzen gul den gehandhaafd geworden. Thans rust op ons, als huisvrouw een groote verantwoordelijkheid, want immers een groot deel van het inkomen van den man en zoodoende van het volksinkomen gaat door onze handen. Wij behoeven ons geenszins opgejaagd te gevoelen en evenmin behoeven wij ons te dek ken door extra-inkoopen tegen een onver mijdelijke verhooging van allerlei artikelen. Zulks zou niet alleen ten koste van anderen, minderbedeelden gaan, doch tevens leiden tot noodelooze prijsopdrijving. „Hamsteren" dat reeds in de jaren 1914 1918 door zoovele huisvrouwen gedaan werd, kunnen wij beschouwen als iets immoreels. Immers, het gevolg hiervan is niet anders, dan dat de beschikbare voorraden spoedig uit geput geraken en door de groote aanvraag zal een aanmerkelijke stijging ontstaan. Voor namelijk worden hierdoor getroffen al dege nen, die door den nood der tijden toch reeds zoozeer getroffen zijn, van den eenen dag in den anderen leven en niet weten, hoe zij aan het allernoodigste moeten komen.* Wanneer wij, huisvrouwen, solidair zijn en onze inkoopen blijven doen, zooals wij tot dus verre gewoon waren, dan handelen wij in het algemeen belang. Evenzeer als er wetten ge maakt worden om prijsopdrijving te voor komen, hebben wij, vrouwen de plicht tegen, over ons volk om geen dwaze inkoopen te doen, omdat we wellicht in een meer bevoor sche vrouwen, kunnen dan ook ongetwijfeld eens-willend samenwerken om een algemeene verwarring te voorkomen en zullen zelfbe wust en rustig verder gaan, ten einde het allen, die geroepen zijn orde te scheppen niet noodeloos moeilijk te maken. Zondag. Toast met amandelvulsel. Gebraden kip met compöte. Aardappelen. Maandag. Ribstuk. Andijvie. Aardappelen. Roomijs. Dinsdag. Koud vleesch. Snijboonen. Aardappelen. Appelvla. Woensdag. Nierommelet. Spinazie. Aardappelen, loterjus, gemengde sla. Donderdag. Carbonade. Worteltjes. Aardappelen. Griesmeel met peren. Vrijdag. Aardappelsoep. Spaghetti met tomatensaus. Compote. Zaterdag. Gehakt. Stoofsla. Hangop. Amandelspanen. Toast met amandelvulsel. Stukjes oud brood b.v. rondjes, die met een glas gestoken zijn, boter, 1 groote tomaat, zout, peper, 1 klein uitje, 20 gram boter, 1 dessertlepel bloem, 1 theelepel tomaten-Ket- chup, 50 gram zoute amandelen. De tomaat wordt even in heet water ge legd en van het velletje ontdaan, daarna zeer fijn gesneden, evenals het uitje. Boter smel ten in een steelpannetje en ui en tomaat gaar smoren, niet bruin laten worden, daarna de bloem er door roeren en enkele minuten door laten koken, tenslotte van het vuur de ket chup en gehakte amandelen toevoegen en het mengsel warm houden, peper en zout naar smaak. Kleine rondjes brood worden geroosterd en warm beboterd, daarna belegd met het mengsel, waarop een tweede rondje komt. Opstapelen op schaaltje met papieren ser vetje, garneeren met takjes peterselie. Roomrijst. liter melk, *4 liter slagroom, 1 pakje vanillesuiker, 75 gram suiker, 75 gram rijst, 10 gram of 5 blaadjes witte gelatine, 1 eiwit. Voor deze pudding moet men de beste rijst gebruiken, die heel blijft bij het koken. De melk wordt aan de kook gebracht, de rijst er in gestrooid en op een asbestplaatje zacht jes gaar gekookt. Gelatine intusschen in koud water oplossen en evenals de suiker door de rijst roeren als deze geheel gaar is. Room en eiwit stijf kloppen met een tikje zout en door de rijst scheppen als deze af gekoeld is, daarna alles in een steenen vorm overbrengen en storten als de pudding koud en stijf is. Nierommelet. 4 eieren, 4 lepels melk, - opgehoopte lepel bloem, 1 kopje heet water met 1 bouillon blokje of een kopje water en jus, klein uitje, 1 kalfsnier, 25 gram boter, peper en zout. De nier wordt opgezet met koud water, dat afgegoten wordt als het even gekookt heeft, daarna nogmaals opgezet en in weinig water gaar gekookt, desnoods gehalveerd; daarna in kleine stukjes snijden. De ui in boter frui ten, bloem toevoegen en de bouillon, waarna de stukjes vleesch met peper en zout naar smaak nog 7 minuten zachtjes blijven stoven. De eieren worden met het zout en de melk flink geklopt en daarna wordt er in de koeke- pan een ommelet van gebakken met een stukje gesmolten boter, die op een ver warmde schotel wordt overgebracht met de nier in het midden. Ommelet in drieën vouwen en warm opdienen. Griesmeel met peren. 750 gram peren, IY2 liter bessensap, 1 kopje water, ruim een half kopje suiker, liter melk, 1 ei, 40 gram griesmeel, 50 gram suiker, stukje boter. De peren worden geschild, in vieren ge sneden, klokhuizen uitgehaald, met water en bessensap zachtjes gaar gekookt, daarna door een paardeharen zeef gewreven en de suiker er door geroerd. Melk aan de kook brengen en de gries meel er in strooien, evenals de suiker, daarna roerende eenige minuten door laten koken, pan van het vuur nemen, het geklopte er er door roeren en het stukje boter en de pud' ding met de garde luchtig opkloppen, daarna de helft in een glazen schaal doen, vervol gens purée en daarna de rest van de gries- meel. EEN VASTE WIL. Wie wil die kan. Om na tb gaan, hoe wij een vasten wil kun nen aankweeken, dienen wij eerst eens te zien, wat de ontwikkeling van een vasten wil in den weg staat. Op een oogenblik, dat wij iets beloven, zijn wij van plan dit te volbrengen, dus willen wij het volbrengen. Ja, maar menigmaal belo ven wij iets veel te lichtvaardig, en komen al heel gauw na de belofte overwegingen, die daartegen pleiten. Ja, we hebben dat nu wel beloofd, maar eigenlijk zal het toch heel moei lijk gaan, want dan komen wij in botsing met andere verplichtingen. Ja, wat dan? Dan de gedane belofte maar terugnemen. Ook voor onszelf nemen wij menigmaal besluiten, die wij niet kunnen handhaven, en waarop wij weer geheel of gedeeltelijk moeten terug komen. Daardoor komt het, dat onze besluiten en beloften niet door de noodige kracht en vastheid geschraagd werden. En dit aanhou dende veranderen verslapt onzen wil; hoe kan deze sterk zijn, wanneer wij vandaag het eene van plan zijn en morgen het andere? En wan neer „het andere" alleen van kracht blijft, wanneer zich toevallig geen derde mogelijk heid voordoet, die ons dan weer wenschelijker toelijkt! Om een vasten wil aan te kweeken, is het noodig dat wij duidelijk-omlijnde plannen ma ken en ons daar, althans in hoofdzaak, aan houden. Houdt met verschillende dingen reke ning, zoodra U een plan begint uit te werken. Indien voor dit plan iets anders moet wijken, overweegt dan of het de moeite waard is dit ervoor te laten wijken. Gaat alles goed na, al vorens u tot uzelf zegt: „Ja dat doe ik en zoo doe ik het". Overweegt nog zorgvuldiger het voor en tegen, alvorens aan een ander iets te zeggen. Belofte maakt schuld, en ook voor onze eigen karaktervastheid is het beter, dat wij elke belofte houden, behoudens onder onverzwakte en zeer sterke dwang van de omstandigheden. Nauwkeurigheid ten opzichte van hetgeen wij beloofd hebben verwerft ons een welverdiende reputatie van loyaliteit en betrouwbaarheid. Of vindt u het prettig, wanneer over u zou worden gesproken als over een jongeman, ons bekend, en over wien een gesprek van twee zijner kennissen luidde als volgt: „Han komt immers morgen bij je om de radio na te zien?" „Nu, ik hoop het". „Maar hij beloofde het je toch? Ik heb het hem zelf hooren zeggen"! „O, jawel, luidde het antwoord, waarop veelbetëëkenend volgde: „ik heb hem wel Mevr. B. vraagt ons: Ik heb een bontjas en zou deze zelf willen reinigen, omdat ik stoomen wat te kostbaar vind. Antw.: Reinigen met benzine. Oppassen voor vuur. Benzine is een sterk desinfectee- rende vloeistof, die vrijwel alle kiemen doodt en daarom den laatsetn tijd ook veelvuldig toepassing vindt in de geneeskunde bij het desinfecteeren van wonden. Benzine goed in wrijven met een zacht borsteltje. Indien waschbenzine u te duur is, kunt u voor het haar ook wel gewone benzine gebruiken. Dit is voor de vacht zelfs zeer goed. Op de kraag en bij de manchetten kunt u dan wasch benzine nemen, omdat gewone benzine altijd nog wel iets vettig is. meer hooren beloven, waar niets van terecht kwam". Het streven naar waarheidsliefde is ook iets, dat aan onze karaktervastheid ten goede komt, al mag het verband niet zoo op vallend zijn. Menigeen, die overigens weinig onwaarheid spreekt, heeft valsche schaamte om ronduit te bekennen: „dat weet ik niet". Wanneer aan zoo iemand iets gevraagd wordt, waarvan hij niet op de hoogte is, draait hij om het ant woord heen, of herhaalt op goed geluk het geen hij meent, weieens te hebben hooren zeggen. M.a.w. hij verloochent zijn onkunde terzake, en elke verloochening van de waar heid omtrent onszelf verslapt onzen wil. Over wint die valsche schaamte, niemand kan alles weten, wat hem gevraagd wordt. Wanneer u dus iets gevraagd wordt, dat u niet weet, komt hier dan rond voor uit, en als U het vervelend vindt, zorgt dan u direct op de hoogte te stellen, zoodat u een volgende keer het antwoord niet behoeft schuldig te blijven. DR. JOS. DE COCK. Wat een ondeugd. Moeder: Jan, heb je netjes excuus ge vraagd, toen je die dame op haar teen hebt getrapt Jan: Ja moeder, en zij heeft mij een dub beltje gegeven, omdat ik zo beleefd was. Nou, toen heb ik ook op haar andere teen getrapt en weer excuus gevraagd. De lezers schrikken niet van dezen term! Inderdaad werd er de laatste jaren wel wat te veel geschermd met dit woord. Vooral de individuaal-psychologischen hebben er een be- teekenis aan vastgekoppeld, welke niet door allen geapprecieerd kan worden. Heel wat mislukkingen worden geschreven op rekening van het minderwaardigheids gevoel en omgekeerd wordt het groote succes van velen beschouwd als voortvloeide uit het minderwaardigheidsgevoel, dat deze succes vollen" in hun leven meedroegen. Zoo las ik dezer dagen een studie over Hitier, waarin de schrijver uiteenzette, dat juist het bij Hit- Ier aanwezig zijnde gevoel van minderwaar digheid hem tot de hoogte gebracht heeft, waarop hij thans verkeert. Zonder ons in dit alles te verdiepen, willen we hier aan de hand van enkele voorbeelden uit de practijk der opvoedkunde nagaan, van welke beteekenis het minderwaardigheids gevoel bij het kind is ten opzichte van zijn leeren en succes in het latere leven. Ik versta dan hier onder minderwaardig heidsgevoel, dat aan ieder min of meer wel bekende gevoel van gebrek aan zelfvertrou wen. Ik laat dat buiten beschouwing de vraag, of deze bepaling nu wel altijd volko men den inhoud van het minderwaardigheids gevoel weergeeft. We hebben hier met twee dingen rekening te houden: allereerst, dat gebrek aan zelf vertrouwen een negatief iets is. (in de licht ste gevallen) doch in de sterkere gevallen komt daar een positief remmende factor bij. Wanneer een kind tot de overtuiging komt: Ik kan het werk, mij gedragen, onmogelijk volbrengen, dan treedt deze remmende in vloed sterk naar voren. „Minderwaardigheidsgevoel" kan het ge heele denk- en wilsleven tot stilstand bren gen", zegt Dr. Hamaker ergens in een studie over dit onderwerp. Deze uitspraak van een ervaren paedagoog, als Dr. Hamaker is, moest wat meer tot de opvoeders en onderwijsgevenden doordringen. Dan zouden er heel wat leed en tegelijk mis lukte leerlingen bespaard kunnen blijven. Kin deren, bij wie de overtuiging van niet te zul len slagen, gaat postvatten, wekken zeer vaak den indruk van lui te zjjn en dom. Ik moet u hier een sterk staaltje van ver tellen. Voor eenige jaren terug zag ik van nabij hoe een leerling uit de tweede klas steeds minder zijn best ging doen en tenslotte den onmisbaren indruk van luiheid wekte. Zijn vader, een zeer eenvoudige, en weinig ont wikkelde arbeider, die zelf zijn gebrek aan kennis weer voelde, sprak mij hierover eens aan en vertelde mij toen, dat hij er onder ge bukt ging, dat zijn jongen eenigst kind op school mislukken zou. Hij had zoo vurig gehoopt, dezen jongen later uit de fabriek te kunnen houden. En deze hoop verdween nu bij den dag. Eenige dagen na dit gesprek bleek me, dat deze eenvoudige arbeider met groote ernst zelf aan het zoeken was gegaan naar de oor zaken van deze domheid bij zijn jongen. En opeens werd het hem duidelijk, waar de fout zat. Ik vergeet dit vooral niet spoedig, en ik stond verbaasd, toen deze arbeider mij vroeg, of ik bewerken wilde, dat zijn zoontje een hooger punt kreeg, dan hij wel verdiende. In overleg met de betrokken leerkracht werd de proef genomen en gedurende drie maanden volgehouden. Het resultaat was prachtig. De knaap begon langzamerhand beter te schrijven en te rekenen, en heeft zonder haperen vlot de lagere school doorloopen en maakt het thans op de ambachtsschool bijzonder goed. De eer van dit alles komt naast de volhar ding van de betrokken leerkracht voor het grootste gedeelte toe aan den vader. Dergelijke gevallen zijn niet zeldzaam en ouders en opvoeders met ruimeren blik kun nen in samenwerking alzoo veel vruchtdragend werk verrichten. Maar nu moet wel gewaar schuwd worden, dat natuurlijk niet elk geval zich zoo laat oplossen. Doch hiervoor is de onderwijzer, die iets meer van zjjn arbeid maakt, dan les geven van 9 tot 4 uur. Die studie maken en moeite getroosten wil, zich in de resultaten van de ervaringsopvoedkunde in et werken. Met huisbezoek wordt in dit opzicht veel er varingsmateriaal opgedaan, dat in de han den der leerkrachten met inzichten in erva ringsopvoedkunde zeer waardevol worden kan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 13