de groote modehuizen
De Brabantsche Brief
van Dré
VOOR DE VROUW
WIL EEN TOILET GESLAAGD KUNNEN HEE-
TEN, DAN IS HET VóóR ALLES NOODZAKELIJK,
DAT DE LIJN ER VAN HARMONIEERT MET DIE,
WELKE DE NATUUR AAN DE DRAAGSTER
GESCHONKEN HEEFT.
De kleinigheden zijn
van groote waarde*
et geheim van
ZOOALS het groote geluk des levens
ccn aaneenschakeling van zoete
kleinigheden is, zoo schuilt de
jhic van een toilet niet in de kostbaarheid
van de stof, waarvan het vervaardigd is,
maar in de coupe en in de „petites choses",
die het begeleiden en die er een prettig te
bekijken geheel van maken. Wil een toilet
geslaagd kunnen heeten, dan is het vóór al
les noodzakelijk dat de lijn er van harmo
nieert met die, welke de natuur aan de
draagster geschonken heeft, maar eerst een
aardige vondst van goeden smaak zet de
kroon op het werk. Dit is het eenvoudige
geheim van de groote modehuizen: de ori
ginaliteit van de costuums, die zij ontwer
pen, uit zich niet alleen in de stoffen of
in de snit, maar óók in de knoopen, in de
ceintuurs, in de zakken, in de mouwopsla
gen, die altijd voor verrassingen zorgen.
De kleinigheden zijn van groote waarde.
Bedenkt eens hoeveel een toilet aan char
me winnen kan als het niet slechts goed zit,
maar ook nog de aandacht trekt door een
oorspronkelijk detail, dat u op staanden
voet en tot uw voordeel van de kleurlooze
menigte onderscheidt.
Daar zijn, om maar iets te noemen, de
knoopen. Natuurlijk, u kunt van het stand
punt uitgaan: knoopen doen volkomen
haar plicht als zij mijn japon of mijn mantel
sluiten, en dan kiest u de meest-karakter-
looze. Maar is het niet aanbevelenswaardi
ger te denken: knoopen moeten niet alleen
sluiten, maar ook versieren. In dat geval
rust u niet voor u een origineele knoop ge
vonden hebt, die niet alleen voortreffelijk
bij uw costuum past, maar die ieder daar
enboven amusant en geestig vindt
En hoe grappige en sierlijke knoopen zijn
er dezen herfst op de markt! Daar zijn bij
voorbeeld knoopen van paars hout in zil
veren randjes gevat voornaam, simpel
en chic. Er zijn knoopen die den vorm van
lauwerkransjcs hebben goede knoopen
voor meisjes, die haar hart aan een sport-
kampioen hebben verpand. Dan zijn er
knoopen, die gouden eikeltjes zijn, andere
die in glazen stolpjes kleine mannetjes her
bergen, nog andere, die uit zilveren cijfers
bestaan. Het is mode die cijfers zoo op el
kaar te doen volgen dat zij uw geboorteda
tum en -jaar aangeven, maar als dat laatste
een beetje ver in het verleden ligt, kunt u
bet ook vervangen door uw telefoonnum
mer of door dat van uw postrekening of
door dat van uw auto. Knoopen kiezen is
een heel subtiel werk, want van die keus
hangt af of u de aantrekkelijkheid van uw
Avondmantel van groen fluweel.
costuum en dus die van u-zelf ver
groot of vermindert.
Dan zijn er de ceintuurs. De meeste cein
tuurs zijn dezen herfst nogal smal en vra
gen dus kleine gespen. Maar dat beteekent
niet dat de gesp er niet op aankomt. Ook in
dit geval is niet alleen van een sluiting,
maar ook van een versiersel sprake. Er
zijn zooveel geestige gespen, die werkelijk
versieren. Zoo herinner ik mij op een toi
let een „bouclé" gezien te hebben, bestaan
de uit twee schattige haantjes van email,
die luidkeels den dageraad tegemoet zon
gen. Een andere gesp had den vorm van
een schip goed voor de vrouw van een
zeeman, weer een andere dien van een
pagode. De ceintuurs zelf zijn vaak enkel
fijne kettinkjes. Een ketting-ceintuur, waar
van de schakels om en om goud en groen
zijn, trekt een fraaie lijn om uw taille en
geeft ook aan het eenvoudigste zwarte ja
ponnetje een voornaam accent Ik behoef er
nauwelijks bij te voegen dat zulk een cein
tuur, die de aandacht trekt, alléén geschikt
is voor haar, die tot het zandlooper-type be-
hooren.
Maar legio is het aantal ceituurs van peau
de Suède. Heel vaak zijn in de lengte van
die ceintuurs enkele kleine knipjes gege
ven waardoor de stelen van fluweelen of
vilten bloempjes getrokken zijn. Zoo'n ge
bloemde ceintuur maakt een kan het an
ders? heel fleurigen indruk.
Dat aan de zakken dit seizoen bijzondere
aandacht gegeven is vertelde ik vroeger
reeds. Wilt u van zakken als versierings
motief veel partij trekken dan raad ik u
den zak op de rok in kleiner afmeting links
op de borst van de blouse te herhalen. Zoo
verkrijgt u een aantrekkelijk en geestig ge
heel. De meeste zakken worden met clips
gesloten, maar er is niets tegen een knoop
te gebruiken, die dan van dezelfde makelij
behoort te zijn als de knoopen, die voor de
rest van het costuum gebruikt zijn. Een
mantelpakje van donkere stof verdraagt
bijzonder goed zakjes van hagedissenleer;
die geven een heldere noot en verzachten en
vervrouwelijken den ietwat stroeven indruk,
dien het costuumpje zou kunnen maken.
De wintersche mantelpakjes kunnen ook
met smalle bontrandjes omzoomd worden;
bever is daarvoor dit scizopn aangewezen.
Ook de hoeden sieren zich met bescheiden
ornamentjes, die in al hun eenvoud niette
min wonderen van goeden smaak zijn. Vele
hoeden bezitten een rechtstaande veer, die
met een klein sieraad in positie gehouden
wordt. Het aardigste en meest-geslaagde van
die sieraden vond ik een open verguld boek
je een uitnoodiging voor een dichter om
met de veer van den hoed misschien?
Boven:
Avondensemble van goodbrocaat
met zibeline gegarneerd.
Links:
Avondmantel van blauw mousse
line met een dahlia-versiering aan
het corsage. Alle drie toiletten zijn
creaties van het Parijscbe huls Mo-
jig lyneux en de nieuwste aanwinsten
voor de garderobe van de filmster
Marlène Dieirich.
er een paar welsprekende versregels op neer
te schrijven.
Als „zakdoekje" ln den borstzak van uw
mantelpakje kunt u dit jaar een lapje heel
dun fluweel gebruiken. Datzelfde fluweel
kunt u bezigen om de hals van de blouse
af te maken.
Op 't gebied van armbanden is er betrek
kelijk weinig nieuws. Het eenige dat me
getroffen heeft waren brcede leeren arm
banden, die kleine zakjes bezaten voor een
lippenstift en een minuscuul flaconnetje
odeur. Weinig practisch en ook niet bijzon
der mooi.
De handschoenen van de nieuwste soort
hebben de opening of, als u wilt, de slui
ting, niet in de palm van de hand, maar
op den rug. Een voortreffelijke mode voor
landen waar de handkus nog in zwang is.
Nederland is daar geloof ik niet bij. Maar
dat behoeft niemand te beletten zich zoo'n
paar handschoenen aan te schaffen. Mis
schien wint de handkus als begroeting daar
door wel terrein. Richard Tauber zou er
zeker mee ingenomen zijn.
Ziehier dan een paar opmerkingen over
kleinigheden, de kleinigheden, die zoo heel,
héél belangrijk zijn. Want een vrouw kan
zich alleen goed gekleed achten als zij ook
in onderdeelen verzorgd is. En niet alleen
verzorgd behoort zij te zijn, maar zij moet
van de mogelijkheden van haar persoonlijk
heid en van haar toilet zoo goed en handig
mogelijk partij hebben getrokken. Laat
iedere vrouw voor 't minst iets in haar
toilet hebben dat haar een persoonlijke noot
geeft. In den grooten tuin der mode behoort
elk haar eigen bloempje te plukken!
Brussel.
GERTRUDE.
KAN IK U HELPEN?
MeJ. C. G. te R. Om de te wijde poriën
van don hals samen te trekken zult u goed
doen deze geregeld te wasschen met een
astringento lotion. Hier is een recept. Laat
in een liter warm, maar niet kokend water,
50 gram aluin smelten en voeg daaraan ver
volgens vijftig gram benzoë toe. Met een
watje moeten alle betrokken plekken ste
vig gebet worden. Drogen laten; niet af
drogen. lederen ochtend en avond moet de
hals op deze wijze gedurende drie minuten
behandeld worden. Voor het mengsel er op
wordt aangebracht is het aan te bevelen
dén hals met warm water te wasschen.
Mej. B. B. te S. Een goede brillantine
voor vette haren kunt u op de volgende
wijze samenstellen: alcohol k 90 pet. 40
gram, Engelsche glycerine 40 gram, laven
del-essentie 4 druppels. Zijn uw haren
evenwel droog dan moet u het volgende
mengsel gebruiken; wonderolie 60 gram, al
cohol a 90 pet. 40 gram, kina-extract 2
gram, jasmijn-essentie 3 druppels.
Mej. A. G. te L. Het verslapte weef
sel van deze lichaamsdeelen kan in uw
geval weer stevig gemaakt worden door mid
del van koude douches. Na ieder douche
licht frictionneeren met alcohol a 80 pt. Het
centrale gedeelte met vaseline beschermen,
opdat de alcohol niet binnendringt. Met de
vingertoppen voorzichtig, in 't rond, mas-
seeren.
GERTRUDE.
Ulvenhout, 0 October 1936.
Amieo,
De avonden zijn
weer lang Te
lang bekans veur
oew krantje. Ik
wil daarmee zeg
gen: er blijft nog
tijd over, waarin
ge, bij oew warm
piattebuiske en
onder de suizen
de lamp, 'n uurke
kunt nakijkende
blaauwe krinkels
van oew pijp, die
daar slieren uit
Jen kring van 't
lamplicht, naar de hoeken van de kamer,
waar den duister te wemelen staat in mug-
gendans.
't Is dan stillekes hier. 't Is of de stilte
van den buiten, die daar te fosforesceren
ligt onder den groenen glans der maan, 't
is of die stilte van den buiten dan deur
de muren in oew huiske dringt.
Kostelijk uur van den dag, dat leste!
Uur, waarin den mensch z'n zielement
vrij komt van de beslommering van allen
dag, van zorgen dikwijls, van alderhanden
rompslomp-veur-niks.
Uur, waarin ie z'n eigen onttrekt aan de
eisclten van de brute en brutale weareld, die
doet of den mensch veur haar en nie veur
z'n eigen isl
Weareld, brutale salamander!
Maatschappij zakkenrolster, die den
mensch z'n zielement ontfutselt!
Samenleving die den mensch verdort!
Eén uurke kunt ge 'r oe aan onttrekken.
En... 't is 'n gelukkig, 't is 'n weerdevol
uurkei 't Is 'n vrijgevochten uur, waarin ge
cfkens los zijt van die weareld-matrone, die
op den mensch beslag legt als 'n alles-
cischend wijf, dat nooit, nooit dankbaar is,
maar altij ontevrejen over alles, alles wat
ge geeft! Wat ge soms losscheurt van oew
ziel.
Zij is, deuze weareld-matrone, als een,
in heur hammen schommelend wijf, dat
knorrende lijk 'n varken vet wierd; knor
rende op 't „voedsel", op... den man, dien
zij al ontevrejen oppeuzelde. Ontevrejen
knorrende, want, ze zou zoo geren al vre
tende slank blijven!
Zóó is de weareld: die 'r eigen ongelukkig
schranst aan 's menschen geluk!
Ik zeg: zoo 's avonds, veur 't rozenhoel-
ke en den avondpap, als den Herfst non
en dan efkens ritselt deur den groenglan-
zenden Octoberavond, die daar stillekens te
mijmeren hangt om den leeggevallen no-
tenleer, in dat uurke dat ge 't lest nieuws
van Madame Weareld vernomen hebt uit
de krant, 'n bietje verdraaid, 'n bietje
langs de waarheid henen, hier wat overdre
ven, daar wat mooier veurgesteld, hier wat
verzwegen, daar wat verzonnen, kortom zo'n
bietje leugenachtig als vette, egoïstische
matronen nou eenmaal zijn als ze 't over
heur eigen hebben, als ik dan zoo 't
„Nieuws" vernomen heb van Madame van
Eerdklotum, dan flieren m'n gedachten lijk
losgevallen herfstblaren om m'nen kop. Dan
zie ik ze gaan, zichtbaar, alsof ze waren
van 'nen ónderen kwiebus, die veur 't oog
zoo netjes en zoo gelukkig getrouwd is, mee
Madame van Eerdballum de Freetzak tot
Hrrtvervettum!
En als ik dan gisteravond zoo aan m'n
pijpke te zuigen zat, in dat gouwen vrije
uurke, dan kreeg ik 't gedacht, dat die
eeuwig-eisehende dame toch in de gaten
begint te loopen.
Want dat de devaluatie van alle munten
ter weareld 'n begin van 't end is, van heur
monsrhongel uk-verslindend bestaan!
Devaluatie!
Wat is er al te doen geweest, om deus
onvermijdelijkheid in 't groote weareldpro-
res, dat heel de maatschappij aan 't ver
anderen is.
„Muntvervalsching" noemde 't den een!
„Rechtveerdigheid" den ander! Jan noemde
't „bedrog". Piet noemde 't „recht".
Don een ging er aan ten onder, den an
der kwam er mee bovenop, dus: den een
noemde 't „misdaad", don ander „zegen".
Zóó is den mensch, hij praat naar z'n
portemonnaie. En zoo kwam 't geweten
van den mensch te huizen tusschen de mi
crobon op do rijksdaalders, in plek van ln 'n
rein hart. Zoo verhuisde zijn goweten uit
de borst naar.'t achterwerk!
Geld!
Daar is 'nen tijd geweest en wij hebben
'm toevallig allemaal gekend, dat ieder
een erover beschikte.' 't Waren maar wei
nige jaren. Maar nóg zitten we mee de
stukkon!
Wat hebben we 'r veur gekocht, amlco?
Op z.g. cultureel gebied schaften we ons
eigen aan: de muziek uit de negerkroegs-
kes uit de achterbuurten van Amerikaan-
SC'he stejon.
'n Schilder„kunst" van kleine kinders,
die mee verfpotten knoeiden.
'n Beeldhouwkunst van wangedrochten.
'n Bouw„kunst", die de menschen arm en
belachelijk maakte! Ja, zelfs, toppunt van
belachelijkheid: 'nen socialistische bouw
stijl brocht!
Daar overhenen nog 'n spiksplinternieuwe
„rultuur", de., naaktcultuur.
Dat hebben we alleman! veur ons geld
aangeschaft tot „cultiveering", tot verhef
fing, tot groei van den men9chelijke geest.
Wat hebben we veur dat geld allemaal
gekocht, amico?
Op maatschappelijk gebied schaften we
ons eigen aan: auto's en we reien de
wegen, onzen rust, en 'n ander z'n lichaam,
aan puin. Dancings, en we „stepten" bo
venop ons zielement.
'Nen anderen echtgenoot en we spleten
ons leven als brandhout.
Veul méér is er veur 't overdadig geld nie
gekocht.
En wat hebben we veur al dat geld over-
ge hou won, amico?
Radio-lawijt na elven 's avonds, dat we
mee 'nen vloek afzetten. Beelden, die plat
ter eerde liggen onder afgevallen blaren
in de parken.
Schilderijen waar schilder en bezitter d r
eigen veur schamen, dus staat den rommel
op zolder.
Gefailleerde bouwers en bouwwerken, die
op den inslag van den bliksem wachten.
Van de naaktcultuur bleef nie anders
over dan 'n bietje walging.
En veur de rest bleef over: éénen bonk
ongeluk!
Dat is er mee 't geld gekocht!
Onvrede. Ongeluk. En tochden mensch
docht z'n eigen sjuust 'n bietje, als 't kon
veul, geluk te koopen.
Wat mee geld niet kan!
Ongeloof in 't Menschdom, ongeloof in
z'n eigen, ongeloof in God, dat is den
mensch overgebleven, die z'n zielement ver
kwanselde aan de dingen die veur geld te
koop waren.
Stilaan is wetenschap en techniek veur-
uit gegaan.
En minder en minder spuit geld 'nen rol.
Den man die vijftig gulden in de week
te verteren heert, beschikt over de zelfste
dingen, als den man, die tien keer zooveul
bestejen kan!
Ze rijen allebei auto (en vroeger ree al
leen den baron).
Ze hebben allebei radio (en vroeger had
alleen d-en rijke muziek in huis).
Ze hebben allebei 'n badkamer, stroo-
mend werm water, tuin veur en achter 't
huis, met garage.
Ze hebben, kortom, allebei 't zelfde com
fort in 't leven, al rijdt den eene dan in
'nen duren en den andere in 'nen goei-
koopen wagen. Al hee den eene dan 'n
radiotoestel van duuzend gulden en den
andere distributie, ze kunnen in de stu
dio's maar één programma tegelijk uitzen
den.
Al is den eene z'n bad van tegels en den
andere z'n bad van zink of emaille, ze heb
ben 't zelfste water van één waterleiding.
Veur één kwartje hebben ze allebei 'nen
tros druiven om d'r eigen 'hen buikloop te
snoepen, want zelfs de natuur wordt tech
nisch geforceerd tot overproductie.
Ik kan 'n krant vol overeenkomstige din
gen opsommen, maar ge verstaat me zóó
wel!
En 't is alles 't resultaat van de leste
twintig jaren.
't Geld devalueerde over heel de weareld.
't Geld verminderde in weerde, want: ge
kunt mee geld nie veul meer doen!
'k Heb lest gelezen, van 'nen Engelschen
„financier", laat ik zeggen: den Engelschen
Trip, dat de wetenschap de groote fout
maakt, van nóóit te denken aan dén over
gang, aan de veranderingskes, aan de om-
mekeeren die de deffrente uitvindingen in
de maatschappen teweeg brengen!
Da's klagen om 't feit dat 't water nat is!
Da's de klacht ook van 'nen mensch, die
altij nog denkt, dat de maatschappij om
'nen gouwen as van 't geld draait! Da's nie
meer waar.
De maatschappij draait om den as van
menschelijk-kunnen!
Te lang is de bijzaak hoofd-zaak geweest.
Te lang was de arbeid bijzaak, en 't geld,
waarveur - ge 'm kocht, hoofdzaak!
Te lang was den menschelijken geest on
dergeschikt aan dood, geel metaal, dat on
der d'eerde uitgewroet wierdl
Te lang was den levenden geest onderge
schikt aan dood metaal, 't Levende onderge
schikt aan 't leven looze.
Ten langen leste wint natuurlijk 't leven
de. Wint den levenden geest op alle mach
ten ter weareld, die saamverbonden waren
mee 'nen gouwen ketting, wat ()financieele
politiek" genoemd wordt.
Da's naar mijn gedacht, de diepste oorzaak
van de devaluatie over alle mogendheden.
Want den levenden geest brocht ook de
sociale gedachte, dat den werkloozen mensch
toch. eten mot!
En zoo zien we 't grootste deel van het
menschdom leven, zonder te produceeren.
De techniek produceert.
De devaluatie is 't begin van t end van
den grooten ongeluksfactor „geld", die de
menschheid eeuwen tiraniseerde.
Die de verkeerde prikkels in den mensch
brocht om geld te veroveren om mee de
veurdeelen van dat geld (mooie kleeren,
auto's, gouwen horloges, mooie huizen, enz.
enz.) den evenmensch te treiteren.
Om mee dat geld te camoufleeren,
dat ie meestentijen den mindere was van
den meerdere!
Om 't mee 'n veurbeeldje te noemen: dat
'nen gefortuneerden Nul, mee z'n auto, mee
z'nen duren jas, mee z'n uiterlijkheden, in
staat was den ongefortuneerden genialen
mensch te verdringen van zijn toekomende
plek!
Als 't geld 'ns eenmaal weg is, is den
grootsten prikkel weg, om malkaar te ha
ten; om z'n eigen ongeluk te koopen; om on
recht te laten gelden veur recht.
Tot zoover; toen was m'n zooveulste pijpke
leeg en den pap gaar!
„Geen geld, geen liefde."
„Geld wat stom is, maakt recht wat krom
is."
„Geld stinkt nie."
Als ge alleen maar de spreekwoorden na
gaat, dan is geld maar 'n smerig goedje. En
dan is devaluatie, dan is „weerdeverminde
ring" van zulken rommel, op 't end toch
wezenlijk geen muntvervalsching?
Zoo, amico, zoo heb ik 'n uurke gepeinsd,
vrij en licht, als de groene mancstilte op
den buiten deur de muren van m'n huiske
drong; als ik efkens vrij was van de Wca-
reld-Matrone, die in nachtelijken rust was,
als Madame Eerdbal van Freetzak tot Hart-
vervettum mij afkens vrijaf gegeven had van
heur „gezelschap".
Neeë, 't is geen gelukkig huwelijk mee
deus volgeschranst vet verken! Geef mij m'n
Trui maar!
Ze heeft sjuust den pap opgeschept, dus:
Veul groeten van Trui en als altij geen
haarke minder van oewen
t a. v.
DRÉ.